ftAUËNI DE KRANT zomer-plagen HELIOTROOP, c arlene'i ELIZABETH TURNER'S PRODUCTEN in de keuken Gevleugelde de geurende DE TABLETTEN „AMAIGRITOL" KLEURIGE HAPJES VOOR DE KOFFIETAFEL KLOOSTERHUIS ZONDAG 16 JULI 1939 Hoe kom je er aan Hoe kom je er af WAAR VINDT DE VROUW HET GELUK? tg verwijdert voor altijd ..TOSA" Prijsf 1.75 HOORNBRUGLAAN 29 K /AN BLAUW BAND Joan Crawford, de film-heldin, die haar minderwaardigheidsgevoelens verstopte achter een masker van hooghartigheid, maar zichzelf hervond Driekleurensla C. KAHMANN v/h Directeur i d firma Verlichtingsartikelen Bronzen V liegenzwammen Pommes Frites zooals men ze in België op straat eet van Dr. Schmidt doen geleidelijk en zonder gevaar of eetregel vermageren - Vele geluigschrifieI1 Dr. E. HOEKSTRA'S Bloedzuiverende pillen Wed. J. Nuenen ZEELST Uitzetten 4 Linnenkas'" aanvult eerste liefde Voorkom die vuile plekken Uw deur of neem ze weg mei e® COLEO METALEN DEURPLM TECHN. BUREAU Met de minderwaardigheidscomplexen is het net zooiets als met de vitaminen. Toen we nog met uitgevonden hadden, dat ze bestonden, za ten ze toch ai in ons voedsel. Dat er kiemen van minderwaardigheidscomplexen op den bo dem van ieders ziel liggen, daar waren de men- schen vroeger zich alleen maar niet zoo dui delijk van bewust. De met den langen naam aangeduide, ingewikkelde knoopen in het ge voelsleven we zeggen knoopen, want het is Jets, dat den mensch inwendig verstrikt hoo- ren in het kader van dezen tijd. De mensch negentienveertig wil in menig opzicht in het algebraïsch kwadraat van zichzelf leven; het lukt hem echter niet heelemaal; waarden ver warren zich in zijn begrip: hij voelt zich ver wond; hij lijdt aan het zoo moderne minder waardigheidscomplex. Ziet u er tegen op. wanneei ge vreemde nien- schen moet ontmoeten? Heeft u het gevoel, dat op straat iedereen u aankijkt? Zoudt ge het besterven, wanneer u in gezel schap gevraagd werd op te staan en een paar woorden te zeggen? Voelt ge u dood op uw gemak, wanneer ge een of andere geschiedenis voordraagt? Begroet ge menschen. die ver boven u staan met even groot gemak als uw gelijken? Voelt ge u, wanneer ge iets nieuws aan hebt als een middelpunt, dat aller blikken tot zich trekt? Is het een van de ergste dingen, die u kunnen overkomen, wanneer ge te hooren krijgt, dat ge een fout hebt gemaakt? Leeft u in een voortdurende angst om een onjuistheid te begaan? Geeft ge een genadig glimlachje, wanneer 'n ander een blunder slaat en voelt ge u daar dan ver boven verheven? Zet ge anderen, op wie ge zeer gesteld zijt. op een overdreven hoog voetstuk en idealiseert ge uw besten vriend? Zoudt ge het liefst door den grond zinken, wanneer uw beste vriendin in het openbaar een zeer opvallend gebaar maakt? Bent u er van overtuigd, dat ieder ander, be ter. gelukkiger en flinker is dan ge zelf zijt? Als ge aan minderwaardigheidscomplexen lijdt dan zult ge met „ja" moeten antwoorden op de meeste vragen van dit lijstje, dat we in een bui- tenlandsch vrouwentijdschrift als test vonden aangegeven. En hoort ge tot de ja-zeggers, dan bent u heusch niet de eenige. Koningen, kei zers en beroemdheden hebben hun leven lang met deze ellende moeten worstelen. Keizer Wil helm leed in zijn jeugd hevig aan minderwaar digheidscomplexen en daaruit is grootendeels zijn houding in latere jaren gegroeid. Lodewijk de Veertiende. Mark Twain, Napoleon hoorden tot degenen, die onder het mom van zeer uit de hoogte te doen. hun gevoel van minderwaar- dieheid verstopten. Het minderwaardigheidscomplex is 'n merk waardige adder onder het gras van 's men schen „zjjn" voor zoover dit het ingewikkeld samenstel is van uiterlijk en innerlijk. Men kan bij den buitenstaander den indruk wekken, vol maakt gelukkig te zijn. men kan uitstekend ge kleed gaan. knap zijn, over ruim geld beschik