Uit Polens bewogen geschiedenis
«IS
JiA vedaal van den daa
Kabouter Flip en zijn vriendje Wip
De Napoleontische
tijd en de ondergang
Opper-Silezië en de
Duitsch-Poolsche haat
F 250.-
EEN WOORD VAN PIUS XI
Het Geheim van de
zeven Schoorsteenen
WOENSDAG 6 SEPTEMBER 1939
RITSEMA STOFZUIGERS
ËS
HET ROODE KRUIS
SS
belofte
"ies int- I Een ernstige
AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
DOOR AGATHA CHRISTIE
Toen op den avond zijner bisschops
wijding, 3 Juli 1919, Mgr. Achilles
Ratti, pas-benoemd Apostolisch Nun
tius in de nieuwe Poolsche republiek, naast
Mgr. Kakowski, aartsbisschop van Warschau,
aanzat aan een te zijner eere aangericht
feestbanket, richtte hij een gevoelig woord
tot het illustre? Poolsche gezelschap én zei:
„Een nieuw Polen herrees op de puinhoopen
van het oude: moge, volgens de onnaspeur
lijke raadsbesluiten der Goddelijke Voorzie
nigheid, dit nieuwe Polen zijn ouden en
roemruchten, historischen rang weder in
nemen onder de Christelijke staten van
Europa, van een Europa, dat zich het oude
Polen nog herinnert!"
Het was nog geen week geleden, dat het
Verdrag van Versailles mede door de Pool
sche delegatie, onder aanvoering van den
premier, Paderewski, was onderteekend; het
gaf aan het nieuwe Polen de volkenrechte
lijke erkenning van zijn grondgebied en
politieken status.
Duitschland had ten gunste van de
nieuwe republiek Polen afstand gedaan van
het grootste deel van Posen en een deel
van Oost-Pruisen (art. 87). Boven-Silezië
zou bij volksstemming (art. 88) moeten
beslissen, of het bij Duitschland of bij
Polen wilde behooren. Van Danzig en om
geving werd een Vrijstaat gevormd, onder
de bescherming van den Volkenbond, maar
binnen de Poolsche douanegrenzen, terwijl
Polen ook het toezicht kreeg over de rivier
(den Weichsel) en de spoorwegen, en de
leiding der Buitenlandsche Zaken van de
Vrije Stad.
Maar wat herinnerde Europa zich nog van
het oude Polen, dat onder den grooten
oorlog zichzelf weer als in een gebroken
spiegel geformeerd had in de legioenen vrij
willigers, die aan verschillende fronten me-
destreden, nadat het bijna een eeuw lang
slechts in de harten en in de figuren van
over Europa verstrooide patriotten had
voortgeleefd?
Na de derde of „finale" verdeeling van
Polen in 1796 hadden groepen van
Poolsche officieren en soldaten,
voornamelijk uit het leger van den volks
heid Koscinzko, op Italiaanschen bodem een
toevlucht gevonden. Zij streden onder com
mando van Dombrowski Koscinzko zelf
wantrouwde den Corsicaan in Napoleon's
oorlogen mede en droegen aldus iets bij tot
de romantische geschiedenis van Napoleon's
Poolsche herlevings-plannen.
Na in 1806 en 1807 Pruisen te hebben
verslagen, begon Napoleon zich met het
Poolsche vraagstuk bezig te houden. Feite
lijk maakte de vrede van Tilsit een herstel
van den Poolschen staat wenschelijk, maar
beperkt tot een reconstructie uit de pro
vincies van Pruisisch Polen want Na
poleon's voortdurende zorg was het, Rus
land niet voor het hoofd te stooten. Daarom
werd het nieuwe Polen eigenlijk niet groot
genoeg, om zelfstandig en weerbaar te zijn.
Het was geen koninkrijk Polen, maar een
„groothertogdom Warschau". Oorspronke
lijk had het slechts een 1850 v.mijl opper
vlakte; in 1809, na Napoleon's overwinning
op de Donaumonarchie, Werd daaraan nog
ongeveer 900 v.mijl Oostenrijksche grond
toegevoegd. Het groothertogdom kreeg een
grondwet naar Fransch model en den
koning van Saksen als groothertog; de
Saksische dynastie had sedert de achttiende
eeuw aanspraken op den troon van Polen
en in Napoleon's berekening zou zij de
Pruisische en Russische invloeden in Polen
neutraliseeren.
met KLOP Vibrator
Was het groothertogdom voor de Poolsche
patriotten een teleurstelling, hun hoop op
grootere dingen herleefde, toen Napoleon
den oorlog tegen Moskou in 1812 als zijn
„tweeden Poolschen oorlog" aankondigde.
