Kansen bij Engelsch-Duitsch
samentreffen in de lucht
Vraagstukken rond den
middenstand
PRIESTER-STUDENTEN BEDEVAART NAAR HET HEILIGDOM VAN PASTOOR VAN ARS TE EINDHOVEN
Geestelijke volks
gezondheid
VOOR DUITSCHLAND HET
GUNSTIGST
i BOETE EN GEBED
HET A.S. CONGRES
TE ARNHEM
ZONDAG 27 AUGUSTUS 1939
mf
Overhaaste opvoering van Engelsch
kwantum ten koste der kwaliteit
Onvoldoend geschoold
personeel
ROEIEN
DE KAMPIOENSCHAPPEN
OP DE BOSCHBAAN
Nog geen beslissing
AUTOMOBILISME
John Cobb verbetert wereldrecords
VOETBAL IN ENGELAND
De competitie weer
begonnen
Chelsea begint met een kleine zege
VOETBAL
JAN VOS OVERLEDEN
ZwedenDuitschland
gaat niet door
Praeadviezen van dr. H. Moller en
dr. J. van Beurden
Concentratie en
kleinbedrijf
Gemeenschapsgedachte
Concentratieverschijnselen
op WOENSDAG 30 AUGUSTUS. Voor Amsterdam opgeven, bij: Kap. DOESWIJK, Pijnackersiraat 9, A'dam. Reiskosten f 2.
Ondernemersovereenkomsten'
wet en haar bruikbaarheid
Europa staat voor een beslissend keer
punt van zijn geschiedenis, waarbij zich de
keus voordoet tusschen vrede en oorlog!
Elf maanden geleden bevond men zich in
dezelfde situatie en men meende den mid
denweg te kunnen kiezen van' gewapen-
den vrede, op welk pad de groote mogend
heden thans het bewijs ontmoeten, dat ook
dit ten «slotte tot oorlog voert!
In die elf maanden gewapenden vrede
werd er, met name in Engeland, waar een
pijnlijke achterstand werd gevoeld, op
weergalooze wijze bewapend, hetgeen men
vooral ten aanzien van het luchtwapen
als een technisch wonder kan betitelen.
Gepaard met de verbijsterende uitgave
van f 20.000.000 per week zag de Engel-
sche industrie kans de productie van mi
litaire vliegtuigen van Januari tot Mei
1939 te verdubbelen terwijl deze daarna
tot op dit oogenblik kon worden vervier
voudigd. Dat beteekent een productie van
1000 vliegtuigen per maand.
Deze cijfers overtreffen die van Duitschland,
dat van Juni 1938 tot April 1939 haar aantal
moderne oorlogsvliegtuigen wist te verdubbelen
tot 6000 stuks. Rekening houdende met nood
zakelijke vervanging en aanvulling van, op
een of andere manier, verbruikte machines. Kin
derhalve de gemiddelde maandelijksche pro
ductie van Duitschland op 500 oorlogsvliegtui
gen worden gesteld, waarbij nog een belangrijk
aantal lesvliegtuigen komt, bestemd voor de
instructie van nieuwe vliegers. Sedert Juni 1938
heeft ook Duitschland echter zijn productie
weten op te voeren. Doch, alhoewel geen Juiste
cijfers daaromtrent zijn te bemachtigen, kar
men aannemen dat zij zeker niet boven die
van de Engelsche productie zullen uitkomen
Er behoeft geen twijfel over te
bestaan, en ook in Duitschland
weet men dit, dat op het beslissen
de moment Engeland wellicht het
grootste aantal vliegtuigen zal kun
nen fourneeren, maar daar tegen
over kan Duitschland gewichten in
de schaal leggen, die zoo niet zwaar
der, toch minstens gelijkwegend
mogen worden geacht. Deze zijn:
technische perfectie en grooter aan
tal en beter geschoold personeel.
Bij overwegingen, de grootte van de Engel
sche oorlogs-luchtvloot betreffende, moet men
vooral ook rekening houden met de omstan
digheid, dat de Engelsche arsenalen zéér sterk
gedecentraliseerd zijn. Strategisch gezien ver
sterkt dit de Britsche positie. In Canada heeft
men een combinatie van vliegtuig-constructeurs
gevormd, welke in 1940 twee-motorige bom-
vliegtuigen van het type Handley Page „Hamp
den" in grooten getale aan de R. A. F. (Royal
Air Force) zal kunnen afleveren. Voorts zijn in
Australië met name in Melbourne en Sydney
twee nieuwe concerns gevormd, welke den nieu
wen bommenwerper van Bristol, de „Beaufort"
zullen gaan leveren Deze Beaufort is een ver
betering van de bekende „Blenheim", waarvan
de maximum snelheid 470 K.M. bedraagt bij
een actie-radius van 3000 K.M. Van de Beau
fort wordt beweerd, dat zij deze prestaties nog
belangrijk overtreft.
