ftAUËNI
DE KRANT
zomer-plagen
HELIOTROOP,
c
arlene'i
ELIZABETH TURNER'S PRODUCTEN
in de keuken
Gevleugelde
de geurende
DE TABLETTEN „AMAIGRITOL"
KLEURIGE HAPJES VOOR
DE KOFFIETAFEL
KLOOSTERHUIS
ZONDAG 16 JULI 1939
Hoe kom je er aan
Hoe kom je er af
WAAR VINDT DE
VROUW HET GELUK?
tg verwijdert voor altijd
..TOSA" Prijsf 1.75 HOORNBRUGLAAN 29 K
/AN
BLAUW
BAND
Joan Crawford, de film-heldin, die haar minderwaardigheidsgevoelens verstopte
achter een masker van hooghartigheid, maar zichzelf hervond
Driekleurensla
C. KAHMANN v/h Directeur i d firma
Verlichtingsartikelen
Bronzen
V liegenzwammen
Pommes Frites zooals men
ze in België op straat eet
van Dr. Schmidt doen geleidelijk
en zonder gevaar of eetregel
vermageren - Vele geluigschrifieI1
Dr. E. HOEKSTRA'S
Bloedzuiverende pillen
Wed. J.
Nuenen
ZEELST
Uitzetten 4
Linnenkas'"
aanvult
eerste liefde
Voorkom die vuile plekken
Uw deur of neem ze weg mei e®
COLEO METALEN DEURPLM
TECHN. BUREAU
Met de minderwaardigheidscomplexen is het
net zooiets als met de vitaminen. Toen we nog
met uitgevonden hadden, dat ze bestonden, za
ten ze toch ai in ons voedsel. Dat er kiemen
van minderwaardigheidscomplexen op den bo
dem van ieders ziel liggen, daar waren de men-
schen vroeger zich alleen maar niet zoo dui
delijk van bewust. De met den langen naam
aangeduide, ingewikkelde knoopen in het ge
voelsleven we zeggen knoopen, want het is
Jets, dat den mensch inwendig verstrikt hoo-
ren in het kader van dezen tijd. De mensch
negentienveertig wil in menig opzicht in het
algebraïsch kwadraat van zichzelf leven; het
lukt hem echter niet heelemaal; waarden ver
warren zich in zijn begrip: hij voelt zich ver
wond; hij lijdt aan het zoo moderne minder
waardigheidscomplex.
Ziet u er tegen op. wanneei ge vreemde nien-
schen moet ontmoeten?
Heeft u het gevoel, dat op straat iedereen u
aankijkt?
Zoudt ge het besterven, wanneer u in gezel
schap gevraagd werd op te staan en een paar
woorden te zeggen?
Voelt ge u dood op uw gemak, wanneer ge
een of andere geschiedenis voordraagt?
Begroet ge menschen. die ver boven u staan
met even groot gemak als uw gelijken?
Voelt ge u, wanneer ge iets nieuws aan hebt
als een middelpunt, dat aller blikken tot zich
trekt?
Is het een van de ergste dingen, die
u kunnen overkomen, wanneer ge te hooren
krijgt, dat ge een fout hebt gemaakt?
Leeft u in een voortdurende angst om een
onjuistheid te begaan?
Geeft ge een genadig glimlachje, wanneer 'n
ander een blunder slaat en voelt ge u daar dan
ver boven verheven?
Zet ge anderen, op wie ge zeer gesteld zijt.
op een overdreven hoog voetstuk en idealiseert
ge uw besten vriend?
Zoudt ge het liefst door den grond zinken,
wanneer uw beste vriendin in het openbaar
een zeer opvallend gebaar maakt?
Bent u er van overtuigd, dat ieder ander, be
ter. gelukkiger en flinker is dan ge zelf zijt?
Als ge aan minderwaardigheidscomplexen lijdt
dan zult ge met „ja" moeten antwoorden op de
meeste vragen van dit lijstje, dat we in een bui-
tenlandsch vrouwentijdschrift als test vonden
aangegeven. En hoort ge tot de ja-zeggers, dan
bent u heusch niet de eenige. Koningen, kei
zers en beroemdheden hebben hun leven lang
met deze ellende moeten worstelen. Keizer Wil
helm leed in zijn jeugd hevig aan minderwaar
digheidscomplexen en daaruit is grootendeels
zijn houding in latere jaren gegroeid. Lodewijk
de Veertiende. Mark Twain, Napoleon hoorden
tot degenen, die onder het mom van zeer uit
de hoogte te doen. hun gevoel van minderwaar-
dieheid verstopten.
