balletten en ouvertures te „We leven in 'nen Grooten Tijd'1 Rijke keuze aan lichte muziek Gramofoonkroniek De diepe oorzaak Van dreigenden oorlog ZONDAG 3 SEPTEMBER 1939 „Le Tricorne" - „Wilhelm Teil" - „Donna Diana" - balletmuziek van Meyerbeer en Percy Fletcher- dansen van Strauss, Granados en Mascagni - ouvertures van Offenbach, Lortzing, Wallace, Verdi en Mozart. Rossini Wilhelm Teil Wegenbelasting wordt terugbetaald Actie van A.N.W.B. en K.N.A.C. met succes bekroond ALGEMEEN RIJKSARCHIEF Beveiliging van den inhoud Willibrordf eesten te Oegstgeest „Kerkwerve blijft St. Wïlberts erve" EN TOCH ZAL DEN BOSCH KERMIS HOUDEN! Ned.-lndië Finland Griekenland enz. Kaap Verdische Eilanden Danzig Monaco Engeland Zwitserland Duitschland Spanje PHILATELISTENDAG Nieuwe voorzitter benoemd RETRAITES „De Thabor" VOOR GEMOBILISEERD SLAGERSPERSONEEL Onderwijs voor schipperskinderen Canisiuscollege BRABANTSCHE BRIEVEN Als wii onze kinders opvoeien, zonder respect In de gramofoonkroniek van de vorige week beginnende een reeks opnamen van balletmu ziek te bespreken, stond ik lang stil bij de opname van de ouverture „Tannhauser" en het Bacchanaal uit deze opera, uitgevoerd door het Philadelphia-orkest onder leiding van Leopold Stokowsky, omdat deze muziek zulke uitzonder- njk belangwekkende uitzichten op den men- sehelijken geest opent. Ditmaal zullen de revue Passeeren ballet-muzieken, die geen problemen opleveren, maar daarvoor dan ook des te meer onverdeeld genot. Zoo ontving ik van His Master's Voice' twee kleine platen (de nummers B 88878888) met fragmenten uit Manuel de Palla's ballet „Et sombrero de tres picos", cok wel „Le Tricorne" genaamd en in het Nederlandsch: „De drie kanten hoed". Dit ballet is een van De Falla's beroemdste partituren en een van de werken, daaraan de nieuwe Spaansche muziek haar re putatie te danken heeft. Het Spaansche réveil, dat ongeveer gelijktijdig met de bloeiperiode der hedendaagsche Fransche muziek, werd aan geheven door Albeniz, Granados en De Falla, reeft slechts kort geduurd. Vooral door toe oen van De Falla scheen het in het begin ezer eeuw, alsof de Spaansche muziek zich als en factor van belang in de ontwikkeling der uiopeesche muziekcultuur zou gaan mengen, doch deze korte en zeer schoone opbloei is eikwaardig genoeg spoedig vergaan. Hij deed in'b gelleel eisen geluid hooren, dat wortelde ,^e Spaansche folklore, den volksdans en den kj^ang, en paarde daaraan een zeer geluk- ge ontvankelijkheid voor de impulsen, die uit- van bet Fransche impressionnisme. Dat ziin f n vooral VOor bet Spaansche réveil in di 'd re stabium, dat vooral vertegenwoor- ga wordt door Manuel de Falla, bij wien men s een steeds grootere ontvankelijkheid laio,"16611^ Voor het impressionnisme. In zijn w®lk a!s „Nuits dans les jardins d'Espag- ïnpp 1S>ai volksmuziek eigenlijk al niets anders r dan het buitenmuzikale punt van uitgang, mii^r°*> comP°nist in absoluten trant voort van rLT' werlcwijze, die overeenkomt met die tin ^USSy en Ravel- Misschien is in die rich- g ook de oorzaak te zoeken voor het opdro gen van de bron der inspiratie, die bij De alia overigens nooit overvloedig stroomde. In en noS recenter werk, een concert voor clave- cimbel en orkest, bleek de Falla zich vrijwel geheel los gemaakt te hebben van de nationale bpaansche muziek om zich te wenden tot het musiceeren in klassicistischen trant. Dit clave- cimbel-concert is een zwak werk gebleken, waaruit men met veel waarschijnlijkheid de con fusie kon trekken, dat De Falla's aanleg niet in deze richting ging. Het muzikale folklorisme beeft, als werkhypothese, zijn tijd overleefd, bet impressionnisme eveneens. De Falla schijnt e laat geleefd te hebben, hij heeft althans Qe aansluiting' op de ontwikkeling, die daarna inzette, niet kunnen vinden. Sinds jaren reeds Publiceert hij dan ook weinig of niets meer ®h leeft, in alle bescheidenheid overigens, op zun ouden roem van de werken uit zijn sterk ste peripde. Hie werken zijn weinig talrijk, maar van for midabele kwaliteit. Het zijn hoofdzakelijk bal- etten, die in ons land slechts hoogst zelden en opvoering