Groot-Brittannië en beheerschen de F rankri jk zeeën Generaal Smuts, de nieuwe premier van Zuid-Afrika Duitschers in Warschau? Engelschen sterk eensgezind Oorlogsleed in Nederland De duikboot-oorlog (J) VOLKOMEN BLOKKADE VAN DUITSCHLAND Een Boerengeneraal" met een bewogen verleden Buitenlandseh Overzicht ONZE EERSTE OORLOGS SLACHTOFFERS ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1939 cn groot deel der Duitsche koopvaardijvloot heeft de wijk genomen naar neutrale havens Noordzee tot een ^°°de zee geworden ?est, De Duitschers in Palestina Alleen weerbare Duitsche mannen worden geïnterneerd Overtuiging heerscht dat hooge beginselen verdedigd moeten worden Echte haat tegen den Duitscher ontbreekt Tsjechische leiders te Londen IJveraar voor de toe nadering tot Engeland OOST PRUISEN AANVALSRICHTING DER DUITSCHE TROEPEN 0 40 80 100 km. (3979) S L O WA^VKIJE INDISCHE VOLKSRAAD Een drietal nood-ordonnanties ingediend VOORZIENINGEN INZAKE TANDHEELKUNDE Toelating van Nederlanders in Zweden PaRIJS, 9 Sept. (Havas). Ten aanzien Vftt> den dceld; oorlogstoestand ter zee is médege- »Op alle zeeën zijn de Fransche en en'"0'50'16 V'°'cn acXicfDeze eenvoudige dat k°r'C z'n van XieX eenige communiqué, Sepubliceerd is over de operaties ter zee, K 'ocl1 voldoende, om de enorme taak de r °°^en roePcn> die ten deel valt aan geallieerde vloten en die zij sedert bijna eek zonder ophef, maar zeer docl- een ti-cff, cnd, ten uitvoer leggen. beiri gaat er in c'e eerste plaats om voor de e vloten, die tezamen Het *ide •"acht een enorme manne- lii de V°rmen' welke nog versterkt zal worden helse) i:°mencie maanden (zooals men weet be- hin G aI'een al ilet Engelsche vlootherbewape- Sspiogram eincj lg40 j,et -n ,jjenst. st-ej. 'en van a heid nieuwe eenheid per week) de vrij- vaart°P de zeeën te verzekeren tegen de kaap- Pen c'oor ^e Duitsche oppervlakte-sche- of duikbooten wordt geveerd. he^2^r,ve vriJheid ter zee te verzekeren, zullen de ind .rc^e vl°ten het mogelijk maken, dat ten I^astrieele grondstoffen en voedingsproduc- krans", de geheele wereld toevloeien naar de Veilig en Engelsche havens. Zij zullen de die p verzekeren van de Engelsche troepen, Over.!rcileePt worden op 't vasteland en den heelenri 061 koloniale troepen, die uit alle Schp beide onmetelijke Fransche en Brit- Hij Tre*drijken komen, dog (j e taak van essentieel belang komt dan Zeifdp6. taalc Duitschland te berooven van die- X^n^St\ieele en voedingsgrondstoffen door dllbbel1 Havens streng te blokkeeren. Deze vergeme laak der beide vloten wordt grootelijks tijksk, 3 door de zeer °ngunstige aard- heutr ufi.ge -*igSing van Duitschland'en door de "binst van Itaüë en Japan, die op zijn Vp Moreel de zware hypotheek opheft op die t Hdingen in de Middellandsche Zee en Ver,.Ben tuiuete gedeeltelijk de eskaders in het e Oosti die 2°oals ten vrij kan maken, men weet zijn de geallieerde eskaders, tornen sneiste schepen omvatten (de Fransche teco |0k°otjagers houden het wereldsnelheids- diet VOor oorlogsschepen) en de linieschepen geSc>) grootste tonnage en met het zwaarste door ij bovendien nog vóór de crisis versterkt ÊnSp1 vorming van z.g. reserve-eskaders. Het Scho s°be eskader nam deel aan een vloot teen tijdens de laatste Britsche vlootrevue, 8drrii °men door Kon™& George, die daarbij Liarlan aan zijn zijde had, den chef n Franschen generalen marinestaf. Heeds hed in de eerste uren der vijandelijk- en is de blokkade ter zee van Duitsch- and doeltreffend geweest Inderdaad