GEVOLGEN VAN
SERAJEWO
Uitvaart pastoor
H. J. M. Koevoets
De luchtroovers van Hoitika
ÜLi
A
DONDERDAG 6 JULI 1939
BLOEMEND AAL
Het Geheim van de
zeven Schoorsteenen
Bejaard echtpaar liep
tegen auto
PASTOOR P. JONGMANS
„De vrucht Van het licht is
gelegen in goedheid en
rechtvaardigheid"
WATERPOLO
D.W.R.H.P.C. 3—1
ZWEMMEN
PRACHTIGE TIJD VAN
JO WAALBERG
Wedstrijden te Odense
t n
SPt
,v
Mm
'pf
wÊÈÊb.
y
J-
i—P
BRIDGE
HET INTERN. CONCOURS
BILJARTEN
B.V. 1939
Haarlemsche Postduivenbond
P.V. „Reisduif"
UIT DEN OMTREK
CONCOURS-HIPPIQUE
TE HOOFDDORP
Op Woensdag 19 Juli
Prof. mr. J. Bellefroid
Eervol ontslag verleend als
hoogleeraar aan de
R.K. Universiteit
Burgemeester van Zeist
gaat heen
Om gezondheidsredenen
HILLEGOM
HARINGVANGSTEN
RIJKSVISCHAFSLAG
STAAT VAN BESOMMINGEN
MARKTNIEUWS
DOOR AGATHA CHRISTIE
Het nieuws over den aanslag op den Oosten-
rijkschen troonopvolger en diens gemalin werd
aanvankelijk niet zoo heel tragisch opgeno
men. Degenen, die de gebeurtenissen van dien
tijd medemaakten en degenen, die de moeite
willen nemen, de krantenleggers van die dagen
op te slaan, zullen het met ons eens zijn, dat
de Europeesche wereld toen op de eerste plaats
den ouden keizer Franz Joseph beklaagde „wien
niets bespaard bleef" en voorts er van over
tuigd was, dat het woelige Servië meer in be
dwang moest worden gehouden en dat het aan
Oostenrijk op de een of andere wijze genoeg
doening moest geven, voornamelijk door het
opheffen der geheime genootschappen met de
phantastische namen van „Zwarte Hand" en
dergelijke. De Duitsche pers ging vooral op
onstuimige wijze te keer tegen Servië. De Fran-
sche pers had het te druk met het proces tegen
Madame Caillaux, die den hoofdredacteur van
de Figaro monsieur Gastan Calmette had
doodgeschoten, omdat deze haar man, den mi
nister Joseph Caillaux voortdurend aanviel. En
de Engelsche pers zag in het gebeurde van
Serajewo niet veel meer dan een locale ge
beurtenis, die, mocht zij gevolgen hebben, ten
hoogste kon leiden tot een gewapend conflict
tusschen Oostenrijk en Servië, dat „natuurlijk
gelocaliseerd" zou blijven.
De leidende staatshoofden en staatslieden
bleven nog op vacantie en kwamen pas lang
zamerhand terug. Poincaré, de Fransche presi
dent, onderbrak zijn reis naar St. Petersburg
niet en Keizer Wilhelm kwam pas eenige dagen
na den moord van zijn Noorsche reis terug,
maar alléén omdat hij de begrafenis van zijn
vriend wilde bijwonen. Dit aangekondigde be
zoek kwam Weenen buitengewoon ongelegen.
De Weensche camarilla was namelijk niet erg
smartelijk getroffen door den dood van Franz
Ferdinand, wien deze ook na zijn dood niet
vergeven kon. dat hij een morganatisch hu
welijk had aangegaan. De oude Keizer trok
zich het geval wel aan, maar niet zoozeer om
de gevallen slachtoffers als wel om de gevol
gen. de conflicten, welke uit het incident zou
den kunnen voortvloeien. Hij was reeds zoo
oud, had al zoovele ongelukkige oorlogen ge
voerd, hij wilde dan ook, als het eenigszins
mogelijk was, de laatste dagen van zijn leven
in vrede slijten. Zijn beroemde woord: „Mij is
niets bespaard gebleven" heeft hij zeker niet
in verband met Serajewo gebruikt. De camarilla
te Weenen kon het bezoek van Wilhelm II ver
ijdelen en had nu de handen vrij om Franz
Ferdinand en „die Chotek" een soort van be
grafenis derde, klasse te bezorgen. Franz Fer
dinand had dit wel voorzien, toen hij in zijn
testament bepaalde, dat hij niet in de Kapu-
zinergruft, de begraafplaats aller Habsburgers,
wilde worden bijgezet, maar naast zijn echtge-
noote in een kapel-mausoleum op een zijner
landgoederen.
Wij naderen nu de gevolgen van Serajewo.
Slechts zeer in vogelvlucht is in deze rubriek
de tijd te behandelen, die van Serajewo naar
den wereldoorlog voerde. Er zijn in die onheil
volle Juli-maand van 1914 aan alle zijden zulke
politieke en diplomatieke fouten gemaakt, dat
men achteraf versteld staat, dat leidende man
nen zulke grove fouten konden begaan. Als er
in dien tijd eens een „München" ware geweest!
