oe de Amerikaansche vrouw zich kleedt Het geheim opgelost BLOUSE EN ROK Onze nationale plicht J—11 m m pannen Breit zelf Uw wollen kleeding LEKO VENTILATOREN I n m ft KLOOSTER II EIS K ZONDAG 10 SEPTEMBER 1939 »v m Een Hollandsche in Amerika vertelt ons: C. KAHMANN vlh Directeur i d firma Verlichtingsartikelen - Bronzen NAAR HET ENG E L S C H WE BREIEN EEN DEUX- PlèCES Van Neveda-wol UIT nïl UIT D lottcn en 17<4 CENT PER STUK N. V. NEDERLANDSCHE WOLSPINNERIJ Heerengracht 483 - Amsterdam-C. KENT Dr. E. HOEKSTRA'S BLOEDZUIVERENDE PILLEN Vraagt Uwen winkelier Voorkom die vuile plekken op Uw deur of neem ze weg mei een COLEO METALEN DEURPLAA? TECHN. BUREAU „COLEO" mnromM - - üssi ssssm --- i - KIWI -t— snp-cmgppi; Het wordt algemeen beweerd, dat de Ameri kaansche vrouw zich uitstekend kleedt; en de Amerikaansche vrouw is het zelf volkomen eens met die bewering. Het is inderdaad een feit dat iedere vrouw en ieder meisje zonder uitzondering een vlotte ver schijning is. Toch zou ik niet zonder meer durven zeggen: de Amerikaansche vrouw kleedt zich goed! Juis ter is: de Amerikaansche vrouw wordt goed gekleed. Door de confectie. De confectie 's prima, de doorsnee Amerikaan sche vrouw heeft een „confectie-figuur". het gevolg is dus. dat verreweg de meesten haar k'eeren kant en klaar koopen, inplaats van ze te maken of te laten maken. Dat de confectie prima is. beteekent niet dat men schatten moet betalen voor een japon of mantel. Integendeel! Naast de vele goedkoope confectiewinkels heb ben alle groote warenhuizen een speciale af- oeeling. waar men rek aan rek japonnen, man tels, rokken, blouses e.iz. vindt van één dollar, van twee dollars, van drie. opklimmend tot ze ven of acht dollar. „Dat hebben wij in Holland ook"! za] men zeggen. Zeker, dat hebben wij ook. Maar de één-dollar japon doet niet onder voor de acht dollar japon in coupe en snit. in kleur en patroon, in de aandacht besteed aan een detail, uie voor het oog de goedkoope japon even vlot tn chic doet zijn als de duurdere keuze. Mate riaal en afwerking zijn natuurlijk niet hetzelfde. Als men een één-dollar japon gekocht heeft, rnoet men thuis beginnen knoopen en druk kers steviger vast te naaien, en de loshangende di aden aan de zoomen vast te hechten. Maar men heeft geen te wijde schouders in te spelden, of een hinderlijke garneering af te tornen. De confectie zorgt er dus voor. dat de vrouw zich vlot kleedt, de vrouw zelf moet er zorg voor dragen, zich volgens haar persoonlijkheid te kleeden. En dat is te veel gevergd van de Ame rikaansche, die al haar ideeën uit magazines en dagbladen haalt. Jaren geleden heb ik eens gezien, hoe een verspreide kudde schapen door een herdershond in den stal gedreven werd. Wat nu al die ja ren scherp in mijn geheugen is blijven hangen, is het aardige gezicht van al die schapen koppen, die als door den wind gedreven, zich telkens gelijktijdig in verschillende richtingen bewogen. Dit beeld komt telkens weer in mijn herin nering, als bij het wisselen der seizoenen de gansche Amerikaansche vrouwenkudde plotse ling en gelijktijdig tot in detail van uitrusting verandert. In het voorjaar dragen zij allen donkerblauw of zwart, opgefleurd met wit: heel veel wit. Manchetten en kragen, handschoenen en scarfs. Draagt men een vilthoed, dan heeft ook de hoed een witte garneering. In Juni, als het kwik in den thermometer verraderlijk naar boven stijgt, hangt men den voorjaarsmantel achter in de kast, en men haalt alle zomerjaponnen te voor schijn. Tot Juli kleedt men zich nu uitsluitend in bedrukte japonnen: gestreept katoen in den morgen, gebloemde zijde in den middag. Hoed, schoenen en tasch zijn wit. Probeer niet op dezen regel een uitzondering te maken en op straat te verschijnen met een groenen hoed, de kleur van uw japon! Men voelt