balletten en ouvertures
te
„We leven in 'nen Grooten Tijd'1
Rijke keuze aan
lichte muziek
Gramofoonkroniek
De diepe oorzaak Van dreigenden oorlog
ZONDAG 3 SEPTEMBER 1939
„Le Tricorne" - „Wilhelm Teil" - „Donna Diana" - balletmuziek
van Meyerbeer en Percy Fletcher- dansen van Strauss, Granados
en Mascagni - ouvertures van Offenbach, Lortzing, Wallace,
Verdi en Mozart.
Rossini
Wilhelm Teil
Wegenbelasting wordt
terugbetaald
Actie van A.N.W.B. en K.N.A.C.
met succes bekroond
ALGEMEEN RIJKSARCHIEF
Beveiliging van den inhoud
Willibrordf eesten
te Oegstgeest
„Kerkwerve blijft St. Wïlberts
erve"
EN TOCH ZAL DEN BOSCH
KERMIS HOUDEN!
Ned.-lndië
Finland
Griekenland enz.
Kaap Verdische Eilanden
Danzig
Monaco
Engeland
Zwitserland
Duitschland
Spanje
PHILATELISTENDAG
Nieuwe voorzitter benoemd
RETRAITES
„De Thabor"
VOOR GEMOBILISEERD
SLAGERSPERSONEEL
Onderwijs voor schipperskinderen
Canisiuscollege
BRABANTSCHE BRIEVEN
Als wii onze kinders opvoeien, zonder respect
In de gramofoonkroniek van de vorige week
beginnende een reeks opnamen van balletmu
ziek te bespreken, stond ik lang stil bij de
opname van de ouverture „Tannhauser" en het
Bacchanaal uit deze opera, uitgevoerd door het
Philadelphia-orkest onder leiding van Leopold
Stokowsky, omdat deze muziek zulke uitzonder-
njk belangwekkende uitzichten op den men-
sehelijken geest opent. Ditmaal zullen de revue
Passeeren ballet-muzieken, die geen problemen
opleveren, maar daarvoor dan ook des te meer
onverdeeld genot.
Zoo ontving ik van His Master's Voice' twee
kleine platen (de nummers B 88878888) met
fragmenten uit Manuel de Palla's ballet „Et
sombrero de tres picos", cok wel „Le Tricorne"
genaamd en in het Nederlandsch: „De drie
kanten hoed". Dit ballet is een van De Falla's
beroemdste partituren en een van de werken,
daaraan de nieuwe Spaansche muziek haar re
putatie te danken heeft. Het Spaansche réveil,
dat ongeveer gelijktijdig met de bloeiperiode
der hedendaagsche Fransche muziek, werd aan
geheven door Albeniz, Granados en De Falla,
reeft slechts kort geduurd. Vooral door toe
oen van De Falla scheen het in het begin
ezer eeuw, alsof de Spaansche muziek zich als
en factor van belang in de ontwikkeling der
uiopeesche muziekcultuur zou gaan mengen,
doch deze korte en zeer schoone opbloei is
eikwaardig genoeg spoedig vergaan. Hij deed
in'b gelleel eisen geluid hooren, dat wortelde
,^e Spaansche folklore, den volksdans en den
kj^ang, en paarde daaraan een zeer geluk-
ge ontvankelijkheid voor de impulsen, die uit-
van bet Fransche impressionnisme. Dat
ziin f n vooral VOor bet Spaansche réveil in
di 'd re stabium, dat vooral vertegenwoor-
ga wordt door Manuel de Falla, bij wien men
s een steeds grootere ontvankelijkheid
laio,"16611^ Voor het impressionnisme. In zijn
w®lk a!s „Nuits dans les jardins d'Espag-
ïnpp 1S>ai volksmuziek eigenlijk al niets anders
r dan het buitenmuzikale punt van uitgang,
mii^r°*> comP°nist in absoluten trant voort
van rLT' werlcwijze, die overeenkomt met die
tin ^USSy en Ravel- Misschien is in die rich-
g ook de oorzaak te zoeken voor het opdro
gen van de bron der inspiratie, die bij De
alia overigens nooit overvloedig stroomde. In
en noS recenter werk, een concert voor clave-
cimbel en orkest, bleek de Falla zich vrijwel
geheel los gemaakt te hebben van de nationale
bpaansche muziek om zich te wenden tot het
musiceeren in klassicistischen trant. Dit clave-
cimbel-concert is een zwak werk gebleken,
waaruit men met veel waarschijnlijkheid de con
fusie kon trekken, dat De Falla's aanleg niet
in deze richting ging. Het muzikale folklorisme
beeft, als werkhypothese, zijn tijd overleefd,
bet impressionnisme eveneens. De Falla schijnt
e laat geleefd te hebben, hij heeft althans
Qe aansluiting' op de ontwikkeling, die daarna
inzette, niet kunnen vinden. Sinds jaren reeds
Publiceert hij dan ook weinig of niets meer
®h leeft, in alle bescheidenheid overigens, op
zun ouden roem van de werken uit zijn sterk
ste peripde.