Het groothertogdom wist door ongeloofelijke
krachtsinspanning een legercorps van bijna
80.000 man in het veld te brengen, welks
wapenfeiten vereeuwigd zijn op de muren
van het Hotel des Invalides te Parijs. Na
poleon's nederlaag begroef de hoop van
Polen; prins Poniatowski, neef van den
laatsten koning, liet zijn leven, toen hij
's keizers aftocht dekte na den slag bij
Leipzig.
Het groothertogdom werd door Russische
troepen bezet. Czaar Alexander I zocht den
Poolschen adel op zijn hand te krijgen en
streefde op het Congres van Weenen naar
een hereeniging van alle Poolsche gebieden.
Maar de naijver tusschen de groote mo
gendheden verwarde de Poolsche kwestie
met de verwikkelingen over het herstel van
Saksen en andere Duitsche bondsstaten.
Krakau met eenige ommelanden werd een
republiekje, onder Oostenrijksche tutelage
gesteld, Pruisen kreeg geheel Groot-Polen
met Posen als kern en een bevolking van
810.000 zielen. Oostenrijk bleef in bezit van
Galicië met 1.500.000 zielen; Rusland be
hield Lithauen en Wit-Rusland, Wolhynië
en de Oekraïne. Wat hierna nog overbleef,
ongeveer drie-vierden van 't Napoleontische
groothertogdom Warschau, werd het zooge
naamde Congres-Polen, een koninkrijk met
den Czaar van Rusland als koning.
De politieke zelfstandigheid van dit ko
ninkrijk Polen ging feitelijk op in de per-
soneele vereeniging met het onmetelijke
Russische rijk. Een Poolsche s e y m kwam
tijdens de regeering van Alexander I slechts
drie maal bijeen, in 1818, in 1820 en in 1825;
de derde zitting was al niet meer dan een
formaliteit. Diepgaande geschillen tusschen
volksraad en regeering, voortspruitend uit
verschil in politieke beginselen tusschen
Polen en Russen, werden tenslotte tot open
lijke Poolsche opstandigheid tegen Russi
sche tyrannie. De Nationale Patriotten-ver-
eeniging wierf tienduizenden leden voor
haar geheime comité's, voornamelijk be
staande uit studenten, ambtenaren en jonge
officieren. Deze Poolsch-nationale beweging
werd een roerig element in het, tegen de
H
Bediende „Mijnheer, hier heb ik een
sigaar, die iedereen kan worden aange
boden".
Klant„Ja, maar ik heb er liever één,
die ik zelf kan rooken
reactie opstuwende, Europa; zij plantte zich
voort buiten de grenzen van Polen, bijvoor
beeld aan de universiteit van Wilna, waar
de groote Poolsche dichter Mickiewicz een
rol speelde.
Na den dood van Alexander I werd diens
broeder, de nieuwe Czaar Nicolaas I, in 1829
tot koning van Polen gekroond. De West-
Europeesche revolutionnaire beweging, die
in den herfst van 1830 uit Brussel en Parijs
naar Polen oversloeg, bracht hier een ge-
wapenden opstand van Poolsche militairen,
die op 29 November te Warschau uitbrak
en weldra tot een formeelen burgeroorlog
uitgroeide. De Russen brachten 114.000 man
in het veld, om de Poolsche regimenten te
bedwingen, wier moed grooter was dan hun
beleid en hun eendracht, en die geen hulp
van buiten (Pruisen) konden krijgen.
Hadden de opstandige Polen Nicolaas I
van den Poolschen troon vervallen ver
klaard, de Czaar maakte in 1831 een eind
aan Polen. Nadien leefde het nog slechts
als een herinnering zonder staatkundigen
vorm.
Is de geschiedenis van Congres-Polen
merkwaardig en nog steeds van belang
zeker na het jongste Duitsch-Russi-
sche accoord! voor de verhouding van
Polen tot Rusland, de Duitsch-Poolsche
verhouding heeft sterk den weerslag onder
vonden van een jongere en minder groote,
maar zeer heftige episode, n.l. den plebis
ciet-strijd om Opper-Silezië.