heeft bitschland slechts één enkelen uitgang aar de open zee, de Duitsche Bocht, een S°°rt venster van slechts 190 K.M. breedte, 5schen het eiland Borkum aan de grens hbr Nederlandsche territoriale wateren en h®t eiland Sylt, dicht bij de Deensche kust 'd het Noord-Oosten. En dit venster opent Zelve op een soort nauw plein, de Noordzee, Melker schaarsche uitgangen als het ware a gegrendeld worden door de enorme En- ^Ische vlootstrijdkrachten. Haar is in de eerste plaats in het Zuid- 60 Fransche en het Nauw van Calais, dat slechts jv breed is en tusschen de Selsche kust is gelegen. In den oorlog van 1918 hebben de geallieerden dezen door is nauwlettend en doeltreffend bewaakt en ,fs dwars daaroverheen een ononderbroken Pn,_en gespannen van netten en mijnen. Geen ijo Gl Duitsch schip, zelfs geen onderzeeër, kan Pen door het nauw van Calais heen te komen. pj, h het Noorden van het groote Britsche and ligt vervolgens de Firth van Pentland, Pj, nauwe doorgang, bezaaid met rotsachtige la anden tusschen de kaap Duncansby in Schot- a« en de eilandengroep der Orkaden. j^Hen tweede doorgang, 100 K.M. breed, ligt j °rdelijker tusschen de Orkaden en de Shet- bdeilanden. Beide doorgangen worden gemak- 'Jk bewaakt door patrouilleschepen en lichte hheden. Hen ruimere poort staat nog Noordelijker open jbssehen Unst, het laatste eiland van de Shet- ndgroep en de Noorsche kust langs een lijn. e uitkomt eenigszins ten Noorden van de e P°te Noorsche haven Bergen. Deze poort hter is ronduit op het Noorden geopend en s°hepen die er doorheen zouden varen zou- j h afdrijven naar de kusten van IJsland, die alle seizoenen gevaarlijk zijn tengevolge van 'stbanken en drijvend ijs. L °ch was dit de weg, dien eenige Duitsche - ï>ers gedurende den laatsten oorlog namen. "middellijk daarop is de Britsche bewaking )jpar krachtig ingezet. Daarom ook is sedert het Sill van de week de Noordzee, vroeger een mrst druk bevaren zee met visschersvloten (j b alle nationaliteiten en met het verkeer van f havens Antwerpen, Liverpool, Rotterdam, msterdam. Bremen en Hamburg, de grootste LONDEN, 8 Sept. (Havas). Alleen weer de Duitsche mannen zijn in Palestina gein- Duitschers in Palestina genieten een volle re vrijheid in de districten, waar zij ook in wvvone tijden verblijven. De minister voegt hier aan toe. dat de inter neringskampen ruim en hygiënisch «at VOCÜ zt)n de geintemeerden behoorlijk worden en ge- wereldhavens aan deze Noordzee, welke de aardrijkskunde „industrieele zee" genoemd had, een doode zee geworden. De diepten die zelden grooter zijn dan 100 meter, zijn van beide kan ten met mijnen belegd. Over de golven vliegen alleen verkenningseskaders en bombardements vliegtuigen, terwijl onderzeeërs door de diepe doorgangen glippen. Geen enkel Duitsch schip vaart de Duitsche bocht uit binnen den blokkadecirkel en daar buiten hebben de talrijke vrachtbooten en mail schepen van Duitschland, die verrast zijn door den oorlog, de hoop volledig opgegeven ooit nog' weer de thuishavens te kunnen bereiken. In de geheele wereld nemen zij de wijk naar neutrale havens. Alleen al in Vigo, de Spaan- sche haven aan de Gallicische kust, waarlangs voor wat hij als dictator dbet of misdoet. Het Duitsche volk heeft hem geduld, en zou hem dulden zoolang hij den weg der zegepraal gaan kon; er is geen verdienste in, zoo het hem gaat loochenen als de fortuin hem eindelijk den rug toekeert." Dit kan al dan niet juist zijn, maar zeker is het op het oogenblik niet de