Een onvergetelijke verjaardag Verfilming van „Boefje" „Bent U de secretaris ONS „REISSPROOKJE" 5S tf- #e!' ode" K9' or eo ZONDAG 16 JULI 1939 a# v<*andag begint regisseur Sierck Ket zijn arbeid te Filmstad yen Eén sigaretteneindje één enkele lucifer is im mers ol méér dan genoeg om een heel bosch in vlammen ie doen opga on ROOKT NIET IN BOSCH OF HEI Nederland moet tourist- minded worden Acht V.V.V.'s in de provincie namen een goed initiatief Stertochten Employé van Haagsche firma wilde deze een bedrag van j 125.000 afzetten Geslaagde truc van politie-inspecteur STEUNREGELING VOOR 1NLANDSCHE ROGGE Ir. C. PH. MOERLANDS Afscheid genomen als directeur van Rijkstuinbouwschool Sluiting der inschrijving op 19 Juli a.s. Twee weken voor 122 GELDLEENING GEMEENTE 's-GRAVENHAGE Nieuwe zegels Monaco hmnnhmvs* MONACO.!® RÖCHÊR. a XVJil Sj BRABANTSCHE BRIEVEN Den Eeker was meer blij met 'n ansicht van moeder, dan met veul cadeaux Vc^fchien kunde oew eigen herinderen, dat ta» jaar Juli, op 'nen regenachtigen Maan- Vetzoo 'nen dag dat ge efkes den zomer Icifp orncJat 'r van den heelen dag gin zon- tej, bespeuren valt en den overdaad van ïjj "*ater den buiten in 'nen klammen Herfst hpw zeg, misschien kunde oew eigen nog «e v!feren, dat op zoo'nen dag, 's avonds, als De,, '"den al gesloten waren, den kleinen Dré t)c,n teeval ontdekte, dat den Eeker jarig wasr laatd °P 't opkamerke, doende mee z'nen ïahtftvratie, dat bespeurd op den Eeker z'n u6" k?agmcrSen, als Trui in d' Hoogmis zat en te);>:so, c'ben Dré aan 'tr peerdrijen was in de At meu, ik in m'n krant den Kabinetscrisis k(vam te kienen veur Colijn, (maar den puzzel ®kker hie uit), dan viel 't me op, dat den *ff 0' "aar aan de tafel, over z'n boeken den s'herg 2at te staren. Ja, zoo Zondags, als ie k3" Ier-*,8. 'n Paar uurkes mee me alleen zit, lk Ue 'e nog geren. Eiken geschikten oogen- laq, a?rnt ie waar, deus eigenaardig tiepke. En Aur ie leert, dan bestaat er niks anders dan z'n boeken. Maar nou....?!! Hij bii. docht me. En da 's iets bezonders. i lift 0$ nl f?in* bied of vijf maanden van harden voorberei dden arbeid zullen Maandag de opnamen *an de film „Boefje" in Filmstad te Den aag beginnen. Reeds staan de huizen ge- "^tseld, de lampen gericht. Ü^'iof Sierck, de regisseur, heeft ons enkele ^'khtingen gegeven omtrent 'de opvattingen, die jj" zuilen leiden bij de verfilming van „Boef- |;r^5t was eenigen tijd terug, dat de heer Ter- op Van het City-concern hem in Parijs kwam Roeken en hem de vraag stelde of hij gene- je„ *as de verfilming van Brusse's boek „Boef- re8'sseeren. Boefje? Wat is Boefje? Ik Boefje niet, was het antwoord. fyr[aciat de heer Sierck zich eerst een Duitsche en vervolgens het origineel van Brusse's flat ln aangeschaft, heeft hij medegedeeld, "ij zeer enthousiast was voor een filmwerk ei ®'t. dat teruggreep in de historie van zijn Jeugd. Ook hij had zooveel herinneringen n in het havenkwartier eener grootstad, n.l. daburg. Vc^aar de tekst als zoodanig had bezwaren en ^deelen. De nadeelen waren deze, dat het flit °I) ziel1 te artikelsgewijze, te veel als Was geschreven- zou noodig zijn de beu meer te concretiseeren, nochtans met ;j]?°ud van vele litteraire close-ups, die in de Ci i Zeer S°ed verwerkbaar zijn. In overleg met dj, Zuckmayer en Jaap van der Poll is ten ten een kruikbaar draaiboek tot stand geko- v.öe spelers: dat was voor den regisseur geen want hij kende ze of leerde ze kennen en r,,.° ■net één oogopslag, dat er vele geschikte Jdschen onder deze Nederlanders waren: som- '8e van beroep tooneelspelers, maar met na- Hjke allures, andere dilettanten, zoo te zeg- 1 jongens-van-de-straat, maar met 'n volko- typeerenden aanleg. Dat zijn dus de men- die als ze slagen, de vereerde klasse der ntdekten" zullen vormen. geven hier nog de rolverdeelingBoefje q van Ees. Pietje Puck Guus Brox, vrouw J°Vers Enny Heymans Snijders, vader Grovers j et Bron, grootvader Piet Kohier, flodderma- y Bi Mien Duymaer van Twist, pastoor Albert rC1 Dalsum, huishoudster van den pastoor Nel iJsth°ut, prior G. Tersteeg, broeder Nardus ?