oe de Amerikaansche
vrouw zich kleedt
Het geheim
opgelost
BLOUSE EN ROK
Onze nationale
plicht
J—11
m m
pannen
Breit zelf Uw wollen kleeding
LEKO VENTILATOREN
I
n m ft
KLOOSTER II EIS
K
ZONDAG 10 SEPTEMBER 1939
»v m
Een Hollandsche in
Amerika vertelt ons:
C. KAHMANN vlh Directeur i d firma
Verlichtingsartikelen - Bronzen
NAAR HET ENG E L S C H
WE BREIEN EEN DEUX-
PlèCES
Van Neveda-wol
UIT nïl
UIT D lottcn en
17<4 CENT PER STUK
N. V. NEDERLANDSCHE
WOLSPINNERIJ
Heerengracht 483 - Amsterdam-C.
KENT
Dr. E. HOEKSTRA'S
BLOEDZUIVERENDE PILLEN
Vraagt Uwen winkelier
Voorkom die vuile plekken op
Uw deur of neem ze weg mei een
COLEO METALEN DEURPLAA?
TECHN. BUREAU „COLEO"
mnromM - - üssi ssssm --- i -
KIWI
-t—
snp-cmgppi;
Het wordt algemeen beweerd, dat de Ameri
kaansche vrouw zich uitstekend kleedt; en de
Amerikaansche vrouw is het zelf volkomen eens
met die bewering.
Het is inderdaad een feit dat iedere vrouw en
ieder meisje zonder uitzondering een vlotte ver
schijning is.
Toch zou ik niet zonder meer durven zeggen:
de Amerikaansche vrouw kleedt zich goed! Juis
ter is: de Amerikaansche vrouw wordt goed
gekleed. Door de confectie.
De confectie 's prima, de doorsnee Amerikaan
sche vrouw heeft een „confectie-figuur". het
gevolg is dus. dat verreweg de meesten haar
k'eeren kant en klaar koopen, inplaats van ze te
maken of te laten maken.
Dat de confectie prima is. beteekent niet dat
men schatten moet betalen voor een japon of
mantel. Integendeel!
Naast de vele goedkoope confectiewinkels heb
ben alle groote warenhuizen een speciale af-
oeeling. waar men rek aan rek japonnen, man
tels, rokken, blouses e.iz. vindt van één dollar,
van twee dollars, van drie. opklimmend tot ze
ven of acht dollar.
„Dat hebben wij in Holland ook"! za] men
zeggen. Zeker, dat hebben wij ook. Maar de
één-dollar japon doet niet onder voor de acht
dollar japon in coupe en snit. in kleur en
patroon, in de aandacht besteed aan een detail,
uie voor het oog de goedkoope japon even vlot
tn chic doet zijn als de duurdere keuze. Mate
riaal en afwerking zijn natuurlijk niet hetzelfde.
Als men een één-dollar japon gekocht heeft,
rnoet men thuis beginnen knoopen en druk
kers steviger vast te naaien, en de loshangende
di aden aan de zoomen vast te hechten.
Maar men heeft geen te wijde schouders in
te spelden, of een hinderlijke garneering af te
tornen.
De confectie zorgt er dus voor. dat de vrouw
zich vlot kleedt, de vrouw zelf moet er zorg voor
dragen, zich volgens haar persoonlijkheid te
kleeden. En dat is te veel gevergd van de Ame
rikaansche, die al haar ideeën uit magazines
en dagbladen haalt.
Jaren geleden heb ik eens gezien, hoe een
verspreide kudde schapen door een herdershond
in den stal gedreven werd. Wat nu al die ja
ren scherp in mijn geheugen is blijven hangen,
is het aardige gezicht van al die schapen
koppen, die als door den wind gedreven, zich
telkens gelijktijdig in verschillende richtingen
bewogen.
Dit beeld komt telkens weer in mijn herin
nering, als bij het wisselen der seizoenen de
gansche Amerikaansche vrouwenkudde plotse
ling en gelijktijdig tot in detail van uitrusting
verandert.
In het voorjaar dragen zij allen donkerblauw
of zwart, opgefleurd met wit: heel veel wit.
Manchetten en kragen, handschoenen en scarfs.
Draagt men een vilthoed, dan heeft ook de hoed
een witte garneering. In Juni, als het kwik in
den thermometer verraderlijk naar boven stijgt,
hangt men den voorjaarsmantel achter in de
kast, en men haalt alle zomerjaponnen te voor
schijn. Tot Juli kleedt men zich nu uitsluitend
in bedrukte japonnen: gestreept katoen in den
morgen, gebloemde zijde in den middag. Hoed,
schoenen en tasch zijn wit. Probeer niet op
dezen regel een uitzondering te maken en op
straat te verschijnen met een groenen hoed, de
kleur van uw japon! Men voelt zich als de
vreemde eend in de bijt.
