GEVOLGEN VAN SERAJEWO Uitvaart pastoor H. J. M. Koevoets De luchtroovers van Hoitika ÜLi A DONDERDAG 6 JULI 1939 BLOEMEND AAL Het Geheim van de zeven Schoorsteenen Bejaard echtpaar liep tegen auto PASTOOR P. JONGMANS „De vrucht Van het licht is gelegen in goedheid en rechtvaardigheid" WATERPOLO D.W.R.H.P.C. 3—1 ZWEMMEN PRACHTIGE TIJD VAN JO WAALBERG Wedstrijden te Odense t n SPt ,v Mm 'pf wÊÈÊb. y J- i—P BRIDGE HET INTERN. CONCOURS BILJARTEN B.V. 1939 Haarlemsche Postduivenbond P.V. „Reisduif" UIT DEN OMTREK CONCOURS-HIPPIQUE TE HOOFDDORP Op Woensdag 19 Juli Prof. mr. J. Bellefroid Eervol ontslag verleend als hoogleeraar aan de R.K. Universiteit Burgemeester van Zeist gaat heen Om gezondheidsredenen HILLEGOM HARINGVANGSTEN RIJKSVISCHAFSLAG STAAT VAN BESOMMINGEN MARKTNIEUWS DOOR AGATHA CHRISTIE Het nieuws over den aanslag op den Oosten- rijkschen troonopvolger en diens gemalin werd aanvankelijk niet zoo heel tragisch opgeno men. Degenen, die de gebeurtenissen van dien tijd medemaakten en degenen, die de moeite willen nemen, de krantenleggers van die dagen op te slaan, zullen het met ons eens zijn, dat de Europeesche wereld toen op de eerste plaats den ouden keizer Franz Joseph beklaagde „wien niets bespaard bleef" en voorts er van over tuigd was, dat het woelige Servië meer in be dwang moest worden gehouden en dat het aan Oostenrijk op de een of andere wijze genoeg doening moest geven, voornamelijk door het opheffen der geheime genootschappen met de phantastische namen van „Zwarte Hand" en dergelijke. De Duitsche pers ging vooral op onstuimige wijze te keer tegen Servië. De Fran- sche pers had het te druk met het proces tegen Madame Caillaux, die den hoofdredacteur van de Figaro monsieur Gastan Calmette had doodgeschoten, omdat deze haar man, den mi nister Joseph Caillaux voortdurend aanviel. En de Engelsche pers zag in het gebeurde van Serajewo niet veel meer dan een locale ge beurtenis, die, mocht zij gevolgen hebben, ten hoogste kon leiden tot een gewapend conflict tusschen Oostenrijk en Servië, dat „natuurlijk gelocaliseerd" zou blijven. De leidende staatshoofden en staatslieden bleven nog op vacantie en kwamen pas lang zamerhand terug. Poincaré, de Fransche presi dent, onderbrak zijn reis naar St. Petersburg niet en Keizer Wilhelm kwam pas eenige dagen na den moord van zijn Noorsche reis terug, maar alléén omdat hij de begrafenis van zijn vriend wilde bijwonen. Dit aangekondigde be zoek kwam Weenen buitengewoon ongelegen. De Weensche camarilla was namelijk niet erg smartelijk getroffen door den dood van Franz Ferdinand, wien deze ook na zijn dood niet vergeven kon. dat hij een morganatisch hu welijk had aangegaan. De oude Keizer trok zich het geval wel aan, maar niet zoozeer om de gevallen slachtoffers als wel om de gevol gen. de conflicten, welke uit het incident zou den kunnen voortvloeien. Hij was reeds zoo oud, had al zoovele ongelukkige oorlogen ge voerd, hij wilde dan ook, als het eenigszins mogelijk was, de laatste dagen van zijn leven in vrede slijten. Zijn beroemde woord: „Mij is niets bespaard gebleven" heeft hij zeker niet in verband met Serajewo gebruikt. De camarilla te Weenen kon het bezoek van Wilhelm II ver ijdelen en had nu de handen vrij om Franz Ferdinand en „die Chotek" een soort van be grafenis derde, klasse te bezorgen. Franz Fer dinand had dit wel voorzien, toen hij in zijn testament bepaalde, dat hij niet in de Kapu- zinergruft, de begraafplaats aller Habsburgers, wilde worden bijgezet, maar naast zijn echtge- noote in een kapel-mausoleum op een zijner landgoederen. Wij naderen nu de gevolgen van Serajewo. Slechts zeer in vogelvlucht is in deze rubriek de tijd te behandelen, die van Serajewo naar den wereldoorlog voerde. Er zijn in die onheil volle Juli-maand van 1914 aan alle zijden zulke politieke en diplomatieke fouten gemaakt, dat men achteraf versteld staat, dat leidende man nen zulke grove fouten konden begaan. Als er in dien tijd eens een „München" ware geweest! Er werd veel gedaan, om