IDOZANhelpt DE DRIE-HOTELS VAN NOORDWIJK óór tachtig jaar verlieten de Schokkers hun eiland Bulgaarsch intermezzo te Berlijn Roemenië in de knel Hom /bbb tólffll nun aT® jPr JHJlLill_llWJ1 1 j|t i „Ideaal wonen" Kiosseiwanof bij Von Ribbentrop ZWARE GANG VAN EEN ARM VOLK Buitenlandsch Overzicht ^EEK-ENDTARIEF vanaf f7.50 TELEFOON 70-77 OOK VOOR PARTIJEN EN'-CONGRESSEN VOLLEDIG PENSION v.a. f 3.50 ZATERDAG 8 JULI 1939 lid i>i ii r R3 REMBRANDT 7/ PALACE HOTEL ORANJE HOTEL IM WEISS€N'RÖ55L" DANCING LA PERGOLA VLAUuEAl STflNDflflRDVLAG GROOT- EN KLEIN-WINKEL. BEDRIJF Derde verweerschrift der Middenstandsbonden DIR: L VAN STERKENBURC Grootsch opgezette tentoonstelling te Den Bosch ^°e poover het leven °P Schokland was 7 *bet Jukstukken van het verhaal, dat zij ons het 'iev°rmen tezamen de tragische historie van her(lln en> die laatste jaren op het eiland. Nog op ej't zich Teune van de Bel, zooals zij ndam heet' hoe zij op Emmeloord Scha e, met een groot gezin in het heel kleine, te n ®le huisje. Hoe zij des Zondags wandel en jj ^e Middelbuurt-over den eenigen weg 'er ee 1 eiland: een smalle plank op palen met het j„e zÜde het water, aan den anderen kant h®tjts 8e' drassige land. Toch zagen zij er tags .yit) de Schokker meisjes, zooals zij zon- -J Pastoor Ter Schouw naar de Mis gin- 5|ïla'i zifn 2Warte ondermuts droegen zij met tie knc,Veren hoofdijzer en gouden knopjes. Aan 8<)l,den werd he nauw sluitende hul met Over ^Pelden vastgestoken. hlan n katoenen borstrok kwam de bonte kam-Waar aan den hals het omboordseltje tivatt Je ,Van het hemd uitstak, voorts een Qt kreihen sluitend jak, van boven vier de bors'f den en met lint omboord, onder Va« toeSshaakt en boven met een blauw ®ehlooiri tvikt. Rok en voorschot waren van "joais e' zwart wollen stof met bont „stikkie", haip <j0.0k he meisjes en vrouwen op Volen- 'Tpit a hog dragen. Eindelijk werd een rood oopt nen doekje los om den hals ge- PATER A. v. d. WEIJDEN iPENLUCHT-RESTAURANT ■■■n mm in a"e maten (Nederl. Fabrikaat) compleet met stok en bevestigings- Oranje - Rood-Wit-Blauw plaat, van prima kwaliteit scheeps- Franco huis geleverd wollen vlaggendoek Fl. 2.65 N.V. HANDELSCOMPAGNIE BOOMPJES eg, Rotterdam TEEEF. 24200 (5 lijnen) Vlag meer, de prtfs kan nu geen beletsel meer zyn. Een dezer dagen zag, als derde publicatie der drie Middenstandsbonden, het licht een betoog van professor De Quay, hoogleeraar in de be drijfsleer aan de Katholieke Handelshoogeschool te Tilburg, getiteld „De Bescherming van het zelfstandig Kleinbedrijf in den detailhandel". Het is een herdruk van het prae-advies 1937 van professor De Quay. Evenals in de beide vorige, wordt in deze publicatie de vraag behandeld of de zelfstan dige kleinbedrijven in den detailhandel be schermd moeten worden tegen de overheer- schende machtspositie van de grootbedrijven. Voelt U zich 's ochtends vermoeid? 94-jarige Teuntje Bien heugt *ich nog haar jeugd te Emmeloord 2 vóór omstreeks honderd jaar met de drie buurten Emmeloord, Ens en ert- Daaronder het model van de Oostelijke en Westelijke z.g. kistdammen, e het eiland beschermden. Op de eerste (jig. B) ziet men de loopplank, welke de eenige verbinding tusschen de buurten vormde aan den Volendammer dijk bij haar schoon zoon „de Miuiw" (Meeuw), zelf al een waar dige oude heer met zijn vriendelijken, patriar- chenkop. En als de wind uit het Oosten blaast, de