Ook in Nieuw-Zeeland heeft men een arse
naal gevormd, waar hoofdzakelijk de Havilland-
trainers worden gebouwd in verband met de
opleiding van oorlogsvliegers in Nieuw-Zeeland.
Het ligt n.l. in de bedoeling, dat van hieruit
jaarlijks 220 vliegers aan de gelederen van de
R. A. F. zullen worden toegevoegd.
De technische perfectie, welke wij als één
der voorsprongen van het Duitsche lucht
wapen noemden, is bij zijn tegenstanders
maar al te goed bekend. In enkele jaren tijds
wist Duitschland zich een serie wereldre
cords in de vliegerij te veroveren, die wijst
op een zéér hoogstaande kwaliteit van ma
terieel, dat ook de zwaarste beproevingen
heeft weten te doorstaan. In verband hier
mede zijn de practische ervaringen, welze
men met het vliegende oorlogsmaterieel in
Spanje heeft opgedaan, van veel belang.
Daarbij, en dat is in overeenstemming met
de ervaring die men bij de verschillende
manoeuvres heeft opgedaan, kon men vast
stellen, dat de bomvliegtuigen het zwaarte
punt vormen van het luchtwapen. Dit komt
dan ook tot uiting in de indeeling ervan,
welke voor de 6000 moderne oorlogsvliet tui
gen van Duitschland als volgt luidt: 3000
bomvliegtuigen, 2000 jachtvliegtuigen en
1000 verkenningsvliegtuigen.
Ook den enkele jaren geleden bestaanden
achterstand van de Duitsche motoren-industrie
hebben onze Oosterburen op beslissende wijze
weten in te halen. Tot de motoren van 1000 en
1500 P.K. toe worden thans in voldoende aan
tal binnen Duitschlands grenzen vervaardigd en
de practyk heeft aangetoond, dat er geen twij
fel behoeft te bestaan over de voortreffelijke
kwaliteit ervan. Bovendien is de specialiteit van
dit land de ruwolie-motor, welke ook haar toe
passing bij de militaire vliegtuigen vindt. Zoo
zijn bijv. verschillende Heinkel He-112 jacht
vliegtuigen met Junkers ruwolie-motoren uit
gerust.
De tweede voorsprong van het Duitsche
luchtwapen, het grooter aantal beter ge
schoold personeel, is van zéér verstrekkende
beteekenis, ja zij kan in oorlogstijd van be
slissende beteekenis zijn.
Dezen voorsprong had Duitschland reeds
jaren en hij wortelt in het speciale oplei
dingssysteem der vliegers dat daar gebrui
kelijk is. Het zou ons ier te ver voeren
daar dieper op in te gaan, maar Engeland
heeft ten koste van vele offers van jonge
menschenlevens moeten ervaren, dat men
het tempo van opleiding niet in die mate
als het productieproces van vliegtuigen kan
versnellen. Dit probleem der personeels
voorziening, dat zich ook cfver het tech
nische personeel uitstrekt, blijft de groote
klemmende zorg der Britsche militaire
luchtvaartorganisatoren.
Beschouwingen over het luchtwapen hebben
immer het nadeel van alle theorie: de practijk
blijkt dikwijls zoo geheel afwijkend te zijn.
Maar zij vormen toch ongetwijfeld een basis,
vanwaar men eenig inzicht heeft in de moge
lijkheden, die bij een eventueel slaags raken
van twee tegenstanders zijn te verwachten
Vandaar dat we hier in aanvulling op bo
venstaande beschouwing nog eenige gegevens
verstrekken over de voornaamste moderne vlieg
tuigen, die Engeland en Duitschland momen
teel ter beschikking hebben. Vanzelfsprekend
moeten we ons beperken tot datgene, dat men
aan de publiciteit heeft prijsgegeven. Ieder land
heeft zijn geheime lijst van producten, die een
verrassing blijven tot het oogenblik van samen
treffen. Tevens moeten we vanwege de ruimte
zéér kort zijn, zoodat we ons tot het allervoor
naamste zullen beperken.
Engelands belangrijkste bomvliegtuig is
de Vickers Wellington welke volgens een
speciaal procédé, het zgn. geodetische prin
cipe, is geconstrueerd. Dit procédé maakt
zéér snelle productie mogelijk en paart wat
het vliegtuig betreft, lichtheid aan sterkte.
Het vliegtuig is met twee Bristol Pegasus
motoren uitgerust van 885 PK elk. De be
manning bestaat uit vijf koppen en de
bewapening uit drie mitrailleurs. De maxi
mum snelheid is 428 KM bij een vlieg-
bereik van 5149 K.M.