„to« Roemer, broeder Severus Mathieu van ysden, broeder Petrus Cor Dommelshuizen, j. ychiator Jan C. de Vos, president van de j,^htbank Henri de Vries, advocaat van boefje S van Dijk, verdediger van Pietje Puck Jules .;r5traete, officier van justitie L. Eringa, rech- B. v. d. Werf, rechter W. van Duin, griffier v. Buuren, deurwaarder Johan Boezer, agent s?n Politie Theo van Vliet, directeur van de t], atKevangenis J. Liesting, voorzitter Pro Juven al J. Stapelveld, vrouw op de kermis Emmy vrb°Us, uitdrager S. de Vries, dronken man Tony r.'fWey, schoorsteenveger W. Versteeg, winkelier bus Oster, vischvrouw mevr. Balledux, mevr. ^flens Hélène Berthé. w regisseur zal er naar streven de sfeer en Milieu van 1912, den tijd, waarin het ver- >ya' speelt, te bewaren. Nochtans wil hij ver fden een costuumfeest van de vertooning te sken: de costuums moeten niet de aandacht -kken en daarom stelt Sierck zich voor de j e"schen in pakjes-van-vandaag te laten rond den. ^oor de verfilming is studio Filmstad thans 6elieel gereed. Groote hooge stellages zien er ter den vreemdeling uit als een doolhof, maar ■Hls sleet. 'Pen den weg weet bemerkt men al spoedig Pauwe straatje waar „Boefje" zijn jeugd -De huiskamer aan de eene zijde, de voor eer van de buurvrouw aan de andere geven tycht op de twee meter breede steeg, die een a'D°otsing is van de Vlasgang te Rotterdam. v Eibers vindt men de kamer van den meneer 5Bro Juventute; stukken en brokken staan b'Paast: dat moet de rechtzaal worden, hew 8root schema, het werkprogram van de y, onderneming laat zien wat dagelijks ver- tat moet worden. Een lesrooster gelijk, die tot 20 Augustus. Dan is 't vacantie! Het is een niet te ontkennen feit, dat het buitenland beter op het vreemdelingen-verkeer is ingesteld dan ons eigen land. Niettegen staande hiervoor verschillende aannemelijke redenen aanwezig zijn, zal men ten onzent toch moeten trachten hierin zooveel mogelijk verandering te brengen en Nederland „tourist- minded" te maken. Er doet zich tengevolge van de huidige poli tieke constellatie een gunstige omstandigheid voor, waarop de betrokken personen en in stanties zich zakelijk moeten instellen. Het animo, om de vacantie in het buitenland door te brengen is om politieke redenen wel eenigszins verminderd. Hieruit volgde, dat de belangstelling voor het eigen land grooter is geworden, want het zou niet menschelijk wezen, wanneer men in de vacantia dan toch geen ontspanning zou zoeken. De A. N. V. V. (Alg. Ned. Ver. Vreemd. Ver keer) heeft deze situatie begrepen en den laat- sten tijd beraamt zij plannen, om Nederland voor het onderling- en in de toekomst voor het internationaal touristenverkeer meer po pulair te maken. Ook de Prov. Bonden begrij pen dit, maar zooals dit vaker gebeurt, het initiatief komt wel eens van anderen af. Een achttal V. V. V.'s (Amersfoort, Baam, Soest, Soesterberg, Hilversum, Zeist, Den Dol- der, Bilthoven-de Bilt) vatten het plan op een z g. streekplan (men houde deze plannen goed uit elkaar, nu er meer gekomen zijn!) op te stellen, waarvan de bedoeling is, dat den vreemdelingen, die zich in een bepaalde perio de in een dezer plaatsen of hun omgeving op houden, op de een of andere wijze hun ver blijf attractief en interessant wordt gemaakt. Door de V. V. V. Bilthoven-de Bilt zal in het kader van dit streekplan (o. 1. v. een streek-commissie op Dinsdag 25 Juli een ster- tocht van uit haar plaats worden georgani seerd, tot deelname waaraan de andere zeven V. V. V.'s de pension-, hotel- en andere gasten zullen opwekken. Ook particuliere inwoners kunnen zich aan melden, allen bij hun V. V. V.'s ter plaatse. De deelnemers uit Utrecht geven zich di rect op bij de V. V. V. Bilthoven: Julianalaan 4, teL K 34022721. De tocht zal gemaakt worden per touringcar en dan zal achtereenvolgens 'n bezoek worden gebracht aan de Eikensteinsche bosschen, de Mauritshoeve (met thee), Gem. Huis „Jagt- lust", Metereologisch instituut (uitwendig) en tot slot aan het Van Bofitzeiaerpark. Het idee tot organisatie van dit soort toch ten verdient toegejuicht te worden. Wanneer andere V. V. V.'s zich op deze wijze eveneens gaan combineeren, zal dit onze provincie ir, meerdere opzichten ten goede komen. Door de genoemde V. V. V.