Een onvergetelijke verjaardag
Verfilming van
„Boefje"
„Bent U de
secretaris
ONS „REISSPROOKJE"
5S
tf-
#e!'
ode"
K9'
or
eo
ZONDAG 16 JULI 1939
a#
v<*andag begint regisseur Sierck
Ket zijn arbeid te Filmstad
yen
Eén sigaretteneindje
één enkele lucifer is im
mers ol méér dan genoeg
om een heel bosch in
vlammen ie doen opga on
ROOKT NIET IN BOSCH OF HEI
Nederland moet tourist-
minded worden
Acht V.V.V.'s in de provincie
namen een goed initiatief
Stertochten
Employé van Haagsche firma
wilde deze een bedrag van
j 125.000 afzetten
Geslaagde truc van
politie-inspecteur
STEUNREGELING VOOR
1NLANDSCHE ROGGE
Ir. C. PH. MOERLANDS
Afscheid genomen als directeur
van Rijkstuinbouwschool
Sluiting der inschrijving
op 19 Juli a.s.
Twee weken voor 122
GELDLEENING GEMEENTE
's-GRAVENHAGE
Nieuwe zegels
Monaco
hmnnhmvs*
MONACO.!® RÖCHÊR. a XVJil Sj
BRABANTSCHE BRIEVEN
Den Eeker was meer blij met 'n ansicht van moeder,
dan met veul cadeaux
Vc^fchien kunde oew eigen herinderen, dat
ta» jaar Juli, op 'nen regenachtigen Maan-
Vetzoo 'nen dag dat ge efkes den zomer
Icifp orncJat 'r van den heelen dag gin zon-
tej, bespeuren valt en den overdaad van
ïjj "*ater den buiten in 'nen klammen Herfst
hpw zeg, misschien kunde oew eigen nog
«e v!feren, dat op zoo'nen dag, 's avonds, als
De,, '"den al gesloten waren, den kleinen Dré
t)c,n teeval ontdekte, dat den Eeker jarig wasr
laatd °P 't opkamerke, doende mee z'nen
ïahtftvratie, dat bespeurd op den Eeker z'n
u6" k?agmcrSen, als Trui in d' Hoogmis zat en
te);>:so, c'ben Dré aan 'tr peerdrijen was in de
At meu, ik in m'n krant den Kabinetscrisis
k(vam te kienen veur Colijn, (maar den puzzel
®kker hie uit), dan viel 't me op, dat den
*ff 0' "aar aan de tafel, over z'n boeken den
s'herg 2at te staren. Ja, zoo Zondags, als ie
k3" Ier-*,8. 'n Paar uurkes mee me alleen zit,
lk Ue 'e nog geren. Eiken geschikten oogen-
laq, a?rnt ie waar, deus eigenaardig tiepke. En
Aur ie leert, dan bestaat er niks anders
dan z'n boeken. Maar nou....?!! Hij
bii. docht me. En da 's iets bezonders.
i
lift
0$
nl f?in*
bied
of
vijf maanden van harden voorberei
dden arbeid zullen Maandag de opnamen
*an de film „Boefje" in Filmstad te Den
aag beginnen. Reeds staan de huizen ge-
"^tseld, de lampen gericht.
Ü^'iof Sierck, de regisseur, heeft ons enkele
^'khtingen gegeven omtrent 'de opvattingen, die
jj" zuilen leiden bij de verfilming van „Boef-
|;r^5t was eenigen tijd terug, dat de heer Ter-
op Van het City-concern hem in Parijs kwam
Roeken en hem de vraag stelde of hij gene-
je„ *as de verfilming van Brusse's boek „Boef-
re8'sseeren. Boefje? Wat is Boefje? Ik
Boefje niet, was het antwoord.
fyr[aciat de heer Sierck zich eerst een Duitsche
en vervolgens het origineel van Brusse's
flat ln aangeschaft, heeft hij medegedeeld,
"ij zeer enthousiast was voor een filmwerk
ei ®'t. dat teruggreep in de historie van zijn
Jeugd. Ook hij had zooveel herinneringen
n in het havenkwartier eener grootstad, n.l.
daburg.
Vc^aar de tekst als zoodanig had bezwaren en
^deelen. De nadeelen waren deze, dat het
flit °I) ziel1 te artikelsgewijze, te veel als
Was geschreven- zou noodig zijn de
beu meer te concretiseeren, nochtans met
;j]?°ud van vele litteraire close-ups, die in de
Ci i Zeer S°ed verwerkbaar zijn. In overleg met
dj, Zuckmayer en Jaap van der Poll is ten
ten een kruikbaar draaiboek tot stand geko-
v.öe spelers: dat was voor den regisseur geen
want hij kende ze of leerde ze kennen en
r,,.° ■net één oogopslag, dat er vele geschikte
Jdschen onder deze Nederlanders waren: som-
'8e van beroep tooneelspelers, maar met na-
Hjke allures, andere dilettanten, zoo te zeg-
1 jongens-van-de-straat, maar met 'n volko-
typeerenden aanleg. Dat zijn dus de men-
die als ze slagen, de vereerde klasse der
ntdekten" zullen vormen.
