li ss% zi bom „Gij gaat, ik blijf" Wenschen van den landbouw Kerkelijk leven J V ZONDAG 20 AUGUSTUS 1939 VAN WEEK TOT WEEK en JUBILARISSEN BIJ DE SPOORWEGEN Denaturatieregeling van consumptie-aardappelen De vleeschpositie Amerika en Prinses Irene Afbetalingsfirma' s opgelicht Tweetal Rotterdammers maakten schijnakten op H.M. DE KONINGIN OP DEN RUIGENHOEK HET AANTAL RECRUTEN VOOR 1940 VAN ZOLDER GEVALLEN MOEDER MARIA VAN DE H. EUPHRASIA Heiligverklaring volgend jaar te wachten Lichting 1938 langer onder de wapenen? REDDINGSDEMONSTRATIES TE SCHEVENINGEN Oefening met vliegmachine verliep vlot UIT DE STAATSCOURANT Rechterlijke macht Deurwaarder W ater schappen Alvorens het verhaal te schrijven van Mgr. Earner's gruweiyken marteldood, wijdt pater Schneiders een kort hoofdstuk aan de deugden van den bisschop en hoewel hieruit een diepe Peering spreekt, wordt er toch de indruk niet tioor weggenomen, dat werkelijk niemand uit s bisschops omgeving meer in hem zag dan 6f'n beminnelijk, ijverig en plichtsgetrouw man. ^n kan zijn levensbeschrijver er niet van be- Schuldigen, dat hij uit persoonlijke bewonde- hng of uit kloosterlijke solidariteit de geschie denis dat pieuze geweld aandoet, waardoor het 'even' van buitengewone mannen vaak wordt tffischitterd met een voorbarige aureool of Gekleurd met zoo schrille verven, dat de iet wat ervaren lezer gedurig door den lust ge- Maagd wordt, eenig vernis te krabben van het M te glanzende beeld. Pater Schneiders ge waagt zich bescheiden als een goed en nuch- t'r geschiedschrijver. Hij plaatst ons, zonder °Pgetogen commentaar, tegenover de eenvou dige werkelijkheid. Deze is nu eenmaal zoo, dat ook de held haftigste menschen niet al tij q leven op de top ten van hun eigen heroïsme, en dat de marte- 'aar niet verondersteld behoeit te worden, ook ^hder marteldood voor een heiligverklaring bi de aanmerking te zijn gekomen. De kracht tot opperste geloofsbevestiging beantwoordt aan bijzondere genade, die theologisch gespro ken niet door een voorgaand deugdzaam le- Ven behoeft verdiend te zijn, omdat God naar e'gen welbehagen de bloedgetuigen Zijner barheid kiest; het zal nochtans vaak voor komen, dat deze veelal bovenmenschelijke kracht zich heel diep wortelt in de groote deugden, die het karakter van den martelaar ivoren reeds hadden gestaald en geadeld. Ook to vertoonden deze deugden dan nog niet het *enmerk van de heldhaftigheid, waardoor de Uilige zich van gewone deugdzame geloovigen Waarneembaar onderscheidt, hun aanwezigheid torklaart toch, hoe het mogelijk was, dat de Martelaar, door Gods genade bijgestaan, die '"'acht ontwikkelen kon Wij zien dit bij Monseigneur Hamer. De Vt,aag, of hij zonder den marteldood ook voor 6 eer der altaren in aanmerking zou komen, Mag men menschelijkerwijs ontkennend beant woorden als bijvoorbeeld die andere vraag, of toj ook tot de waardigheid en de verantwoor delijkheid van het episcopaat zou zijn geko- f'b. indien hij na voldane seminarie-studies M het vaderland gebleven ware. Het verdui delijkt slechts de waarheid, dat God wonder- aar is in Zijn heiligen, wanneer wij zonder opgewondenheid erkennen, hoe in alle boven natuurlijke werking van de genade de wetten Vah het natuurlijke leven worden geëerbiedigd tot hun volle recht komen. Bovendien is jjete waarheid een groote troost voor wie God ^minnen en een ernstige waarschuwing tegen egenen, die denken, dat men God niet kan be- agen zonder zich te wijden