Herinneringen aan Pius X VAN KARDINAAL MERRY DEL VAL Di Herdenking van Vondels bekeerinü De Paus en de oorlog Tf i i Eert stemmige feestvier iM op 21 October V m HH >1 JJ - mmmmmmm 1 - M 111 K'"y" mm Wmmtntssèmmk X^EAUX ^SSAUL tonner Haarlem '3.25. Bi d oor va" va" net Rampok in de Desa Een nieuwe uitvinding vat» Lumière 'V'V Heit geboortehuis van Z. H. Paus Pius X (foto genomen door kardinaal Merry del Val) Kardinaal Hinsley, aartsbisschop van West minster, leidt by het katholieke publiek van Groot-Brittannië een aardig, klein boekwerkje In, dat door Barns Oates Washbourne in den handel wordt gebracht onderden titel „Memories of Pope Pius X by Cardinal Merry del Val". „In de taal der eenvoudige eerlijkheid" aldus de kardinaal-aartsbisschop „verhaalt hier een man Gods over zijn omgang met een anderen man Gods, zooals de heilige Bonaventura het leven beschreef van den heiligen Franciscus van Assisi. Beider groot heid als mannen, die in het geestelijke en tydelijke leven een hooge waardigheid be kleedden, gaat schuil achter hun eenvoud. Een pauselijk staatssecretaris ziet op naar den Plaatsvervanger van Christus met de oogen van de bewonderende liefde jegens een heiligen Meester. Kardinaal Merry del Val dient Paus Pius X en volgt hem na. Dit kleine boekje zal al degenen, die het lezen, bekoren en aantrekken. De toewijding en de liefde van den aristocratischen staatssecretaris geven de hoedanigheden weer van den nede- rigen boerenzoon, die opklom tot de hoogste waardigheid op aarde. Deze beiden vereenigden zich in het dienen en volgen van hun God- deiyken Meester. Naar het uiterlijk waren zy tegenstellingen, doch hun inneriyke ge steldheid vereenzelvigde hen meer en meer." Wijlen de kardinaal-aartsbisschop van New- York, Mgr. Hayes, voegde hier voor het Amerikaansche publiek, dat van deze merk waardige uitgave kennis zal nemen, een korte beschouwing aan toe, waarin herinnerd wordt aan het karakter van Paus Pius X als zie lenherder en als verbreider van de Gods vrucht jegens het Allerheiligste 'Sacrament des Altaars. Het was immers deze Paus, die de kinderen van hun zevende jaar af toeliet tot de Tafel des Heeren. Beide getuigenissen geven ons de verzeke ring, dat het werkje van tachtig bladzyden een heel bijzonder boek is. Hoe komt het plotseling onder het publiek, tien jaar na den dood van den schrijver? De uitgever be richt het ons: „Deze publicatie van de Herinneringen van kardinaal Merry del Val aan Paus Pius X danken wij aan de vriendeiykheid van'z.Em. kardinaal Nicola Canali, die gedurende der tig jaren innig bevriend is geweest met kar dinaal Merry del Val, en door dezen als zijn executeur-testamentair werd benoemd. Met groote zorg rangschikte hij de nagelaten handschriften van den kardinaal en daar onder bevonden zich deze herinneringen. In antwoord op den aandrang van verscheidene hoogstaande bewonderaars van kardinaal Merry del Val in Engeland en in Amerika, gaf hij thans verlof tot publicatie. Het voor woord van wyien kardinaal Hayes werd kort voor diens dood geschreven voor de Ameri kaansche uitgave van den tekst." Wij hebben hier dus te doen met een oor- spronkeiyke uitgave, die in Engeland, het geboorteland van kardinaal Merry del Val, ge publiceerd wordt. Het is een welkome aanvulling van de meer uitvoerige boekwerken, die aan het leven van Paus Pius X gewijd zijn, om te