Herinneringen aan Pius X
VAN KARDINAAL
MERRY DEL VAL
Di
Herdenking van
Vondels bekeerinü
De Paus en de
oorlog
Tf
i i
Eert stemmige feestvier iM
op 21 October
V
m HH
>1 JJ -
mmmmmmm 1 - M
111 K'"y"
mm
Wmmtntssèmmk
X^EAUX
^SSAUL
tonner
Haarlem
'3.25. Bi
d oor
va"
va"
net
Rampok in de Desa
Een nieuwe uitvinding vat»
Lumière
'V'V
Heit geboortehuis van Z. H. Paus Pius X (foto genomen door kardinaal Merry
del Val)
Kardinaal Hinsley, aartsbisschop van West
minster, leidt by het katholieke publiek van
Groot-Brittannië een aardig, klein boekwerkje
In, dat door Barns Oates Washbourne in
den handel wordt gebracht onderden titel
„Memories of Pope Pius X by Cardinal Merry
del Val".
„In de taal der eenvoudige eerlijkheid"
aldus de kardinaal-aartsbisschop „verhaalt
hier een man Gods over zijn omgang met
een anderen man Gods, zooals de heilige
Bonaventura het leven beschreef van den
heiligen Franciscus van Assisi. Beider groot
heid als mannen, die in het geestelijke en
tydelijke leven een hooge waardigheid be
kleedden, gaat schuil achter hun eenvoud.
Een pauselijk staatssecretaris ziet op naar
den Plaatsvervanger van Christus met de
oogen van de bewonderende liefde jegens een
heiligen Meester. Kardinaal Merry del Val
dient Paus Pius X en volgt hem na. Dit
kleine boekje zal al degenen, die het lezen,
bekoren en aantrekken. De toewijding en de
liefde van den aristocratischen staatssecretaris
geven de hoedanigheden weer van den nede-
rigen boerenzoon, die opklom tot de hoogste
waardigheid op aarde. Deze beiden vereenigden
zich in het dienen en volgen van hun God-
deiyken Meester. Naar het uiterlijk waren
zy tegenstellingen, doch hun inneriyke ge
steldheid vereenzelvigde hen meer en meer."
Wijlen de kardinaal-aartsbisschop van New-
York, Mgr. Hayes, voegde hier voor het
Amerikaansche publiek, dat van deze merk
waardige uitgave kennis zal nemen, een korte
beschouwing aan toe, waarin herinnerd wordt
aan het karakter van Paus Pius X als zie
lenherder en als verbreider van de Gods
vrucht jegens het Allerheiligste 'Sacrament
des Altaars. Het was immers deze Paus, die
de kinderen van hun zevende jaar af toeliet
tot de Tafel des Heeren.
Beide getuigenissen geven ons de verzeke
ring, dat het werkje van tachtig bladzyden
een heel bijzonder boek is. Hoe komt het
plotseling onder het publiek, tien jaar na
den dood van den schrijver? De uitgever be
richt het ons:
„Deze publicatie van de Herinneringen van
kardinaal Merry del Val aan Paus Pius X
danken wij aan de vriendeiykheid van'z.Em.
kardinaal Nicola Canali, die gedurende der
tig jaren innig bevriend is geweest met kar
dinaal Merry del Val, en door dezen als zijn
executeur-testamentair werd benoemd. Met
groote zorg rangschikte hij de nagelaten
handschriften van den kardinaal en daar
onder bevonden zich deze herinneringen. In
antwoord op den aandrang van verscheidene
hoogstaande bewonderaars van kardinaal
Merry del Val in Engeland en in Amerika,
gaf hij thans verlof tot publicatie. Het voor
woord van wyien kardinaal Hayes werd kort
voor diens dood geschreven voor de Ameri
kaansche uitgave van den tekst."