Hie werken zijn weinig talrijk, maar van for
midabele kwaliteit. Het zijn hoofdzakelijk bal-
etten, die in ons land slechts hoogst zelden
en opvoering kregen, maar waaruit wel frag
menten op concertuitvoeringen bekend zijn ge-
b'den. Het meest bekend is dan wel deze
..Tricorne", een burleske historie, die den com
ponist gelegenheid gegeven heeft een reeks van
°e prachtigste dansen op het tooneel te bren
gen. De rnuziek is scherp en fel en van een
ongelooflijk élan en men vindt daarvan op de
bovengenoemde platen drie voorbeelden, te
Weten den dans van de buren, den beroemden
bans van den molenaar, dien men van den
inmeuzen danser Vicente Escudero niet licht
werget^n zal, en den slotdans. Het Boston Pro
menade-orkest onder leiding van Arthur Fied-
er gaf er een niet overmatig brillante, maar
l°ch wel goede uitvoering van.
En nu wij toch reeds den naam van Grana
dos noemden, wijzen wij hier terloops op een
van diens Spaansche dansen op H.M.V. DB
00- gespeeld door Yehudi Menuhin, een be
werking van een oorspronkelijk pianostuk door
!S»S*
Fritz Kreisler, die op dergelijke bewerkingen
verzot is. Intusschen hoort men dan toch op
deze plaat prachtig vioolspel en een paar uit
muntende nummers, want aan de keerzijde
speelt Menuhin den elfden Hongaarschen dans
van Brahms, in de bewerking van Joachim, stuk
van een trieste gepassionneerdheid, waarvoor
men een temperament als dat van Menuhin
moet hebben om het zoo te kunnen vertolken.
Beroemd is de opera „Wilhelm Teil" van
Rossini, ofschoon men er eigenlijk uitsluitend
de ouverture van kent, maar die dan ook zoo
goed, dat menigeen haar voor een vervelend
stuk is gaan houden. Het zij toegegeven, dat
Rossini wel eens pittiger ouvertures geschre
ven heeft dan die van „Wilhelm Teil", maar
zij is volstrekt niet het vervelende zoete stukje,
dat niet al te beste amusementsorkesten ervan
maken. Om dit te constateeren moet men eens
luisteren naar de kleine His Master's Voice-
platen DA 1695—96, waarop de ouverture wordt
uitgevoerd door het National Broadcasting
Symphony-orchestra onder leiding van niemand
minder dan Arluro Toscanini. Men zal moeten
toegeven, dat men voordien deze ouverture nog
niet gekend heeft. En ditzelfde compliment
geldt voor de overbekende ouverture „Orphée
aus Enfers", voortgekomen uit de onverge
lijkelijke muziekdoos, die Jacques Offenbach
was. Zij wordt op H.M.V. C 3100 gespeeld door
het London Philharmonic Orchestra onder lei
ding van Constant Lambert, en zelden komt
men in de muziek zooveel spanning en lenig
heid, en vooral zooveel ontwapenende charme
tegen als op deze plaat. Men mag hopen, dat
de gramofoon ons nog eens zal verrassen met
een complete opname van een Offenbach-ope-
rette.
Om nu terug te keeren tot Rossini en zijn
Wilhelm Tell. His Master's Voice heeft op de
nummers B 89008901 tevens de opnamen ver
zorgd van de balletmuziek uit deze opera en
heeft daarmee zeer goed werk gedaan. Een me
lodieus, onderhoudend muziekje, waarvan men
het slechts betreurt, dat de coupure-schaar er
nog al vrijelijk op los is gelaten.,Men had er
gaarne meer van gehoord, dank zij ook de le
vendige uitvoering door het Sadler's Wells Or
chestra onder directie van Constant Lambert.
Vervolgens valt er te noemen de balletmuziek
uit „Donna Diana" van E. N. von Reznicek,
volstrekt geen groot meester, maar een goed,
vindingrijk muzikant, die in prof. Rob. Heger
en de leden van de Berlijnsche Staatskapelle
op Odeon 7903 betrouwbare vertolkers gevonden
heeft. Van Meyerbeer gaf His Master's Voice
een curiosum, waarover de boeken geen ophel
dering verschaffen. Het is een ballet-suite, die
„Les Patineurs" is geheeten en gespeeld wordt
op nummer C 3105 door het Sadler's Wells Or
chestra onder Jeiding van Lambert. Laatstge
noemde is ook de arrangeur van de muziek,
zoodat het waarschijnlijk hier betreft een aan
tal stukken, bijeengelezen uit diverse werken.
De duistere herkomst is intusschen geen belet
sel om in deze stukken een scherp beeld te
krijgen van den grooten Meyerbeer: pompeus,
verzot op groote middelen en zelfs al te zeer
verzot op zulke effecten, maar niettemin een
meester van formaat. Men ziet in deze muziek
een tijdbeeld oprijzen en dat maakt het zeer de
moeite waard om ernaar te luisteren.