ken en zich toch ontwricht voelen door min derwaardigheidscomplexen. Nog sterker; men kan getrouwd zijn met den man, dien men zich gewenscht heeft, men kan als vrouw-al leen carrière gemaakt hebben en zich toch nog minderwaardig voelen. Waarom? Omdat er een zwakke plek zit in het tandrad van ofts ge voelsleven. Hoe we er van af komen is van prooter belang dan hoe we er aan gekomen ziin. Een vrouw, die toch zeker in de oogen der wereld carrière gemaakt heeft en desal niettemin aan minderwaardigheidscomplexen leed, is Joan Crawford. Het klinkt misschien weinig aannepielijk voor iemand, die het geko zen heeft, te leven in het volle licht van de pu blieke belangstelling. We laten haar daarom zelf aan het woord om tevens van haar te hoo ren. hoe ze er bovenuit gekomen is. Want wie aan deze eeesteliike kwaal lijdt, behoeft zich nog niet tot de ongeneeseliik zieken te rekenen, mits hii door de omstandigheden of door zich zelf op de juiste wijze wordt aangepakt. Ge voel voor humor kan hierbij van onschatbare waarde zijn. Joan Örawford vertelt op haar geestige ma nier van de eerste ontmoeting tusschen haar en Clark Gable ook een sterk met minder waardigheidscomplexen behept mensch met wien zij voor het eerst in een film zou samen spelen. ..Tk was al in vele rollen opgetreden, maar dit was dan voor het eerst, dat ik een „ster"- rol had. Toen ik echter hoorde, dat ik Clark Gable als tegenspeler had, kreeg ik hartklop pingen van angst. Clark, zoo'n beroemdheid, zou natuurlijk dadelijk dóór hebben, dat ik maar een bakvisch uit de provincie was. Ik zet te er alles en alles op, om toch maar de „gran de dame" te lijken en ik forceerde me, de rol van groote diva vol te houden, terwijl ik me het liefst achter mijn moeders rokken verstopt had. Want Clark imponeerde me geweldig met zijn man-van-de-wereld optreden. Hoe kon ik weten, dat hij net zoo nerveus was geweest voor mij als ik voor hem? Zoo heel lang was het heusch niet geleden, dat ook hij maar een ge wone jongen van de provincie was. En mijn hooghartigheid speelde iedereen parten. Toch ben ik door het spelen in die film tot inzicht gekomen. Voor dien tijd had ik altijd getracht, mezelf achter een masker te verschuilen. Ik was misschien wel mooi, maar lang niet mooi ge noeg en ik was er heilig van overtuigd, dat geen levende ziel zich kon interesseeren voor een zoo onopvallend wezen als ik was. Daarom forceerde ik me, ondanks mijn negentien jaren tot een exotisch, laatdunkend vrouwelijk wezen, dat ik eigenlijk heelemaal niet was. Ik slaagde, ik kreeg enkele kleine rollen, maar mijn hemel, wat moest ik vechten om mijn aangenomen houding te handhaven wat voelde ik me een zaam. Want wie mag er nu graag een hooghar tig. laatdunkend, met zich zelf ingenomen mensch? Een algeheelen ommekeer in mezelf heb ik eigenlijk te danken aan een tragi-komisch ge beurtenisje. Er werd een „sterren"-bal gegeven in Hollywood en ik had me zoo mooi mogelijk gemaakt en mijn gezicht in de plooi gebracht van de allergrootste zelfingenomenheid. Maar mijn tanden klapperden van nervositeit toen ik mijn entrée moest maken in de groote. ver lichte zaal. En toen gebeurde het. Ik struikel de over mijn sleep en viel languit. Ik schaam me niet het te bekennen: ik huilde als een kind van ellende en schaamte. Wie zich toen naar me toe haastte en zich allerliefst aan me voorstelde was Norma Shearer. Norma is een nrachtig mensch. rijp. harmonisch en eenvou dig: ze doorzag me dadelijk, ze begreep on middellijk. dat mjjn spelletje eigenlijk alleen bedoeld was om mezelf te beschermen. Van haar echter ging zoo'n hartelijkheid uit, zoo'n gemeende bescheidenheid, zoo iets natuurlijks, dat ik, wanneer ik met haar samen was, voor het eerst sinds mijn verblijf in Hollywood, me zelf durfde te zijn. Als ik met haar wandelde, zwom of