De steeds oplevende haat tusschen Duit-
schers en Polen is niet alleen ontstaan door
de gecompliceerde regelingen van 't verdrag
van Versailles aangaande Danzig en den Cor
ridor, maar op de eerste plaats en vooral
door het stellen en oplossen van het Opper-
Silezische probleem. Sinds den wereldoorlog
werd Silezië gesplitst in een Pruisisch, Tsje
chisch en Poolsch Silezië. Polen had aan
spraak gemaakt op Opper-Silezië. Artikel 88
van het dictaat van Versailles kwam tege
moet aan dezen Poolschen eisch door te
bepalen, dat er in dit gebied een volks
stemming moest gehouden worden. Het
werd geplaatst onder het bestuur van den
Franschen generaal Lerond. De Franschen
gedroegen zich zeer partijdig. Het „vae
victis", dat de overwinnaars in den wereld
oorlog in zoo ruime mate toepasten, werd
vooral in Opper-Silezië straf doorgevoerd.
De Polen hadden als commissaris gezonden
den Duitschlandhater Korfanty, onder
wiens schrikbewind, door de Duitschers
met geweld beantwoord, Opper-Silezië het
toor.eel werd van een allerbloedigsten
burgeroorlog. De feitelijke schuld van
deze toestanden droegen voor een be
langrijk deel de Franschen, die onpartijdig
hadden behooren te zijn en de macht be
zaten, om orde en tucht te handhaven,
maar door verregaande begunstiging der
Poolsche propaganda aan de kem-Duitsche
bevolking hevige ergernis gaven. De Polen
deden natuurlijk alles, om invloed uit te
oefenen op 't komende plebisciet. Om zoo
veel mogelijk stemmen te werven beloofden
zij aan een Opper-Silezië, dat voor Polen op-
teeren zou, autonomie. Onder invloed van
deze Poolsche houding beloofde ook de
Duitsche regeering iets dergelijks, wanneer
de stemming ten gunste van Duitschland
zou uitvallen. Opper-Silezië zou de positie
van een vrijen staat krijgen binnen het
kader van het Duitsche Rijk. De Duitsche
regeering gaf deze autonomie-belofte niet
Opleiding en
oefening van
transportcolonnes
Opleiding van
14.000 helpsters
Inrichting hos
pitalen in mobi
lisatie- of oor
logstyd
Verzorging zieke \-
en gewonde mili-
tairen in oor-
logstyd
Modern zieken-
vervoer
Hulp by rampen
600 hulppos
ten langs de
wegen
Patrouilleeren
by gevaariyke
punten
Bloedtrans
fusiediensten
Hulp by Lour-
de stransporten
Protectoraat
parkherstel
lingsoorden,
Roode Kruis-
hondenvcreen.
enz.
Eerste hulp
by marschen,
wedstryden,
vergaderingen
Uitwisseling
krygsgevange-
nen,hulp aan
vluchtelingen
Levensmiddelen,
kleeren,medi-
cynen naar
nooddruftigen
i/h buitenland
Organisatie
hulpacties by
rampen en nood
Radio-medische
adviezen
ONS DOEL)
in ieder huis
Een Lid van 't Roode Kruie
Postgiro 2 2 12 0
(idin.contrib.f 1 •- pQ.
HOOFDBESTUUR ROODS KRUIS DEN &AAO
alleen wegens het Poolsche voorbeeld, maar
ook op sterk aandringen van Opper-Silezië
zelf en tevens wegens de bijzondere politie
ke en economische beteekenis, welke deze
provincie met haar twee millioen inwoners
had. Berlijn deed deze concessie maar zeer
aarzelend. Het in te dienen wetsontwerp
was tenslotte een eerste stap naar de ont
binding van Pruisen als eenheidsstaat. Het
wetsontwerp werd door den Rijksdag aan
genomen, maar is nooit tot uitvoering kun
nen komen, wijl Opper-Silezië na het ple
bisciet werd verdeeld.
Het plebisciet werd op 20 Maart 1921
gehouden. Ofschoon Duitschland een
vrij aanzienlijke meerderheid be
haalde, viel de uitslag toch niet mede. Vóór
Duitschland stemden 716.408 en vóór Polen
471.406 Sileziërs. De verhouding was dus
60 tegen 40 procent.
Een gezanten-conferentie had nu te be
slissen, wat er moest gebeuren. Hoe weinig,
zij die beslissen moesten, evenwel van Op
per-Silezië wisten, blijkt wel hieruit, dat
verteld wordt, dat de Franschen Alpenja
gers naar „Haute-Silésie" hadden gezonden
omdat zij meenden, dat daar hooge bergen
waren. Intusschen was er een Engelsche en
een Fransche oplossin'g. De Engelschen wil
den „rechtvaardig" zijn, aan de Polen de
districten Pless, Rybnik en een deel van
Kattowitz geven en aan de Duitschers de
rest laten; de Franschen stelden zich op
het standpunt van Korfanty, die vier vijf
den voor de Polen opeischtc. Toen echter
bleek, dat de Franschen tenslotte bereid
waren het Engelsche plan te aanvaarden,
wierp Korfanty het masker af en ontke
tende het groote Polen-oproer, dat aan
honderden Duitschers en Polen het leven
kostte en zeer groote schade in stad en
land aanrichtte. Korfanty stuurde op een
„voldongen feit" aan.