geven hier nog de rolverdeelingBoefje
q van Ees. Pietje Puck Guus Brox, vrouw
J°Vers Enny Heymans Snijders, vader Grovers
j et Bron, grootvader Piet Kohier, flodderma-
y Bi Mien Duymaer van Twist, pastoor Albert
rC1 Dalsum, huishoudster van den pastoor Nel
iJsth°ut, prior G. Tersteeg, broeder Nardus
?„to« Roemer, broeder Severus Mathieu van
ysden, broeder Petrus Cor Dommelshuizen,
j. ychiator Jan C. de Vos, president van de
j,^htbank Henri de Vries, advocaat van boefje
S van Dijk, verdediger van Pietje Puck Jules
.;r5traete, officier van justitie L. Eringa, rech-
B. v. d. Werf, rechter W. van Duin, griffier
v. Buuren, deurwaarder Johan Boezer, agent
s?n Politie Theo van Vliet, directeur van de
t], atKevangenis J. Liesting, voorzitter Pro Juven
al J. Stapelveld, vrouw op de kermis Emmy
vrb°Us, uitdrager S. de Vries, dronken man Tony
r.'fWey, schoorsteenveger W. Versteeg, winkelier
bus Oster, vischvrouw mevr. Balledux, mevr.
^flens Hélène Berthé.
w regisseur zal er naar streven de sfeer en
Milieu van 1912, den tijd, waarin het ver-
>ya' speelt, te bewaren. Nochtans wil hij ver
fden een costuumfeest van de vertooning te
sken: de costuums moeten niet de aandacht
-kken en daarom stelt Sierck zich voor de
j e"schen in pakjes-van-vandaag te laten rond
den.
^oor de verfilming is studio Filmstad thans
6elieel gereed. Groote hooge stellages zien er
ter den vreemdeling uit als een doolhof, maar
■Hls
sleet.
'Pen den weg weet bemerkt men al spoedig
Pauwe straatje waar „Boefje" zijn jeugd
-De huiskamer aan de eene zijde, de voor
eer van de buurvrouw aan de andere geven
tycht op de twee meter breede steeg, die een
a'D°otsing is van de Vlasgang te Rotterdam.
v Eibers vindt men de kamer van den meneer
5Bro Juventute; stukken en brokken staan
b'Paast: dat moet de rechtzaal worden,
hew 8root schema, het werkprogram van de
y, onderneming laat zien wat dagelijks ver-
tat moet worden. Een lesrooster gelijk, die
tot 20 Augustus. Dan is 't vacantie!
Het is een niet te ontkennen feit, dat het
buitenland beter op het vreemdelingen-verkeer
is ingesteld dan ons eigen land. Niettegen
staande hiervoor verschillende aannemelijke
redenen aanwezig zijn, zal men ten onzent
toch moeten trachten hierin zooveel mogelijk
verandering te brengen en Nederland „tourist-
minded" te maken.
Er doet zich tengevolge van de huidige poli
tieke constellatie een gunstige omstandigheid
voor, waarop de betrokken personen en in
stanties zich zakelijk moeten instellen.
Het animo, om de vacantie in het buitenland
door te brengen is om politieke redenen wel
eenigszins verminderd. Hieruit volgde, dat de
belangstelling voor het eigen land grooter is
geworden, want het zou niet menschelijk wezen,
wanneer men in de vacantia dan toch geen
ontspanning zou zoeken.
De A. N. V. V. (Alg. Ned. Ver. Vreemd. Ver
keer) heeft deze situatie begrepen en den laat-
sten tijd beraamt zij plannen, om Nederland
voor het onderling- en in de toekomst voor
het internationaal touristenverkeer meer po
pulair te maken. Ook de Prov. Bonden begrij
pen dit, maar zooals dit vaker gebeurt, het
initiatief komt wel eens van anderen af.
Een achttal V. V. V.'s (Amersfoort, Baam,
Soest, Soesterberg, Hilversum, Zeist, Den Dol-
der, Bilthoven-de Bilt) vatten het plan op een
z g. streekplan (men houde deze plannen goed
uit elkaar, nu er meer gekomen zijn!) op te
stellen, waarvan de bedoeling is, dat den
vreemdelingen, die zich in een bepaalde perio
de in een dezer plaatsen of hun omgeving op
houden, op de een of andere wijze hun ver
blijf attractief en interessant wordt gemaakt.
Door de V. V. V. Bilthoven-de Bilt zal in
het kader van dit streekplan (o. 1. v. een
streek-commissie op Dinsdag 25 Juli een ster-
tocht van uit haar plaats worden georgani
seerd, tot deelname waaraan de andere zeven
V. V. V.'s de pension-, hotel- en andere gasten
zullen opwekken.
Ook particuliere inwoners kunnen zich aan
melden, allen bij hun V. V. V.'s ter plaatse.
De deelnemers uit Utrecht geven zich di
rect op bij de V. V. V. Bilthoven: Julianalaan 4,
teL K 34022721.
De tocht zal gemaakt worden per touringcar
en dan zal achtereenvolgens 'n bezoek worden
gebracht aan de Eikensteinsche bosschen, de
Mauritshoeve (met thee), Gem. Huis „Jagt-
lust", Metereologisch instituut (uitwendig) en
tot slot aan het Van Bofitzeiaerpark.
Het idee tot organisatie van dit soort toch
ten verdient toegejuicht te worden. Wanneer
andere V. V. V.'s zich op deze wijze eveneens
gaan combineeren, zal dit onze provincie ir,
meerdere opzichten ten goede komen.