aan het ongewone, e' buitenmaatschappelijke en het verbazende. De persoonlijkheid, die uit de levensschets Van Mgr. Hamer naar voren komt, is zeker in enkel opzicht excentriek. De prikkelende 'euwsgierigheid naar buitengewoonheden °rdt door deze biografie van den man, die 'Met hart en ziel Hollander gebleven" was, ''torminst bevredigd. Men mist bij hem de rijke M'tuurlijke begaafdheid van zijn studiegenoot r' Schaepman, die hem bij de onthulling van e' Hamer-monument te Nijmegen mocht hui- Men als een typischen „zoon van het vrije Mlerlandsche volk", in wien de nationale e"gden duidelijk belichaamd waren, maar die 'st daardoor de sterk geïndividualiseerde ka- "Mteristiek van den buitengewonen mensch nu 'Mtnaal mist. In zijn missie-arbeid, die vrucht- ar is geweest en gezegend, ontwaart men dan biet de hervormende kracht van een oor- f °bkelijken geest. Monseigneur Hamer is een Verdroten werker. Hij is geen vernieuwer of Mnbeker. Wij leeren hem kennen als een man Se beds. maar „hij hield zich aan een vaste gorde, waarvan hij op zijn residentie nooit *Veek." Practische zin en aangeboren handig- zijn de natuurlijke hoedanigheden, die biograaf het meest in hem prijst, daar- aast vertoont hij een groote goedheid, zelfs zekere meegaandheid, waardoor hem het °orzamen niet zwaar valt, terwijl het be- j eb erdoor wordt vergemakkelijkt. Van een M'* intellect, een dichterlijk gemoed, een ^°rbitzienden geest heeft hij zeker niet de 6sst sprekende kenmerken. Jtoij meenen dan ook, dat hij den Bokser- 5tand onderschat heeft. Er was al zooveel v*h dien aard voorgevallen. Het gebeurde al ^Maal op enorme afstanden; de berichten er- 6r kwamen laat en gebrekkig naar Ortos; aangeboren optimisme overwon de opko- angsten, die in de laatste jaren wel ^tls de kracht aannamen van een waarschu- voorgevoel, maar die de bisschop toe- aan zijn stijgenden leeftijd en wellicht H, r bekoringen van den Booze hield. Het Juli 1900, voordat hij zich den vollen om- van het gevaar realiseerde, i^ tosters uit verre missieposten in Mongolië v ;iMen toen gevlucht naar Eu-che-si-k'ing-ti, at de bisschop woonde; de christenen liepen H to hoop, 5 Juli zond een missionaris het be- „Wij zijn allen in doodsgevaar". De bis- besluit, de residentie te versterken. Alle Monarissen zullen daar blijven. 6 Juli ver- hij, dat te Peking de Europeanen ver- tcl zijn. Dienzelfden avond zegt Mgr. Ha- ^t zijn priesters: ilt"ls er een middel om u te redden, dan moet middel gebruiken; ik mag de missie, hoofd ik ben, niet in gevaar brengen, haar V S'ers te verliezen. Wordt gij in een stad V°'ed, zegt de Heilige Schrift, vlucht in een l^ere- Welnu: haastig vluchten is het eenige S>1. Daarom gebied ik u, dezen nacht ^aar San-tao-ho te vertrekken." U 8af hun dezen brief mee, dien zij eerst ^^h-tao-ho, in het bijzijn van andere mis ken, mochten openen: Eerw. Heeren, Gij zult begrijpen, dat het geen tijd stip is om veel te schrijven; de Heeren kunnen u alles vertellen. Ik blijf hier, offer mij geheel op voor het heil van het vicariaat, de Eerw. Missionarissen en Christenen. Moge mrijn offer aangenaam zijn aan O. L. Heer en tot heil der missie strekken. Zulks hoop ik te verkrijgen door Uwe gebeden. Ik bedank U allen, ieder in 't bijzon der voor Uwen ijver, voor de hulp en troost, die gij mij verleend hebt, en voor zoover ik U beleedigd mocht hebben of door mijn slecht voorbeeld ontsticht, vraag ik U vergeving en verzoek U, mij in Uwe