den vrede te behou den. maar men sprak en confereerde en tele grafeerde naast elkander heen en het was één groote diplomatieke warboel, zoodat tenslotte de schuldvraag nooit volledig is komen vast te staan en men vrijwel tot de meening overhelt, dat de leidende staatslieden, op 'n paar na, die in Weenen en Petersburg thuis hoorden, tegen hun wil in den oorlog zijn „geglibberd". In de „Voorgeschiedenis van Serajewo", die wij hier publiceerden, is de algemeene politieke toestand uiteengezet, waarin Europa verkeerde na de Balkanoorlogen en na de geslaagde bond- genootschapspolitiek van de Engelsche regee ring onder leiding van Edward VII, den tegen voeter van Wilhelm n, een tegenspeler van gewicht, die reeds dood was maar in zijn werk voortleefde. De Weensche regeering vond in den aanslag van Serajewo een welkome gelegenheid, om het gehate Servië te vernederen en door het te verkleinen, het noodzakelijke militaire contact met Bulgarije en Turkije te herstellen. Het was de groote fout van de Berlijnsche Keizerlijke regeering Weenen blanco-volmacht te ge ven. Het was de historische fout van Wilhelm n, dat hij toen op luidruchtige wijze op de „Nibelungentreue" snoefde en onder alle om standigheden hou en trouw aan Oostenrijk be loofde. Steunend op de Duitsche trouw liet de Oostenrijksche regeering 26 Juli 1914 een ulti matum te Belgrado overhandigen, dat binnen 48 uur beantwoord moest worden. Dit ultima tum was voor een onafhankelijken staat on duldbaar. Het eischte, dat de medeplichtigheid van Servische autoriteiten aan de voor Oos- tenrijk-Hongarije zoo gevaarlijke actie der Groot-Servische terroristen in tegenwoordig heid van Oostenrijksche agenten op Servischen bodem moest worden onderzocht. Rusland rea geerde op dit ultimatum van Oostenrijk aan Servië hier begon de reeks van tragische vergissingen, die eindigde met het mededoen van Engeland aan den oorlog, hetwelk Beth- mann Hollweg voor onmogelijk had gehouden! door gedeeltelijke mobilisatie, wat men te Weenen en Berlijn allerminst had verwacht. Servië deed uiterlijk deemoedig tegenover Oos tenrijk, maar, steunend op Rusland, weigerde het de geëischte inbreuk op zijn souvereine rechten en mobiliseerde. De Engelsche minister van Buitenlandsche Zaken, Grey, sondeerde nu Berlijn met 'het doel een algemeene garanten conferentie samen te roepen, die uitspraak zou doen in het Oostenrijksch-Servische conflict. Berlijn weigerde. Men wist toen nog niet, dat Berlijn de dupe was der Oostenrijksche regee ring en niet de drijver, zooals men aannam, en zoo konden de Entente-mogendheden niet an ders denken, dan dat Berlijn oorlog wilde, al thans met Rusland. Deze indruk der Entente- mogendheden vervaagde weer wat, toen Wil helm II op 27 Juji zijn bekende telegrammen aan den Tsaar ricitte en Berlijn Weenen be gon te remmen. De Oostenrijksche regeering week niet meer en verklaarde haastig den 28en Juli aan Servië den oorlog. Zij verklaarde ech ter, dat alleen het doel was, Belgrado te bezet ten en dat er dan verder vriendschappelijk kon worden onderhandeld. Grey vond dit een aan trekkelijk plan. De Russische militairen dachten er anders over en hadden den zwakken Tsaar geheel in hun macht. Deze gaf bevel tot alge meene mobilisatie, trok het bevel weer in, vaar digde het opnieuw uit. Een chaos! Allerlei bondsverplichtingen traden nu automatisch in werking. Het regende onderling ultimata. Duitschland wilde van Frankrijk zelfs het recht eischen van bezetting der sterkste Fransche vestingen door Duitsche troepen. Een antwoord was niet eens noodig, omdat door Rusland Frankrijk al in den oorlog werd betrokken. Het werd een heele uitzoekerij: sedert 1 Augustus 17 uur was er een Duitsch-Russische oorlog, eenige minuten tevoren had eerst Frankrijk, toen Duitschland de algemeene mobilisatie af gekondigd. Daags daarop eischte Berlijn van België het doormarschrecht voor zijn troepen, onder voorwendsel, dat concentraties van Fransche cavalerie aan de Fransch-Belgische grenzen die troepen