beginnen de groote, tijdens diens pontificaat, in 1905 verschenen biografie van Mgr. dr. Angelo Marchesan: „Papa Pio X, nella sua vita en nella sua parola", dat de jeugd van Giuseppe Sarto behandelt, zyn studiejaren, zijn priester- hjke werkzaamheid, zyn arbeid als bisschop van Mantua en kardinaal-aartsbisschop van Venetië. Voorts mogen wij wijzen op het mooie boekje van Benedetto Pierami, abt der Bene- dictynen van Vallombrosa, dat door de Com missie van voorbereiding voor de Zaligver klaring van Pius X werd uitgegeven. Hiervan verscheen een Nederlandsche vertaling door Alexis Paulsen bij de firma W. van Eupen te Eindhoven in 1929. Dan is er nog het boek van den tegenwoordigen Apostolischen Vicaris van Tripolis, Mgr. fr. Vittoriano Facchinetti O.F.M., getiteld „L'anima di Pio decimo". Ein delijk verdient de volle aandacht het aantrek kelijke werk van Francesco Zanetti, getiteld „Pius X", dat door Machteld Borel, de dochter van den bekenden Haagschen schrüver, Henri Borel, die op het einde zijns levens tot de Katholieke Kerk toetrad, in het Nederlandsch vertaald werden in 1938 werd uitgegeven door Paul Brand te Hilversum. Wij geven een opsomming van deze littera tuur, omdat zij den achtergrond vormt, tegen welken men de Herinneringen van kardinaal Merry del Val hef helderst zien kan; bij onze bespreking zullen wij ook eenige gegevens uit deze werken putten. Het spreekt vanzelf, dat de kardinaal-staatssecretaris, die uitsluitend persoonlijke herinneringen ten beste geeft, den levensloop van Paus Pius X in groote ïynen bij tün lasers bekend acht. Wij geven derhalve eerst een korten cuniculum vitae met enkele oriën- teerende jaartallen. Giuseppe Melchione Sarto, die den Apostoli schen Stoel zou bestijgen als Paus Pius de Tiende, werd op 2 Juni 1835 uit zeer eenvou dige ouders geboren te Riese in Italië en den volgenden dag aldaar door den pastoor der parochie gedoopt. Hij was het tweede kind uit het huwelijk zijner ouders, die op 13 Februari 1833 getrouwd waren. Een ouder zoontje, dat eveneens Giuseppe heette, was kort na de geboorte overleden. Reeds op de dorps school te Riese muntte hij uit door groote schranderheid en deugd, zoodat de pastoor hem Latijn leerde om hem vervolgens naar het Gymnasium van Castelfranco te sturen, waar heen hij dagelijks te voet op en neer ging, om dat zijn behoeftige familie de internaatskosten niet kon dragen. Hij was een buitengewoon student. De kardinaal-aartsbisschop van Vene tië genoot het privilege, enkele plaatsen in het seminarie van Padua kosteloos te mogen bezet ten, en zelf uit Riese geboortig koos Mgr. Jacopo Monico zijn jeugdigen dorpsgenoot Sarto voor zulk een plaats uit. In 1850 ging deze, reeds grootendeels in de humaniora be kwaamd, naar dit seminarie; hij werd, met Pauselijke dispensatie, omdat hy den vereisch- ten leeftijd van 24 jaar nog niet bereikt had, op 18 September 1858 door den bisschop van Treviso, Mgr. Farina, tot priester gewijd in de domkerk van Castelfranco. Kort daarna werd hij benoemd tot kapelaan te Tombolo, waar hij in den aartspriester, don Antonio Constantini, een bijzonder deugdzaam pastoor trof, die zijn geesteiyke leidsman werd. In Mei 1867 werd Jozef Sarto, twee en dertig jaar oud, benoemd tot pastoor van Salzano, in 1875 tot kanunnik te Treviso, in 1879 tot vica ris van het kapittel aldaar, op 10 November 1884 werd