Wij hebben hier dus te doen met een oor-
spronkeiyke uitgave, die in Engeland, het
geboorteland van kardinaal Merry del Val, ge
publiceerd wordt. Het is een welkome aanvulling
van de meer uitvoerige boekwerken, die aan
het leven van Paus Pius X gewijd zijn, om te
beginnen de groote, tijdens diens pontificaat, in
1905 verschenen biografie van Mgr. dr. Angelo
Marchesan: „Papa Pio X, nella sua vita en
nella sua parola", dat de jeugd van Giuseppe
Sarto behandelt, zyn studiejaren, zijn priester-
hjke werkzaamheid, zyn arbeid als bisschop
van Mantua en kardinaal-aartsbisschop van
Venetië. Voorts mogen wij wijzen op het mooie
boekje van Benedetto Pierami, abt der Bene-
dictynen van Vallombrosa, dat door de Com
missie van voorbereiding voor de Zaligver
klaring van Pius X werd uitgegeven. Hiervan
verscheen een Nederlandsche vertaling door
Alexis Paulsen bij de firma W. van Eupen te
Eindhoven in 1929. Dan is er nog het boek
van den tegenwoordigen Apostolischen Vicaris
van Tripolis, Mgr. fr. Vittoriano Facchinetti
O.F.M., getiteld „L'anima di Pio decimo". Ein
delijk verdient de volle aandacht het aantrek
kelijke werk van Francesco Zanetti, getiteld
„Pius X", dat door Machteld Borel, de dochter
van den bekenden Haagschen schrüver, Henri
Borel, die op het einde zijns levens tot de
Katholieke Kerk toetrad, in het Nederlandsch
vertaald werden in 1938 werd uitgegeven door
Paul Brand te Hilversum.
Wij geven een opsomming van deze littera
tuur, omdat zij den achtergrond vormt, tegen
welken men de Herinneringen van kardinaal
Merry del Val hef helderst zien kan; bij onze
bespreking zullen wij ook eenige gegevens uit
deze werken putten. Het spreekt vanzelf, dat
de kardinaal-staatssecretaris, die uitsluitend
persoonlijke herinneringen ten beste geeft, den
levensloop van Paus Pius X in groote ïynen bij
tün lasers bekend acht. Wij geven derhalve eerst
een korten cuniculum vitae met enkele oriën-
teerende jaartallen.
Giuseppe Melchione Sarto, die den Apostoli
schen Stoel zou bestijgen als Paus Pius de
Tiende, werd op 2 Juni 1835 uit zeer eenvou
dige ouders geboren te Riese in Italië en den
volgenden dag aldaar door den pastoor der
parochie gedoopt. Hij was het tweede kind
uit het huwelijk zijner ouders, die op 13
Februari 1833 getrouwd waren. Een ouder
zoontje, dat eveneens Giuseppe heette, was kort
na de geboorte overleden. Reeds op de dorps
school te Riese muntte hij uit door groote
schranderheid en deugd, zoodat de pastoor hem
Latijn leerde om hem vervolgens naar het
Gymnasium van Castelfranco te sturen, waar
heen hij dagelijks te voet op en neer ging, om
dat zijn behoeftige familie de internaatskosten
niet kon dragen. Hij was een buitengewoon
student. De kardinaal-aartsbisschop van Vene
tië genoot het privilege, enkele plaatsen in het
seminarie van Padua kosteloos te mogen bezet
ten, en zelf uit Riese geboortig koos
Mgr. Jacopo Monico zijn jeugdigen dorpsgenoot
Sarto voor zulk een plaats uit. In 1850 ging
deze, reeds grootendeels in de humaniora be
kwaamd, naar dit seminarie; hij werd, met
Pauselijke dispensatie, omdat hy den vereisch-
ten leeftijd van 24 jaar nog niet bereikt had,
op 18 September 1858 door den bisschop van
Treviso, Mgr. Farina, tot priester gewijd in de
domkerk van Castelfranco.
Kort daarna werd hij benoemd tot kapelaan
te Tombolo, waar hij in den aartspriester, don
Antonio Constantini, een bijzonder deugdzaam
pastoor trof, die zijn geesteiyke leidsman werd.
In Mei 1867 werd Jozef Sarto, twee en dertig
jaar oud, benoemd tot pastoor van Salzano, in
1875 tot kanunnik te Treviso, in 1879 tot vica
ris van het kapittel aldaar, op 10 November 1884
werd hij tot bisschop van Mantua gewyd.
Een enkele, treffende anecdote, die Zanetti
verhaalt, moge hier ons relaas onderbreken. Na
zijn bisschopswijding bracht Mgr. Sarto enkele
dagen door bij zijn moeder en zijn zusters te
Riese. Zoodra hij aankwam, kuste zijn moeder,
een eenvoudige vrouw, op de gebruikelijke wijze
den bisschopsring, en bekeek dien ring daarna
aandachtig. Ze zag, dat hij versierd was met
een kostbaren steen. Haar zoon dacht, dat zij
daarvoor die groote belangstelling had, maar
de moeder glimlachte en zei schalksch:
„Gij zoudt dien ring niet dragen, wanneer
ik dezen niet gedragen had."