Ten slotte wij? ik dan nog op „Sylvan Sce
nes" van Percy Fletcher, een componist, die
Massenet in zijn wapen voert en dus een melo
dieus muziekje schrijft. Het werk, dat uit vier
deelen bestaat, wordt gespeeld door het London
Palladium Orchestra onder leiding van Clifford
Greenwood op de nummers B 890203: In dit
verband kan ook een merkwaardig stuk ver
meld worden van den beroemden Mascagni, die
dus ook nog iets anders geschreven blijkt te
hebben dan „Cavalleria Rusticana". Het is een
„Danza Esotica", die ons op H.M.V. EH 1232
wordt voorgespeeld door Barnabas von Geczy
en zijn orkest. Dezelfden geven op B 8874 een
vlotte vertolking van Strauss' „Künstlerleben"-
Wals, en op B 8024 hoort men hen nog eens
met de wals, die gedistilleerd is uit „Der Zi
geunerbaron".
En om het genot aan goede, lichte muziek te
vervolmaken luisteren we nu nog naar eenige
ouvertures: die van Lortzing voor „Der Waf-
fenschmied", gespeeld op H.M.V. EH 1254 door
een orkest onder leiding van Bruno Seidler
Winkler, voorts naar de oude, vertrouwde Mari-
tana-ouverture op Polydor 15245 door het' or
kest van het Deutsche Opernhaus onder Wolf
gang Beutler en niet te vergeten de ouverture
van Verdi's „La forza del Destino", grootsche
dramatiek, die van Herbert von Kara.jan en de
leden der kapel van de Staatsopera te Berlijn
een grandioos gemusiceerde uitvoering kreeg.
(Polydor 67466). Ten slotte Mozart in al zijn
geniale gratie met de ouverture tot „Cosi fan
tutte" op H.M.V. DB 3814 door het orkest van
de B.B.C., gedirigeerd door Adrian Boult. Ons
dunkt, dat uit het lichte repertoire van den
laatsten tijd een rijke keus is te maken.
L. H.
Op het door den A.N.W.B. en de K N.A.C. naar
aanleiding van tal van vragen, tot den minister
van Financiën gericht verzoek, spoedig te be
slissen of de eigenaars van motorrijtuigen, die
ten gevolge van de butengewone omstandighe
den niet gebruikt kunnen worden, de vooruit be
taalde wegenbelasting over den termijn, gedu
rende welke zij hun motorrijtuig niet kunnen
benutten, al dan niet terugbetaald zullen krij
gen, is thans beslist, dat „aan houders van mo
torrijtuigen, die door het departement van de
fensie in Augustus 1939 zijn gerequireerd, res
titutie van de door hen betaalde motorrijtuigen
belasting kan worden verleend van 1 September
1939 af." De belasting wordt terugbetaald op
het kantoor waar de belastingkaart is afgege
ven.
Indien zij, die op bovengenoemde wijze resti
tutie van vooruitbetaalde wegenbelasting heb
ben verkregen, in den loop van een der maan
den van het belastingjaar 1939—1940 opnieuw
een motorrijtuig gaan gebruiken, zijn zij van den
eersten van die maand af opnieuw motorrijtui
genbelasting verschuldigd.
Voor de beveiliging van het belangrijkste ge
deelte van den inhoud van de algemeene rijks
archiefbewaarplaats te 's Gravenhage, is in de
afgeloopen week zorg gedragen door het aan
de instelling verbonden personeel, bijgestaan
door enkele vrijwillige krachten, die reeds
werkzaam waren als hulp bij het ordenen van
archivalia.
In een speciaal daarvoor bestemde kelder
ruimte zijn de preciosa ondergebracht. Zoowel
de documenten, welke uit historisch oogpunt
de meeste waarde hebben, als de charters met
zegels, die als voorwerp uiterst kwetsbaar zijn,
hebben in dit keldervertrek berging gevonden.
Verder zijn reeds duizenden deelen van resolu-
tiën, sententiën en andere akten opgestuwd in
de constructief zeer sterke gewelven onder de
eigenlijke bewaarplaats.
Bij een bezoek van den minister van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen, vergezeld
van den chef der afdeeling kunsten en weten
schappen, vond de algemeene rijksarchivaris
gelegenheid, den minister uiteen te zetten, hoe
de voortgang van het beveiligingswerk kan ge
schieden.
Vele plaatsen in ons land maken zich op
ter 'gelegenheid van het 12de Eeuwfeest
van het zalig afsterven van St. Willibrordus
dit feest luisterrijk te vieren. Oegstgeest
viert mee. Het heeft St. Willibrord tot Pa-
tfoon en de parochie is volgens een zeer
oude traditie door hem gesticht.
In een document van 1063 erkent bisschop
Willem van Utrechv het recht van de abdij
Echternach op een reeks parochies in het
Noorden.