bedreigden. De houding van Engeland bleef nog onzeker, ofschoon het, na dat in 1912 Duitschland een accoord over de bewapening had geweigerd, militaire en mari tieme regelingen getroffen had met Frankrijk, België en Rusland, maar deze golden alleen, als er oorlog zou zijn. Tot 2 Augustus had Grey aan Frankrijk alleen nog maar de verdediging van Frankrijks Noordkust door de Britsche vloot willen garandeeren, omdat hij niet zeker was, hoe de publieke opiniè en het parlement op den Duitschen aanval zouden reageeren. Maar na het ultimatum aan België hadden de inter- ventionisten in het kabinet alle troeven in handen. En te middernacht tusschen 3 en 4 Augustus bevond zich ook Engeland in oorlog met Duitschland. Het bovenstaande wil niet anders zijn dan een objectief relaas der feiten, die door de schoten van Serajewo aan het rollen waren gebracht. Zooals boven reeds gezegd, wordt het steeds duidelijker, dat er in Juli 1914 zich on der de politici en diplomaten een paar be wuste oorlogsdrijvers uitgezonderd een tra gedie van vergissingen en verzuimde gelegen heden heeft afgespeeld. Serajewo is maar een uiterlijke aanleiding tot den wereldoorlog ge weest. Woensdagavond omstreeks half elf is in de Lusthofstraat tê Rotterdam een ernstig, tra gisch ongeluk gebeurd. Een bejaard echtpaar, de heer en mevrouw E. van de Wetering-Nieu- wendijk, 79 en 80 jaar oud, wonende in de Ru bensstraat aldaar, wilde de Lusthofstraat over steken, toen een auto voorbijreed. De oude men- schen bemerkten dit niet en liepen tegen den auto aan, het gevolg was, dat beiden achter over op den rijweg smakten. Beiden liepen zeer ernstige verwondingen op. De man kreeg een hersenschudding, een fractuur aan beide bee- nen en aan de sleutelbeenderen en de vrouw een hersenschudding, een fractuur aan den rechterbovenarm en aan het reehteronderbeen, terwijl aan het hoofd een groote scheurwond was toegebracht. Beiden sjjn met een ziekenauto in hoogst ern- stigen toestand naar het. ziekenhuis aan den Coolsingel vervoerd, en daar opgenomen. Men vreest voor hun leven. Pastoor Jongmans te Enkhuizen heeft Woens dag wederom een maagbloeding gehad. Alhoe wel de toestand niet zoo ernstig is, als drie Jaar geleden, is absolute rust voorgeschreven. Woensdagmorgen had onder groote belang stelling van de parochianen van Muiden en van velen uit de omgeving de plechtige uitvaart plaats van den overleden parochie-herder H. J. M. Koevoets. Toen om half tien de plechtige lauden een aanvang namen, was het intieme kerkgebouw tot in de uiterste hoeken bezet. Zijne hoogeerw. excellentie mgr. J. P. Huibers had in het priesterkoor plaats genomen, als blijk van belangstelling voor zijn overleden klasgenoot. Agens was de hoogeerw. heer deken C. J. Boekhorst uit Amstelveen met assistentie van de weleerw. heeren Oude Jans en G. J. v. Dijk, resp. als diaken en subdiaken. Cantores waren de weleerw. heeren B. G. H. Keyer en F. S. P. A. van Buchem. Onder de aanwezige geestelijkheid merkten wij onder meer op: mgr. P. G. Groenen, pastoor van Blaricum uit Monster, past. Blankenau van Wester Blokker, past. O. v. Baaren uit Den Haag, past. Th. v. Niekerk uit Overveen, deken Schraag uit Schiedam, deken Hollenberg uit Purmerend, past. B. A. Lassance uit Diemen, rector A. Vriens, past. Slenders uit Ouderkerk, past. Van den Oord uit Nes a. d. Amstel, prof. C. v. Trigt, kap. P. v. Diest, zoon van de paro chie, kap. B. N. N. Pronk, de oud-kapelaans van Muiden C. v. d. Knaap, C. v. d. Swan en G. v. Dijk, den oud-assistent pater C. Hoon- hout en nog zeer vele anderen. Alsmede was aanwezig burgemeester Th. C. D. Koops en wethouder Joh. Brouwer. De Missa coram Episcopa parato werd opge dragen door den hoogeerw. deken C. J. Boek horst met dezelfde assistentie als bü de lauden Het parochieele zangkoor zong op verdien stelijke wijze onder leiding van den heer P. Schneiders de Gregoriaansche Missa de Re quiem. Na het H. Offer betrad de zeereerw. heer C van Trigt het spreekgestoelte. Met den telcst van St. Paulus uit