meening van den gemiddelden Engelschman- Wanneer u gezegd wordt dat hier echte haat tegen Duitschland, tegen het Duitsche volk Opgelaaid is. wees er dan verzekerd van dat men niet naar waarheid spreekt. Maar er heerscht zeer zeker een aan haat verwant gevoel tegen Hitier en diens mede werkers, en wanneer wij zekere passages aan haalden uit hoofdartikelen van bladen die zeker nooit .schreeuwers" geweest zijn, dan zoudt gij aarzelen dezen in dit blad af te drukken. De Engelschen zijn moeilijk in beweging te brengen. Zij zijn geen enthousiasten, gelijk veel continentale volken. Maar zij hebben één zeer bijzonderen geest. Op zeker oogenblik schrikken zij op. Er is een „zaak" te verdedigen, een be ginsel en dan een van die beginselen, waar-- in de verte de groote zeeroute loopt van den i 0p (je vrije en verdraagzame Engelsche samen Atlantischen Oceaan, waarover een derde deel van het wereldverkeer vaart, liggen 54 vracht booten met de hakenkruisvlag en met in totaal een tonnage van 180.000 ton. In de Japansche havens zijn schepen met een tonnage van te zamen 60.000 ton eveneens tot bewegingloosheid gedoemd en onder deze schepen bevindt zich het mailschip voor de groote vaart „Scharn- horst" Onze correspondent te Londen schrijft: Zelfs in de dagen van Napoleon kan onder het Engelsche volk niet zóó volmaakte eens gezindheid geheerscht hebben ten aanzien van het doel, waarvoor Engeland ten oorlog trekt. Tóen was het radicalisme, onder leiding van Fox, nog ervan overtuigd dat de revolutie de ware vrijheid gebracht had. en hij telde zijn volgelingen bij honderdduizenden, en onder dezen bevond zich de hoogste intelligentie des volks. Gelijk zoo vaak, vergiste ook toen de in telligentie zich. Thans heerscht er slechts één strooming, en géén tegenstrooming, hoe zwak ook. Ook in Augustus 1914 kon dit niet in zoo volstrekte mate gezegd worden als in Sep tember 1939. Er heeft niet, gelijk 25 jaren geleden, in den eigenlijken zin van het woord een „anti- Duit- sche" uitbarsting plaats gehad in de gemoe deren. Zeker zijn er velen die zeggen: ,,Het- Duitsche volk heeft Hitier aan de macht ge bracht; het is in zijn geheel verantwoordelijk leving steunt. Dan worden zij onweerstaanbaar; dan is er iets schrikwekkends in hun kouden nuchteren toon. Engeland, van den koning en den Eersten Minister af, tot den geringsten onderdaan toe, is besloten een kruistocht" te ondernemen te gen het Hitlerisme, tegen het Naziïsme. Dit is het, wat het volk bezielt, terwijl felle haat tegten de Duitschers ontbreekt. Velen zien integendeel in de groote massa van het Duit sche volk Engelands bondgenoot in dezen strijd tegen datgene wat Chamberlain vol afschuw „intolerable" genoemd heeft. Een Duitsche uitgewekene te Londen geen Israëliet, zoodat men hem niet aanziet dat hij een „bevriende" Duitscher is heeft zich juist tegenover ons met groote waardeering uitge laten over de houding der Engelschen. Hij spreekt de taal vrij goed, maar met een sterk Duitsch accent. Nergens heeft hij moeilijkheden of onaangenaamheden ondervonden. De over heden, bij wie hij zich als „vijandelijke vreem deling" vervoegen moest, waren een en al wel willendheid. De door Dr. Benesj uitgevaardigde oproep, waarvan de tekst op strekking u ongetwijfeld bekend is, brengt geen onmiddellijke verandering teweeg in de positie, welke Tsjecho-Slowakije ten aanzien van den oorlog inneemt. Dr. B'enesj bevindt zich sinds geruimen tijd reeds te Londen, waar hij zijn officieele woon plaats