Groot-Brittannië en
beheerschen de
F rankri jk
zeeën
Generaal Smuts, de nieuwe
premier van Zuid-Afrika
Duitschers in Warschau?
Engelschen sterk
eensgezind
Oorlogsleed in
Nederland
De duikboot-oorlog
(J)
VOLKOMEN BLOKKADE
VAN DUITSCHLAND
Een Boerengeneraal" met
een bewogen verleden
Buitenlandseh Overzicht
ONZE EERSTE OORLOGS
SLACHTOFFERS
ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1939
cn groot deel der Duitsche
koopvaardijvloot heeft de
wijk genomen naar
neutrale havens
Noordzee tot een
^°°de zee geworden
?est,
De Duitschers in
Palestina
Alleen weerbare Duitsche mannen
worden geïnterneerd
Overtuiging heerscht dat hooge
beginselen verdedigd moeten
worden
Echte haat tegen den
Duitscher ontbreekt
Tsjechische leiders te Londen
IJveraar voor de toe
nadering tot Engeland
OOST PRUISEN
AANVALSRICHTING DER DUITSCHE
TROEPEN
0 40 80 100 km.
(3979)
S L O WA^VKIJE
INDISCHE VOLKSRAAD
Een drietal nood-ordonnanties
ingediend
VOORZIENINGEN INZAKE
TANDHEELKUNDE
Toelating van Nederlanders
in Zweden
PaRIJS, 9 Sept. (Havas). Ten aanzien
Vftt> den
dceld;
oorlogstoestand ter zee is médege-
»Op alle zeeën zijn de Fransche en
en'"0'50'16 V'°'cn acXicfDeze eenvoudige
dat k°r'C z'n van XieX eenige communiqué,
Sepubliceerd is over de operaties ter
zee, K
'ocl1 voldoende, om de enorme taak
de r °°^en roePcn> die ten deel valt aan
geallieerde vloten en die zij sedert bijna
eek zonder ophef, maar zeer docl-
een
ti-cff,
cnd, ten uitvoer leggen.
beiri gaat er in c'e eerste plaats om voor de
e vloten, die tezamen
Het
*ide
•"acht
een enorme manne-
lii de V°rmen' welke nog versterkt zal worden
helse) i:°mencie maanden (zooals men weet be-
hin G aI'een al ilet Engelsche vlootherbewape-
Sspiogram eincj lg40 j,et -n ,jjenst. st-ej.
'en van a
heid nieuwe eenheid per week) de vrij-
vaart°P de zeeën te verzekeren tegen de kaap-
Pen c'oor ^e Duitsche oppervlakte-sche-
of duikbooten wordt geveerd.
he^2^r,ve vriJheid ter zee te verzekeren, zullen
de ind .rc^e vl°ten het mogelijk maken, dat
ten I^astrieele grondstoffen en voedingsproduc-
krans", de geheele wereld toevloeien naar de
Veilig en Engelsche havens. Zij zullen de
die p verzekeren van de Engelsche troepen,
Over.!rcileePt worden op 't vasteland en den
heelenri 061 koloniale troepen, die uit alle
Schp beide onmetelijke Fransche en Brit-
Hij Tre*drijken komen,
dog (j e taak van essentieel belang komt dan
Zeifdp6. taalc Duitschland te berooven van die-
X^n^St\ieele en voedingsgrondstoffen door
dllbbel1 Havens streng te blokkeeren. Deze
vergeme laak der beide vloten wordt grootelijks
tijksk, 3 door de zeer °ngunstige aard-
heutr ufi.ge -*igSing van Duitschland'en door de
"binst van Itaüë en Japan, die op zijn
Vp Moreel de zware hypotheek opheft op
die t Hdingen in de Middellandsche Zee en
Ver,.Ben tuiuete gedeeltelijk de eskaders in het
e Oosti
die
2°oals
ten vrij kan maken,
men weet zijn de geallieerde eskaders,
tornen sneiste schepen omvatten (de Fransche
teco |0k°otjagers houden het wereldsnelheids-
diet VOor oorlogsschepen) en de linieschepen
geSc>) grootste tonnage en met het zwaarste
door ij bovendien nog vóór de crisis versterkt
ÊnSp1 vorming van z.g. reserve-eskaders. Het
Scho s°be eskader nam deel aan een vloot
teen tijdens de laatste Britsche vlootrevue,
8drrii °men door Kon™& George, die daarbij
Liarlan aan zijn zijde had, den chef
n Franschen generalen marinestaf.