kregen, maar waaruit wel frag menten op concertuitvoeringen bekend zijn ge- b'den. Het meest bekend is dan wel deze ..Tricorne", een burleske historie, die den com ponist gelegenheid gegeven heeft een reeks van °e prachtigste dansen op het tooneel te bren gen. De rnuziek is scherp en fel en van een ongelooflijk élan en men vindt daarvan op de bovengenoemde platen drie voorbeelden, te Weten den dans van de buren, den beroemden bans van den molenaar, dien men van den inmeuzen danser Vicente Escudero niet licht werget^n zal, en den slotdans. Het Boston Pro menade-orkest onder leiding van Arthur Fied- er gaf er een niet overmatig brillante, maar l°ch wel goede uitvoering van. En nu wij toch reeds den naam van Grana dos noemden, wijzen wij hier terloops op een van diens Spaansche dansen op H.M.V. DB 00- gespeeld door Yehudi Menuhin, een be werking van een oorspronkelijk pianostuk door !S»S* Fritz Kreisler, die op dergelijke bewerkingen verzot is. Intusschen hoort men dan toch op deze plaat prachtig vioolspel en een paar uit muntende nummers, want aan de keerzijde speelt Menuhin den elfden Hongaarschen dans van Brahms, in de bewerking van Joachim, stuk van een trieste gepassionneerdheid, waarvoor men een temperament als dat van Menuhin moet hebben om het zoo te kunnen vertolken. Beroemd is de opera „Wilhelm Teil" van Rossini, ofschoon men er eigenlijk uitsluitend de ouverture van kent, maar die dan ook zoo goed, dat menigeen haar voor een vervelend stuk is gaan houden. Het zij toegegeven, dat Rossini wel eens pittiger ouvertures geschre ven heeft dan die van „Wilhelm Teil", maar zij is volstrekt niet het vervelende zoete stukje, dat niet al te beste amusementsorkesten ervan maken. Om dit te constateeren moet men eens luisteren naar de kleine His Master's Voice- platen DA 1695—96, waarop de ouverture wordt uitgevoerd door het National Broadcasting Symphony-orchestra onder leiding van niemand minder dan Arluro Toscanini. Men zal moeten toegeven, dat men voordien deze ouverture nog niet gekend heeft. En ditzelfde compliment geldt voor de overbekende ouverture „Orphée aus Enfers", voortgekomen uit de onverge lijkelijke muziekdoos, die Jacques Offenbach was. Zij wordt op H.M.V. C 3100 gespeeld door het London Philharmonic Orchestra onder lei ding van Constant Lambert, en zelden komt men in de muziek zooveel spanning en lenig heid, en vooral zooveel ontwapenende charme tegen als op deze plaat. Men mag hopen, dat de gramofoon ons nog eens zal verrassen met een complete opname van een Offenbach-ope- rette. Om nu terug te keeren tot Rossini en zijn Wilhelm Tell. His Master's Voice heeft op de nummers B 89008901 tevens de opnamen ver zorgd van de balletmuziek uit deze opera en heeft daarmee zeer goed werk gedaan. Een me lodieus, onderhoudend muziekje, waarvan men het slechts betreurt, dat de coupure-schaar er nog al vrijelijk op los is gelaten.,Men had er gaarne meer van gehoord, dank zij ook de le vendige uitvoering door het Sadler's Wells Or chestra onder directie van Constant Lambert. Vervolgens valt er te noemen de balletmuziek uit „Donna Diana" van E. N. von Reznicek, volstrekt geen groot meester, maar een goed, vindingrijk muzikant, die in prof. Rob. Heger en de leden van de Berlijnsche Staatskapelle op Odeon 7903 betrouwbare vertolkers gevonden heeft. Van Meyerbeer gaf His Master's Voice een curiosum, waarover de boeken geen ophel dering verschaffen. Het is een ballet-suite, die „Les Patineurs" is geheeten en gespeeld wordt op nummer C 3105 door het Sadler's Wells Or chestra onder Jeiding van Lambert. Laatstge noemde is ook de arrangeur van de muziek, zoodat het waarschijnlijk hier betreft een aan tal stukken, bijeengelezen uit diverse werken. De duistere herkomst is intusschen geen belet sel om in deze stukken een scherp beeld te krijgen van den grooten Meyerbeer: pompeus, verzot op groote middelen en zelfs al te zeer verzot op zulke effecten, maar niettemin een meester van formaat. Men ziet in deze muziek een tijdbeeld oprijzen en dat maakt het zeer de moeite waard om ernaar te luisteren. Ten slotte wij? ik dan nog op „Sylvan