zich als de vreemde eend in de bijt. In Juli en Augustus is het al wit, wat het oog ziet. Witte japonnen, witte mantelpakken en complets. In de zomermaanden is de Ameri- Als de herfstregens komenverschuilen ■we ons in zoo'n regenjas met kap, die we het aanstaande natte seizoen zullen zien dragen. Het kapje doet denken aan den zomerschen hoofddoek, waar we zoo noode afstand van doen. Dat is het raffinement van dezen vederlichten zijden regenman telwanneer de capuchon is neergeslagen: de warmkleurige voeringzijde, die in los- vallende plooien dicht om den hals ligt N Z. Voorburgwal 332 Tel. 33016 - Amsterdam „Dank u, tantetje! Ja, ik geloof, dat ik mijn plicht heb gedaan! De politie weet, dat ik een jongedame op de vennen heb gevonden en meei weten wij ook niet van haar. We kennen niet eens haar naam, alleen de initialen „M. H." op haar zakdoek zijn ons bekend." „Ja, er zal een beetje geduld voor noodig zijn, om de heele zaak opgelost te krijgen. Maar laat haar eerst maar eens tot bewustzijn komen; dan zullen wij wel verder zien." „Wat zullen wij dan zien?" „Den weg, dien wij moeten inslaan. Ten slotte is het toch altijd God. die beschikt over onze daden „Wat hebt u toch een mooi geloof, tantetje! Dat groote vertrouwen op Hooger Hand maakt u tot een van de beste vrouwen, die ik ooit ge zien heb!" Zij bloosde als een jong meisje, maar zijn aandacht werd nu afgeleid door de verpleegster, kaansche vrouw op haar best, om een reden die ik straks zal verklaren. In den herfst, die van September tot half No vember duurt, en die „Indian Summer" ge noemd wordt, omdat de temperatuur meer zo- mersch dan „herfstig" is, draagt men zomersche kleeren van een donkere kleur. Stroohoed en witte accessoires hebben volkomen afgedaan. In den langen, kouden winter draagt iedere vrouw, die graag goedgekleed wil zijn (en dat willen alle) een bontmantel over haar dunne japon. Bontmantels kan men niet in den één dollar winkel koopen, maar men koopt ze op afbetaling, evenals de radio en den auto en de stofzuigmachine. De onpersoonlijke en uniforme wijze van klee den kan men niet bewonderen, maar in menig opzicht kunnen wij Hollandschen een goede les ieeren van onze Amerikaansche zusters. De Amerikaansche neemt namelijk enkele grondprincipes in acht, waarin het heele ge heim ligt van haar aantrekkelijke persoon. Ten eerste: haar gansche uitrusting vormt altijd een zéér harmonieus geheel. Zij besteedt evenveel aandacht aan de details, als aan de japon zelf. Zij weet, dat een scarf, een ceintuur één opvallend sieraad, een quasi nonchalant jasje de „smart touch" geeft, of.... het geheel hopeloos kan bederven. Ten tweede: de Amerikaansche kleedt zich altijd correct volgens de omstandigheden. Zij zal geen sportieve kleeding dragen op een for- meele gelegenheid. Zij zal 's morgens niet in zijde en 's middags niet in katoen verschijnen. Zij zalthuis in het huishoudelijk werk een „housedress" dragen, even onberispelijk van snit en keurig en frisch als de rest van haar gar derobe. Men zal nooit de gastvrouw zien, die zich formeeler kleedt dan de gasten. Nooit de „sportgirl", die gaat tennissen in de japon die ze ook naar kantoor droeg. Nooit de huismoeder, die haar oude „beste" jurken in huis afdraagt, en er daardoor maar al te dikwijls als een sloof uit ziet. Ten derde: onder welke omstandigheden ook, op welk uur van den dag ook, de Amerikaan sche ziet er niet alleen correct uit, wat haar kleeding betreft, maar ook onberispelijk en frisch wat haar persoon betreft. Het lijkt, of zij vijf minuten geleden uit de badkamer is gestapt en of zij heur haren den vorigen dag een shampoo heeft gegeven. Nu ligt het geenszins in mijn bedoeling om een lans te breken voor de overdreven zorg, die de Amerikaansche vrouw ter verfraaiing aan haar uiterlijk