Heeds
hed
in de eerste uren der vijandelijk-
en is de blokkade ter zee van Duitsch-
and doeltreffend geweest Inderdaad heeft
bitschland slechts één enkelen uitgang
aar de open zee, de Duitsche Bocht, een
S°°rt venster van slechts 190 K.M. breedte,
5schen het eiland Borkum aan de grens
hbr Nederlandsche territoriale wateren en
h®t eiland Sylt, dicht bij de Deensche kust
'd het Noord-Oosten. En dit venster opent
Zelve op een soort nauw plein, de Noordzee,
Melker schaarsche uitgangen als het ware
a gegrendeld worden door de enorme En-
^Ische vlootstrijdkrachten.
Haar is in de eerste plaats in
het
Zuid-
60
Fransche en
het Nauw van Calais, dat slechts
jv breed is en tusschen de
Selsche kust is gelegen. In den oorlog van
1918 hebben de geallieerden dezen door
is nauwlettend en doeltreffend bewaakt en
,fs dwars daaroverheen een ononderbroken
Pn,_en gespannen van netten en mijnen. Geen
ijo Gl Duitsch schip, zelfs geen onderzeeër, kan
Pen door het nauw van Calais heen te komen.
pj, h het Noorden van het groote Britsche
and ligt vervolgens de Firth van Pentland,
Pj, nauwe doorgang, bezaaid met rotsachtige
la anden tusschen de kaap Duncansby in Schot-
a« en de eilandengroep der Orkaden.
j^Hen tweede doorgang, 100 K.M. breed, ligt
j °rdelijker tusschen de Orkaden en de Shet-
bdeilanden. Beide doorgangen worden gemak-
'Jk bewaakt door patrouilleschepen en lichte
hheden.
Hen ruimere poort staat nog Noordelijker open
jbssehen Unst, het laatste eiland van de Shet-
ndgroep en de Noorsche kust langs een lijn.
e uitkomt eenigszins ten Noorden van de
e P°te Noorsche haven Bergen. Deze poort
hter is ronduit op het Noorden geopend en
s°hepen die er doorheen zouden varen zou-
j h afdrijven naar de kusten van IJsland, die
alle seizoenen gevaarlijk zijn tengevolge van
'stbanken en drijvend ijs.
L °ch was dit de weg, dien eenige Duitsche
- ï>ers gedurende den laatsten oorlog namen.
"middellijk daarop is de Britsche bewaking
)jpar krachtig ingezet. Daarom ook is sedert het
Sill van de week de Noordzee, vroeger een
mrst druk bevaren zee met visschersvloten
(j b alle nationaliteiten en met het verkeer van
f havens Antwerpen, Liverpool, Rotterdam,
msterdam. Bremen en Hamburg, de grootste
LONDEN, 8 Sept. (Havas). Alleen weer
de Duitsche mannen zijn in Palestina gein-
Duitschers in Palestina genieten een volle
re vrijheid in de districten, waar zij ook in
wvvone tijden verblijven.
De minister voegt hier aan toe. dat de inter
neringskampen ruim en hygiënisch
«at
VOCÜ
zt)n
de geintemeerden behoorlijk worden
en
ge-
wereldhavens aan deze Noordzee, welke de
aardrijkskunde „industrieele zee" genoemd had,
een doode zee geworden. De diepten die zelden
grooter zijn dan 100 meter, zijn van beide kan
ten met mijnen belegd. Over de golven vliegen
alleen verkenningseskaders en bombardements
vliegtuigen, terwijl onderzeeërs door de diepe
doorgangen glippen.
Geen enkel Duitsch schip vaart de Duitsche
bocht uit binnen den blokkadecirkel en daar
buiten hebben de talrijke vrachtbooten en mail
schepen van Duitschland, die verrast zijn door
den oorlog, de hoop volledig opgegeven ooit nog'
weer de thuishavens te kunnen bereiken.
