Uit Polens bewogen geschiedenis «IS JiA vedaal van den daa Kabouter Flip en zijn vriendje Wip De Napoleontische tijd en de ondergang Opper-Silezië en de Duitsch-Poolsche haat F 250.- EEN WOORD VAN PIUS XI Het Geheim van de zeven Schoorsteenen WOENSDAG 6 SEPTEMBER 1939 RITSEMA STOFZUIGERS ËS HET ROODE KRUIS SS belofte "ies int- I Een ernstige AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL DOOR AGATHA CHRISTIE Toen op den avond zijner bisschops wijding, 3 Juli 1919, Mgr. Achilles Ratti, pas-benoemd Apostolisch Nun tius in de nieuwe Poolsche republiek, naast Mgr. Kakowski, aartsbisschop van Warschau, aanzat aan een te zijner eere aangericht feestbanket, richtte hij een gevoelig woord tot het illustre? Poolsche gezelschap én zei: „Een nieuw Polen herrees op de puinhoopen van het oude: moge, volgens de onnaspeur lijke raadsbesluiten der Goddelijke Voorzie nigheid, dit nieuwe Polen zijn ouden en roemruchten, historischen rang weder in nemen onder de Christelijke staten van Europa, van een Europa, dat zich het oude Polen nog herinnert!" Het was nog geen week geleden, dat het Verdrag van Versailles mede door de Pool sche delegatie, onder aanvoering van den premier, Paderewski, was onderteekend; het gaf aan het nieuwe Polen de volkenrechte lijke erkenning van zijn grondgebied en politieken status. Duitschland had ten gunste van de nieuwe republiek Polen afstand gedaan van het grootste deel van Posen en een deel van Oost-Pruisen (art. 87). Boven-Silezië zou bij volksstemming (art. 88) moeten beslissen, of het bij Duitschland of bij Polen wilde behooren. Van Danzig en om geving werd een Vrijstaat gevormd, onder de bescherming van den Volkenbond, maar binnen de Poolsche douanegrenzen, terwijl Polen ook het toezicht kreeg over de rivier (den Weichsel) en de spoorwegen, en de leiding der Buitenlandsche Zaken van de Vrije Stad. Maar wat herinnerde Europa zich nog van het oude Polen, dat onder den grooten oorlog zichzelf weer als in een gebroken spiegel geformeerd had in de legioenen vrij willigers, die aan verschillende fronten me- destreden, nadat het bijna een eeuw lang slechts in de harten en in de figuren van over Europa verstrooide patriotten had voortgeleefd? Na de derde of „finale" verdeeling van Polen in 1796 hadden groepen van Poolsche officieren en soldaten, voornamelijk uit het leger van den volks heid Koscinzko, op Italiaanschen bodem een toevlucht gevonden. Zij streden onder com mando van Dombrowski Koscinzko zelf wantrouwde den Corsicaan in Napoleon's oorlogen mede en droegen aldus iets bij tot de romantische geschiedenis van Napoleon's Poolsche herlevings-plannen. Na in 1806 en 1807 Pruisen te hebben verslagen, begon Napoleon zich met het Poolsche vraagstuk bezig te houden. Feite lijk maakte de vrede van Tilsit een herstel van den Poolschen staat wenschelijk, maar beperkt tot een reconstructie uit de pro vincies van Pruisisch Polen want Na poleon's voortdurende zorg was het, Rus land niet voor het hoofd te stooten. Daarom werd het nieuwe Polen eigenlijk niet groot genoeg, om zelfstandig en weerbaar te zijn. Het was geen koninkrijk Polen, maar een „groothertogdom Warschau". Oorspronke lijk had het slechts een 1850 v.mijl opper vlakte; in 1809, na Napoleon's overwinning op de Donaumonarchie, Werd daaraan nog ongeveer 900 v.mijl Oostenrijksche grond toegevoegd. Het groothertogdom kreeg een grondwet naar Fransch model en den koning van Saksen als groothertog; de Saksische dynastie had sedert de achttiende eeuw aanspraken op den troon van Polen en in Napoleon's berekening zou zij de Pruisische en Russische invloeden in Polen neutraliseeren. met KLOP Vibrator Was het groothertogdom voor de Poolsche patriotten een teleurstelling, hun hoop op grootere dingen herleefde, toen Napoleon den oorlog tegen Moskou in 1812 als