paard reed. liet ik mijn aangenomen ik varen, dan was ik de doodgewone Joan. Er kwam een fotograaf, die een aantal op namen moest maken van Norma's privé be staan: het ging om Norma, ik kon doodgewoon zijn. En wat bleek? Toen de foto's aan den di recteur werden voorgelegd, ging zijn belangstel ling naar mij uit, naar mij, als doodgewoon sportief meisje, in haar dagelijksche leven. Zóó wil ik je voortaan in de filmen zien, zei hij, zoo heel natuurlijk. Ik kon mijn eigen ooren niet gelooven. Toen begon er een nieuwe phase in mijn be staan: ik stond niet langer uren voor den spie gel: als ik in gezelschap was, ging mijn be langstelling ook naar anderen uit. Dat ls een raad, dien ik allen met-zich-zelf-ingenomen menschen zou willen geven: interesseer u voor anderen, dat trekt de gedachten vanzelf van uw eigen „ik" af. Ik was voor het earst in mijn le ven in staat om werkelijk van iemand te hou den: wat denkt h ij wel van mij, was niet lan ger mijn grootste zorg. Ik had lief, ik kon geven, dat was het ware. Psychologen beweren, dat de kiem voor de minderwaardigheidscomplexen reeds in de jeugd gelegd wordt. „Heel wel mogelijk," zegt Joan Crawford, „maar dat neemt niet weg, dat men toch maar moet zien uit het moeras te komen. Wees jezelf, durf jezelf te zjjn, daar komt het op aan. Richt je belangstelling op dingen bui ten je. op je medemenschen; het minderwaar digheidsgevoel wordt daardoor kleiner en het innerlijk evenwicht grooter." Misschien, dat deze ontboezemingen van een film-heldin voor anderen hun nut kunnen heb ben. Andermans openhartigheid kan voor ons soms wijsheid inhouden. Op het groote huisvrouwen-congres, dat on langs in Finlands hoofdstad. Helsinki is ge houden. werd de voorzitster mevrouw Kallio ge interviewd. Welke is de meest belangrijke plaats, die de vrouw in de huidige samenleving moet innemen? In haar gezin, was het prompte antwoord. Maar onmiddellijk voegde ze daaraan toe. met een tinteling in haar blik: Wie voor het gezin bedoeld is, moet zich offeren voor het gezin. Wie geroepen is om in de maatschappij te wer ken, moet zich offeren voor de maatschappij op GEZICHT en LICHAAM, waarbij weder aangroeien uitgesloten. WAARBORGGEEN BAAT UW GELD TERUG VRAAGT GRATIS BROCHURE AAN RIJSWIJK Z.-H. Maar welke onze werkkring ook is, ieder van ons moet zich er wel van doordringen, dat we ons algeheel geven, daar waar onze plaats is. Daar moet ons héélc hart zijn. Waarin vindt een vrouw het geluk? In het vergeten van zichzelf, zegt mevrouw Kaijsa Kallio zonder aarzelen. Zelf heeft me vrouw Kallio reeds dertien jaar het algeheele oppertoezicht van de groote familie-hoeve, wat heel wat wil zeggen. Ze moet namelijk ook het werk doen voor haar man, die zitting heeft in den Rijksdag. „He, dat altijd en eeuwige afwasschen", zuchtte een jonge huismoeder, terwijl ze de laatste vettige pan uitschuurde, en tersluiks het bekruimde aanrecht en het gevlekte gasstel bekeek, die ook nog onderhanden genomen moesten worden, vóór de dagtaak ten einde was, en ze eindelijk eens rustig kon gaan zit ten met haar boek. „Je bent eigenlijk nooit klaar", overpeinsde ze, terwijl ze den gootsteen schoonmaakte, en de laatste glibberige restjes met haar vaatdoek trachtte te verdrijven: „nu is die doek weer vuil, en moet ik die weer uitwasschen en zoo blijf je aan den gang." Ja. 