wind, die van Schokland komt, luistert zij in haar blauwe bedstee naar die stem, die zü zoo goed kent, de stem van het water dat breekt op de woning. Men hoort wel eens de verzekering „waar ik het goed heb, is mijn vaderland". Het is een weinig verheffend standpunt en de oude Schokkers hebben het zeker niet ge deeld. In den Overijsselschen Almanak voor Oudheid en Letteren van 1847 vonden wij het relaas van een bezoek aan Schokland door G. Mees, waarin deze verhaalt hoe armzalig en primitief er de bevolking leefde op het jammerlijk stukje grond, dat zij nochtans zoo hartstochtelijk lief had. Deze Mees wandelde in den zomer van 1847 over de loopplank op den lagen kistdam, die het eiland beschermen moest. Zelfs bij het mooiste weer zag hij niets dan drassig, onder - geloopen en moerassig land, waar men bijna nergens van de Oost- naar de Westzijde droog voets over kon steken. Hij achtte dit land dan ook meer voor eenden en ganzen dan voor menschen bewoonbaar. Die wandeling over de plank was intusschen geen sinecure. „Zie recht voor u uit als de koorddanser op het kruis," schrijft Mees, „een beweging naar links doet u tusschen de palen, op de steenen of In de modder vallen; een rechtsche afwijking zou u het genot van een zeebad bezorgen. Iedere ont moeting met den evenmensch zou hier een botsing worden. Doch de mindere wijkt voor den meerdere op de palen naast de loopplank, hetgeen de kleine Schokkertjes met bijzondere vaardigheid en beleefdheid doen, ook al zjjn zij zwaar beladen". Bij zijn bezoek constateerde Mees, dat on danks de verminderde middelen van bestaan en de grooter wordende armoe, bevolking en huwelijken toenamen, terwijl over het algemeen de gezondheidstoestand gunstig was te noe men. Het voornaamste voedsel was roggebrood, met Friesche kaas besmeerd of met zure melk. die men liet hotten en er wat zout aan toe voegde. Visch met wortelen of kool en meelspijs nog eet men op Volendam een Schokker troetje; meel met water en stroop waren lekkernijen; bladgroenten of vleesch werden bijna nooit gebruikt. De woningen beschrijft Mees als weinig meer HARTJES van MIJNHARDT bij hoofdpijn, kiespijn, zenuwpijnen, rheumatische pijnen, periodieke pijnen, migraine, spierpijn, spit, kou en griep Bij apothekers en drogisten, koker 12 st. 50 ct. doosje 6 st. 30 ct dan schuren met een vloer van klei en houten wanden, waar de wind doorheen blies. De rook van de stookplaats werd niet door een schoor steen geleid, maar naar de vliering, voor het drogen der netten. Hier en daar herinnerden nog fraai bewerkte kasten en pronkbedden met veelkleurige kussens aan vroegeren welstand. De Schokkers waren hoogblond, niet groot, maar eenigszins gedrongen van gestalte, de vrouwen met neiging tot dikte. Mees schetst hen als menschen met een gezond verstand, bedaard, niet dapper, maar eerder vreesachtig van aard. Vechtpartijen of hevige woordenwis selingen kwamen bijna niet voor. Zelfs wan neer de eene arme visschersman den anderen bestal, was de verliezende partij bijzonder lank moedig. Waren de Schokkers dan al begeerig zij bleven bescheiden. Een Schokker beurtman vertelde, dat als op Urk een schuit eenige da gen alleen moest liggen, men zeker kon zijn, dat haken, boomen, pus en al wat tilbaar was verdwenen zou zijn, terwijl in een dergelijk geval op Schokland niets dan het brood werd vermist en dan nog slechts voor de helft. „Eerlijk deelt hij