Wat de jachtvliegtuigen betreft kunnen
als twee belangrijkste vertegenwoordigers
de Spitfire en de Hurricane worden ge
noemd, van welke vliegtuigen reeds hon
derden bij de R.A.F. in gebruik zijn.
De Spitfire, geheel van licht metaal ge
bouwd, is uitgerust met 'n 1000 P.K. Rolls Royce
Merlin-motor, welke een maximumsnelheid van
586 K.M. mogelijk maakt. In vier minuten tijds
zit men met deze uiterst krachtige machine
reeds op 3000 meter hoogte. De Hawker Hurri
cane is met dezelfde motoren uitgerust, waar
bij, evenals bij de Spitfire, in de vleugels acht
mitrailleurs zijn gemonteerd. De maximumsnel
heid van deze machine bedraagt 517 K.M
Van de bomvliegtuigen der Duitsche
luchtvloot zijn het vooral de Junkers Ju-88
en een geheel nieuwe creatie van dezelfde
fabriek, die op den voorgrond treden.
Eerstgenoemd vliegtuig heeft een maxi
mumsnelheid van 450 K.M. per uur op 4000
meter hoogte, terwijl het vliegbereik on
geveer 1400 K.M. bedraagt. De Ju-88 is
met drie machinegeweren bewapend en
kan een bommenlast meevoeren van 1500
K.G. Twee Daimler Benzmotoren leveren
gezamenlijk 2400 P.K. Van het nieuwste
Junkersbomvliegtuig is nog weinig bekend,
daar deze machine op de geheime lijst staat.
Reeds konden er verschillende wereldsnel-
De Do 215, die nieuwe Dornier van het
Duitsche luchtwapen. Opmerkelijk is de
aërodynamisch gunstige inbouw van de
motoren in den vleugel
De nieuwste aanwinst van het Engel
sche luchtwapen is het duikbomvlieg-
tuig, de Blackburn Skua. Het bereikt
een maximum-snelheid van 388 K.M.
per uur
heidsrecords mee worden behaald. Over een
afstand van 2000 K.M. werd een gemiddelde
uursnelheid behaald van 501 K.M. per uur.
Dat is voor een bomvliegtuig fantastisch en
ongetwijfeld staat deze machine daarmede
aan de spits.
Van de jachtvliegtuigen noemen we hier de
Messerschmidt 110, die door een wereldsnel
heidsrecord alom bekend werd. Deze machine,
welke met twee Daimler Benzmotoren van 1200
P.K. elk is uitgerust, kan een maximumsnelheid
van 560 K.M. per uur behalen.
De bewapening bestaat uit vier machine
geweren en twee automatische kanonnen. Het
automatische kanon, waarvan de loop door de
schroefas loopt, is kenmerkend voor alle Duit
sche militaire producten, terwijl men dit bij
de Engelsche machines niet aantreft.
Van de verkenningsvliegtuigen is het
vooral de pas uitgekomen Do-215, die bij
zonder de aandacht trekt. Deze machine
is ontwikkeld uit de Do-17, bekend onder
den naam „Het Vliegende Potlood". Ook
voor bomdoeleinden heeft deze zéér snelle
machine groote waard».
Samenvattend kan men vaststellen, dat de
Duitsche en Engelsche luchtstrijdkrachten te
genstanders zijn, die min of meer aan elkaar
zijn gewaagd. Maar er zijn factoren aan beide
zijden, die we slechts beknopt behandelen kon
den, die doen vermoeden, dat een samentreffen
zéér groote verrassingen kan opleveren. Alle
bijkomstige factoren uitgeschakeld komt meD
echter bij een nauwkeurig uitwegen der weder -
zijdsche krachten tot de conclusie, dat er geen
zuivere balans is, maar dat de schaal ten gun
ste van Duitschland doorslaat. Een overhaaste
opvoering der kwantiteit gaat veelal ten koste
der kwaliteit, hetgeen héél sterk voor de oplei
ding der vliegers zélf geldt. En maar él te
goed weten de Britsche bevelhebbers deze
zwakke plaats in hun overigens zware pantser!
DOMYN KELLER
Omtrent het al dan niet doorgaan van de Euro-
peesche roeikampioenschappen kunnen wij het
volgende mededeelen:
De secretaris van de F.I.S.A., de heer Müllegg
te Genève, heeft aan alle roeibonden der deel
nemende landen telegrafisch gevraagd of zij hun
inschrijvingen gestand kunnen doen en of zij
op 1, 2 en 3 September te Amsterdam zullen
verschijnen.
Naar aanleiding der inkomende antwoorden
zal de beslissing vallen over het al dan niet door
gaan der Europeesche kampioenschappen.