Het minderwaardigheidscomplex is 'n merk
waardige adder onder het gras van 's men
schen „zjjn" voor zoover dit het ingewikkeld
samenstel is van uiterlijk en innerlijk. Men kan
bij den buitenstaander den indruk wekken, vol
maakt gelukkig te zijn. men kan uitstekend ge
kleed gaan. knap zijn, over ruim geld beschik
ken en zich toch ontwricht voelen door min
derwaardigheidscomplexen. Nog sterker; men
kan getrouwd zijn met den man, dien men
zich gewenscht heeft, men kan als vrouw-al
leen carrière gemaakt hebben en zich toch nog
minderwaardig voelen. Waarom? Omdat er een
zwakke plek zit in het tandrad van ofts ge
voelsleven. Hoe we er van af komen is van
prooter belang dan hoe we er aan gekomen
ziin.
Een vrouw, die toch zeker in de oogen
der wereld carrière gemaakt heeft en desal
niettemin aan minderwaardigheidscomplexen
leed, is Joan Crawford. Het klinkt misschien
weinig aannepielijk voor iemand, die het geko
zen heeft, te leven in het volle licht van de pu
blieke belangstelling. We laten haar daarom
zelf aan het woord om tevens van haar te hoo
ren. hoe ze er bovenuit gekomen is. Want wie
aan deze eeesteliike kwaal lijdt, behoeft zich
nog niet tot de ongeneeseliik zieken te rekenen,
mits hii door de omstandigheden of door zich
zelf op de juiste wijze wordt aangepakt. Ge
voel voor humor kan hierbij van onschatbare
waarde zijn.
Joan Örawford vertelt op haar geestige ma
nier van de eerste ontmoeting tusschen haar
en Clark Gable ook een sterk met minder
waardigheidscomplexen behept mensch met
wien zij voor het eerst in een film zou samen
spelen.
..Tk was al in vele rollen opgetreden, maar
dit was dan voor het eerst, dat ik een „ster"-
rol had. Toen ik echter hoorde, dat ik Clark
Gable als tegenspeler had, kreeg ik hartklop
pingen van angst. Clark, zoo'n beroemdheid,
zou natuurlijk dadelijk dóór hebben, dat ik
maar een bakvisch uit de provincie was. Ik zet
te er alles en alles op, om toch maar de „gran
de dame" te lijken en ik forceerde me, de rol
van groote diva vol te houden, terwijl ik me
het liefst achter mijn moeders rokken verstopt
had. Want Clark imponeerde me geweldig met
zijn man-van-de-wereld optreden. Hoe kon ik
weten, dat hij net zoo nerveus was geweest voor
mij als ik voor hem? Zoo heel lang was het
heusch niet geleden, dat ook hij maar een ge
wone jongen van de provincie was. En mijn
hooghartigheid speelde iedereen parten. Toch
ben ik door het spelen in die film tot inzicht
gekomen. Voor dien tijd had ik altijd getracht,
mezelf achter een masker te verschuilen. Ik was
misschien wel mooi, maar lang niet mooi ge
noeg en ik was er heilig van overtuigd, dat
geen levende ziel zich kon interesseeren voor
een zoo onopvallend wezen als ik was. Daarom
forceerde ik me, ondanks mijn negentien jaren
tot een exotisch, laatdunkend vrouwelijk wezen,
dat ik eigenlijk heelemaal niet was. Ik slaagde,
ik kreeg enkele kleine rollen, maar mijn hemel,
wat moest ik vechten om mijn aangenomen
houding te handhaven wat voelde ik me een
zaam. Want wie mag er nu graag een hooghar
tig. laatdunkend, met zich zelf ingenomen
mensch?
Een algeheelen ommekeer in mezelf heb ik
eigenlijk te danken aan een tragi-komisch ge
beurtenisje. Er werd een „sterren"-bal gegeven
in Hollywood en ik had me zoo mooi mogelijk
gemaakt en mijn gezicht in de plooi gebracht
van de allergrootste zelfingenomenheid. Maar
mijn tanden klapperden van nervositeit toen
ik mijn entrée moest maken in de groote. ver
lichte zaal. En toen gebeurde het. Ik struikel
de over mijn sleep en viel languit. Ik schaam
me niet het te bekennen: ik huilde als een
kind van ellende en schaamte. Wie zich toen
naar me toe haastte en zich allerliefst aan me
voorstelde was Norma Shearer. Norma is een
nrachtig mensch. rijp. harmonisch en eenvou
dig: ze doorzag me dadelijk, ze begreep on
middellijk. dat mjjn spelletje eigenlijk alleen
bedoeld was om mezelf te beschermen. Van
haar echter ging zoo'n hartelijkheid uit, zoo'n
gemeende bescheidenheid, zoo iets natuurlijks,
dat ik, wanneer ik met haar samen was, voor
het eerst sinds mijn verblijf in Hollywood, me
zelf durfde te zijn. Als ik met haar wandelde,
zwom of paard reed. liet ik mijn aangenomen
ik varen, dan was ik de doodgewone Joan.