In Juli en Augustus is het al wit, wat het oog
ziet. Witte japonnen, witte mantelpakken en
complets. In de zomermaanden is de Ameri-
Als de herfstregens komenverschuilen
■we ons in zoo'n regenjas met kap, die we
het aanstaande natte seizoen zullen zien
dragen. Het kapje doet denken aan den
zomerschen hoofddoek, waar we zoo noode
afstand van doen. Dat is het raffinement
van dezen vederlichten zijden regenman
telwanneer de capuchon is neergeslagen:
de warmkleurige voeringzijde, die in los-
vallende plooien dicht om den hals ligt
N Z. Voorburgwal 332 Tel. 33016 - Amsterdam
„Dank u, tantetje! Ja, ik geloof, dat ik mijn
plicht heb gedaan! De politie weet, dat ik een
jongedame op de vennen heb gevonden en meei
weten wij ook niet van haar. We kennen niet
eens haar naam, alleen de initialen „M. H." op
haar zakdoek zijn ons bekend."
„Ja, er zal een beetje geduld voor noodig zijn,
om de heele zaak opgelost te krijgen. Maar laat
haar eerst maar eens tot bewustzijn komen;
dan zullen wij wel verder zien."
„Wat zullen wij dan zien?"
„Den weg, dien wij moeten inslaan. Ten
slotte is het toch altijd God. die beschikt over
onze daden
„Wat hebt u toch een mooi geloof, tantetje!
Dat groote vertrouwen op Hooger Hand maakt
u tot een van de beste vrouwen, die ik ooit ge
zien heb!"
Zij bloosde als een jong meisje, maar zijn
aandacht werd nu afgeleid door de verpleegster,
kaansche vrouw op haar best, om een reden die
ik straks zal verklaren.
In den herfst, die van September tot half No
vember duurt, en die „Indian Summer" ge
noemd wordt, omdat de temperatuur meer zo-
mersch dan „herfstig" is, draagt men zomersche
kleeren van een donkere kleur. Stroohoed en
witte accessoires hebben volkomen afgedaan.
In den langen, kouden winter draagt iedere
vrouw, die graag goedgekleed wil zijn (en dat
willen alle) een bontmantel over haar dunne
japon. Bontmantels kan men niet in den één
dollar winkel koopen, maar men koopt ze op
afbetaling, evenals de radio en den auto en de
stofzuigmachine.
De onpersoonlijke en uniforme wijze van klee
den kan men niet bewonderen, maar in menig
opzicht kunnen wij Hollandschen een goede les
ieeren van onze Amerikaansche zusters.
De Amerikaansche neemt namelijk enkele
grondprincipes in acht, waarin het heele ge
heim ligt van haar aantrekkelijke persoon.
Ten eerste: haar gansche uitrusting vormt
altijd een zéér harmonieus geheel. Zij besteedt
evenveel aandacht aan de details, als aan de
japon zelf. Zij weet, dat een scarf, een ceintuur
één opvallend sieraad, een quasi nonchalant
jasje de „smart touch" geeft, of.... het geheel
hopeloos kan bederven.
Ten tweede: de Amerikaansche kleedt zich
altijd correct volgens de omstandigheden. Zij
zal geen sportieve kleeding dragen op een for-
meele gelegenheid. Zij zal 's morgens niet in
zijde en 's middags niet in katoen verschijnen.
Zij zalthuis in het huishoudelijk werk een
„housedress" dragen, even onberispelijk van snit
en keurig en frisch als de rest van haar gar
derobe.
Men zal nooit de gastvrouw zien, die zich
formeeler kleedt dan de gasten.
Nooit de „sportgirl", die gaat tennissen in
de japon die ze ook naar kantoor droeg. Nooit
de huismoeder, die haar oude „beste" jurken
in huis afdraagt, en er daardoor maar al te
dikwijls als een sloof uit ziet.
Ten derde: onder welke omstandigheden ook,
op welk uur van den dag ook, de Amerikaan
sche ziet er niet alleen correct uit, wat haar
kleeding betreft, maar ook onberispelijk en
frisch wat haar persoon betreft. Het lijkt, of
zij vijf minuten geleden uit de badkamer is
gestapt en of zij heur haren den vorigen dag
een shampoo heeft gegeven.
Nu ligt het geenszins in mijn bedoeling om
een lans te breken voor de overdreven zorg,
die de Amerikaansche vrouw ter verfraaiing aan
haar uiterlijk besteedt. Men zou gaarne alle
kosmetieken uit dit land willen bannen, al
was het alleen maar, om bakvisschen van veer
tien—vijftien jaar niet met geverfde lippen en
nagels te zien loopen.