altijd", voegde de schipper er bij. Van rang of stand was op het eiland geen sprake; wat dat betreft waren er de op vattingen zooals ze thans nog op Volendam zijn; ieder spreekt den ander, ook aanzien lijken of vreemden als zijns gelijke aan zon der toch ooit onbescheiden te worden. Het beeld, dat Mees geeft van den toe stand op het eiland in den winter is al zeer onverkwikkelijk. Bij stevigen wind schudde de grond van de woonwerven zoo hevig, dat het huisraad schudde en rinkel de en de klokken stilstonden. Trouwens bij weinig meer dan gewonen wind waren hangende voorwerpen aan de wanden steeds in beweging; wanneer bij storm de zee te gen de westelijke palen bulderde, wrong, kraakte en dreunde alles op het eiland. En toch was als geen ander den Schokker de liefde tot zijn grond aangeboren. Mees geeft hiervan tal van sterke staaltjes: „Gezegende trek in 's menschen hart", zegt hij, „die den Schokker aan zijn onland evenzeer als de Zwitser aan zijne bekoorlijke dalen verbindt en hun het leven draaglijk maakt, te midden van golfgestuif en gierende stormen." De grootste merkwaardigheid welke Mees over het onherbergzame eiland geeft is tenslotte wel deze, dat, terwijl ongeveer niets gedijen wilde, de burgemeester te Ens een wijngaard bezat, die rijpe druiven voortbrachtl Van 15 Juli tot 7 Augustus wordt te Den Bosch een tentoonstelling gehouden, welke den naam zal dragen; „Ideaal wonen", en die geheel gewijd zal zijn aan de bouwkunst en wat daarmede verband houdt. Niet alleen het bouwen zelf zal het voorwerp zijn van deze expositie, maar ook de inrichting der woningen en het aanleggen van den tuin, die bij de woning behoort. Deze tentoonstelling, de grootste, welke ooit te Den Bosch is gehouden, is wiel op een zeer gunstig terrein gelegen. Een stuk van het plant soen en van de wallen is ervoor beschikbaar ge steld, zoodat men van het terrein af voortdu rend een fraai uitzicht heeft op het polder landschap, dat Den Bosch omgeeft en dat door deze stad wordt beheerscht. Van ouds is deze Hertogstad van veel beteekenis geweest voor de verre omgeving. In de histoire de bataille neemt zij een groote plaats in, maar daarnaast is zij ook altijd een centrum van cultuur in Brabant geweest. Zij heeft in deze een traditie hoog te houden; zij heeft nog een rol te vervullen, en het zal wel daarom zijn, dat zij een tentoon stelling inricht, die betrekking heeft op een der voornaamste cultuurwaarden, die wij kunnen bezitten: onze woning, de wijze, waarop wij haar inrichten en waarop wij ons leven in haar tot uitdrukking brengen. Het landschap rond Den Bosch, dat laag ligt aan den voet der oude vestingwallen van deze stad, vroeg een geheel aparte bouwwijze van de paviljoens, wilden deze niet in tegenstelling zijn met het karakter, dat hier zoo duidelijk en uitgesproken voor den dag komt. De oplossing, die architect H. Wijdeveld heeft gevonden, is zeer gelukkig en voldoet in alle opzichten. De ruimte is zeer economisch gebruikt en de ge- bouwden passen volkomen bij de omgeving. De ingang van de tentoonstelling ligt op de zelfde hoogte als de straat en de weg naar de paviljoens daalt langzaam, waardoor men een zeer goeden eersten indruk krijgt van het ge heel. Langs dezen eersten toegangsweg staat een schutting van zestig meter lengte, waarop de kunstenaar Eppo Doeve decoraties heeft aangebracht, voorstellende het wonen in alle tijden. Het