zijn „tweeden Poolschen oorlog" aankondigde. Het groothertogdom wist door ongeloofelijke krachtsinspanning een legercorps van bijna 80.000 man in het veld te brengen, welks wapenfeiten vereeuwigd zijn op de muren van het Hotel des Invalides te Parijs. Na poleon's nederlaag begroef de hoop van Polen; prins Poniatowski, neef van den laatsten koning, liet zijn leven, toen hij 's keizers aftocht dekte na den slag bij Leipzig. Het groothertogdom werd door Russische troepen bezet. Czaar Alexander I zocht den Poolschen adel op zijn hand te krijgen en streefde op het Congres van Weenen naar een hereeniging van alle Poolsche gebieden. Maar de naijver tusschen de groote mo gendheden verwarde de Poolsche kwestie met de verwikkelingen over het herstel van Saksen en andere Duitsche bondsstaten. Krakau met eenige ommelanden werd een republiekje, onder Oostenrijksche tutelage gesteld, Pruisen kreeg geheel Groot-Polen met Posen als kern en een bevolking van 810.000 zielen. Oostenrijk bleef in bezit van Galicië met 1.500.000 zielen; Rusland be hield Lithauen en Wit-Rusland, Wolhynië en de Oekraïne. Wat hierna nog overbleef, ongeveer drie-vierden van 't Napoleontische groothertogdom Warschau, werd het zooge naamde Congres-Polen, een koninkrijk met den Czaar van Rusland als koning. De politieke zelfstandigheid van dit ko ninkrijk Polen ging feitelijk op in de per- soneele vereeniging met het onmetelijke Russische rijk. Een Poolsche s e y m kwam tijdens de regeering van Alexander I slechts drie maal bijeen, in 1818, in 1820 en in 1825; de derde zitting was al niet meer dan een formaliteit. Diepgaande geschillen tusschen volksraad en regeering, voortspruitend uit verschil in politieke beginselen tusschen Polen en Russen, werden tenslotte tot open lijke Poolsche opstandigheid tegen Russi sche tyrannie. De Nationale Patriotten-ver- eeniging wierf tienduizenden leden voor haar geheime comité's, voornamelijk be staande uit studenten, ambtenaren en jonge officieren. Deze Poolsch-nationale beweging werd een roerig element in het, tegen de H Bediende „Mijnheer, hier heb ik een sigaar, die iedereen kan worden aange boden". Klant„Ja, maar ik heb er liever één, die ik zelf kan rooken reactie opstuwende, Europa; zij plantte zich voort buiten de grenzen van Polen, bijvoor beeld aan de universiteit van Wilna, waar de groote Poolsche dichter Mickiewicz een rol speelde. Na den dood van Alexander I werd diens broeder, de nieuwe Czaar Nicolaas I, in 1829 tot koning van Polen gekroond. De West- Europeesche revolutionnaire beweging, die in den herfst van 1830 uit Brussel en Parijs naar Polen oversloeg, bracht hier een ge- wapenden opstand van Poolsche militairen, die op 29 November te Warschau uitbrak en weldra tot een formeelen burgeroorlog uitgroeide. De Russen brachten 114.000 man in het veld, om de Poolsche regimenten te bedwingen, wier moed grooter was dan hun beleid en hun eendracht, en die geen hulp van buiten (Pruisen) konden krijgen. Hadden de opstandige Polen Nicolaas I van den Poolschen troon vervallen ver klaard, de Czaar maakte in 1831 een eind aan Polen. Nadien leefde het nog slechts als een herinnering zonder staatkundigen vorm. Is de geschiedenis van Congres-Polen merkwaardig en nog steeds van belang zeker na het jongste Duitsch-Russi- sche accoord! voor de verhouding van Polen tot Rusland, de Duitsch-Poolsche verhouding heeft sterk den weerslag onder vonden van een jongere en minder groote, maar zeer heftige episode, n.l. den plebis ciet-strijd om Opper-Silezië. De steeds oplevende haat tusschen Duit- schers en Polen is niet alleen ontstaan door de gecompliceerde regelingen van 't verdrag van Versailles aangaande Danzig en den Cor ridor, maar op de eerste plaats en vooral door het stellen en oplossen van het Opper- Silezische probleem. Sinds den