gebeden en H. Offerande indach tig te zijn. In den geest omhels ik U en geef U mijnen bisschoppeljjken zegen. t FERD. H. HAMER Vic. Ap. Dit is het antwoord op den afscheidsbrief van vader en iets van dezelfde deftige stijf heid, die tegen de overmacht van het gevoel schijnt te wapenen, klinkt erin na dit is de uiterste vervulling van het „houd moed" der moeder. Een kwartiertje heeft Mgr. Hamer zich afgezonderd in gebed. Ziehier zijn besluit. Het is de samenvatting van zijn karaktertrek ken in een stijl, die geen opsmuk kent, nuch ter en vastberaden, volmaakt vrij van alle pathetiek en van alle opgewondenheid, klaar- Nederlandsch, eenvoudig, krachtig, zonder een woord teveel en zonder een teeken van aar zeling. Het handschrift wordt in het boek van pater Schneiders in facsimile afgedrukt: de pen heeft niet gebeefd; alle woorden zijn hel der leesbaar, de tekst staat vast op het papier, regelmatig ingedeeld in alinea's, met alle kom ma's op hun plaats. Welk een document! De woorden „Gij gaat, ik blijf", bij het over handigen van dezen brief nog gesproken, zijn de bondige samenvatting, de concrete conclu sie van hetgeen Mgr. Hamer aan zijn priesters zei en schreef, toen hy van het doodsgevaar overtuigd was. Hij moest de anderen bevelen, te gaan. Zij drongen aan, hem te mogen be schermen. Hij bleef, zooals de kapitein tot den laatsten man op het schip blijft, overtuigd, dat het zijn plicht was. Nu nemen de feiten snel hun verloop; 11 Juli 1900 begon de aanval der Boksers; ze wer den teruggeslagen. Twee dagen later keeren zij versterkt weerom, weer moeten ze wijken. Op 14 Juli vindt Mgr. Hamer een zwaargewonden Bokser in de vlakte buiten de stad. Hij neemt hem op en laat hem verplegen als een vriend. Op 20 Juli heeft de derde aanval plaats. De residentie bezwijkt. De bisschop wordt gevan gen genomen, aan een boom gebonden, uren lang mishandeld en bespot, dan weggedra gen op de wijze, waarop Chineezen zware las ten dragen; vastgebonden aan een balk, die over de schouders van twee mannen wordt gelegd, eindelijk op een kar vervoerd, de rech terhand gewond door een mes-steek. Op 20 Juli kwam men te T'ouo tsch'eng, waar de bisschop gevangen werd gezet, twee dagen later heeft een soort rechtzitting plaats, die 23 Juli ver volgd wordt. Het doodvonnis werd uitgespro ken. Met op het hoofd de letters, die „oude Europeesche duivel" beteekenen, werd de bis schop in een kar rondgereden om door hel volk te worden bespot. 24 Juli werd hij met het hoofd omlaag aan een ijzeren galg gehan gen, omwikkeld met watten, die men met olie overgoot en toen in brand stak. De doodstrijd duurde niet lang. Na deze martelingen van het lichaam, werd het lijk nog geschonden. Een bedelaar werd gedwongen, het hart van Mgr. Hamer op te eten. De ingewanden werden langs den weg verkocht. Meer dan drie weken heeft Ferdinand Ha mer geleefd in afwachting van een dood, waar van hij de gruwelijkheid kon vermoeden. Uit deze weken is niet bijzonder veel over hem be kend. Hij sprak zijn christenen moed in, hij bereidde hen voor op het ergste. Zijn eigen ge voelens bracht hij niet tot uitdrukking. Slechts herhaalde hij bij het gerechtelijk verhoor wat hij reeds onderweg tot een bokserhoofdman had gezegd: „we hebben de Chineezen nooit kwaad gedaan", en „wij lijden dit voor u!" De gereserveerdheid in het uitspreken van gevoelens, die den afscheidsbrief van zijn va der tot zulk een merkwaardig stuk maakte, en die wij