echt 'n man
D
4a
Kerkelijk leven
ZATERDAG 19
AUGUSTUS 1939
Achterlichtjes-misère
Verwarring wordt steeds grooter
Leg meer autowegen
aan:
Wegenbouw brengt werk en
welvaart
Voor den komenden
student
Een Abiturienten-nummer van de
„Vox Veritatis"
Aangehouden financier
op vrije voeten
Verzoek van eigenaar der
aandeelen ingewilligd
Een ontaarde moeder
Half jaar geëischt wegens
kindermishandeling
BOERENHOFSTEDE IN
ASCH GELEGD
Vermoedelijk was hooibroei
de oorzaak
IN ZEE VERDRONKEN
Notarieel examen
Hoofdakte-examen
Examen nijverheidsonderwijs
Actie tegen de missie
in Indië?
Uitlatingen van N.I.O.G.'
bestuurders
Heidebrand op Texel
Bosschen gespaard door gunstigen
wind
FELLE BRAND IN DE
RESIDENTIE
In huis van onzen oud-gezant te
Brussel en Rome
PESTGEVAL TE BATAVIA
DOOR IAN HAY
»u
Vat
Zweefvliegtuig neer
gestort
Kabel sloeg los op ongeveer
acht meter hoogte
Hooge Belgische
onderscheiding
Minister Welter en dr. Van Dijk
geëerd
EIGEN ORGAAN VAN HET
ROODE KRUIS
Pater Timotheus
Veertig jaar ongeschoeide
Carmeliet
BENOEMINGEN
Bij de Orde van het H. Kruis
e optimist is een beter hervormer
dan de pessimist.
Wijziging vestigingswet
Kleinbedrijf
Minister wijst elk verwijt van
willekeur van de hand
NIEUWE KAMERLEDEN
UIT DE STAATSCOURANT
Inspecteur verkeer
Landbouwhoogeschool
Wij lezen, in ,lrDe Nederlandsche Rijwiel
handel":
Met de rijwielachterlichtjes blijft het een
hopeloos geval.
De minister van Waterstaat, jhr. van Lidth
he Jeude, heeft in de Staatscourant van 2
Augustus jj. opnieuw de aandacht gevestigd op
he wettelijke verplichting tot het bij donker
voeren op een rijwiel van een helder rood ach
terlicht, dat behoort tot een door of vanwege
hen minister van Waterstaat goedgekeurde
eoort en voorzien is van het door dien minister
Vastgestelde merk (de rijkskeur).
Zijne Excellentie publiceert tegelijk een mer-
henlijst van goedgekeurde rijwielachterlichten,
daarvan de vroeger verleende goedkeuring is
'Ugetrokken.
De eerste lijst bevat 38, de tweede 21 model
len.
Iedere rijwielhandelaar begrijpt, hoezeer hier
hu „opletten" geblazen is en men vraagt zich
vol verbazing af, hoe het publiek hiervan op
he hoogte kan worden gebracht. Zelfs voor de
Politie moet het een onmogelijkheid zijn, be
hoorlijk controle uit te oefenen en dientenge
volge wordt de aan bovenbedoelde publicatie
toegevoegde waarschuwing van den minister, dat
he wielrijders er zich van moeten vergewissen,
een goedgekeurd achterlicht te gebruiken, o.i.
Votkomen illusoir.
Wfj vinden voorts niet vermeld, waarom zoo-
Vele soorten achterlichten, aanvankelijk toch
Goedgekeurd, nu zijn afgekeurd. Zijn de fabri
kanten van hun oorspronkelijke modellen af
geweken? Hoe dan ook, moeten er toch vele van
he nu als ondeugdelijk aangeduide achterlicht
jes in gebruik zijn, welke wèl aan de eischen
Voldoen. Worden de wielrijders, die deze lamp
as, d.w.z. wettelijk goedgekeurde exemplaren,
Gebruiken, thans gedwongen, nieuwe te koopen?
kïaar dat is dan toch een hoogst onredelijke
eisch?
Bij groot- en kleinhandel zullen zich onge
twijfeld ook nog voorraden van deze, vroeger
Goedgekeurde, achterlichtjes bevinden. Publiek
€h zakenlui worden hier de dupe van de zon-
heriinge gedragslijn, welke het Departement
Van Waterstaat, waarschijnlijk met de beste be-
hoelingen, volgt. Wij zouden hieromtrent waar
lik gaarne eenige nadere opheldering verkrij-
Gen.
Zijne Excellentie wijst er ook nog op, dat door
het vervangen van een onderdeel door een an-
her, ongelijksoortig onderdeel, het achterlicht
h'et meer tot de goedgekeurde behoort. Hier
hebben wij de kwestie, waarop wij indertijd
V'ezen, dat de Regeering om het zoo te zeg
den „het étui" en niet „den gouden ring"
keurt. De gevolgen hiervan konden niet uit
blijven.