besteedt. Men zou gaarne alle kosmetieken uit dit land willen bannen, al was het alleen maar, om bakvisschen van veer tien—vijftien jaar niet met geverfde lippen en nagels te zien loopen. Maar wij kunnen wel het eerste en voor naamste gebod opvolgen, dat iedere Ameri kaansche nauwgezet in acht neemt omtrent de zorg voor haar persoon: gebruik water en zeep! Het dagelijksch bad is een gewoonte, die tot in de lagere klassen is doorgedrongen. Het dagelijks verwisselen van lingerie eveneens. Bovendien vertellen advertenties in magazines u meer dan duidelijk, dat het dagelijksch bad alleen niet voldoende is om u onder alle om standigheden frisch te houden. Er zijn huid poriën, die extra verzorging noodig hebben, en er zijn crèmes en poeders te over in den handel, die dezelfde uitwerking hebben als Odorono. Het kantoormeisje of het dagmeisje, dat zich in dit opzicht niet in acht neemt (om niet te spreken van haar algeheele zindelijkheid!) legt zichzelf een grooten hinderpaal in den weg om een betrekking te krijgen. De groote, maar niet overdreven zorg voor haar persoon apprecieert men ten volle in de zomermaanden, als de Amerikaansche in pastel- kleurig katoen of in witte zijde de warme dagen doorbrengt. Men ziet nooit een smoezelige of gekreukelde japon. Men ziet nooit groezelige handschoenen, of witte schoenen, die nog vuil van „gisteren" zijn. Men ziet nooit handen, die men graag onder de kraan zou willen houden; men betreurt het nooit, dat men geen eau-de-cologne heeft, om de reukorganen te verdooven! Frisch en gesoigneerd is de Amerikaansche vrouw zelf. Schoon en verschgestreken haar japon. „Kraakzindelijk", denk ik, en het doet mijn Hollandsch hart goed. Wanneer u ooit in Marken of Alkmaar een speciaal vrouwentype ziet, dat de aandacht trekt door haar slank, athletisch figuur, door haar vlotte, opvallende kleeding, die in volko men overeenstemming is met de pittige, onder nemende uitdrukking in de oogen, dan kunt u er zeker van zijn dat zij een Amerikaansche is, en dat haar millioenen zusters in Amerika even quasi-nonchalant, even gedurfd en even aantrekkelijk in houding en kleeding zijn als zij. PEP. Benoodigd materiaal: 350 gram Neveda Mylady; 3 knoopen; 1 overtrekgesp; 1 paar INOX brei pennen No. 3%. Er komen 21 steken op 10 c.M. Rugpandopzetten 91 steken. Ie »/m. 6e teer: 1 recht, 1 averecht heen: 1 r. die zachtjes op hem toetrad. „Wel, zuster?" vroeg hij. „Ze spreekt nu heel duidelijke taal. Niet dat ik geloof, dat zij al volkomen bij is, maar ik meende, dat ik u toch moest waarschuwen." „Ja, natuurlijk." Hij volgde haar vlug en trad, uiterlijk zeer kalm, de ziekenkamer binnen. Toen hij naast het bed plaats nam, trok de zuster zich terug. Madge He&thcote lag bleek en uitgeput ach terovergeleund in de kussens. Het zware haar omlijstte een peinzend gezichtje; haar oogen leken onnatuurlijk groot en schitterend. Zij scheen door den dokter heen te willen kijken, zijn diepste gedachten te willen lezen. „Wie is u?" fluisterde zij. „Stephen Harcourt heet ik." „Wie is Stephen Harcourt?" „Een dokter; een dokter, die u behandelt." „Ben ik dan ziek geweest?" „Zéér ziek!" „Hoe lang?" „Tien dagen." „Is u een vriend of een vijand?" ^Een vijand?Hoe komt u er bij?Een vriend natuurlijk!" „Ik heb u al eerder gezienMaar waar? ....Ik ken uw stem. Hoe komt dat?" „Denk eens even; misschien herinnert u zich nog wat van mij?" „Ik herinner mij enkel een 'groote, verlaten vlakte, die in een nevel gehuld was." „Juist. U was verdwaald op die vlakte. Her innert u zich niets méér?" ,,'t Was er heel donker. En toen kwam daar 1 a. terug. Er is nu een gcrstekörrel randje ont staan. 7e t/m. 12e toer: recht heen, averecht terug. 13e toer: 7 r„ 4 x (1 a., 1 r„ 1 a., 1 r„ 1 a., 13 r.), 1 a,, 1 r„ 1 a., 1 a., 1 a„ 7 r. 14e toer: 8 a„ 4 x (1 r„ 1 a., 1 r„ 15 a.), 1 r., 1 a., 1 r„ 8 a. 15e toer: als toer 13. 