Er werd veel gedaan, om den vrede te behou
den. maar men sprak en confereerde en tele
grafeerde naast elkander heen en het was één
groote diplomatieke warboel, zoodat tenslotte
de schuldvraag nooit volledig is komen vast te
staan en men vrijwel tot de meening overhelt,
dat de leidende staatslieden, op 'n paar na, die
in Weenen en Petersburg thuis hoorden, tegen
hun wil in den oorlog zijn „geglibberd".
In de „Voorgeschiedenis van Serajewo", die
wij hier publiceerden, is de algemeene politieke
toestand uiteengezet, waarin Europa verkeerde
na de Balkanoorlogen en na de geslaagde bond-
genootschapspolitiek van de Engelsche regee
ring onder leiding van Edward VII, den tegen
voeter van Wilhelm n, een tegenspeler van
gewicht, die reeds dood was maar in zijn werk
voortleefde.
De Weensche regeering vond in den aanslag
van Serajewo een welkome gelegenheid, om het
gehate Servië te vernederen en door het te
verkleinen, het noodzakelijke militaire contact
met Bulgarije en Turkije te herstellen. Het was
de groote fout van de Berlijnsche Keizerlijke
regeering Weenen blanco-volmacht te ge
ven. Het was de historische fout van Wilhelm
n, dat hij toen op luidruchtige wijze op de
„Nibelungentreue" snoefde en onder alle om
standigheden hou en trouw aan Oostenrijk be
loofde. Steunend op de Duitsche trouw liet de
Oostenrijksche regeering 26 Juli 1914 een ulti
matum te Belgrado overhandigen, dat binnen
48 uur beantwoord moest worden. Dit ultima
tum was voor een onafhankelijken staat on
duldbaar. Het eischte, dat de medeplichtigheid
van Servische autoriteiten aan de voor Oos-
tenrijk-Hongarije zoo gevaarlijke actie der
Groot-Servische terroristen in tegenwoordig
heid van Oostenrijksche agenten op Servischen
bodem moest worden onderzocht. Rusland rea
geerde op dit ultimatum van Oostenrijk aan
Servië hier begon de reeks van tragische
vergissingen, die eindigde met het mededoen
van Engeland aan den oorlog, hetwelk Beth-
mann Hollweg voor onmogelijk had gehouden!
door gedeeltelijke mobilisatie, wat men te
Weenen en Berlijn allerminst had verwacht.
Servië deed uiterlijk deemoedig tegenover Oos
tenrijk, maar, steunend op Rusland, weigerde
het de geëischte inbreuk op zijn souvereine
rechten en mobiliseerde. De Engelsche minister
van Buitenlandsche Zaken, Grey, sondeerde nu
Berlijn met 'het doel een algemeene garanten
conferentie samen te roepen, die uitspraak zou
doen in het Oostenrijksch-Servische conflict.
Berlijn weigerde. Men wist toen nog niet, dat
Berlijn de dupe was der Oostenrijksche regee
ring en niet de drijver, zooals men aannam, en
zoo konden de Entente-mogendheden niet an
ders denken, dan dat Berlijn oorlog wilde, al
thans met Rusland. Deze indruk der Entente-
mogendheden vervaagde weer wat, toen Wil
helm II op 27 Juji zijn bekende telegrammen
aan den Tsaar ricitte en Berlijn Weenen be
gon te remmen. De Oostenrijksche regeering
week niet meer en verklaarde haastig den 28en
Juli aan Servië den oorlog. Zij verklaarde ech
ter, dat alleen het doel was, Belgrado te bezet
ten en dat er dan verder vriendschappelijk kon
worden onderhandeld. Grey vond dit een aan
trekkelijk plan. De Russische militairen dachten
er anders over en hadden den zwakken Tsaar
geheel in hun macht. Deze gaf bevel tot alge
meene mobilisatie, trok het bevel weer in, vaar
digde het opnieuw uit. Een chaos! Allerlei
bondsverplichtingen traden nu automatisch in
werking. Het regende onderling ultimata.
Duitschland wilde van Frankrijk zelfs het recht
eischen van bezetting der sterkste Fransche
vestingen door Duitsche troepen. Een antwoord
was niet eens noodig, omdat door Rusland
Frankrijk al in den oorlog werd betrokken. Het
werd een heele uitzoekerij: sedert 1 Augustus
17 uur was er een Duitsch-Russische oorlog,
eenige minuten tevoren had eerst Frankrijk,
toen Duitschland de algemeene mobilisatie af
gekondigd. Daags daarop eischte Berlijn van
België het doormarschrecht voor zijn troepen,
onder voorwendsel, dat concentraties van
Fransche cavalerie aan de Fransch-Belgische
grenzen die troepen bedreigden. De houding van
Engeland bleef nog onzeker, ofschoon het, na
dat in 1912 Duitschland een accoord over de
bewapening had geweigerd, militaire en mari
tieme regelingen getroffen had met Frankrijk,
België en Rusland, maar deze golden alleen,
als er oorlog zou zijn. Tot 2 Augustus had Grey
aan Frankrijk alleen nog maar de verdediging
van Frankrijks Noordkust door de Britsche vloot
willen garandeeren, omdat hij niet zeker was,
hoe de publieke opiniè en het parlement op
den Duitschen aanval zouden reageeren. Maar
na het ultimatum aan België hadden de inter-
ventionisten in het kabinet alle troeven in
handen. En te middernacht tusschen 3 en 4
Augustus bevond zich ook Engeland in oorlog
met Duitschland.