Maar wij kunnen wel het eerste en voor
naamste gebod opvolgen, dat iedere Ameri
kaansche nauwgezet in acht neemt omtrent
de zorg voor haar persoon: gebruik water en
zeep! Het dagelijksch bad is een gewoonte, die
tot in de lagere klassen is doorgedrongen. Het
dagelijks verwisselen van lingerie eveneens.
Bovendien vertellen advertenties in magazines
u meer dan duidelijk, dat het dagelijksch bad
alleen niet voldoende is om u onder alle om
standigheden frisch te houden. Er zijn huid
poriën, die extra verzorging noodig hebben,
en er zijn crèmes en poeders te over in den
handel, die dezelfde uitwerking hebben als
Odorono.
Het kantoormeisje of het dagmeisje, dat zich
in dit opzicht niet in acht neemt (om niet te
spreken van haar algeheele zindelijkheid!) legt
zichzelf een grooten hinderpaal in den weg om
een betrekking te krijgen.
De groote, maar niet overdreven zorg voor
haar persoon apprecieert men ten volle in de
zomermaanden, als de Amerikaansche in pastel-
kleurig katoen of in witte zijde de warme dagen
doorbrengt.
Men ziet nooit een smoezelige of gekreukelde
japon. Men ziet nooit groezelige handschoenen,
of witte schoenen, die nog vuil van „gisteren"
zijn.
Men ziet nooit handen, die men graag onder
de kraan zou willen houden; men betreurt
het nooit, dat men geen eau-de-cologne heeft,
om de reukorganen te verdooven!
Frisch en gesoigneerd is de Amerikaansche
vrouw zelf. Schoon en verschgestreken haar
japon. „Kraakzindelijk", denk ik, en het doet
mijn Hollandsch hart goed.
Wanneer u ooit in Marken of Alkmaar een
speciaal vrouwentype ziet, dat de aandacht
trekt door haar slank, athletisch figuur, door
haar vlotte, opvallende kleeding, die in volko
men overeenstemming is met de pittige, onder
nemende uitdrukking in de oogen, dan kunt
u er zeker van zijn dat zij een Amerikaansche
is, en dat haar millioenen zusters in Amerika
even quasi-nonchalant, even gedurfd en even
aantrekkelijk in houding en kleeding zijn als zij.
PEP.
Benoodigd materiaal: 350 gram Neveda Mylady;
3 knoopen; 1 overtrekgesp; 1 paar INOX brei
pennen No. 3%.
Er komen 21 steken op 10 c.M.
Rugpandopzetten 91 steken.
Ie »/m. 6e teer: 1 recht, 1 averecht heen: 1 r.
die zachtjes op hem toetrad.
„Wel, zuster?" vroeg hij.
„Ze spreekt nu heel duidelijke taal. Niet dat
ik geloof, dat zij al volkomen bij is, maar ik
meende, dat ik u toch moest waarschuwen."
„Ja, natuurlijk."
Hij volgde haar vlug en trad, uiterlijk zeer
kalm, de ziekenkamer binnen. Toen hij naast
het bed plaats nam, trok de zuster zich terug.
Madge He&thcote lag bleek en uitgeput ach
terovergeleund in de kussens. Het zware haar
omlijstte een peinzend gezichtje; haar oogen
leken onnatuurlijk groot en schitterend. Zij
scheen door den dokter heen te willen kijken,
zijn diepste gedachten te willen lezen.
„Wie is u?" fluisterde zij.
„Stephen Harcourt heet ik."
„Wie is Stephen Harcourt?"
„Een dokter; een dokter, die u behandelt."
„Ben ik dan ziek geweest?"
„Zéér ziek!"
„Hoe lang?"
„Tien dagen."
„Is u een vriend of een vijand?"
^Een vijand?Hoe komt u er bij?Een
vriend natuurlijk!"
„Ik heb u al eerder gezienMaar waar?
....Ik ken uw stem. Hoe komt dat?"
„Denk eens even; misschien herinnert u zich
nog wat van mij?"
„Ik herinner mij enkel een 'groote, verlaten
vlakte, die in een nevel gehuld was."
„Juist. U was verdwaald op die vlakte. Her
innert u zich niets méér?"
,,'t Was er heel donker. En toen kwam daar
1 a. terug. Er is nu een gcrstekörrel randje ont
staan.
7e t/m. 12e toer: recht heen, averecht terug.
13e toer: 7 r„ 4 x (1 a., 1 r„ 1 a., 1 r„ 1 a., 13 r.),
1 a,, 1 r„ 1 a., 1 a., 1 a„ 7 r.
14e toer: 8 a„ 4 x (1 r„ 1 a., 1 r„ 15 a.), 1 r.,
1 a., 1 r„ 8 a.