16e toer: averecht. 17e t/m. 20e toer: recht heen averecht terug. Toer 1 t/m. 20 steeds beurtelings herhalen, zoo dat een sleepm'otief ontstaat. De 5 steken gerste korrel in het recht heen, averecht terug gebreide moeten dus steeds boven elkaar vallen. 25e, 33e, 41e en 49e toer: aan begin en eind 2 st. samenbreien. 61e, 69e, 77e, 85e, 93e, 101e en 109e toer: aan begin en eind 1 st. meerderen. 117e en 118e toer: eerste 5 st. afkanten voor het armsgat. 119 t/m. 124e toer: eerste 2 st. afkanten. Doorbreien in motief zonder minderen t/m. 174e teer. 175e t/m. 180e toer: eerste 8 st. afkanten. 181e toer: restant, afkanten. Voorpand: Wordt gebreid als rugpand t/m. 115e teer. 116e toer: 52 breien, omkeeren. Op deae 52 st. in motief doorbreien voor de rechterschouder. 118e toer: eerste 5 st. afkanten. 120e en 122e toer: eerste 2 st. afkanten. 123e toer: 2 br„ 3 st. afk. voor het le knoops gat, toer uitbreien. 124e toer: eerste 2 st. afkanten. toer uitbreien en boven de afgekante steken 3 nieuwe opzetten. 139e en 155e toer: het 2e en 3e knoopsgat in- breien. 161e toer: eerste 8 st. afkanten. 163e, 165e en 167e toer: eerste 2 st. afkanten. 169e, 171e en 173e toer: eerste steek afkanten. 176e. 178c en 180e toer: eerste 8 st. afkanten. Langs de knoopsgatenkant lussen opnemen en aan de verkeerde kant van het werk afkanten. Linkerschouder: is het spiegelbeeld van de rech terschouder, echter zonder knoop.s V/ten. terwijl aan de kant van het split 7 st. bijopgezet worden, bij wijze van onderslag. Korte Mouw: opzetten 4 steken. le t/m. 32e toer: aan het eind van de oneven toeren 1 en aan het eind van de eten toetent 2 st. bijopzetten is het streepmotief als volgt be schreven: le t/m. 6e toer: recht, heen. averecht terug. 7e t/m. 12e toer: gerstekorrel breien. 13e t/m. 18e toer: recht heen, averecht terug. 19e toer: 1 r„ 1 a„ 13 r„ 2 x (1 a., 1 r.), 1 a„ 11 r„ 1 st. bijopzetten. In het streepmotief zooals in het rugpand is beschreven doorbreien. Na de 32e toer wordt alleen aan het eind van de oneven toeren 1 st. bijopgezet t/m. 57e toer. 80e t.m. 106e toer: tan het begin van de even toeren 1 st. afkanten. 107e t/m. 137e toer: aan het begin van de on even 2 en aan het begin van de even toeren 1 st. af kanten. 138e toer: restant af kan ten. Langs de onderkant van de mouw 51 lussen opnemen voor de manchet. Aan de verkeerde kan. van het werk beginnen te breien. 11e t/m'. 14e toer: recht heen. averecht terug, terwijl in de 6e toer aan begin en eind 1 steek wordt gemeerderd. 7e toer: 6 r„ 2 x (1 a., 1 r„ 1 a., 1 r„ 1 a„ 13 r.), 1 a., 1 r„ 1 a., 1 r„ 1 a„ 6 r. 8e toer: 7 a„ 2 x (1 r„ 1 a„ 1 r„ 15 a.), 1 r„ 1 a., 1 r„ 7 a. 9e toer: als toer 7. 10e toer averecht. 11e t/m 14e toer: recht heen, averecht terug, terwijl in de 12e toer aan begin en eind 1 st. wordt gemeerderd. 15e t/m. 19e toer: gerstekorrel breien'. 20e toer: afkanten. Lange Mouw: Opzetten 6 steken. le t/m. 42e toer: aan het eind van de oneven toeren 1 st. en aan het eind van de even toeren 4 st. bijopzetten in het streepmotief als volgt beschreven. le t/m. 6e toer: recht heen, averecht terug. 7e t/m. 12e toer: gerstekorrel breien. 13e t/m. 18e toer: recht heen, averecht terug. 19e toer: 1 r„ 1 a.. 1 r., 1 a„ 2 x (13 r„ la., 1 r„ 1 a„ 1 r„ 1 a.), 11 r„ 1 st. bijopzetten. In het streepmotief zooals in het rugpand is beschreven doorbreien. Na de 42e toer wordt alleen aan het eind van de oneven toeren 1 st. bijopgezet t.m. 57e toer. 82e t/m. 96e toer: aan het begin van de even toeren 1 st. afkanten. 97e t/m. 138e toer: aan het begin van de on even toeren 4 st. en aan het begin van de even' toeren 1 st. afkanten. 139e toer: restant afkanten. Kraag: Opzetten 61 steken. le t/m'. 10e toer: recht heen, averecht terug. 