In de geheele wereld nemen zij de wijk naar
neutrale havens. Alleen al in Vigo, de Spaan-
sche haven aan de Gallicische kust, waarlangs
voor wat hij als dictator dbet of misdoet. Het
Duitsche volk heeft hem geduld, en zou hem
dulden zoolang hij den weg der zegepraal gaan
kon; er is geen verdienste in, zoo het hem gaat
loochenen als de fortuin hem eindelijk den rug
toekeert."
Dit kan al dan niet juist zijn, maar zeker is
het op het oogenblik niet de meening van den
gemiddelden Engelschman-
Wanneer u gezegd wordt dat hier echte haat
tegen Duitschland, tegen het Duitsche volk
Opgelaaid is. wees er dan verzekerd van dat
men niet naar waarheid spreekt.
Maar er heerscht zeer zeker een aan haat
verwant gevoel tegen Hitier en diens mede
werkers, en wanneer wij zekere passages aan
haalden uit hoofdartikelen van bladen die
zeker nooit .schreeuwers" geweest zijn, dan
zoudt gij aarzelen dezen in dit blad af te
drukken.
De Engelschen zijn moeilijk in beweging te
brengen. Zij zijn geen enthousiasten, gelijk veel
continentale volken. Maar zij hebben één zeer
bijzonderen geest. Op zeker oogenblik schrikken
zij op. Er is een „zaak" te verdedigen, een be
ginsel en dan een van die beginselen, waar--
in de verte de groote zeeroute loopt van den i 0p (je vrije en verdraagzame Engelsche samen
Atlantischen Oceaan, waarover een derde deel
van het wereldverkeer vaart, liggen 54 vracht
booten met de hakenkruisvlag en met in totaal
een tonnage van 180.000 ton. In de Japansche
havens zijn schepen met een tonnage van te
zamen 60.000 ton eveneens tot bewegingloosheid
gedoemd en onder deze schepen bevindt zich
het mailschip voor de groote vaart „Scharn-
horst"
Onze correspondent te Londen schrijft:
Zelfs in de dagen van Napoleon kan onder
het Engelsche volk niet zóó volmaakte eens
gezindheid geheerscht hebben ten aanzien van
het doel, waarvoor Engeland ten oorlog trekt.
Tóen was het radicalisme, onder leiding van
Fox, nog ervan overtuigd dat de revolutie de
ware vrijheid gebracht had. en hij telde zijn
volgelingen bij honderdduizenden, en onder
dezen bevond zich de hoogste intelligentie des
volks. Gelijk zoo vaak, vergiste ook toen de in
telligentie zich.
Thans heerscht er slechts één strooming,
en géén tegenstrooming, hoe zwak ook.
Ook in Augustus 1914 kon dit niet in zoo
volstrekte mate gezegd worden als in Sep
tember 1939.
Er heeft niet, gelijk 25 jaren geleden, in den
eigenlijken zin van het woord een „anti- Duit-
sche" uitbarsting plaats gehad in de gemoe
deren. Zeker zijn er velen die zeggen: ,,Het-
Duitsche volk heeft Hitier aan de macht ge
bracht; het is in zijn geheel verantwoordelijk
leving steunt. Dan worden zij onweerstaanbaar;
dan is er iets schrikwekkends in hun kouden
nuchteren toon.
Engeland, van den koning en den Eersten
Minister af, tot den geringsten onderdaan toe,
is besloten een kruistocht" te ondernemen te
gen het Hitlerisme, tegen het Naziïsme.
Dit is het, wat het volk bezielt, terwijl felle
haat tegten de Duitschers ontbreekt. Velen zien
integendeel in de groote massa van het Duit
sche volk Engelands bondgenoot in dezen strijd
tegen datgene wat Chamberlain vol afschuw
„intolerable" genoemd heeft.
Een Duitsche uitgewekene te Londen geen
Israëliet, zoodat men hem niet aanziet dat hij
een „bevriende" Duitscher is heeft zich juist
tegenover ons met groote waardeering uitge
laten over de houding der Engelschen. Hij
spreekt de taal vrij goed, maar met een sterk
Duitsch accent. Nergens heeft hij moeilijkheden
of onaangenaamheden ondervonden. De over
heden, bij wie hij zich als „vijandelijke vreem
deling" vervoegen moest, waren een en al wel
willendheid.