En ze wees haar zoon op haar trouwring.
Op 12 Juni 1892 werd Mgr. Sarto door Paus
Leo XIII tot kardinaal der Heilige Roomsche
Kerk gecreëerd, het volgend jaar werd hy be
noemd tot Patriarch van Venetië. Op 4 Augus
tus 1903 werd kardinaal Sarto tot Paus ge
kozen.
Hier beginnen de mémoires van kardinaal
Merry del Val, die het bewogen Conclaaf van
1903 meemaakte.
„Hoe vreemd het schijnen moge" aldus
de kardinaal „het is nochtans een feit,
dat ik Zijne Eminentie kardinaal Sarto nooit
had ontmoet vóór het einde van Juli 1903,
toen het Heilig College in conclaaf bijeen
kwam wegens den dood van Zijne Heiligheid
Paus Leo XIII. Ik kende alle andere kardi
nalen, die bij deze gelegenheid te Rome aan
wezig waren, tenminste van aanzien, en ik
wist ze' allen te herkennen. Gedurende de
acht jaar, die ik in het Vaticaan had door
gebracht in het gevolg van Leo XIII, had ik
herhaaldeiyk gelegenheid ongeveer alle leden
van het Heilig College te ontmoeten, maar
door welke reden dan ook, had ik een ont
moeting met kardinaal Sarto altijd gemist.
Het was op Maandag 3 Augustus 1903 (dus
daags vóór de Pauskeuze) dat ik het voor
recht genoot, hem voor het eerst te spreken."
Teneinde de omstandigheden te begrüpen,
waaronder deze ontmoeting plaats vond, moet
men zich herinneren, wat er gebeurde in het
conclaaf van 1903. Dit conclaaf begon op 31
Juli; er namen 62 kardinalen aan deel. Tijdens
de eerste stemmingen bleek, dat de voorkeur
der kiezers niet uitging naar een diocees-kardi-
naal, maar naar een curie-kardinaal. Met
name kardinaal Rampolla, staatssecretaris van
Leo XIII, vereenigde de stemmen van de
Fransche, de Spaansche en verscheidene andere
kardinalen. Hij had bij de eerste keuze reeds
een meerderheid, hoewel niet de geëischte meer-
Z. Em. Joseph Patricias kardinaal. Hays
derheid van twee derden der stemmen. Over
het verloop der keuze geeft Mgr. Marchesan de
volgende cüfers:
Eerste zitting: Rampolla 24; Gotti 17; Sarto
5; verdeeld 10.
Tweede zitting: Rampolla 29; Gotti 16; Sarto
10; verdeeld 7.
Derde zitting: Rampolla 29; Sarto 21; Gotti
9, verdeeld 3.
Na deze derde zitting maakte kardinaal Pus-
zyna, aartsbisschop van Krakau, aan het Heilig
College bekend, dat Oostenrijk zyn veto uit
sprak tegen een eventueels benoeming van kar
dinaal Rampolla. Deze mededeeling wekte ten
zeerste het misnoegen van het College. De
kardinaal-deken antwoordde, dat het conclaaf
deze mededeeling niet kon accepteeren. Bij de
keuze werd er ook geen rekening mede ge
houden. De candidatuur van kardinaal Ram
polla is ook niet op het Oostenrüksche veto ge
strand, maar op het feit, dat Rampolla geen
nieuwen aanhang kreeg, terwijl de stemmen op
kardinaal Gotti, die voor den Duitschen candi-
daat gold, geleidelijk slonken en zich steeds
meer stemmen op kardinaal Sarto vereenigden.
Ziehier het verdere verloop der Pauskeuze van
1903 volgens de gegevens van Mgr. Marchesan,
overeenstemmend met die, welke kardinaal
Matthieu mededeelt in zijn boek: „Les derniers
jours de Léon XIII et le Conclave, par un
témoin".
Vierde zitting: Rampolla 30; Sarto 24; Gotti
3, verdeeld 5.
Vijfde zitting: Sarto 27; Rampolla 24; Gotti
6, verdeeld 5.
Zesde zitting: Sarto 35; Rampolla 16; Gotti 7,
verdeeld 4.
Zevende zitting: Sarto 50; Rampolla 10; Gotti2.
Het Oostenrüksche veto werd uitgesproken op
2 Augustus.
„Het is mijn vaste overtuiging" aldus
kardinaal Merry del Val „dat kardinaal
Rampolla in géén geval zou gekozen zun, want
de meerderheid van de kiezers was vast voor
nemens, een anderen kardinaal te kiezen.