eerste paviljoen bevat de cultureele afdeeling, een inzending van het Streekplan, een keuze-tentoonstelling van het werk van Nederlandsche architecten, een afdeeling voor toegepaste kunst, en een expositie van ontwer pen voor een iandarbeiderswoning, het resul taat van een uitgeschreven prijsvraag. Verder bevat dit paviljoen nog inzendingen van indus- trieele ondernemingen: het Provinciaal Elec- triciteitsbedrijf, Philips, de Rubberstichting zui len er vertegenwoordigd zijn. Een aardig idee bij het ontwerpen van de ten- toöhstelling was, dat men de inrichting en volg orde zoodanig heeft gemaakt, dat men de be zoekers precies den weg laat volgen, die het beste overzicht geeft. Als vanzelf volgt men de voorgeschreven route, zonder dat men zich van eenigen dwang bewust is. Na het eerste paviljoen wordt men langs een brug omhoog gevoerd naar het. hoofdpaviljoen met de pylonen, waar zeer belangwekkende woninginrichtingen zijn geëx poseerd. Dan komt men in een gebouw, dat hooger ligt dan het terrein, doch gelijk aan den ouden walmuur. Hier ziet men de elementen van het bouwen, zooals beton, steen, cement, glas en dergelijke. Voorts heeft men in de verschillende zalen exposities van tapijtfabrieken, meubelfa brieken; tegels, badkamers, stalen meubelen en de nieuwste electrische huishoudelijke artikelen zijn hier tentoongesteld. Tusschen de verschillende paviljoens in heeft men tuinen aangelegd dar. wel gebruik gemaakt van de natuurlijke begroeiing, die reeds op het terrein aanwezig wees. De tuinaanleg werd ver zorgd door den bekenden tuinachitect P. Has- selman. Een onmisbaar onderdeel bij elke ten toonstelling is het terrein voor amusement en vermaak, waaraan de inrichters van de exposi tie, den naam en de traditie van Den Bosch getrouw, eveneens de uiterste zorg hebben be steed. "co° arm, zóó arm wazze we op °kkeland." g^°rgelijk hoofdschuddend zit de "Jarige Teuntje Bien voor ons in aar grooten leuningstoel achter het aahr van haar Volendammer huisje, aa§ achter den dijk. 'J is een der weinige, nog levende j °kkers, op Volendam de laatste. Ist den dag vóór haar veertienden etiaardag, dat is I 0 Juli a-s. 80 jaar eden, viel het besluit der Regee- lrig, Waarbij de Schokker bevolking aangezegd het eiland te verlaten- °en was zij een jong, prontig ding ah Veertien lentes, nu is zij een stok- °üd e vrouw, met haar 94 jaren de j^ste inwoonster van het dorp. g^aar niet Volendam is haar thuis: °kkeland, dat heeft nog altijd haar ll^fd L e> hoe bitter arm er haar jeugd °k is geweest. Skokkeland, daar kan yten over praten, terwijl haar oude °Sen verhelderen en haar nauwelijks etstaanbare stem een warmen klank r'jgt. 1 Jy, v bor a'lnen waren gekleed in een blauw wol- s'r°k met beenen knoopen, wijde broek tikte ?rnl3azijn, die halfweg het onderbeen ah'gett rooden halsdoek los omgeknoopt met 'i een punt op den rug. Zondags droegen hoogen hoed. ittere armoe leden de Schokkers. Teun- Teuntje Bien te Volendam, die tachtig jaar geleden als 14-jarig meisje met haar familie, bij de ontruiming van Schokland, het eiland verliet, maar zich nog veel van haar jeugd te Emmeloord weet te herinneren tje weet nog, hoe zij bijna uitsluitend leef den van roggebrood, besmeerd met hotte- kaas, gestremde melk met zout. Op een nacht was er een schip vergaan op de Schokker kust en de lading, bestaande uit gort, spoelde aan. Weken lang hebben toen de