Het bovenstaande wil niet anders zijn dan
een objectief relaas der feiten, die door de
schoten van Serajewo aan het rollen waren
gebracht. Zooals boven reeds gezegd, wordt het
steeds duidelijker, dat er in Juli 1914 zich on
der de politici en diplomaten een paar be
wuste oorlogsdrijvers uitgezonderd een tra
gedie van vergissingen en verzuimde gelegen
heden heeft afgespeeld. Serajewo is maar een
uiterlijke aanleiding tot den wereldoorlog ge
weest.
Woensdagavond omstreeks half elf is in de
Lusthofstraat tê Rotterdam een ernstig, tra
gisch ongeluk gebeurd. Een bejaard echtpaar,
de heer en mevrouw E. van de Wetering-Nieu-
wendijk, 79 en 80 jaar oud, wonende in de Ru
bensstraat aldaar, wilde de Lusthofstraat over
steken, toen een auto voorbijreed. De oude men-
schen bemerkten dit niet en liepen tegen den
auto aan, het gevolg was, dat beiden achter
over op den rijweg smakten. Beiden liepen zeer
ernstige verwondingen op. De man kreeg een
hersenschudding, een fractuur aan beide bee-
nen en aan de sleutelbeenderen en de vrouw
een hersenschudding, een fractuur aan den
rechterbovenarm en aan het reehteronderbeen,
terwijl aan het hoofd een groote scheurwond
was toegebracht.
Beiden sjjn met een ziekenauto in hoogst ern-
stigen toestand naar het. ziekenhuis aan den
Coolsingel vervoerd, en daar opgenomen.
Men vreest voor hun leven.
Pastoor Jongmans te Enkhuizen heeft Woens
dag wederom een maagbloeding gehad. Alhoe
wel de toestand niet zoo ernstig is, als drie Jaar
geleden, is absolute rust voorgeschreven.
Woensdagmorgen had onder groote belang
stelling van de parochianen van Muiden en
van velen uit de omgeving de plechtige uitvaart
plaats van den overleden parochie-herder H. J.
M. Koevoets.
Toen om half tien de plechtige lauden een
aanvang namen, was het intieme kerkgebouw
tot in de uiterste hoeken bezet.
Zijne hoogeerw. excellentie mgr. J. P. Huibers
had in het priesterkoor plaats genomen, als
blijk van belangstelling voor zijn overleden
klasgenoot.
Agens was de hoogeerw. heer deken C. J.
Boekhorst uit Amstelveen met assistentie van
de weleerw. heeren Oude Jans en G. J. v. Dijk,
resp. als diaken en subdiaken. Cantores waren
de weleerw. heeren B. G. H. Keyer en F. S. P.
A. van Buchem.
Onder de aanwezige geestelijkheid merkten wij
onder meer op: mgr. P. G. Groenen, pastoor
van Blaricum uit Monster, past. Blankenau van
Wester Blokker, past. O. v. Baaren uit Den
Haag, past. Th. v. Niekerk uit Overveen, deken
Schraag uit Schiedam, deken Hollenberg uit
Purmerend, past. B. A. Lassance uit Diemen,
rector A. Vriens, past. Slenders uit Ouderkerk,
past. Van den Oord uit Nes a. d. Amstel, prof.
C. v. Trigt, kap. P. v. Diest, zoon van de paro
chie, kap. B. N. N. Pronk, de oud-kapelaans
van Muiden C. v. d. Knaap, C. v. d. Swan en
G. v. Dijk, den oud-assistent pater C. Hoon-
hout en nog zeer vele anderen.
Alsmede was aanwezig burgemeester Th. C.
D. Koops en wethouder Joh. Brouwer.
De Missa coram Episcopa parato werd opge
dragen door den hoogeerw. deken C. J. Boek
horst met dezelfde assistentie als bü de lauden
Het parochieele zangkoor zong op verdien
stelijke wijze onder leiding van den heer P.
Schneiders de Gregoriaansche Missa de Re
quiem.
Na het H. Offer betrad de zeereerw. heer C
van Trigt het spreekgestoelte. Met den telcst
van St. Paulus uit Eph. V 9 „De vrucht van het
licht is gelegen in goedheid en rechtvaardig
heid" ving de gewijde spreker zijn treffende
rede aan en vertolkte op aangrijpende wijze de
gevoelens, die de parochie bezielen. Na een uit
voerige uiteenzetting van het leven van den
priester in het algemeen deed spreker eenige
grepen uit het vruchtbare priesterleven.