-combinatie zal bovendien nog een streekkaartje worden uit gegeven, waarop diverse wandel- en fietstoch ten zijn uitgestippeld. We kunnen nog mededeelen, dat op Woens dag 2 Augustus en Dinsdag 8 Augustus soort gelijke tochten, resp. vanuit Baarn en Zeist zullen georganiseerd worden, eveneens onder deskundige leiding. De Haagsche politie heeft een goeden slag geslagen met de arrestatie van een inwoner van Schiedam, die het de directie van een groote onderneming te Den Haag reeds drie maanden lastig maakte. De directie dezer onderneming ontving onge veer drie maanden geleden een anoniem schrij ven van iemand, die zich noemde „ambtenaar van de invoerrechten en accijnzen". De schrij ver beweerde, dat de onderneming ongeveer één tot anderhalf millioen gulden per jaar aan in voerrechten op een bepaald product ontdook. Hij zeide, de eenige te zijn, wien dit bekend was en vroeg voor zijn stilzwijgen een bedrag' van 125.000. Na ontvangst van dezen brief, die in Schiedam was verzonden, stelde de onderneming zich in verbinding met de invoerrechten en ac cijnzen. Deze stelden een onderzoek in, waarbij bleek, dat van ontduiking door de onderneming geen sprake was en ook bestond er geen aan wijzing, wie onder haar ambtenaren de schrijver van den brief kon zijn. Toen nog meer brieven van gelijken inhoud volgden, mengde de direc teur der onderneming de Haagsche politie in het geval, doch ook haar onderzoek bleef zonder resultaat. De schrijver vroeg in een van zijn brieven een gedachtenwisseling per advertentie in een Rotterdamsch dagblad, welke correspon dentie met voorkennis van de politie geschiedde. De schrijver noemde zich daarin „Jan", de onder neming ,,A". Dezer dagen werd de directeur op gebeld door „Jan", die echter zeer huiverig was om een afspraak te maken, hetgeen de directeur had voorgesteld. Deze vroeg den anonymus, of deze de zaak wilde afhandelen met zijn secre taris, voor wien hij een willekeurigen naam op gaf, n.l. Van Wijk. Doch ook hierop wilde de briefschrijver niet ingaan. Vrijdagavond echter ontving de directeur een telegram, waarin verzocht werd den secretaris naar de eerste klasse wachtkamer van het sta tion Hollandsche Spoor te zenden, om hem later met den trein van 22.02 uur in de eerste klasse naar Dordrecht te sturen. Nadere instructies zouden volgen. Een Haagsche politie-inspecteur volgde als secretaris de aanwijzingen op. Een- kruier over handigde hem in de wachtkamer enkele briefjes, op één waarvan stond „openen in den trein". In den opgegeven trein volgde de inspecteur deze aanwijzing op en las, dat hij in Schiedam moest uitstappen, vijf minuten op het perron moest wachten en vervolgens zich naar den uitgang moest begeven. Toen de inspecteur het station in Schiedam verliet sprak een man hem aan. die vroeg: „Bent u de secretaris?" De inspecteur beaamde dit en een kort gesprek volgde met den man, die zeer zenuwachtig was. Op een vraag naar het geld overhandigde de inspecteur hem een couvert, met vele zegels voor zien, doch voor alle zekerheid trok hij tevens zijn revolver en arresteerde den man. Deze werd me degenomen naar Den Haag, waar hij een volle dige bekentenis aflegde. Hij bleek te zijn een 48-jarige employé van de onderneming, in Schie dam woonachtig. Zelf had hij de reis naar Schiedam medegemaakt in een derde klasse wagon, zoodat hij steeds in de nabijheid van den „secretaris" is gebleven. De minister van Economische Zaken is 'voornemens bij het begin van den nieuwen rogge-oogst een belangrijke wijziging in de steunregeling vcor inlandsche rogge aan te brengen. De nieuwe regeling wordt mede getroffen om laan de bezwaren, welke zich voor den geheelen graanhandel dus ook voor den handel in andere granen dan rogge deden gevoelen zoo veel mogelijk tegemoet te komen. Het gevolg van het gewijzigde stelsel is, dat voor inlandsche rogge een richtprijs zal worden ingesteld, welke wekeijks zal oploopen. Deze richtprijs zal gelden voor rogge, geleverd ter gebruikte leveringsplaats, waarbij de vracht vcor rekening van den verbouwer, maar de verdere kosten, als gewoonlijk, voor rekening van den kooper zijn. De minister heeft den richtprijs voor de rogge gesteld op ƒ7.35 per 100 K.G. op 31 Juli, met een verhooging van 3 cent per week tot en met de laatste week van Maart en 4 cent gedurende de 4 weken van April, waarmede het hoogste punt zal zijn