in zijn eigen afscheidsbrief aan zijn priesters terugvinden, was wel een grondtrek van zijn, bij alle beminnelijkheid en openheid van aard, toch tamelijk gesloten gemoed. Hij liep niet met zijn innerlijke gewaarwordingen te koop. Ook hierin was hij „een zoon van het vrije Nederlandsche volk, een held van den Dietschen stam, die zeggen kon: ik ben een zoon der oude Nederlanden; mijn vaderland is waar de vrijheid heerscht." Schaepman, die deze woorden over hem sprak, voegde daar nog aan toe: „in hem waren vereenigd de eenvoud, de stoerheid en de vroomheid van ons volk." Maar het meest teekenachtige woord, dat de vroegere studiemakker bij het standbeeld van den martelaar sprak was toch wel, dat hij in dezen waarnam: „die behoorlijke gemeenzaam heid met het heldhaftige, die het ongewone alledaagsch zou maken als de dagelijks verrij zende zon ooit alledaagsch kon zijn." Hij gaf er mede te kennen, dat hem het „ge wone" in Ferdinand Hamer geenszins ontgaan was. Doch hij onderscheiddein dit „alledaag- sche" het teeken der uitverkiezing: de rustige volharding en volledige betrouwbaarheid van het altijd weerkeerende zonlicht. Door werkelijk iederen dag den mensch op te eischen, is het alledaagschfe zoo grootsch. Het is de grondslag voor het buitengewone en de 'school van den heldenmoed. Wie heilig worden wil, kan in de zen zin niet „alledaagsch" genoeg zijn. A. v. D. Zaterdagochtend heeft de directie van de Nederlandsche Spoorwegen te Utrecht op de gebruikelijke wijze degenen ontvangen, die in de maand Augustus veertig jaren geleden in dienst der Spoorwegen traden. Zij zijn allen hartelijk toegesproken. Hun werd ter herinnering aan dezen dag een oorkonde overhandigd, terwijl een ieder via zijn chef een enveloppe met inhoud zal ontvan gen. Onder leiding van den heer H. D. Louwes te Dlrum werd dezer dagen de maandelijksche vergadering van de eerste afdeeling van het Koninklijk Nederlandsch Landbouw-Comité te Utrecht gehouden. Bij den aanvang der vergadering gaf de voor zitter uitdrukking aan de verheugenis in de kringen der organisatie over de blijde gebeurte nis in het prinselijk gezin. Door een der aangesloten organisaties werd nog eens een pleidooi gevoerd voor het openstel len van de gelegenheid tot denaturatie van con sumptie-aardappelen van klasse a in den herfst gecombineerd met een geleidelijk oploopen van den denaturatiebijslag. Daardoor zou worden be reikt, dat de aardappelprijzen zich op een be hoorlijk peil kunnen handhaven, terwijl voor ge brek aan aardappelen in het voorjaar niet be hoeft te worden gevreesd. Bovendien zullen de verbouwers nog het voor deel hebben van de hoogere veevoeder waarde der aardappelen in de wintermaanden. Teneinde van een redelijk prijspeil verzekerd te zijn, werd het noodig geacht de denaturatie reeds per 1 November te doen ingaan, met een vergoeding van f 1.40. Vanaf 1 Januari zou de vergoeding met 10 cent per maand dienen op te loopen, in dier voege, dat voor de maand Mei het maximum van f 1.90 per 100 K.G. zou worden bereikt. De vergadering kon zich met een dergelijke regeling vereenigen en oordeelde,- dat de hoo gere kosten ten laste van het landbouwcrisis fonds behoorden te worden gebracht, daar een regelmatige voorziening van de binnenlandsche markt met aardappelen als een algemeen be lang moet worden beschouwd. Besloten werd deze aangelegenheid in de ver gadering van dagelijksche besturen der centrale landbouw-organisaties met het