11e toer: "10 r„ 2 x (1 a., 1 r„ 1 a., 1 r„ 1 a„ 13 r.), l a., 1 r„ 1 a„ 10 r. 12e toer: 11 a„ 2 x (1 r„ 1 a., 1 r., 15 a.), 1 r., 1 a., 1 r„ 11 a. 13e toer: als toer 11. 14e toer: averecht. 15e t/m. 18e toer: recht heen averecht terug. 19e t/m. 23e toer: 'gerstekorrel breien. Langs beide zijkanten van de kraag 14 lussen opnemen. 24e toer: afkanten. Ceintuur: Opzetten 150 steken. le t/m. 13e toer: gerstekorrel breien. 14e toer: afkanten. Alleen deelen onder een' vochtige doek luchtig oppersen. Naden aan elkaar naaien. Mouwen1 in- gerimpeld inzetten. Manchetten omslaan en even vastzetten. Kraag langs de hals naaien. Knoopsgaten omfestonneeren. Knoopen aan zetten. Gesp omhaken en aan de ceintuur naaien. Lusjes in de taille maken voor de ceintuur. ineens uw gelaat uit de duisternis te voorschijn en door de stilte klonk uw stem. Misschien heeft u tegen mij gesproken?" „Ja, ik heb tegen u gesproken, maar u kon mij niet antwoorden. Toen heb ik u naar huis gebracht. U bent nu in mijn huis en daar bent u heel veilig." Dit zei hij, om haar gerust te stellen, want er lag angst in haar oogen. Ook sprak hij heel langzaam en duidelijk, opdat de beteekenis van zijn woorden goed tot haar zou doordringen. „U hoeft zich in geen enkel opzicht ongerust te maken. U bent volkomen veilig in het huis van dokter Harcourt te Cumberfield." „Volkomen veiligHeeft u mij hierheen gebracht?" „Juist. En zeg mij' nu eens uw naam?" In de grootste spanning wachtte hij haar antwoord af; hieruit toch zou blijken, of ze weer bij bewustzijn was of niet. „O, paps, paps! Wilt u mij nu heusch wijs maken, dat u den naam van uw Madge niet meer kent?" „Kom, kijk nu eens goed. Je weet toch wel, dat ik je vader niet ben. Denk nog eens even." Zonder het zelf te bemerken, was dokter Har court vertrouwelijk met haar geworden en tu toyeerde hij haar. „Mijn hoofd doet pijn, ik kan niet denken. Kwel mij nu maar niet langer en wensch mij goeden-avond. Anders kan ik niet in slaap ko men," zuchtte het meisje. „Zoo? Wilde je dat zoo graag?" „Toe, kus mij nu ook. Ik heb zoo'n slaap." Natuurzijden blouse in reebruine kleur, met breedvallenden geplis- seerden jabot, afge werkt met een zalm kleurig strookje De blouse blijft ook dezen herfst een veel gedragen kleedingstuk, niet alleen voor de och tenduren, maar ook bij gelegenheden, waarbij men in min of meer „gekleed" tenue verwacht wordt. Bij de kleurencombinatie van den rok en de blouse kan men z'n fantasie, mits deze door goeden smaak geïnspireerd wordt, vrij uit laten gaan. Charmant was zooals we op een on langs gehouden show van herfstmodellen zagen dragen, een roestbruin rokje, waarop een diep- mauve blouse met hoogen hals en lange mou wen. Vermelden wij hierbij, dat het wijde klok- rokje sierlijk uitstond door middel van een koord, dat onder in den zoom verwerkt was. De hierbij geschetste blouse is gedacht in reebruine tint en is zeer eenvoudig van coupe, behoudens den grooten jabot, die echter alleen op een slank figuurtje tot haar recht komt Zalmkleurig zijn de kleine trillertjes langs hals en mouw. Het rokje is donker bruin. Ook voor avondkleeding blijft de lange rok met blouse en vogue. Man noch vrouw kan er aan ontkomen, toe te behooren tot een natie, een levend deeltje te zijn van een vaderland, dat hem of haar als individu een zekere bescher ming biedt, maar dat dan ook in tijd van nood. en gevaar eischen kan stellen aan den vaderlander, die voor hem een offer in houden. Nu de brand is uitgebroken, zijn, gehoor zamend aan hun mannenplicht, eindelooze rijen vaders, zoons en broers weggetrokken uit hun gezin en van hun werk, om de plek, gronds, die hun geestelijk en stoffelijk bezit herbergt, zoo noodig te verdedigen tegen vijandelijke aantastingen. Dit is des mans, om, ongeacht persoon en positie, maar