Door de genoemde V. V. V.-combinatie zal
bovendien nog een streekkaartje worden uit
gegeven, waarop diverse wandel- en fietstoch
ten zijn uitgestippeld.
We kunnen nog mededeelen, dat op Woens
dag 2 Augustus en Dinsdag 8 Augustus soort
gelijke tochten, resp. vanuit Baarn en Zeist
zullen georganiseerd worden, eveneens onder
deskundige leiding.
De Haagsche politie heeft een goeden slag
geslagen met de arrestatie van een inwoner
van Schiedam, die het de directie van een
groote onderneming te Den Haag reeds drie
maanden lastig maakte.
De directie dezer onderneming ontving onge
veer drie maanden geleden een anoniem schrij
ven van iemand, die zich noemde „ambtenaar
van de invoerrechten en accijnzen". De schrij
ver beweerde, dat de onderneming ongeveer één
tot anderhalf millioen gulden per jaar aan in
voerrechten op een bepaald product ontdook. Hij
zeide, de eenige te zijn, wien dit bekend was en
vroeg voor zijn stilzwijgen een bedrag' van
125.000. Na ontvangst van dezen brief, die in
Schiedam was verzonden, stelde de onderneming
zich in verbinding met de invoerrechten en ac
cijnzen. Deze stelden een onderzoek in, waarbij
bleek, dat van ontduiking door de onderneming
geen sprake was en ook bestond er geen aan
wijzing, wie onder haar ambtenaren de schrijver
van den brief kon zijn. Toen nog meer brieven
van gelijken inhoud volgden, mengde de direc
teur der onderneming de Haagsche politie in
het geval, doch ook haar onderzoek bleef zonder
resultaat. De schrijver vroeg in een van zijn
brieven een gedachtenwisseling per advertentie
in een Rotterdamsch dagblad, welke correspon
dentie met voorkennis van de politie geschiedde.
De schrijver noemde zich daarin „Jan", de onder
neming ,,A". Dezer dagen werd de directeur op
gebeld door „Jan", die echter zeer huiverig was
om een afspraak te maken, hetgeen de directeur
had voorgesteld. Deze vroeg den anonymus, of
deze de zaak wilde afhandelen met zijn secre
taris, voor wien hij een willekeurigen naam op
gaf, n.l. Van Wijk. Doch ook hierop wilde de
briefschrijver niet ingaan.
Vrijdagavond echter ontving de directeur een
telegram, waarin verzocht werd den secretaris
naar de eerste klasse wachtkamer van het sta
tion Hollandsche Spoor te zenden, om hem later
met den trein van 22.02 uur in de eerste klasse
naar Dordrecht te sturen. Nadere instructies
zouden volgen.
Een Haagsche politie-inspecteur volgde als
secretaris de aanwijzingen op. Een- kruier over
handigde hem in de wachtkamer enkele briefjes,
op één waarvan stond „openen in den trein". In
den opgegeven trein volgde de inspecteur deze
aanwijzing op en las, dat hij in Schiedam moest
uitstappen, vijf minuten op het perron moest
wachten en vervolgens zich naar den uitgang
moest begeven. Toen de inspecteur het station
in Schiedam verliet sprak een man hem aan.
die vroeg: „Bent u de secretaris?" De inspecteur
beaamde dit en een kort gesprek volgde met den
man, die zeer zenuwachtig was.
Op een vraag naar het geld overhandigde de
inspecteur hem een couvert, met vele zegels voor
zien, doch voor alle zekerheid trok hij tevens zijn
revolver en arresteerde den man. Deze werd me
degenomen naar Den Haag, waar hij een volle
dige bekentenis aflegde. Hij bleek te zijn een
48-jarige employé van de onderneming, in Schie
dam woonachtig. Zelf had hij de reis naar
Schiedam medegemaakt in een derde klasse
wagon, zoodat hij steeds in de nabijheid van den
„secretaris" is gebleven.
De minister van Economische Zaken is
'voornemens bij het begin van den nieuwen
rogge-oogst een belangrijke wijziging in de
steunregeling vcor inlandsche rogge aan
te brengen.
De nieuwe regeling wordt mede getroffen om
laan de bezwaren, welke zich voor den geheelen
graanhandel dus ook voor den handel in
andere granen dan rogge deden gevoelen zoo
veel mogelijk tegemoet te komen.
Het gevolg van het gewijzigde stelsel is, dat
voor inlandsche rogge een richtprijs zal worden
ingesteld, welke wekeijks zal oploopen. Deze
richtprijs zal gelden voor rogge, geleverd ter
gebruikte leveringsplaats, waarbij de vracht vcor
rekening van den verbouwer, maar de verdere
kosten, als gewoonlijk, voor rekening van den
kooper zijn.
De minister heeft den richtprijs voor de rogge
gesteld op ƒ7.35 per 100 K.G. op 31 Juli, met
een verhooging van 3 cent per week tot en met
de laatste week van Maart en 4 cent gedurende
de 4 weken van April, waarmede het hoogste
punt zal zijn bereikt.