Zijn priesterschap is een voortdurend offer
geweest. In navolging van zijn Goddelijken
Meester zocht hij zijn groote kracht in goedheid
en trouw; een goede en trouwe herder was hij
voor zijn schapen. Pastoor Koevoets zocht niet
de openbaarheid; hij werkte in stilte aan het
zielenheil, bad in stilte in zijn geliefde kerk, leed
zijn zware pijnen geduldig en in stilte en offer
de zich voor zijn naasten. Uitbundigheid was
verre van hem. Goed te zijn voor zijn parochie,
daarvoor werkte hij, en de vrucht: een bloeiend
godsdienstig leven en goed georganiseerde ver-
eenigingen.
Hij is vaak niet begrepen en zijn bedoelingen,
die toch enkel het goede voor hadden, zijn dik
wijls miskend. Dan echter toonde pastoor Koe
voets zich juist de priester biï uitstek. Dan bad
hij om licht en genade voor al die hem waren
toevertrouwd.
Een bijzondere trek, waardoor zijn hoogach
ting voor het priesterschap sterk uitkwam, was
zijn bijzondere zorg voor de seminaristen. Een
priesterleven is kostbaar, schreef hij nog eenige
dagen voor zijn overlijden. Zijn grootste triomf
is dan ook geweest, dat hij op zijn zilveren
priesterfeest twee priesters, zonen uit de paro
chie, naar het altaar mocht geleiden.
Met de woorden van den H. Paulus „Gedenk
uw oversten, die u het woord Gods hebben gepre
dikt", spoorde de redenaar allen aan tot een
gebed voor den overleden herder.
In den grooten stoet naar het kerSkof waren
alle vereenigingen met omfloerst vaandel te
genwoordig. Na de absoute in de kapel op het
kerkhof werd het stoffelijk overschot in het
priestergraf neergelaten. Diep ontroerd gingen
de talrijke aanwezigen huiswaarts.
Him herder ruste in vrede.
Met twee invallers voor van Zadel en Derkx
bindt H.P.C. den strijd aan tegen D.W.R., dat
volledig is. Na eenige aanvallen van beide zijden,
die niets opleveren, gaat D.W.R. tot het offen
sief over, maar doelpunten blijven nog uit.
Leijenaar en Pieters moeten dan het water ver
laten en van deze verzwakking in de H.P.C.-
achterhoede maakt Kollerie gebruik door on
houdbaar te scoren 1—0. De zeer zwaar gehin
derde Eldering is voor het D.W.R.-doel zoo goed
als kansloos, zoodat het gevaar feitelijk van de
buitenspelers moet komen, maar deze spelers,
beiden invallers, zijn niet opgewassen tegen het
zware spel van D.WJR. Het optreden van deze
invallers leek ons momenteel dan ook nog niet
geschikt voor een wedstrijd in de le klasse, ge
handicapt was H.P.C. hierdoor zeker. Doelman
de Bruijn van H.P.C. blijkt in goeden vorm te
zijn; op fraaie wijze weet hij vele schoten te
keeren.
Reeds direct in de tweede helft krijgt Elde
ring een kans, maar zijn kogel wordt schitte
rend door Kollerie gestopt. Op ongelukkige wijze
wordt het 20, wanneer Leijenaar een ver
schot van richting verandert en de bal buiten
het bereik van de Bruijn in het doel vliegt.
Wanneer Eldering een strafworp krijgt te ne
men, weet Kollerie dit schot meesterlijk te stop
pen. H.P.C. speelt nu een verloren wedstrijd en
op een gemakkelijke manier komt D.W.R. nog
aan een derde doelpunt, als een strafworp in
een leeg doel geplaatst kan worden, 30. Het
doelpunt, waarmede H.P.C. door toedoen van
De Geest den stand op 31 brengt, kan niets
meer veranderen aan de onvermijdelijke neder
laag.
Zooals uit onderstaande stand blijkt zal H.P.C.
nog geducht op moeten passen om zeker te zijn
van een plaats in de hoofdklasse.
Het IJ
5
5
0
0
24— 4
10
D. W. R.
5
2
1
2
13—10
5
H. P. C.
5
2
1
2
6— 8
5
U. Z. C.
4
1
2
1
7— 7
4
Dolfyn
5
0
0
5
2—24
0
De belde Nederlndsche zwemsters Jo Waal-
berg en Rie vah Veen kwamen Woensdagavond
te Odense voor de laatste maal tijdens de Deen-
sche tournee aan den start. Jo Waalberg was
in buitengewonen vorm, immers zij legde de
200 meter schoolslag in 2 min. 57.7 sec. af,
waarmede zij slechts 0.8 sec. bleef boven haar
wereldrecord. Rie van Veen eindigde als derde
op de 100 meter borstcrawl achter Ragnhild
Hveger en Birthe Ove Petersen.
De belangrijkste uitslagen luiden:
100 meter borstcrawl:
1. Ragnhild Hveger 1 min. 6.4 sec., 2. Birthe
Ove Petersen 1 min. 6.8 Sec, 3. Rie van Veen
1 min. 72 sec.
200 meter schoolslag:
1. Jo Waalberg 2 min. 57.7 sec., 2. Lykke Lar-
sen 3 min. 10.2 sec., 3. Nina Jensen 3 min. 12.S
sec.