Schokkers niet anders dan gort gegeten, ofschoon de poes er op zat en de lucht hasist niet te harden was. En dan kwamen gestadig de stormen en overstroomingen. Bij een flinken wind spoelde de zee al door de buurten. Nog heugt Teuntje zich die angstige nachten met het grommen en kermen van den wind, de donkere stem van de branding, die op de palen brak. Tot het water hun huisje binnen drong en vader den kinderen in hun bedstee haastig de overkleeren gaf en ze omhoog bracht naar het lage zolder tje. Een van haar broertjes is verdronken. Toch was de verslagenheid groot in de Schokker gezinnen, toen op dien lOen Juli 1859 de 70-jarige burgemeester Gillot zijn ontslag brief kreeg en in de daarop volgende dagen zijn gemeentenaren aan moest zeggen, dat het Gouvernement er geen heil in zag nog langer kosten te besteden aan het behoud van hun armelijk reepje grond. Zij kregen rustig den tijd om op te breken en op velerlei wijze kwam de Regeering hun tegemoet. Nog ontvangt Teuntje Bien haar „Schokker geld", een we- kelijksche uitkeering, die aan al degenen, die nog op Schokland werden geboren, tot hun dood is uitbetaald. Maar de Schokkers waren sterk gehecht aan hun grond. Zij konden buiten hun eiland niet aarden. Zooals een Groenlander naar zijn ijsschotsen, zoo kreeg een Schok ker in den vreemde heimwee naar zijn palen. Toen de bewoners met have en goed het eiland verlieten, voélden zü zich ballingen, van den grond der vaderen ver dreven. Krachtige drang der Regeering is noodig geweest om hen tot vertrek te be wegen. Bij de ontruiming van het eiland spatte dan ook het minst vermengde be volkingsdeel van Nederland uiteen. De Katholieke Emmeloorders gingen naar Brunnesse bij Kampen, Vollenhove en Volendam, de Protestanten van Ens naar Urk. Ook Teuntje Bien weet nog goed, hoe ze van Emmeloord naar Volendam is gekomen. De schipper Roelofs, „zoo'n gnappe man en erg deftig", bracht het gezin en zijn schamel bezit voor tien gulden naar de nieuwe bestem ming. Dat alles is nu tachtig jaar geleden. Trouw verzorgd door haar kinderen slijt Teun tje haar laatste dagen in het knusse huisje '"'t J-fciBH-T..'".. Londen, Danzig, Tientsin, Tokio, als een too- vercirkel liggen deze namen om de wereld, wier aandacht zij in hun ban gevangen houden. Ber lijn heeft getracht dien toovercirkel te verbre ken, door het bezoek, dat de Bulgaarsche pre mier en minister van Buitenlandsche Zaken, Kiosseiwanof, aan de Duitsche hoofdstad bracht, als dé gebeurtenis van deze week voor te stel len; iets, waarin de propaganda maar ten deele geslaagd is. Toen het bezoek werd aangekondigd, scheen de Duitsche pers hooge verwachtingen te koes teren; ook deze verwachtingen zijn niet in ver vulling gegaan. Zij had zich trouwens tevoren beter kunnen informeeren door kennis te nemen van de waarschuwingen, die haar Bulgaarsche collega had geuit: Kiosseiwanof zou terugkeeren zonder zich op eenigerlei wijze vast te leggen Dit is dan ook geschied; met een vriendelijk communiqué heeft de Bulgaarsche premier af scheid genomen van zijn gastheeren. Die voorzichtigheid heeft zijn goeden grond. Bulgarije is een weinig gelukkig land, dat in de historie de tendenz vertoonde blijvend „aan den verkeerden kant" te gaan staan. Nauw ont worsteld aan de Turksche overheersching, voer de het land in de jaren voor den wereldoorlog op eigen initiatief de Balkanoorlogen, die leid den tot