15e toer: als toer 13.
16e toer: averecht.
17e t/m. 20e toer: recht heen averecht terug.
Toer 1 t/m. 20 steeds beurtelings herhalen, zoo
dat een sleepm'otief ontstaat. De 5 steken gerste
korrel in het recht heen, averecht terug gebreide
moeten dus steeds boven elkaar vallen.
25e, 33e, 41e en 49e toer: aan begin en eind
2 st. samenbreien.
61e, 69e, 77e, 85e, 93e, 101e en 109e toer: aan
begin en eind 1 st. meerderen.
117e en 118e toer: eerste 5 st. afkanten voor
het armsgat.
119 t/m. 124e toer: eerste 2 st. afkanten.
Doorbreien in motief zonder minderen t/m.
174e teer.
175e t/m. 180e toer: eerste 8 st. afkanten.
181e toer: restant, afkanten.
Voorpand: Wordt gebreid als rugpand t/m.
115e teer.
116e toer: 52 breien, omkeeren. Op deae 52 st.
in motief doorbreien voor de rechterschouder.
118e toer: eerste 5 st. afkanten.
120e en 122e toer: eerste 2 st. afkanten.
123e toer: 2 br„ 3 st. afk. voor het le knoops
gat, toer uitbreien.
124e toer: eerste 2 st. afkanten. toer uitbreien
en boven de afgekante steken 3 nieuwe opzetten.
139e en 155e toer: het 2e en 3e knoopsgat in-
breien.
161e toer: eerste 8 st. afkanten.
163e, 165e en 167e toer: eerste 2 st. afkanten.
169e, 171e en 173e toer: eerste steek afkanten.
176e. 178c en 180e toer: eerste 8 st. afkanten.
Langs de knoopsgatenkant lussen opnemen en
aan de verkeerde kant van het werk afkanten.
Linkerschouder: is het spiegelbeeld van de rech
terschouder, echter zonder knoop.s V/ten. terwijl
aan de kant van het split 7 st. bijopgezet worden,
bij wijze van onderslag.
Korte Mouw: opzetten 4 steken.
le t/m. 32e toer: aan het eind van de oneven
toeren 1 en aan het eind van de eten toetent 2 st.
bijopzetten is het streepmotief als volgt be
schreven:
le t/m. 6e toer: recht, heen. averecht terug.
7e t/m. 12e toer: gerstekorrel breien.
13e t/m. 18e toer: recht heen, averecht terug.
19e toer: 1 r„ 1 a„ 13 r„ 2 x (1 a., 1 r.), 1 a„
11 r„ 1 st. bijopzetten.
In het streepmotief zooals in het rugpand is
beschreven doorbreien.
Na de 32e toer wordt alleen aan het eind van
de oneven toeren 1 st. bijopgezet t/m. 57e toer.
80e t.m. 106e toer: tan het begin van de even
toeren 1 st. afkanten.
107e t/m. 137e toer: aan het begin van de on
even 2 en aan het begin van de even toeren 1 st.
af kanten.
138e toer: restant af kan ten.
Langs de onderkant van de mouw 51 lussen
opnemen voor de manchet. Aan de verkeerde kan.
van het werk beginnen te breien.
11e t/m'. 14e toer: recht heen. averecht terug,
terwijl in de 6e toer aan begin en eind 1 steek
wordt gemeerderd.
7e toer: 6 r„ 2 x (1 a., 1 r„ 1 a., 1 r„ 1 a„ 13 r.),
1 a., 1 r„ 1 a., 1 r„ 1 a„ 6 r.
8e toer: 7 a„ 2 x (1 r„ 1 a„ 1 r„ 15 a.), 1 r„
1 a., 1 r„ 7 a.
9e toer: als toer 7.
10e toer averecht.
11e t/m 14e toer: recht heen, averecht terug,
terwijl in de 12e toer aan begin en eind 1 st.
wordt gemeerderd.
15e t/m. 19e toer: gerstekorrel breien'.
20e toer: afkanten.
Lange Mouw: Opzetten 6 steken.
le t/m. 42e toer: aan het eind van de oneven
toeren 1 st. en aan het eind van de even toeren
4 st. bijopzetten in het streepmotief als volgt
beschreven.
le t/m. 6e toer: recht heen, averecht terug.
7e t/m. 12e toer: gerstekorrel breien.
13e t/m. 18e toer: recht heen, averecht terug.
19e toer: 1 r„ 1 a.. 1 r., 1 a„ 2 x (13 r„ la.,
1 r„ 1 a„ 1 r„ 1 a.), 11 r„ 1 st. bijopzetten.
In het streepmotief zooals in het rugpand is
beschreven doorbreien.
Na de 42e toer wordt alleen aan het eind van
de oneven toeren 1 st. bijopgezet t.m. 57e toer.