De door Dr. Benesj uitgevaardigde oproep,
waarvan de tekst op strekking u ongetwijfeld
bekend is, brengt geen onmiddellijke verandering
teweeg in de positie, welke Tsjecho-Slowakije
ten aanzien van den oorlog inneemt.
Dr. B'enesj bevindt zich sinds geruimen tijd
reeds te Londen, waar hij zijn officieele woon
plaats heeft. Een ambtelijke positie neemt hij
evenwel niet in, aangezien hij na de conferen
tie van München* aftrad als president der Re
publiek. In aanmerking moet evenwel genomen
dat de Britsche regeering de door Hitler in
Maart tot stand gebrachte inlijving nooit er
kend heeft, en dat het Tsjechische gezantschap
te Londen, onder een zaakgelastigde, vollen di
plomatieken status behouden heeft.
Thans bevinden zich te Londen de Katho
lieke Tsjechische leiders Mgr. Sramek,
Pater Halla, Pater Dr. Doornik en Dr. Al
fred Fuch, en de mogelijkheid bestaat, dat
als de tijd hiertoe rijp is, een Nationale
Raad onder Mgr. Sramek gevormd zal wor
den; deze zou dan ongetwijfeld door de
Britsche regeering erkend worden als een
lichaam, dat het Tsjechische" volk vertegen
woordigt.
Opgemerkt moet worden, dat wèl Duit
schers en Oostenrijkers, doch niet Tsjechen
als vijandelijke Onderdanen" gelden.
Ook ver buiten het ontwrichte Europa, waai
de lont in liet kruit werd gestoken en het
oorlogsgerucht de luchten vult, weerspiegelen
zich de gebeurtenissen dezer bewogen dagen.
Dagelijks vernemen wij hoe veelal nauwelijks
bekende landen en landjes hun houding heb
ben bepaald ten aanzien van de strijdende
Europeesche naties, hetzij door met nadruk
hun neutraliteit bekend te maken, hetzij dooi
een der strijdende partijen van hun sympa
thie of steun te verzekeren. Ook in den boezem
van het parlement der Unie van Zuid-Afrika
ontstond deining met de betrekkingen tusschen
dit land en Duitschland als inzet. Een bewo
gen zitting en een stemming waren het gevolg
en het resultaat van deze stemming, het be
sluit om de betrekkingen met het Duitsche
Rijk te verbreken, noopte den eersten minis
ter van Zuid-Afrika, Hertzog, tot aftreden.
Waarop generaal J. C. Smuts met de vorming
van een nieuwe regeering belast werd.
Jan Christiaan Smuts hij behoort tot de
weinigen wier namen een bekenden klank had
den in de dagen van den wereldoorlog, waar
aan wij opnieuw op zoo navrante wijze wor
den herinnerd en wier prestige in de tientallen
jaren die sindsdien verstreken, nog maar nau
welijks iets heeft ingeboet. Generaal in den
Boerenoorlog, veldheer en staatsman, krach
tige figuur van Nederlandschen stam, na den
oorlog enthousiast voorstander van een ver
zoening met Engeland en zegevierend veld
heer in de bekende campagne tegen Duitsch-
Oost-Afrika, zoo kennen wij Smuts en zoo
vestigde hij een reputatie die tot verre ge
bieden doordrong.
Geboren op 24 Mei 1870 in Riebeek West,
Kaapprovincie, vertrok de zestien-jarige Smuts
in 1886 naar Stellenbosch om zich daar te
doen inschrijven aan het Victoria College en
er letteren en natuurwetenschappen te studee-
ren. Reeds toen schreef hij voortreffelijke op
stellen en essays, waarvan er een geplaatst
werd in het Zuid-Afrikaansch tijdschrift.
Vervolgens studeerde hij rechten in Cambridge
om in 1895 te repatrieeren. Op het oogenblik
dat het Hooggerechtshof in Kaapstad hem tot
de balie toeliet, concentreerde zich de alge-
meene belangstelling op den historischen Ja-
meson-inval en de figuur van C. J. Rhodes.