heeft. Een ambtelijke positie neemt hij evenwel niet in, aangezien hij na de conferen tie van München* aftrad als president der Re publiek. In aanmerking moet evenwel genomen dat de Britsche regeering de door Hitler in Maart tot stand gebrachte inlijving nooit er kend heeft, en dat het Tsjechische gezantschap te Londen, onder een zaakgelastigde, vollen di plomatieken status behouden heeft. Thans bevinden zich te Londen de Katho lieke Tsjechische leiders Mgr. Sramek, Pater Halla, Pater Dr. Doornik en Dr. Al fred Fuch, en de mogelijkheid bestaat, dat als de tijd hiertoe rijp is, een Nationale Raad onder Mgr. Sramek gevormd zal wor den; deze zou dan ongetwijfeld door de Britsche regeering erkend worden als een lichaam, dat het Tsjechische" volk vertegen woordigt. Opgemerkt moet worden, dat wèl Duit schers en Oostenrijkers, doch niet Tsjechen als vijandelijke Onderdanen" gelden. Ook ver buiten het ontwrichte Europa, waai de lont in liet kruit werd gestoken en het oorlogsgerucht de luchten vult, weerspiegelen zich de gebeurtenissen dezer bewogen dagen. Dagelijks vernemen wij hoe veelal nauwelijks bekende landen en landjes hun houding heb ben bepaald ten aanzien van de strijdende Europeesche naties, hetzij door met nadruk hun neutraliteit bekend te maken, hetzij dooi een der strijdende partijen van hun sympa thie of steun te verzekeren. Ook in den boezem van het parlement der Unie van Zuid-Afrika ontstond deining met de betrekkingen tusschen dit land en Duitschland als inzet. Een bewo gen zitting en een stemming waren het gevolg en het resultaat van deze stemming, het be sluit om de betrekkingen met het Duitsche Rijk te verbreken, noopte den eersten minis ter van Zuid-Afrika, Hertzog, tot aftreden. Waarop generaal J. C. Smuts met de vorming van een nieuwe regeering belast werd. Jan Christiaan Smuts hij behoort tot de weinigen wier namen een bekenden klank had den in de dagen van den wereldoorlog, waar aan wij opnieuw op zoo navrante wijze wor den herinnerd en wier prestige in de tientallen jaren die sindsdien verstreken, nog maar nau welijks iets heeft ingeboet. Generaal in den Boerenoorlog, veldheer en staatsman, krach tige figuur van Nederlandschen stam, na den oorlog enthousiast voorstander van een ver zoening met Engeland en zegevierend veld heer in de bekende campagne tegen Duitsch- Oost-Afrika, zoo kennen wij Smuts en zoo vestigde hij een reputatie die tot verre ge bieden doordrong. Geboren op 24 Mei 1870 in Riebeek West, Kaapprovincie, vertrok de zestien-jarige Smuts in 1886 naar Stellenbosch om zich daar te doen inschrijven aan het Victoria College en er letteren en natuurwetenschappen te studee- ren. Reeds toen schreef hij voortreffelijke op stellen en essays, waarvan er een geplaatst werd in het Zuid-Afrikaansch tijdschrift. Vervolgens studeerde hij rechten in Cambridge om in 1895 te repatrieeren. Op het oogenblik dat het Hooggerechtshof in Kaapstad hem tot de balie toeliet, concentreerde zich de alge- meene belangstelling op den historischen Ja- meson-inval en de figuur van C. J. Rhodes. Tot degenen die, nog wel in 't openbaar, tegen Rhodes optraden, behoorde Smuts. Niet lang daarna zien wij hem in Transvaal, waar hij eind September 1896 tot de balie werd toe gelaten om zich in betrekkelijk korten tijd in Johannesburg een voortreffelijke reputatie te verwerven. Reeds wachtte hem een open bare functie: na het aftreden als staatssecre taris der Zuid-Afrikaansche Republiek van W. J. Leyds, werd hij tot staatsprocureur