Eph. V 9 „De vrucht van het licht is gelegen in goedheid en rechtvaardig heid" ving de gewijde spreker zijn treffende rede aan en vertolkte op aangrijpende wijze de gevoelens, die de parochie bezielen. Na een uit voerige uiteenzetting van het leven van den priester in het algemeen deed spreker eenige grepen uit het vruchtbare priesterleven. Zijn priesterschap is een voortdurend offer geweest. In navolging van zijn Goddelijken Meester zocht hij zijn groote kracht in goedheid en trouw; een goede en trouwe herder was hij voor zijn schapen. Pastoor Koevoets zocht niet de openbaarheid; hij werkte in stilte aan het zielenheil, bad in stilte in zijn geliefde kerk, leed zijn zware pijnen geduldig en in stilte en offer de zich voor zijn naasten. Uitbundigheid was verre van hem. Goed te zijn voor zijn parochie, daarvoor werkte hij, en de vrucht: een bloeiend godsdienstig leven en goed georganiseerde ver- eenigingen. Hij is vaak niet begrepen en zijn bedoelingen, die toch enkel het goede voor hadden, zijn dik wijls miskend. Dan echter toonde pastoor Koe voets zich juist de priester biï uitstek. Dan bad hij om licht en genade voor al die hem waren toevertrouwd. Een bijzondere trek, waardoor zijn hoogach ting voor het priesterschap sterk uitkwam, was zijn bijzondere zorg voor de seminaristen. Een priesterleven is kostbaar, schreef hij nog eenige dagen voor zijn overlijden. Zijn grootste triomf is dan ook geweest, dat hij op zijn zilveren priesterfeest twee priesters, zonen uit de paro chie, naar het altaar mocht geleiden. Met de woorden van den H. Paulus „Gedenk uw oversten, die u het woord Gods hebben gepre dikt", spoorde de redenaar allen aan tot een gebed voor den overleden herder. In den grooten stoet naar het kerSkof waren alle vereenigingen met omfloerst vaandel te genwoordig. Na de absoute in de kapel op het kerkhof werd het stoffelijk overschot in het priestergraf neergelaten. Diep ontroerd gingen de talrijke aanwezigen huiswaarts. Him herder ruste in vrede. Met twee invallers voor van Zadel en Derkx bindt H.P.C. den strijd aan tegen D.W.R., dat volledig is. Na eenige aanvallen van beide zijden, die niets opleveren, gaat D.W.R. tot het offen sief over, maar doelpunten blijven nog uit. Leijenaar en Pieters moeten dan het water ver laten en van deze verzwakking in de H.P.C.- achterhoede maakt Kollerie gebruik door on houdbaar te scoren 1—0. De zeer zwaar gehin derde Eldering is voor het D.W.R.-doel zoo goed als kansloos, zoodat het gevaar feitelijk van de buitenspelers moet komen, maar deze spelers, beiden invallers, zijn niet opgewassen tegen het zware spel van D.WJR. Het optreden van deze invallers leek ons momenteel dan ook nog niet geschikt voor een wedstrijd in de le klasse, ge handicapt was H.P.C. hierdoor zeker. Doelman de Bruijn van H.P.C. blijkt in goeden vorm te zijn; op fraaie wijze weet hij vele schoten te keeren. Reeds direct in de tweede helft krijgt Elde ring een kans, maar zijn kogel wordt schitte rend door Kollerie gestopt. Op ongelukkige wijze wordt het 20, wanneer Leijenaar een ver schot van richting verandert en de bal buiten het bereik van de Bruijn in het doel vliegt. Wanneer Eldering een strafworp krijgt te ne men, weet Kollerie dit schot meesterlijk te stop pen. H.P.C. speelt nu een verloren wedstrijd en op een gemakkelijke manier komt D.W.R. nog aan een derde doelpunt, als een strafworp in een leeg doel geplaatst kan worden, 30. Het doelpunt, waarmede H.P.C. door toedoen van De Geest den stand op 31 brengt, kan niets meer veranderen aan de onvermijdelijke neder laag. Zooals uit onderstaande stand blijkt zal H.P.C. nog geducht op moeten passen om zeker te zijn van een plaats in de hoofdklasse. Het IJ 5 5 0 0 24— 4 10 D. W. R. 5 2 1 2 13—10 5 H. P. C. 5 2 1 2 6— 8 5 U. Z. C. 4 1 2 1 7— 7 4 Dolfyn 5 0 0 5 2—24 0 De belde Nederlndsche zwemsters Jo Waal- berg en Rie vah Veen kwamen Woensdagavond te Odense voor de laatste maal tijdens de Deen- sche tournee aan den start. Jo Waalberg was in buitengewonen