hij tot bisschop van Mantua gewyd. Een enkele, treffende anecdote, die Zanetti verhaalt, moge hier ons relaas onderbreken. Na zijn bisschopswijding bracht Mgr. Sarto enkele dagen door bij zijn moeder en zijn zusters te Riese. Zoodra hij aankwam, kuste zijn moeder, een eenvoudige vrouw, op de gebruikelijke wijze den bisschopsring, en bekeek dien ring daarna aandachtig. Ze zag, dat hij versierd was met een kostbaren steen. Haar zoon dacht, dat zij daarvoor die groote belangstelling had, maar de moeder glimlachte en zei schalksch: „Gij zoudt dien ring niet dragen, wanneer ik dezen niet gedragen had." En ze wees haar zoon op haar trouwring. Op 12 Juni 1892 werd Mgr. Sarto door Paus Leo XIII tot kardinaal der Heilige Roomsche Kerk gecreëerd, het volgend jaar werd hy be noemd tot Patriarch van Venetië. Op 4 Augus tus 1903 werd kardinaal Sarto tot Paus ge kozen. Hier beginnen de mémoires van kardinaal Merry del Val, die het bewogen Conclaaf van 1903 meemaakte. „Hoe vreemd het schijnen moge" aldus de kardinaal „het is nochtans een feit, dat ik Zijne Eminentie kardinaal Sarto nooit had ontmoet vóór het einde van Juli 1903, toen het Heilig College in conclaaf bijeen kwam wegens den dood van Zijne Heiligheid Paus Leo XIII. Ik kende alle andere kardi nalen, die bij deze gelegenheid te Rome aan wezig waren, tenminste van aanzien, en ik wist ze' allen te herkennen. Gedurende de acht jaar, die ik in het Vaticaan had door gebracht in het gevolg van Leo XIII, had ik herhaaldeiyk gelegenheid ongeveer alle leden van het Heilig College te ontmoeten, maar door welke reden dan ook, had ik een ont moeting met kardinaal Sarto altijd gemist. Het was op Maandag 3 Augustus 1903 (dus daags vóór de Pauskeuze) dat ik het voor recht genoot, hem voor het eerst te spreken." Teneinde de omstandigheden te begrüpen, waaronder deze ontmoeting plaats vond, moet men zich herinneren, wat er gebeurde in het conclaaf van 1903. Dit conclaaf begon op 31 Juli; er namen 62 kardinalen aan deel. Tijdens de eerste stemmingen bleek, dat de voorkeur der kiezers niet uitging naar een diocees-kardi- naal, maar naar een curie-kardinaal. Met name kardinaal Rampolla, staatssecretaris van Leo XIII, vereenigde de stemmen van de Fransche, de Spaansche en verscheidene andere kardinalen. Hij had bij de eerste keuze reeds een meerderheid, hoewel niet de geëischte meer- Z. Em. Joseph Patricias kardinaal. Hays derheid van twee derden der stemmen. Over het verloop der keuze geeft Mgr. Marchesan de volgende cüfers: Eerste zitting: Rampolla 24; Gotti 17; Sarto 5; verdeeld 10. Tweede zitting: Rampolla 29; Gotti 16; Sarto 10; verdeeld 7. Derde zitting: Rampolla 29; Sarto 21; Gotti 9, verdeeld 3. Na deze derde zitting maakte kardinaal Pus- zyna, aartsbisschop van Krakau, aan het Heilig College bekend, dat Oostenrijk zyn veto uit sprak tegen een eventueels benoeming van kar dinaal Rampolla. Deze mededeeling wekte ten zeerste het misnoegen van het College. De kardinaal-deken antwoordde, dat het conclaaf deze mededeeling niet kon accepteeren. Bij de keuze werd er ook geen rekening mede ge houden. De candidatuur van kardinaal Ram polla is ook niet op het Oostenrüksche veto ge strand, maar op het feit, dat Rampolla geen nieuwen aanhang kreeg, terwijl de stemmen op kardinaal Gotti, die voor den Duitschen candi- daat gold, geleidelijk slonken en zich steeds meer