Er kwam een fotograaf, die een aantal op
namen moest maken van Norma's privé be
staan: het ging om Norma, ik kon doodgewoon
zijn. En wat bleek? Toen de foto's aan den di
recteur werden voorgelegd, ging zijn belangstel
ling naar mij uit, naar mij, als doodgewoon
sportief meisje, in haar dagelijksche leven. Zóó
wil ik je voortaan in de filmen zien, zei hij,
zoo heel natuurlijk. Ik kon mijn eigen ooren
niet gelooven.
Toen begon er een nieuwe phase in mijn be
staan: ik stond niet langer uren voor den spie
gel: als ik in gezelschap was, ging mijn be
langstelling ook naar anderen uit. Dat ls een
raad, dien ik allen met-zich-zelf-ingenomen
menschen zou willen geven: interesseer u voor
anderen, dat trekt de gedachten vanzelf van uw
eigen „ik" af. Ik was voor het earst in mijn le
ven in staat om werkelijk van iemand te hou
den: wat denkt h ij wel van mij, was niet lan
ger mijn grootste zorg. Ik had lief, ik kon
geven, dat was het ware.
Psychologen beweren, dat de kiem voor de
minderwaardigheidscomplexen reeds in de jeugd
gelegd wordt. „Heel wel mogelijk," zegt Joan
Crawford, „maar dat neemt niet weg, dat men
toch maar moet zien uit het moeras te komen.
Wees jezelf, durf jezelf te zjjn, daar komt het
op aan. Richt je belangstelling op dingen bui
ten je. op je medemenschen; het minderwaar
digheidsgevoel wordt daardoor kleiner en het
innerlijk evenwicht grooter."
Misschien, dat deze ontboezemingen van een
film-heldin voor anderen hun nut kunnen heb
ben. Andermans openhartigheid kan voor ons
soms wijsheid inhouden.
Op het groote huisvrouwen-congres, dat on
langs in Finlands hoofdstad. Helsinki is ge
houden. werd de voorzitster mevrouw Kallio ge
interviewd.
Welke is de meest belangrijke plaats, die de
vrouw in de huidige samenleving moet innemen?
In haar gezin, was het prompte antwoord.
Maar onmiddellijk voegde ze daaraan toe. met
een tinteling in haar blik: Wie voor het gezin
bedoeld is, moet zich offeren voor het gezin.
Wie geroepen is om in de maatschappij te wer
ken, moet zich offeren voor de maatschappij
op GEZICHT en LICHAAM, waarbij weder aangroeien
uitgesloten.
WAARBORGGEEN BAAT UW GELD TERUG
VRAAGT GRATIS BROCHURE AAN
RIJSWIJK Z.-H.
Maar welke onze werkkring ook is, ieder van
ons moet zich er wel van doordringen, dat we
ons algeheel geven, daar waar onze plaats is.
Daar moet ons héélc hart zijn.
Waarin vindt een vrouw het geluk?
In het vergeten van zichzelf, zegt mevrouw
Kaijsa Kallio zonder aarzelen. Zelf heeft me
vrouw Kallio reeds dertien jaar het algeheele
oppertoezicht van de groote familie-hoeve, wat
heel wat wil zeggen. Ze moet namelijk ook het
werk doen voor haar man, die zitting heeft in
den Rijksdag.
„He, dat altijd en eeuwige afwasschen",
zuchtte een jonge huismoeder, terwijl ze de
laatste vettige pan uitschuurde, en tersluiks het
bekruimde aanrecht en het gevlekte gasstel
bekeek, die ook nog onderhanden genomen
moesten worden, vóór de dagtaak ten einde
was, en ze eindelijk eens rustig kon gaan zit
ten met haar boek.
„Je bent eigenlijk nooit klaar", overpeinsde ze,
terwijl ze den gootsteen schoonmaakte, en de
laatste glibberige restjes met haar vaatdoek
trachtte te verdrijven: „nu is die doek weer vuil,
en moet ik die weer uitwasschen en zoo blijf je
aan den gang."
Ja. 't is waar, liet werk van een huisvrouw
is een riem zonder einde, maar dat neemt niet
weg, dat ieder onderdeel daarom zoo efficient
mogelijk gemaakt kan worden. Dat het eeuwig
terugkeerende omwasschen een vervelend
werkje is, zal iedere huisvrouw hartgrondig
beamen, en zeker als het zonder orde en systeem
gebeurt van het tevoren soort bij soort klaar
zetten van het vaatwerk, het zilver in eer. kom
warm water en de pannen in de week waar
door hetbijna tot een plezier wordt
Laat voorts een flink pak oude kranten uw
nooit ontbrekende hulp zijn ir, de keuken.