BONNEVILLE, 26 Aug. (A.N.P.). John Cobb,
de Engelsche coureur, die zoo juist het abso
lute snelheidsrecord op zijn naam bracht, heeft
thans de wereldrecords over 5 en 10 K.M. ver
beterd. Met zijn Napier Railton racewagen
legde hij de 5 K.M. af met een gemiddelde uur
snelheid van 525.595 K.M., terwijl hij op de
10 K.M. een gemiddelde uursnelheid van
455,363 K.M. noteerde. Deze records waren beide
in het bezit van sir Malcolm Campbell met
respectievelijk 470,021 K.M. en 384,020 K.M.
John Cobb evenaarde voorts het wereldrecord
over 10 mijl dat met een gemiddelde uursnel
heid van 434,993 K.M. op naam stond van wijlen
Berndt Rosemeyer.
De uitslagen van de wedstrijden, welke Za
terdag voor de Engelsche lague werden ge
speeld, luiden:
Eerste afdeeling:
Aston VillaMiddlesbrough 20.
ChelseaBolton Wanderers 32.
EvertonBrentford 11.
Huddersfield TownBlackpool 01.
Manchester UnitedGrimsby Town 40.
PortsmouthBlackburn Rovers 21.
Preston North EndLeeds United 00.
Sheffield UnitedLiverpool 21.
Stoke CityCharlton Athletic 40,
SunderlandDerby County 3—0.
Wolverhampton WanderersArsenal 22.
Tweede afdeeling:
BarnsleyNottingham Forest 41.
BurnleyCoventry City 11.
Bury—Fulham 3—1.
ChesterfieldBradford 20.
Leicester City—Manchester City 43.
Luton TownSheffield Wednesday 30.
MillwallNewcastle United 31.
Plymouth ArgyleWest Ham United 1—3.
Swansea TownWest Bromwich Albion 12.
Tottenham HotspurBirmingham 11.
De oud-U.V.V.-er en oud-internationaal Jan
Vos, een speler, dien vele voetbalenthousiasten
zich ongetwijfeld zullen herinneren, is Vrijdag in
zijn woning te Dordrecht plotseling overleden.
Wegens de politieke toestanden zal de inter
land-wedstrijd ZwedenDuitschland, welke he
den te Stockholm gespeeld zou worden, geen
doorgang vinden.
Wanneer de nood steeds hooger stijgt,
Wanneer de rampen dreigen,
Buigt dan de knieën in gebed
En leer de hoofden nijgen.
Eiken dan dat de ijdele mensch
Slechts fouten heeft bedreven,
Dat enkel Gods barmhartigheid
Hier uitkomst nog kan geven.
Bezie dan wat de mcnsch weer van
De wereld wist te maken:
Een chaos, waar men slechts door God
Alleen nog uit kan raken.
Daar staat de Babeltoren weer,
Waar menschen trotsch aan bouwden,
Maar die een ramp nabij brengt, die
Slechts God kan tegenhouden.
O, kleine mensch, uw eigen werk
Staat u thans aan te klagen;
Gij ziet er met ontzetting naar
Door schrik en angst geslagen.
Nu is uw wereld reddeloos,
Slechts één manier kan baten,
Dat gij uw God ootmoedig smeekt
U toch niet te verlaten.
Beoefent boete en gebed,
Slechts diep in 't stof gebogen
Erlangt ge Gods barmhartigheid
Vindt ge Zijn mededoogen.
HERMAN KRAMER
Voor het 13e Congres van den Ned. R. K.
Middenstandsbond, dat op 29 en 30 Augustus
a.s. te Arnhem zal worden gehouden, zijn een
tweetal prae-adviezen uitgebracht. Het eerste
is van de hand van dr. Moller en is gewijd
aan de Katholieke Gemeenschaps-gedachte in
den modernen tijd. Het tweede werd geschre
ven door dr. van Beurden en behandelt de On-
dernemersovereenkomstwet en haar bruikbaar
heid voor het middenstandsbedrijf. Prof. dr. J.
E. de Quay heeft verder nog een aantal stel
lingen betreffende het concentratieverschijnsel
opgesteld.
Dr. Moller begint in zijn prae-advies over
de Katholieke Gemeenschapsgedachte in den
modernen tijd met te constateeren, dat het
kernverschil tusschen de onderscheidene ge
dachten en opvattingen omtrent de gemeen
schap moet worden gevonden in de levensbe
ginselen, waaruit en waarvolgens de menschen
leven.
Voor ons, christenen, is er geen twijfel, dat
wij moeten leven naar de beginselen, die Chris
tus ons heeft gegeven in Zijn Evangelie.
De schrijver gaat vervolgens de oorzaken na
van de huidige ontwrichting der gemeenschap
en concludeert, dat de eenige mogelijkheid tot
het herstellen of liever het opnieuw opbouwen
van de gemeenschap is: het overal doorvoeren
en het in volle kracht doorzetten van de chris
telijke levensbeginselen.