bereikt. De Nederlandsche Akkerbouwcentrale zal aan roggehandelaren de gelegenheid geven om onder- bepaalde voorwaarden met haar koopcontracten aan te gaan voor binnenlandsche rogge, waar van de levering op een in het contract bepaald tijdstip of zooveel eerder als de Nederlandsche Akkerbouwcentrale wenschelijk zal voorkomen, zal geschieden, ingevolge de bepalingen van het contract zal de handelaar de rogge van den teler op basis van den richtprijs moeten koopen en wel binnen betrekkelijk korten tijd na de afsluiting van het contract. De Nederlandsche Akkerbouwcentrale neemt van den roggehande- laar de aldus aangekochte rogge over op basis van den op het tijdstip der levering geldenden richtprijs. Indien door dezen maatregel het beoogde doel nog niet mocht worden bereikt, kan de Neder landsche Akkerbouwcentrale ook rogge recht streeks van telers koopen, doch met nadruk wordt er de aandacht op gevestigd, dat het in de bedoeling ligt, hiertoe slechts in het uiterste geval over te gaan. Voorts zullen de volgende wijzigingen in de bestaande regeling worden aangebracht. De denaturatie-vergoeding voor rogge zal voortaan wekelijks (achteraf) door de Neder landsche Akkerbouwcentrale worden vastgesteld. Ter vaststelling van de hoogte dezer vergoeding ligt het in de bedoeling, althans in den beginne, uit te gaan van een prijs voor gedenatureerde rogge, welke in verband- met de voederwaarde van rogge en mais, ongeveer een gulden lage' ligt dan die van mais. De invoer van rogge voor voederdoeleinden zal slechts met voorafgaande toestemming van de Nederlandsche Akkerbouwcentrale kunnen geschieden en onder door haar te stellen voor- Waarden. Voor den invoer van bakrogge za'. eveneens toestemming van de Nederlandsche Akkerbouwcentrale noodzakelijk zijn, terwijl ga rantie, dat de betrokken partij rogge inderdaad voor menschelijke consumptie zal worden ver werkt, in den geest van de z.g. N.G.C. tarwe- condities (dus door middel van een kettingver klaring) dient te worden gegeven. Het voor buitenlandsche rogge geldende mo nopolieprijsverschil zal periodiek door de Ne derlandsche Akkerbouwcentrale onder goed keuring van den minister van Economische Zaken worden vastgesteld. De restitutie bij den uitvoer van rogge, zal, voor elke uit te voeren partij afzonderlijk, door de Nederlandsche Ak kerbouwcentrale worden vastgesteld. Derhalve is, ingeval van uitvoer van rogge, voorafgaand overleg met de Nederlandsche Akkerbouwcen trale noodzakelijk. Dcor de genoemde maatregelen zullen de hui dige bepalingen betreffende roggebloem mede wijziging moeten ondergaan. De aandacht van telers wordt er nadrukkelijk op gevestigd, dat zij dienen mede te werken aan een regelmatig aanbod van de rogge. In het raadhuis te Boskoop heeft de direc teur van de Rijkstuinbouwschool, ir. C. Ph. Moerlands, wegens het bereiken van den pen sioengerechtigden leeftijd afscheid genomen. Onder de vele aanwezigen bevond zich de di recteur-generaal van dpn Landbouw, ir. A. L. H. Roebroek, die den heer Moerlands mede- deeling deed van zijn benoeming tot officier in de orde van Oranje-Nassau. Velen vragen ons den dag der slui ting voor de inschrijving nog iets uit te stellen omdat ze nog een beslis sing moeten nemen. We kunnen ech ter met het oog op het reserveeren van het noodige goede logies enz. moeilijk langer wachten dan tot en met 19 Juli. Wie zich later opgeeft heeft het aan zich zelf te danken wanneer hij of zij niet mee kan. Vraag daarom een geillustreerd prospectus aan en neem nu een beslis sing: geef u op aan de Vereenigde Katholieke Pers, 't Kasteel van Aem- stel, N. Z. Voorburgwal 6573, Amsterdam, telef. 