Het kabinet-Fehrenbach was intusschen
afgetreden en opgevolgd door het kabinet-
u
Daar kwam ook onder luid vleugelgeklepper
de ooievaar aan. Sjonge, dat vond Flip fijn, dat
die gekomen was, want nu zouden ze mooie
verhalen te hooren krijgen.
De ooievaar had een prachtig geschenk voor
Flip meegenomen. „Hier heb je een steentje. Ik
heb het meegebracht uit de rivier de Nijl, hier
ver vandaan. Wanneer je dit steentje neergooit,
gaat het rollen, en wel naar de plaats, waarvan
het vandaan is gekomen." „Hoera," schreeuwde
Flp, dat is nog eens een mooi cadeau."
Het werd een schitterend feest, leder deed
zijn best om het zoo gezellig mogelijk te maken.
De vogels zongen en floten dat het een lust was,
de schildpad gaf een prachtig nummer koord
dansen te zien.
Hendrik Bardings prijsde de boeken die bin- 1
nengekomen waren. Aan boeken is nog al een
aardig centje te verdienen, dacht hij voor de
zooveelste maal. En hier vliegen ze de deur uit.
Over het algemeen is met een boekhandel wel
je broodje te winnenHij peinsde er ook bij,
zooals reeds menigen keer gebeurd wasKon „ik
maar zoo'n zaak beginnen. Ik zou er best ko
men. Ik zal er vanavond toch eens met mijn
ouders over praten, nam de jongeman zich voor.
Ik ken genoeg van den handel en kan hun ook
voorrekenen hoeveel de verdiensten ongeveer
bedragen.
Deze gedachte liet hem niet meer los en dien
avond, na het eten, toen allen rustig bij een
kopje thee rond de tafel zaten, begon Hendrik:
„Vader en moeder, ik wilde eens met u praten.
Ik ben nu dertig en om altijd bediende te blij
ven, zegt me niet veel. Zouden.... jullie mij
niet in een boekhandel kunnen zetten?"
„Maar jongen, hoe kom je daar zoo ineens
bij?" vroeg Jan Hardings, zijn zoon verbaasd
aankijkend.
De moeder van Hendrik en Trude, zijn zuster,
waren al even verwonderd, want Hendrik had
zich nog nooit over een dergelijk plan uitge
laten.
„Ik heb er al langer over gedacht," antwoord
de Hendrik, „maar toen ik vandaag weer zag
dat er zooveel boeken binnenkwamen en ik de
prijzen van in- en verkoop vergeleek, besloot ik
u te vragen mij vooruit te willen helpen. Zoo
duur kost een installatie niet. Er is ook niet
zooveel bedrijfskapitaal voor noodig, want men
kan nog al goederen in consignatie -krijgen, zoo
als men dit noemt. Als die dan niet verkocht
worden, mag ik ze teruggeven. Dus daar riskeer
ik niets mee. Bijvoorbeeld: schrijfmachines en
luxe-doozen postpapier en vulpennen en zoo."
„Maar dan zullen de verdiensten daarvan ook
niet zoo hoog zijn," bracht Trude in.
„Dat natuurlijk niet, maar toch nog genoeg.
En daarbij, de provisie van een schrijfmachine
is nog al hoog," weerlegde Hendrik met een
kleur van opwinding en verwachting om te mo
gen slagen.
„Kijk jongen," zei vader Hardings, na een
paar trekjes aan zijn pijp, „ik zou er niet op
tegen zijn je geldelijk te steunen en moeder
evenmin, maar je weet, veel hebben we niet en
daarbij komt, wij moeten rekening houden met
Trude. Zij is evengoed een kind van ons als
lij. En neem nu eens aan dat die zaak misloopt."
„Bestaat niet, vader," bracht Hendrik op be
slisten toon in.
„Ik zeg," hernam de vader, „neem nu eens
aan dat die zaak misloopt. Men kan nooit we
ten. Dan zijn wij het geld kwijt. Voor moeder
Wirth, dat de „vervullingspolitiek" inau
gureerde, welke daarin bestond, dat
Duitschland, eerlijk de eischen vervullende,
daardoor tegelijk zou aantoonen, dat de
vervulling onmogelijk was. Dit was het ant
woord van Wirth op het betalings-ultima-
tum van Londen, door de Entente gesteld.