De christelijke gemeenschaps-gedachte houdt
in: de gemeenschap weer in te richten, zooals
die wezen moet uit zijn aard, volgens het scheh-
pings- en verlossingsplan van God.
De menschen' zijn uit hun natuur, volgens
Gods bestel, verplicht elkaar te helpen, elkaar
te steunen, zóó dat iedereen redelijkerwijze per
soonlijk en zelfstandig zijn eigen welzijn kan
behartigen.
Dezen zoo ernstigen plicht jegens de gemeen
schap kunnen wij niet volbrengen dan alleen
door toegewijde beoefening van de groote deug
den: rechtvaardigheid en liefde.
Doch juist die rechtvaardigheid jegens de ge
meenschap en juist die liefde jegens de ge
meenschap zijn stukgeslagen door de ontwik
keling van onze maatschappij naar de zegepraal
van de ikzucht. Hier vooral wreekt zich het ge
brek aan behoorlijke ordening in de vrije maat
schappij.
Maar ook tijdens de voorbereiding van de
nieuwe en juiste maatschappelijke bedrijfs- en
beroepsordening kan en moet al heel veel be
reikt worden, om weer rechtvaardigheid en lief
de te brengen in ons gemeenschapsleven. In
onderlinge eendracht en liefde, in en door on
derling overleg kan en zal de eigen zuivere
ordening in de eigen organisatie worden be
werkt. Want er kan geen sprake wezen van
een goede gemeenschap, indien niet vooraf de
menschen naar juiste beginselen en in juiste
vormen zich vereenigen, zich organiseeren, en
indien zij niet allereerst in die organisaties hun
volledigen plicht volbrengen van rechtvaardig
heid en van liefde jegens den evenmensen,
jegens de gemeenschap. Dat kan en dat moet
nu al worden gedaan, en zeker niet het minst
en niet het laatst door ons, katholieken. Dat
beteekent dus voor ons de goede bloeiende vak
organisaties en stands-organisaties.
De stellingen welke door prof. dr. J. E. de
Quay in zijn rede over: „Het concentratiever-
schynsel in industrie en handel, in het bijzon
der in verband met de positie van het zelf
standig kleinbedrijf" verdedigd zullen worden,
luiden als volgt:
Het industrieele concentratie-vraagstuk kan
niet worden opgelost langs den weg van hetze
en agitatie.
Wy moeten ook dit vraagstuk, evenals w;j
dit met zooveel succes gedaan hebben ten aan
zien van het vraagstuk van het grootwinkelbe
drijf beschouwen in het licht van het alge
meen belang met inachtneming van alle ele
menten van socialen en economischen aard, die
moeten worden overwogen.
In de productie ligt het vraagstuk van de
De artsen, die de geesteiyke afwijkingen be-
stuoeereïl en trachten te genezen, hebben uit
den aard der zaak hun aandacht ook uitgestrekt
tot de massale bewegingen, die men met een
algemeene uitdrukking besmettelijke geestes
ziekten kan noemen. Deze massa-bewegingen
kunnen niet geheel met individueele geestes
ziekten gelijk gesteld worden. By deze laatste
immers is in den regel het gevoelsleven als een
geheel gestooro, zoodat de zieke in elke situatie
ziek is; maar bij de massa-bewegingen betreft
de ziekelijke afwüking in den regel slechts een
sector van het geheele leven; die sector komt
can in het middelpunt te staan. Is de opwin
ding voorby, dan worden verreweg de meeaten
weer gezond. Zoo is het b.v. geweest by het
flagellantisme, toen groote troepen menschen
van stad tot stad trokken, terwyi ze zich tel
kens geeselden. Maar is de opwinding, vaak door
het krachtig optreden der autoriteiten, bedaard,
dan verdwijnt het foutieve en ziekeiyke denk
beeld uit de voorstelling en worden de menschen
weer normaal.
Een ander punt van verschil is, dat de indivi
dueele geestelijke ziekte heel vaak op een licha-
meiyke ziekte berust; en dat is zeer verschillend
met de ziekeiyke massa-bewegingen, die men
met een sterke uitdrukking massapsychose
noemt (massa-neurose zou beter zyn).
Er is den laatsten tijd en hoe zou het an
ders kunnen veel gedacht en geschreven over
de oorlogspsychose, en het kan niet ontkend
worden, dat de kennis van individueele geestes
ziekten veel kan bijdragen tot begrip van de
massa-psychosen. Wanneer ik nu een keus doe,
dan zou ik datgene uitzoeken, dat het meeste
licht werpt, juist op het massale karakter dier
bewegingen. Indien er een massapsychose be
staat, dan kan men die genezen of voorkomen,
door öf de psychose óf de massa weg te nemen.