Sce nes" van Percy Fletcher, een componist, die Massenet in zijn wapen voert en dus een melo dieus muziekje schrijft. Het werk, dat uit vier deelen bestaat, wordt gespeeld door het London Palladium Orchestra onder leiding van Clifford Greenwood op de nummers B 890203: In dit verband kan ook een merkwaardig stuk ver meld worden van den beroemden Mascagni, die dus ook nog iets anders geschreven blijkt te hebben dan „Cavalleria Rusticana". Het is een „Danza Esotica", die ons op H.M.V. EH 1232 wordt voorgespeeld door Barnabas von Geczy en zijn orkest. Dezelfden geven op B 8874 een vlotte vertolking van Strauss' „Künstlerleben"- Wals, en op B 8024 hoort men hen nog eens met de wals, die gedistilleerd is uit „Der Zi geunerbaron". En om het genot aan goede, lichte muziek te vervolmaken luisteren we nu nog naar eenige ouvertures: die van Lortzing voor „Der Waf- fenschmied", gespeeld op H.M.V. EH 1254 door een orkest onder leiding van Bruno Seidler Winkler, voorts naar de oude, vertrouwde Mari- tana-ouverture op Polydor 15245 door het' or kest van het Deutsche Opernhaus onder Wolf gang Beutler en niet te vergeten de ouverture van Verdi's „La forza del Destino", grootsche dramatiek, die van Herbert von Kara.jan en de leden der kapel van de Staatsopera te Berlijn een grandioos gemusiceerde uitvoering kreeg. (Polydor 67466). Ten slotte Mozart in al zijn geniale gratie met de ouverture tot „Cosi fan tutte" op H.M.V. DB 3814 door het orkest van de B.B.C., gedirigeerd door Adrian Boult. Ons dunkt, dat uit het lichte repertoire van den laatsten tijd een rijke keus is te maken. L. H. Op het door den A.N.W.B. en de K N.A.C. naar aanleiding van tal van vragen, tot den minister van Financiën gericht verzoek, spoedig te be slissen of de eigenaars van motorrijtuigen, die ten gevolge van de butengewone omstandighe den niet gebruikt kunnen worden, de vooruit be taalde wegenbelasting over den termijn, gedu rende welke zij hun motorrijtuig niet kunnen benutten, al dan niet terugbetaald zullen krij gen, is thans beslist, dat „aan houders van mo torrijtuigen, die door het departement van de fensie in Augustus 1939 zijn gerequireerd, res titutie van de door hen betaalde motorrijtuigen belasting kan worden verleend van 1 September 1939 af." De belasting wordt terugbetaald op het kantoor waar de belastingkaart is afgege ven. Indien zij, die op bovengenoemde wijze resti tutie van vooruitbetaalde wegenbelasting heb ben verkregen, in den loop van een der maan den van het belastingjaar 1939—1940 opnieuw een motorrijtuig gaan gebruiken, zijn zij van den eersten van die maand af opnieuw motorrijtui genbelasting verschuldigd. Voor de beveiliging van het belangrijkste ge deelte van den inhoud van de algemeene rijks archiefbewaarplaats te 's Gravenhage, is in de afgeloopen week zorg gedragen door het aan de instelling verbonden personeel, bijgestaan door enkele vrijwillige krachten, die reeds werkzaam waren als hulp bij het ordenen van archivalia. In een speciaal daarvoor bestemde kelder ruimte zijn de preciosa ondergebracht. Zoowel de documenten, welke uit historisch oogpunt de meeste waarde hebben, als de charters met zegels, die als voorwerp uiterst kwetsbaar zijn, hebben in dit keldervertrek berging gevonden. Verder zijn reeds duizenden deelen van resolu- tiën, sententiën en andere akten opgestuwd in de constructief zeer sterke gewelven onder de eigenlijke bewaarplaats. Bij een bezoek van den minister van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen, vergezeld van den chef der afdeeling kunsten en weten schappen, vond de algemeene rijksarchivaris gelegenheid, den minister uiteen te zetten, hoe de voortgang van het beveiligingswerk kan ge schieden. Vele plaatsen in ons land maken zich op ter 'gelegenheid van het 12de Eeuwfeest van het zalig afsterven van St. Willibrordus dit feest luisterrijk te vieren. Oegstgeest viert mee. Het heeft St. Willibrord tot Pa- tfoon en de parochie is volgens een zeer oude traditie door hem gesticht. In een document van 1063 erkent bisschop Willem van Utrechv het recht van de abdij Echternach op een reeks parochies in het Noorden. 