een uitgebreid verlies aan territoir; in den wereldoorlog zelf dreef het de vergissing nog verder door de zijde der Centralen te kiezen; de ineenstorting der fronten kwam het land te staan op het verdrag van Neuilly, waarover de Bulgaren evenzeer toornen als de Duitschers over Versailles. Behalve het verbod van militarisatie een clausule, die vorig jaar uit het verdrag werd geschrapt steekt den Bulgaren vooral het verlies van de Dobroedsja aan Roemenië, en het gemis van een haven aan de Aegaeïsche Zee. De eerste eisch tot teruggave is niet on- redelük te noemen, daar de Dobroedsja prac- tisch geheel door Bulgaren bewoond wordt, anders staat het met het Grisksche Thracië, waar alle Bulgaren practisch verdwenen zijn; en dat Athene niets voelt voor een „corridor" is in de huidige omstandigheden begrüpelijk. De Balkan-entente moest er voor zorgen, dat Sofia in bedwang gehouden wordt, en het is dit instituut tot dusverre goed gelukt; doch inmiddels dreigt ook deze formatie, op ana loge wijze als de tegen de Hongaarsche ver langens opgerichte Kleine Entente, op losse schroeven te komen staan. Met een verdwe nen Tsjecho-Slowaküe en een geneutraliseerd Joego-Slavië komt Roemenië, vrijwel geïso leerd, alleen te staan tegenover de geza menlijke eischen van Boedapest en Sofia. De pogingen van Turkije en Griekenland om Bulgarije in den Balkanbond op te nemen, zün gestuit op de afwijzende houding van Boe karest, dat houden wil wat het heeft; en zoo doende zag de as, d.w.z. vooral Berlijn, de ge legenheid schoon de tegen Roemenië gerichte eischen te coordineeren. Kort voor zijn vertrek naar Berlijn heeft de Bulgaarsche premier in de Sobranje de revisionistische eischen tot de zijne gemaakt niet zonder eraan toe te voe gen, dat de geschiedenis den Bulgaren voor houdt geen va-banque-spel te spelen. Van hetgeen tusschen Kiosseiwanof en Von Ribbentrop deze week te Berlijn besproken is, hebben we nauwelijks mededeeling gekregen; toch is het niet moeilijk de tendenz ervan te gissen. Bulgarije ziet zijn ketens losser worden, en vergroot parallel daarmee zijn verlangens. Berlyn, dat Joego-Slavië neutraliseerde met Italiaansche hulp hoopt een wig te kunnen drijven in de Balkan-formatie; de Duitsche pers schreef zelfs over een anti-Balkan-en- tente, te vormen door Boedapest, Belgrado en Sofia. Zoover is het intusschen nog lang niet; de situatie is nog té onbepaald dan dat de voorzichtig geworden staatslieden van den Balkan partij kiezen. Doch de atmosfeer wordt voor de splü'tzwam steeds gunstiger. De eco nomie ging aan de politiek vooraf: Alle drie genoemde landen zijn in hun handel van de as afhankelijk, en het zal ai hun staatsmans kunst vereischen niet hun labiel evenwicht te verliezen en steun te zoeken bij de as. Ten detrimente van Roemenië vooral. Gepromoveerd tot doctor in de Godgeleerdheid Te Rome promoveerde aan het Angelicum tot Doctor in de Godgeleerdheid op proefschrift „De Agonia Christus" magna cum laude p. Athana- sius v. d. Weyden O.E.S.Aug. P. v. d. Weyden zal zijn studies voortzetten aan het Bübelinstituut te Rome. De nationale tentoonstelling „Ideaal Wonen" te 's-Hertogenbosch zal de volgende weelc haar poorten openen en hard wordt thans gewerkt, om de hooge wallen der oude Hertogstad in een lusthof te veranderen. Een der bastions is herschapen in een „stemmig zitje"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 5