„De Autokampioen" houdt H. J. P. een
id ooi voor betere autowegen. Na geconstateerd
hebben, dat er een lofwaardige activiteit
^°rdt ontplooid, wijst de schrijver op de groote
^arschijnlijkheid, dat het asverkeer zich in
"s 'and over tien Jaar zal hebben verdrievou
dig en dat thans reeds» blijkens de vele onge-
i^kken, het bestaande wegennet niet in staat
°m de drukte te verwerken.
schrijver houdt een interessant betoog over
verband tusschen volkswelvaart en wegen-
hleg en besluit zijn artikel als volgt:
j Als in een later tijdperk de historie van onze
q ®h zal vermelden, dat honderdduizenden Ne-
ji^danders met smart op verlossing uit de ellen-
(Van den gedwongen lediggang zaten te waeh-
W terwiJ1 anderzijds honderdduizenden Neder-
^hdsche weggebruikers zich moesten tevreden
(j len met een voor veilig snelverkeer onvol-
t^hd wegennet, dan zal het nageslacht zich
h wel eens hoofdschuddend afvragen, hoe
Z0 ^gelijk was, dat deze beide verschijnselen
2 Vele jaren naast elkaar konden voorkomen,
j/? min als het ons mogelijk is hierop een
Uiti °ord te geven, zoo min zal men in een later
tef7ak deze onbegrijpelijkheid kunnen verkla-
I)at men er het thans levende geslacht een
v jhbliment over zal maken is. echter niet te
jWachten!
den huldigen tijd openbaart zich het men-
stfl'Jke aanpassingsvermogen wel in zeer
j)tirke mate: wij raken gewend aan dingen, die
y "«Pieel zoo daverend dwaas zijn, als men
te A een dertig jaar geleden met den besten wil
ga Gereld niet had kunnen voorstellen. Toch
c&at dit voor de werkloosheidsellende geenszins
die' daaraan kan alleen iemand gewend raken,
ev niet door getroffen wordt! Maar juist op
"bi rus' de PHcllt aHes In het werk te stellen,
d„ 2bn medemensch weer aan den slag te
komen.
0j5et heeft zeker niet ontbroken aan plannen,
Oqj, de werkloosheid te bestrijden. Deze te be-
eleh valt buiten onze competentie, maar
Wijdden wij nogmaals met aandrang willen
Vaa n °P den wegenbouw, die arbeid en wei-
rt brengt. Snelle wegenbouw werpt onmid
dellijk nut af voor degenen, die dank zij de uit
voering der wegenplannen aan het werk komen.
Indirect is de wegenbouw van onoverschatbaar
nut voor de geheele samenleving, aangezien
goede, veilige verbindingen reeds thans, maar
meer nog in de naaste toekomst, onontbeerlijk
zullen zijn, om ons land in staat te stellen in
ternationaal te kunnen concurreeren. Het mo-
torverkeer beïnvloedt alle takken van nijver
heid, alle onderdeelen van de maatschappij: de
geneeskundige verzorging van het platteland
evenzeer als de recreatiemogelijkheden van den
stedeling; het onderwijs evenzeer als het voort
bestaan van 't tooneel, de hotellerie en den tuin
bouw, de veeteelt en de radio, de brandweer en
de kippenfokkerij, kortom men kan zich waar
lijk niets meer voorstellen, of de auto is er mid
dellijk of indirect voor van belang.
Het ware even ongewenscht als nutteloos,
te gaan zoeken naar zondebokken, wien men
de tekortkomingen zou kunnen verwijten. Wij
zijn ervan overtuigd, dat er ook onder de lei
dende overheidspersonen, die zich hebben moe
ten aanpassen aan de door de verkeerspolitie^
aan de voortvarendheid gestelde grenzen, velen
zijn, die zich slechts daarmee noode hebben ver-
eenigd. Hoe die verkeerspolitiek tenslotte ont
staan is, moge evenzeer buiten beschouwing
blijven: die wisselwerking van veelal tegenstrij
dige stroomingen boezemt ons geen belang in:
de historicus zal zich daarin verdiepen.
Maar wel interesseert het ons in hooge mate,
hoe het in een nabije toekomst anders kan en
anders moet: hoe wij de uiterst billijke wen-
schen van honderdduizenden medemenschen
naar arbeid kunnen „coördineeren" met de even
zeer rechtvaardige eischen der honderdduizen
den weggebruikers naar veilige snelverkeers-
wegen. Het wil ons voorkomen, dat deze coördi
natie niet moeilijk te bereiken kan zijn, maar
zelfs al zou het anders wezen, dan ware dat
geen verontschuldiging om niet alle krachten
in te zetten, teneinde eendrachtig naar een op
lossing te streven en., tot een bevredigend re
sultaat te komen!