't Zijn de vijf „Moederkerken van Holland"
één daarvan is Kerckwerve, de vroegere naam
van Oegstgeest. Ook Professor w. Lampe,
O.F.M. erkent St. Willibrord als stichter. Er
is dus reden zijn gedachtenis te vieren. De bc
doeling van de feestviering is: het geloq^slevei.
te verdiepen en de onderlinge liefde te verster
ken. Op initiatief van Pastoor J. J. C. M. i»ooy-
aard werd een hoofdcomité opgericht onder
presidium van kapelaan A. A. M. Sanders.
Het beschermheerschap werd aangeboden aan
Z.H. Exc. Mgr. J. P. Huibers. In 't eere-comité
hebben zitting: Deken A. H. Homulle, Mgr. H.
Taskin, Rme. Dom Jean de Pumiet, abt van
Oosterhout, dom. J. Huyben O. S. B. Kanunnik
Kaiser, deken van Echternach, de pastoors van
de dochterkerken.
Zooveel mogelijk werden alle parochianen uit-
genoodigd, aan de feestviering mede te werken
Eerstens werd het feest voorbereid door gebed.
Tweedens werd een bijdrage gvraagd voor het
geschenk van de parochie; drie nieuwe klokhen,
die de deken van Leiden 17 September zai
wijden.
Ook is een zeer geslaagde parochieele bede
vaart naar Echternach gehouden van 4 tot 7
Juli, waardoor de geest van saamlioorigheid on
der de parochianen krachtig is versterkt, ter
wijl de eigenlijke feestviering van 23 September
tot 1 October is.
Driemaal zal een pontificale H. Mis worden
opgedragen; op den dag der opening door den
Internuntius, Z. H. Exc. Mgr. P. Giobbe, Vrij
dag door Mgr. Taskin, op den sluitingsdag door
Z. H. Exc. Mgr. J. P. Huibers, Bisschop van
Haarlem.
De eerste dag is geheel gewijd aan den per
soon van St. Willibrord. Dien avond houdt Pa
ter Molkenbc-er O.P. de feestpredicatie. Op de
volgende dagen wordt telkens een der H. Sacra
menten herdacht, 's morgens door 'n speciale
intentie en 's avonds door een lof, dat verband
houdt met dit sacrament. Pater H. Lohuis O.
F. M. geeft onder dat Lof een uiteenzetting van
het betreffende Sacrament.
Op den Zaterdag voorafgaande aan deze
week, wc-rdt onder plechtig klokgelui de reliek
van St. Willibrord ingehaald en in de kerk op
gesteld.
's Zondags zal de Bisschop het H. Misoffer
opdragen met assistentie van de priesterzonen
der parochie. Het Lof van dien avond is ge
ïnspireerd op het feest van Kerkwijding. Pater
Eorromaeus de Greeve O.F.M. houdt de Siot-
predikatie.
Het lag in de bedoeling 21 September een
tentoonstelling te openen in het gebouw St.
Willibrord. In verband met moeilijkheden dooi
de huidige mobilisatie is deze tentoonstelling
echter uitgesteld.
Veel wordt gedaan tot opluistering van het
feest. Een speciaal koor werd gevormd en staat
onder leiding van dep heer M. Mizée.
Op den eersten Zondag zal het de Mis van
Diepenbrock uitvoeren en tijdens de andere
plechtigheden zal het met meerstemmige mu
ziek den volkszang afwisselen, waardoor de ge-
loovigen medewerken aan de muzikale verzor
ging van het f'eest.
De kerk wordt op zeer artistieke wijze ver
sierd, in overeenstemming met het Sacrament,
dat wordt gevierd.
Zoo zal dit feest een waar parochiefeest zijn,
waaraan geheel de parochie zal deelnemen en
zoo zal het doel worden bereikt, een levende
parochiegemeenschap met een bloeiend boven
natuurlijk lpven.
Het geheele feest staat onder den wekroep:
„Kerkwerve blijft Sint Wilberts erve". Dit be-
teekent, dat de parochie haar Sichter waardig
blijft en dat de parochianen daarvoor moeten
werken en bidden.
Van gemeentewege wordt medegedeeld, dat de
kermis te 's Hertogenbosch, die is vastgesteld
van 10 tot 18 September a.s., gewoon doorgang
zal vinden.
De nieuwe weldadigheidszegels, die de Indi
sche posterijen dit jaar zullen uitgeven, zijn ont
worpen door Wibbo Hartman in Den Haag.
Er zullen twee waarden verschijnen. Op den
eenen zegel staat de barmhartige Samaritaan en
op den anderen een man van middelbaren leef
tijd, die de beschermende hand uitstrekt naar
een jongen en een meisje.
Wibbo Hartman, een onzer bekwame portret
schilders, is te Semarang (Ned.-lndië) geboren
in 1904. Na het Gymnasium te Den Haag te
hebben afgeloopen werd hij leerling van de
Academie te dier stede in de schilderklas onder
leiding van H. Meijer. In dien tijd heeft hij een
reis haar Indië gemaakt waar hij veel en goed
heeft geschilderd en geteekend. Zijn aanwijzing
als ontwerper der Indische zegels zal hiermee
wel verband houden. Een zijner laatste pioduc-
ten is het geschilderde portret van Jhr. mr. de
Savornin Lohman voor het nieuwe Hooge-
Raadsgebouw.