wereldoorlog werd Silezië gesplitst in een Pruisisch, Tsje chisch en Poolsch Silezië. Polen had aan spraak gemaakt op Opper-Silezië. Artikel 88 van het dictaat van Versailles kwam tege moet aan dezen Poolschen eisch door te bepalen, dat er in dit gebied een volks stemming moest gehouden worden. Het werd geplaatst onder het bestuur van den Franschen generaal Lerond. De Franschen gedroegen zich zeer partijdig. Het „vae victis", dat de overwinnaars in den wereld oorlog in zoo ruime mate toepasten, werd vooral in Opper-Silezië straf doorgevoerd. De Polen hadden als commissaris gezonden den Duitschlandhater Korfanty, onder wiens schrikbewind, door de Duitschers met geweld beantwoord, Opper-Silezië het toor.eel werd van een allerbloedigsten burgeroorlog. De feitelijke schuld van deze toestanden droegen voor een be langrijk deel de Franschen, die onpartijdig hadden behooren te zijn en de macht be zaten, om orde en tucht te handhaven, maar door verregaande begunstiging der Poolsche propaganda aan de kem-Duitsche bevolking hevige ergernis gaven. De Polen deden natuurlijk alles, om invloed uit te oefenen op 't komende plebisciet. Om zoo veel mogelijk stemmen te werven beloofden zij aan een Opper-Silezië, dat voor Polen op- teeren zou, autonomie. Onder invloed van deze Poolsche houding beloofde ook de Duitsche regeering iets dergelijks, wanneer de stemming ten gunste van Duitschland zou uitvallen. Opper-Silezië zou de positie van een vrijen staat krijgen binnen het kader van het Duitsche Rijk. De Duitsche regeering gaf deze autonomie-belofte niet Opleiding en oefening van transportcolonnes Opleiding van 14.000 helpsters Inrichting hos pitalen in mobi lisatie- of oor logstyd Verzorging zieke \- en gewonde mili- tairen in oor- logstyd Modern zieken- vervoer Hulp by rampen 600 hulppos ten langs de wegen Patrouilleeren by gevaariyke punten Bloedtrans fusiediensten Hulp by Lour- de stransporten Protectoraat parkherstel lingsoorden, Roode Kruis- hondenvcreen. enz. Eerste hulp by marschen, wedstryden, vergaderingen Uitwisseling krygsgevange- nen,hulp aan vluchtelingen Levensmiddelen, kleeren,medi- cynen naar nooddruftigen i/h buitenland Organisatie hulpacties by rampen en nood Radio-medische adviezen ONS DOEL) in ieder huis Een Lid van 't Roode Kruie Postgiro 2 2 12 0 (idin.contrib.f 1 •- pQ. HOOFDBESTUUR ROODS KRUIS DEN &AAO alleen wegens het Poolsche voorbeeld, maar ook op sterk aandringen van Opper-Silezië zelf en tevens wegens de bijzondere politie ke en economische beteekenis, welke deze provincie met haar twee millioen inwoners had. Berlijn deed deze concessie maar zeer aarzelend. Het in te dienen wetsontwerp was tenslotte een eerste stap naar de ont binding van Pruisen als eenheidsstaat. Het wetsontwerp werd door den Rijksdag aan genomen, maar is nooit tot uitvoering kun nen komen, wijl Opper-Silezië na het ple bisciet werd verdeeld. Het plebisciet werd op 20 Maart 1921 gehouden. Ofschoon Duitschland een vrij aanzienlijke meerderheid be haalde, viel de uitslag toch niet mede. Vóór Duitschland stemden 716.408 en vóór Polen 471.406 Sileziërs. De verhouding was dus 60 tegen 40 procent. Een gezanten-conferentie had nu te be slissen, wat er moest gebeuren. Hoe weinig, zij die beslissen moesten, evenwel van Op per-Silezië wisten, blijkt wel hieruit, dat verteld wordt, dat de Franschen Alpenja gers naar „Haute-Silésie" hadden gezonden omdat zij meenden, dat daar hooge bergen waren. Intusschen was er een Engelsche en een Fransche oplossin'g. De Engelschen wil den „rechtvaardig" zijn, aan de Polen de districten Pless, Rybnik en een deel van Kattowitz geven en aan de Duitschers de rest laten; de Franschen stelden zich op het standpunt van Korfanty, die vier vijf den voor de Polen opeischtc. Toen echter bleek, dat de Franschen tenslotte bereid