't Zijn de vijf „Moederkerken van Holland" één daarvan is Kerckwerve, de vroegere naam van Oegstgeest. Ook Professor w. Lampe, O.F.M. erkent St. Willibrord als stichter. Er is dus reden zijn gedachtenis te vieren. De bc doeling van de feestviering is: het geloq^slevei. te verdiepen en de onderlinge liefde te verster ken. Op initiatief van Pastoor J. J. C. M. i»ooy- aard werd een hoofdcomité opgericht onder presidium van kapelaan A. A. M. Sanders. Het beschermheerschap werd aangeboden aan Z.H. Exc. Mgr. J. P. Huibers. In 't eere-comité hebben zitting: Deken A. H. Homulle, Mgr. H. Taskin, Rme. Dom Jean de Pumiet, abt van Oosterhout, dom. J. Huyben O. S. B. Kanunnik Kaiser, deken van Echternach, de pastoors van de dochterkerken. Zooveel mogelijk werden alle parochianen uit- genoodigd, aan de feestviering mede te werken Eerstens werd het feest voorbereid door gebed. Tweedens werd een bijdrage gvraagd voor het geschenk van de parochie; drie nieuwe klokhen, die de deken van Leiden 17 September zai wijden. Ook is een zeer geslaagde parochieele bede vaart naar Echternach gehouden van 4 tot 7 Juli, waardoor de geest van saamlioorigheid on der de parochianen krachtig is versterkt, ter wijl de eigenlijke feestviering van 23 September tot 1 October is. Driemaal zal een pontificale H. Mis worden opgedragen; op den dag der opening door den Internuntius, Z. H. Exc. Mgr. P. Giobbe, Vrij dag door Mgr. Taskin, op den sluitingsdag door Z. H. Exc. Mgr. J. P. Huibers, Bisschop van Haarlem. De eerste dag is geheel gewijd aan den per soon van St. Willibrord. Dien avond houdt Pa ter Molkenbc-er O.P. de feestpredicatie. Op de volgende dagen wordt telkens een der H. Sacra menten herdacht, 's morgens door 'n speciale intentie en 's avonds door een lof, dat verband houdt met dit sacrament. Pater H. Lohuis O. F. M. geeft onder dat Lof een uiteenzetting van het betreffende Sacrament. Op den Zaterdag voorafgaande aan deze week, wc-rdt onder plechtig klokgelui de reliek van St. Willibrord ingehaald en in de kerk op gesteld. 's Zondags zal de Bisschop het H. Misoffer opdragen met assistentie van de priesterzonen der parochie. Het Lof van dien avond is ge ïnspireerd op het feest van Kerkwijding. Pater Eorromaeus de Greeve O.F.M. houdt de Siot- predikatie. Het lag in de bedoeling 21 September een tentoonstelling te openen in het gebouw St. Willibrord. In verband met moeilijkheden dooi de huidige mobilisatie is deze tentoonstelling echter uitgesteld. Veel wordt gedaan tot opluistering van het feest. Een speciaal koor werd gevormd en staat onder leiding van dep heer M. Mizée. Op den eersten Zondag zal het de Mis van Diepenbrock uitvoeren en tijdens de andere plechtigheden zal het met meerstemmige mu ziek den volkszang afwisselen, waardoor de ge- loovigen medewerken aan de muzikale verzor ging van het f'eest. De kerk wordt op zeer artistieke wijze ver sierd, in overeenstemming met het Sacrament, dat wordt gevierd. Zoo zal dit feest een waar parochiefeest zijn, waaraan geheel de parochie zal deelnemen en zoo zal het doel worden bereikt, een levende parochiegemeenschap met een bloeiend boven natuurlijk lpven. Het geheele feest staat onder den wekroep: „Kerkwerve blijft Sint Wilberts erve". Dit be- teekent, dat de parochie haar Sichter waardig blijft en dat de parochianen daarvoor moeten werken en bidden. Van gemeentewege wordt medegedeeld, dat de kermis te 's Hertogenbosch, die is vastgesteld van 10 tot 18 September a.s., gewoon doorgang zal vinden. De nieuwe weldadigheidszegels, die de Indi sche posterijen dit jaar zullen uitgeven, zijn ont worpen door Wibbo Hartman in Den Haag. Er zullen twee waarden verschijnen. Op den eenen zegel staat de barmhartige Samaritaan en op den anderen een man van middelbaren leef tijd, die de beschermende hand uitstrekt naar een jongen en een meisje. Wibbo Hartman, een onzer bekwame portret schilders, is te Semarang (Ned.