82e t/m. 96e toer: aan het begin van de even
toeren 1 st. afkanten.
97e t/m. 138e toer: aan het begin van de on
even toeren 4 st. en aan het begin van de even'
toeren 1 st. afkanten.
139e toer: restant afkanten.
Kraag: Opzetten 61 steken.
le t/m'. 10e toer: recht heen, averecht terug.
11e toer: "10 r„ 2 x (1 a., 1 r„ 1 a., 1 r„ 1 a„
13 r.), l a., 1 r„ 1 a„ 10 r.
12e toer: 11 a„ 2 x (1 r„ 1 a., 1 r., 15 a.), 1 r.,
1 a., 1 r„ 11 a.
13e toer: als toer 11.
14e toer: averecht.
15e t/m. 18e toer: recht heen averecht terug.
19e t/m. 23e toer: 'gerstekorrel breien.
Langs beide zijkanten van de kraag 14 lussen
opnemen.
24e toer: afkanten.
Ceintuur: Opzetten 150 steken.
le t/m. 13e toer: gerstekorrel breien.
14e toer: afkanten.
Alleen deelen onder een' vochtige doek luchtig
oppersen. Naden aan elkaar naaien. Mouwen1 in-
gerimpeld inzetten. Manchetten omslaan en even
vastzetten. Kraag langs de hals naaien.
Knoopsgaten omfestonneeren. Knoopen aan
zetten. Gesp omhaken en aan de ceintuur naaien.
Lusjes in de taille maken voor de ceintuur.
ineens uw gelaat uit de duisternis te voorschijn
en door de stilte klonk uw stem. Misschien
heeft u tegen mij gesproken?"
„Ja, ik heb tegen u gesproken, maar u kon
mij niet antwoorden. Toen heb ik u naar huis
gebracht. U bent nu in mijn huis en daar bent
u heel veilig."
Dit zei hij, om haar gerust te stellen, want
er lag angst in haar oogen. Ook sprak hij heel
langzaam en duidelijk, opdat de beteekenis van
zijn woorden goed tot haar zou doordringen.
„U hoeft zich in geen enkel opzicht ongerust
te maken. U bent volkomen veilig in het huis
van dokter Harcourt te Cumberfield."
„Volkomen veiligHeeft u mij hierheen
gebracht?"
„Juist. En zeg mij' nu eens uw naam?"
In de grootste spanning wachtte hij haar
antwoord af; hieruit toch zou blijken, of ze
weer bij bewustzijn was of niet.
„O, paps, paps! Wilt u mij nu heusch wijs
maken, dat u den naam van uw Madge niet
meer kent?"
„Kom, kijk nu eens goed. Je weet toch wel,
dat ik je vader niet ben. Denk nog eens even."
Zonder het zelf te bemerken, was dokter Har
court vertrouwelijk met haar geworden en tu
toyeerde hij haar.
„Mijn hoofd doet pijn, ik kan niet denken.
Kwel mij nu maar niet langer en wensch mij
goeden-avond. Anders kan ik niet in slaap ko
men," zuchtte het meisje.
„Zoo? Wilde je dat zoo graag?"
„Toe, kus mij nu ook. Ik heb zoo'n slaap."
Natuurzijden blouse in
reebruine kleur, met
breedvallenden geplis-
seerden jabot, afge
werkt met een zalm
kleurig strookje
De blouse blijft ook dezen herfst een veel
gedragen kleedingstuk, niet alleen voor de och
tenduren, maar ook bij gelegenheden, waarbij
men in min of meer „gekleed" tenue verwacht
wordt. Bij de kleurencombinatie van den rok
en de blouse kan men z'n fantasie, mits deze
door goeden smaak geïnspireerd wordt, vrij uit
laten gaan. Charmant was zooals we op een on
langs gehouden show van herfstmodellen zagen
dragen, een roestbruin rokje, waarop een diep-
mauve blouse met hoogen hals en lange mou
wen.
Vermelden wij hierbij, dat het wijde klok-
rokje sierlijk uitstond door middel van een
koord, dat onder in den zoom verwerkt was.
De hierbij geschetste blouse is gedacht in
reebruine tint en is zeer eenvoudig van coupe,
behoudens den grooten jabot, die echter alleen
op een slank figuurtje tot haar recht komt
Zalmkleurig zijn de kleine trillertjes langs hals
en mouw. Het rokje is donker bruin.
Ook voor avondkleeding blijft de lange rok
met blouse en vogue.
Man noch vrouw kan er aan ontkomen,
toe te behooren tot een natie, een levend
deeltje te zijn van een vaderland, dat hem
of haar als individu een zekere bescher
ming biedt, maar dat dan ook in tijd van
nood. en gevaar eischen kan stellen aan den
vaderlander, die voor hem een offer in
houden.