college van re- geeringscommissarissen aan de orde te stellen. Besloten werd over te gaan tot verzending aan de Tweede Kamer van een adres aangaan de het ontwerp-landbouwbedrijfsregelingswet. Aan de hand van een nota, samengesteld door een commissie, werd opnieuw uitvoerig van ge dachten gewisseld omtrent de vleeschpositie in den komenden herfst en in een verder verwij derde toekomst. Er bestaat gevaar, dat door het overgroote aanbod van rundvee op de as. herfstmarkten, de rundveeprijzen totaal ineen zullen storten. De vergadering kwam tot de conclusie, dat bij het huidige overschot van vleesch hier te lande, elke invoer van vleesch, het zij rund- of paarden vleesch, uit den booze is. Bovendien verdraagt een dergelijke in voer zich niet met het bestaan eener teelt regeling. Algemeen was men voorts van oordeel, dat de regeering door het uit de markt nemen van 2e en 3e klasse rundvee, rigoureuze prijsdalingen dient te voorkomen. Hoewel de melk- en zuivelpositie in het alge meen de richtlijn moet zijn, welke bij de rund- veepolitiek moet worden gevolgd, zoodat een vermindering der klavertoewijzing niet in aan merking komt, is op dit gebied toch wel iets te doen. Zoo zou naar men meende de rundvee- teeltregeling kunnen worden ontdaan van fran je, welke de vleeschpositie ongunstig beïnvloedt. In verband hiermede dient op afschaffing van de z.g. ossenschetsen te worden aangedrongen. Het spreekt vanzelf, dat daarbij met de belan gen van die gebieden, waar van ouds het houden van ossen gebruikelijk is, moet worden reke ning gehouden. Ook was de vergadering eenstemmig van ge voelen, dat elke exportmogelijkheid van rund- vleesch, ook indien deze gepaard moet gaan met het verleenen van een belangrijke uitvoerpremie, diende te worden aangegrepen. In navolging van hetgeen Denemarken heeft weten te bereiken op het gebied van de fabri cage en export van vleeschproducten als vleesch- extract, bouillon-blokjes enz., stelde men zich voor, dat dit terrein ook in ons land zou kunnen worden betreden. Van groote beteekenis zou kunnen zijn. de instelling van een bureau, dat- de mogelijkheden op dit gebied onderzoekt. Besloten werd deze punten met de andere C.L.O. te bespreken en eventueel bij de regee ring de noodige stappen te doen. In het huis van bewaring te Rotterdam zyn dezer dagen twee Rotterdammers ingesloten, die twee afbetalingsmagazijnen, waarvoor zij arbeidden, resp. voor bedragen van f 1500 en f 600 hebben opgelicht. Het zijn de 35-jarige J. C. v. d. S. en de 39- jarige A. L. F., die de firma's T. K. en H. S benadeeld hebben De heeren wisten dergelijke bedragen binnen te krijgen door schijnacten op te maken. In totaal wisten zij 108 acten op te maken. Soms trad F. ten opzichte van v. d. S. als kooper op, in welke schijnhoedanigheid hij dan een acte onderteekende. Een groot aantal goederen is op deze manier verdwenen. Voorts heeft de politie opgespoord zekeren J. K., 34 jaar oud en A. A. v. L., 36 jaar, die we gens heling zullen moeten terechtstaan. De politie heeft reeds een groot gedeelte van de goederen weten te achterhalen, terwijl naar het overige een diepgaand onderzoek wordt in gesteld. V. d. S. heeft een volledige bekentenis afge legd. H. M. de Koningin is Zaterdagmiddag, komende van Soestdijk, op den Ruigenhoek aangekomen. Een aardig voorval toont aan hoezeer de Amerikanen medegeleefd hebben met de ge boorte van Prinses Irene. De Nederlandsche beiaardier Jacq. Vermaak