Terwijl de vuile vaat systematisch wordt klaar
gezet, veegt u de borden een voor een met een
prop krantenpapier af, om de grootste vettig
heid alvast weg te nemen; evenzoo worden het
zilver, de messen en de pannen onderhanden
genomen.
De onderkant van een koekepan of een braad
slede wordt afgedroogd met een stuk krant, dat
zoowel vocht als vettigheid absorbeert. Om
diezelfde reden is krantenpapier het geknipte
materiaal om den gootsteen mee uit te vegen en
schoon te wrijven, waardoor de doeken ge
spaard blijven.
Als de omwaseh gedaan is, schuren we het
grootste vuil van het aanrecht weg met een
krant, en het fornuis of de gasstellen worden
met zoo'n prop duchtig gewreven; zelfs de
ketel die een paar streken meekrijgt wordt
glimmend schoon!
Nadat we den afval-emmer, waarin al die
afgewerkte krantenproppen gedeponeerd zijn.
leeggegooid hebben, leggen we onderin een dik-
gevouwen stuk schoone krant, om den binnen
kant te sparen.
Leven de kranten in de keuken!
Van dat wollige, onwillige veterband in fel
korenblauw zijn de negen strikken gedacht,
die dit eenvoudige serre-kussen een vroolijk
aanzien geven. Alsof er vlinders op het grove,
crèmewitte materiaal waren neergestreken, dat
het kussen-overtrek vormt. Voor een meisjeska
mer, die wat opgefleurd moet worden, op een
divanbed, waar de kussens meer voor pronk
dan voor gebruik liggen, is zoo'n kussen ook
geknipt. Er zijn zooveel aardige grove, matwitte
weefsels in den handel, dat het al heelemaal
geen moeite zal opleveren, een geschikt lapje
te vinden. En het blauwe veterband is 'n aan
schaf. waar een miniem bedragje mee gemoeid
is. Vergeten we niet. behalve voor de strikken
ook nog wat ellemaat te nemen voor omlijs
ting van het middenvlak. Het opnaaien van 't
bokkige band is een werkje, dat geduld eischt
en overleg, in zooverre, dat men het band eerst
nauwkeurig op de stof rijgt, opdat het niet la
ter onder het opnaaien verschuift. De strikjes
maken we vooral niet te pompeus. Het kussen
zou daardoor aan vroolijke lichtheid inboeten.
Vacantie dat wil voor de huisvrouw zeg*
gen: kans op onverwachte gasten!
bU
de
we
Die hebben we lijdzaam te ondergaan in den
vorm van zoemende, gonzende, prikkende, ste
kende en snoepende insecten, die door open
ramen en deuren binnenfladderen en vliegen,
of zich door kieren en spleten en gaatjes in
onze huizen binnendringen.
Allereerst zijn er de lastige vliegen, die over
al op en aan gaan zitten. Vliegen te bestrijden,
is niet zoo eenvoudig: we probeeren het met de
kleverige, ontsierende vliegenvangerstrooken,
door kamers, gang en trap goed te laten door
waaien, door op de bovenramen groen en geel
geruit glaspapier te plakken, of door het hout
werk, voor zoover dat kan (keuken en bijkeu
ken), hardblauw te schilderen.
Muggen, die niet als de vliegen schadelijk
zijn, uit hygiënisch oogpunt, kunnen echter des
avonds en 's nachts een ware plaag zijn, door
met hun onafgebroken gezoem en hun jeuk-
veroorzakende steken slapen onmogelijk te ma
ken. Wat bestaan er al niet voor middeltjes om
muggen op een afstand te houden, als citroen
olie, kruidnagel-olie, notebladeren enz., die ech
ter geen van alle afdoende helpen. Petro
leum, dat als bedwelmingmiddel uitstekend is,
is echter zoo bezwaarlijk toe te passen.
Wie 's nachts door geen enkele mug gehin
derd wil worden, moet onmiddellijk na zonson
dergang de slaapkamerramen sluiten, want in
den schemer zwermen ze naar binnen. Om niet
geheel van frissche lucht verstoken te blijven,
kan het raam opengezet worden, voorzien van
een passende hor van fijn gaas. Vóór het naar
bed gaan overtuige men zich, dat er geen en
kele mug meer tegen gordijn, muur of raam
verscholen zit, en doet men verstandig eerst op
de muggenjacht te gaan.