't is waar, liet werk van een huisvrouw is een riem zonder einde, maar dat neemt niet weg, dat ieder onderdeel daarom zoo efficient mogelijk gemaakt kan worden. Dat het eeuwig terugkeerende omwasschen een vervelend werkje is, zal iedere huisvrouw hartgrondig beamen, en zeker als het zonder orde en systeem gebeurt van het tevoren soort bij soort klaar zetten van het vaatwerk, het zilver in eer. kom warm water en de pannen in de week waar door hetbijna tot een plezier wordt Laat voorts een flink pak oude kranten uw nooit ontbrekende hulp zijn ir, de keuken. Terwijl de vuile vaat systematisch wordt klaar gezet, veegt u de borden een voor een met een prop krantenpapier af, om de grootste vettig heid alvast weg te nemen; evenzoo worden het zilver, de messen en de pannen onderhanden genomen. De onderkant van een koekepan of een braad slede wordt afgedroogd met een stuk krant, dat zoowel vocht als vettigheid absorbeert. Om diezelfde reden is krantenpapier het geknipte materiaal om den gootsteen mee uit te vegen en schoon te wrijven, waardoor de doeken ge spaard blijven. Als de omwaseh gedaan is, schuren we het grootste vuil van het aanrecht weg met een krant, en het fornuis of de gasstellen worden met zoo'n prop duchtig gewreven; zelfs de ketel die een paar streken meekrijgt wordt glimmend schoon! Nadat we den afval-emmer, waarin al die afgewerkte krantenproppen gedeponeerd zijn. leeggegooid hebben, leggen we onderin een dik- gevouwen stuk schoone krant, om den binnen kant te sparen. Leven de kranten in de keuken! Van dat wollige, onwillige veterband in fel korenblauw zijn de negen strikken gedacht, die dit eenvoudige serre-kussen een vroolijk aanzien geven. Alsof er vlinders op het grove, crèmewitte materiaal waren neergestreken, dat het kussen-overtrek vormt. Voor een meisjeska mer, die wat opgefleurd moet worden, op een divanbed, waar de kussens meer voor pronk dan voor gebruik liggen, is zoo'n kussen ook geknipt. Er zijn zooveel aardige grove, matwitte weefsels in den handel, dat het al heelemaal geen moeite zal opleveren, een geschikt lapje te vinden. En het blauwe veterband is 'n aan schaf. waar een miniem bedragje mee gemoeid is. Vergeten we niet. behalve voor de strikken ook nog wat ellemaat te nemen voor omlijs ting van het middenvlak. Het opnaaien van 't bokkige band is een werkje, dat geduld eischt en overleg, in zooverre, dat men het band eerst nauwkeurig op de stof rijgt, opdat het niet la ter onder het opnaaien verschuift. De strikjes maken we vooral niet te pompeus. Het kussen zou daardoor aan vroolijke lichtheid inboeten. Vacantie dat wil voor de huisvrouw zeg* gen: kans op onverwachte gasten! bU de we Die hebben we lijdzaam te ondergaan in den vorm van zoemende, gonzende, prikkende, ste kende en snoepende insecten, die door open ramen en deuren binnenfladderen en vliegen, of zich door kieren en spleten en gaatjes in onze huizen binnendringen. Allereerst zijn er de lastige vliegen, die over al op en aan gaan zitten. Vliegen te bestrijden, is niet zoo eenvoudig: we probeeren het met de kleverige, ontsierende vliegenvangerstrooken, door kamers, gang en trap goed te laten door waaien, door op de bovenramen groen en geel geruit glaspapier te plakken, of door het hout werk, voor zoover dat kan (keuken en bijkeu ken), hardblauw te schilderen. Muggen, die niet als de vliegen schadelijk zijn, uit hygiënisch oogpunt, kunnen echter des avonds en 's nachts een ware plaag zijn, door met hun onafgebroken gezoem en hun jeuk- veroorzakende steken slapen onmogelijk te ma ken. Wat bestaan er al niet voor middeltjes om muggen op een afstand te houden, als citroen olie, kruidnagel-olie, notebladeren enz., die ech ter geen van alle afdoende helpen. Petro leum, dat als bedwelmingmiddel uitstekend is, is echter zoo bezwaarlijk toe te passen. Wie 's nachts door geen enkele mug gehin derd wil worden, moet onmiddellijk na zonson dergang de slaapkamerramen sluiten, want in den schemer zwermen ze naar binnen. Om niet geheel van frissche lucht verstoken te blijven, kan het raam opengezet worden, voorzien van een passende hor van fijn gaas. Vóór het naar bed gaan overtuige men zich, dat er geen en kele mug meer tegen gordijn, muur of raam verscholen zit, en doet men verstandig eerst op de muggenjacht te