Dat moet en dus ka'n het. Want het gaat hier
om levensbelangen van het geheele Nederland-
sche volk!
Wegenbouw brengt werk en goede wegen
brengen welvaart!
Nu vele van H.B.S. en gymnasium afgestu
deerden zich gereed maken een nieuw leven te
beginnen, dat voor hen nog geheel onbekend is'
en het voorrecht gaan genieten aan de univer
siteit zich wetenschap te vergaren, heeft de
R. K. Studenten-vereeniging „Veritas" van de
„Vox Veritatis" een Abiturienten-nummer uit
gegeven om de aankomende studenten in te
leiden in de Utrechtsche Universiteitswereld.
Dit fraai verzorgde nummer, waarin vele be
langwekkende bijdragen zoowel van hooglee
raren als studenten zijn opgenomen, worct
katholieken Abituriënten gratis toegezonden,
waardoor dan het eerste contact met „Veritas"
reeds is gelegd.
Op volgende plechtige wijze worden de aan
komende Veritijnen begroet:
„De Roomsch Katholieke Studenten-vereeni
ging „Veritas" onder de zinspreuk Deus Scien-
tiarum Dominus. opgericht 30 Mei 1889 aan de
Rijks Universiteit te Utrecht, groet allen, die
met geestdrift zich opmaken voor de uitver
koren taak als katholiek student de wetenschap
te beoefenen.
Zij spreekt de hoop uit, dat allen zich diep
bewust zullen zijn van het hooge belang eener
krachtige katholieke studenten-gemeenschap
aan de liberale Universiteit.
En zij verwacht, dat alle abituriënten, die
naar de Domstad optrekken, van huis uit het
fiere verlangen zullen meebrengen, om door
Veritas in het veelstroomige leven der Univer
siteit, een waardig en krachtig accent te leggen
op het oude geloof, dat eens Sint Willibrord
kwam vestigen in deze grijze bisschopsstad
waarvan de zwierige Dom nog steeds een zin
gend heimwee is."
Buiten de artikelen om worden verschillen
de practische mededeelingen gedaan, die den
jongeman of het jonge meisje, als zij in
Utrecht gaan studeeren, helpen voorloopig weg
wijs te raken.
Het bestuur houdt zitting tot inschrijving van
nieuwe leden in de bestuurskamer van het Eigen
Huis, Kromme Nieuwe Gracht 54 te Utrecht, op
Maandag 2 October van 14.30—18.30.
Naar wij vernemen, is de directeur van een
hoofdstedelijke financieele instelling, die door
de politie was aangehouden, verdacht van ver
duistering van aandeelen ter werkelijke han
delswaarde van 1250 gulden, door den rechter
commissaris in vrijheid gesteld en niet in het
huis van bewaring ingesloten.
De eigenaar der aandeelen heeft aan den
Officier van Justitie verzocht verder geen werk
van de zaak te maken.
«VjW»
„Zeg Piet, ik hoef lekker vooreerst niet
naar school, ik heb roodvonk. Als je me
een stuiver geeft, steek ik je aan
Voor de rechtbank te Assen stond Vrijdag
terecht Lea G„ vrouw van S. M. C. te Eexter-
veenschekanaal, wegens ernstige mishandeling
van haar 13-jarig dochtertje Sophia.
Een tweetal buren, J. Pot en zijn vrouw, had
den gezien, dat de vrouw haar dochtertje op
20 Juli had geschopt en geslagen. Het kind had
een goed heenkomen gezocht bij de fam. Pot.
Den volgenden dag kwam het meisje weer bij
hen en vertelde, dat zij geen eten had gekregen
en dat zij liefst naar haar grootvader in Stads
kanaal wilde. De vrouw van Pot had het kind
een paar boterhammen gegeven en geld voor den
bus naar Stadskanaal. Denzelfden avond was
zij echter loopend terug gekomen, omdat haar
grootvader niet thuis was. Haar moeder wensch-
te haar echter ook niet in huis, waarop Pot
de marechaussee had gewaarschuwd. Het kind
werd tijdelijk bij den hoofdonderwijzer onder
gebracht.
Sophia werd zelf ook als getuige gehoord en
zij verklaarde, dat moeder haar dikwijls had
geschopt en geslagen. Ook de andere kinderen
in huis kregen wel slaag. Zij was nu niet meer
thuis doch in Santpoort en zij wilde niet meer
naar moeder terug.