vorm, immers zij legde de 200 meter schoolslag in 2 min. 57.7 sec. af, waarmede zij slechts 0.8 sec. bleef boven haar wereldrecord. Rie van Veen eindigde als derde op de 100 meter borstcrawl achter Ragnhild Hveger en Birthe Ove Petersen. De belangrijkste uitslagen luiden: 100 meter borstcrawl: 1. Ragnhild Hveger 1 min. 6.4 sec., 2. Birthe Ove Petersen 1 min. 6.8 Sec, 3. Rie van Veen 1 min. 72 sec. 200 meter schoolslag: 1. Jo Waalberg 2 min. 57.7 sec., 2. Lykke Lar- sen 3 min. 10.2 sec., 3. Nina Jensen 3 min. 12.S sec. 400 meter borstcrawl: 1. Ragnhild Hveger 5 min. 15 sec., 2. Rie van Veen 5 min. 29,7 sec. 3. Karen Harup 5 min 43.8 sec. i - - V V „Ben ik het nou of word ik het?" zei de kok. „Zoo'n gelijke nis! Je zou zweren, dat het Pietje Durf uit Dijkhuizen is." „Dat bén ik ook", riep Piet, dolgelukkig dat hij een landgenoot ont dekte. „Wie ben jij?" „Ik benopeens veranderde zijn ge zicht en kreeg een strakke uitdrukking. „Herken je me niet? Des te beter! Vraag er dan maar niet verder naar! Ik zal je helpen wat ik kan, maar zwijg dan verder over wie ik ben of niet ben." Het klonk erg geheimzinnig en Piet vermoedde, dat die man om een of andere reden was gaan varen en liever onbekend bleef. „Die soep was goed," zei Piet, „geef me nog maar een bordje" en hij pakte den kok bij een slip van zijn schort en liep met hem do kombuis uit. De verdere uitslagen van het internationaal bridgetournooi te Den Haag luiden als volgt; Elfde ronde open teams: Engeland wint van België met 14 m. p. Denemarken wint van Noorwegen met 2 m. p. Zuid-Slavië wint van Finland met 4 m. p Hongarije wint van Nederland met 9 m. p. Duitschland wint van Italië met 3 m. p. Onder bovengenoemden naam is in Restaurant Hof van Holland aan de Groote Markt een biljartclub opgericht met 15 leden. Het secre tariaat van de club, welke binnenkort toetreedt dot den Nederl. Biljartbond, wordt voorloopig waargenomen door den heer H. v. d. Broek, Kleine Houtstraat 42. De clubavond is vastge steld op Woensdag. De Haarlemsche Postduivenbond organiseert tegen 6 Augustus a.s. een weldadigheidsvlucht ten bate van de stichting „Brederode-Duin", Vereeniging tot bestrijding der tuberculose; de vlucht gaat ditmaal van valkenswaard uit. Aan deze vlucht zijn verschillende eereprijzen verbonden met de bedoeling de aantrekkelijk heid van mededinging zooveel mogelijk te ver- hoogen. Uitslag van dè gehouden wedvlucht Chantilly op 2 Juli "39, afstand 390 K.M. Los 7 uur 20 min., wind Z. W. le getoonde vogel 12.33.53; laatste prijswin nende vogel 12.54.45. N. Wezenbeek 1; C. Th. Verdonk 2, 4, 8, 9, 10; J. F. Scherf 3, 15; J. J. de Bie 5, 16; Th. A. Heinsbengen 6, 14, 23; W. Jansen 7; J. J. Hart 11; P. A. Blommaert 13; J. Th. Bakker 12, £0; C. Elsendoorn 17, 18; J. Rompa 19; H. J. Philippo 21, 22. Kampioen Vitesse: 1. C. Th. Verdonk met 193 punten; 2. J. Th. Bakker met 154 p.; 3. N. Wezenbeek met 117 punten; 4. J. H. Knete- man met 94 punten. Voor de akkerbouwers en veehouders zijn de economische omstandigheden nog niet zeer gun stig en toch is het noodig, dat onze Hollandsche landbouwers den moed; niet laten zakken en vol energie in hun bedrijf werkzaam blijven, in de vaste hoop, dat nog wel eens betere tijden zul len aanbreken. Het is in de laatste dagen in de landbouw bedrijven vooral bij de veehouders zeer druk geweest en toch kan de boog niet altijd ge spannen blijven. Vooral de jongeren hebben er behoefte aan een dagje te kunnen uitrusten en eenige va- cantie-ontspanning te kunnen genieten. Daarom zullen velen met blijdschap verne men, dat op Woensdag 19 Juli 1939 op het ge meentelijk sportterrein te Hoofddorp het jaar- lijksch concours-hippique weer zal worden ge houden. Duizenden landbouwers hebben dit paarden- sportfeest reeds meermalen bijgewoond en vooral vele zoons en dochters van landbouwers hebben daaraan zeer prettige herinneringen be waard. Dit is niet te verwonderen, want het con- cours-hippique te Hoofddorp geeft een buiten gewoon vermaak en hoogstaand genot aan ieder