Tot degenen die, nog wel in 't openbaar, tegen
Rhodes optraden, behoorde Smuts. Niet lang
daarna zien wij hem in Transvaal, waar hij
eind September 1896 tot de balie werd toe
gelaten om zich in betrekkelijk korten tijd in
Johannesburg een voortreffelijke reputatie
te verwerven. Reeds wachtte hem een open
bare functie: na het aftreden als staatssecre
taris der Zuid-Afrikaansche Republiek van
W. J. Leyds, werd hij tot staatsprocureur be
noemd, nadat president Kruger's aandacht
eenmaal op hem gevallen was. Kort voor het
uitbreken van den oorlog met Engeland in
1899 werd hij staatssecretaris.
Daarin verhinderd door zijn veelomvattende
ambtsbezigheden, nam hij aanvankelijk niet zelf
aan den oorlog deel (in samenwerking met
Reitz schreef hij in die dagen zijn bekende bro
chure „Een eeuw van onrecht"), totdat hij het
bevel op zich nam van een vrijcorps en als op
perbevelhebber in 1901 met succes het com
mando over de Boerentroepen in de Kaapkolonie
voerde.
Na den vrede van Vereeniging (in 1902 geslo
ten). wijdde hij zich voornamelijk en in sa
menwerking o.m. met generaal Botha aan den
opbouw van zijn totaal ontwricht volk. Zoo zag
de eerste politieke organisatie ,,Het VOlk" het
licht, die zijn verzoeningscampagne op touw
zette ten einde de felste tegenstanders, zij die
tot 't bittere einde" wilden doorzetten en zich
derhalve „bitter- einders" zagen genoemd, en de
„vredestichters" tot elkander te bréngen, ten
einde langs den eenig mogelijken weg, dien der
volkomen eendracht der gelederen, tot her-op-
bbuw der samenleving te geraken. Onvermoeid
en energiek streefde Smuts naar het zelfbestuur
dat inderdaad in 1905 verleend werd.
Minister van Binnenlandsche Zaken in het
ministerie-Botha in 1907, ijverde hij met inzet
van alle krachten voor een totstandkoming van
een Unie met de andere Britsche kolonies er.
zijn pogingen hadden succes: in 1910 werd de
Unie van Zuid Afrika gesticht (op 31 Mei).
Botha werd opnieuw premier, Smuts minister
van Justitie, later van Oorlog. In deze functie
begon hij aan de vorming van een krachtig en
gedisciplineerd Zuid-Afrikaansch leger.
Tben kwam 1914 en de wereldoorlog brak
uit. Terwijl De Wet en andere Transvalers
zich tegen deelneming hardnekkig verzetten,
waren Smuts en de zijnen daartoe juist vast be
sloten. Een opstand der Boeren, die de gelegen
heid gunstig achtten, brak uit, maar de Botha-
regeering zag kans die met geweld te onder
drukken-
Als bevelvoerder van de Britsche troepen in
Z.-W.- en Duitsch-Oost-Afrika organiseerde
Smuts de, zij het ten koste van groote verliezen
verwezenlijkte verovering van dit laatste gebied.
In 1917 vertrok hij naar Lbnden, waar hij deel
uitmaakte van het oorlogskabinet. Twee jaren
van belangrijke Europeesche bemoeiingen volg
den; het was Smuts die het denkbeeld van een
Volkenbond ontwikkelde en tal van internatio
nale besprekingen voor den vrede voerde. Ook
Smuts teekende het Vredesverdrag van Ver
sailles, maar niet weinig opzien baarde hij toen
hij na zijn handteekening te hebben gezet, ter
stond een protest tégen het verdrag voorlas en
uitdrukking gaf aan zijn wantrouwen tegen de
regeling die daarin ten aanzien van Centraai
Europa was vervat.
Botha stierf in 1919 en Smuts, teruggekeerd
in zijn vaderland, volgde hem op. In 1924 leed
hij met zijn partij, de Zuid-Afrikaansche Partij
een nederlaag tegen de nationalisten, waarop hij
als premier aftrad en op zijn beurt door gene
raal Hertzog werd opgevolgd. Nochtans zou het
lang duren voor en aleer de strijd tusschen de
beide boerengeneraals beslecht was; dat gebeur-
c,e eerst in 1933, toen de samenwerking tusscher.
beide partijen in een coalitie-regeering tot stand
kwam, Hertzog premier en Smuts minister van
Justitie werd. Twee jaar later, in Februari 1935,
vestigde Smuts nog eens bijzonder sterk de
aandacht op zich door in een te Kaapstad uit
gesproken rede te verklaren, dat tegenover Japan
een hechte samenwerking tusschen Engeland,
zijn dominions en de Vereenigde Staten geboden
was.