De inlichtingen over verdachte waren zeer
slecht, zelfs de inlichtingen, die haar vader had
verstrekt. Haar gedrag ter terechtzitting maakte
dezen indruk vooral niet beter.
De officier van Justitie eischte zes maanden
gevangenisstraf. Uitspraak over 14 dagen.
Terwijl de bewoners van de hofstede van A.
Kersbergen te Achthoven, gemeente Lexmond,
aan het melken waren, brak brand uit in den
hooiberg, welke vlak bij het huis stond. In kor
ten tijd stonden ook de hofstede en de schuren
in vlammen. De brandweer kon niet verhinde
ren, dat alle gebouwen tot den grond toe af
brandden.
Slechts een gedeelte van den inboedel kon
in veiligheid worden gebracht. Men vermoedt,
dat hooibroei de oorzaak van den brand is.
Hedenmiddag is de 10-jarige L. Verhoog te
Terheiden, bij het spelen met een plank in zee
verdronken. Badgasten hebben den jongen uit
zee gehaald.
Dokter De Hollander heeft nog geruimen tijd
getracht de levensgeesten op te wekken, waar
in hij echter niet mocht slagen.
DEN HAAG. Geslaagd voor deel 1: G. J. Lu-
n en berg, Haarlem.
DEN HAAG. Geslaagd: Mej. J. A. L. H. Pie-
rot, Den Haag en de heer J. Potteboom, Den
Haag.
ARNHEM. Geëxamineerd 3 vrouwelijke er,
5 mannel. candidaten. Geslaagd de dames. A.
M. B. Sanders te Nijmegen en H. A. A. Schreur-
der te Ubbergen.
DEN HAAG. Geslaagd: Voor akte N 1 (na
tuurkunde en mechanica) T. van Os, Haarlem.
De minister van Koloniën, de heer Weiter,
heeft ten vervolge "bp de beantwoording van
vragen van het R. K. Tweede Kamerlid Van
Poll betreffende een actie, welke het N. I. O.
G. zou voeren ten opzichte van de missie en
de zendingen in Nederlandsch-Indië, geant
woord
Blijkens door het hoofdbestuur van het Ne-
derlandsch-Indisch onderwijsgeniootschap aan
den directeur van onderwijs en eeredienst ge-
aane mededeelingen hebben drie leden van de
pfdeeling Soerakarta van dat genootschap een
bezoek gebracht aan den plaatselijken verte
genwoordiger van Mohammadijah aldaar,
evenwel niet namens het hoofdbestuur, doch op
eigen initiatief. Het doel van dit bezoek zou
volgens die mededeelingen geweest zijn, samen
werking te bereiken ten aanzien van het be-
zioeken van de openbare school door kinderen
van Mohammedaansche ouders. Een actie te
gen arbeid van zending en missie zou niet door
bedoelde afdeelingsleden zijn beoogd.
In de onmiddellijke nabijheid van de den-
nebosschen op de Westermient te Den Burg is
Vrijdag door onbekende oorzaak een ernstige
heidebrand uitgebroken.
Gelukkig bevonden zich talrijke personen,
vooral kampeerders en militairen in de nabij
heid, die terstond met het blusschingswerk be
gonnen Ondanks de ingespannen pogingen om
het vuur te stuiten, ging een oppervlakte
prachtige heide van 70 H.A. verloren. Dank zij
het feit, dat de wind uit een gunstige richting
kwam, bleven de bosschen gespaard.
Burgemeester Kamp, de opzichter van ge
meentewerken Tiessen en de boschwachtei
Epe waren bij het blusschingswerk aanwezig.
Vrijdagmiddag is brand uitgebroken in het
perceel Sophialaan 11, te Den Haag, dat be
woond wordt door Jhr. O. F. A. M. van Nispen
tot Sevenaer, oud-gezant te Brussel en te
Rome.
Jhr. van Nispen en zijn echtgenoote vertoe
ven momenteel in Zwitserland, zij zouden van
daag naar Den Haag terugkeeren.
Het perceel was evenwel bewoond door een
huisknecht en twee dienstboden, die bU het
uitbreken van den brand niet thuis waren.
Om 1 uur belde een tuinmansknecht aan het
perceel aan, doch hem werd niet opengedaan,
waarna hij door een zijpoortje in den grooten
tuin kwam. Bezig met zijn werkzaamheden zag
hij te ongeveer drie uur, dat uit een der dak
ramen dikke rookwolken opstegen. Telefonisch
waarschuwde hij de brandweer, die spoedig met
twee motorspuiten aanwezig was. Zij verschafte
zich toegang tot de woning. Het vuur, dat
woedde op de zolderverdieping, werd met twee
stralen op de waterleiding bestreden. De vuur
haard was waarschijnlijk gelegen in de dienst-
bodenkamer.