be noemd, nadat president Kruger's aandacht eenmaal op hem gevallen was. Kort voor het uitbreken van den oorlog met Engeland in 1899 werd hij staatssecretaris. Daarin verhinderd door zijn veelomvattende ambtsbezigheden, nam hij aanvankelijk niet zelf aan den oorlog deel (in samenwerking met Reitz schreef hij in die dagen zijn bekende bro chure „Een eeuw van onrecht"), totdat hij het bevel op zich nam van een vrijcorps en als op perbevelhebber in 1901 met succes het com mando over de Boerentroepen in de Kaapkolonie voerde. Na den vrede van Vereeniging (in 1902 geslo ten). wijdde hij zich voornamelijk en in sa menwerking o.m. met generaal Botha aan den opbouw van zijn totaal ontwricht volk. Zoo zag de eerste politieke organisatie ,,Het VOlk" het licht, die zijn verzoeningscampagne op touw zette ten einde de felste tegenstanders, zij die tot 't bittere einde" wilden doorzetten en zich derhalve „bitter- einders" zagen genoemd, en de „vredestichters" tot elkander te bréngen, ten einde langs den eenig mogelijken weg, dien der volkomen eendracht der gelederen, tot her-op- bbuw der samenleving te geraken. Onvermoeid en energiek streefde Smuts naar het zelfbestuur dat inderdaad in 1905 verleend werd. Minister van Binnenlandsche Zaken in het ministerie-Botha in 1907, ijverde hij met inzet van alle krachten voor een totstandkoming van een Unie met de andere Britsche kolonies er. zijn pogingen hadden succes: in 1910 werd de Unie van Zuid Afrika gesticht (op 31 Mei). Botha werd opnieuw premier, Smuts minister van Justitie, later van Oorlog. In deze functie begon hij aan de vorming van een krachtig en gedisciplineerd Zuid-Afrikaansch leger. Tben kwam 1914 en de wereldoorlog brak uit. Terwijl De Wet en andere Transvalers zich tegen deelneming hardnekkig verzetten, waren Smuts en de zijnen daartoe juist vast be sloten. Een opstand der Boeren, die de gelegen heid gunstig achtten, brak uit, maar de Botha- regeering zag kans die met geweld te onder drukken- Als bevelvoerder van de Britsche troepen in Z.-W.- en Duitsch-Oost-Afrika organiseerde Smuts de, zij het ten koste van groote verliezen verwezenlijkte verovering van dit laatste gebied. In 1917 vertrok hij naar Lbnden, waar hij deel uitmaakte van het oorlogskabinet. Twee jaren van belangrijke Europeesche bemoeiingen volg den; het was Smuts die het denkbeeld van een Volkenbond ontwikkelde en tal van internatio nale besprekingen voor den vrede voerde. Ook Smuts teekende het Vredesverdrag van Ver sailles, maar niet weinig opzien baarde hij toen hij na zijn handteekening te hebben gezet, ter stond een protest tégen het verdrag voorlas en uitdrukking gaf aan zijn wantrouwen tegen de regeling die daarin ten aanzien van Centraai Europa was vervat. Botha stierf in 1919 en Smuts, teruggekeerd in zijn vaderland, volgde hem op. In 1924 leed hij met zijn partij, de Zuid-Afrikaansche Partij een nederlaag tegen de nationalisten, waarop hij als premier aftrad en op zijn beurt door gene raal Hertzog werd opgevolgd. Nochtans zou het lang duren voor en aleer de strijd tusschen de beide boerengeneraals beslecht was; dat gebeur- c,e eerst in 1933, toen de samenwerking tusscher. beide partijen in een coalitie-regeering tot stand kwam, Hertzog premier en Smuts minister van Justitie werd. Twee jaar later, in Februari 1935, vestigde Smuts nog eens bijzonder sterk de aandacht op zich door in een te Kaapstad uit gesproken rede te verklaren, dat tegenover Japan een hechte samenwerking tusschen