In verband met de Opper-Silezische kwestie,
die door het toedoen der Franschen han
gende was gehouden, was dit antwoord van
het grootste belang. De politiek van Wirth
bleek juist. Zou het ultimatum zijn afge
wezen, dan hadden de Franschen reeds toen
het Roergebied bezet en Opper-Silezië zou
onbestreden Poolsch bezit zijn geworden.
De Entente zond nu echter een scherpe
nota aan Polen en Lloyd George, toen nog
premier, hield een zeer felle rede aan het
adres van dat land.
Op aandringen van Londen en Rome liet
Frankrijk Korfanty los, wat dan ten slotte
aanleiding werd voor Warschau, om hem
terug te roepen.
Op 20 Maart 1921 had de volksstemming-
plaats gehad en pas op 20 October wees de
gezantenconferentie het kleinste gedeelte
van Opper-Silezië, maar mét zeer belang
rijke industriecentra als Kattowitz en
Königshütte, aan Polen en het grootste
stuk aan Pruisen toe. De verdeeling werd
als onrechtvaardig gevoeld. In het statuut
van het plebisciet had gestaan, dat een
aanzienlijke meerderheid de beslissing zou
brengen. Duitschland had 60 procent dei-
stemmen behaald, wat het zelf als een aan
zienlijke meerderheid beschouwde. De ver
deeling werd ook daarom onrechtvaardig
geacht, omdat in meerderheid Duitsche
districten aan Polen en districten met
groote Poolsche minderheden aan Duitsch
land kwamen, wat zich in onze dagen weer
heeft gewroken en ook aanleiding was tot
de, aan Londen toegeschreven plannen tot
bevolkingsuitwisseling' tusschen Polen en
Duitschland.
Terwijl Danzig en de Corridor voor
Duitschland weliswaar steenen des aan
stoots waren, maar op zichzelf toch vraag
stukken vormden, die voor een compromis
in aanmerking kwamen, is Opper-Silezië een
reservoir van Duitsch-Poolschen haat ge
bleven, waaruit de politieke propaganda
naar wensch en behoefte kon putten.
M.
en mü zou dit niet zoo erg zijn, ik heb
baan en als ik gepensionneerd ben, komen
er toch wel; maar daar is Trude. Dan is
haar geld naar de haaien. En zie, daar is
moeilijke punt. Wij kunnen niet den een au
geven en de ander niets." j
„Daar heeft vader gelijk in," vond moeu
Bardings. „Wat zeg jij, Trude?"
Trude haalde haar schouders op. „Ik ben.w
kantoor en zal daar wel eeuwig blijven," meen
ze; „dan heb ik dat geld toch niet noodig
als ik er Hendrik door vooruit kan helpen..
de
De jongeman keek haar dankbaar aan.
Misschien trouw je nog wel eens," zei
vader die wel voor het plan van zijn zoon
voel*
VttUCi, UIC WCi vum -- - ,pr
de, maar daarbij zijn dochter niet ten acn
wilde stellen.
„Mij wil niemand," glimlachte Trude.
vinden mij te leelijk. Maar.ik heb een voor
stel. Als Hendrik zoo'n zaak begint, kunne
wij die samen ondernemen en deelen de wim
Alleen kan hij het toch niet af. Er moet bU'
voorbeeld wat bezorgd worden; hij kan den Win
kel niet sluiten. De telefoon gaat, er is een
klant, die kan niet wachten tot Hendrik getele
foneerd heeft. En zoo zullen er meer dingen
komen, waar hulp bij noodig is."
„Daar zeg je zoo wat, Trude," was Hendrik
een en al geestdrift. „En jij hebt kennis van
schrijfmachines, je kunt typen en komt er een
kooper of koopster dan leer jij die desnootn»
machineschrijven."
„Maar we moeten er aan denken," herinnerde
de vader hun, „dat jullie dan je salaris missen.
Kun jij, Hendrik, het bedrag van het jouwe en
dat van Trude per maand verdienen?"
„De eerste maanden zal dit wel niet gemak
kelijk gaan, vader, maar als ik zie wat mijn
patroon kan boeken, dan durf ik het gerust aan.
„Goed. Maar ik heb nóg een bezwaar. W®
moeten aan alles denken. Als jij eens trouW(>
dan staat Trude op straat."
„Ik wil jullie allen heel graag beloven nooi»
te zullen trouwen, zoolang Trude haar bestem
ming niet heeft. Tot heden heeft mij nog geeb
meisje kunnen beïnvloeden, dus zou het moeten
lukken, dat dit wel ooit gebeurt."
„Dit is heel mooi van je," prees de vader, „eb
ik had dan ook niet anders van je verwacht.