leerling van den Belgischen meester Jef Denijn en bespeler van het Nederlandsche carillon op de New-Yorksche wereldtentoonstelling, gaf een beiaardconcert in de universiteitsstad Alfred (N.Y.), juist op den dag dat de geboorte van het Nederlandsche prinsesje te New-York be kend gemaakt werd. Vóór den aanvang van het concert vroeg een delegatie uit het publiek of de heer Vermaak ter eere van het Prinsesje wilde beginnen met het Wilhelmus, aan welk verzoek de beiaardier natuurlijk gaarne gevolg gaf. Staande hoorde het publiek dat uit vijfhonderd Amerikanen be stond, en waarvan velen van verren afstand waren gekomen, het Nederlandsche volkslied aan. Het klokkenspel van Alfred is het eenige, dat uit oude Nederlandsche, door Hemony gegoten klokken bestaat. En zoo klonk op 7509 Kilometer van Nederland het goede, oude Wilhelmus ter eere van de blijde gebeurtenis in het moeder land. Uit het K, B. van 2 Augustus 1939 (staats blad no. 587) blijkt, dat 43.069 personen be stemd zijn tot gewoon dienstplichtige voor de lichting 1940, Hiervan zijn 1074 bestemd voor de zeemacht. Zaterdagmiddag stapte de vijftienjarige Jo- han Broos op den zolder in d'e landbouwschuur van A. Rampaart te Noordhoek, gemeente Klundert, mis, waardoor hy van een hoogte van acht Meter in de schuur viel. De jongeman be kwam zoo zware verwondingen, dat hij na enkele oogenblikken overleed. Aan de Provinciale Overste van de Zusters van den Goeden Herder is uit Rome bericht, c!at de Stichteres der Congregatie, Moeder Maria van de H. Euphrasia, met Paschen van het a.s. jaar heilig zal worden verklaard. Moeder Maria werd in 1796 te Noir Moutier in Frankrijk geboren en overleed in 1868 te Angers. In Nederland zijn de Zusters van den Goeden Herder gevestigd te Leiderdorp, Bloe- mendaal, Velp en Tilburg, en hebben een eigen Nederlandsche Provincie. Gij zuli den Heer Uw God be minnen uii geheel uw hari, uii geheel uw ziel, uii al uw krachien en mei geheel uw gemoed, en uw naasie gelijk u zelf. Evangelie Naar wij vernemen is de nieuwe minister van Defensie voornemens, de dienstplichtigen van de lichting 1938, die begin September met groot verlof zouden gaan. niet naar huis te zen den. Hoewel een officieele mededeeling nog niet is gedaan, schijnt het vast te staan, dat de nadere regeling van dit besluit ten departemente wordt uitgewerkt. De minister zou hiermede reeds thans van zijn bevoegdheid, neergelegd in de nieuwe Dienstplichtwet, willen gebruik ma ken Een groot aantal van de zeer talrijke bad gasten, welke Zaterdag aan het Scheveningsche strand vertoefden, begaf zich in den loop van c.en middag naar de rechterzijde van oe wan- delpier om daar tegenwoordig te zijn by de groote kustreddingsdemonstraties, welke geor ganiseerd waren door den Nederlandschen bond tot het redden van drenkelingen. De Haagsche politie had een gedeelte van het strand afgezet en op dat stuk konden de redders hun oefe ningen uitvoeren. Per luidspreker weraen de oefeningen toegelicht door den heer J. W. van Gemen, voorzitter van d'e technische commissie van den Nederlandschen bond. Om drie uur begonnen de demonstraties met het vertoonenvan vervoer- en bevrijdings grepen in brigadeverband op verschillende ge deelten van het strand door de brigades van Rotterdam, Bloemendaal, Wassenaar en Den Haag. Daarna ging een zwemmer in zee, die moest fungeerem voor drenkeling. Vlot werd hy gered door handreiking van zoogenaamde niet- zwemmers, die 'n