De Nederlandsche Akkerbouwcentrale zal aan
roggehandelaren de gelegenheid geven om onder-
bepaalde voorwaarden met haar koopcontracten
aan te gaan voor binnenlandsche rogge, waar
van de levering op een in het contract bepaald
tijdstip of zooveel eerder als de Nederlandsche
Akkerbouwcentrale wenschelijk zal voorkomen,
zal geschieden, ingevolge de bepalingen van
het contract zal de handelaar de rogge van den
teler op basis van den richtprijs moeten koopen
en wel binnen betrekkelijk korten tijd na de
afsluiting van het contract. De Nederlandsche
Akkerbouwcentrale neemt van den roggehande-
laar de aldus aangekochte rogge over op basis
van den op het tijdstip der levering geldenden
richtprijs.
Indien door dezen maatregel het beoogde doel
nog niet mocht worden bereikt, kan de Neder
landsche Akkerbouwcentrale ook rogge recht
streeks van telers koopen, doch met nadruk
wordt er de aandacht op gevestigd, dat het in
de bedoeling ligt, hiertoe slechts in het uiterste
geval over te gaan.
Voorts zullen de volgende wijzigingen in de
bestaande regeling worden aangebracht.
De denaturatie-vergoeding voor rogge zal
voortaan wekelijks (achteraf) door de Neder
landsche Akkerbouwcentrale worden vastgesteld.
Ter vaststelling van de hoogte dezer vergoeding
ligt het in de bedoeling, althans in den beginne,
uit te gaan van een prijs voor gedenatureerde
rogge, welke in verband- met de voederwaarde
van rogge en mais, ongeveer een gulden lage'
ligt dan die van mais.
De invoer van rogge voor voederdoeleinden
zal slechts met voorafgaande toestemming van
de Nederlandsche Akkerbouwcentrale kunnen
geschieden en onder door haar te stellen voor-
Waarden. Voor den invoer van bakrogge za'.
eveneens toestemming van de Nederlandsche
Akkerbouwcentrale noodzakelijk zijn, terwijl ga
rantie, dat de betrokken partij rogge inderdaad
voor menschelijke consumptie zal worden ver
werkt, in den geest van de z.g. N.G.C. tarwe-
condities (dus door middel van een kettingver
klaring) dient te worden gegeven.
Het voor buitenlandsche rogge geldende mo
nopolieprijsverschil zal periodiek door de Ne
derlandsche Akkerbouwcentrale onder goed
keuring van den minister van Economische
Zaken worden vastgesteld. De restitutie bij den
uitvoer van rogge, zal, voor elke uit te voeren
partij afzonderlijk, door de Nederlandsche Ak
kerbouwcentrale worden vastgesteld. Derhalve
is, ingeval van uitvoer van rogge, voorafgaand
overleg met de Nederlandsche Akkerbouwcen
trale noodzakelijk.
Dcor de genoemde maatregelen zullen de hui
dige bepalingen betreffende roggebloem mede
wijziging moeten ondergaan.
De aandacht van telers wordt er nadrukkelijk
op gevestigd, dat zij dienen mede te werken aan
een regelmatig aanbod van de rogge.
In het raadhuis te Boskoop heeft de direc
teur van de Rijkstuinbouwschool, ir. C. Ph.
Moerlands, wegens het bereiken van den pen
sioengerechtigden leeftijd afscheid genomen.
Onder de vele aanwezigen bevond zich de di
recteur-generaal van dpn Landbouw, ir. A. L.
H. Roebroek, die den heer Moerlands mede-
deeling deed van zijn benoeming tot officier in
de orde van Oranje-Nassau.
Velen vragen ons den dag der slui
ting voor de inschrijving nog iets uit
te stellen omdat ze nog een beslis
sing moeten nemen. We kunnen ech
ter met het oog op het reserveeren
van het noodige goede logies enz.
moeilijk langer wachten dan tot en
met 19 Juli. Wie zich later opgeeft
heeft het aan zich zelf te danken
wanneer hij of zij niet mee kan.
Vraag daarom een geillustreerd
prospectus aan en neem nu een beslis
sing: geef u op aan de Vereenigde
Katholieke Pers, 't Kasteel van Aem-
stel, N. Z. Voorburgwal 6573,
Amsterdam, telef. 46878, onder stor
ting der reissom (f 122 en f 3
administratiegeld) op gironummer
22884.
Onze reis duurt twee volle weken
en men reist daarvoor door de
schoonste streken van Europa en
bezoekt de beroemdste steden. We
vertrekken Maandagmorgen 7 Augus
tus en komen pas Zondagavond 20
Augustus terug. Zelfs geen pas noo
dig.
B. en W. van 's-Gravenhage stellen den raad
vcor een onderhandsche 3'/2 pCt. rentende
geldleening op eenvoudige schuldbekentenis aan
te gaan, groot nominaal f 1.000.000, af te lossen
in uiterlijk 25 jaren.
Zooals we in een vorig artikel beloofden, ko
men wij thans terug op de door Monaco ten
voordeele van het „W eldagiheidswert"
uitgegeven serie frankeerzegels.
Het vorstendom wil ons door deze zegels
een kort overzicht geven van zijn geschiedenis
van vóór 1814.
De oudste geschiedenis van Monaco in
oude bronnen Monoikos genaamd verhaalt
ons van talrijke gevechten tusschen de aldaar
gevestigde Liguriërs en de binnendringende
Romeinen.
In 122 vóór Christus werd Monaco een Ro-
meinsche provincie.