In sommige huizen heeft men er last van,
dat het plafond van den kelder zwart zit van
de muggen Hier komt men op de eenvoudig
ste manier van af, door zé af te branden met
een spiritusvlam, hetgeen zeer vlug, maar voor
zichtig moet gebeuren.
Vliegen- en muggenplagen kan men ook be
strijden door de kamers te bespuiten met een
of ander insectendoodend (of bedwelmend)
middel, waardoor ze op den grond vallen, bij
elkaar geveegd kunnen worden en vernietigd.
Ook met den stofzuiger kan men de lastige
diertjes van muren, gordijnen en ramen weg
zuigen!
Wil men 's zomers des avonds buiten op een
terras of in den tuin rustig zitten lezen, dan
is er geen ander middel, om die hinderlijke
zoemers op een afstand te houden, dan door te
rooken. En eigenlijk zou het heel plausibel zijn,
als in dit geval ook de vrouw maar een pijpje
ging opsteken! Nood breekt wet.
Reken voor een éénpersoons-schoteltje: Een
half ons bloemkool, een middelmatig groote
tomaat, een half ons kropsla, anderhalve eet
lepel slaolie, een halve eetlepel azijn of ci
troensap, eenige druppels Maggi, ietsje mosterd,
peper en zout.
Rasp de gewasschen bloemkool, snijd de ge-
wasschen tomaat in plakjes en maak de krop
sla op de gewone wijze schoon. Klop de olie
met den azijn of het citroensap, de Maggi en
de kruiden door elkaar; maak ieder van de
drie groentesoorten met een gedeelte van de
slasaus aan en schik ze dan kransgewijs of
vaksgewijs op een schoteltje of een dessert
bordje.
N Z. Voorburgwal 332 - Tel. 33016 Amsterdam
Het is eigenlijk een bloem uit een vergeeld
poëzie-album, met een geur, die te fijn en te
zacht is om voor den modernen mensch dezelf
de romantische bekoring te hebben, die de he
liotroop had voor onze grootmoeders.
Maar het is een veel te aardig plantje, om
in het vergeetboek te raken, met de gezond-
gave. ruwe bladeren de heliotroop hoort tot
de familie van de ruwbladigen, waar ook de
vergeetmijniet lid van is en met de teerlila
bloempjes, die uit hun kleine kelkjes den be
scheiden, maar nadrukkelijken vanillegeur op
zenden.
Al de vele parmantig-kleine, zaclitpaarse
kelkjes, met wit hartje, die de bloementoef
vormen, geven de heliotroop, terwijl die toch
eigenlijk een stijve plant is, iets levendigs. Elk
bloemetje op zich is een klein wonder van
maaksel, een miniatuur windekelkje lijkt het
met door heel fijne feeënvingers ingestreken
plooitjes en vouwtjes, die het licht vangen en
temperen en een kleurschakeering geven: licht
lila, donkerlila, roze, die aan een oud cathe-
draalraam doen denken.
Er bloeit buiten tusschen het hooge gras van
de weilanden, voor zoover die nog niet gemaaid
zijn, een hardblauw bloemetje, dat met wijd
open oogen de wereld inkijkt: de eereprijs of
veronica. „Mannertreu" hebben de Duitschers
het genoemd, wat geen nader betoog behoeft
voor ieder, die den eereprijs plukte en mèt het
afbreken van den steel de blauwe bloemblaad
jes moest zien vallen. De heliotroop met haar
stevigen bloementuil, die den ganschen zomer
onverstoord doorbloeit, houdt in deze de eer
van het plantenrijk op. De heliotroop is name
lijk het symbool van de trouw, de toewijding.
Vandaar dat men haar zoo gaarne penseelde
op de bladzijden van het album der innige
spreuken. Vroeger toen de menschen nog rustig
waren en tijd in overvloed hadden om poëti
sche gedachten in zich om te dragen, was ieder
een vertrouwd met de bloemennamen als sym
bolen van deugd of ondeugd; dat hoorde in de
romantiek van den toenmaligen omgang inge
vlochten.
Het heliotroop-plantje, wat ouderwetsch van
stijl, wat stijf van bouw, niet exuberant van
kleur, is het typische perkplantje voor den on-
berispelijken tuin rond het niet-moderne, sta
tige buiten.
Omdat het zoo'n stevig, duurzaam bloeiertje
is, worden houten bakken langs terrassen en
vensterkozijnen er mee gevuld, in combinatie
met levendiger bloeiend goed.