46878, onder stor ting der reissom (f 122 en f 3 administratiegeld) op gironummer 22884. Onze reis duurt twee volle weken en men reist daarvoor door de schoonste streken van Europa en bezoekt de beroemdste steden. We vertrekken Maandagmorgen 7 Augus tus en komen pas Zondagavond 20 Augustus terug. Zelfs geen pas noo dig. B. en W. van 's-Gravenhage stellen den raad vcor een onderhandsche 3'/2 pCt. rentende geldleening op eenvoudige schuldbekentenis aan te gaan, groot nominaal f 1.000.000, af te lossen in uiterlijk 25 jaren. Zooals we in een vorig artikel beloofden, ko men wij thans terug op de door Monaco ten voordeele van het „W eldagiheidswert" uitgegeven serie frankeerzegels. Het vorstendom wil ons door deze zegels een kort overzicht geven van zijn geschiedenis van vóór 1814. De oudste geschiedenis van Monaco in oude bronnen Monoikos genaamd verhaalt ons van talrijke gevechten tusschen de aldaar gevestigde Liguriërs en de binnendringende Romeinen. In 122 vóór Christus werd Monaco een Ro- meinsche provincie. Na de vijfde eeuw, toen het Romeinsche Rijk inéénstortte, baanden de barbaren zich bij hun aanvallen op Italië een doorgang door dit land, met de daarmede gepaard gaande plunder tochten. De door Karei den Groote gebrachte rust was slechts van korten duur, want de aan het einde van de 8ste eeuw telkens van uit Spanje binnenvallende Moren en Sarracenen maakten deze kustgebieden tot woeste en verlaten stre ken. De definitieve rust kwam eerst in het laatste gedeelte van de 10e eeuw na de verdrijving der Sarracenen, die in de Alpen door graaf Guil- laume de Provence verslagen waren. In 1191 kwam de souvereiniteit over Monaco bij Genua. Gedurende den strijd tusschen Welfen en Gi- bellijnen was Monaco nu eens in handen van de eersten, dan weer van laatstgenoemden. Ten slotte werd Charles I Grimaldi wiens familie tot de Welfenpartij behoorde heer van Monaco. Na talrijke wisselingen van meesters (waarbij vooral de invloed van Genua een groote rol speelde) wordt Monaco ten slotte onder de Gri- maldi's onafhankelijk vorstendom. De eerste zelfstandige vorst was Jean Gri maldi (1427—1454). Hij werd opgevolgd door zijn zoon Latalan (14541457). Deze benoemde tot universeel erfgename zijn moeder Pomelline Fregoso en na haar zijn min derjarige dochter Claudine, die gehuwd was met Lambert Grimaldi. Deze laatste kreeg met vele tegenstanders te kampen, werd ten slotte echter de situatie meester en verkreeg van den Franschen Koning de erkenning van Monaco's onafhankelijkheid Hij 'stierf in 1494 en werd opgevolgd door Jean II Grimaldi (1494—1505). Deze werd ver moord door zijn broeder Lucien, die hem op volgde. Hier begint het deel der geschiedenis van Monaco, dat door de weldadigheidsserie in beeld is gebracht. In dit tijdvak zien we den langzamen over gang van de nog onrustige tijden der Italiaan- sche renaissance naar de rustiger perioden der 17e en 18e eeuw. De eerste zegel 5 c 5 c bruinzwart geeft ons het beeld van Lucien Grimaldi 15051523. Hij regeerde 18 jaren, tot hij door zijn neef Berton Doria om het leven gebracht werd. Zijn broer Augustin, bisschop van Grasse, volgde hem op en regeerde 9 jaren. Hij stelde zich onder bescherming van Karei V, Koning van Spanje. Hij werd opgevolgd door zijn, toen 10-jarigen, neef Honoré I, voor wien Etienne Grimaldi het bestuur waarnam. Honoré I werd achtereenvolgens opgevolgd door Charles II en Hercule I. Honoré II volgt hem op. De 10 c 10 c bruin- lila toont ons zijn beeltenis. Hij regeerde tot 1662 en noemde zich Prins van Monaco. Onder hem eindigt na een ruim 100-jarig bestaan het door Augustin, bisschop van Grasse, ingestelde Spaansche protectoraat. Monaco komt nu onder Fransche bescherming (Verdrag van Péronne 1641). De 45 c 45 c groen toont ons zijn zoon en opvolger Louis I (16621701). Hij huwde met Charlotte de Gramont, die op den volgenden zegel, 70 c 30 c lila staat af gebeeld. Na zijn dood volgde zijn zoon Antoine I hem op. De 90 c 35 c paars geeft ons zijn portret. 1 f 1 f blauw stelt voor de Prinses van Lotharingen, echtgenoote van Antoine I. Hun dochter Louise-Hippolyte nam de regee ring in 1731 over. De 2 f 25 1 f 25 blauw groen geeft ons haar beeltenis als jonge prinses. Op de 2 f 2 f bruin is afgebeeld haar echt genoot Due de Valentinois, die het bestuur ge- gedurende de minderjarigheid van zijn zoon, voor dezen waarnam. Onder den zegel staat Jacques I 17311733. Op den 3 f 3 f bruin-rood prijkt de meer derjarig geworden Prins Honoré III. Aan de regeering gekomen in 1733, bleef hij aan het bewind totdat Monaco in 1793 bij Frankrijk werd ingelijfd en Honoré III gevangen werd genomen. Een jaar later herkreeg hij zijn vrij heid, maar stierf reeds in 1795. Eerst in 1814 herwon Monaco zijn vrijheid. Misschien dat we binnenkort een aanvulling krijgen van deze historische zegels met de Prin sen van na 1800. Tot besluit geeft de laatste zegel dezer serie een gezicht op het Prinsdom. ULVENHOUT, 13 Juli 1939 Amico, yibcke wist 't wel zoo omtrent, maar hij ktw1 -zoo dikkels" Jarig gewist en nooit had ^Us daarin ennigte aanleiding gezien om k t sProetig, schrale armoedzaaierke daarmee Vti' "jiteeren, dat ie nie beter wist of de ge- fcftw - Cljtggfj „n«vionrnVi rrnncrp>r» WllriPn van den mensch gongen zijnen veurbij als die van 'n zwervenden C*t: hebben 'm dat toen efkes Anders ^ke n hadden, toen al, veul mee 't man- da>. 