Na de vijfde eeuw, toen het Romeinsche Rijk
inéénstortte, baanden de barbaren zich bij hun
aanvallen op Italië een doorgang door dit land,
met de daarmede gepaard gaande plunder
tochten.
De door Karei den Groote gebrachte rust
was slechts van korten duur, want de aan het
einde van de 8ste eeuw telkens van uit Spanje
binnenvallende Moren en Sarracenen maakten
deze kustgebieden tot woeste en verlaten stre
ken.
De definitieve rust kwam eerst in het laatste
gedeelte van de 10e eeuw na de verdrijving der
Sarracenen, die in de Alpen door graaf Guil-
laume de Provence verslagen waren.
In 1191 kwam de souvereiniteit over Monaco
bij Genua.
Gedurende den strijd tusschen Welfen en Gi-
bellijnen was Monaco nu eens in handen van
de eersten, dan weer van laatstgenoemden.
Ten slotte werd Charles I Grimaldi wiens
familie tot de Welfenpartij behoorde heer
van Monaco.
Na talrijke wisselingen van meesters (waarbij
vooral de invloed van Genua een groote rol
speelde) wordt Monaco ten slotte onder de Gri-
maldi's onafhankelijk vorstendom.
De eerste zelfstandige vorst was Jean Gri
maldi (1427—1454). Hij werd opgevolgd door
zijn zoon Latalan (14541457).
Deze benoemde tot universeel erfgename zijn
moeder Pomelline Fregoso en na haar zijn min
derjarige dochter Claudine, die gehuwd was met
Lambert Grimaldi.
Deze laatste kreeg met vele tegenstanders
te kampen, werd ten slotte echter de situatie
meester en verkreeg van den Franschen Koning
de erkenning van Monaco's onafhankelijkheid
Hij 'stierf in 1494 en werd opgevolgd door
Jean II Grimaldi (1494—1505). Deze werd ver
moord door zijn broeder Lucien, die hem op
volgde.
Hier begint het deel der geschiedenis van
Monaco, dat door de weldadigheidsserie in beeld
is gebracht.
In dit tijdvak zien we den langzamen over
gang van de nog onrustige tijden der Italiaan-
sche renaissance naar de rustiger perioden der
17e en 18e eeuw.
De eerste zegel 5 c 5 c bruinzwart geeft
ons het beeld van Lucien Grimaldi 15051523.
Hij regeerde 18 jaren, tot hij door zijn neef
Berton Doria om het leven gebracht werd.
Zijn broer Augustin, bisschop van Grasse,
volgde hem op en regeerde 9 jaren. Hij stelde
zich onder bescherming van Karei V, Koning
van Spanje.
Hij werd opgevolgd door zijn, toen 10-jarigen,
neef Honoré I, voor wien Etienne Grimaldi het
bestuur waarnam.
Honoré I werd achtereenvolgens opgevolgd
door Charles II en Hercule I.
Honoré II volgt hem op. De 10 c 10 c bruin-
lila toont ons zijn beeltenis. Hij regeerde tot
1662 en noemde zich Prins van Monaco. Onder
hem eindigt na een ruim 100-jarig bestaan het
door Augustin, bisschop van Grasse, ingestelde
Spaansche protectoraat. Monaco komt nu onder
Fransche bescherming (Verdrag van Péronne
1641).
De 45 c 45 c groen toont ons zijn zoon en
opvolger Louis I (16621701).
Hij huwde met Charlotte de Gramont, die op
den volgenden zegel, 70 c 30 c lila staat af
gebeeld.
Na zijn dood volgde zijn zoon Antoine I hem
op. De 90 c 35 c paars geeft ons zijn portret.
1 f 1 f blauw stelt voor de Prinses van
Lotharingen, echtgenoote van Antoine I.
Hun dochter Louise-Hippolyte nam de regee
ring in 1731 over. De 2 f 25 1 f 25 blauw
groen geeft ons haar beeltenis als jonge prinses.
Op de 2 f 2 f bruin is afgebeeld haar echt
genoot Due de Valentinois, die het bestuur ge-
gedurende de minderjarigheid van zijn zoon,
voor dezen waarnam. Onder den zegel staat
Jacques I 17311733.
Op den 3 f 3 f bruin-rood prijkt de meer
derjarig geworden Prins Honoré III. Aan de
regeering gekomen in 1733, bleef hij aan het
bewind totdat Monaco in 1793 bij Frankrijk
werd ingelijfd en Honoré III gevangen werd
genomen. Een jaar later herkreeg hij zijn vrij
heid, maar stierf reeds in 1795.
Eerst in 1814 herwon Monaco zijn vrijheid.
Misschien dat we binnenkort een aanvulling
krijgen van deze historische zegels met de Prin
sen van na 1800.
Tot besluit geeft de laatste zegel dezer serie
een gezicht op het Prinsdom.
ULVENHOUT, 13 Juli 1939
Amico,
yibcke wist 't wel zoo omtrent, maar hij
ktw1 -zoo dikkels" Jarig gewist en nooit had
^Us daarin ennigte aanleiding gezien om
k t sProetig, schrale armoedzaaierke daarmee
Vti' "jiteeren, dat ie nie beter wist of de ge-
fcftw - Cljtggfj „n«vionrnVi rrnncrp>r» WllriPn
van den mensch gongen zijnen
veurbij als die van 'n zwervenden
C*t: hebben 'm dat toen efkes Anders
^ke n hadden, toen al, veul mee 't man-
da>. 'Brui zette dalijk 'n „feest" in malkaar,
bu 'n ulvenhout alty rap gereed, en deus
"kom feest wiel'd veur den verrasten Sproe-
"S 'n onvergetelijk levensmoment!