Wie zich met één kamer, met een bovenhuis
of een woning zonder tuin tevreden moet stel
len, en op de vensterbank voor het raam toch
haar klein „binnentuintje" wil hebben, die
koope eenige heliotroop-plantjes. Ze geuren en
bloeien, als ze ruim water en niet te overdadig
zon krijgen, den langen lieven zomer door.
A.
En omdat het altijd verstandig is om
voorkomende gevallen van te voren zich
mogelijkheden te hebben ingedacht, raden
de aanstaande gastvrouw aan, haar recepte
keus reeds thans eenigszins aan te vullen.
't Zullen vooral van die kleinigheden z'1"'
die het oog prettig aandoen en de tong teg
lijkertijd streelen; geen bewerkelijke schot»
waarvoor koken, bakken of braden noodzakelU
is, maar frissche slaatjes etc. aardig en aPP
tijtelijk gearrangeerd. Eieren hebben we b
woonlijk wel in huis, en rijpe tomaten beg:l
nen reeds hun vaste plaats in vruchtenman
of fruitschaal in te nemen. Een potje mayo
naise of een flesch slasaus hebben we in
bet
Jg
„slaseizoen" waarschijnlijk ook steeds bij
hand, terwijl het druppelfleschje met
Aroma natuurlijk altijd op de gedekte tafel
vinden is.
Wat belet ons dan om onze gasten bij
lunch met zoo'n aardigen schotel „vlieg®"
zwammen" te verrassen? Of met een schilde
achtige „driekleurensla?"
De recepten vertellen hoe de „hapjes"
stand komen: veel tijd is er niet voor noodle-
Zes eieren, vijftig gram boter, wat peper
zout. een theelepel Maggi, een theelepel
gehakte peterselie, zes middelmatig gróote t°
maten, eenige frissche blaadjes kropsla.
Kook de eieren hard, dompel ze dadelijk jJJ
koud water en pel ze. Snijd van elk ei de Pu
af en neem er met behulp van een the
lepeltje voorzichtig den dooier uit; wrijf
dooiers fijn met de boter, de peterselie.
Maggi en zooveel zout en peper als voor d
smaak noodig blijkt.
Snijd zoo noodig den onderkant van de eie'
ren wat bij, zoodat ze stevig staan; vul ze g'a
af met het dooiermengsel. Snijd van de toffl®
ten aan weerszijden een mooi rond kapJ j
als „hoed" van de vliegenzwam; hol de tom®*
tenstukjes wat uit en vul ze met het nog °ve
gebleven dooiermengsel; druk ze dan stevig °P
de gevulde eieren en strooi er wat overgehou*
den fijngehakt eiwit overheen. Leg de kropsl®
bladeren op een schotel en schik daarop
„vliegenzwammen."
Men gebruikt twee pannen. In de eerste P®n
is kokend ossenvet, in de tweede pan een kil°
gram varkensreuzel gesmolten met een h®
pond natuurboter. Het vet in beide pannen we6
zeer heet zijn. De gesneden aardappelen 1110
gen ongeveer vijf minuten sputteren in de eet'
ste pan, totdat ze aan de oppervlakte drijve11,
waarna ze er met een schuimspaan uit£e'
vischt worden en in de tweede pan nog PlllS
minus vijf minuten tot lichtgebruind mogen
doorbraden.
Serveert men de pommes frites dan in klei'1®
puntzakjes met wat mosterd en zout, danhee
men een knappend, origineel en smakel'J
avondhapje, dat bij klein en groot in den sm®a
zal vallen.
Alle Apotheken en Drogisten
bestrijden de ongemakken, ontstaan dob'
onzuiver bloed, en bevorderen de natuurlij®
verrichtingen des lichaams.
90 ct. en 1.56 per doos met gebruiksaan*
wijzing. Verkijgbaar in .Apotheken
Drogisterijen. O.a. te Amsterdam bij AP°'- J
Sanders, Rokin 8; Drog. de Boer, Cr^~'c'
toom 91. Te Haarlem o.a. Fa. v. d. PW®
Gierstraat 3. Te Heemstede o.a. Drog. ~i'
Brühl, Binnenweg 143. Te Utrecht bij F®-
P. v. d. Bergh, Steenweg 65.
BREI MET NEVEDA-WOL
Aan de N.V. Ned. Wolspinnerij
Heerengracht 483, A'dam
M.H., U gelieve mij op te
ven, waar ik Ne veda Wol en
Gratis Ne veda Breipatronen
mijn woonpl. kan verkrijgeD
Naam:
AdresWoonplan*3
UNNEXFABB'*'
.^ost Meervelëhci
Tel K 4995 zov
Door Dora Niemann
35
Uren later joeg de wagen met Mariene en
N els over den landweg. De wijzer klom hooger
en hooger, maar nog steeds ging het haar niet
srel genoeg.