En thans ziet de „oude man der Unie" zich
met zijn nieuwe regeering wederom een zware
taak gesteld in het licht van de gebeurtenissen
in Europa, die tot de vorming van deze regeering
geleid hebben.
Reeds gistermiddag zouden de Duitsche troe
pen, volgens berichten uit Duitsche bron, War
schau zijn binnengedrongen. Polen sprak later
dit bericht tegen en de burgemeester van
Warschau, tevens commandant der civiele ver
dediging, heeft gisteravond door de radio ver
klaard, dat de stad zich tot het uiterste zal
verdedigen. Van den Duitschen kant echter
werden gisteravond, op de golflengte van den
Warschauschen zender, aan de burgers der stad
reeds instructies gegeven, hoe zij zich bij het
binnentrekken der Duitsche troepen, dat heden
ochtend zou plaats hebben, moeten gedragen.
Zal Warschau zich tenslotte verdedigen oi
zal het worden overgegeven? Tot nu toe hebben
de Polen op hun terugtocht hun eigen steden
blijkbaar zooveel mogelijk gespaard. De Duit
schers hebben bijv. gemeld, dat de Silezische
industriecentra niet vermeld waren en dat het
werk vrijwel onmiddellijk kon worden hervat
Schreven de Duitschers dit feit toe aan de haast,
waarmee de Polen waren teruggetrokken, zoodat
zij geen tijd zouden hebben gehad om alles te
vernielen, waarschijnlijker lijkt het want
voor vernielen heeft men niet veel tijd noodig
dat de Polen hun eigen gebied zooveel mogelijk
willen sparenin de hoop, het weer terug te
krijgen.
Of Warschau heden in Duitsche handen zal
zijn, is dus nog een open vraag. Sommigen
meenen, dat de stad zich, evenals Madrid, lan
gen tijd kan verdedigen, waarbij echter op te
merken valt, dat Madrid zich verdedigde tegen
Spanjaarden, die het zelf niet wilden vernielen.
Het gebruik van de radio, dat w'ij hierboven
noemden, is een nieuw trekje uit den aether-
oorlog; de radio wordt hier een wapen, waar
mee men een stad tracht in te nemen, nog vóór
de tanks er zijn.
Op haar gebruikelijke terrein, de propaganda,
is de radio-oorlog levendiger dan ooit. Als men
Fransche of Engelsche berichten en beschouwin
gen In den aether hoort, komen zij meestal van
een Duitschen zender; hoort men Duitsch, dan
komt het vaker uit Frankrijk of Engeland dan
uit het Derde Rijk. En dat gaat zoo verder in
't Italiaansch, Russisch, Spaansch, Tsjechisch
enzoovoorts. Ieder spreekt alle talen behalve
zijn eigene, en het accent der sprekers is vaak
bedriegelijk volmaakt, zoodat men alleen aan
den inhoud de herkomst kan herkennen.
Het is een omgekeerd Babel; iedereen ver
staat nu iedereen, althans wat de taal betreft.
Men vraagt zich nu verwonderd af, waarom er
tot voor kort bij elke internationale conferentie
een collectie tolken aanwezig moest zijn om de
staatslieden voor elkander verstaanbaar te ma
ken. Nu sprak bijv. Chamberlain door den aether
in het Duitsch tot de Duitschers. Als Babel dé
volken verstrooid heeft, dan beteekent dit anti-
Babel eigenlijk iets goeds voor hun verbroede
ring: de menschen verstaan elkaar, en men
behoeft nu „alleen" den inhoud van wat zij zeg
gen nog wat in overeenstemming te brengen.
Maar men zou ook kunnen zeggen, dat deze
radio-oorlog de schrilste weerlegging is van die
beschavings-optimisten, die meenden, dat men
de menschen alleen met technische middelen
ook geestelijk nader tot elkander brengt.