slechts uit hoofde van zijn kunne, paraat te zijn met lyf en leven, om het minder krachtige deel der landsbevolking te beschermen en eventueel dreigende onheilen daarvan af te wenden. Tot dit minder krachtige deel der bevol king hooren ook wij vrouwen, maar dat houdt allerminst in, dat er niet evenzeer een vaderlandsche plicht op onze zwakkere echter anderszins draagkrachtige schouders is gelegd. Evenzeer tot de vrouwen als tot de man nen van Nederland heeft de Minister-presi dent de ivoorden van zijn rede in de Tweede Kamer gericht: „dat wij ons evenwicht moeten bewaren en elk in eigen kring doen, wat ter leniging van nood en verlichtiv.g van druk mogelijk is." Dit inschakelend in het domein der vrouw, beteekent dat aller eerst een altruïstische instelling, die zich minder richt op het eigen dan wel op het algemeen belang. Het vraagt zelfbeheersching om in het dagelijksche materieele leven zijn gedachten- gangen te dichten op het: „wij als volk" „Nu, waarom ook niet. Maar vergeet niet, dat Je er zelf om gevraagd hebt." Eerbiedig drukte hij haar een kus op de wang, met het gunstig gevolg, dat zij nu met gesloten oogen achterover leunde en rustig in slaap scheen te vallen. Toen tante Anne eens even het hoofd om de deur stak, om te waarschuwen, dat de zuster haar vrijen tijd had, zei hij, dat hij zelf bij zijn patiënt wilde blijven en ging. Madge raakte met haar teere vingers zijn hand aan; het was duidelijk, dat zij hem nog altijd voor haar vader hield. Een paar maal noemde ze hem bij een van zijn lievelingsnaam pjes en ééns prevelde ze zoo iets vhn „kolonel Heathcote, die nogal op zijn waardigheid ge steld was." Dus was haar vader officier, knoopte de dok ter in zijn oor. Niet lang duurde het nu, of zijn patiënt sliep rustig als een kind. Hij ging nu nog eens al de wartaal na, die hij en de zuster van de zieke hadden gehoord bij zichzelf na; zij had gesproken van een man, dien ze vermoord had gevondenhij had er afschuwelijk uitgezien!Als Madge nu ontwaakte, zou ze dan voor goed bijgekomen zijn? Ze was volkomen helder geweest, toen ze hem had ondervraagd; maar toen was ze weer wartaal gaan spreken. Het was een lieflijke verschijning! Wat een lange wimpers! Wat een mooi haar! Toen herinnerde hij zich weer, hoe hij haar gekust had; maar hij schaamde er zich in het geheel niet over! Het was een lieflijke souvenir "Ir1 inplaats van op het „ik", maar dat is de plicht, waaraan wij ons niet mogen ont trekken en dien wij als een zeer ernstigen den onzen moeten voelen. Het is nauwelijks te gelooven, wanneer men hoort vertellen, dat mevrouw X., die inkwartiering kreeg, haar ontstemming over dezen last, haar aangedaan, luchtte, door alleronhebbelijkst tegen haar „gasten" op te treden en dezen het leven zoo weinig prettig als mogelijk te maken. Laten we over het gebrek aan naastenliefde van een dergelijk optreden zwijgen; een zoodanige wijze van gedragen is een verzaken aan den allereersten plicht als vaderlander in dit geval van vaderlandsche! Wat beteekent een huishoudentje, dat tijdelijk op zijn kop wordt gezet, tegenover de groote, massale geestelijke en materieele waarden, die nu op het spel staan? Een vrouw kan zich zoo klein toonen, maar moest in een tijd als dezen zoo groot zijn. Zoo groot en zoo waardig en zoo sterk, dat ze den man, wiens gevoelens bij drei ging en in uren van gevaar instinctief naar de deelname der vrouw uitgaan, den mo- reelen steun, dien hij behoeft, kan geven. Oorlog, ook in den zin van dreigend oor logsgevaar, is een der beproevingen, waar van we in de litanie bidden: „verlos ons Heer." Maar waarvan we de kastijding heb ben te aanvaarden evenals ziekte, verlies of dood. wanneer ons deze wordt overgezonden. Een tijd van beproeving vraagt van den mensch, van man èn van vrouw, een naar