Engeland, zijn dominions en de Vereenigde Staten geboden was. En thans ziet de „oude man der Unie" zich met zijn nieuwe regeering wederom een zware taak gesteld in het licht van de gebeurtenissen in Europa, die tot de vorming van deze regeering geleid hebben. Reeds gistermiddag zouden de Duitsche troe pen, volgens berichten uit Duitsche bron, War schau zijn binnengedrongen. Polen sprak later dit bericht tegen en de burgemeester van Warschau, tevens commandant der civiele ver dediging, heeft gisteravond door de radio ver klaard, dat de stad zich tot het uiterste zal verdedigen. Van den Duitschen kant echter werden gisteravond, op de golflengte van den Warschauschen zender, aan de burgers der stad reeds instructies gegeven, hoe zij zich bij het binnentrekken der Duitsche troepen, dat heden ochtend zou plaats hebben, moeten gedragen. Zal Warschau zich tenslotte verdedigen oi zal het worden overgegeven? Tot nu toe hebben de Polen op hun terugtocht hun eigen steden blijkbaar zooveel mogelijk gespaard. De Duit schers hebben bijv. gemeld, dat de Silezische industriecentra niet vermeld waren en dat het werk vrijwel onmiddellijk kon worden hervat Schreven de Duitschers dit feit toe aan de haast, waarmee de Polen waren teruggetrokken, zoodat zij geen tijd zouden hebben gehad om alles te vernielen, waarschijnlijker lijkt het want voor vernielen heeft men niet veel tijd noodig dat de Polen hun eigen gebied zooveel mogelijk willen sparenin de hoop, het weer terug te krijgen. Of Warschau heden in Duitsche handen zal zijn, is dus nog een open vraag. Sommigen meenen, dat de stad zich, evenals Madrid, lan gen tijd kan verdedigen, waarbij echter op te merken valt, dat Madrid zich verdedigde tegen Spanjaarden, die het zelf niet wilden vernielen. Het gebruik van de radio, dat w'ij hierboven noemden, is een nieuw trekje uit den aether- oorlog; de radio wordt hier een wapen, waar mee men een stad tracht in te nemen, nog vóór de tanks er zijn. Op haar gebruikelijke terrein, de propaganda, is de radio-oorlog levendiger dan ooit. Als men Fransche of Engelsche berichten en beschouwin gen In den aether hoort, komen zij meestal van een Duitschen zender; hoort men Duitsch, dan komt het vaker uit Frankrijk of Engeland dan uit het Derde Rijk. En dat gaat zoo verder in 't Italiaansch, Russisch, Spaansch, Tsjechisch enzoovoorts. Ieder spreekt alle talen behalve zijn eigene, en het accent der sprekers is vaak bedriegelijk volmaakt, zoodat men alleen aan den inhoud de herkomst kan herkennen. Het is een omgekeerd Babel; iedereen ver staat nu iedereen, althans wat de taal betreft. Men vraagt zich nu verwonderd af, waarom er tot voor kort bij elke internationale conferentie een collectie tolken aanwezig moest zijn om de staatslieden voor elkander verstaanbaar te ma ken. Nu sprak bijv. Chamberlain door den aether in het Duitsch tot de Duitschers. Als Babel dé volken verstrooid heeft, dan beteekent dit anti- Babel eigenlijk iets goeds voor hun verbroede ring: de menschen verstaan elkaar, en men behoeft nu „alleen" den inhoud van wat zij zeg gen nog wat in overeenstemming te brengen. Maar men zou ook kunnen zeggen, dat deze radio-oorlog de schrilste weerlegging is van die beschavings-optimisten, die meenden, dat men de menschen alleen met technische middelen ook geestelijk nader tot elkander brengt. De oorlog ter zee heeft een wreeden slag toe gebracht aan ons eigen land. Bij zijn werkzaam heid ter beveiliging van onze kusten is een Ne- deriandsch