In 1940 zullen de Xlle Olympische Spelen ge
houden worden te Helsinki.
Voor deze gelegenheid zal een serie welda
digheidszegels verschijnen. De Finscne Posterijen
hebben voor een ontwerp een prijsvraag uitge
schreven. Naar wij vernemen, zijn over de 100
ontwerpen ingezonden.
Griekenland, Roemenië, Turkijë en Joego
slavië vormen te zamen een beperkte postunie.
Deze kleine unie hield een congres te Boeka
rest en dit besloot o.a. in 1940 twee speciale
zegels uit te geven, die deze „Union restreinte"
zal symboliseeren.
Deze zegels zullen voor de vier deelnemende
landen van hetzelfde type zijn.
Alleen de waarde-aanduiding en de bovenaan
vermelde naam van het land zullen verschillen
In de zegels zijn de wapens der landen weerge
geven met een fakkel in het midden.
De door Griekenland uit to geven zegels ziin
van 6 en 8 drachmen.
Er blijkt in Griekenland een tekort te zijn aan
luchtpostzegels van 50 lepta.
De Grieksche posterijen hebben nu den port-
zegel van 50 lepta (uitgifte 1930, getand) voor
zien van een rooden opdruk, een vliegmachine
weergevend.
Het bezoek van den Portugeeschen president
aan de verschillende koloniën werd hier door
de uitgifte van drie postzegels vastgelegd. Het
type der drie waarden is hetzelfde en stelt de
kaart van Afrika voor: 80 c. violet; 1 e 75
blauw en 20 e bruin.
Hier is de frankeerzegel 50 pf. verschenen in
ietwat gewijzigde kleur met als watermerk het
hakenkruis.
Ter gelegenheid van de VlIIe internationale
universitaire spelen in het stadion Louis II is
op 15 Augustus een serie frankeerzegels uitge
geven van vijf waarden.
Hier zijn de 2 sh 6 p., 5 sh en 10 sh verschenen.
De uitvoering is precies dezelfde als die van
de bestaande zegels. Alleen de beeltenis is var
vangen door die van Koning George VI.
Al de suggesties en voorstellen om een ander
zegeltype te krijgen hebben dus geen succes mo
gen hebben.
De twee Roode Kruiszegels van 20 en 30 ets
met de afbeelding van Genève zullen zonder
toeslag verschijnen.
De oefenvluchten met het luchtschip „Graf
Zeppelin" de LZ 130 worden weer geregeld
gehouden.
2 Juli j.l. vond de eerste vlucht met postver
voer plaats en ging van Frankfurt naar Mei-
ningen.
Alle poststukken werden van een bijzonder
stempel voorzien.
Op 19 November 1936 werd José Antonio
Primo de Rivera, stichter en leider der Spaan
sche fascistische partij, gefusilleerd.
Hij was door het Volksgerecht te Alicante ter
dood veroordeeld.
De huidige regeering heeft dit feit herdacht
door de uitgifte van een zegel met zijn portret.
Het inschrift luidt „Arriba Espana!" (Spanje
boven) met de voornamen „José Antonio" (niet
ter verwarren met „Miguel", den dictator, die in
1930 aftrad en kort daarna te Parijs is over
leden)
Het embleem van de fascistische partij (de
Falange Espanole) is op den zegel aan de lin
kerbovenzijde weergegeven.
Onder voorzitterschap van den heer W. P.
Costerus uit Edam is Zaterdag in café-restau
rant „Den Hout" te 's Gravenhage de 30ste
algemeene vergadering van aen Nederlandschen
Bond van Vereenigingen van postzegelverzame
laars gehouden.
In zijn openingswoord zeide de voorzitter,, dat
het bestuur ernstig heeft geconfereerd over de
vraag of de Nederlandsche Philatelistendag
thans niet had moeten worden afgelast, zooals
in 1914, doch waar voor ons land nog geen direct
oorlogsgevaar dreigt, meende het bestuur goed
te doen met eenige beperkingen deze algemeene
vergadering te laten doorgaan.
Besloten werd, de Costerus-medaille toe te
kennen aan M. J. baronesse van Heerdt-Kollf,
Baarn. Aan den heer W. P. Costerus werd de
Waller-medaille 1939 toegekend, wegens zijn bij
zondere philatelistische verdiensten.
Namens de Indische philatelisten vertolkte de
heer C. Hagen, zooeven uit Ned. Indië gerepatri
eerd, de gevoelens van sympathie.
De aftredeiide bestuursleden werden herkozen
en in de vacature-Costerus werd tot voorzitter
benoemd dr. H. C. Valkema Blouw te Ooeter-
beek.
De heer de Bas sprak woorden van dank tot
den afgetreden voorzitter. Nadat de heer Coste
rus voor deze woorden had bedankt, werd deze
philatelistendag gesloten.
Maandag 1114 Sept. gehuwden, P. Tesser
S. M. M.
Zondag 1720 Sept. meisjes.