'Brui zette dalijk 'n „feest" in malkaar, bu 'n ulvenhout alty rap gereed, en deus "kom feest wiel'd veur den verrasten Sproe- "S 'n onvergetelijk levensmoment! Zeker moei, docht ik zoo, want 't is hard aan pakken in deus tij! Dan stond ie op, sloeg z'n boek dicht, na er 'n potlood tusschen gelegd te hebben. „Efkes bodschap doen," bromde-n-ie zoo bin nensmonds: „dalijk verom." Na 'n minuut of vijf was ie ook terug, had links en rechts iets onder z'n jaske verborgen. Zonder naar mij te zien, gong ie recht naar den kelder, daar hoorde-n-ik 'm gaan naar 't uiterste hoekske waar ie 't een of ander weg zette, beredderde. Als ie weer boven kwam, mee 'nen donkeren verlegen kop, bromde-n-ie weer: ,,'k Ben dalijk verom." En werendig, weer na 'n minuut of vijf kwam ie terug, weer iets aan beide kanten on der 't jaske torsend, weer afdalend in den kel der. En als ie weer boven kwam, den kop nog donkerder, nog verlegener, dan bromde-n-ie weer iets, da 'k nou niemeer verstaan kost, maar weer wel beteekenen moest, dat ie „dalijk verom zou zijn." 'k Wlerd na den derden keer toch veul nuuws- gierig. Den kelder ingaan was nie goed meuge- lijk, want hij was telkens te rap verom. Ik gong dus 'ns kijken over 't gordijntje in de goeie kamer. Daar zag ik 'm schuins den weg over steken, naar„de Gouwen Koel." En kort daarop er weer uit komen, mee „iets" onder 't jaske, links en rechts. Na vijf keeren zoo op-en-neer gewist te zijn van onze kelder naar de „Gouwen Koei" gong ie weer zitten achter z'n boeken, mee 'nen kop zóó stroef, dat ge 'm eigenlijk niks vragen wou. Sterker: van 't „geheim", dat ie daar veur m'n oogen had „gepleegd", vertelde-n-ik ook niks aan Trui, want 't Eekergeheim scheen zóó ge heim te zijn, da 'k er zonde van mokte om 't deur Trui te laten verballemonden. Want ge kunt mee Trui alles beginnen, amico, éllcs, maar iets stil houwen, neeë, da 's heur nie ge geven. M'nen toeteloeris heur hart ligt op 'r tong! Trui begint van 'n „geheim" tezwee- ten! 't Bérst er uit! Maar 's middags, 't was Zondag 'gaar ginnen weer om te schieten, de pijlen waaien com pleet uit de baan mee die bolle Westers, maar 's middags dan, als we in „de Gouwen" ons propke legden, dan vroeg den Fielp: „zeg, Dré, his 'r van de week feest bij juilie thuis?" „Feest?? Hoezoo?? 'k Weet van niks!" „Oowbromde den Fielp: „dan ek hal teveul gezeed" Ik keek 'm 'ns deur m'n ooghorkes aan, vroeg niks. Want 't is mee den Fielp sjuust andersom als mee Trui: den politieken bakker is mee „ge- eimen" zoo lekker als kip. Maar dan begost ik toch wel iets te begrijpen. Den Eeker! Meteen moest ik zachtjes lachen. Ik voelde m'n lippen rekken. „Piek," zee den bakker. „Pas," zee den Jaan. „Veur de negen," booi ik. ,As ge maar wit, ik heb nog nóóit 'n feest bu oe" overgeslagen en ik ben nie van plan daarin verandering te brengen," zee den Blaauwe. „Zeg liever wa ge spuit, memmert!" viel den Fielp uit. „Ik speul pas," zee den Blaauwe droog, 't Lukte me nie, 'k kwam 'nen slag tekort- Terwijl ik betaalde aan den pot die alweer gèèf vol komt veur 'n uitstapke naar den Anvers, vroeg den Blaauwe: „Groote bestelling gekregen, Fielp, veur 't feest?" „Van wie?" „Van hum, gatsamme!" „Van den Dré? Die eeft nog nooit veur héén alf centimeke bij me besteld!" Ik zweeg maar, want ik voelde wel aankdhien dat, bij 't minste wa'k los zou laten, 't heele span ter feest verschijnen zou. En 't is deus tij al druk genogt veur Trui! Zij wordt óok 'n dagske ouwer. Na 'n half uur van verstrooide spanning kwam den Jaan nog 'n spieringske uitgooien. Terwijl ie aan z'n vingers likte om z'n kaarten te ste ken, zee-t-ie zoo langs z'n neus weg: „Tonia is altij