Maar bedenk je eerst nog eens goed, jongen!
het is een ernstige belofte, waar je misschien
wel eens spijt van zoudt kunnen hebben."
Er werd nog veel over het plan gesproken,
nadat Hendrik plechtig beloofd had nooit te
zullen trouwen, zoolang zijn zuster niet in het
huwelijk getreden was. Nu werd het een zoeken
naar een geschikt winkelpand op een druk punt»
Zij hadden geluk. Door een sterfgeval kwam in
een drukke straat een woning leeg en die kon
tot winkel verbouwd worden.
Alles ging naar wensch. Twee maanden later
stonden Hendrik en Trude in hun boekhandel.
Vader en moeder Bardings kwamen zoo nu en
dan een kijkje nemen en vonden dat hun kin
deren daar goed op hun plaats waren.
De zaak mar- t
ceerde best. En H
pen gaf, werd er
nog al eens een I
schrijfmachine
■■■■■■■■■lllllllllllliniMMIIIIMIIIIIlllllll'11111
verkocht, waar
van, zooals Hendrik reeds beweerd had, zü
flinke provisie hadden.
Maar na een paar jaren werd Hendrik voor
een moeilijk probleem geplaatst. Hij werd ver
liefd op een aardig costuumnaaistertje, dat vaak
modeboeken bij hen kocht». Het werd een hevige
strijd voor den jongeman: zijn liefde voor Anna
en zijn belofte aan zijn ouders en Trude ge
daan betreffende een huwelijk. Er was niets aan
te doen. Hij moest Anna uit zijn gedachten
bannen. Doch daar ze telkens weer in het ma
gazijn kwam, was hem dit onmogelijk. Kon
Trude maar een man krijgen, verzuchtte hij
dikwijls, dan was ik van mijn belofte ontslagen.
Hij wilde het een beetje in de hand werken,
door haar op een mooien dag te dwingen een
wandeling te «naken of eens naar een andere
stad te gaan, mogelijk ontmoette ze dan wel
eens iemand, waardoor er andere vooruitzichten
kwamen, maar niets hielp. Niemand wilde op
Trude verlieven, die zelf ook in haar hart de
hoop koesterde eens te kunnen trouwen.
Het was duidelijk merkbaar, dat Anna even
eens van Hendrik hield. Zij hadden er een
goede klant aan, want het waren niet alleen
modeboeken die Anna nu noodig had. Dan was
het een prentbriefkaart, dan inkt, dan schrijf
papier
Eens zei Trude tot haar broer: „Ik geloof dat
juffrouw van Geens ook een boekhandel wil
beginnen."
B!endrik kreeg een geweldige kleur en bukte
zich gauw, om kwasi onder de toonbank iets
te zoeken.
Maar Trude begreep al lang wat er met hem
gaande was. Ze dacht ook aan zijn belofte en
hoopte dat de tijd, hem daarvan te ontslaan,
eens voor hem zou komen. En deze tijd kwam.
De vertegenwoordiger der schrijfmachines had,
hoe leelijk Trude zichzelf ook vond, liefde voor
haar opgevat. Zij namen zich voor spoedig te
trouwen. Hij zou reiziger blijven en Trude zou
cursussen geven in stenografie en typen.
Dit vertelde ze op een avond, toen allen weer
gezellig rond de tafel zaten en besloot: „En nu
ben jij van je belofte ontslagen, Hendik, en....
kun je met Anna Geens trouwen," voegde ze
er guitig bij.
Hendrik, die met een hevig kloppend hart
geluisterd had, zei verheugd: „Dit is een pracht-
oplossing, waar ik feitelijk op gehoopt had, want,
Trude, ik heb mijn oogen ook niet in den zak.
Ik zag het zoo half en half aankomen, dat jjj
en Verhooghe iets in het schild voerden en ik
ontken niet dat mij dit groot plezier deed."
Broeder en zuster trouwden op één dag.
A T T a rj *T TyT A J Q op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen *-i a bfl levenslange geheele ongeschiktheid tot werken doof T™! otj een «ngeval met
A I jI ,r1^1 Ui O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen JT 4 UV/«" verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen f f 9U*a doodelijken afloop
verlies van een hand,
een voet oC een oog.
60
„Wel," zei Lord Caterham met een diepen
zucht, „het geheele gezelschap is weer ongeveer
tompleet. En ik zit er voor de eerste vier en
twintig uur weer aan vast."
Hij keek met melancholieke oogen de kamer
rond.