Te Batavia-Centrum is, naar de Telegraaf
verneemt, een geval van bubonenpest gecon-
TECHNISCHE JEUGD.
„Koos, aan welken ..nop moet ik draaien,
om dien man te laten ophouden
(Hus og Hiem),
at
ïeifs
erger was, ze wist heel goed, dat ze
geen toevalligen partner kon oppikken,
alle heeren meer dan bezet waren.
ö;it '^r ik laat het er toch niet van komen,
Xr ghie me tb06113 de^en dans tegen den
iiljj, ziet zitten," zei Joan beslist in zichzelf.
!^'h(j Z°u denken, dat ik 'm voor hèm had open-
hig l,den. Wat zal ik doen? Naar den foyer te-
ftr, 'aan? Neen, daar zit het altijd vol meisjes,
lit aan haar kleeren te verstellen hebben
Hrcu naar de spreekkamer van den Mayor. Die
Vletdergelijke gelegenheden nooit ge-
Gaymer trok zich onopvallend uit de
l>et u terug en liep een donkere gang met
V i?rc^e "Qeen Toegang" in, waar een opge-
Gebc». Pet en een troepje stoelen stonden op-
j» *sen.
net tl
eii 6r Was er koel na de hitte van het slagveld
kattig Was niemand. Joan had bijna de gezochte
'iiifl f bereikt, toen ze vlak bij zich eenig ge-
daar °°rde. Het was een geluid, wel in staat
re bart te treffen. Vlak bij haar zat
,J0 d hartverscheurend te snikken.
bleef, een beetje geschrokken, staan en
otïl zich heen. Toen haar oogen wat aan
het donker gewend waren, zag ze vlak bij zich
iets wits. Het bleek een baljurk te zijn.
Met haar gewone voortvarendheid greep
Joan in.
„Zeg eens, wat scheelt er aan? Kan ik u
helpen?"
Het snikken hield op en de witte gedaante
kwam overeind.
„Als u er niet op tegen hebt, dan zal ik het
licht aandraaien," zei Joan weer.
Ze knipte het licht aan en daar zag ze het
kleine blondje van zooeven voor zich zitten op
het opgerolde karpet.
Zonder aan haar japon te' denken had Joan
zich meteen op het stoffige karpet naast haar
neergezet.
„Lieve kind, wat is er toch? Vertel het me
eens," zei ze hartelijk.
Het was een eenvoudig, maar niettemin droef
verhaal. Het was haar eerste bal. Ze was er
met haar broer heengegaan en gedurende den
rit van veertien mijl naar Midfield had ze zich
alles even heerlijk voorgesteld. Haar broer zou
den eersten dans met haar doen, maar had
zich bijna dadelijk verontschuldigd, omdat hij
beweerde, een meisje te zien, met wie hij nood
zakelijk dansen moest, en had haar voorge
steld aan twee jongelui, die reeds geheel bezet
bleken. Daarna had hij zich, overtuigd zijn
plicht gedaan te hebben, tusschen de menigte
vermengd en zijn zuster met kloppend hart van
half negen tot kwart voor twaalven alleen la
ten staan. Ze was pas achttien; ze was het
mooiste meisje in de zaal. Joan misschien uit
gezonderd; het was haar eerste bal en nu had
niemand haar gevraagd
Lang voordat ze snikkend haar trieste ver
haal had gedaan, had Joan, aan niets anders
denkend dan aan het bedroefde meisje, reeds
een plan beraamd, als was ze een twintig jaar
oudere beschermster.
„Ik heb daar bijna drie uur gestaan," zei het
meisje, „en toenben ik pas hierheen ge-
grQicin J
„Maar lieve kind, je kunt hier niet langer
blijven," zei Joan beslist. „Je gaat regelrecht
met mij naar de balzaal terug!"
„Ik kan niet...." snikte het meisje. „Ik kan
het niet langer uithouden!"
„Je gaat met mij mee terug naar de zaal,"
herhaalde Joan. „Er komen nog zestien dansen
en je zult de zolen van je schoentjes heusch
nog stukdansen, schat!"
„U bent heel vriendelijk," zei het meisje
„Maar u zult toch geen partner meer voor me
kunnen vinden."
„Ik zal je er zestien bezorgen!"
Het meisje keek haar verwonderd aan en vroeg
iets.
„Ik? O, ik rust liever een poosje," loog Joan
luchtig. „Trouwens, u bewijst hun een weldaad,
want ze zijn allemaal even stom en kunnen
niet dansen."
„Het is heel aardig van u," antwoordde het
meisje hoofdschuddend, „maar dat gaat niet.
Wat zouden ze kwaad zijn, als ze mij inplaats..
inplaats van miss Gaymer kregen
„Ken je me dan?" vroeg Joan verbaasd.