Elk stadsbestuur past vooral de laatste me
thode toe: in tijden van oproer beveelt het, dat
er geen volksoploopen mogen zyn; dus de massa
wordt niet gevormd.
Er zyn ook artsen, die in de eerste plaats de
psychose willen wegnemen, en zich daarom
richten tot hun medeburgers, tot de leiders,
tot het bestuur en tot de pers met het drin
gende verzoek: houdt de menschen kalm; zegt
niet, dat uw landslieden de eenige brave men
schen in de wereld zijn; zegt niet, dat alle
vreemdelingen schurken zyn geeft alleen
nieuws, waarvan gij zeker weet, dat het waar
is; verspreidt niet alleen het opwindende nieuws,
terwyi ge tegeiyk het geruststellende achterwege
laat; beleedigt niet steeds de vreemdelingen; be
driegt niet uw eigen landgenooten. Houdt u zelve
vry van ziekeiyke vrees en trillende lafheid,
durft de waarheid onder oogen te zien; kent u
zelve en dan zult gy ook jegens anderen ver
gevingsgezind zijn.
Maar er zijn ook anderen, die een veel beter
plan hebben, en die de massa zelf willen weg
werken. En deze zeggen: massa is reeds psy
chose. De massale mensch beschikt niet meer
over een gezond leven en een gezond gevoel.
De massale mensch is te vinden in de stad,
in de millioenenstad. Daar is de mensch een deel
geworden van dé groote machine, en heeft geen
invloed meer op zyn omgeving. Hij leeft niet
meer als een normaal gezond mensch in de volle
beteekenis van het woord. Hij kan niet werken
met zyn talenten, zooals hy zou kunnen; hij
kan heel moeiiyk een familie stichten en moei-
ïyk onderhouden. Dit leven is weinig be-
geerenswaard, en men ziet dan ook allerwege
een groote vijandelijkheid tegen het leven, kin
deren worden hoe langer hoe minder geboren,
de menschen zelf worden door de maat
schappij-machine onderdrukt, en de oorlog zelf
maakt ze allen dood. Want men moet den oor
log niet zien als een oorlog van verdedigers te
gen aanvallers; de nieuwe oorlog wordt een
oorlog van allen tegen allen.
De oorlogspsychose is inderdaad een massa
psychose. De massageest wordt bewerkt door de
pers. De pers is het normale instrument voor
de massa, die immers zelf niet meer waarneemt
en onderzoekt, omdat ze daartoe geen gelegen
heid heeft. De massa weet niet, welk product
ze maakt, ze kent den patroon niet en het
politieke bestuur niet. De bureaucratie en het
kapitaal besturen alles.
De diepe onwil tegen dit leven doet een onbe
vredigdheid met zichzelve ontstaan; een soort
onbewust minderwaardigheidscomplex, dat den
mensch rijp maakt voor de vrees, en tevens ont
vankelijk voor den roes van massalen eigen
waan. Deze eigenwaan is steeds bij massale be
wegingen een drijvende kracht.
In de tegenwoordige omstandigheden, nu het
leven der volkeren is saamgetrokken in dè
groote steden (Berlijn is onrustig, Parijs is
kalm, Londen wil, Moskou aarzelt) is de oor
logspsychose en daarmee de oorlog principieel
onvermijdelijk. Vrede is een afwachting van
oorlog, daarbij komt, dat de oorlogen gevoerd
zullen worden tusschen en tegen de millioenen-
steden. Het luchtwapen heeft op het platteland
geen effect, maar de menschen wonen steeds
meer in de steden.
Het werkelijke wapen tegen oorlog en oor
logspsychose is dan ook het verdwijnèn van de
massa: terug naar het land. Weg met den voor
uitgang, als het zoo moet heeten.
Men mag betwijfelen, of de menschen uit zich
zelve zoo wys zullen zijn, om dit tot stand te
brengen. De massale machinerie is zoo een
voudig en zoo gemakkelijk, om zich daarbij aan
te sluiten. Het is te vreezen, dat de groote ste
den door de macht der feiten verdwenen; want
het zal niet lang duren, dat het bezit van groote
steden de nationale verdediging onmogelijk
maakt.
Het is hoogst merkwaardig, dat moderne psy
chiaters, die toch juist in zoo grooten getale
zijn opgekomen door de ziekelijke massale
maatschappij, en daarin eigenlyk hun natuur
lijk milieu vinden, nu tot de bevinding kornen,
dat juist het massale karakter dier maatschap
pij de oorzaak is van de massa-psychose. Dit
getuigt van een even diep inzicht als dat een
directeur van een groote credietinstelling tot
de conclusie zou komen, dat de fout hierin bgt,
dat de menschen crediet noodig hebben, omdat
de overgroote meerderheid niets heeft.