„Orgeldraaier met aap compleet," ging hij
bij het zien van baron Lolopretjzyl fluisterend
voort. „De man met den neus uit het wassen
beeldenspel
„Je bent niet bepaald complimenteus," ver
dedigde Bundie, tot wien de sotto-voce-opmer-
kingen gericht waren, .de gasten. „En de baron
heeft zoo'n goeden dunk van jou! Hij heeft me
zooeven nog gezegd, dat hij jou een volmaakt
beeld van de gastvrijheid onder de haute
noblesse vond."
„Kan wel," zei Lord Caterham, „Hij zegt
aldoor zulke dingen. Dat maakt 't praten met
hem juist zoo vermoeiend. Maar dit zeg ik je,
een volmaakt voorbeeld of niet, zoo gauw ik et-
kans toe zie, verhuur ik De Schoorsteenen aan
den een of anderen eerzuchtigen Amerikaan en
ga ik in een hotel wonen. Als de menschen in
je omgeving je dan niet bevallen, kun je je
rekening betalen en verdwijnen."
„Kom, niet zoo neerslachtig," troostte Bundie.
„U bent in elk geval van Mr. Fish af."
„Hm! Dat was de kwaadste nog niet," zei
Lord Caterham, die in een obstinate stemming
was. „Dat jongmensch van joudie is in dit
geval de ergste. Aan dien heb ik dit te danken.
Waarom huurt hij niet het een of ander huis
hier in de buurtDe Berken of Elmhof of
een huis in een villa-centrum, als Streatham,
dan kan hij daar ongestoord en zonder ande
ren te storen, z'n meetings houden."
„Geen goeie atmosfeer," zei Bundie.
„Ze gaan toch niet de een of andere hokus-
pokus uithalen!" zei haar vader zenuwachtig.
„Ik vertrouw dien Franschen vent niet. De
Fransche politie heeft van die eigenaardige
methoden. Gespen bijvoorbeeld een gummiband
om je arm en reconstrueeren de misdaad en als
je arm bibbert of als je schrikt, kunnen ze
't aflezen op een soort thermometer. Ik weet
zeker als ze de lichten uitdraaien en opeens
roepen: „Wie heeft prins Michaël doodgescho
ten?" dat mijn pols dan minstens tot honderd
twintig de hoogte inloopt en dan sleuren ze me
natuurlijk dadelijk naar de gevangenis."
De deur ging open en Tredwell diende: „Mr,
George Lomax, Mr. Eversleigh" aan.
„Codders plus duvelstoejager," fluisterde
Bundie.
Bill kwam regelrecht op haar af. George ging
eerst naar den gastheer en begroette hem op
de joviale manier, die hij voor ontmoetingen
in het openbaar aangeleerd had.
,,'n Avond, Caterham," zei hij, terwijl hij Lord
Caterham hartelijk de hand schudde. „Ik heb je
briefje vanmiddag gekregen en ik ben natuur
lijk gekomen."
„Buitengewoon vriendelijk van je, beste kerel,
buitengewoon vriendelijk van je. Prettig, dat
we je weer eens in ons midden zien."
Lord Caterham's geweten bracht hem tot
grooter vertoon van hartelijkheid naarmate hij
minder behoefte voelde om hartelijk te zijn.
„Niet, dat 't een briefje van mij was. Maar dat
doet er niet toe."
Ondertusschen onderwierp Bill Bundle aan
een gefluisterd verhoor.
„Zeg, hoor es! Wat is 't allemaal voor ge
zeur? Is 't waar, dat Virginia er in het holle
van den nacht vandoor is gegaan? Ze is toch
niet geschaakt."
„Welnee," zei Bundie. „Ze heeft netjes op
ouderwetsche manier een briefje op 't spelden
kussen achtergelaten."
„Ze is er toch niet met den een of ander
vandoor hè? Met dien Zuid-Afrikaanschen
snuiter, bijvoorbeeld? Ik heb den vent nooit
mogen lijden en nu gaat hier 't praatje dat hij
een soort van meester-misdadiger is. Maar ik
begrijp niet, hoe dat kan."
„Waarom begrijp je dat niet?"
„Wel, die koning Victor is een Franschman
en Cade is, andere dingen daargelaten, een
volbloed Engelschman."
„Maar weet je dan niet dat koning Victor
zes talen in de perfectie spreekt? En dat hij
van z'n moeders kant Ier is?"
„Genade! Daar heb je 't! Daarom is hij er
dus vandoor gegaan!"
„De nian is er niet vandopr gegaan. Eergis
teren is hij, zooals. je weet, verdwenen. Maar
vanmorgen hebben we een telegram van hem
ontvangen en daarin stond dat hij om negen
uur hier zou zijn en dat hij graag zou zien, dat
Codders ook uitgenoodigd werd. En zooals je
ziet is Codders niet de eenige gast. Al de anderen
zijn ook teruggekomen. Cade heeft 't hun ge
vraagd."