Doch hij scheen een goede kans te hebben, de
vereischte meerderheid te behalen, toen de
verontwaardiging', gewekt door het optreden
van kardinaal Puszyna namens den Keizer
van Oostenrijk, een reactie van het gevoel
opriep én allen aanspoorde om eenig protest
te doen hooren ter verdediging van de vrij
heid van het conclaaf en de rechten van
de Heilige Kerk. De kardinaal-deken, Mgr.
Oreglia di Santo Stefano, sprak onmiddel
lijk na de morgenzitting van Maandag 3
Augustus in de Sixtijnsche Kapel mij zeer
ernstig en uitvoerig over zijn toenemende
vrees betreffende de Pauskeuze. Er scheen
weinig kans zoo meende hij op een
spoedig verloop, wanneer Kardinaal Sarto,
die steeds meer stemmen vereenigde, vol
hardde in zijn afwijzende houding en beslist
bleef weigeren, zijn eventueele benoeming tot
Paus te aanvaarden. Züne Eminentie voelde
zich in geweten verplicht te voorkomen, dat
de zaken een onbeslist verloop zouden nemen
en vroeg mij deswege kardinaal Sarto namens
hem een boodschap te brengen. Ik moest den
kardinaal vragen, of hij volhardde in het
verzet tegen zijn benoeming en of hy in dat
geval den kardinaal-deken machtigde, in den
namiddag, ten overstaan van het vergaderde
College een verklaring af te leggen. In dat
geval zou de kardinaal-deken zijn ambtge-
nooten in overweging geven, of het niet wen-
schelijk ware, op een anderen candidaat hun
stem uit te brengen.
Ik ging in overeenstemming met deze op
dracht kardinaal Sarto zoeken. Ik vernam, dat
hij niet in zijn kamer was, maar dat ik hem
vermoedelijk zou kunnen vinden in de Pau-
lijnsche kapel, waarheen ik mij spoedde om
mijn orders tot uitvoering te brengen. Het
moet al tegen den middag geweest zijn, toen
ik de donkere en stille kapel binnenstapte;
de lamp bij het Allerheiligste brandde hoog
en er waren kaarsen ontstoken op het altaar
aan iedere zijde van de afbeelding van Onze
Lieve Vrouw van Goeden Raad. Ik zag een
kardinaal, in gebed neergeknield op den
marmeren vloer voor het tabernakel, op
korten afstand van de communiebank, met
het hoofd in de handen, de elbogen geleund
op een der lage houten zitbanken en ik
herinner mij niet, dat er op dat oogenblik
iemand anders iif de kapel aanwezig was. Het
was kardinaal Sarto. Ik knielde naast hem
neer en fluisterde hem toe om mij te ver
zekeren, dat hij luisterde. Vervolgens fluis
terde ik hem mijn boodschap in het oor.
Zijne Eminentie stond op en wendde lang
zaam zijn gelaat naar mij, terwijl hij luis
terde naar de vraag, die ik hem voorlei. Tranen
stroomden uit zijn oogen en ik hield mijn
adem in om zijn antwoord af te wachten.
„Si, si, Monsignore, dica al cardinale che
mi faccia questa carita." antwoordde hij
vriendelijk. („Ja, ja, monseigneur, zeg den
kardinaal, dat hij mij deze liefdedaad be
wijze!")
Het was, alsof hij een weerklank gaf op
de woorden van Zijn Goddelijken Meester in
Gethsemani: „dat deze kelk aan Mij voor
bijga."
Het „fiat" moest echter nog komen. De
eenige woorden, waartoe ik de kracht vond
en die naar mijn lippen stegen, alsof een
ander ze my dicteerde, waren: „Eminenza,
si faccia coraggio, il Signore l'aiutera,"
(„Eminentie, houd moed, de Heer zal u
helpen")
De kardinaal keek mij strak aan met dien
diepen blik, dien ik zoo goed zou leeren
kennen: „Grazie, grazie" („dank u") her
haalde hij, en dit was alles wat hij zei.
Opnieuw verborg hy het gelaat in de
handen om zijn gebed te hervatten, en zoo
verliet ik hem. Ik zal nooit den indruk ver
geten, dien deze eerste ontmoeting op mü
maakte door den aanblik van een zoo hevi-
gen angst. Het was de eerste gelegenheid,
die ik kreeè om met Zijne Eminentie in con
tact te komen en ik voelde, dat ik in tegen
woordigheid was geweest van een heilige.