400 meter borstcrawl:
1. Ragnhild Hveger 5 min. 15 sec., 2. Rie van
Veen 5 min. 29,7 sec. 3. Karen Harup 5 min
43.8 sec.
i -
- V
V
„Ben ik het nou of word ik het?" zei de kok. „Zoo'n gelijke
nis! Je zou zweren, dat het Pietje Durf uit Dijkhuizen is." „Dat
bén ik ook", riep Piet, dolgelukkig dat hij een landgenoot ont
dekte. „Wie ben jij?" „Ik benopeens veranderde zijn ge
zicht en kreeg een strakke uitdrukking. „Herken je me niet?
Des te beter! Vraag er dan maar niet verder naar! Ik zal je
helpen wat ik kan, maar zwijg dan verder over wie ik ben of
niet ben."
Het klonk erg geheimzinnig en Piet vermoedde, dat die man
om een of andere reden was gaan varen en liever onbekend
bleef. „Die soep was goed," zei Piet, „geef me nog maar een
bordje" en hij pakte den kok bij een slip van zijn schort en
liep met hem do kombuis uit.
De verdere uitslagen van het internationaal
bridgetournooi te Den Haag luiden als volgt;
Elfde ronde open teams:
Engeland wint van België met 14 m. p.
Denemarken wint van Noorwegen met 2
m. p.
Zuid-Slavië wint van Finland met 4 m. p
Hongarije wint van Nederland met 9 m. p.
Duitschland wint van Italië met 3 m. p.
Onder bovengenoemden naam is in Restaurant
Hof van Holland aan de Groote Markt een
biljartclub opgericht met 15 leden. Het secre
tariaat van de club, welke binnenkort toetreedt
dot den Nederl. Biljartbond, wordt voorloopig
waargenomen door den heer H. v. d. Broek,
Kleine Houtstraat 42. De clubavond is vastge
steld op Woensdag.
De Haarlemsche Postduivenbond organiseert
tegen 6 Augustus a.s. een weldadigheidsvlucht
ten bate van de stichting „Brederode-Duin",
Vereeniging tot bestrijding der tuberculose; de
vlucht gaat ditmaal van valkenswaard uit.
Aan deze vlucht zijn verschillende eereprijzen
verbonden met de bedoeling de aantrekkelijk
heid van mededinging zooveel mogelijk te ver-
hoogen.
Uitslag van dè gehouden wedvlucht Chantilly
op 2 Juli "39, afstand 390 K.M. Los 7 uur 20
min., wind Z. W.
le getoonde vogel 12.33.53; laatste prijswin
nende vogel 12.54.45.
N. Wezenbeek 1; C. Th. Verdonk 2, 4, 8, 9,
10; J. F. Scherf 3, 15; J. J. de Bie 5, 16; Th.
A. Heinsbengen 6, 14, 23; W. Jansen 7; J. J.
Hart 11; P. A. Blommaert 13; J. Th. Bakker
12, £0; C. Elsendoorn 17, 18; J. Rompa 19; H.
J. Philippo 21, 22.
Kampioen Vitesse: 1. C. Th. Verdonk met
193 punten; 2. J. Th. Bakker met 154 p.; 3.
N. Wezenbeek met 117 punten; 4. J. H. Knete-
man met 94 punten.
Voor de akkerbouwers en veehouders zijn de
economische omstandigheden nog niet zeer gun
stig en toch is het noodig, dat onze Hollandsche
landbouwers den moed; niet laten zakken en vol
energie in hun bedrijf werkzaam blijven, in de
vaste hoop, dat nog wel eens betere tijden zul
len aanbreken.
Het is in de laatste dagen in de landbouw
bedrijven vooral bij de veehouders zeer druk
geweest en toch kan de boog niet altijd ge
spannen blijven.
Vooral de jongeren hebben er behoefte aan
een dagje te kunnen uitrusten en eenige va-
cantie-ontspanning te kunnen genieten.
Daarom zullen velen met blijdschap verne
men, dat op Woensdag 19 Juli 1939 op het ge
meentelijk sportterrein te Hoofddorp het jaar-
lijksch concours-hippique weer zal worden ge
houden.
Duizenden landbouwers hebben dit paarden-
sportfeest reeds meermalen bijgewoond en
vooral vele zoons en dochters van landbouwers
hebben daaraan zeer prettige herinneringen be
waard.
Dit is niet te verwonderen, want het con-
cours-hippique te Hoofddorp geeft een buiten
gewoon vermaak en hoogstaand genot aan ieder
een, die houdt van paarden en paardensport.
Het morgenprogramma vangt aan om 10.45
uur en het middagprogramma om 1.45 uur, ter
wijl de verschillende nummers, welke zeer af
wisselend zijn, vermoedelijk omstreeks 6 uur
zullen zijn afgewerkt.
De paardenfokkerij levert momenteel nog niet
belangrijke inkomsten op voor het landbouwbe
drijf, maar toch moet de liefhebberij blijven en
daarom worden weer talrijke bezoekers in
Hoofddorp verwacht.
Ieder lezer noteere Woensdag 19 Juli a.s. voor
een gezellig en leerzaam uitstapje naar het
centrum van het uitgestrekte polderland.