Maandag 2528 Sept. leden H. Familie en
anderen, P. Peters O.E.S.A.
Maandag 9—12 Oct. gehuwden.
Zaterdag 14—17 Oct. meisjes, P. Peters O.E.S.A.
Dinsdag' 17—20 Oct. gereserveerd.
Maandag 2327 Oct. dames 4 dagen, 's mor
gens sluiting, P. Jezuïet.
De besturen der drie werknemersorganisaties
in het slagersbedrijf hebben aan de besturen
der Nederlandsche slagersbonden en aan de
bonden van Vleeschwarenfa brikanten en ex
port-slachters een circulaire gezonden, waar
in gevraagd wordt dat het dienstverband met
hup gemobiliseerde arbeiders niet wordt ver
broken;
dat bij de mobilisatie-toelage ook van werk
geverszijde een toeslag wordt verstrekt, zoodat
het volle weekloon geheel of gedeeltelijk be
reikt wordt;
indien de omstandigheden zich dermate wij
zigen, dat ontslag moet volger., voor de ontsla
genen een wachtgeldregeling tot stand ge
bracht wordt.
Zoowel voor de jongens, die bij de broeders
op school zijn in het St. Nicolaas-internaat te
Arnhem, als voor de meisjes bij de zusters op
Insula Dei aldaar, blijft de aanvang der school
bepaald op 5 September.
De jongens en meisjes, die niet door hun
ouders gebracht worden, zullen op het reeds
aangegeven tijdstip van het station Arnhem
afgehaald worden. Alleen voor de kinderen, die
komen van plaatsen aan de lijn Maastricht-
Arnhem, is een wijziging ingetreden. De reis
zal dienen te geschieden met den trein, welke
te 16.33 uur uit Maastricht vertrekt.
Het Canisius-college te Nijmegen maakt be
kend, dat het den cursus 1939—1940 aanvangt
op Woensdag 13 September.
ULVENHOUT, 31 Augustus 1939.
Amico,
Waarover zal 'k oe deuze week schrijven?
Over den oorlog, die van alle kanten dreigt? Die
heele Menschheid de zenuwen kapot maakt?
Of over de schoone Herfstmaand, die we deuze
i?eek ingaan? Die 'k ritselen hoor in 't geelend
geboomt, als 't heete nazomer-windeke deur 't
droog geblaart woelt?
Ja! Dat leste! Ik hóór dieën roep van m'n
trouwe lezers en lezereskes, van m'n hartelijke
brievenschrijvers en 't kost moeite doof te zijn
daarvoor
„Wij lezen, wij hooren, wij ervaren van oor
logsdreiging zooveul, Dré!"
Ja, ik weet 't!
De krantge leest ze. mee 't zweet op oew
veurhoofdi
Den radio...., ge hoort 'm, mee 'n kloppend
hart!
Tot in de kerk, daar drong 't onheil binnen,
want zelfs ons pastoorke kost nie anders, dan,
mee 'n bevende stem, zijnen preek veranderen
in 'n twintig-minuten-lang smeekgebed om....
Vrede, die alleen nog van God komen kan....!
'k Heb de leste tien jaren bekanst nie anders
vernomen, dan dat deus menschdom zoo buiten
gewoon, zoo bezonderst geleerd is!
„Napoleonnen"?
We breken er den nek over! De ouwe weareld
had eeuwen en eeuwen noodig om er éenen
voort te brengen.
Uitvinders?
Ze brengen elk uur van den dag nuuwe stik
gassen, sneller vliegmachines, diepervaren-
de onderzeeërs, wijerschietende kanonnen,
onneembaardere vestinglinies! De ouwe weareld
had eeuwen en eeuwen noodig veur 'n gaskous-
ke. En toen 'n halve eeuw veur 't electriek kool-
spitslampke.
Economisten?
Die zijn er veul meer dan bekwame timmer
lui, maar d'ouwe weareld kende 't wóórd nie
eens! Die stomme weareld kende alleen maar
de.... „gouwen eeuw".
Ja, wij leven in 'nen Grooten Tijd! Dat
verneem ik alle dagen. Wij leven in het
„Uilebrillentijdperk"! Dieën bril is 't insigne
van de club-van-geleerdhedens efl die nog te
weinig boeken kapotstudeerde om tot die Club
van ge-uilebrilde Bleekneuzen te worden toege
laten, die„simuleert" mee 'nen zonnebril.
De jonge gasten zijn teugenwoordig eerder
klaar veur doctor, dan vroeger veur smid. En de
zich kromwerkende vaders en vroeg-grijze moe
ders zijn bezeten van 't gedacht: onzen jongen
kan straks beter 'nen werkloozen doctör zijn,
dan 'nen werkloozen electricien. Ik zie er weinig
verschil in, maar ik ben maar 'nen boer. En 't
toppunt van uïlebrillen-grootheid is: als bur
ger „dr." veur den naam te voeren en als mili
tair dan te zakken veur kurperaalü
En al die geleerdheid, al die Napoleonnen,
al die Uitvinders, al die Economisten, al die
Doctors, al die gesjeesde kurperaals, saam-
gevat: heel dat Uilebrillendom bezit gin wijs
heid genogt om in Vrede te leven. In
mijn verkenskot weten de krulsteerten dat nog
beter! En ze knorren van welbehagen. Eén ding
heb ik er uit geleerd: torens van geleerdheid
wegen nie op teugen 'nen molshoop van wijs
heid!