Nu de brand is uitgebroken, zijn, gehoor
zamend aan hun mannenplicht, eindelooze
rijen vaders, zoons en broers weggetrokken
uit hun gezin en van hun werk, om de plek,
gronds, die hun geestelijk en stoffelijk bezit
herbergt, zoo noodig te verdedigen tegen
vijandelijke aantastingen.
Dit is des mans, om, ongeacht persoon en
positie, maar slechts uit hoofde van zijn
kunne, paraat te zijn met lyf en
leven, om het minder krachtige deel der
landsbevolking te beschermen en eventueel
dreigende onheilen daarvan af te wenden.
Tot dit minder krachtige deel der bevol
king hooren ook wij vrouwen, maar dat
houdt allerminst in, dat er niet evenzeer
een vaderlandsche plicht op onze zwakkere
echter anderszins draagkrachtige schouders
is gelegd.
Evenzeer tot de vrouwen als tot de man
nen van Nederland heeft de Minister-presi
dent de ivoorden van zijn rede in de Tweede
Kamer gericht: „dat wij ons evenwicht
moeten bewaren en elk in eigen kring doen,
wat ter leniging van nood en verlichtiv.g
van druk mogelijk is." Dit inschakelend in
het domein der vrouw, beteekent dat aller
eerst een altruïstische instelling, die zich
minder richt op het eigen dan wel op het
algemeen belang.
Het vraagt zelfbeheersching om in het
dagelijksche materieele leven zijn gedachten-
gangen te dichten op het: „wij als volk"
„Nu, waarom ook niet. Maar vergeet niet, dat
Je er zelf om gevraagd hebt."
Eerbiedig drukte hij haar een kus op de
wang, met het gunstig gevolg, dat zij nu met
gesloten oogen achterover leunde en rustig in
slaap scheen te vallen.
Toen tante Anne eens even het hoofd om de
deur stak, om te waarschuwen, dat de zuster
haar vrijen tijd had, zei hij, dat hij zelf bij zijn
patiënt wilde blijven en ging.
Madge raakte met haar teere vingers zijn
hand aan; het was duidelijk, dat zij hem nog
altijd voor haar vader hield. Een paar maal
noemde ze hem bij een van zijn lievelingsnaam
pjes en ééns prevelde ze zoo iets vhn „kolonel
Heathcote, die nogal op zijn waardigheid ge
steld was."
Dus was haar vader officier, knoopte de dok
ter in zijn oor.
Niet lang duurde het nu, of zijn patiënt sliep
rustig als een kind.
Hij ging nu nog eens al de wartaal na, die
hij en de zuster van de zieke hadden gehoord
bij zichzelf na; zij had gesproken van een man,
dien ze vermoord had gevondenhij had
er afschuwelijk uitgezien!Als Madge nu
ontwaakte, zou ze dan voor goed bijgekomen
zijn? Ze was volkomen helder geweest, toen ze
hem had ondervraagd; maar toen was ze weer
wartaal gaan spreken.
Het was een lieflijke verschijning! Wat een
lange wimpers! Wat een mooi haar!
Toen herinnerde hij zich weer, hoe hij haar
gekust had; maar hij schaamde er zich in het
geheel niet over! Het was een lieflijke souvenir
"Ir1
inplaats van op het „ik", maar dat is de
plicht, waaraan wij ons niet mogen ont
trekken en dien wij als een zeer ernstigen
den onzen moeten voelen.
Het is nauwelijks te gelooven, wanneer
men hoort vertellen, dat mevrouw X., die
inkwartiering kreeg, haar ontstemming
over dezen last, haar aangedaan, luchtte,
door alleronhebbelijkst tegen haar „gasten"
op te treden en dezen het leven zoo weinig
prettig als mogelijk te maken. Laten we
over het gebrek aan naastenliefde van een
dergelijk optreden zwijgen; een zoodanige
wijze van gedragen is een verzaken aan den
allereersten plicht als vaderlander in dit
geval van vaderlandsche! Wat beteekent
een huishoudentje, dat tijdelijk op zijn kop
wordt gezet, tegenover de groote, massale
geestelijke en materieele waarden, die nu
op het spel staan?
Een vrouw kan zich zoo klein toonen,
maar moest in een tijd als dezen zoo groot
zijn. Zoo groot en zoo waardig en zoo sterk,
dat ze den man, wiens gevoelens bij drei
ging en in uren van gevaar instinctief naar
de deelname der vrouw uitgaan, den mo-
reelen steun, dien hij behoeft, kan geven.
Oorlog, ook in den zin van dreigend oor
logsgevaar, is een der beproevingen, waar
van we in de litanie bidden: „verlos ons
Heer." Maar waarvan we de kastijding heb
ben te aanvaarden evenals ziekte, verlies of
dood. wanneer ons deze wordt overgezonden.