schip in de lucht gevlogen en heb ben dertig Nederlandsche landsverdedigers het leven verloren. Het is een droevige ramp, die ons land treft; en de wreedheid van den oorlog komt wel verschrikkelijk tot uiting in zulk een vernietiging van vreedzame levens, die buiten den kring van het gewéld toch slachtoffer van het geweld worden. Op de wereldzeeën is intusschen de duikboot- oorlog in vollen gang. De Duitsche onderzeeërs, die den vorigen oorlog bijna beslisten, schijnen volgens Britsche berichten reeds vroegtijdig hun posities in de Oceanen te hebben gekozen, en van dag tot dag zinken er schepen. Het is wel waarschijnlijk, dat de Britsche vloot binnen eenigen tijd dit Duitsche wapen zal kunnen be dwingen; de Duitsche onderzeeërs hebben nu niet, zooals in 1914'18, allerlei bases tot hun beschikking en de afsluiting ter zee van Duitsch land door de Britsche vloot is waarschijnlijk effectiever dan toen. Toch blijkt opnieuw de groote kracht van het duikboot-wapen, niet zoozeer in den zeeslag, als wel als voortdurende en geheimzinnige bedreiging. De zee is nog altijd wijd en onoverzienbaar; dat blijkt wel uit het feit, dat de „Bremen", die toch geen onderzeeër is, zich onzichtbaar heeft weten te maken, hetzr. zij ergens buiten de routes op den Oceaan zwélkt, hetzij zij in een Afrikaansche delta of een Noordlandsche fjord een schuilplaats heeft gezocht. Op diplomatiek terrein staat het probleem van de verhouding van Italië tot de oorlogvoe rende mogendheden nog steeds op den voor grond. Zoowel te Rome als te Parijs hebben gisteren de ambassadeurs resp. de ministers van Engeland, Italië en Frankrijk weer gecon fereerd. Een officieus Italiaansch orgaan legt den nadruk op de Britsche verantw'oordelijkheid voor den oorlog, terwijl het verklaart, dat Frank rijk de bemiddeling van Mussolini gebaseerd op een wapenstilstand in Polen zonder terug trekking der Duitsche troepen wèl had willen aanvaarden. Ook van de zijde der Duitsche pro paganda tracht men trouwens meer en meer een wig tusschen Frankrijk en Engeland te drij ven; ook de houding van Duitschland aan het Westfront houdt daarmee blijkbaar verband. Veel kans op succes kan men aan deze pogingen niet voorspellen; zij vormen echter weer een aspect van die diplomatieke crisis, die zich, naar wij gisteren reeds schreven, begint af te teeke nen en die waarschijnlijk voor het daglicht zal treden, als de Duitsche legers in Polen ver ge noeg gevorderd zijn. Intusschen breekt men te Rome de schuil plaatsen voor de luchtbescherming weer af! Een unicum op onzen aardbol en wellicht een goed voorteeken, niet alleen voor bijgeloovige Romei nen. DAflZIG MARIENWERDER KONiT RAUDE KVLM 4*-- OSTROt-EKf LAWA SCHNEIDEM /PRZASNYSK IECHANOW NOWROCHOW PLONS WLOCOAWEK^,C. L POSEN 0/artha 5KIERNIE WIC PlLlCA DEBLIN LISSA OSTROW 5 «ER ADZ RANDOM PETRIKAU EMPEN KIELCE TSCHENS SPOORWEGEN TO WIT Z KRAKAU TARNO JASLO BIELITZ X/////* SUCHA jrki ESCHEN EU-SANDEC Van het wachtschip Koningin Emma der Nederlanden" waait de vlag halfstok ten teeken van rouw om den mijnen veger „Willem van Ewijck" Evenals Denemarken, waar een tweetal bommen uit een vlieg tuig van een der oorlogvoerenden vielen op het stadje Esbjerg en doo- den maakten, heeft thans ook Neder land zijn eerste oorlogslachtoffers te betreuren. De ramp van den ondergang van H. M. mijnenveger „Willem van Ewijck", waarbij dertig opvarenden het leven verloren als slachtoffer van hun plicht ter verdediging van onze alzijdige onzijdigheid, herinnert