„Iedereen kent u," zei het meisje.
„Joan bloosde. Het complimentje sloeg in.
„Vertel eenshoe heet je?"
„Sylvia Tarrant."
„O, juistdan woon je in de buurt van
Gainford," zei Joan.
De vader van Sylvia was pas kort geleden in
het district komen wonen en dat verklaarde het
gemis aan bekenden van zijn dochter.
„Ja," antwoordde Sylvia. „Maar heusch, ik
kan uw partners niet van u aannemen. Ze zou
den woedend op mij zijn."
„Lieve kind, het eenige, wat jij noodig hebt,
is een begin. Na vanavond zul je nooit meer
alleen blijven zitten, al ga je naar nog zooveel
bals toe. Heusch, ik ben bang, dat ik nooit
meer een partner krijg, als Jij er bent.'
Het meisje begon te lachen, juist zooals Joan
het bedoeld had. Haar levenslust keerde terug.
Joan stond op.
„Hoor eens, Sylvia, nu laat ik je twee minu
ten alleen, omdat ik een heer ga opzoeken, die
tegen al mijn partners vertellen moet, dat Jij
er in toegestemd hebt, hen van me over te ne
men. Daarna kom ik terug, om Je op gang te
brengen. Houd Je nu maar taai. Schud Je rok
wat uit en bekijk Je eens in den spiegel, dan
zul je er volmaakt uitzien. Tot kijk!"
„Daar komt iemand aan," zei Sylvia, over
haar schouder heen in den spiegel kijkend. Een
man kwam de gang in. Het was Hughie, die,
omdat hij niet met Joan danste, een rustig
plekje was gaan opzoeken om een pijpje te
rooken. Joan, die alweer alles vergeten was om
trent „nummer acht", ontving hem met onge-
stateerd. Het slachtoffer is een Chinees, af
komstig van Bandoeng. Hij is in de Burgerlijke
Centrale Ziekeninrichting overleden.
In verband hiermede treft de gezondheids
dienst zeer uitgebreide maatregelen om onver
wijld eventueele uitbreiding tegen te gaan. Zoo
werden door dezen dienst tien contact-persc-
nen geïsoleerd.
Op het oefenterrein van de Amhemsche
Zweefvliegclub nabij Teriet is Vrijdagmiddag
een zweefvliegtuig van deze club neerge
stort. In het toestel was gezeten de heer
Van Lamsweerde uit Nijmegen, die kort
tevoren met het vliegtuig was opgestegen.
Op ongeveer acht meter hoogte sloeg de
kabel plotseling los. Het toestel had nog een
onvoldoende hoogte bereikt om in de lucht te
kunnen blijven, het daalde snel en stortte neer.
De heer van Lamsweerde viel met het hoofd
tegen den snelheidsmeter en kreeg een lichte
vleeschwonde.
Het vliegtuig werd zwaar beschadigd.
De zaakgelastigde ad interim van België,
baron Ruzette, heeft den minister van Kolo
niën, den heer Ch. J. I. M. Weiter, en den oud
minister van Defensie, dr. J. J. C. van Dijk,
mededeeling gedaan van hun onderscheiding
met het grootkruis in de orde van de Krcon
van België en heeft hun, respectievelijk Donder
dag op het departement van Koloniën en Vrij
dagmiddag ten huize van dr. Van Dijk, de ver
sierselen dier hooge onderscheiding overhandigd.
Het Ned. Roode Kruis zal met ingang van
1 Januari een eigen orgaan uitgeven. „De
Samaritaan", orgaan van het Roode- en
Oranje-Kruis zal dan niet meer verschijnen.
Heden herdenkt de zeereerw. pater Timotheus
a sancta Theresia, pastoor van Groenendijk te
Hazerswoude en oud provinciaal der ongeschoel -
de Carmelieten, den dag, waarop hij vóór
veertig jaar in de orde werd opgenomen.
Pater Timotheus heeft een bewogen levens
loop achter den rug. In 1906 priester gewijd, na
opgenomen te zijn in het huis der ongeschoeide
Carmelieten te Geleen, was hij tien jaar werk
zaam te Regensburg (Duitschland), in welke
periode hij als aalmoezenier in het Duitsche
leger den wereldoorlog meemaakte. Hü werd
tijdens den oorlog tweemaal gedecoreerd. In
1919 keerde hij naar Geleen terug, waar hij
benoemd werd tot overste en novicen -meester.
Gedurende 16 jaar was pater Timotheus van
Geleen uit werkzaam onder het mijnvolk in
het Duitsche mijngebied, waar hij veel aan het
vereenigingswerk deed en den bewogen tijd van
de opkomst van het nationaal socialisme van
nabij heeft meegemaakt. In 1936 werd hij be
noemd tot provinciaal der orde, welke functie
hij tot Mei j l. bekleedde. Thans is pater Timo
theus pastoor van Groenendijk te Hazerswoude.