gaan. In sommige huizen heeft men er last van, dat het plafond van den kelder zwart zit van de muggen Hier komt men op de eenvoudig ste manier van af, door zé af te branden met een spiritusvlam, hetgeen zeer vlug, maar voor zichtig moet gebeuren. Vliegen- en muggenplagen kan men ook be strijden door de kamers te bespuiten met een of ander insectendoodend (of bedwelmend) middel, waardoor ze op den grond vallen, bij elkaar geveegd kunnen worden en vernietigd. Ook met den stofzuiger kan men de lastige diertjes van muren, gordijnen en ramen weg zuigen! Wil men 's zomers des avonds buiten op een terras of in den tuin rustig zitten lezen, dan is er geen ander middel, om die hinderlijke zoemers op een afstand te houden, dan door te rooken. En eigenlijk zou het heel plausibel zijn, als in dit geval ook de vrouw maar een pijpje ging opsteken! Nood breekt wet. Reken voor een éénpersoons-schoteltje: Een half ons bloemkool, een middelmatig groote tomaat, een half ons kropsla, anderhalve eet lepel slaolie, een halve eetlepel azijn of ci troensap, eenige druppels Maggi, ietsje mosterd, peper en zout. Rasp de gewasschen bloemkool, snijd de ge- wasschen tomaat in plakjes en maak de krop sla op de gewone wijze schoon. Klop de olie met den azijn of het citroensap, de Maggi en de kruiden door elkaar; maak ieder van de drie groentesoorten met een gedeelte van de slasaus aan en schik ze dan kransgewijs of vaksgewijs op een schoteltje of een dessert bordje. N Z. Voorburgwal 332 - Tel. 33016 Amsterdam Het is eigenlijk een bloem uit een vergeeld poëzie-album, met een geur, die te fijn en te zacht is om voor den modernen mensch dezelf de romantische bekoring te hebben, die de he liotroop had voor onze grootmoeders. Maar het is een veel te aardig plantje, om in het vergeetboek te raken, met de gezond- gave. ruwe bladeren de heliotroop hoort tot de familie van de ruwbladigen, waar ook de vergeetmijniet lid van is en met de teerlila bloempjes, die uit hun kleine kelkjes den be scheiden, maar nadrukkelijken vanillegeur op zenden. Al de vele parmantig-kleine, zaclitpaarse kelkjes, met wit hartje, die de bloementoef vormen, geven de heliotroop, terwijl die toch eigenlijk een stijve plant is, iets levendigs. Elk bloemetje op zich is een klein wonder van maaksel, een miniatuur windekelkje lijkt het met door heel fijne feeënvingers ingestreken plooitjes en vouwtjes, die het licht vangen en temperen en een kleurschakeering geven: licht lila, donkerlila, roze, die aan een oud cathe- draalraam doen denken. Er bloeit buiten tusschen het hooge gras van de weilanden, voor zoover die nog niet gemaaid zijn, een hardblauw bloemetje, dat met wijd open oogen de wereld inkijkt: de eereprijs of veronica. „Mannertreu" hebben de Duitschers het genoemd, wat geen nader betoog behoeft voor ieder, die den eereprijs plukte en mèt het afbreken van den steel de blauwe bloemblaad jes moest zien vallen. De heliotroop met haar stevigen bloementuil, die den ganschen zomer onverstoord doorbloeit, houdt in deze de eer van het plantenrijk op. De heliotroop is name lijk het symbool van de trouw, de toewijding. Vandaar dat men haar zoo gaarne penseelde op de bladzijden van het album der innige spreuken. Vroeger toen de menschen nog rustig waren en tijd in overvloed hadden om poëti sche gedachten in zich om te dragen, was ieder een vertrouwd met de bloemennamen als sym bolen van deugd of ondeugd; dat hoorde in de romantiek van den toenmaligen omgang inge vlochten. Het heliotroop-plantje, wat ouderwetsch van stijl, wat stijf van bouw, niet exuberant van kleur, is het typische perkplantje voor den on- berispelijken tuin rond het niet-moderne, sta tige buiten. Omdat het zoo'n stevig, duurzaam bloeiertje is, worden houten bakken langs terrassen en vensterkozijnen er mee gevuld, in combinatie met levendiger bloeiend goed. Wie zich met één kamer, met een bovenhuis of een woning zonder tuin tevreden moet stel len, en op de vensterbank voor het raam toch haar klein „binnentuintje" wil hebben, die koope eenige heliotroop-plantjes. Ze geuren en bloeien, als ze ruim water en niet te overdadig zon krijgen, den langen lieven zomer door. A. En omdat het altijd verstandig is om voorkomende gevallen van te voren zich mogelijkheden te hebben ingedacht, raden de aanstaande gastvrouw aan, haar recepte keus reeds thans eenigszins aan te vullen. 