-lndië) geboren in 1904. Na het Gymnasium te Den Haag te hebben afgeloopen werd hij leerling van de Academie te dier stede in de schilderklas onder leiding van H. Meijer. In dien tijd heeft hij een reis haar Indië gemaakt waar hij veel en goed heeft geschilderd en geteekend. Zijn aanwijzing als ontwerper der Indische zegels zal hiermee wel verband houden. Een zijner laatste pioduc- ten is het geschilderde portret van Jhr. mr. de Savornin Lohman voor het nieuwe Hooge- Raadsgebouw. In 1940 zullen de Xlle Olympische Spelen ge houden worden te Helsinki. Voor deze gelegenheid zal een serie welda digheidszegels verschijnen. De Finscne Posterijen hebben voor een ontwerp een prijsvraag uitge schreven. Naar wij vernemen, zijn over de 100 ontwerpen ingezonden. Griekenland, Roemenië, Turkijë en Joego slavië vormen te zamen een beperkte postunie. Deze kleine unie hield een congres te Boeka rest en dit besloot o.a. in 1940 twee speciale zegels uit te geven, die deze „Union restreinte" zal symboliseeren. Deze zegels zullen voor de vier deelnemende landen van hetzelfde type zijn. Alleen de waarde-aanduiding en de bovenaan vermelde naam van het land zullen verschillen In de zegels zijn de wapens der landen weerge geven met een fakkel in het midden. De door Griekenland uit to geven zegels ziin van 6 en 8 drachmen. Er blijkt in Griekenland een tekort te zijn aan luchtpostzegels van 50 lepta. De Grieksche posterijen hebben nu den port- zegel van 50 lepta (uitgifte 1930, getand) voor zien van een rooden opdruk, een vliegmachine weergevend. Het bezoek van den Portugeeschen president aan de verschillende koloniën werd hier door de uitgifte van drie postzegels vastgelegd. Het type der drie waarden is hetzelfde en stelt de kaart van Afrika voor: 80 c. violet; 1 e 75 blauw en 20 e bruin. Hier is de frankeerzegel 50 pf. verschenen in ietwat gewijzigde kleur met als watermerk het hakenkruis. Ter gelegenheid van de VlIIe internationale universitaire spelen in het stadion Louis II is op 15 Augustus een serie frankeerzegels uitge geven van vijf waarden. Hier zijn de 2 sh 6 p., 5 sh en 10 sh verschenen. De uitvoering is precies dezelfde als die van de bestaande zegels. Alleen de beeltenis is var vangen door die van Koning George VI. Al de suggesties en voorstellen om een ander zegeltype te krijgen hebben dus geen succes mo gen hebben. De twee Roode Kruiszegels van 20 en 30 ets met de afbeelding van Genève zullen zonder toeslag verschijnen. De oefenvluchten met het luchtschip „Graf Zeppelin" de LZ 130 worden weer geregeld gehouden. 2 Juli j.l. vond de eerste vlucht met postver voer plaats en ging van Frankfurt naar Mei- ningen. Alle poststukken werden van een bijzonder stempel voorzien. Op 19 November 1936 werd José Antonio Primo de Rivera, stichter en leider der Spaan sche fascistische partij, gefusilleerd. Hij was door het Volksgerecht te Alicante ter dood veroordeeld. De huidige regeering heeft dit feit herdacht door de uitgifte van een zegel met zijn portret. Het inschrift luidt „Arriba Espana!" (Spanje boven) met de voornamen „José Antonio" (niet ter verwarren met „Miguel", den dictator, die in 1930 aftrad en kort daarna te Parijs is over leden) Het embleem van de fascistische partij (de Falange Espanole) is op den zegel aan de lin kerbovenzijde weergegeven. Onder voorzitterschap van den heer W. P. Costerus uit Edam is Zaterdag in café-restau rant „Den Hout" te 's Gravenhage de 30ste algemeene vergadering van aen Nederlandschen Bond van Vereenigingen van postzegelverzame laars gehouden. In zijn openingswoord zeide de voorzitter,, dat het bestuur ernstig heeft geconfereerd over de vraag of de Nederlandsche Philatelistendag thans niet had moeten worden afgelast, zooals in 1914, doch waar voor ons land nog geen direct oorlogsgevaar dreigt, meende het bestuur goed te doen met eenige beperkingen deze algemeene vergadering te laten doorgaan. Besloten werd, de Costerus-medaille toe te kennen aan M. J. baronesse van Heerdt-Kollf, Baarn. Aan den heer W. P. Costerus werd de Waller-medaille 1939 toegekend, wegens zijn bij zondere philatelistische verdiensten. Namens de Indische philatelisten vertolkte de heer C. Hagen, zooeven uit Ned. Indië gerepatri eerd, de gevoelens van sympathie. De aftredeiide bestuursleden werden herkozen en in de