Burg. Stand. Ondertrouwd: P. Rotteveel
en W. Chr. Visse; W. Beunder H. Stuifzand.
Getrouwd: S. Zwarts en A. A. M. L. Treffner;
B. N. Rijgersberg en C. M. Mooijekind; W. G.
Barnhoorn en M. H. M. van der Meij; F. K.
Hoppenbrouwer en J. Klaassen; C. J. Hansen
en C. L. van Essen; J. F. Koer en A. H. Bon-
gers; D. Rensenbrink en W. J. Vil; J. H. J.
M. Eldering en H. E. Rathberger.
Overleden: J. F. van der Veen 72 jaar; H.
Het bestuur derSt. Radboudstichting te
Utrecht heeft aan prof. mr. J. H. P. Bellefroid
op diens verzoek, wegens het bereiken van den
70-jarigen leeftijd, met ingang van 18 Septem
ber 1939 eervol ontslag verleend uit zijn be
trekking van gewoon hoogleeraar in de facul
teit der rechtsgeleerdheid der R. K. Universiteit
te Nijmegen.
Prof. Bellefroid doceerde inleiding tot de
rechtswetenschap, internationaal privaatrecht,
volkenrecht en burgerlijk procesrecht.
Naar wij vernemen heeft de burgemeester
van Zeist, jhr. dr. M. L. van Holthe to± Echten,
aan H. M. de Koningin om gezondheidsredenen
per 1 ".Augustus a,s. ontslag uit zijn ambt ge
vraagd.
Jhr. van Holthe is sinds 15 Augustus 1934
burgemeester van deze gemeente. Voor dien
was hij gedurende elf jaar burgemeester van
Rhenen.
A. Slot 75 jaar; N. Vedder, echtg. van E. van
Beem 75 jaar, overleden te Haarlem; J. H. To-
bi 52 jaar; M. Kaan, wed. van O. de Kieviet
78 jaar.
Ongeval op het strand. Woensdagmiddag
half drie kwam de 11-jarige jongen P. v. d. B-
uit Haarlem bij het spelen op het strand zoo
danig te vallen, dat hij zijn linkerarm brak.
De politie heeft den arm gespalkt en den jon
gen daarna per auto naar het St. Elisabeth's
gasthuis te Haarlem overgebracht.
Prijzen gewonnen. Op de konijnententoon
stelling te Dongen (N.B.) waar ruim 600 dieren
waren ingezonden, alle geboren in 1939, be
haalde de heer Jacob v. Leeuwen met zijn in
zending 2 eerste, 1 tweede en 2 eere-prijzen.
Werkelijk een schitterend begin van het nieuwe
seizoen en voor de Hillegomsche tentoonstelling
in November a.s. een goede belofte.
Te Vlaardingen kwamen binnen van de
baringvisscherij: Vl. 197, met 328 kantjes van
15 schepen, waarvan 65 kantjes eigen vangst en
vertrokken Vl. 47, 203 en 204.
Te Schevingen kwamen van de haringvis-
scherij heden geen schepen binnen.
Volgens radiografische berichten uit zee wa
ren de vangsten van onderstaande schepen
hedenochtend als volgt:
Sch. 361: 10 kantjes, Sch. 50: lk. Sch. 40:
17 k. Sch. 342: 2 k. Sch. 412: 5 k. Sch. 261: 1 k-
Sch. 6: 1 k. Sch. 101: l k. Sch. 33jJ:, 4 lj, Sch. 87:
6 k. Sch. 104: 12 k. Sch. 16: 6 k. Sch.'201: 9 k.
SCh. 20: 7 k, heeft 34 kantjes aan boord.
Kw. 151: 6 k. Kw. 43: 20 k. Kw. 44: 2 k
Kw. 127: 9 k. Kw. 19: 19 k.
IJm. 283: 17 k. IJm. 266: 3 k.
VI. 70: 15 k. VI. 217: 15 k. Vl. 206 4 k. VI.
97: 6 kantjes.
IJMUIDEN, 6 Juli. Versche visch. Tarbot 43—
56 cent. Tong 0.94—1.50, Heilbot 1.10—1.20 per
kg. Griet 19.00—24, Zetschol 23.00, kleine Schol
"il.0026, Bot 6.0014, Schar 3.208.50, Tong
schar 24.00—31. Poontjes 4.10—4.60, kleine mid
del Schelvisch 9.90—16.50, kleine Schelvlsch 5.4"
11, groote Gullen 7.60—11, kleine Gullen 3.80—
7.50, Wijting 2.704, Makreel 3.334.50, versche
Haring 9.70—11 per 50 kg. Groote Heek 22.0028,
middel Heek 23.00 per 125 kg. Kleine middel Heek
8.00, kleine Heek 8.50 per 50 kg. Kabeljauw 22.00
68 per 125 kg. Vleet 0.702, Leng 3095 cent,
Koolvisch 5290 cent per stuk.
Aangevoerd aan den afslag 104 kisten versche
haring, acht kantjes steurharing, prijs 12.5014
per kantje.
van de heden aangekomen
TRAWLERS
Walrus IJm. 24 665 manden £540.Zwarte Zee
IJm. 94 275 manden 2190.Claesje R. O. 46 325
manden 2770.