een, die houdt van paarden en paardensport. Het morgenprogramma vangt aan om 10.45 uur en het middagprogramma om 1.45 uur, ter wijl de verschillende nummers, welke zeer af wisselend zijn, vermoedelijk omstreeks 6 uur zullen zijn afgewerkt. De paardenfokkerij levert momenteel nog niet belangrijke inkomsten op voor het landbouwbe drijf, maar toch moet de liefhebberij blijven en daarom worden weer talrijke bezoekers in Hoofddorp verwacht. Ieder lezer noteere Woensdag 19 Juli a.s. voor een gezellig en leerzaam uitstapje naar het centrum van het uitgestrekte polderland. Burg. Stand. Ondertrouwd: P. Rotteveel en W. Chr. Visse; W. Beunder H. Stuifzand. Getrouwd: S. Zwarts en A. A. M. L. Treffner; B. N. Rijgersberg en C. M. Mooijekind; W. G. Barnhoorn en M. H. M. van der Meij; F. K. Hoppenbrouwer en J. Klaassen; C. J. Hansen en C. L. van Essen; J. F. Koer en A. H. Bon- gers; D. Rensenbrink en W. J. Vil; J. H. J. M. Eldering en H. E. Rathberger. Overleden: J. F. van der Veen 72 jaar; H. Het bestuur derSt. Radboudstichting te Utrecht heeft aan prof. mr. J. H. P. Bellefroid op diens verzoek, wegens het bereiken van den 70-jarigen leeftijd, met ingang van 18 Septem ber 1939 eervol ontslag verleend uit zijn be trekking van gewoon hoogleeraar in de facul teit der rechtsgeleerdheid der R. K. Universiteit te Nijmegen. Prof. Bellefroid doceerde inleiding tot de rechtswetenschap, internationaal privaatrecht, volkenrecht en burgerlijk procesrecht. Naar wij vernemen heeft de burgemeester van Zeist, jhr. dr. M. L. van Holthe to± Echten, aan H. M. de Koningin om gezondheidsredenen per 1 ".Augustus a,s. ontslag uit zijn ambt ge vraagd. Jhr. van Holthe is sinds 15 Augustus 1934 burgemeester van deze gemeente. Voor dien was hij gedurende elf jaar burgemeester van Rhenen. A. Slot 75 jaar; N. Vedder, echtg. van E. van Beem 75 jaar, overleden te Haarlem; J. H. To- bi 52 jaar; M. Kaan, wed. van O. de Kieviet 78 jaar. Ongeval op het strand. Woensdagmiddag half drie kwam de 11-jarige jongen P. v. d. B- uit Haarlem bij het spelen op het strand zoo danig te vallen, dat hij zijn linkerarm brak. De politie heeft den arm gespalkt en den jon gen daarna per auto naar het St. Elisabeth's gasthuis te Haarlem overgebracht. Prijzen gewonnen. Op de konijnententoon stelling te Dongen (N.B.) waar ruim 600 dieren waren ingezonden, alle geboren in 1939, be haalde de heer Jacob v. Leeuwen met zijn in zending 2 eerste, 1 tweede en 2 eere-prijzen. Werkelijk een schitterend begin van het nieuwe seizoen en voor de Hillegomsche tentoonstelling in November a.s. een goede belofte. Te Vlaardingen kwamen binnen van de baringvisscherij: Vl. 197, met 328 kantjes van 15 schepen, waarvan 65 kantjes eigen vangst en vertrokken Vl. 47, 203 en 204. Te Schevingen kwamen van de haringvis- scherij heden geen schepen binnen. Volgens radiografische berichten uit zee wa ren de vangsten van onderstaande schepen hedenochtend als volgt: Sch. 361: 10 kantjes, Sch. 50: lk. Sch. 40: 17 k. Sch. 342: 2 k. Sch. 412: 5 k. Sch. 261: 1 k- Sch. 6: 1 k. Sch. 101: l k. Sch. 33jJ:, 4 lj, Sch. 87: 6 k. Sch. 104: 12 k. Sch. 16: 6 k. Sch.'201: 9 k. SCh. 20: 7 k, heeft 34 kantjes aan boord. Kw. 151: 6 k. Kw. 43: 20 k. Kw. 44: 2 k Kw. 127: 9 k. Kw. 19: 19 k. IJm. 283: 17 k. IJm. 266: 3 k. VI. 70: 15 k. VI. 217: 15 k. Vl. 206 4 k. VI. 97: 6 kantjes. IJMUIDEN, 6 Juli. Versche visch. Tarbot 43— 56 cent. Tong 0.94—1.50, Heilbot 1.10—1.20 per kg. Griet 19.00—24, Zetschol 23.00, kleine Schol "il.0026, Bot 6.0014, Schar 3.208.50, Tong schar 24.00—31. Poontjes 4.10—4.60, kleine mid del Schelvisch 9.90—16.50, kleine Schelvlsch 5.4" 11, groote Gullen 7.60—11, kleine Gullen 3.80— 7.50, Wijting 2.704, Makreel 3.334.50, versche Haring 9.70—11 per 50 kg. Groote Heek 22.0028, middel Heek 23.00 per 125 kg. Kleine middel Heek 8.00, kleine Heek 8.50 per 50 kg. Kabeljauw 22.00 68 per 125 kg. Vleet 0.702, Leng 3095 cent, Koolvisch 5290 cent per stuk. Aangevoerd aan den afslag 104 kisten versche haring, acht kantjes steurharing, prijs 12.5014 per kantje. van de heden aangekomen TRAWLERS Walrus IJm. 24 665 manden £540.Zwarte Zee IJm. 94 275 manden 2190.Claesje R. O. 46 325 manden 2770. LOGGER K.W. 161 890.