Zeker moei, docht ik zoo, want 't is hard aan
pakken in deus tij!
Dan stond ie op, sloeg z'n boek dicht, na er
'n potlood tusschen gelegd te hebben.
„Efkes bodschap doen," bromde-n-ie zoo bin
nensmonds: „dalijk verom."
Na 'n minuut of vijf was ie ook terug, had
links en rechts iets onder z'n jaske verborgen.
Zonder naar mij te zien, gong ie recht naar
den kelder, daar hoorde-n-ik 'm gaan naar 't
uiterste hoekske waar ie 't een of ander weg
zette, beredderde.
Als ie weer boven kwam, mee 'nen donkeren
verlegen kop, bromde-n-ie weer: ,,'k Ben dalijk
verom." En werendig, weer na 'n minuut of vijf
kwam ie terug, weer iets aan beide kanten on
der 't jaske torsend, weer afdalend in den kel
der. En als ie weer boven kwam, den kop nog
donkerder, nog verlegener, dan bromde-n-ie
weer iets, da 'k nou niemeer verstaan kost, maar
weer wel beteekenen moest, dat ie „dalijk verom
zou zijn."
'k Wlerd na den derden keer toch veul nuuws-
gierig. Den kelder ingaan was nie goed meuge-
lijk, want hij was telkens te rap verom. Ik gong
dus 'ns kijken over 't gordijntje in de goeie
kamer. Daar zag ik 'm schuins den weg over
steken, naar„de Gouwen Koel." En kort
daarop er weer uit komen, mee „iets" onder 't
jaske, links en rechts.
Na vijf keeren zoo op-en-neer gewist te zijn
van onze kelder naar de „Gouwen Koei" gong
ie weer zitten achter z'n boeken, mee 'nen kop
zóó stroef, dat ge 'm eigenlijk niks vragen wou.
Sterker: van 't „geheim", dat ie daar veur m'n
oogen had „gepleegd", vertelde-n-ik ook niks
aan Trui, want 't Eekergeheim scheen zóó ge
heim te zijn, da 'k er zonde van mokte om 't
deur Trui te laten verballemonden. Want ge
kunt mee Trui alles beginnen, amico, éllcs,
maar iets stil houwen, neeë, da 's heur nie ge
geven. M'nen toeteloeris heur hart ligt op 'r
tong! Trui begint van 'n „geheim" tezwee-
ten! 't Bérst er uit!
Maar 's middags, 't was Zondag 'gaar ginnen
weer om te schieten, de pijlen waaien com
pleet uit de baan mee die bolle Westers, maar
's middags dan, als we in „de Gouwen" ons
propke legden, dan vroeg den Fielp: „zeg, Dré,
his 'r van de week feest bij juilie thuis?"
„Feest?? Hoezoo?? 'k Weet van niks!"
„Oowbromde den Fielp: „dan ek hal
teveul gezeed"
Ik keek 'm 'ns deur m'n ooghorkes aan, vroeg
niks. Want 't is mee den Fielp sjuust andersom
als mee Trui: den politieken bakker is mee „ge-
eimen" zoo lekker als kip.
Maar dan begost ik toch wel iets te begrijpen.
Den Eeker! Meteen moest ik zachtjes lachen.
Ik voelde m'n lippen rekken.
„Piek," zee den bakker.
„Pas," zee den Jaan.
„Veur de negen," booi ik.
,As ge maar wit, ik heb nog nóóit 'n feest bu
oe" overgeslagen en ik ben nie van plan daarin
verandering te brengen," zee den Blaauwe.
„Zeg liever wa ge spuit, memmert!" viel
den Fielp uit.
„Ik speul pas," zee den Blaauwe droog, 't Lukte
me nie, 'k kwam 'nen slag tekort- Terwijl ik
betaalde aan den pot die alweer gèèf vol
komt veur 'n uitstapke naar den Anvers, vroeg
den Blaauwe: „Groote bestelling gekregen, Fielp,
veur 't feest?"
„Van wie?"
„Van hum, gatsamme!"
„Van den Dré? Die eeft nog nooit veur héén
alf centimeke bij me besteld!"
Ik zweeg maar, want ik voelde wel aankdhien
dat, bij 't minste wa'k los zou laten, 't heele
span ter feest verschijnen zou. En 't is deus tij
al druk genogt veur Trui! Zij wordt óok 'n
dagske ouwer.
Na 'n half uur van verstrooide spanning kwam
den Jaan nog 'n spieringske uitgooien. Terwijl
ie aan z'n vingers likte om z'n kaarten te ste
ken, zee-t-ie zoo langs z'n neus weg: „Tonia is
altij nog sukkelend
Wij keken op, in aandacht!
„dus zij mot dan maar 'n uurke vroeger
weggaan as 't soms wa laat wordt; da 's zekers
wel goed, Dré?"
„Lelaat wordt, Jaan 1"
„Ik gaai maar 'ns prop," antwoordde-n-ie:
„wie gaat er mee? Ja, laét wordt 't, Dré, op da
partijke van Jou!"