't Zullen vooral van die kleinigheden z'1"' die het oog prettig aandoen en de tong teg lijkertijd streelen; geen bewerkelijke schot» waarvoor koken, bakken of braden noodzakelU is, maar frissche slaatjes etc. aardig en aPP tijtelijk gearrangeerd. Eieren hebben we b woonlijk wel in huis, en rijpe tomaten beg:l nen reeds hun vaste plaats in vruchtenman of fruitschaal in te nemen. Een potje mayo naise of een flesch slasaus hebben we in bet Jg „slaseizoen" waarschijnlijk ook steeds bij hand, terwijl het druppelfleschje met Aroma natuurlijk altijd op de gedekte tafel vinden is. Wat belet ons dan om onze gasten bij lunch met zoo'n aardigen schotel „vlieg®" zwammen" te verrassen? Of met een schilde achtige „driekleurensla?" De recepten vertellen hoe de „hapjes" stand komen: veel tijd is er niet voor noodle- Zes eieren, vijftig gram boter, wat peper zout. een theelepel Maggi, een theelepel gehakte peterselie, zes middelmatig gróote t° maten, eenige frissche blaadjes kropsla. Kook de eieren hard, dompel ze dadelijk jJJ koud water en pel ze. Snijd van elk ei de Pu af en neem er met behulp van een the lepeltje voorzichtig den dooier uit; wrijf dooiers fijn met de boter, de peterselie. Maggi en zooveel zout en peper als voor d smaak noodig blijkt. Snijd zoo noodig den onderkant van de eie' ren wat bij, zoodat ze stevig staan; vul ze g'a af met het dooiermengsel. Snijd van de toffl® ten aan weerszijden een mooi rond kapJ j als „hoed" van de vliegenzwam; hol de tom®* tenstukjes wat uit en vul ze met het nog °ve gebleven dooiermengsel; druk ze dan stevig °P de gevulde eieren en strooi er wat overgehou* den fijngehakt eiwit overheen. Leg de kropsl® bladeren op een schotel en schik daarop „vliegenzwammen." Men gebruikt twee pannen. In de eerste P®n is kokend ossenvet, in de tweede pan een kil° gram varkensreuzel gesmolten met een h® pond natuurboter. Het vet in beide pannen we6 zeer heet zijn. De gesneden aardappelen 1110 gen ongeveer vijf minuten sputteren in de eet' ste pan, totdat ze aan de oppervlakte drijve11, waarna ze er met een schuimspaan uit£e' vischt worden en in de tweede pan nog PlllS minus vijf minuten tot lichtgebruind mogen doorbraden. Serveert men de pommes frites dan in klei'1® puntzakjes met wat mosterd en zout, danhee men een knappend, origineel en smakel'J avondhapje, dat bij klein en groot in den sm®a zal vallen. Alle Apotheken en Drogisten bestrijden de ongemakken, ontstaan dob' onzuiver bloed, en bevorderen de natuurlij® verrichtingen des lichaams. 90 ct. en 1.56 per doos met gebruiksaan* wijzing. Verkijgbaar in .Apotheken Drogisterijen. O.a. te Amsterdam bij AP°'- J Sanders, Rokin 8; Drog. de Boer, Cr^~'c' toom 91. Te Haarlem o.a. Fa. v. d. PW® Gierstraat 3. Te Heemstede o.a. Drog. ~i' Brühl, Binnenweg 143. Te Utrecht bij F®- P. v. d. Bergh, Steenweg 65. BREI MET NEVEDA-WOL Aan de N.V. Ned. Wolspinnerij Heerengracht 483, A'dam M.H., U gelieve mij op te ven, waar ik Ne veda Wol en Gratis Ne veda Breipatronen mijn woonpl. kan verkrijgeD Naam: AdresWoonplan*3 UNNEXFABB'*' .