Wel kunt ge studeeren, uitvinden, economie
bedrijven en den Napoleon uithangen tot ge in
't gekkenhuis terechte komt,
wijsheid doet ge 'r nie mee op.
Dat hebben mij deuze Weareld en deuzen
„Grooten Tijd" eigens bewezen. Ik vrees: deus
geleerde, onwijze Weareld zal veul slaag motten
krijgen om 'n bietje verstand te verwerven.
WantNood leert Bidden!
En bidden is putten aan de Bron van alle
Wijsheid.
Ik ben nou gekomen tot waar ik geren wilde
zijn mee deuzen brief.
Bidden
Denk nie, amico, da 'k daar onder verstaai:
't wegtellen van de kralekes van 'nen pater
noster. Evenmin: de kerkdeuren van den stijl
loopen. Net zoo min: rondgaan mee 'nen kop,
die geel van chagrijnigheid is. En allerminst:
zijn heil zoeken in 't gaan deur de straten mee
'nen dikken gebedenboek, waarvan de gouwen
snee schittert in de zon, om straks, op kan
toor of werkplots zijnde, zijn evennosten op
le lichten; zijn z.g. minderen naar lichaam en
geest 't bloed af te tappen!
En aller-allerminst verstaai ik eronder: bid
den in de kerk om vredu en stillekes verlangen
naar oorlog om 'n kans tot O.W. te maken!!
Neeë, in al zulke tijdroovende beuzeling en
biddende ketterij zie ik weinig heil. En als ge
't mij vraagt, dan mot O.L.H. nog liever te
doen hebben mee 'nen deurgewinterden tiep, die
nie percies wit in welk laaike van de kast zijnen
kerkboek ligt, maar die eerlijk en plazierig deur
't~ leven gaat en op tijd zijn beurs trekt veur
'nen ermen donder, dan mee zo'nen knisteren-
den weesgegroetjes-telder, die den grootsten
ramp van de weareld beschouwt als 'n Veur-
deelig Zaakje!
Er is veul van zulk braaf.... tuig, waarop
„niks te zeggen valt." Ik heb m'n oogen goed
open en wéét dat e,vcn sjecuur als ik op de
hoogte ben van 't onkruid tusschen m'n ge
wassen.
Wat ik onder „bidden" verstaai? B.v. 't ge
luk en de dankbaarheid van den mgnsch, die
jaren nie loopen kost; en nou eiken mergen, die
God 'm geeft, ook in zwaarste tijen, ook op
zwaarst-bezette dagen, O. L. H. mee één enkele
gedachte gelukkig dankt, dat ie den zwaren dag
kan deur gaan trekken op gezonde pooten!
B.v. 't geluk en de dankbaarheid van den
mensch, om de van God gekregen gave, zijnen
arbeid te kunnen verrichten op loonende wijze,
veurzijn gezin!
Bidden! 't Is danken ook om de steuvige
lichaamskracht, waarmee ge „bergen kunt ver
zetten."
Bidden't Is a 11 ij danken, danken in geluk
en blijmoedigheid om alles wat ge zijt, wat ge
kunt, wat ge verricht. Om alles wat ge krijgt
tót en met
de kruiskens toe, die ge overwinnen mot.
En dieën dank, en zulk gebed, ge doet
't op den akker, onderwijl ge de spaai stikt in
Gods eerde. Ge doet 't, terwijl ge 'smergens in
oew klompen stapt om den dag op deur te gaan.
Ge doet 't, onderwijl 't zweet taplings over
oewen rug loopt. Ge doet 't op zo'nen oogen-
blik al voldoende als ge beseft: van den avond
ga 'k 'ns lekker rusten en naar 't koele .maantje
zitten peinzen.
Eén gedurig gevoel van dankbaarheid om wat
ge zijt, om wat ge kunt, om wat ge doet, om
wat ge ondergaat, da's bidden!
Da's 't middel teugen hoogmoed!
Da's 't middel teugen onwijsheid!
Da's altij gaan aan de hand van O.L.H.
Da's 't geheim veur 't grootste bezit in elk
menschenleven: den vrede!
En het groote tekort daaraan, da's de diepe
oorzaak van eeuwig-dreigenden oorlog.
En is de dreiging op z'n toppunt, lijkt den
ramp nie meer te ontgaan, dan.... dan stroo
men de kerken vol. Want Nood leert Bidden!