er ons met een schok aan, dat de Euro peesche oorlog voor de neutrale sta ten niet enkel ongemak en kostbare uitgaven met zich mede brengt, maar ook offers kan eischen aan menschen- levens. Voor de treurende nabestaan den, voor H. M. Koninklijke Marine, en ten slotte voor heel ons in eensge zindheid, saamhoorigheid en sterke vaderlandsliefde vereenigde volk is dit een zware en droeve slag en een golf van innig mededoogen en oprech te deelneming en ook van diepe dank baarheid moet hen omgeven, die een zoo groot en zoo zwaar offer hebben moeten brengen in dienst van ons volk en ons vaderland. Wij bidden God, dat in de toekomst »wij voor dergelijke rampen verder ge spaard mogen blijven, maar indien zelfs nog zwaardere offers van ons zouden worden gevraagd, dan zullen wij die moedig en mannelijk hebben te dragen in het bewustzijn, dat zij gebracht zullen worden tengevolge van de nauwgezette vervulling van den hoogsten nationalen plicht. Allen, die niet de onmiddellijke geva ren loopen van onze gemobiliseerde land-, zee- en luchtmacht, mogen zich sterken aan het voorbeeld van de plichtsgetrouwe mannen van de „Wil lem van Ewijck" om zich de naar ver houding kleine opofferingen te ge troosten, die van hen moeten worden geëischt, en worden bezield tot nog grootere sympathie, moreelen en ac tieven steun aan de mannen, die wa ken voor de veiligheid van ons lieve vaderland in den storm van den oor log. BATAVIA, 9 Sept. (Aneta). Wederom zijn door de regeering een drietal nood-ordonnanties bij den Volksraad ingediend. Deze ordonnanties betreffen: A. De gedeeltelijke buiten toepassing stelling van de „Wet tot behoud van scheepsruimte 1939" en de „Zeeschepenvorderingswet 1939"; b. Het behoud in tijden van oorlog of oorlogs gevaar of andere buitengewone omstandigheden van voldoende scheepsruimte in het belang der Landsverdediging en Volkshuishouding. c. Het vorderen in tijden van oorlog of oor logsgevaar of andere buitengewone omstandig heden van voldoende scheepsruimte in het be lang der landsverdediging of volkshuishouding. De Duitsche opmarsch in Polen. De kaart is wegens het snelle oprukken der Duitsche pantsertroepen reeds iets verouderd. Zooals men weet bevinden zich de Duitsche troepen momenteel in de onmiddellijke nabijheid van Warschau. De Duitschers verwachten zelfs nog vandaag de Poolsche hoofdstad te kunnen innemen Bij beschikking van den minister van Sociale Zaken van 7 September is een commissie in gesteld, welker leden het vooronderzoek zullen leiden en het examen zullen afnemen, bedoeld in de wet van 13 Mei 1939, Staatsblad 801, tot nadere voorzieningen inzake de tandheelkunde. Benoemd zijn tot lid van deze commissie: A. in 't Veld,- arts, inspecteur van de Volksge zondheid te 's-Gravenhage (tevens voorzitter); B. J. Brugman, tandarts, te Voorburg (technisch leider); J. H. C. Riddering, tandarts, te Utrecht (tevens plaatsvervangend voorzitter)H. C. Kranenburg, tandarts, te Rotterdam (tevens plaatsvervangend technisch leider); E. Mijna- rends, tandarts, te Amsterdam; tot plaatsver vangend lid der commissie: L. J. M. Spooren- berg, tandarts, te Eindhoven; A. Edel, tand arts, te Amsterdam; tot secretaris der com missie; mr. J. H. Vergragt, werkzaam aan het Departement van Sociale Zaken, afdeeling volksgezondheid, te 's-Gravenhage. Nederlanders hebben van 5 September af voor toelating in Zweden een visum noodig moe ten zich bij aankomst daar te lande melden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 9