^ost Meervelëhci Tel K 4995 zov Door Dora Niemann 35 Uren later joeg de wagen met Mariene en N els over den landweg. De wijzer klom hooger en hooger, maar nog steeds ging het haar niet srel genoeg. De avond kwam langzaam over velden en we gen. In het Wesi en zonk de vurige bal achter viclet gekleurde avondwolken; hoe dieper de zon zonk, des te intensiever werd de vlammende violette schijn over de witte wolkengevaarten aan den hemel. Ik denk, dat mijn leven heel eenzaam verloo- pen zal, ondanks de mooie uiterlijke resultaten, die ik zeker nog bereiken zal." „O jij," Mariene, bezorgd voor den vriend, rukte zich los uit haar eigen gedachten, „een man als jij. Niels, houdt het niet voor een leege frase, als ik je zeg. dat jou nog heel veel vrou wenharten tegemoet zullen vliegen, je zult slechts te kiezen hebben, welke de waardigste eronder is. ik bedoel, jouw liefde waardig. Een hoogstaand mensch en voor jou de liefste van allen. Geloof me, beste vriend, niemand zal zich meer verheugen dan ik, als je heel gelukkig wordt. Omdat ik weet, hoe zeldzaam goed je bent. een man, die het verdient als geen ander." „Maar of dat ooit zal kunnen zijn?" Er lag twijfel in zijn woorden. Mariene boog zich plotseling naar voren. Wat was dat daar op den weg? Een groote toerauto stond stil aan den rechterkant. Mariene min derde vaart en zag, dat naast den helder ver lichten grooten wagen drie menschen stonden, een vrouw en twee mannen. De grootste van de twee en de oudste was elegant gekleed, volgens de laatste mode. De ander was in livrei de chauf feur die juist den motor ging nazien. Mariene reed heel langzaam naderbij. Daar kwam de chauffeur naar haar wagen toe en tikte aan zijn pet en vroeg inlichtingen over den afstand naar Travemünde. Mariene gaf kort antwoord en vestigde toen haar bl kken op de dame. Als ge- electrificeerd schrok zij op. Dat was zeViola het meisje van de foto. In de grootste opwinding greep zij met bevende handen naar het stuur schakelde over en gaf gas. Zij zette er een tem po in, dat op den halfdonkeren weg bijna be angstigend was. Mariene dacht niets, zij wist alleen, angstig en benauwend, dat zij voorwaarts moest, voor waarts, om het eerst bijSven te zijn. Hij moest het onmiddellijk weten, dat dit meisje, misschien al over enkele minuten, naar hem toe zou ko men. Plotseling een inval. Misschien waren zij opgehouden, motordefect of iets van dien aard. Mariene remde. Keek achter zich langs den weg Ook Niels draaide zich om. Neen, haar hoop werd niet verwezenlijkt. Daar kwam de groote wagen al. Met de scherp fonkelende oogen van een kwaad dier kwam hij nader en nader. Mar iene kon zich later niet meer herinneren, hoe deze rit geëindigd was; zenuwinspanning tot het alleruiterste, dat was het eenige, dat zij wist. Niels praatte tegen haar, hielp haar op zijn be zorgde manier. „Ik geloof niet, dat zij het bewuste meisje was. Neen, beslist niet. Er zijn wel duizend men schen, die louter voor hun genoegen naar Trave münde rijden." „Eindelijk, station Travemünde," verzuchtte Mariene met bleeke lippen. „Nu langzaam rijden naar de Kurtgarten- strasze, waar het kleine hotel ls, waar Sven lo geert.' Mariene voelde een groote vermoeidheid, haar vingers, haar handen schenen als lood op het stuur te l'ggen. En toch had zij het aanbod van Niels afgeslagen en zelf willen rijden. Maar lang zou zij het niet meer volgehouden hebben Deze hoogspanning, waaronder haar gemoed stond. „Hier is het hotel!" zei Mariene met een die pen zucht. Zij stonden voor den ingang. Mariene was al uit den wagen gesprongen, nog voor dat Niels op straat stond. Zij wankelde bijna, haar lede maten schenen geradbraakt. De portier kwam naar buiten en Mariene wendde zich snel tot hem." „Waar is mijnheer Heibrink?" „Ja," antwoordde de man, en tikte aan zijn pet. „Mijnheer Heibrink woont wel hier, maar hij is weggegaan. Zijn kenn'ssen zitten in de eetkamer, misschien weten zij, waar hij is." „Kennissen? Wie zijn dat?" Mariene keek radeloos naar Niels. „Ik wist niet