Een tijd van beproeving vraagt van den
mensch, van man èn van vrouw, een naar
voren komen van de mee^f nobele der in
nerlijke eigenschappen. Wanneer men ten
minste als een waarachtig Christenmensch
het leven wil accepteeren met alles wat het
brengt en neemt. In een tijd als dezen wordt
van ons, vrouwen, allereerst een gees
telijke paraatheid verwacht, die zich mani
festeert in een houding van kalmte, van
altruisme en zekerheid met opzij zetten van
een toegeven aan onvruchtbaar sentiment.
In zekeren zin wordt van ons gevraagd,
een pantser te smeden om ons hart, dat
zooveel lijden, de menschheid aangedaan,
niet ivil accepteeren.
Er wordt van ons gevraagd, de dingen
reëel en moedig te zien en het hoofd hoog
te blijven dragen, omdat we den moeilijken
tijd, die voor ons ligt, aan durven. Aan
durven met den moed, dien wij putten uit
het vertrouwen op den Maker der mensch
heid, die Zijn bezorgdheid over ieder van
ons individueel uitstrekt.
A. Bgl.
Van boonen, rijst en aardappelen
Het zal voor de Hollandsche huisvrouw in
de komende tijden zaak zijn, met zoo beschei
den mogelijk levensmiddelen haar gezin een
zoo voedzaam en smakelijk mogelijk maal voor
te zetten.
Om boonen, aardappelen en rijst, de gemak
kelijk te bewaren levensmiddelen, die tevens 'n
niet onbelangrijke voedselwaarde bevatten, op
tafel te brengen, geven wij hieronder recepten,
die nog niet zoo overbekend zijn.
Aardappelkoeken
Op veel manieren kunnen we van gekookte
aardappelen een smakelijk gerecht maken, bijv.
door ze te bakken, maar afkokers zijn daar
voor niet zoo geschikt, op de gewone manier.
Volgens onderstaand recept krijgt men als
resultaat een nieuw en smakelijk gerecht.
Het recept voor vier personen luidt:
Een kg. gekookte aardappelen, een of twee
eieren, twee ons geraspte belegen kaas, onge
veer een kwart liter melk, zout, nootmuskaat,
boter.
Maak de aardappelen fijn (dit gaat het ge
makkelijkst als ze warm zijn) en vermeng ze
met de andere ingrediënten tot niet te droge
puree.
Smelt een lepel boter in de koekenpan; doe
hierin de helft van de puree en strijk deze glad
uit. Bak hiervan een koek, die met behulp van
een deksel wordt omgekeerd. Bak de rest van
de puree op dezelfde wijze. Geef er bij kropsla,
tomaten of komkommer. t
Boonenmaaltijd met kaassaus
Het recept voor dit eenpansgerecht is bere
kend op vier personen, de bereiding van dezen
maaltijd beteekent een belangrijke besparing
aan kosten en tijd. Bovendien geeft de com
binatie kaassaus met aardappelen en groente
ons, bij de hier vermelde verhoudingen, een
volledigen maaltijd. Het gezin komt er dus
niets bij tekort indien de huisvrouw, die door
andere dingen dan de huishoudelijke bezighe
den in beslag is genomen, deze combinatie
kiest.
Anderhalf a twee kilogram aardappelen; een-
kg. slaboonen; een halve liter kaassaus (bereid
van twee ons jonge kaas)een half ons boter;
een halve liter melk; een afgestreken eetlepel
aardappelmeel.
Kook de aardappelen gaar met een kleine
hoeveelheid water en een hal ven eetlepel zout.
Kook ook de slaboonen op deze wijze gaar (on
geveer drie kwartier).
Bereid de kaassaus op de volgende wijze:
Snijd de kaas in kleine blokjes en laat deze
met de boter smelten in circa tien minuten.
Meng het aardappelmeel aan met een deel van
de melk en voeg het bij de geheel gesmolten
kaas. Voeg daarna langzamerhand en onder
voortdurend roeren de rest van de koude of
warme melk toe.
Geef deze kaassaus bij aardappelen en de
groente..
Citroenrijst
Ter afwisseling van de overbekende gries-
meel- en maizena-puddingën valt een rijstpud
ding gewoonlijk wel in den smaak. In de mees
te gevallen wordt de rijst hiervoor in melk ge
kookt, voor citroenrijst waarvan hieronder
het recept volgt kookt men ze evenwel in
water. Hoewel de massa bij het in den vorm
doen zeer slap is, zal het toch na afkoeling
een goede pudding worden. Wil men er iets
aparts van maken, dan geeft men er wat room
bij (zooals dit in de Scandinavische landen
gebruikelijk is).