De oorlog ter zee heeft een wreeden slag toe
gebracht aan ons eigen land. Bij zijn werkzaam
heid ter beveiliging van onze kusten is een Ne-
deriandsch schip in de lucht gevlogen en heb
ben dertig Nederlandsche landsverdedigers het
leven verloren. Het is een droevige ramp, die
ons land treft; en de wreedheid van den oorlog
komt wel verschrikkelijk tot uiting in zulk een
vernietiging van vreedzame levens, die buiten
den kring van het gewéld toch slachtoffer van
het geweld worden.
Op de wereldzeeën is intusschen de duikboot-
oorlog in vollen gang. De Duitsche onderzeeërs,
die den vorigen oorlog bijna beslisten, schijnen
volgens Britsche berichten reeds vroegtijdig hun
posities in de Oceanen te hebben gekozen, en
van dag tot dag zinken er schepen. Het is wel
waarschijnlijk, dat de Britsche vloot binnen
eenigen tijd dit Duitsche wapen zal kunnen be
dwingen; de Duitsche onderzeeërs hebben nu
niet, zooals in 1914'18, allerlei bases tot hun
beschikking en de afsluiting ter zee van Duitsch
land door de Britsche vloot is waarschijnlijk
effectiever dan toen. Toch blijkt opnieuw de
groote kracht van het duikboot-wapen, niet
zoozeer in den zeeslag, als wel als voortdurende
en geheimzinnige bedreiging. De zee is nog altijd
wijd en onoverzienbaar; dat blijkt wel uit het
feit, dat de „Bremen", die toch geen onderzeeër
is, zich onzichtbaar heeft weten te maken, hetzr.
zij ergens buiten de routes op den Oceaan
zwélkt, hetzij zij in een Afrikaansche delta of
een Noordlandsche fjord een schuilplaats heeft
gezocht.
Op diplomatiek terrein staat het probleem
van de verhouding van Italië tot de oorlogvoe
rende mogendheden nog steeds op den voor
grond. Zoowel te Rome als te Parijs hebben
gisteren de ambassadeurs resp. de ministers
van Engeland, Italië en Frankrijk weer gecon
fereerd. Een officieus Italiaansch orgaan legt
den nadruk op de Britsche verantw'oordelijkheid
voor den oorlog, terwijl het verklaart, dat Frank
rijk de bemiddeling van Mussolini gebaseerd
op een wapenstilstand in Polen zonder terug
trekking der Duitsche troepen wèl had willen
aanvaarden. Ook van de zijde der Duitsche pro
paganda tracht men trouwens meer en meer
een wig tusschen Frankrijk en Engeland te drij
ven; ook de houding van Duitschland aan het
Westfront houdt daarmee blijkbaar verband.
Veel kans op succes kan men aan deze pogingen
niet voorspellen; zij vormen echter weer een
aspect van die diplomatieke crisis, die zich, naar
wij gisteren reeds schreven, begint af te teeke
nen en die waarschijnlijk voor het daglicht zal
treden, als de Duitsche legers in Polen ver ge
noeg gevorderd zijn.
Intusschen breekt men te Rome de schuil
plaatsen voor de luchtbescherming weer af! Een
unicum op onzen aardbol en wellicht een goed
voorteeken, niet alleen voor bijgeloovige Romei
nen.
DAflZIG
MARIENWERDER
KONiT
RAUDE
KVLM
4*--
OSTROt-EKf
LAWA
SCHNEIDEM
/PRZASNYSK
IECHANOW
NOWROCHOW
PLONS
WLOCOAWEK^,C. L
POSEN
0/artha
5KIERNIE WIC
PlLlCA
DEBLIN
LISSA
OSTROW
5 «ER ADZ
RANDOM
PETRIKAU
EMPEN
KIELCE
TSCHENS
SPOORWEGEN
TO WIT Z
KRAKAU
TARNO
JASLO
BIELITZ
X/////* SUCHA
jrki
ESCHEN
EU-SANDEC
Van het wachtschip Koningin Emma
der Nederlanden" waait de vlag halfstok
ten teeken van rouw om den mijnen
veger „Willem van Ewijck"
Evenals Denemarken, waar een
tweetal bommen uit een vlieg
tuig van een der oorlogvoerenden
vielen op het stadje Esbjerg en doo-
den maakten, heeft thans ook Neder
land zijn eerste oorlogslachtoffers te
betreuren.