—. 2.48 3.22 4.01 4.43 5.31 6.31 7.43 WATERSTANDEN TE IJMUIDEN 6 Juli 6.48 2.28 7.05 7 Juli 7.22 3.06 7.40 8 Juli 8.01 3.40 9.06 9 Juli 8.43 5.06 9.58 10 Juli 9.31 5.06 9.58 11 Juli 10.31 5.58 11.06 12 uli 11.43 7.06 12.20 HAARLEM, 5 Juli. Groentenmarkt. Tomaten 1224, Heerenboonen 2636, Snijboonen 28—38 cent per kg. Doperwten 1.002, Peulen 0.80 2.80, Capucijners 11.90, Tuinboonen 0.400.70, Spinazie 15—35, Sla 10—25, Andijvie 15—55, Postelein 1840 cent per kist. Bloemkool 3la- Komkommers 25 cent per stuk. Wortelen 2.5 8, Selderie 0.57.5, Peterselie 16, Rabarber 410, Radijs 1.54 cent per bos. 9 Hij keerde om en wandelde op zijn gemak naar het ,3Utz" terug. Juist toen hij over wou steken, liep een man tegen hem op, zoo onhan dig, dat het een haartje scheelde, of hij had zijn evenwicht verloren. Hij wist zich echter staande te houden; de man mompelde een ver ontschuldiging en keek hem meteen opvallend scherp aan. Het was een kleine, dikke man met een eigenaardig gezicht'. „Geen Engelschman," besliste Anthony. Hij ging zijn hotel binnen en liep langzaam de trap op. Zijn gedachten waren bij de manie ren van den man, die hem op straat aange keken had. Waarom had hij dat gedaan? Er was niets in zijn uiterlijk, dat zulk kijken uit gelokt kon hebben. Misschien zijn bruine teint; door het contrast met die bleeke gezichten om hem heen, moest dat wel opvallen. Hij ging zijn kamer binnen, bleef een oogenblik besluiteloos staan, liep dan, gedreven door een Impuls, regelrecht naar den spiegel en bekeek zijn beeld eritisch. Zou iemand van zijn vroegere vrienden, één van de uitverkoren twaalf, als ze plotseling tegenover hem stonden, hem nog herkennen? Hij geloofde van niet. Toen hij uit Londen wegging, was hij acht tien geweest, een blonde, iets te dikke jongen met een misleidend-onschuldig gezicht. Hoe zouden ze dien in den langen gebruinden man met zijn mager, cynisch gezicht herkennen? De telefoon naast zijn bed begon te rinkelen. Anthony liep dwars de kamer door en nam* den hoorn op. „Hallo!" „Mr. James McGrath?" vroeg de stem van den portier. „Ja," zei Anthony. „Een heer om u te spreken." Van verwondering gingen Anthony's wenk- brouwen meer dan een centimeter de hoogte in. „Om mij te spreken?" „Ja, meneereen buitenlandergeen Engelschman, meneer." „Hoe heet-ie?" Een paar oogenblikken bleef het stil, dan zei de portier: „Ik zal zijn kaartje even door den piccolo boven laten brengen." Anthony legde den hoorn neer en zette zich tot wachten. Na een paar minuten werd er op de deur geklopt en op zijn „ja" kwam een kleine jongen in livrei met een blad, waarop een kaartje lag, de kamer binnen. Anthony nam het kaartje van hem aan. Op de gladde, witte oppervlakte stond de volgende naam gedrukt: Baron LolopretizvJ Nu begreep hij, waarom de portier zoo veel- beteekenend geaarzeld had. Een poos lang bleef hij het kaartje staan bestudeeren; dan nam hij een besluit. „Laat meneer boven komen." „Ja, meneer." Een paar minuten later liet de piccolo baron Lolopretjzyl de kamer binnen. Baron Lolo- pretjzyl was een groote man met een geweldig grooten, zwarten waaierbaard en een opvallend hoog voorhoofd. Midden In het vertrek bleef hij staan, bracht zijn hakken met een klap tegen elkaar en boog. „Mr. McGrath," zei hij, bij wijze van groet. Anthony imiteerde zijn manier van doen zoo getrouw mogelijk. „Baron!" zei hij. Hü zette een stoel voor zijn bezoeker neer. „Wilt u niet gaan zitten? Ik heb tot dusver nog niet het genoegen gehad, is 't wel?" „Neen, dat ls zoo," stemde Baron Lolo pretjzyl toe, terwijl hij ging zitten. „Jammer genoeg," voegde h{j er beleefd aan toe. Anthony boog. „Laten wij meteen komen ter zake," begon de bezoeker. „Ik vertegenwoordig In Londen de koningsgezinde partij van Herzo-Slowakije." „Tot genoegen en tevredenheid der party," mompelde Anthony, geïnfecteerd