„Tuurlijk is da goed," zee den Blaauwe mee
'n bar-doodgewoon gezicht: „wa zou daar nou
teugen zijn? Nie waar, Fielp?"
„Hallicht; hons kent hons," vond den bakker:
„has 't mensch toch nie lekker is....!"
Ge verstaat, amico, ik wierd zoo gaandeweg,
op deskundig-Ulvenhoutsche manier, lijk 'n rup
senpop ingesponnen in 't weefsel van 'n feest,
waarvan ik eigens nog nie veul méér wist, dan
degasten."
„Wanneer is 't Fielp?" vroeg den Blaauwe:
„want 'k zou tenminste geren veuruit wéten,
wanneer ik vrij mot zijn. t Is drukken tijd en
't komt eigenlijk vrekt slecht gelegen," zee den
huichelèèr
„Dinsdag!" zee den Fielp kordaat: „den
helfden zoogezeed!"
„Oowantwoordde-n-ik toen: „is 't Dins
dag?"
Maar daarop wierd nie ingegaan. De bakker
zee: „piek." En mee stalen tronies wierd er
verder gekaart. Als we na ennigte uren uit mal
kaar gongen, dan verzekerden de sjandoedels
mij: „dat 't wel moeilijk uitkwam, maar da 'k
Dinsdag toch wel op huilie rekenen mocht1"
Daar zat veur mij nie veul anders op, dan
's Zondagsavonds mee Trui 'ns te praten over
't geval. En als ik haar alles had uitgelegd,
eigenlijk min of meer niee 'n zelfde tronie als
waarmee de proppers mij 'nen heelen middag
hadden te grazen genomen; ja, wat doede in
zoo'nen toestand? dan gongen we eerst maar
'ns in den kelder op snuffel, om uit te zoeken,
wat den Eeker daar nou eigenlijk klaargemokt
had. In 'n hoekske, achter wat mandengerei en
onder 'n juten zakske vonden we negen kruiken
bier en éen flesch limonade staan! Stillekes
moesten we efkes kijken naar deus heimelijke
veur bereiding van den Eeker, veur z'n feest.
,,'t Is toch 'n aarig jonk," docht Trui toen
hardop. Ze schudde zoo 'ns langzaam heuren
kop, dekte toen 't „bacchanale" stilleven weer
prontjes toe, onder 't eerpelzakske.
't Was daar in den stillen kelder nie veul dag
meer. 'Nen dikken schemer leek vermengd mee
de dompige koelte en den eerdelucht kelders
eigen. Ons stem klonk er wat hol. Onwillekeu
rig spraken we dus wat zachter en dat mokte
't geheimke van den Eeker van nog 'n bietje
meer gewicht
,,'t Is 'n aarig manneke," zee Trui weer. En
toen: „Kek 's Dré, we motten van dieën dag
iets maken."
„Vaneigens! Vaneigens!" antwoordde ik grèèt.
Ziezoo, 't feest stond vast!
,,En we laten 't jonk nie alléén opdraaien veur
de kosten," zee Trui en meteen dwaalden 'r
oogen weer naar 't Eekerhoekske, waar ie zijnen
feestelüken voprraad had geborgen als 'nen éch
ten eeker, die zijnen winterprovisie bergt onder
de herfstblaren in 't bosch.
,,'k Zal mergen, als den Fielp z'n brood brengt,
ook efkens mee hum spreken," bedisselde Trui
wijers. „En dan, Dré, we motten mee den klei
nen Dré 'ns uitmaken, wat den Eeker 't beste
van pas zal komen; 't zal trouwens wel uit
draaien op dingen veur zijnen leerdij, denk ik,
maar daarin kan den Dré ons toch 't beste aan
'n ideeke helpen."
Zóó, amico, wierd Zondagavond daar in den
stillen schemer van den kelder den Eeker z'n
feest in malkaar gezet.
Dinsdagmorgen ja, dan gong 't in de vroeg
te allegaar zoo zijnen gewonen gank. Om vijf
uren waren we al aan den frambozenpluk; deus
kostelijke vrucht heeft 't best gedaan van 't
jaar! Schoonen oogst! We hebben tóch niet te
klagen deus jaar. Onz' aardbeien, in teugenstel-
lang daarveur mee andere dorpen, hebben 'nen
schappelijken oogst engoeie prijzen opge
leverd!
Onze bosschen hielden den schralen wind
van de leste maanden veul teugen! Veural veur
't fruit was dat in Ulvenhout 'n groote! Prui
men staan overdadig!! Schoone en overvloedige
vrucht. Peren en appels beloven 'nen behoor
lijken oogst. Maar de gewassen van den gróóten
oogst, de granen, hebben nog al gelejen van de
droogte. Den rog heeft nie gestuifd; 'k verwacht
weinig en middelmatigen korrelopbrengst. Haver
en garst staan beter, d.w.z.: op den lagen grond.