„Ja, 't lijkt wel een vergadering," zei Bill,
terwijl hij om zich heen keek. ,,'n Fransche
detective bij het raam, 'n Engelsche bij den
haard. Zijn de „Stars and Stripes" nie# ver
tegenwoordigd?"
Bundie schudde haar hoofd.
„Mr. Fish is ins Blaue hinein verdwenen. En
Virginia ontbreekt eveneens. Maar de rest is
erZeg, ik heb zoo'n gevoel, dat we recht op
de ontknooping afstevenen."
„O, die komt niet!" zei Bill.
„Wat? En hij heeft deze vergadering, zooals
vader het noemt, bijeengeroepen
„Ja, maar dat is juist de hand van den
meester! Geloof dat maar. Wij zijn allemaal
hier en hij is ergens anders, dat klinkt gek,
maar je weet wel wat ik bedoel."
„Dus jij denkt dat hij niet komt?"
„Positief niet. Hij waagt zich niet in het hol
van den leeuw. De kamer is stampvol met
detectives en officieele personen."
„Als je denkt, dat koning Victor zich daar
door laat tegenhouden, sla' je de planl^ mis.
Volgens de verhalen, die er van hem de ronde
doen, is een dergelijke situatie juist een kolfje
naar zijn hand en blijft hij altijd de baas."
„Dat zou hem nu niet lukken: dezen keer
staan de stukken zoo dat hij wel verliezen
moet. Hij zou nooit
De deur ging voor de tweede maal open en
Tredwell diende
„Mr. Cade!"
aan.
Anthony ging dadelijk naar z'n gastheer toe.
„Lord Caterham," zei hij, „het spijt me heel
erg, dat ik u zooveel moeite en last veroorzaak.
Maar vanavond is 't de laatste keer. Als ik me
niet vergis, krijgen we straks de ontknooping
en daarna valt het gordijn."
Lord Caterham's gezicht helderde op. Hij
had altijd een zwak voor Anthony gehad.
„Pas de quoi! Pas de quoi!" zei hij gerust
stellend.
„Heel vriendelijk van u, om dat te zeggen,"
zei Anthony. „We zijn voltallig, zie ik."
„Ik begrijp niets van dit alles," zei George
Lomax gewichtig. „Absoluut niets. Ik weet
alleen, dat t niet is zooals het hoort. Mi'. Cade
hier heeft geen recht van spreken absoluut
niet! Wie is Mr. Cade, nietwaar! En dat in een
dergelijke precaire kwestie. Ik ben van
opinie
George's welsprekendheid werd gestuit door
Battle. Hij ging naar den kleinen opgewonden-
pratenden man toe en fluisterde hem iets in
het oor. Lomax keek verbijsterd en tegelijk ver
ontwaardigd.
„Als 't zoo iszei hij weifelend.... dan
ging hij, luid-op, voort: „Ik geloof wel, dat we
Mr. Cade met het meeste genoegen zullen aan-;
hooren."
Anthony negeerde die neerbuigende toestem
ming hij had den man ten slotte niets ge
vraagd en begon:
,,'t Gaat over een idee, dat gisteren bij me
opgekomen is. U weet allemaal, geloof ik, dat
we een paar dagen geleden de hand gelegd
hebben op eenige aanwijzingen het gevolg
van het ontcijferen van een geheimschrift-
brief. Die aanwijzingen bestonden uit den
naam Richmond en eenige getallen." Hij
wachtte even. „Gisteren hebben we die aan
wijzingen naar ons beste weten opge
volgd en het resultaat is nihil geweest. Nu
wordt er in de mémoires van graaf Stylptitch
die ik toevallig gelezen heb gesproken
over een diner een „bloemen"-diner, waarbij
iedere gast een insigne in bloemvorm droeg. De
graaf droeg een duplicaat van het advies, dat
we in de holte achter de steenen van de ge
heime gang gevonden hebben. Een roos! U her
innert u wel, dat we niets dan rijen (I) dingen
vonden: een rij knoopen, een rij steken, een
rij letters. En nu vraag ik u, dames en heeren,
wat is er hier in huis, dat in rijen staat? Boe
ken, natuurlijk! En bedenken we dan, dat een
van de boeken in de op twee na bovenste rij
den titel draagt van „De Hertog van Rich
mond", dan begrijpen we onmiddellijk waar de
bewuste geheim plaats te vinden is.
(1) Rows, hetzelfde uitgesproken als „rose".
Vert. (Wordt vervolgd).