Enkele uren later, voordat de kardinaal
deken zijn verzoek kon uitbrengen, gaf kar
dinaal Sarto gehoor aan 't dringend en vol
hardend beroep, dat meerdere leden van het
Heilig College op hem deden om af te zien van
zijn weerstand, en na de avondzitting was het
duidelijk, dat hy den volgenden ochtend met
een groote meerderheid zou worden gekozen.
Dramatische bijzonderheden van dezen aan
drang der kardinalen op het gemoed van kar
dinaal Sarto worden medegedeeld in het boek
van Francesco Zanetti, die van de herinnerin
gen van kardinaal Merry del Val, toen ze nog
ongepubliceerd waren, althans naar den inhoud
kennis moet hebben genomen, want hy ver
haalt dezelfde feiten in verkorte weergave, en
haalt dezelfde of ongeveer dezelfde woor
den aan.
Het waren de kardinalen Satalli, Gotti,
Agliardi, Gibbons en Ferrari, die den toekom-
stigen Paus overtuigden.
Kardinaal Ferrari zou gezegd hebben: „Keert
u naar Venetië terug, wanneer dat uw ver
langen is, maar u zult er heen gaan met uw
ziel ten prooi aan een wroeging, die haar tot
aan den dood zal blyven vervolgen,"
Hierop antwoordde kardinaal Sarto: „Paus
zyn beteekent een ontzaglijke verantwoorde
lijkheid."
Kardinaal Ferrari: „Denkt u eraan, dat de
verantwoordelykheid van uwe weigering groo-
ter.is."
Kardinaal Sarto: „Ik heb een zwakke ge
zondheid en ik zal spoedig sterven."
Kardinaal Ferrari: „Past u de woorden van
Caïfas op uzelven toe: „Het is beter, dat één
mensch sterve voor het heil van allen
Hierop gaf kardinaal Sarto zich gewonnen.
Den anderen ochtend, 4 Augustus 1903, werd
hij gekozen tot Paus van de Heilige Katholieke
Kerk. Op de ritueele vraag van den kardinaal
deken, of hy de canoniek geschiede benoeming
tot Opperpriester' aanvaardde, antwoordde hy;
Paus Pius X
„Accepto in crucem. Si calix iste a me transire
non potest, fiat voluntas Dei" „Ik neem
haar aan in het kruis. Als die kelk niet aan
mij kan voorbijgaan dan geschiede de Wil
Gods."
Een lichte flauwte overviel den nieuwen
Paus. Hij duizelde even, maar herstelde zich
spoedig. Met klare stem gaf hij te kennen, dat
hij den naam Pius koos. Op de vraag, of Hij
den zegen Urbi et Orbi zou geven binnen de
vensters van de loggia, gelijk Leo XIII had
gedaan, dan wel buiten op het balcon, gaf hij
te kennen, dat hij zich voegen zou naar het
inzicht van het Heilig College.
„Hierop" zoo verhaalt kardinaal Merry
del Val „wendde de Heilige Zich tot mij
en vroeg, wat in dit opzicht de meening was
van het Heilig College. In opdracht van den
kardinaal-deken, aan wien ik de vraag van
den Paus overbracht, deelde ik Zijne Heilig
heid mede, dat het College van Kardinalen
de zaak vóór het conclaaf besproken had in
een vergadering, wharbij hij niet aanwezig
was geweest, doch bij het uitspreken van de
meening, dat de Pauselijke Zegen het best
gegeven kon worden binnen de vensterdeu
ren, overeenkomstig het voorbeeld van Leo
XIII, wenschten de kardinalen in geenen
deele de vrijheid van den Paus te belemme
ren en lieten aan Hem de beslissing over.
„Ik 'kal mij laten leiden door het oordeel
van het Heilig College," was het antwoord
van den Paus.
Op mijn vraag, of hij nu dadelijk zich tot
dit doel naar den Sint Pieter wenschte te
begeven dan wel dit liever uitstelde tot latei-
op den dag, antwoordde hy, dat het hem
onverschillig was en dat hij doen zou, wat
het best schikte. Ik gaf toen met eerbied mijn
opvatting te kennen, dat het wellicht beter
zou zyn, de plechtigheid niet uit te stellen
en hy handelde volgens deze opvatting.