De ramp van den ondergang van
H. M. mijnenveger „Willem van
Ewijck", waarbij dertig opvarenden
het leven verloren als slachtoffer van
hun plicht ter verdediging van onze
alzijdige onzijdigheid, herinnert er
ons met een schok aan, dat de Euro
peesche oorlog voor de neutrale sta
ten niet enkel ongemak en kostbare
uitgaven met zich mede brengt, maar
ook offers kan eischen aan menschen-
levens. Voor de treurende nabestaan
den, voor H. M. Koninklijke Marine,
en ten slotte voor heel ons in eensge
zindheid, saamhoorigheid en sterke
vaderlandsliefde vereenigde volk is
dit een zware en droeve slag en een
golf van innig mededoogen en oprech
te deelneming en ook van diepe dank
baarheid moet hen omgeven, die een
zoo groot en zoo zwaar offer hebben
moeten brengen in dienst van ons
volk en ons vaderland.
Wij bidden God, dat in de toekomst
»wij voor dergelijke rampen verder ge
spaard mogen blijven, maar indien
zelfs nog zwaardere offers van ons
zouden worden gevraagd, dan zullen
wij die moedig en mannelijk hebben
te dragen in het bewustzijn, dat zij
gebracht zullen worden tengevolge
van de nauwgezette vervulling van
den hoogsten nationalen plicht.
Allen, die niet de onmiddellijke geva
ren loopen van onze gemobiliseerde
land-, zee- en luchtmacht, mogen
zich sterken aan het voorbeeld van de
plichtsgetrouwe mannen van de „Wil
lem van Ewijck" om zich de naar ver
houding kleine opofferingen te ge
troosten, die van hen moeten worden
geëischt, en worden bezield tot nog
grootere sympathie, moreelen en ac
tieven steun aan de mannen, die wa
ken voor de veiligheid van ons lieve
vaderland in den storm van den oor
log.
BATAVIA, 9 Sept. (Aneta). Wederom zijn
door de regeering een drietal nood-ordonnanties
bij den Volksraad ingediend.
Deze ordonnanties betreffen:
A. De gedeeltelijke buiten toepassing stelling
van de „Wet tot behoud van scheepsruimte
1939" en de „Zeeschepenvorderingswet 1939";
b. Het behoud in tijden van oorlog of oorlogs
gevaar of andere buitengewone omstandigheden
van voldoende scheepsruimte in het belang der
Landsverdediging en Volkshuishouding.
c. Het vorderen in tijden van oorlog of oor
logsgevaar of andere buitengewone omstandig
heden van voldoende scheepsruimte in het be
lang der landsverdediging of volkshuishouding.
De Duitsche opmarsch in Polen. De kaart is wegens het snelle oprukken
der Duitsche pantsertroepen reeds iets verouderd. Zooals men weet bevinden
zich de Duitsche troepen momenteel in de onmiddellijke nabijheid van
Warschau. De Duitschers verwachten zelfs nog vandaag de Poolsche
hoofdstad te kunnen innemen
Bij beschikking van den minister van Sociale
Zaken van 7 September is een commissie in
gesteld, welker leden het vooronderzoek zullen
leiden en het examen zullen afnemen, bedoeld
in de wet van 13 Mei 1939, Staatsblad 801, tot
nadere voorzieningen inzake de tandheelkunde.
Benoemd zijn tot lid van deze commissie:
A. in 't Veld,- arts, inspecteur van de Volksge
zondheid te 's-Gravenhage (tevens voorzitter);
B. J. Brugman, tandarts, te Voorburg (technisch
leider); J. H. C. Riddering, tandarts, te Utrecht
(tevens plaatsvervangend voorzitter)H. C.
Kranenburg, tandarts, te Rotterdam (tevens
plaatsvervangend technisch leider); E. Mijna-
rends, tandarts, te Amsterdam; tot plaatsver
vangend lid der commissie: L. J. M. Spooren-
berg, tandarts, te Eindhoven; A. Edel, tand
arts, te Amsterdam; tot secretaris der com
missie; mr. J. H. Vergragt, werkzaam aan het
Departement van Sociale Zaken, afdeeling
volksgezondheid, te 's-Gravenhage.
Nederlanders hebben van 5 September af voor
toelating in Zweden een visum noodig moe
ten zich bij aankomst daar te lande melden.