Men moet dan ook toegeven, dat de verwach
ting, als zouden de massale maatschappij, bu
reaucratie en kapitalisme de menschen
gaan opvoeden tot rustige, zelfstandige, onaf
hankelijke menschen (die natuuriyk niet in
een psychose vervallen), hopeloos moet worden
genoemd.
De genezing van de massapsychose, dat is van
vrees, overprikkeling en driftigen eigenwaan, is
slechts mogelijk, wanneer het massale karakter
der maatschappij verdwijnt. Menschen, die op
het land of in kleine plaatsen wonen, ruimte
hebben voor kinderen, hun eigen bedryf kunnen
uitoefenen, vervallen niet in massa-psychose en
hebben ook niet die z.g. massale belangen van
Londen tegen Berlijn.
De oorlog is dus iets, dat geheel past in het
kader van de groote kapitalistische maatschap
pijen, en kan daarom niet vermeden worden,
als de maatschappij zelf niet verandert.
Men mag niet uit het oog verliezen, dat er in
moderne oorlogszuchtigheid een groot gemis
aan goede en werkelijke eigenliefde schuilt. De
wereld is zoo ziek, dat de menschen zouden moe-
then leeren zich zelf lief te hebben. Maar wat
in ons beminnenswaardig is, is het diepere le
ven, de godsdienstzin, het familieleven, de
liefde tot de natuur. Iemand die daarin bevre
diging vindt wordt geen slachtoffer van de
oorlogspsychose.
DR. TH. H. SCHLICHTING -
concentratie en de verhouding van de eco
nomische en de sociale elementen in dit vraag
stuk ligt geheel anders dan in de distributie.
Daarom zou het zoo onjuist, zoo onvrucht
baar en zoo fataal zijn beide vraagstukken
dooreen te halen.
Ook bij de beschouwing van het industrieele
concentratie-vraagstuk dienen wy voorop te
stellen de sociale zijde: de handhaving van de
menschelijke persoonlykheid en diens ontwik
kelingsmogelijkheid in den ruimsten zin.
Juist uit dit oogpunt echter kan men er niet
aan denken de concentratie in de moderne
productie tegen te gaan en ongedaan te ma
ken, als en voor zoover economische tendenzen
in het licht van het algemeen belang die ont
wikkeling als noodzakelijk moeten doen er
kennen.
De coöperatie productie- noch verbruiks
coöperatie komt niet in aanmerking als uit
sluitende volledige oplossing voor dit vraag
stuk, zeker niet uiteindelijk en vooral niet prin
cipieel.
Ten overstaan van het concentratie-verschijn
sel in de moderne productie dient te worden
gewaakt voor de belangen van de consumen
ten, de arbeiders, de distribuanten, de verbou
wers en leveranciers van grondstoffen en de
zelfstandig produceerende ondernemers.
Niet minder dient te worden gewaakt tegen
overheersching van het staatsapparaat en van
den staat door de economische machthebbers
en tegen de schending van het algemeen belangi
die daarvan het gevolg zou zijn.
De oplossing van het vraagstuk dient W
zocht in de waarachtige ordening van het eco
nomische leven.
Dit beteekent practisch, dat ter handha
ving en bevordering van het algemeen belang
in zyn verschillende onderdeelen en aspecten
zoodra in een bedrijfstak het stadium van
kartelleering, verentrusting of monopoliseering
daartoe aanleiding geeft, de overheid dient
te beschikken over de bevoegdheid, en van di'
bevoegdheid gebruik dient te maken, om t.a.v-
den gang van zaken in dien bedrijfstak, ook
en vooral op economisch gebied, ten volle haaf
controleerende en corrigeerende functie tot gel
ding te brengen.
In zijn inleiding over de Ondernemersovereen-
komstenwet en haar bruikbaarheid voor het
Middenstandsbedrijfsleven constateert Dr. van
Beurden, dat in onze dagen nog slechts wei
nigen worden aangetroffen, die het vrije spel
der maatschappelijke krachten onbeperkt en
onvoorwaardelijk erkennen en aanvaarden al»
het eenig juiste richtsnoer voor de verzekering
van de stoffelijke welvaart der samenleving.