Maar heeft 't er nie veul van weg, amico, dat
't onwijze Menschdom, toch zoo geleerd, toch
zoointellectueel lijk 't geren zegt, óf dat
eigenste onwijze Menschdom nie eerst zijn
Weareld in den brand stikt en dan aan O.L.H.
om 'n bluschwonder vraagt?!
veur hun onderwijzers, veur de buren, veur ooms
en tantes; als wij ze opvoeien tot jijjers-en-
jouwers, tot onverdraagzaam, onbeleefd en
eigenwijs tuig;
als we de kinders zóó opvoeden, dat ze op tien,
twaalf jaren alleen nog maar over ouwere men-
schen spreken als: „dieën vent" en „dat wijf",
omdat ze van Vader en Moeder nooit anders
hooren;
als de ondankbaarheid, onbeleefdheid en eigen
wijsheid 't kind worden bijgebrocht als maat
schappelijke deugden; als de bloeien van tien,
twaalf jaren al, opgevoed zijn in ijdelheid, in
egoïsme, in nogeens liederlijkste ondank
baarheid;
als den bloeien gin enkele „ouwerwetsche"
deugd wierd bijgebrocht, omdat de jeugd toch
zéker wel „modern" mot zijn;
als we ze opvoeien tot steenharde karakters,
en dat allegaar deur ons „illustre" veurbeeld,
zullen wij dan, als wij deuzen oorlog deur 'n
wonder ontgaan, hem nog ontgaan over tien
jaren??
Als wij eigens 'n geslacht van menschenhaters
hebben opgekweekt?!
Als wij de ondankbaarheid bij den bloei er
in hameren, zullen we 'm dan ooit leeren....
bidden?
Als wij de snotpiekskes als grootste genot bij
brengen 't voorbijsuizen van Fordjes, eigens ge
zeten in bliksemsnelle wagens, zullen die kinders
dan tot iets anders kunnen opgroeien dan .tot:
Voorbijsuizers, die desnoods over lijken gaan?
Jonge mannen en vrouwen van vijf-en-twintig
jaren, de blom van de samenleving, hebben héél
hun leven over niks anders hooren spreken,
dan over oorlog.
Geboren aan 't begin van den weareldbrand
19141918 hebben ze den oorlogsangst ingezo
gen aan de moederborst.
Op school leerden ze de nieuwste aardrijks
kunde, die elke maand wéér nieuw was, want.,
oorlog!
Op school leerden ze de jongste geschiedenis,
die alleen maar oorlog was!
In de krant begosten ze te lezen en 't was
oorlog. Altij oorlog.
Oorlog is veur deus geslacht den normalen
toestand van hun weareld! Werkloosheid 'nen
zékeren vorm van bestaan. Arbeid 'nen ónzéke-
ren vorm van bestaan.
Wat willen wij, ouweren, bij deus geslacht
iets bereiken mee preken en prevelen?? Ons
vóórbeeld deugt nie! En 't aankomende ge
slacht? Be-wust opgevoed tot eeuwige vacantie-
gangers; telkens aan den drempel van 'nen
weareldbrand, die alles vernielen en vernietigen
zal, wat willen wij daarvan verwachten?
Maken wij eigens 't O. L. H. nie onmeugelijk
om nog een weldaad te bewijzen aan de wea
reld, die 't teugenwoordige én 't komende ge
slacht van Hem afsleurt?
't Hooge woord in ons Landje is er alweer
uit: Mobilisatie! Toch weet ik op deuzen oogen-
blik da 'k oe schrijf nog nie, of den tweeden
weareldoorlog in ons korte leven uitbreken zal.
Niemand weet 't op deus moment nog. Maar
éen ding weet ik wel: lijk in 't Evangelie van
den zeuvensten Zondag na Pinksteren geschre
ven staat, „dat ge van doornen gin druiven en
van distels gin vijgen plukt, dat 'nen goeien
boom gin slechte vruchten en 'nen slechten
boom gin goeie vruchten voortbrengen kan,
'n samenleving van menschenhaters nooit
Vrede vinden zal!
En dat de oorlogsvrucht, eenmaal stinkend,
rottend rijp, zal vallen van dieën gevloekten
Boom van Haat!
'n Goddelijke Natuurwet, waaraan God eigens
zich onderworpen heeft.
En wie dat nie gelooft, bij voorbaat de schuld
vraag al opgelost hee en „den dader" aange
wezen, die gaat maar rustig vort mee z'n kin
ders op te voeien tot beesten, de schuld van
alle ellende te schuiven op éenen mensch ol op
éen Volk; die gaat maar rustig vort mee zijnen
haat teugen zijnen evennoste, die gaat maar
ondankbaar en verzuurd 't lieve leven deur tot
den dag, dat de „vruchten" van zijnen haat-
boom op z'n kersepit ontploffenIets an
ders weet ik er dan ook nie meer op.
En nou schei 'k er af. God, 'k had geren over
't schoone Herfsttij geschreven! Over den leven
den, dieën schoonen buiten.
Maar 't móest zijn over den afschuwelijken
oorlog, die ieverans dreigt mee dood en ver
derf.
Onwijs Menschdom!
Veul groeten van Trui, ze is, dank zij den
goeien oppas van den Eeker, weer ter been,
van Dré III, den Eeker en als altij, gin horke
minder van oewen
t. A v
DRE