Op hoogeren grond is 't minnekes gesteld. Maar,
lijk gezeed, den fruitoogst is puik. Als ge nagaat
dat fruit altij nog 'n bijproduct is veur Ulven
hout, maar dat er toch d' afgeloopen week nog
'n zestig duuzend kilo wierd aangevoerd veur
de veiling, dan is dat veur onzen doen, Ulven
hout is nie groot, toch nog ginnen dunne op
'nen riek! Onzen tuinbouwsecretaris is dan ook
best content en zijn mindere of meerdere tevre-
jenheid is zooveul als 'nen barometer veur den
stand van 't Ulvenhoutsch gewas en zijnen op
brengst. Maar genogt: ik zeg: Dinsdagmergen
dan gong 't in de vroegte allemaal zoo zijnen
gewonen gank. Zekers, we hadden den jubilaris
wel gefeliciteerd, maar om zeuven uren, bij 't
tweede ontbijt, dan kwamen de cadeaux eerst
op tafel! Van Trui twee prachtige leerboeken,
mee gekleurde prenten, over plant- en dier
kunde. Den Dré was bij den meester, die den
Eeker leert, gaan informeeren daaromtrent. Al
lee, wat was 't manneke blijHij veegde, veegde,
borstelde en wreef z'n handen zenuwachtig af
aan z'n broek en dan, mee de topkes van z'n
vingers blaarde-n-ie de boeken deur. „Hoe wiste
't toch, hoe wiste 't toch zoo goed?" vroeg ie
telkens mee 'n heesche stem en dan stonden z'n
oogen troebel van geluk, dankbaarheid en van
onverwachten rijkdom! ,,'k Had ze toch zoo
noodig," fluisterde-n-ie weer: „maar ze waren
zoo duur, ee." Dan kost ie 't nie meer binnen-
houwen, 'n dikke traan tippelde over z'n sproe
ten en dan zee-t-ie: „guilie zijt veuls te goed
veur me."
Van Dré III kreeg ie 'n groen vilten hoeike,
(z'n eerste!) 't Manneke koopt niks veur z'n
eigen), want den Dré had al dikkels gemerkt,
had ie ons verteld, dat den Eeker Zondag zoo
intersant naar den Dré z'n groene jagershoeike
keek. Nou, dat schot zat óók in den roos!
't Hoeike zakte wel glorieus over heel 't sproe
tenstelsel, maar er mocht geruild worden!
Wat was ie trotsch, den Eeker! „Dré", lachte-
n-ie zenuwachtig: „As wij nou Zondags allebei
mee onzen groenen hoed naar de kerk gaan, dan
zullen ze denken dat wij bruurs zijn!"
„Ben ik ook bang veur," gekte den Dré: „Maar
daar mot g'oew eigen maar niks van aantrek
ken, Eeker!"
Ik gaf 'm 'n spaarbankboekske en 'n ferme
doos sigaretten.
't Manneke was van al de gaven zoo geroerd,
dat ie nie eten kost. Z'nen koffie stootte-n-ie
om. Z'n oogen zwommen als gejaagde vischkes
deur z'nen kop. En telkens zee-t-ie mee 'n
eesche stem, lijk 'n verstrooid oudmanneke:
,,'t Is te veul. 't Is te veul. Veuls te veul En
dan schoten z'n snelle oogen weer naar den
stoel, waarop ie de cadeaux zooiank had neer
gelegd.
Toen kwam Driek Frijters, den postboot.
En.... die brocht 'n gekleurde prentkaart,
waarop 'n vaas blommen mee gouwen krullet
ters: „Hartelijk gefeliciteerd VeurSjaak
Hoppenbrouwers, p/a. Dep Dré van Ulvenhout.
„Is dat hier terecht?" vroeg den Driek on-
geloovig.
„Jah!" kwekte den Eeker 'k had 'm nooit
zoo op zien springen „da's veur mij, Frijters!"
Den Driek keek mü aan, ik knikte.
„Verroest," dee den Dré verwonderd: „Da's
't eerste wa 'k weet. Hiette gij Sjaak, Eeker?"
„Van m'n moeder, van moeder en vader hee-
t-er ok zijnen naam opgezet," zee den Eeker
beduusd. „Kek maar: Rinus Hoppenbrouwers,
dat is ie!"
En nou kunde me gelooven of niet,- amico:
't manneke was blijer mee die kaart dan mee
al z'n cadeaux. Hij laat iedereen die kaart zien.
„Kek 's, van m'n moeder en van m'n vader,
veur mijnen verjaardag!"
Den Dré is stillekes de ouwelui Hoppenbrou
wers gaan halen mee de sjees en 't is 'n ver
jaardagspartij geworden, amico, afijn, op z'n
Ulvenhoutsch! De propclub was voltallig present
en den Eeker presenteerde maar sigaren; we
kosten nie rap genogt rooken. 'n Kist van hon
derd had ie gekocht, die had verborgen gestaan
op z'nop z'n „woonwageltje". En als de
ouwers vernamen dat den Eeker volgend jaar
onderwijzersexamen zal doen, dan geloof ik, dat
den ouwen Rinus aanvechtingen kreeg om „u"
te gaan zeggen teugen z'nen zeun!
Allee, van dat keareltje beleven we veel pla-
zier. 't „Personeel" dat mijnen compagnon, Dré
III, had aangenomen 'n groot jaar gelejen, is
'nen sjuusten zet van 'm gewist als jongen pa
troon! 't Was 'nen schoonen dag!
De kameraads hadden 't natuurlijk, al weer
goed veurvoeld den lesten Zondag
Maar nou schei 'k er toch af.
Veul groeten van Trui, Dré ni. den jubilaris
en als altij gin horke minder van oewen
t. a v.
DUE