waren het Engelsche plan te aanvaarden, wierp Korfanty het masker af en ontke tende het groote Polen-oproer, dat aan honderden Duitschers en Polen het leven kostte en zeer groote schade in stad en land aanrichtte. Korfanty stuurde op een „voldongen feit" aan. Het kabinet-Fehrenbach was intusschen afgetreden en opgevolgd door het kabinet- u Daar kwam ook onder luid vleugelgeklepper de ooievaar aan. Sjonge, dat vond Flip fijn, dat die gekomen was, want nu zouden ze mooie verhalen te hooren krijgen. De ooievaar had een prachtig geschenk voor Flip meegenomen. „Hier heb je een steentje. Ik heb het meegebracht uit de rivier de Nijl, hier ver vandaan. Wanneer je dit steentje neergooit, gaat het rollen, en wel naar de plaats, waarvan het vandaan is gekomen." „Hoera," schreeuwde Flp, dat is nog eens een mooi cadeau." Het werd een schitterend feest, leder deed zijn best om het zoo gezellig mogelijk te maken. De vogels zongen en floten dat het een lust was, de schildpad gaf een prachtig nummer koord dansen te zien. Hendrik Bardings prijsde de boeken die bin- 1 nengekomen waren. Aan boeken is nog al een aardig centje te verdienen, dacht hij voor de zooveelste maal. En hier vliegen ze de deur uit. Over het algemeen is met een boekhandel wel je broodje te winnenHij peinsde er ook bij, zooals reeds menigen keer gebeurd wasKon „ik maar zoo'n zaak beginnen. Ik zou er best ko men. Ik zal er vanavond toch eens met mijn ouders over praten, nam de jongeman zich voor. Ik ken genoeg van den handel en kan hun ook voorrekenen hoeveel de verdiensten ongeveer bedragen. Deze gedachte liet hem niet meer los en dien avond, na het eten, toen allen rustig bij een kopje thee rond de tafel zaten, begon Hendrik: „Vader en moeder, ik wilde eens met u praten. Ik ben nu dertig en om altijd bediende te blij ven, zegt me niet veel. Zouden.... jullie mij niet in een boekhandel kunnen zetten?" „Maar jongen, hoe kom je daar zoo ineens bij?" vroeg Jan Hardings, zijn zoon verbaasd aankijkend. De moeder van Hendrik en Trude, zijn zuster, waren al even verwonderd, want Hendrik had zich nog nooit over een dergelijk plan uitge laten. „Ik heb er al langer over gedacht," antwoord de Hendrik, „maar toen ik vandaag weer zag dat er zooveel boeken binnenkwamen en ik de prijzen van in- en verkoop vergeleek, besloot ik u te vragen mij vooruit te willen helpen. Zoo duur kost een installatie niet. Er is ook niet zooveel bedrijfskapitaal voor noodig, want men kan nog al goederen in consignatie -krijgen, zoo als men dit noemt. Als die dan niet verkocht worden, mag ik ze teruggeven. Dus daar riskeer ik niets mee. Bijvoorbeeld: schrijfmachines en luxe-doozen postpapier en vulpennen en zoo." „Maar dan zullen de verdiensten daarvan ook niet zoo hoog zijn," bracht Trude in. „Dat natuurlijk niet, maar toch nog genoeg. En daarbij, de provisie van een schrijfmachine is nog al hoog," weerlegde Hendrik met een kleur van opwinding en verwachting om te mo gen slagen. „Kijk jongen," zei vader Hardings, na een paar trekjes aan zijn pijp, „ik zou er niet op tegen zijn je geldelijk te steunen en moeder evenmin, maar je weet, veel hebben we niet en daarbij komt, wij moeten rekening houden met Trude. Zij is evengoed een kind van ons als lij. En neem nu eens aan dat die zaak misloopt." „Bestaat niet, vader," bracht Hendrik op be slisten toon in. „Ik zeg," hernam de vader, „neem nu eens aan dat die zaak misloopt. Men kan nooit we ten. Dan zijn wij het geld kwijt. Voor moeder Wirth, dat de „vervullingspolitiek" inau gureerde, welke daarin bestond, dat Duitschland, eerlijk de eischen vervullende, daardoor tegelijk zou aantoonen, dat de vervulling onmogelijk was. Dit was het ant woord van Wirth op het betalings-ultima- tum van Londen, door de Entente gesteld. In verband met de Opper-Silezische kwestie, die