Tot de belangrijke daden van zijn werkzaam
leven behooren ook twee reizen, die hij in ver
band met de stichting van een Carmelietessen
klooster naar IJsland maakte.
Pater W. H. Mulder O.S.C., pastoor der
parochie van de H. Kruisvirid ng te Rotterdam
(Z.), is te Neeritter (L.) benoemd tot rector
waar het noviciaatshuis der Kruisheeren ge
vestigd is. Zijn opvolger te Rotterdam is pater
M. Nillesen, prior van het klooster aldaar.
veinsd plezier en nam hem mee terug, terwijl
ze onderweg het geval uitlegde.
„Hughie, dat arme kind is hier gekomen zon
der iemand te kennen en ze heeft drie uur
tegen den muur staan wachten. Er is nu na
tuurlijk geen partner voor haar te krijgen, dus
moet ze de mijne maar nemen. Neem mijn bal
boekje wacht ik zal die voorletters even aan
vullen en vertel tegen allen, die er nog op
staan, dat ik vanavond niet meer kan dansen,
maar dat ze dadelijk naar mijn plaatsje moe
ten komen, omdat ik hun een plaatsvervangster
zal voorstellen."
„Denk je, dat ze ererg blij mee zullen
zijn?"
„Dat is hun zaak," antwoordde miss Gaymer.
„Ze moeten maar doen, wat ik hun zeg. Schiet
op, Hughie en zeg er geen woord over, dat het
arme kind door niemand gevraagd is! Zeg
maar, dat ze laat gekomen isof iets an
dersBegrepen?"
„Ja, ik snap je," antwoordde Hughie. „Zij is
laat gekomen en jij-hebt hoofdpijn. Dat is het
voornaamste, nietwaar?"
„Ja. Maak een beetje voort!" zei Joan, haar
voogd een duwtje gevend.
„Joey," zei Hughie. „Je bent een fideel kind!'
Een half uur later zagen de dansers met ver
bazing, hoe miss Gaymer tusschen twee bejaar
de dames gezeten, de vroolijkheid in de zaal
gadesloeg met een gezicht, alsof haar tijd van
dansen reeds lang voorbij was. Daarna begon
nen ze zich af te vragen, wie dat blonde ding
wel kon zijn, dat zoo omringd werd door de
bewonderaars van miss Gavmer. Had haar ««»•-
Aan de memorie van antwoord aan de Tweede
Kamer nopens het wetsontwerp Wijziging der
Vestigingswet Kleinbedrijf 1937 is het volgende
ontleend
Het is den minister van Economische Zaker.
bekend dat de kesten van de meeste cursussen,
welke dienen tot opleiding voor de examens
krachtens de Vestigingswet, bestreden moeten
worden uit de schoolgelden; het komt hem
echter niet gewenscht voor op dit oogenblik
bepaalde voorstellen tot subsidieering van dit
onderwijs in te dienen. Wel wil hij er, ter ver
mijding van misverstand, op wijzen, dat het nem
niet juist voorkomt om op de wijze, als in het
voorloopig verslag geschied is, een tegenstelling
te maken tusschen landbouw- en nijverheids
onderwijs, dat voor een zeer belangrijk gedeelte
van overheidswege wordt bekostigd, eenerzijds,
en middenstandsonderwijs, dat geheel door den
middenstand zelf bekostigd wordt, anderzijds.
Immers niet uit het oog mag worden verloren,
dat een groot gedeelte van het van overheids
wege gegeven of gesubsidieerde handels- en
nijverheidsonderwijs aan den middenstand ten
goede komt.
Behalve voor de dertien bedrijfstakken, waar
voor thans maatregelen zijn genomen, zijn nog
tientallen verzoeken om vestigingseischen inge
diend. Over den inhoud wordt thans met de
aanvragende en de betrokken organisaties over
leg gepleegd. De minister is het geheel eens
met die leden, die er op wijzen, dat deze toe
passing een bewijs is van den noodtoestand in
het middenstandsbedrijf; hij is er van ovei-
tuigd, dat de ervaring heeft geleerd, hoezeer
deze wet in 'n dringende behoefte heeft voorzien.
Dat bij sommige leden de indruk gewekt
is dat willekeurige beslissingen ten aan
zien van de toelating van nieuwe onderne
mingen tijdens den spertijd geenszins zijn
uitgesloten, betreurt de minister. Elk ver
wijt van willekeur hoe bedekt ook. moet hij
met stelligheid van de hand wijzen.