De schrijver geeft vervolgens als zijn mee
ning te kennen, dat bij zuiver privaatrechtelijke
bedrijfsregelingen veelal geheel of goeddeels
ontbreekt het wezenlijke element van iedere in
den waren en vollen zin opgevatte bedrijf sor-
dening, namelijk het bewust gericht-zijn of
mede-gericht-zijn op het welzijn der gemeen
schap. Uit algemeen belang verdienen regelin
gen, die door algemeen verbindend-verklaring
of op andere wy'ze een zeker publiekrechtelijk
karakter hebben verkregen, de voorkeur boven
regelingen van louter privaatrechteiyken aard-
Immers, bij' publiekrechtelijke bedryfsregelingcn
kan de regeering de regelingen toetsen aan de
redelijke belangen van buitenstaanders en te
genstanders, zoomede aan die van andere dee-
len van het bedrijfsleven en van de ganse!"0
gemeenschap, doch bovendien is zy in staat t°
waken tegen ontoelaatbare wijzigingen in de
geldende regelingen en vermag zy duurzaam
toe te zien op zoodanige naleving en uitvoering
daarvan in de praktijk, dat alle groepen van
belangen op behoorlijke wijze worden verzorgd-
De schryver ziet thans een viertal wettelijk®
maatregelen ter bevordering van de publiek
rechtelijke bedrijfsordening, t.w.: de Vestigings'
wet-kleinbedrijf; de Wet op het algemeen ver
bindend en onverbindend verklaren van On
dernemers-overeenkomsten; de Wet op het al
gemeen verbindend en onverbindend verklaren
van bepalingen van collectieve arbeids-overeen-
komsten; en tenslotte de Bedrijfsvergunningeh'
wet.
Hij constateert, dat slechts de Ondernemers"
overeenkomstenwet voor toepassing op het mid
denstandsbedrijf in aanmerking zou kunnen ko
men. Doch is deze nu ook bruikbaar voor he__
middenstandsbedrijf? De minister was uitein
delijk van oordeel, dat de wet voor toepassin»
op het kleinbedrijf onbruikbaar was.
Schrijver beschouwt vervolgens de toepassin»
van de wet op prijsregelingen in het midden
standsbedrijf. In het algemeen staat de over
heid huiverig tegenover de verbindendverkla
ring van minimum-prijsregelingen, als deze de-
trekking hebben op eerste levensbehoefte11'
Toch meent de schryver, dat, wanneer inge?'1'
van feilen prijzenstryd, verbindendverklaring
van een minimum-prijsregeling wordt aan.?e^
vraagd, deze behoort te worden verleend, in^
dien bedoelde minimum-prysregeling na nau^'
gezet onderzoek blijkt te voldoen aan 5;
eischen, die de behartiging van het redelijk
consumenten-belang, alsmede de wet zelf aa
de verbindendverklaring stelt.
Kan de wet ook worden toegepast op
het
middenstandsbedrijf t.a.v. andere regeling
dan die omtrent den prijs?
De schrijver wijst hier op de eerste algem®®
verbindend verklaarde bakkerij-overeenkom
voor Amsterdam en omgeving. Deze beva
geen prijsregeling, doch wel waren daarin reS
lingen opgenomen met betrekking tot and1e
onderwerpen, zooals slijterswezen, cadeaust
sel, enz.
Wat mogelyk en wenschelijk is gebleken t-®:/
de Amsterdamsche bakkerij, moet naar sC
vers meening ter bestrijding van bepaalde m
standen eveneens elders mogelijk zyn en z
evenzeer t.a.v. andere takken van midd
standsbedrijf.
Het moet dan ook de taak zijn van
WW— TC—- IV
vakbond ernstig na te gaan en nauwgezei|
inderzoeken, welke algemeen bindende rege,1(.ii
gen in de eigen tak van bedrijf zouden ku11 te„
worden getroffen, om bepaalde misbruiken
gen te gaan en meer redelijke en reëele
currentieverhoudingen tusschen bedrijfsf?e
ten te scheppen. qx\-
Tenslotte behandelt Dr. van Beurden de g
dernemersovereenkomstenwet en de verhou
tusschen producenten en distribuanten-
constateert groot gemis aan samenwerking
schen de producenten en de belangheb
détaillisten wanneer het gaat om poging01 ^ja
de eersten om tot algemeen verbindendv
ring van een ondernemersovereenkomst v,er"
raken. Dit zou in de eerste plaats dienen
beteren. „vere®1^
Tot dusverre zyn de ondernemersov .(r,g
komsten, die ter algemeen verbindendve1 ^gen
werden voorgedragen, zoomede de aan ^ge-
zelf om die verbindendverklaring, enkel gcllrij-
gaan van de groep der producenten. De tiic
ver stelt in verband hiermede de vraag.
zou kunnen worden gekoerst in deze 1 j^st®11
dat de betreffende ondernemersovereen k pfO'
worden aangegaan tusschen eenerzijds ,0j.zjjd
ducenten van bepaalde godderen en a' cps
de distribuanten daarvan, en dat vervo »r£)epe^
zoo gesloten overeenkomsten door heide ^^rin®
gezamenlijk ter algemeen verbindendv
worden voorgedragen.
hv