voren komen van de mee^f nobele der in nerlijke eigenschappen. Wanneer men ten minste als een waarachtig Christenmensch het leven wil accepteeren met alles wat het brengt en neemt. In een tijd als dezen wordt van ons, vrouwen, allereerst een gees telijke paraatheid verwacht, die zich mani festeert in een houding van kalmte, van altruisme en zekerheid met opzij zetten van een toegeven aan onvruchtbaar sentiment. In zekeren zin wordt van ons gevraagd, een pantser te smeden om ons hart, dat zooveel lijden, de menschheid aangedaan, niet ivil accepteeren. Er wordt van ons gevraagd, de dingen reëel en moedig te zien en het hoofd hoog te blijven dragen, omdat we den moeilijken tijd, die voor ons ligt, aan durven. Aan durven met den moed, dien wij putten uit het vertrouwen op den Maker der mensch heid, die Zijn bezorgdheid over ieder van ons individueel uitstrekt. A. Bgl. Van boonen, rijst en aardappelen Het zal voor de Hollandsche huisvrouw in de komende tijden zaak zijn, met zoo beschei den mogelijk levensmiddelen haar gezin een zoo voedzaam en smakelijk mogelijk maal voor te zetten. Om boonen, aardappelen en rijst, de gemak kelijk te bewaren levensmiddelen, die tevens 'n niet onbelangrijke voedselwaarde bevatten, op tafel te brengen, geven wij hieronder recepten, die nog niet zoo overbekend zijn. Aardappelkoeken Op veel manieren kunnen we van gekookte aardappelen een smakelijk gerecht maken, bijv. door ze te bakken, maar afkokers zijn daar voor niet zoo geschikt, op de gewone manier. Volgens onderstaand recept krijgt men als resultaat een nieuw en smakelijk gerecht. Het recept voor vier personen luidt: Een kg. gekookte aardappelen, een of twee eieren, twee ons geraspte belegen kaas, onge veer een kwart liter melk, zout, nootmuskaat, boter. Maak de aardappelen fijn (dit gaat het ge makkelijkst als ze warm zijn) en vermeng ze met de andere ingrediënten tot niet te droge puree. Smelt een lepel boter in de koekenpan; doe hierin de helft van de puree en strijk deze glad uit. Bak hiervan een koek, die met behulp van een deksel wordt omgekeerd. Bak de rest van de puree op dezelfde wijze. Geef er bij kropsla, tomaten of komkommer. t Boonenmaaltijd met kaassaus Het recept voor dit eenpansgerecht is bere kend op vier personen, de bereiding van dezen maaltijd beteekent een belangrijke besparing aan kosten en tijd. Bovendien geeft de com binatie kaassaus met aardappelen en groente ons, bij de hier vermelde verhoudingen, een volledigen maaltijd. Het gezin komt er dus niets bij tekort indien de huisvrouw, die door andere dingen dan de huishoudelijke bezighe den in beslag is genomen, deze combinatie kiest. Anderhalf a twee kilogram aardappelen; een- kg. slaboonen; een halve liter kaassaus (bereid van twee ons jonge kaas)een half ons boter; een halve liter melk; een afgestreken eetlepel aardappelmeel. Kook de aardappelen gaar met een kleine hoeveelheid water en een hal ven eetlepel zout. Kook ook de slaboonen op deze wijze gaar (on geveer drie kwartier). Bereid de kaassaus op de volgende wijze: Snijd de kaas in kleine blokjes en laat deze met de boter smelten in circa tien minuten. Meng het aardappelmeel aan met een deel van de melk en voeg het bij de geheel gesmolten kaas. Voeg daarna langzamerhand en onder voortdurend roeren de rest van de koude of warme melk toe. Geef deze kaassaus bij aardappelen en de groente.. Citroenrijst Ter afwisseling van de overbekende gries- meel- en maizena-puddingën valt een rijstpud ding gewoonlijk wel in den smaak. In de mees te gevallen wordt de rijst hiervoor in melk ge kookt, voor citroenrijst waarvan hieronder het recept volgt kookt men ze evenwel in water. Hoewel de massa bij het in den vorm doen zeer slap is, zal het toch na afkoeling een goede pudding worden. Wil men er iets aparts van