door het toedoen der Franschen han gende was gehouden, was dit antwoord van het grootste belang. De politiek van Wirth bleek juist. Zou het ultimatum zijn afge wezen, dan hadden de Franschen reeds toen het Roergebied bezet en Opper-Silezië zou onbestreden Poolsch bezit zijn geworden. De Entente zond nu echter een scherpe nota aan Polen en Lloyd George, toen nog premier, hield een zeer felle rede aan het adres van dat land. Op aandringen van Londen en Rome liet Frankrijk Korfanty los, wat dan ten slotte aanleiding werd voor Warschau, om hem terug te roepen. Op 20 Maart 1921 had de volksstemming- plaats gehad en pas op 20 October wees de gezantenconferentie het kleinste gedeelte van Opper-Silezië, maar mét zeer belang rijke industriecentra als Kattowitz en Königshütte, aan Polen en het grootste stuk aan Pruisen toe. De verdeeling werd als onrechtvaardig gevoeld. In het statuut van het plebisciet had gestaan, dat een aanzienlijke meerderheid de beslissing zou brengen. Duitschland had 60 procent dei- stemmen behaald, wat het zelf als een aan zienlijke meerderheid beschouwde. De ver deeling werd ook daarom onrechtvaardig geacht, omdat in meerderheid Duitsche districten aan Polen en districten met groote Poolsche minderheden aan Duitsch land kwamen, wat zich in onze dagen weer heeft gewroken en ook aanleiding was tot de, aan Londen toegeschreven plannen tot bevolkingsuitwisseling' tusschen Polen en Duitschland. Terwijl Danzig en de Corridor voor Duitschland weliswaar steenen des aan stoots waren, maar op zichzelf toch vraag stukken vormden, die voor een compromis in aanmerking kwamen, is Opper-Silezië een reservoir van Duitsch-Poolschen haat ge bleven, waaruit de politieke propaganda naar wensch en behoefte kon putten. M. en mü zou dit niet zoo erg zijn, ik heb baan en als ik gepensionneerd ben, komen er toch wel; maar daar is Trude. Dan is haar geld naar de haaien. En zie, daar is moeilijke punt. Wij kunnen niet den een au geven en de ander niets." j „Daar heeft vader gelijk in," vond moeu Bardings. „Wat zeg jij, Trude?" Trude haalde haar schouders op. „Ik ben.w kantoor en zal daar wel eeuwig blijven," meen ze; „dan heb ik dat geld toch niet noodig als ik er Hendrik door vooruit kan helpen.. de De jongeman keek haar dankbaar aan. Misschien trouw je nog wel eens," zei vader die wel voor het plan van zijn zoon voel* VttUCi, UIC WCi vum -- - ,pr de, maar daarbij zijn dochter niet ten acn wilde stellen. „Mij wil niemand," glimlachte Trude. vinden mij te leelijk. Maar.ik heb een voor stel. Als Hendrik zoo'n zaak begint, kunne wij die samen ondernemen en deelen de wim Alleen kan hij het toch niet af. Er moet bU' voorbeeld wat bezorgd worden; hij kan den Win kel niet sluiten. De telefoon gaat, er is een klant, die kan niet wachten tot Hendrik getele foneerd heeft. En zoo zullen er meer dingen komen, waar hulp bij noodig is." „Daar zeg je zoo wat, Trude," was Hendrik een en al geestdrift. „En jij hebt kennis van schrijfmachines, je kunt typen en komt er een kooper of koopster dan leer jij die desnootn» machineschrijven." „Maar we moeten er aan denken," herinnerde de vader hun, „dat jullie dan je salaris missen. Kun jij, Hendrik, het bedrag van het jouwe en dat van Trude per maand verdienen?" „De eerste maanden zal dit wel niet gemak kelijk gaan, vader, maar als ik zie wat mijn patroon kan boeken, dan durf ik het gerust aan. „Goed. Maar ik heb nóg een bezwaar. W® moeten aan alles denken. Als jij eens trouW(> dan staat Trude op straat." „Ik wil jullie allen heel graag beloven nooi» te zullen trouwen, zoolang Trude haar bestem ming niet heeft. Tot heden heeft mij nog geeb meisje kunnen beïnvloeden, dus zou het moeten lukken, dat dit wel ooit gebeurt." „Dit is heel mooi van je," prees de vader, „eb ik had dan ook niet anders van je