Citroenrijst voor vier personen:
Twee ons rijst, twee ons suiker, twee citroe
nen.
Wasch de rijst goed, zet ze op met twee maal
zooveel water als rijst en trek de zeer dunne
schil van een citroen mee af. Laat de rijst op
zeer zacht vuur gaar en bijna droog koken
ongeveer twintig minuten. Verwijder schil en
vermeng de rijst met het citroensap en de sui
ker. Doe de massa in een kouden, T>mgespoel-
den, steenen puddingvorm, laat ze koud wor
den.
Geef er desgewenscht eeh achtste liter room
bij.
Nevenstaand model is er een van
de keurcollectie handgebreide klee-
dingstukken voor dames, heeren,
kinderen en babies, waarvan de
patroonsbeschrijvingen en afbeel
dingen voorkomen in de breiboeken
NEVEDA WOLMODE No. 26, 27
en 28. Iedere goede handwerkzaak
heeft deze bogken voorradig a
voor hem. Het was alsof zij een zoet geheim
deeelden, het bewustelooze meisje en hij, de
practische man, tenminste, daar hield hij zich
voor, ofschoon hij toch ook iets van een droo-
mer had.
Droomde hij nu?Althans hij glimlachte.
Dit zag Madge, toen zij de oogen opsloeg en
den blik op hem vestigde. Teeder en dankbaar
klonk haar stem:
„U is heel goed voor mij geweestU was
telkens om en bij mij. Dikwijls heeft u mij tot
kalmte gebracht, enkel door uw aanraking.
Houd mijn hand weer even vast. Ik heb veel
te zeggen en ik wil kalm zijn.
Het was waar, dat hij haar meer dan eens
gekalmeerd had. Hij was altijd overtuigd, dat
hij een. aanmerkelijke dosis kracht bezat en dit
was er nu weer een bewijs van.
Om haar te kalmeeren en een gevoel van vei
ligheid te geven hield hij haar hand in de zijne
gesloten.
„Je bent hier heel veilig bij mij. Vertel mij
nu eens kalm en in zoo weinig mogelijk woor
den, hoe het kv/am, dat je op de vlakte ver
dwaald raakte?"
„Heeft u mij daar gevonden? Dus aan u heb
ik mijn leven te danken?"
„Ja, maar daar spreken wij later wel eens
over. Nu moet je mij eens allereerst iets van je
zelf vertellen?"
„Wel vader en ik schulden voor het onweer,
ik weet niet, wanneer."
„Dat komt er ook niet opaan. Je was gaan
schuilen voor het onweer. En waar?"
„In een huis, dat alleen stond. Ze gaven ons
Deze pillen zuiveren het bloed en bevorderen
de natuurlijke verrichtingen des lichaam®
55 et., 90 ct. of 1.56 per doos met gebruiks
aanwijzing. verkrijgbaar in Apotheken en
Drogisterijen, o.a. te Amsterdam bij Apoth.
Sanders, Rokin 8; Drog. De Boer, Over
toom 91. Te Hilversum bij Drog. De Vries,
Kerkstraat 98. Te Haarlem Fa. v. d. Pigge'
Gierstr. 3. Te Heemstede G. Brühl, Binnen
weg 143. Te Utrecht Fa. T. P. v. d. Bergh,
Steenweg 65. Te Arnhem H. Linnewiel, Jans
straat 17. Te Enschede G. Holst, Oldenzaai-
schestraat 7.
DE VOLKSVENTILATOR
ZONDER CONCURRENTIE
PRIJS VOOR ELKE BEURS
daar avondeten en we gingen naar bed."
„Heb je goed geslapen?"
„Ik heb geslapen tot heel laat in den morgei»'
Toen ik wakker werd, heb ik geroepen, maar
kwam geen antwoord. Het huis was als uitge'
storven. Toen ging ik naar de kamer van mU
vader, maar hij was er niet. Alle kamers h®
ik rondgegaan, maar ze waren verlaten, op
één na." n
Er stond verschrikking te lezen in haar ooge*
W»S
Ze trilde over al haar leden.
„Wat was daar in die kamer? Of wie
daar? Vertel me dat nu eens rustig."
„Er lageen mandood. Heb ik u a
al niet verteld? Ik had de luiken opengedaa
en het volle licht viel op zijn gelaat."
Ze leunde weer achterover in de kussens
bedekte het gelaat met de vrije hand.
„En wat deed je, toen je hem zag?" vroe
hij na een korte pauze. s
Ze trok de hand terug; haar gezichtje
nog bleeker dan te voren, maar de oogen sto
den kalm.
(Wordt vervolgd)
(Inplaats van glas of celluloid)
50 X 5 en 50 X 3 c.M.
DOETINCHEM - TELEFOON