nog sukkelend Wij keken op, in aandacht! „dus zij mot dan maar 'n uurke vroeger weggaan as 't soms wa laat wordt; da 's zekers wel goed, Dré?" „Lelaat wordt, Jaan 1" „Ik gaai maar 'ns prop," antwoordde-n-ie: „wie gaat er mee? Ja, laét wordt 't, Dré, op da partijke van Jou!" „Tuurlijk is da goed," zee den Blaauwe mee 'n bar-doodgewoon gezicht: „wa zou daar nou teugen zijn? Nie waar, Fielp?" „Hallicht; hons kent hons," vond den bakker: „has 't mensch toch nie lekker is....!" Ge verstaat, amico, ik wierd zoo gaandeweg, op deskundig-Ulvenhoutsche manier, lijk 'n rup senpop ingesponnen in 't weefsel van 'n feest, waarvan ik eigens nog nie veul méér wist, dan degasten." „Wanneer is 't Fielp?" vroeg den Blaauwe: „want 'k zou tenminste geren veuruit wéten, wanneer ik vrij mot zijn. t Is drukken tijd en 't komt eigenlijk vrekt slecht gelegen," zee den huichelèèr „Dinsdag!" zee den Fielp kordaat: „den helfden zoogezeed!" „Oowantwoordde-n-ik toen: „is 't Dins dag?" Maar daarop wierd nie ingegaan. De bakker zee: „piek." En mee stalen tronies wierd er verder gekaart. Als we na ennigte uren uit mal kaar gongen, dan verzekerden de sjandoedels mij: „dat 't wel moeilijk uitkwam, maar da 'k Dinsdag toch wel op huilie rekenen mocht1" Daar zat veur mij nie veul anders op, dan 's Zondagsavonds mee Trui 'ns te praten over 't geval. En als ik haar alles had uitgelegd, eigenlijk min of meer niee 'n zelfde tronie als waarmee de proppers mij 'nen heelen middag hadden te grazen genomen; ja, wat doede in zoo'nen toestand? dan gongen we eerst maar 'ns in den kelder op snuffel, om uit te zoeken, wat den Eeker daar nou eigenlijk klaargemokt had. In 'n hoekske, achter wat mandengerei en onder 'n juten zakske vonden we negen kruiken bier en éen flesch limonade staan! Stillekes moesten we efkes kijken naar deus heimelijke veur bereiding van den Eeker, veur z'n feest. ,,'t Is toch 'n aarig jonk," docht Trui toen hardop. Ze schudde zoo 'ns langzaam heuren kop, dekte toen 't „bacchanale" stilleven weer prontjes toe, onder 't eerpelzakske. 't Was daar in den stillen kelder nie veul dag meer. 'Nen dikken schemer leek vermengd mee de dompige koelte en den eerdelucht kelders eigen. Ons stem klonk er wat hol. Onwillekeu rig spraken we dus wat zachter en dat mokte 't geheimke van den Eeker van nog 'n bietje meer gewicht ,,'t Is 'n aarig manneke," zee Trui weer. En toen: „Kek 's Dré, we motten van dieën dag iets maken." „Vaneigens! Vaneigens!" antwoordde ik grèèt. Ziezoo, 't feest stond vast! ,,En we laten 't jonk nie alléén opdraaien veur de kosten," zee Trui en meteen dwaalden 'r oogen weer naar 't Eekerhoekske, waar ie zijnen feestelüken voprraad had geborgen als 'nen éch ten eeker, die zijnen winterprovisie bergt onder de herfstblaren in 't bosch. ,,'k Zal mergen, als den Fielp z'n brood brengt, ook efkens mee hum spreken," bedisselde Trui wijers. „En dan, Dré, we motten mee den klei nen Dré 'ns uitmaken, wat den Eeker 't beste van pas zal komen; 't zal trouwens wel uit draaien op dingen veur zijnen leerdij, denk ik, maar daarin kan den Dré ons toch 't beste aan 'n ideeke helpen." Zóó, amico, wierd Zondagavond daar in den stillen schemer van den kelder den Eeker z'n feest in malkaar gezet. Dinsdagmorgen ja, dan gong 't in de vroeg te allegaar zoo zijnen gewonen gank. Om vijf uren waren we al aan den frambozenpluk; deus kostelijke vrucht heeft 't best gedaan van 't jaar! Schoonen oogst! We hebben tóch niet te klagen deus jaar. Onz' aardbeien, in teugenstel- lang daarveur mee andere dorpen, hebben 'nen schappelijken oogst engoeie prijzen opge leverd! Onze bosschen hielden den schralen wind van de leste maanden veul teugen! Veural veur 't fruit was dat in Ulvenhout 'n groote! Prui men staan overdadig!! Schoone en overvloedige vrucht. Peren en appels beloven 'nen behoor lijken oogst. Maar de gewassen van den gróóten oogst, de granen, hebben nog al gelejen van de droogte. Den rog heeft nie gestuifd; 'k verwacht weinig en middelmatigen korrelopbrengst. Haver en garst staan beter, d.w.z.: op den lagen grond. Op hoogeren grond is 't minnekes gesteld. Maar, lijk gezeed, den fruitoogst is puik. Als ge nagaat dat fruit altij nog 'n bijproduct is veur Ulven hout, maar dat er