De avond kwam langzaam over velden en we
gen. In het Wesi en zonk de vurige bal achter
viclet gekleurde avondwolken; hoe dieper de zon
zonk, des te intensiever werd de vlammende
violette schijn over de witte wolkengevaarten
aan den hemel.
Ik denk, dat mijn leven heel eenzaam verloo-
pen zal, ondanks de mooie uiterlijke resultaten,
die ik zeker nog bereiken zal."
„O jij," Mariene, bezorgd voor den vriend,
rukte zich los uit haar eigen gedachten, „een
man als jij. Niels, houdt het niet voor een leege
frase, als ik je zeg. dat jou nog heel veel vrou
wenharten tegemoet zullen vliegen, je zult
slechts te kiezen hebben, welke de waardigste
eronder is. ik bedoel, jouw liefde waardig. Een
hoogstaand mensch en voor jou de liefste van
allen. Geloof me, beste vriend, niemand zal zich
meer verheugen dan ik, als je heel gelukkig
wordt. Omdat ik weet, hoe zeldzaam goed je
bent. een man, die het verdient als geen ander."
„Maar of dat ooit zal kunnen zijn?" Er lag
twijfel in zijn woorden.
Mariene boog zich plotseling naar voren. Wat
was dat daar op den weg? Een groote toerauto
stond stil aan den rechterkant. Mariene min
derde vaart en zag, dat naast den helder ver
lichten grooten wagen drie menschen stonden,
een vrouw en twee mannen. De grootste van de
twee en de oudste was elegant gekleed, volgens
de laatste mode. De ander was in livrei de chauf
feur die juist den motor ging nazien. Mariene
reed heel langzaam naderbij. Daar kwam de
chauffeur naar haar wagen toe en tikte aan zijn
pet en vroeg inlichtingen over den afstand naar
Travemünde. Mariene gaf kort antwoord en
vestigde toen haar bl kken op de dame. Als ge-
electrificeerd schrok zij op. Dat was zeViola
het meisje van de foto. In de grootste opwinding
greep zij met bevende handen naar het stuur
schakelde over en gaf gas. Zij zette er een tem
po in, dat op den halfdonkeren weg bijna be
angstigend was.
Mariene dacht niets, zij wist alleen, angstig
en benauwend, dat zij voorwaarts moest, voor
waarts, om het eerst bijSven te zijn. Hij moest
het onmiddellijk weten, dat dit meisje, misschien
al over enkele minuten, naar hem toe zou ko
men. Plotseling een inval. Misschien waren zij
opgehouden, motordefect of iets van dien aard.
Mariene remde. Keek achter zich langs den weg
Ook Niels draaide zich om. Neen, haar hoop
werd niet verwezenlijkt. Daar kwam de groote
wagen al. Met de scherp fonkelende oogen van
een kwaad dier kwam hij nader en nader. Mar
iene kon zich later niet meer herinneren, hoe
deze rit geëindigd was; zenuwinspanning tot het
alleruiterste, dat was het eenige, dat zij wist.
Niels praatte tegen haar, hielp haar op zijn be
zorgde manier.
„Ik geloof niet, dat zij het bewuste meisje
was. Neen, beslist niet. Er zijn wel duizend men
schen, die louter voor hun genoegen naar Trave
münde rijden."
„Eindelijk, station Travemünde," verzuchtte
Mariene met bleeke lippen.
„Nu langzaam rijden naar de Kurtgarten-
strasze, waar het kleine hotel ls, waar Sven lo
geert.' Mariene voelde een groote vermoeidheid,
haar vingers, haar handen schenen als lood op
het stuur te l'ggen. En toch had zij het aanbod
van Niels afgeslagen en zelf willen rijden. Maar
lang zou zij het niet meer volgehouden hebben
Deze hoogspanning, waaronder haar gemoed
stond.
„Hier is het hotel!" zei Mariene met een die
pen zucht.
Zij stonden voor den ingang. Mariene was al
uit den wagen gesprongen, nog voor dat Niels
op straat stond. Zij wankelde bijna, haar lede
maten schenen geradbraakt. De portier kwam
naar buiten en Mariene wendde zich snel tot
hem."
„Waar is mijnheer Heibrink?"
„Ja," antwoordde de man, en tikte aan zijn
pet. „Mijnheer Heibrink woont wel hier, maar
hij is weggegaan. Zijn kenn'ssen zitten in de
eetkamer, misschien weten zij, waar hij is."
„Kennissen? Wie zijn dat?" Mariene keek
radeloos naar Niels. „Ik wist niet dat hij hier
kennissen had."
„Wel," vond Niels, „hij kan toch menschen ge
troffen hebben, die hij van vroeger kent."