Aan het eind van dien bewogen dag was Paus
Pius X doodmoe, ja werkelijk „doodop", ge
lijk men zegt. Mgr. Merry del Val wilde hem
alle verdere vermoeienissen besparen, maar de
Paus had alleen aandacht voor de vermoeidheid
van den kardinaal. „Hy dacht altyd aan
anderen en bijna of heelemaal nooit aan zich
zelf." Dit zijn de eerste woorden, die kardinaal
Merry del Val wijdt aan de karakteristiek van
Pius X, wiens geestelijk portret in deze aan
doenlijke herinneringen met klare lijnen wordt
geschilderd.
Een aardige anecdote vertelt de schrijver
nog over den avond van dienzelfden vierden
Augustusdag. De nieuwe Paus moest eénige stuk
ken onderteekenen en plaatste eerst, als ter
oefening, zyn nieuwe handteekeningPius
P.P. X op een afzonderlijk blad papier. Daarna
teekende hij de documenten.
„Toen ik terugkeerde naar myn kamer"
verhaalt kardinaal Merry del Val „ont
moette ik Monseigneur della Chiesa, die bij
zonder verlangend was om de handteekening
van den Paus te zien en dadelijk vaststelde,
dat zij sterk overeenkwam met de signatuur
van Pius IX. Hoe weinig moet hij zich op
dat oogenblik hebben voorgesteld, dat de
volgende Paus, die soortgelijke documenten
teekenen zou, niemand anders zou zijn dan
hijzelf onder den naam Benedictus XV."
De geschiedenis van de benoeming van kar
dinaal Merry del Val tot staatssecretaris is reeds
uit de biografie door Zanetti en uit andere
bronnen bekend. Hij vertelt haar hier zelf met
aardige onbekende détails in levendige kleuren:
Pius X overhandigde hem een gesloten enve
loppe, waarop Hy eigenhandig den naam van
den kardinaal heeft geschreven. Ongewoon was
dit niet. De Paus deed het steeds met stukken,
die bijzondere aandacht verdienden. Kardinaal
Merry dei Val nam de enveloppe dus ongeopend
mee naar zijn kamer. Onderweg ontmoette hij
kardinaal Moncenni, met wien de Paus reeds
over deze benoeming had gesproken. Deze was
hoog verbaasd, dat kardinaal Merry del Val
nog niet wist, wie staatssecretaris zou worden.
„Hij zei, dat ik onmogelijk onkundig kon
gebleven zyn van het besluit, dat Zijne Hei
ligheid genomen had. Ik herhaalde hem, dat
niets ongewoons was voorgevallen tijdens mijn
onderhoud met den Paus en dat er geen
woord was gesproken over den toekomstigen
staatssecretaris, doch dat ik als gewoonlijk
mijn stukken bij mij had en een enveloppe
met documenten, die de Heilige Vader mij
had ter hand gesteld."
„Een enveloppe!" riep kardinaal Moncenni
uit. „Waar is die? Waarom hebt ge die niet
geopend?"
Ik opende hem en keek den brief door, die
erin zat. Zeg ik te veel, als ik verzeker, dat
ik my voelde duizelen by het kennis nemen
van den inhoud?
De oude kardinaal keek mij aan met een
begrijpenden glimlach en klopte my vertee-
derd op den schouder. Tegelyk met 's Pausen
eigenhandigen brief was er een aanzienlijke
som aan bankbiljetten ingesloten, hetgeen ver
klaart, waarom de enveloppe zoo dik was. In
Zyn vaderlyke goedheid verlangde de Paus dat
ik deze vergoeding zou aannemen, omdat ik
tot dusver geen salaris had ontvangen en
omdat hij wenschte bij te dragen in de be
strijding der onkosten, die ik zou moeten
maken bij mijn promotie.
Gelyk alle levensbeschrijvers van Paus Pius X
verzekert kardinaal Merry del Val, dat deze
Paus den wereldoorlog reeds jaren tevoren
heeft voorspeld, en dat hy in 1912 reeds zei:
„De dingen gaan slecht, het zal niet langer
duren dan 1914."
Dr. Bruno Chaves, de Braziliaansche ge
zant bij den Heiligen Stoel, die lange jaren
deze betrekking had bekleed, nam zijn ont
slag in 1913. Paus Pius X had hem altijd
een groote genegenheid toegedragen, en sprak
vry-uit met hem. In een brief, dien hy mij
uit Pelotas schreef op 24 October 1917, ver
haalt dr. Chaves over zyn laatste audiëntie
by den Heiligen Vader, op 30 Mei 1913, waar
in Zyne Heiligheid hem toevoegde: „U is
gelukkig, mijnheer, dat u naar huis kunt
gaan in Brazilië, u zult geen getuige zyn van
den wereldomvattenden oorlog."