LOGGER
K.W. 161 890.—.
2.48
3.22
4.01
4.43
5.31
6.31
7.43
WATERSTANDEN TE
IJMUIDEN
6
Juli
6.48
2.28
7.05
7
Juli
7.22
3.06
7.40
8
Juli
8.01
3.40
9.06
9
Juli
8.43
5.06
9.58
10
Juli
9.31
5.06
9.58
11
Juli
10.31
5.58
11.06
12
uli
11.43
7.06
12.20
HAARLEM, 5 Juli. Groentenmarkt. Tomaten
1224, Heerenboonen 2636, Snijboonen 28—38
cent per kg. Doperwten 1.002, Peulen 0.80
2.80, Capucijners 11.90, Tuinboonen 0.400.70,
Spinazie 15—35, Sla 10—25, Andijvie 15—55,
Postelein 1840 cent per kist. Bloemkool 3la-
Komkommers 25 cent per stuk. Wortelen 2.5
8, Selderie 0.57.5, Peterselie 16, Rabarber
410, Radijs 1.54 cent per bos.
9
Hij keerde om en wandelde op zijn gemak
naar het ,3Utz" terug. Juist toen hij over wou
steken, liep een man tegen hem op, zoo onhan
dig, dat het een haartje scheelde, of hij had
zijn evenwicht verloren. Hij wist zich echter
staande te houden; de man mompelde een ver
ontschuldiging en keek hem meteen opvallend
scherp aan. Het was een kleine, dikke man met
een eigenaardig gezicht'. „Geen Engelschman,"
besliste Anthony.
Hij ging zijn hotel binnen en liep langzaam
de trap op. Zijn gedachten waren bij de manie
ren van den man, die hem op straat aange
keken had. Waarom had hij dat gedaan? Er
was niets in zijn uiterlijk, dat zulk kijken uit
gelokt kon hebben. Misschien zijn bruine teint;
door het contrast met die bleeke gezichten om
hem heen, moest dat wel opvallen. Hij ging zijn
kamer binnen, bleef een oogenblik besluiteloos
staan, liep dan, gedreven door een Impuls,
regelrecht naar den spiegel en bekeek zijn beeld
eritisch. Zou iemand van zijn vroegere vrienden,
één van de uitverkoren twaalf, als ze plotseling
tegenover hem stonden, hem nog herkennen?
Hij geloofde van niet.
Toen hij uit Londen wegging, was hij acht
tien geweest, een blonde, iets te dikke jongen
met een misleidend-onschuldig gezicht. Hoe
zouden ze dien in den langen gebruinden man
met zijn mager, cynisch gezicht herkennen?
De telefoon naast zijn bed begon te rinkelen.
Anthony liep dwars de kamer door en nam* den
hoorn op.
„Hallo!"
„Mr. James McGrath?" vroeg de stem van
den portier.
„Ja," zei Anthony.
„Een heer om u te spreken."
Van verwondering gingen Anthony's wenk-
brouwen meer dan een centimeter de hoogte in.
„Om mij te spreken?"
„Ja, meneereen buitenlandergeen
Engelschman, meneer."
„Hoe heet-ie?"
Een paar oogenblikken bleef het stil, dan zei
de portier:
„Ik zal zijn kaartje even door den piccolo
boven laten brengen."
Anthony legde den hoorn neer en zette zich
tot wachten. Na een paar minuten werd er op
de deur geklopt en op zijn „ja" kwam een kleine
jongen in livrei met een blad, waarop een
kaartje lag, de kamer binnen.
Anthony nam het kaartje van hem aan. Op
de gladde, witte oppervlakte stond de volgende
naam gedrukt:
Baron LolopretizvJ
Nu begreep hij, waarom de portier zoo veel-
beteekenend geaarzeld had.
Een poos lang bleef hij het kaartje staan
bestudeeren; dan nam hij een besluit.
„Laat meneer boven komen."
„Ja, meneer."
Een paar minuten later liet de piccolo baron
Lolopretjzyl de kamer binnen. Baron Lolo-
pretjzyl was een groote man met een geweldig
grooten, zwarten waaierbaard en een opvallend
hoog voorhoofd.
Midden In het vertrek bleef hij staan, bracht
zijn hakken met een klap tegen elkaar en
boog.
„Mr. McGrath," zei hij, bij wijze van groet.
Anthony imiteerde zijn manier van doen zoo
getrouw mogelijk.
„Baron!" zei hij. Hü zette een stoel voor zijn
bezoeker neer. „Wilt u niet gaan zitten? Ik
heb tot dusver nog niet het genoegen gehad,
is 't wel?"
„Neen, dat ls zoo," stemde Baron Lolo
pretjzyl toe, terwijl hij ging zitten. „Jammer
genoeg," voegde h{j er beleefd aan toe.
Anthony boog.
„Laten wij meteen komen ter zake," begon
de bezoeker. „Ik vertegenwoordig In Londen de
koningsgezinde partij van Herzo-Slowakije."