vacature-Costerus werd tot voorzitter benoemd dr. H. C. Valkema Blouw te Ooeter- beek. De heer de Bas sprak woorden van dank tot den afgetreden voorzitter. Nadat de heer Coste rus voor deze woorden had bedankt, werd deze philatelistendag gesloten. Maandag 1114 Sept. gehuwden, P. Tesser S. M. M. Zondag 1720 Sept. meisjes. Maandag 2528 Sept. leden H. Familie en anderen, P. Peters O.E.S.A. Maandag 9—12 Oct. gehuwden. Zaterdag 14—17 Oct. meisjes, P. Peters O.E.S.A. Dinsdag' 17—20 Oct. gereserveerd. Maandag 2327 Oct. dames 4 dagen, 's mor gens sluiting, P. Jezuïet. De besturen der drie werknemersorganisaties in het slagersbedrijf hebben aan de besturen der Nederlandsche slagersbonden en aan de bonden van Vleeschwarenfa brikanten en ex port-slachters een circulaire gezonden, waar in gevraagd wordt dat het dienstverband met hup gemobiliseerde arbeiders niet wordt ver broken; dat bij de mobilisatie-toelage ook van werk geverszijde een toeslag wordt verstrekt, zoodat het volle weekloon geheel of gedeeltelijk be reikt wordt; indien de omstandigheden zich dermate wij zigen, dat ontslag moet volger., voor de ontsla genen een wachtgeldregeling tot stand ge bracht wordt. Zoowel voor de jongens, die bij de broeders op school zijn in het St. Nicolaas-internaat te Arnhem, als voor de meisjes bij de zusters op Insula Dei aldaar, blijft de aanvang der school bepaald op 5 September. De jongens en meisjes, die niet door hun ouders gebracht worden, zullen op het reeds aangegeven tijdstip van het station Arnhem afgehaald worden. Alleen voor de kinderen, die komen van plaatsen aan de lijn Maastricht- Arnhem, is een wijziging ingetreden. De reis zal dienen te geschieden met den trein, welke te 16.33 uur uit Maastricht vertrekt. Het Canisius-college te Nijmegen maakt be kend, dat het den cursus 1939—1940 aanvangt op Woensdag 13 September. ULVENHOUT, 31 Augustus 1939. Amico, Waarover zal 'k oe deuze week schrijven? Over den oorlog, die van alle kanten dreigt? Die heele Menschheid de zenuwen kapot maakt? Of over de schoone Herfstmaand, die we deuze i?eek ingaan? Die 'k ritselen hoor in 't geelend geboomt, als 't heete nazomer-windeke deur 't droog geblaart woelt? Ja! Dat leste! Ik hóór dieën roep van m'n trouwe lezers en lezereskes, van m'n hartelijke brievenschrijvers en 't kost moeite doof te zijn daarvoor „Wij lezen, wij hooren, wij ervaren van oor logsdreiging zooveul, Dré!" Ja, ik weet 't! De krantge leest ze. mee 't zweet op oew veurhoofdi Den radio...., ge hoort 'm, mee 'n kloppend hart! Tot in de kerk, daar drong 't onheil binnen, want zelfs ons pastoorke kost nie anders, dan, mee 'n bevende stem, zijnen preek veranderen in 'n twintig-minuten-lang smeekgebed om.... Vrede, die alleen nog van God komen kan....! 'k Heb de leste tien jaren bekanst nie anders vernomen, dan dat deus menschdom zoo buiten gewoon, zoo bezonderst geleerd is! „Napoleonnen"? We breken er den nek over! De ouwe weareld had eeuwen en eeuwen noodig om er éenen voort te brengen. Uitvinders? Ze brengen elk uur van den dag nuuwe stik gassen, sneller vliegmachines, diepervaren- de onderzeeërs, wijerschietende kanonnen, onneembaardere vestinglinies! De ouwe weareld had eeuwen en eeuwen noodig veur 'n gaskous- ke. En toen 'n halve eeuw veur 't electriek kool- spitslampke. Economisten? Die zijn er veul meer dan bekwame timmer lui, maar d'ouwe weareld kende 't wóórd nie eens! Die stomme weareld kende alleen maar de.... „gouwen eeuw". Ja, wij leven in 'nen Grooten Tijd! Dat verneem ik alle dagen. Wij leven in het „Uilebrillentijdperk"! Dieën bril is 't insigne van de club-van-geleerdhedens efl die nog te weinig boeken kapotstudeerde om tot die Club van ge-uilebrilde Bleekneuzen te worden toege laten, die„simuleert" mee 'nen zonnebril. De jonge gasten zijn teugenwoordig eerder klaar veur doctor, dan vroeger veur smid. En de zich kromwerkende vaders en vroeg-grijze moe ders zijn bezeten van 't gedacht: onzen jongen kan straks beter 'nen werkloozen doctör zijn, dan 'nen werkloozen electricien. Ik zie er weinig verschil in, maar ik ben maar 'nen boer. En 't toppunt van uïlebrillen-grootheid