„Ik dacht," schrijft dr. Chaves „,dat Zyne
Heiligheid zinspeelde op den Balkanoorlog,
maar hij vervolgde: „De Balkan is het begin
van een grooten wereldbrand, en ik ben
machteloos, dien te vermijden, zooals ik niet
in staat zal zijn, hem te weerstaan."
Dit was werkelijk in Mei 1913, en niet
zooals men vindt in de vertaling van Pierami's
en Zanetti's boeken, in Mei 1914. Tot zijn
huiskapelaan Mgr. Bressan zei Pius X in den
Vaticaanschen tuin, staande voor de Lourdes-
grot: „Ik beklaag mijn opvolger. Ik zal het zelf
niet meer beleven, doch het is maar al te waar,
dat de „Religio depopulata" op handen is."
De beoordeelaars dezer uitlatingen schryven
ze toe aan de profetische begaafdheid, waarover
Paus Pius X moet hebben beschikt.
Kardinaal Merry del Val legt er grooten na
druk op en bevestigt zijn getuigenis met de
uitspraken van de kardinalen Baudrillart en
Mercier, dat Paus Pius X weliswaar zeldzaam
goed, doch allerminst „goedig" was en dat de
Paus zeer energiek wist door te tasten, vooral
wanneer het de rechten der Kerk gold: Men
heeft nogal eens de meening, dat de „heilige"
paus uitermate meegaand zou geweest zijn. Dit
wordt hier ten stelligste ontkend. Ook was deze
Paus een uitnemend stylist, die groote waarde
toekende aan een zuiver gebruik van de taal.
Dit zijn dingen, die men veelal niet weet.
Kardinaal Merry del Val hecht er klaarblijkelijk
groote beteekenis aan, en zooals hij korte
hoofdstukken wijdt aan de naastenliefde en de
nederigheid van Pius X, zoo spreekt hij ook in
afzonderlijke capittels over diens kunstliefde en
muzikale gevoeligheid.
Toen het schot in Serajewo gevallen was,
bracht kardinaal Merry del Val het bericht
hieromtrent persoonlijk bij den Paus: het was
een telegram van Mgr. Scapinelli, pauselyk nun
tius te Weenen. Pius X zei dadelijk: „Eminentie,
dat is de eerste vonk van den grooten brand."
„De inval in België en de berichten omtrent
de eerste veldslagen vervulden hem van de
bitterste droefheid. Hij wachtte koortsachtig
op de documentaire bevestiging van deze
berichten, teneinde daarnaar zijn definitieve
gedragslijn te regelen en in staat te zyn,
zijn onbevreesde stem te verheffen om de
heilige beginselen van rechtvaardigheid en
vrede te verdedigen. Doch zijn Meester riep
hem tot zich, voordat hy de gelegenheid
gekregen had méér te doen dan het uitvaar
digen eener korte aansporing van voorloopi-
gen aard, gedagteekend 2 Augustus."
De tekst van deze Pauselijke boodschap wordt
door den schrijver bekend verondersteld; in
deze dagen kan het nochtans goed zyn, hem
opnieuw af te drukken, vertaald uit de „Osser-
vatore Romano" van 3 Augustus 1914:
Terwijl bijna geheel Europa is meegesleurd
in den maalstroom van een allerverderfelyksten
oorlog, waarvan geen mensch de gevaren, slach
tingen en gevolgen kan overdenken zonder zich
bevangen te voelen door droefheid en vrees,
kunnen ook Wij niet anders doen dan Ons er
mede bezig houden en Wij voelen onze ziel
verscheurd door de bitterste smart om het
welzijn en om het leven van zoovele burgers en
zoovele volkeren, die ons allen na aan het hart
liggen.
In dezen grooten nood gevoelen Wy levendig
en begrijpen Wij goed wat de vaderlijke liefde
en de uitoefening van ons Apostolisch Ambt
van Ons vraagt, te weten, dat Wij de zielen
zullen verheffen tot Hem, van Wien alleen
hulp voor ons kan komen, tot Christus, den
Vorst des Vredes en den allermachtigsten Mid
delaar van de menschen bij God.