„Tot genoegen en tevredenheid der party,"
mompelde Anthony, geïnfecteerd als hij was
door de hoffelijkheid van den bezoeker.
Baron Lolopretjzyl stond op, boog en ging
weer zitten.
„U bent wel vriendelijk," zei hij styfjes. „Mr.
McGrath. ik wil leggen mijn kaarten op tafel.
Het oogenblik gekomen is voor de restauratie
van het koningschap, het koningschap, dat is in
afwachting sinds den marteldood van zyne
doorluchtige Majesteit koning Nicholaas IV, ge
zegend zy zyn naam."
„Amen," mompelde Anthony. „Ik bedoel:
Hoor! Hoor!"
„Den troon zal bestijgen Zyne Koninklijke
Hoogheid prins Michael, die gesteund door de
Britsche regeering wordt."
„Schitterend," zei Anthony. „Buitengewoon
vriendeiyk van u, om me dat allemaal te komen
vertellen."
„Alles in orde is.... nu komt u om moeiiyk-
heden te maak."
Baron Lolopretjzyl keek Anthony bestraffend
aan.
„Maar myn waarde heer!" protesteerde
Cade.
„Ja, Ja, ik weet waar ik over heb. U heeft op
u de mémoires van wyien graaf Stylptitch."
De bestraffende blik werd streng en beschul
digend.
„En als dat zoo is? Wat hebben de mémoires
van graaf Stylptitch met prins Michaël te
maken?"
„zy zullen veroorzaken schandaal!"
„Dat doen mémoires gewooniyk," troostte
Anthony hem.
„Hü veel geheimen geweten heeft. Als hy
publiceert één vierde. Europa zich ten oorlog
gordt."
„Kom, kom!" zei Anthony. „Zoo erg zal het
wel niet zün.
„De Obolovitch een slechten naam zal krij
gen. Uw volk democratisch is."
„Ik wil aannemen," zei Anthony, „dat de
leden van de familie Obolovitch wel eens wat
autocratisch en zoo gehandeld zullen hebben.
Dat zit hun in het bloed. Maar de menschen
hier verwachten niet anders van Balkanvor
sten. Waarom, ja, dat weet ik niet, maar een
feit is het."
„Ik begrijp niet," zei de bezoeker met den
waaierbaard. „Ik begrijp niet absoluut. En mijn
lippen gesloten zyn." Hy zuchtte diep.
„Waar bent u nu eigenlijk bang voor? Precies
omschrijven als 't kan," vroeg Anthony.
„Tot ik gelezen heb de mémoires, ik niet
weet," biechtte baron Lolopretjzyl eeriyk op.
„Maar vast staat daar is iets. Groote diploma
ten altyd indiscreet zijn. Het eten gaat in het
roet, zooals het spreekwoord luidt."
„Luister eens," zei Anthony vriendelijk. „U
ziet, volgens mij, de zaak te donker in. Ik ken
uitgevers.ze zitten op een manuscript als een
kip op een ei dat zü uit moet broeden, 't Duurt
minstens een jaar voordat die mémoires gepu
bliceerd worden."
„Of een zeer onbetrouwbare of een zeer sim
pele jongeman u bent. Alles in orde is voor de
mémoires om te worden gepubliceerd in een
Zondagmorgen-courant."
„Wat!" Een oogenblik was Anthony uit het
veld geslagen. „O, maar dan laat u alles tegen
spreken," bedacht hy weer optimistisch.
„Nee, nee, u magj wat zegt. Laat ons zijn
zakeiyk. Duizend pond u krijgt, niet waar? U
ziet, lk superieur ingelicht ben."
„Ontegenzeglijk. Ik wensch den Herzo-
Slowakijschen Royalisten met hun inlichtingen
dienst geluk."
„Dan bied ik vyftienhonderd u."
Anthony keek hem een oogenblik vol ver
bazing aan; dan schudde hij verdrietig het
hoofd.
„Dat zal niet gaan, waarde heer," zei hü, met
een gezicht, of het hem erg speet.
„Goed. Dan bied ik twee duizend u."
„U brengt me in verleiding, Baron Lolo....
ueh.... uchuch.... U brengt me héél erg
in verleiding. Maar ik moet helaas biyven zeg
gen: het zal niet gaan."
„Zeg zelf waarvoor wel dan."
„U begrüpt blijkbaar niet waarom ik weiger.
Ik geloof graag dat u aan den kant van het
recht staat en dat het publiceeren van de
mémoires uw zaak zal schaden. Maar ik moet
er mee doorgaan, omdat ik het op me geno
men heb, begrijpt u! Ik kan me niet door den
anderen kant laten omkoopen. Dat gaat nu een
maal niet."
Baron Lolopretjzyl had met de grootste aan
dacht naar hem zitten luisteren. Toen Anthony
zweeg, knikte hij eenige malen achtereen.
„Ik begrijp. Uw eer als Engelschman op het
spel staat, niet?"
„Hm! zoo noemen wij het nu niet be
paald," zei Anthony. „Maar het verschil in de
manier van uitdrukkingen in aanmerking ge
nomen, geloof ik wel, dat we hetzelfde bedoe
len."
.Wordt vervolgd)