dat hij hier kennissen had." „Wel," vond Niels, „hij kan toch menschen ge troffen hebben, die hij van vroeger kent." „Een oogenblik" zei de portier, trad in zijn hokje en sprak met een man. „Het is een dokter Hattendorf met zijn doch ter. Zij wonen een paar huizen verder in een pension. Mijnheer Heibrink heeft vanavond met hen gegeten en is toen weggegaan." Mr -lene wierp een vragenden blik naar Niels. „Mijn hemel, ik moet Hem toch vinden, zoo vlug mogelijk." Haar stem trilde van emotie. „Laten we dan bij de menschen informeeren, met wie hij samen was." „Ja, goed," Mariene liep voorop naar de haar bekende eetzaal. Niels stond naast haar, toen zij zoekend het vertrek rondkeek. De portier kwam hen ijverig nageloopen, „Daarginds, dat tafeltje met dien ouden heer en de jonge dame. Dat zijn ze." „Wacht eens even," zei Niels zachtjes. „Ik ge loof dat ik deze menschen ken. Ik weet alleen niet zoo gauw, waar ik ze ontmoet heb." Mariene werd voortgedreven door haar groo ten angst voor Sven. Zij antwoordde niet, maar ging naar het aangduide tafeltje. Toen bleef zij bij den ouden heer staan, keek hem aan en zei: „Neemt u mij niet kwalijk, maar kunt u mij ook zeggen waar Sven Helbrink z'ch nu be vindt? Wij moeten hem dringend spreken." Dokter Hattendorf stond onmiddellijk op. Hij zag direct aan de emotie van de vrouw, dat het om iets ernstigs ging. Hij stelde zich voor en vertelde toen in korte woorden, dat mijnheer Helbrink nog een uurtje was gaan wandelen. Toen keek de dokter naar Niels. In beider oogen lichtte plotseling een herkennen, een herinne ring. Niels kwam het eerst op den ander af. „Ik geloof dat wij elkaar kennen, dokter. Destijds werd ik in Atlantik door Jürgen Holt aan u voorgesteld." „Natuurlijk, het kwam mij direct voor, alsof ik u al eens eerder had gezien." „Ja, en uw dochter?" vroeg Niels. „Indertijd had zij het erg druk met haar chocolade-ijs." Zijn donkere oogen blikten in die van het meis je. De hare straalden hem tegen. „Dat was in den tijd, toen zij nog een kind was," zei haar vader. „Nu is zij een zeer gewaarderde pianiste. Maar" ging hij met een vroolijken lach verder, van chocolade-Ijs houdt zij altijd nog heel veel." „Pianiste?" vroeg Niels het meisje. „Dat inte resseert me buitengewoon, omdat ik violist ben. „Een beroemd vioolvirtuoos", verbeterde Mar iene. Toen keek zij hem met een treurigen blik aan. „Wat zou ik nu toch voor Sven kunnen doen?" „Komt u toch bij ons zitten," verzocht de dok ter. „En wacht hier op mijnheer Helbrink. Hij scheen nerveus en wilde de frissche lucht in. zooals hij beweerde." „Wanneer is hij weggegaan." Vol verwach ting klonk Marlene's vraag. „Nu," de dokter keek op zijn horloge, „nauwe lijks een kwartier geleden." „Dank u.' Mariene aarzelde even toen sprak ze weer: „Ik wil eerst naar mijn pension gaan en snel' kom dan hier weer terug." Zij wierp een len blik op Niels; hij praatte levendig nlf jje dochter van den arts. Het was de muzie®> onmiddellijk contact geschapen had. jK „Niels," zei ze tegen hem, „blijf jij hier kom later wel terug." jen® Niels ging met haar naar buiten. W® legde hem haar voornemen uit. jK „Ik ga niet naar mijn pension, dat '/j ^je maar. Ik ga Sven zoeken. Ik ken de wegeP^aar hij bij voorkeur gaat, en de gelegenheden hij misschien is." v0gi „Maar Leni, zoo alleen in den laten je kan je toch niet gaan. Ik ga natuurlijk 01 mee." ancierS' „Neen, neen, in geen geval! Maar iets .je- Weet je nog, waar we het een paar uur ^oet den over hadden? Dat een hart bereid zijn voor het geluk, want het komt vaalt P ling en geheel onverwacht." eeP Zij stonden op den stoep. Mariene dee paar passen, Niels bleef aan haar zijde. (Wordt vervol (inptaats van glas of celluloid' 50 X 5 en 50 X 3 e.M- DOETINCHEM - TELEFOON__

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 8