Wij wekken daarom de katholieken van de
geheele wereld op om vertrouwvol hun toe
vlucht te nemen tot Zyn troon van Genade en
ontferming; den clerus wekken Wij op om in
de onderscheiden parochies de geloovigen voor
te gaan en volgens de voorschriften der bis
schoppen openbare oefeningen van gebed uit te
schrijven teneinde van God in Zijn barmhar
tigheid te verkrijgen, dat zoo spoedig mogelijk
de verderfzaaiende oorlogsfakkels worden uit-
gebluscht en dat Hij aan de regeerders der
volkeren gedachte ingeve van vrede en niet
van kwelling.
Uit het Vaticaan, 2 Aug. 1914.
PIUS P.P.X
Het was de laatste boodschap van Pius X
aan de wereld. Op 8 Augustus werd hij lichte
lijk ongesteld, maar niemand zag nog gevaar.
Na Maria ten Hemelopneming verergerde de toe
stand, op 18 Augustus lag de Paus op sterven.
„Ik lijd voor degenen, die sterven op de slag
velden," zei hij. Op Donderdag 20 Augustus 1914
om 1 uur 20 overleed Paus Pius X.
Z. Em. Joseph kardinaal Sarto vertrekt
uit Venetië voor het conclave
V
Z. Em. Raffaele kardinaal Merry
del
Zooals wij onlangs gemeld hebben
zal
'df"
den herfst van dit jaar herdacht w'°r
het feit dat driehonderd jaar êe]e'
Joost van den Vondel tot den kathol'"
godsdienst overging.
Men heeft er over gedacht, de viering
verband met de tijdsomstandigheden v
te laten doorgaan, maar tenslotte toch
sloten wèl een herdenking te organist1
Nu Europa aan het brute geweld is 0
geleverd, is het misschien méér dan
noodig eraan te herinneren, dat er in e
leven der volkeren blijvende geestei
realiteiten zijn, die hun invloed zullen 'a
gelden wanneer het krijgsrumoer laf1".
verstomd en de gruwel der verwoest
vergeten.
Zoodoende is men er toe gekomen 'b
hoofdstad een herdenking voor te bere"3
die zal geschieden op 21 October a.s.i
op den feestdag van Sinte Ursula, de P
trones van Keulen, Vondels geboortepl3"
en tevens patrones van het Bagijnhof-
Des morgens wordt een H. Mis opged"3®
in het kerkje aan het Bagijnhof
Z. H. Exc. Mgr. J. P. Huibers, bisschop
Haarlem. Daarna vindt er een z.g-
demie plaats in het Maagdenhuis, r"
tegenover het Bagijnhof. Hier zal
Molkenboer een rede houden over Von
bekeering. Dr. L. Kat uit Haarlem zal
zijn Scola Cantorum muziekstukken p
voeren, die zijn gecomponeerd op tcks
van Vondel.
Des avonds is er in de tooneelzaal
het Maagdenhuis een kernopvoering uit
treurspel Maegden van den prins
dichters, door leerlingen van de Toon"
school, onder leiding van Balthazar
old'
hagen. Deze opvoering geschiedt w
stuum doch zonder décors.
Aldus zal de herdenking van Vond
bekeering plaats vinden op een wijze,
in overeenstemming is met den ernst
de gebeurtenis die gevierd wordt: g°°
dienstig en stemmig.
Een groote rampokbende men sprak
ongeveer 15 personen drong in de desa
gegeng (Jonggol) de woning van de eerste vr°
te hoop liep.
Het gevaar voor arrestatie vreezende, gin£
bende zonder buit op de vlucht.
v," 1 v.
,ss
Hio
i»
Volgens de „Cinématographie Fran?aise
de oude veteraan der filmtechniek, Louis b
mière, bezig de laatste hand te leggen aan j,
relieffilm die niet meer de gebreken zal beo"
van hetgeen tot dusver op dit gebied 8e
briceerd werd. Lumière noemt zijn nieuwe u j
vinding „le cinéma plastique". Deze zal
op het scherm kunnen worden geprojectce
zoodat het publiek geen hulpmiddelen meer n
dig zal hebben, om de relieffilm te volgen. e
middels is het waarschijnlijk dat de practi®
toepassing nog wel eenigen tijd op zich zal la
wachten.
van Hadji Sapië binnen. Na de vrouw te 11 efl
ben mishandeld en alles in het huis kort
klein te hebben geslagen, trok de bende
de woning van de tweede vrouw van den Ha'
waar de Hadji en de vrouw werden mishand" j
terwijl de bende verder te keer ging als in p
eerste huis.
Een zoon van den Hadji wist echter te d'
snappen en sloeg alarm, waarop de bevolk'
d»
"tif
Z. H, Pius X op zijn doodsbed