verwacht. Maar bedenk je eerst nog eens goed, jongen! het is een ernstige belofte, waar je misschien wel eens spijt van zoudt kunnen hebben." Er werd nog veel over het plan gesproken, nadat Hendrik plechtig beloofd had nooit te zullen trouwen, zoolang zijn zuster niet in het huwelijk getreden was. Nu werd het een zoeken naar een geschikt winkelpand op een druk punt» Zij hadden geluk. Door een sterfgeval kwam in een drukke straat een woning leeg en die kon tot winkel verbouwd worden. Alles ging naar wensch. Twee maanden later stonden Hendrik en Trude in hun boekhandel. Vader en moeder Bardings kwamen zoo nu en dan een kijkje nemen en vonden dat hun kin deren daar goed op hun plaats waren. De zaak mar- t ceerde best. En H pen gaf, werd er nog al eens een I schrijfmachine ■■■■■■■■■lllllllllllliniMMIIIIMIIIIIlllllll'11111 verkocht, waar van, zooals Hendrik reeds beweerd had, zü flinke provisie hadden. Maar na een paar jaren werd Hendrik voor een moeilijk probleem geplaatst. Hij werd ver liefd op een aardig costuumnaaistertje, dat vaak modeboeken bij hen kocht». Het werd een hevige strijd voor den jongeman: zijn liefde voor Anna en zijn belofte aan zijn ouders en Trude ge daan betreffende een huwelijk. Er was niets aan te doen. Hij moest Anna uit zijn gedachten bannen. Doch daar ze telkens weer in het ma gazijn kwam, was hem dit onmogelijk. Kon Trude maar een man krijgen, verzuchtte hij dikwijls, dan was ik van mijn belofte ontslagen. Hij wilde het een beetje in de hand werken, door haar op een mooien dag te dwingen een wandeling te «naken of eens naar een andere stad te gaan, mogelijk ontmoette ze dan wel eens iemand, waardoor er andere vooruitzichten kwamen, maar niets hielp. Niemand wilde op Trude verlieven, die zelf ook in haar hart de hoop koesterde eens te kunnen trouwen. Het was duidelijk merkbaar, dat Anna even eens van Hendrik hield. Zij hadden er een goede klant aan, want het waren niet alleen modeboeken die Anna nu noodig had. Dan was het een prentbriefkaart, dan inkt, dan schrijf papier Eens zei Trude tot haar broer: „Ik geloof dat juffrouw van Geens ook een boekhandel wil beginnen." B!endrik kreeg een geweldige kleur en bukte zich gauw, om kwasi onder de toonbank iets te zoeken. Maar Trude begreep al lang wat er met hem gaande was. Ze dacht ook aan zijn belofte en hoopte dat de tijd, hem daarvan te ontslaan, eens voor hem zou komen. En deze tijd kwam. De vertegenwoordiger der schrijfmachines had, hoe leelijk Trude zichzelf ook vond, liefde voor haar opgevat. Zij namen zich voor spoedig te trouwen. Hij zou reiziger blijven en Trude zou cursussen geven in stenografie en typen. Dit vertelde ze op een avond, toen allen weer gezellig rond de tafel zaten en besloot: „En nu ben jij van je belofte ontslagen, Hendik, en.... kun je met Anna Geens trouwen," voegde ze er guitig bij. Hendrik, die met een hevig kloppend hart geluisterd had, zei verheugd: „Dit is een pracht- oplossing, waar ik feitelijk op gehoopt had, want, Trude, ik heb mijn oogen ook niet in den zak. Ik zag het zoo half en half aankomen, dat jjj en Verhooghe iets in het schild voerden en ik ontken niet dat mij dit groot plezier deed." Broeder en zuster trouwden op één dag. A T T a rj *T TyT A J Q op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen *-i a bfl levenslange geheele ongeschiktheid tot werken doof T™! otj een «ngeval met A I jI ,r1^1 Ui O ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen JT 4 UV/«" verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen f f 9U*a doodelijken afloop verlies van een hand, een voet oC een oog. 60 „Wel," zei Lord Caterham met een diepen zucht, „het geheele gezelschap is weer ongeveer tompleet. En ik zit er voor de eerste vier en twintig uur weer aan vast." Hij keek met melancholieke oogen de kamer