In dit verband mag niet onvermeld blij
ven dat het aantal gevallen, waarbij de aan
vrager aan geen enkelen redelijken eisch
voldoet, ontstellend groot is.
Dat door de voorgestelde verlenging van den
maximum-duur de spertijd een integreerena
deel van de vestigingswet zal worden, is in zoo
verre juist, dat de praktijk heeft bewezen, dar
de spertijdregeling als noodmaatregel niet
mist kan worden bij de uitvoering van deze wet.
Slechts eenmaal, bij een kleinen bedrijfstak,
kon direct tot het vaststellen van vestigings
eischen worden overgegaan zonder een voorai-
gaanden spertijd.
De minister heeft met belangstelling kennis
genomen van de opmerkingen dier leden, die
nieenen dat deze gelegenheid had moeten wor
den aangegrepen om enkele wijzigingen ir de
Vestigingswet aan te brengen ten behoeve van
de houders van winkels in kleine plaatsen, waai
allerlei uiteenlooper.de artikelen worden ver
kocht, zoomede ten behoeve van de seizoen-
bedrijven. Hij stelt zich voor deze beide aan
gelegenheden, tezamen met het vraagstuk van
de bedrijfsregistratie, nader onder oogen te zien
bij de reeds in uitzicht gestelde voorstellen tot
een meer omvangrijke wijziging van de Vesti
gingswet. Overigens zij, voor zooveel noodig, nog
herinnerd aan de mogelijkheid, vervat in het
tweede lid van artikel 1 van genoemde wet, orr
de vestigingseischen in bepaalde gemeenten
niet van toepassing te verklaren.
Voorstellen tot het verleenen van vrijstelling
van de vestigingseischen aan zoons, die nun
vader in diens bedrijf willen opvolgen, zijn van
den minister niet te verwachten. Het tweede lid
van artikel 10 der wet komt naar zijn meer.in-
voldoende tegemoet aan de moeilijkheden va<
de opvolging- in middenstandszaken.
De voorzitter van het Centraal Stembureau
heeft tot leden van de Tweede Kamer benoemd
verklaard: In de vacature-Albarda den heer
J. Bommer (S. D. A. P.), te Amsterdam; in de
vacatijre-De Geer prof. dr. J. R. Slotemaker de
Bruine (C. H.), te Wassenaar en in de vaca
ture-Van den Tempel den heer B. C. Franke
(S. D. A. P.) te Amsterdam.
De heer J. Bcmmer is secretaris van den
Nationalen Woningraad.
De heer B. C. Franke is bestuurslid van de
afd. Amsterdam van den Centralen Nederland-
schen Ambtenaarsbond.
Met ingang van 1 September 1939 is be
noemd tot adjunct-rijksinspecteur van het ver
keer in tijdelijken dienst voor den tijd van ten
hoogste een jaar mr. G. W. Sannes, ter stand
plaats 's-Gravenhage.
Met ingang van 1 September 1939 is op zijn
verzoek eervol ontslag verleend aan den tijde
lijken vast-assistent aan de Landbouwhooge
school te Wageningen dr. ir. P Schoort aldaar.
schijning iets te maken met het terugtrekken
van miss Gaymer? Was ze gepikeerd? Arme
Joan! Als alle grooten der aarde werd ze on
schuldig belasterd.
Sylvia zelf was in de wolken. Wanneer ze
haar zolen niet stuk danste, was ze omringd
door een schaar jongelui, die haar met aan
drang vroegen, haar op het volgende bal in de
Vrijgezellenclub te mogen ontmoeten. Zoo'n
triomf had men zelden meegemaakt. En ter
wijl miss Tarrant moeizaam haar balboekje
volkrabbelde met namen, zat Joan stilletjes te
overdenken, hoe Juist haar bewering geweest
was, dat het meisje niets anders noodig had
dan een goed begin.
Later op den avond ontdekte Hughie, dat
Joan tusschen de bejaarde dames verdwenen
'was en vroeg zich af, waar ze heengegaan
mocht zün. Hij zelf had een oogenblikje rust
en hij werd bang, dat Joan haar souper op die
manier wel eens kon misloopen. Hij kreeg een
goeden inval. Hij ging onopgemerkt naar het
buffet en nam een bord vol lekkernijen mee. In
de donkere gang aangekomen, bemerkte hij,
dat zijn voorgevoel hem niet bedrogen had.
Joan zat rustig op het opgerolde karpet met
het hoofd tegen den muur geleund en sloeg
haar oogen pas op, toen ze Hughie hoorde aan
komen.
„Hallo, Hughie! Wat duurt zoo'n avond lang,
hé?"
Hughie zette het bord voor haar neer.
„Je souper!" zei hij kortweg.
(Wordt vervolgd).