is: als bur ger „dr." veur den naam te voeren en als mili tair dan te zakken veur kurperaalü En al die geleerdheid, al die Napoleonnen, al die Uitvinders, al die Economisten, al die Doctors, al die gesjeesde kurperaals, saam- gevat: heel dat Uilebrillendom bezit gin wijs heid genogt om in Vrede te leven. In mijn verkenskot weten de krulsteerten dat nog beter! En ze knorren van welbehagen. Eén ding heb ik er uit geleerd: torens van geleerdheid wegen nie op teugen 'nen molshoop van wijs heid! Wel kunt ge studeeren, uitvinden, economie bedrijven en den Napoleon uithangen tot ge in 't gekkenhuis terechte komt, wijsheid doet ge 'r nie mee op. Dat hebben mij deuze Weareld en deuzen „Grooten Tijd" eigens bewezen. Ik vrees: deus geleerde, onwijze Weareld zal veul slaag motten krijgen om 'n bietje verstand te verwerven. WantNood leert Bidden! En bidden is putten aan de Bron van alle Wijsheid. Ik ben nou gekomen tot waar ik geren wilde zijn mee deuzen brief. Bidden Denk nie, amico, da 'k daar onder verstaai: 't wegtellen van de kralekes van 'nen pater noster. Evenmin: de kerkdeuren van den stijl loopen. Net zoo min: rondgaan mee 'nen kop, die geel van chagrijnigheid is. En allerminst: zijn heil zoeken in 't gaan deur de straten mee 'nen dikken gebedenboek, waarvan de gouwen snee schittert in de zon, om straks, op kan toor of werkplots zijnde, zijn evennosten op le lichten; zijn z.g. minderen naar lichaam en geest 't bloed af te tappen! En aller-allerminst verstaai ik eronder: bid den in de kerk om vredu en stillekes verlangen naar oorlog om 'n kans tot O.W. te maken!! Neeë, in al zulke tijdroovende beuzeling en biddende ketterij zie ik weinig heil. En als ge 't mij vraagt, dan mot O.L.H. nog liever te doen hebben mee 'nen deurgewinterden tiep, die nie percies wit in welk laaike van de kast zijnen kerkboek ligt, maar die eerlijk en plazierig deur 't~ leven gaat en op tijd zijn beurs trekt veur 'nen ermen donder, dan mee zo'nen knisteren- den weesgegroetjes-telder, die den grootsten ramp van de weareld beschouwt als 'n Veur- deelig Zaakje! Er is veul van zulk braaf.... tuig, waarop „niks te zeggen valt." Ik heb m'n oogen goed open en wéét dat e,vcn sjecuur als ik op de hoogte ben van 't onkruid tusschen m'n ge wassen. Wat ik onder „bidden" verstaai? B.v. 't ge luk en de dankbaarheid van den mgnsch, die jaren nie loopen kost; en nou eiken mergen, die God 'm geeft, ook in zwaarste tijen, ook op zwaarst-bezette dagen, O. L. H. mee één enkele gedachte gelukkig dankt, dat ie den zwaren dag kan deur gaan trekken op gezonde pooten! B.v. 't geluk en de dankbaarheid van den mensch, om de van God gekregen gave, zijnen arbeid te kunnen verrichten op loonende wijze, veurzijn gezin! Bidden! 't Is danken ook om de steuvige lichaamskracht, waarmee ge „bergen kunt ver zetten." Bidden't Is a 11 ij danken, danken in geluk en blijmoedigheid om alles wat ge zijt, wat ge kunt, wat ge verricht. Om alles wat ge krijgt tót en met de kruiskens toe, die ge overwinnen mot. En dieën dank, en zulk gebed, ge doet 't op den akker, onderwijl ge de spaai stikt in Gods eerde. Ge doet 't, terwijl ge 'smergens in oew klompen stapt om den dag op deur te gaan. Ge doet 't, onderwijl 't zweet taplings over oewen rug loopt. Ge doet 't op zo'nen oogen- blik al voldoende als ge beseft: van den avond ga 'k 'ns lekker rusten en naar 't koele .maantje zitten peinzen. Eén gedurig gevoel van dankbaarheid om wat ge zijt, om wat ge kunt, om wat ge doet, om wat ge ondergaat, da's bidden! Da's 't middel teugen hoogmoed! Da's 't middel teugen onwijsheid! Da's altij gaan aan de hand van O.L.H. Da's 't geheim veur 't grootste bezit in elk menschenleven: den vrede! En het groote tekort daaraan, da's de diepe oorzaak van eeuwig-dreigenden oorlog. En is de dreiging op z'n toppunt, lijkt den ramp nie meer te ontgaan, dan.... dan stroo men de kerken vol. Want Nood leert Bidden! Maar heeft 't er nie veul van weg, amico, dat 't onwijze Menschdom, toch zoo geleerd, toch zoointellectueel lijk 't geren zegt, óf dat eigenste onwijze Menschdom nie eerst zijn Weareld in den brand stikt en dan