rond. „Orgeldraaier met aap compleet," ging hij bij het zien van baron Lolopretjzyl fluisterend voort. „De man met den neus uit het wassen beeldenspel „Je bent niet bepaald complimenteus," ver dedigde Bundie, tot wien de sotto-voce-opmer- kingen gericht waren, .de gasten. „En de baron heeft zoo'n goeden dunk van jou! Hij heeft me zooeven nog gezegd, dat hij jou een volmaakt beeld van de gastvrijheid onder de haute noblesse vond." „Kan wel," zei Lord Caterham, „Hij zegt aldoor zulke dingen. Dat maakt 't praten met hem juist zoo vermoeiend. Maar dit zeg ik je, een volmaakt voorbeeld of niet, zoo gauw ik et- kans toe zie, verhuur ik De Schoorsteenen aan den een of anderen eerzuchtigen Amerikaan en ga ik in een hotel wonen. Als de menschen in je omgeving je dan niet bevallen, kun je je rekening betalen en verdwijnen." „Kom, niet zoo neerslachtig," troostte Bundie. „U bent in elk geval van Mr. Fish af." „Hm! Dat was de kwaadste nog niet," zei Lord Caterham, die in een obstinate stemming was. „Dat jongmensch van joudie is in dit geval de ergste. Aan dien heb ik dit te danken. Waarom huurt hij niet het een of ander huis hier in de buurtDe Berken of Elmhof of een huis in een villa-centrum, als Streatham, dan kan hij daar ongestoord en zonder ande ren te storen, z'n meetings houden." „Geen goeie atmosfeer," zei Bundie. „Ze gaan toch niet de een of andere hokus- pokus uithalen!" zei haar vader zenuwachtig. „Ik vertrouw dien Franschen vent niet. De Fransche politie heeft van die eigenaardige methoden. Gespen bijvoorbeeld een gummiband om je arm en reconstrueeren de misdaad en als je arm bibbert of als je schrikt, kunnen ze 't aflezen op een soort thermometer. Ik weet zeker als ze de lichten uitdraaien en opeens roepen: „Wie heeft prins Michaël doodgescho ten?" dat mijn pols dan minstens tot honderd twintig de hoogte inloopt en dan sleuren ze me natuurlijk dadelijk naar de gevangenis." De deur ging open en Tredwell diende: „Mr, George Lomax, Mr. Eversleigh" aan. „Codders plus duvelstoejager," fluisterde Bundie. Bill kwam regelrecht op haar af. George ging eerst naar den gastheer en begroette hem op de joviale manier, die hij voor ontmoetingen in het openbaar aangeleerd had. ,,'n Avond, Caterham," zei hij, terwijl hij Lord Caterham hartelijk de hand schudde. „Ik heb je briefje vanmiddag gekregen en ik ben natuur lijk gekomen." „Buitengewoon vriendelijk van je, beste kerel, buitengewoon vriendelijk van je. Prettig, dat we je weer eens in ons midden zien." Lord Caterham's geweten bracht hem tot grooter vertoon van hartelijkheid naarmate hij minder behoefte voelde om hartelijk te zijn. „Niet, dat 't een briefje van mij was. Maar dat doet er niet toe." Ondertusschen onderwierp Bill Bundle aan een gefluisterd verhoor. „Zeg, hoor es! Wat is 't allemaal voor ge zeur? Is 't waar, dat Virginia er in het holle van den nacht vandoor is gegaan? Ze is toch niet geschaakt." „Welnee," zei Bundie. „Ze heeft netjes op ouderwetsche manier een briefje op 't spelden kussen achtergelaten." „Ze is er toch niet met den een of ander vandoor hè? Met dien Zuid-Afrikaanschen snuiter, bijvoorbeeld? Ik heb den vent nooit mogen lijden en nu gaat hier 't praatje dat hij een soort van meester-misdadiger is. Maar ik begrijp niet, hoe dat kan." „Waarom begrijp je dat niet?" „Wel, die koning Victor is een Franschman en Cade is, andere dingen daargelaten, een volbloed Engelschman." „Maar weet je dan niet dat koning Victor zes talen in de perfectie spreekt? En dat hij van z'n moeders kant Ier is?" „Genade! Daar heb je 't! Daarom is hij er dus vandoor gegaan!" „De nian is er niet vandopr gegaan. Eergis teren is hij, zooals. je weet, verdwenen. Maar vanmorgen hebben we een telegram van hem ontvangen en daarin stond dat hij om negen uur hier zou zijn en dat hij graag zou zien, dat