toch d' afgeloopen week nog 'n zestig duuzend kilo wierd aangevoerd veur de veiling, dan is dat veur onzen doen, Ulven hout is nie groot, toch nog ginnen dunne op 'nen riek! Onzen tuinbouwsecretaris is dan ook best content en zijn mindere of meerdere tevre- jenheid is zooveul als 'nen barometer veur den stand van 't Ulvenhoutsch gewas en zijnen op brengst. Maar genogt: ik zeg: Dinsdagmergen dan gong 't in de vroegte allemaal zoo zijnen gewonen gank. Zekers, we hadden den jubilaris wel gefeliciteerd, maar om zeuven uren, bij 't tweede ontbijt, dan kwamen de cadeaux eerst op tafel! Van Trui twee prachtige leerboeken, mee gekleurde prenten, over plant- en dier kunde. Den Dré was bij den meester, die den Eeker leert, gaan informeeren daaromtrent. Al lee, wat was 't manneke blijHij veegde, veegde, borstelde en wreef z'n handen zenuwachtig af aan z'n broek en dan, mee de topkes van z'n vingers blaarde-n-ie de boeken deur. „Hoe wiste 't toch, hoe wiste 't toch zoo goed?" vroeg ie telkens mee 'n heesche stem en dan stonden z'n oogen troebel van geluk, dankbaarheid en van onverwachten rijkdom! ,,'k Had ze toch zoo noodig," fluisterde-n-ie weer: „maar ze waren zoo duur, ee." Dan kost ie 't nie meer binnen- houwen, 'n dikke traan tippelde over z'n sproe ten en dan zee-t-ie: „guilie zijt veuls te goed veur me." Van Dré III kreeg ie 'n groen vilten hoeike, (z'n eerste!) 't Manneke koopt niks veur z'n eigen), want den Dré had al dikkels gemerkt, had ie ons verteld, dat den Eeker Zondag zoo intersant naar den Dré z'n groene jagershoeike keek. Nou, dat schot zat óók in den roos! 't Hoeike zakte wel glorieus over heel 't sproe tenstelsel, maar er mocht geruild worden! Wat was ie trotsch, den Eeker! „Dré", lachte- n-ie zenuwachtig: „As wij nou Zondags allebei mee onzen groenen hoed naar de kerk gaan, dan zullen ze denken dat wij bruurs zijn!" „Ben ik ook bang veur," gekte den Dré: „Maar daar mot g'oew eigen maar niks van aantrek ken, Eeker!" Ik gaf 'm 'n spaarbankboekske en 'n ferme doos sigaretten. 't Manneke was van al de gaven zoo geroerd, dat ie nie eten kost. Z'nen koffie stootte-n-ie om. Z'n oogen zwommen als gejaagde vischkes deur z'nen kop. En telkens zee-t-ie mee 'n eesche stem, lijk 'n verstrooid oudmanneke: ,,'t Is te veul. 't Is te veul. Veuls te veul En dan schoten z'n snelle oogen weer naar den stoel, waarop ie de cadeaux zooiank had neer gelegd. Toen kwam Driek Frijters, den postboot. En.... die brocht 'n gekleurde prentkaart, waarop 'n vaas blommen mee gouwen krullet ters: „Hartelijk gefeliciteerd VeurSjaak Hoppenbrouwers, p/a. Dep Dré van Ulvenhout. „Is dat hier terecht?" vroeg den Driek on- geloovig. „Jah!" kwekte den Eeker 'k had 'm nooit zoo op zien springen „da's veur mij, Frijters!" Den Driek keek mü aan, ik knikte. „Verroest," dee den Dré verwonderd: „Da's 't eerste wa 'k weet. Hiette gij Sjaak, Eeker?" „Van m'n moeder, van moeder en vader hee- t-er ok zijnen naam opgezet," zee den Eeker beduusd. „Kek maar: Rinus Hoppenbrouwers, dat is ie!" En nou kunde me gelooven of niet,- amico: 't manneke was blijer mee die kaart dan mee al z'n cadeaux. Hij laat iedereen die kaart zien. „Kek 's, van m'n moeder en van m'n vader, veur mijnen verjaardag!" Den Dré is stillekes de ouwelui Hoppenbrou wers gaan halen mee de sjees en 't is 'n ver jaardagspartij geworden, amico, afijn, op z'n Ulvenhoutsch! De propclub was voltallig present en den Eeker presenteerde maar sigaren; we kosten nie rap genogt rooken. 'n Kist van hon derd had ie gekocht, die had verborgen gestaan op z'nop z'n „woonwageltje". En als de ouwers vernamen dat den Eeker volgend jaar onderwijzersexamen zal doen, dan geloof ik, dat den ouwen Rinus aanvechtingen kreeg om „u" te gaan zeggen teugen z'nen zeun! Allee, van dat keareltje beleven we veel pla- zier. 't „Personeel" dat mijnen compagnon, Dré III, had aangenomen 'n groot jaar gelejen, is 'nen sjuusten zet van 'm gewist als jongen pa troon! 't Was 'nen schoonen dag! De kameraads hadden 't natuurlijk, al weer goed veurvoeld den lesten Zondag Maar nou schei 'k er toch af. Veul groeten van Trui, Dré ni. den jubilaris en als altij gin horke minder van oewen t. a v. DUE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 7