aan O.L.H. om 'n bluschwonder vraagt?! veur hun onderwijzers, veur de buren, veur ooms en tantes; als wij ze opvoeien tot jijjers-en- jouwers, tot onverdraagzaam, onbeleefd en eigenwijs tuig; als we de kinders zóó opvoeden, dat ze op tien, twaalf jaren alleen nog maar over ouwere men- schen spreken als: „dieën vent" en „dat wijf", omdat ze van Vader en Moeder nooit anders hooren; als de ondankbaarheid, onbeleefdheid en eigen wijsheid 't kind worden bijgebrocht als maat schappelijke deugden; als de bloeien van tien, twaalf jaren al, opgevoed zijn in ijdelheid, in egoïsme, in nogeens liederlijkste ondank baarheid; als den bloeien gin enkele „ouwerwetsche" deugd wierd bijgebrocht, omdat de jeugd toch zéker wel „modern" mot zijn; als we ze opvoeien tot steenharde karakters, en dat allegaar deur ons „illustre" veurbeeld, zullen wij dan, als wij deuzen oorlog deur 'n wonder ontgaan, hem nog ontgaan over tien jaren?? Als wij eigens 'n geslacht van menschenhaters hebben opgekweekt?! Als wij de ondankbaarheid bij den bloei er in hameren, zullen we 'm dan ooit leeren.... bidden? Als wij de snotpiekskes als grootste genot bij brengen 't voorbijsuizen van Fordjes, eigens ge zeten in bliksemsnelle wagens, zullen die kinders dan tot iets anders kunnen opgroeien dan .tot: Voorbijsuizers, die desnoods over lijken gaan? Jonge mannen en vrouwen van vijf-en-twintig jaren, de blom van de samenleving, hebben héél hun leven over niks anders hooren spreken, dan over oorlog. Geboren aan 't begin van den weareldbrand 19141918 hebben ze den oorlogsangst ingezo gen aan de moederborst. Op school leerden ze de nieuwste aardrijks kunde, die elke maand wéér nieuw was, want., oorlog! Op school leerden ze de jongste geschiedenis, die alleen maar oorlog was! In de krant begosten ze te lezen en 't was oorlog. Altij oorlog. Oorlog is veur deus geslacht den normalen toestand van hun weareld! Werkloosheid 'nen zékeren vorm van bestaan. Arbeid 'nen ónzéke- ren vorm van bestaan. Wat willen wij, ouweren, bij deus geslacht iets bereiken mee preken en prevelen?? Ons vóórbeeld deugt nie! En 't aankomende ge slacht? Be-wust opgevoed tot eeuwige vacantie- gangers; telkens aan den drempel van 'nen weareldbrand, die alles vernielen en vernietigen zal, wat willen wij daarvan verwachten? Maken wij eigens 't O. L. H. nie onmeugelijk om nog een weldaad te bewijzen aan de wea reld, die 't teugenwoordige én 't komende ge slacht van Hem afsleurt? 't Hooge woord in ons Landje is er alweer uit: Mobilisatie! Toch weet ik op deuzen oogen- blik da 'k oe schrijf nog nie, of den tweeden weareldoorlog in ons korte leven uitbreken zal. Niemand weet 't op deus moment nog. Maar éen ding weet ik wel: lijk in 't Evangelie van den zeuvensten Zondag na Pinksteren geschre ven staat, „dat ge van doornen gin druiven en van distels gin vijgen plukt, dat 'nen goeien boom gin slechte vruchten en 'nen slechten boom gin goeie vruchten voortbrengen kan, 'n samenleving van menschenhaters nooit Vrede vinden zal! En dat de oorlogsvrucht, eenmaal stinkend, rottend rijp, zal vallen van dieën gevloekten Boom van Haat! 'n Goddelijke Natuurwet, waaraan God eigens zich onderworpen heeft. En wie dat nie gelooft, bij voorbaat de schuld vraag al opgelost hee en „den dader" aange wezen, die gaat maar rustig vort mee z'n kin ders op te voeien tot beesten, de schuld van alle ellende te schuiven op éenen mensch ol op éen Volk; die gaat maar rustig vort mee zijnen haat teugen zijnen evennoste, die gaat maar ondankbaar en verzuurd 't lieve leven deur tot den dag, dat de „vruchten" van zijnen haat- boom op z'n kersepit ontploffenIets an ders weet ik er dan ook nie meer op. En nou schei 'k er af. God, 'k had geren over 't schoone Herfsttij geschreven! Over den leven den, dieën schoonen buiten. Maar 't móest zijn over den afschuwelijken oorlog, die ieverans dreigt mee dood en ver derf. Onwijs Menschdom! Veul groeten van Trui, ze is, dank zij den goeien oppas van den Eeker, weer ter been, van Dré III, den Eeker en als altij, gin horke minder van oewen t. A v DRE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 7