Codders ook uitgenoodigd werd. En zooals je ziet is Codders niet de eenige gast. Al de anderen zijn ook teruggekomen. Cade heeft 't hun ge vraagd." „Ja, 't lijkt wel een vergadering," zei Bill, terwijl hij om zich heen keek. ,,'n Fransche detective bij het raam, 'n Engelsche bij den haard. Zijn de „Stars and Stripes" nie# ver tegenwoordigd?" Bundie schudde haar hoofd. „Mr. Fish is ins Blaue hinein verdwenen. En Virginia ontbreekt eveneens. Maar de rest is erZeg, ik heb zoo'n gevoel, dat we recht op de ontknooping afstevenen." „O, die komt niet!" zei Bill. „Wat? En hij heeft deze vergadering, zooals vader het noemt, bijeengeroepen „Ja, maar dat is juist de hand van den meester! Geloof dat maar. Wij zijn allemaal hier en hij is ergens anders, dat klinkt gek, maar je weet wel wat ik bedoel." „Dus jij denkt dat hij niet komt?" „Positief niet. Hij waagt zich niet in het hol van den leeuw. De kamer is stampvol met detectives en officieele personen." „Als je denkt, dat koning Victor zich daar door laat tegenhouden, sla' je de planl^ mis. Volgens de verhalen, die er van hem de ronde doen, is een dergelijke situatie juist een kolfje naar zijn hand en blijft hij altijd de baas." „Dat zou hem nu niet lukken: dezen keer staan de stukken zoo dat hij wel verliezen moet. Hij zou nooit De deur ging voor de tweede maal open en Tredwell diende „Mr. Cade!" aan. Anthony ging dadelijk naar z'n gastheer toe. „Lord Caterham," zei hij, „het spijt me heel erg, dat ik u zooveel moeite en last veroorzaak. Maar vanavond is 't de laatste keer. Als ik me niet vergis, krijgen we straks de ontknooping en daarna valt het gordijn." Lord Caterham's gezicht helderde op. Hij had altijd een zwak voor Anthony gehad. „Pas de quoi! Pas de quoi!" zei hij gerust stellend. „Heel vriendelijk van u, om dat te zeggen," zei Anthony. „We zijn voltallig, zie ik." „Ik begrijp niets van dit alles," zei George Lomax gewichtig. „Absoluut niets. Ik weet alleen, dat t niet is zooals het hoort. Mi'. Cade hier heeft geen recht van spreken absoluut niet! Wie is Mr. Cade, nietwaar! En dat in een dergelijke precaire kwestie. Ik ben van opinie George's welsprekendheid werd gestuit door Battle. Hij ging naar den kleinen opgewonden- pratenden man toe en fluisterde hem iets in het oor. Lomax keek verbijsterd en tegelijk ver ontwaardigd. „Als 't zoo iszei hij weifelend.... dan ging hij, luid-op, voort: „Ik geloof wel, dat we Mr. Cade met het meeste genoegen zullen aan-; hooren." Anthony negeerde die neerbuigende toestem ming hij had den man ten slotte niets ge vraagd en begon: ,,'t Gaat over een idee, dat gisteren bij me opgekomen is. U weet allemaal, geloof ik, dat we een paar dagen geleden de hand gelegd hebben op eenige aanwijzingen het gevolg van het ontcijferen van een geheimschrift- brief. Die aanwijzingen bestonden uit den naam Richmond en eenige getallen." Hij wachtte even. „Gisteren hebben we die aan wijzingen naar ons beste weten opge volgd en het resultaat is nihil geweest. Nu wordt er in de mémoires van graaf Stylptitch die ik toevallig gelezen heb gesproken over een diner een „bloemen"-diner, waarbij iedere gast een insigne in bloemvorm droeg. De graaf droeg een duplicaat van het advies, dat we in de holte achter de steenen van de ge heime gang gevonden hebben. Een roos! U her innert u wel, dat we niets dan rijen (I) dingen vonden: een rij knoopen, een rij steken, een rij letters. En nu vraag ik u, dames en heeren, wat is er hier in huis, dat in rijen staat? Boe ken, natuurlijk! En bedenken we dan, dat een van de boeken in de op twee na bovenste rij den titel draagt van „De Hertog van Rich mond", dan begrijpen we onmiddellijk waar de bewuste geheim plaats te vinden is. (1) Rows, hetzelfde uitgesproken als „rose". Vert. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 10