als hij was door de hoffelijkheid van den bezoeker. Baron Lolopretjzyl stond op, boog en ging weer zitten. „U bent wel vriendelijk," zei hij styfjes. „Mr. McGrath. ik wil leggen mijn kaarten op tafel. Het oogenblik gekomen is voor de restauratie van het koningschap, het koningschap, dat is in afwachting sinds den marteldood van zyne doorluchtige Majesteit koning Nicholaas IV, ge zegend zy zyn naam." „Amen," mompelde Anthony. „Ik bedoel: Hoor! Hoor!" „Den troon zal bestijgen Zyne Koninklijke Hoogheid prins Michael, die gesteund door de Britsche regeering wordt." „Schitterend," zei Anthony. „Buitengewoon vriendeiyk van u, om me dat allemaal te komen vertellen." „Alles in orde is.... nu komt u om moeiiyk- heden te maak." Baron Lolopretjzyl keek Anthony bestraffend aan. „Maar myn waarde heer!" protesteerde Cade. „Ja, Ja, ik weet waar ik over heb. U heeft op u de mémoires van wyien graaf Stylptitch." De bestraffende blik werd streng en beschul digend. „En als dat zoo is? Wat hebben de mémoires van graaf Stylptitch met prins Michaël te maken?" „zy zullen veroorzaken schandaal!" „Dat doen mémoires gewooniyk," troostte Anthony hem. „Hü veel geheimen geweten heeft. Als hy publiceert één vierde. Europa zich ten oorlog gordt." „Kom, kom!" zei Anthony. „Zoo erg zal het wel niet zün. „De Obolovitch een slechten naam zal krij gen. Uw volk democratisch is." „Ik wil aannemen," zei Anthony, „dat de leden van de familie Obolovitch wel eens wat autocratisch en zoo gehandeld zullen hebben. Dat zit hun in het bloed. Maar de menschen hier verwachten niet anders van Balkanvor sten. Waarom, ja, dat weet ik niet, maar een feit is het." „Ik begrijp niet," zei de bezoeker met den waaierbaard. „Ik begrijp niet absoluut. En mijn lippen gesloten zyn." Hy zuchtte diep. „Waar bent u nu eigenlijk bang voor? Precies omschrijven als 't kan," vroeg Anthony. „Tot ik gelezen heb de mémoires, ik niet weet," biechtte baron Lolopretjzyl eeriyk op. „Maar vast staat daar is iets. Groote diploma ten altyd indiscreet zijn. Het eten gaat in het roet, zooals het spreekwoord luidt." „Luister eens," zei Anthony vriendelijk. „U ziet, volgens mij, de zaak te donker in. Ik ken uitgevers.ze zitten op een manuscript als een kip op een ei dat zü uit moet broeden, 't Duurt minstens een jaar voordat die mémoires gepu bliceerd worden." „Of een zeer onbetrouwbare of een zeer sim pele jongeman u bent. Alles in orde is voor de mémoires om te worden gepubliceerd in een Zondagmorgen-courant." „Wat!" Een oogenblik was Anthony uit het veld geslagen. „O, maar dan laat u alles tegen spreken," bedacht hy weer optimistisch. „Nee, nee, u magj wat zegt. Laat ons zijn zakeiyk. Duizend pond u krijgt, niet waar? U ziet, lk superieur ingelicht ben." „Ontegenzeglijk. Ik wensch den Herzo- Slowakijschen Royalisten met hun inlichtingen dienst geluk." „Dan bied ik vyftienhonderd u." Anthony keek hem een oogenblik vol ver bazing aan; dan schudde hij verdrietig het hoofd. „Dat zal niet gaan, waarde heer," zei hü, met een gezicht, of het hem erg speet. „Goed. Dan bied ik twee duizend u." „U brengt me in verleiding, Baron Lolo.... ueh.... uchuch.... U brengt me héél erg in verleiding. Maar ik moet helaas biyven zeg gen: het zal niet gaan." „Zeg zelf waarvoor wel dan." „U begrüpt blijkbaar niet waarom ik weiger. Ik geloof graag dat u aan den kant van het recht staat en dat het publiceeren van de mémoires uw zaak zal schaden. Maar ik moet er mee doorgaan, omdat ik het op me geno men heb, begrijpt u! Ik kan me niet door den anderen kant laten omkoopen. Dat gaat nu een maal niet." Baron Lolopretjzyl had met de grootste aan dacht naar hem zitten luisteren. Toen Anthony zweeg, knikte hij eenige malen achtereen. „Ik begrijp. Uw eer als Engelschman op het spel staat, niet?" „Hm! zoo noemen wij het nu niet be paald," zei Anthony. „Maar het verschil in de manier van uitdrukkingen in aanmerking ge nomen, geloof ik wel, dat we hetzelfde bedoe len." .Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 2