langen ketting vormden en op deze wijze tot ver in zee konden gaan. Zeer interessant was ook de demonstratie van redden door gebruikmaking van een kano. Men moest zonder twijfel de handigheid bewonderen waarmede de redders hun kano over de golven stuurden in de richting van den drenkeling, die tenslotte aan de kano mee naar de kust werd gesleept. De demonstratie van een redding door middel van haspel en lijn werd twee keer ge geven. De tweede maal namen de vier brigades ieder een drenkeling onder handen, terwyi prij zen zouden worden toegekend voor de beste en snelste prestatie. Die Wassenaarsche brigade werkte volgens de meening van de deskundigen het best deze redding af en behaalde dus den eersten prijs. Bij de laatste redding werd gebruik gemaakt van een vliegmachine. Ondersteld was, dat een zwemmer ver in zee was afgedreven. De kust wacht merkt, dat hij in nood verkeert en vraagt telefonisch hulp op het nabyzijnde vliegveld. Een machine, bemand met vliegers van de Vrq- willige Organisatie Sportvliegers, stijgt op en zoekt ter plaatse de zee af. Wanneer de dren keling gevonden is, wordt een reddingsboei uit geworpen, waarmee de man drijvende kan blij ven. Een reddingsboot zorgt dan voor het aan land brengen van e'en drenkeling. Het spreekt vanzelf, dat aller belangstelling zich op deze oefening concentreerde, omdat thans voor het eerst van vliegmachinehulp werd gebruik gemaakt. Aan de snelheid, waarmee de demonstratie werd afgewerkt, zou men dit niet kunnen zeggen. Het was alsof de redders deze manier reeds lang in de practijk hadaen uit geoefend. Tot slot spraken verschillende autoriteiten op het gebied van reddingswezen hun hoop uit, dat het publiek het belang van den Neder landschen bond tot redden van drenkelingen moge inzien. Een waarschuwing om de uiterste voorzichtigheid in acht te nemen brj het zwem men in zee bleef niet achterwege Benoemd zyn tot rechter-plaatsvervanger in de arrondissementsrechtbank te Rotterdam mr. H. B. van Riesen, advocaat en procureur te Rot terdam, en mr. D. A. Hoogenraad, advocaat en procureur te Rotterdam. Aan G. Krijgsman, deurwaarder bü de arron dissementsrechtbank te Arnhem, ter stand plaats Terborg, is met ingang van 19 Augustus 1939 ontslag verleend. In de provincie Noord-Holland is benoemd met ingang van 1 October 1939 tot hoogheem raad van het hoogheemraadschap Waterland, J. Groot Jzn., te Broek in Waterland. Benoemd zijn: in de provincie Utrecht: tot dijkgraaf in den dijkstoel van de Rhenensche Nude en Achterbergsche Hooilanden, G. C. D. d'Aumale, baron van Hardenbroek, te Rhenen, uiterlijk tot het einde van het zittingsjaar waarin hij zeventig jaar zal zijn geworden; in de provincie Noordholland: a. met ingang van den eersten Woensdag in October 1939, tot dijkgraaf van het waterschap De Purmer, J. Koning Azn., te Purmer (gemeente Purmer - end) b. met ingang van 1 October 1939, tot heem raad van den polder de Zeevang, P. Bakker Jzn., te Warder; c. met ingang van den eersten Donderdag in October 1939, tot heemraad van het waterschap De Beemster, J. stolp, te Beemster; d. met ingang van 1 October 1939, tot heem raad van den polder Wieringerwaard, C. Schenk te Wieringerwaard; 3. in de provincie Zuidholland: a. tot heem raad van den polder Nieuw-Stellendam, M. Aleman Tz., te Oudorp; b. tot lid van het bestuuT van den polder Oud-Hongerland, P. H. Kleinen, te Spükenisse.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 5