maken, dan geeft men er wat room bij (zooals dit in de Scandinavische landen gebruikelijk is). Citroenrijst voor vier personen: Twee ons rijst, twee ons suiker, twee citroe nen. Wasch de rijst goed, zet ze op met twee maal zooveel water als rijst en trek de zeer dunne schil van een citroen mee af. Laat de rijst op zeer zacht vuur gaar en bijna droog koken ongeveer twintig minuten. Verwijder schil en vermeng de rijst met het citroensap en de sui ker. Doe de massa in een kouden, T>mgespoel- den, steenen puddingvorm, laat ze koud wor den. Geef er desgewenscht eeh achtste liter room bij. Nevenstaand model is er een van de keurcollectie handgebreide klee- dingstukken voor dames, heeren, kinderen en babies, waarvan de patroonsbeschrijvingen en afbeel dingen voorkomen in de breiboeken NEVEDA WOLMODE No. 26, 27 en 28. Iedere goede handwerkzaak heeft deze bogken voorradig a voor hem. Het was alsof zij een zoet geheim deeelden, het bewustelooze meisje en hij, de practische man, tenminste, daar hield hij zich voor, ofschoon hij toch ook iets van een droo- mer had. Droomde hij nu?Althans hij glimlachte. Dit zag Madge, toen zij de oogen opsloeg en den blik op hem vestigde. Teeder en dankbaar klonk haar stem: „U is heel goed voor mij geweestU was telkens om en bij mij. Dikwijls heeft u mij tot kalmte gebracht, enkel door uw aanraking. Houd mijn hand weer even vast. Ik heb veel te zeggen en ik wil kalm zijn. Het was waar, dat hij haar meer dan eens gekalmeerd had. Hij was altijd overtuigd, dat hij een. aanmerkelijke dosis kracht bezat en dit was er nu weer een bewijs van. Om haar te kalmeeren en een gevoel van vei ligheid te geven hield hij haar hand in de zijne gesloten. „Je bent hier heel veilig bij mij. Vertel mij nu eens kalm en in zoo weinig mogelijk woor den, hoe het kv/am, dat je op de vlakte ver dwaald raakte?" „Heeft u mij daar gevonden? Dus aan u heb ik mijn leven te danken?" „Ja, maar daar spreken wij later wel eens over. Nu moet je mij eens allereerst iets van je zelf vertellen?" „Wel vader en ik schulden voor het onweer, ik weet niet, wanneer." „Dat komt er ook niet opaan. Je was gaan schuilen voor het onweer. En waar?" „In een huis, dat alleen stond. Ze gaven ons Deze pillen zuiveren het bloed en bevorderen de natuurlijke verrichtingen des lichaam® 55 et., 90 ct. of 1.56 per doos met gebruiks aanwijzing. verkrijgbaar in Apotheken en Drogisterijen, o.a. te Amsterdam bij Apoth. Sanders, Rokin 8; Drog. De Boer, Over toom 91. Te Hilversum bij Drog. De Vries, Kerkstraat 98. Te Haarlem Fa. v. d. Pigge' Gierstr. 3. Te Heemstede G. Brühl, Binnen weg 143. Te Utrecht Fa. T. P. v. d. Bergh, Steenweg 65. Te Arnhem H. Linnewiel, Jans straat 17. Te Enschede G. Holst, Oldenzaai- schestraat 7. DE VOLKSVENTILATOR ZONDER CONCURRENTIE PRIJS VOOR ELKE BEURS daar avondeten en we gingen naar bed." „Heb je goed geslapen?" „Ik heb geslapen tot heel laat in den morgei»' Toen ik wakker werd, heb ik geroepen, maar kwam geen antwoord. Het huis was als uitge' storven. Toen ging ik naar de kamer van mU vader, maar hij was er niet. Alle kamers h® ik rondgegaan, maar ze waren verlaten, op één na." n Er stond verschrikking te lezen in haar ooge* W»S Ze trilde over al haar leden. „Wat was daar in die kamer? Of wie daar? Vertel me dat nu eens rustig." „Er lageen mandood. Heb ik u a al niet verteld? Ik had de luiken opengedaa en het volle licht viel op zijn gelaat." Ze leunde weer achterover in de kussens bedekte het gelaat met de vrije hand. „En wat deed je, toen je hem zag?" vroe hij na een korte pauze. s Ze trok de hand terug; haar gezichtje nog bleeker dan te voren, maar de oogen sto den kalm. (Wordt vervolgd) (Inplaats van glas of celluloid) 50 X 5 en 50 X 3 c.M. DOETINCHEM - TELEFOON

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 8