„Een oogenblik" zei de portier, trad in zijn
hokje en sprak met een man.
„Het is een dokter Hattendorf met zijn doch
ter. Zij wonen een paar huizen verder in een
pension. Mijnheer Heibrink heeft vanavond met
hen gegeten en is toen weggegaan."
Mr -lene wierp een vragenden blik naar Niels.
„Mijn hemel, ik moet Hem toch vinden, zoo
vlug mogelijk." Haar stem trilde van emotie.
„Laten we dan bij de menschen informeeren,
met wie hij samen was."
„Ja, goed," Mariene liep voorop naar de haar
bekende eetzaal. Niels stond naast haar, toen zij
zoekend het vertrek rondkeek. De portier kwam
hen ijverig nageloopen,
„Daarginds, dat tafeltje met dien ouden heer
en de jonge dame. Dat zijn ze."
„Wacht eens even," zei Niels zachtjes. „Ik ge
loof dat ik deze menschen ken. Ik weet alleen
niet zoo gauw, waar ik ze ontmoet heb."
Mariene werd voortgedreven door haar groo
ten angst voor Sven. Zij antwoordde niet, maar
ging naar het aangduide tafeltje. Toen bleef zij
bij den ouden heer staan, keek hem aan en zei:
„Neemt u mij niet kwalijk, maar kunt u mij
ook zeggen waar Sven Helbrink z'ch nu be
vindt? Wij moeten hem dringend spreken."
Dokter Hattendorf stond onmiddellijk op. Hij
zag direct aan de emotie van de vrouw, dat het
om iets ernstigs ging. Hij stelde zich voor en
vertelde toen in korte woorden, dat mijnheer
Helbrink nog een uurtje was gaan wandelen.
Toen keek de dokter naar Niels. In beider oogen
lichtte plotseling een herkennen, een herinne
ring. Niels kwam het eerst op den ander af.
„Ik geloof dat wij elkaar kennen, dokter.
Destijds werd ik in Atlantik door Jürgen Holt
aan u voorgesteld."
„Natuurlijk, het kwam mij direct voor, alsof
ik u al eens eerder had gezien."
„Ja, en uw dochter?" vroeg Niels. „Indertijd
had zij het erg druk met haar chocolade-ijs."
Zijn donkere oogen blikten in die van het meis
je. De hare straalden hem tegen. „Dat was in
den tijd, toen zij nog een kind was," zei haar
vader. „Nu is zij een zeer gewaarderde pianiste.
Maar" ging hij met een vroolijken lach verder,
van chocolade-Ijs houdt zij altijd nog heel veel."
„Pianiste?" vroeg Niels het meisje. „Dat inte
resseert me buitengewoon, omdat ik violist ben.
„Een beroemd vioolvirtuoos", verbeterde Mar
iene. Toen keek zij hem met een treurigen blik
aan. „Wat zou ik nu toch voor Sven kunnen
doen?"
„Komt u toch bij ons zitten," verzocht de dok
ter. „En wacht hier op mijnheer Helbrink. Hij
scheen nerveus en wilde de frissche lucht in.
zooals hij beweerde."
„Wanneer is hij weggegaan." Vol verwach
ting klonk Marlene's vraag.
„Nu," de dokter keek op zijn horloge, „nauwe
lijks een kwartier geleden."
„Dank u.' Mariene aarzelde even toen sprak ze
weer: „Ik wil eerst naar mijn pension gaan en
snel'
kom dan hier weer terug." Zij wierp een
len blik op Niels; hij praatte levendig nlf jje
dochter van den arts. Het was de muzie®>
onmiddellijk contact geschapen had. jK
„Niels," zei ze tegen hem, „blijf jij hier
kom later wel terug." jen®
Niels ging met haar naar buiten. W®
legde hem haar voornemen uit. jK
„Ik ga niet naar mijn pension, dat '/j ^je
maar. Ik ga Sven zoeken. Ik ken de wegeP^aar
hij bij voorkeur gaat, en de gelegenheden
hij misschien is." v0gi
„Maar Leni, zoo alleen in den laten je
kan je toch niet gaan. Ik ga natuurlijk 01
mee." ancierS'
„Neen, neen, in geen geval! Maar iets .je-
Weet je nog, waar we het een paar uur ^oet
den over hadden? Dat een hart bereid
zijn voor het geluk, want het komt vaalt P
ling en geheel onverwacht." eeP
Zij stonden op den stoep. Mariene dee
paar passen, Niels bleef aan haar zijde.
(Wordt vervol
(inptaats
van glas of celluloid'
50 X 5 en 50 X 3 e.M-
DOETINCHEM - TELEFOON__