stemmen op kardinaal Sarto vereenigden. Ziehier het verdere verloop der Pauskeuze van 1903 volgens de gegevens van Mgr. Marchesan, overeenstemmend met die, welke kardinaal Matthieu mededeelt in zijn boek: „Les derniers jours de Léon XIII et le Conclave, par un témoin". Vierde zitting: Rampolla 30; Sarto 24; Gotti 3, verdeeld 5. Vijfde zitting: Sarto 27; Rampolla 24; Gotti 6, verdeeld 5. Zesde zitting: Sarto 35; Rampolla 16; Gotti 7, verdeeld 4. Zevende zitting: Sarto 50; Rampolla 10; Gotti2. Het Oostenrüksche veto werd uitgesproken op 2 Augustus. „Het is mijn vaste overtuiging" aldus kardinaal Merry del Val „dat kardinaal Rampolla in géén geval zou gekozen zun, want de meerderheid van de kiezers was vast voor nemens, een anderen kardinaal te kiezen. Doch hij scheen een goede kans te hebben, de vereischte meerderheid te behalen, toen de verontwaardiging', gewekt door het optreden van kardinaal Puszyna namens den Keizer van Oostenrijk, een reactie van het gevoel opriep én allen aanspoorde om eenig protest te doen hooren ter verdediging van de vrij heid van het conclaaf en de rechten van de Heilige Kerk. De kardinaal-deken, Mgr. Oreglia di Santo Stefano, sprak onmiddel lijk na de morgenzitting van Maandag 3 Augustus in de Sixtijnsche Kapel mij zeer ernstig en uitvoerig over zijn toenemende vrees betreffende de Pauskeuze. Er scheen weinig kans zoo meende hij op een spoedig verloop, wanneer Kardinaal Sarto, die steeds meer stemmen vereenigde, vol hardde in zijn afwijzende houding en beslist bleef weigeren, zijn eventueele benoeming tot Paus te aanvaarden. Züne Eminentie voelde zich in geweten verplicht te voorkomen, dat de zaken een onbeslist verloop zouden nemen en vroeg mij deswege kardinaal Sarto namens hem een boodschap te brengen. Ik moest den kardinaal vragen, of hij volhardde in het verzet tegen zijn benoeming en of hy in dat geval den kardinaal-deken machtigde, in den namiddag, ten overstaan van het vergaderde College een verklaring af te leggen. In dat geval zou de kardinaal-deken zijn ambtge- nooten in overweging geven, of het niet wen- schelijk ware, op een anderen candidaat hun stem uit te brengen. Ik ging in overeenstemming met deze op dracht kardinaal Sarto zoeken. Ik vernam, dat hij niet in zijn kamer was, maar dat ik hem vermoedelijk zou kunnen vinden in de Pau- lijnsche kapel, waarheen ik mij spoedde om mijn orders tot uitvoering te brengen. Het moet al tegen den middag geweest zijn, toen ik de donkere en stille kapel binnenstapte; de lamp bij het Allerheiligste brandde hoog en er waren kaarsen ontstoken op het altaar aan iedere zijde van de afbeelding van Onze Lieve Vrouw van Goeden Raad. Ik zag een kardinaal, in gebed neergeknield op den marmeren vloer voor het tabernakel, op korten afstand van de communiebank, met het hoofd in de handen, de elbogen geleund op een der lage houten zitbanken en ik herinner mij niet, dat er op dat oogenblik iemand anders iif de kapel aanwezig was. Het was kardinaal Sarto. Ik knielde naast hem neer en fluisterde hem toe om mij te ver zekeren, dat hij luisterde. Vervolgens fluis terde ik hem mijn boodschap in het oor. Zijne Eminentie stond op en wendde lang zaam zijn gelaat naar mij, terwijl hij luis terde naar de vraag, die ik hem voorlei. Tranen stroomden uit zijn oogen en ik hield mijn adem in om zijn antwoord af te wachten. „Si, si, Monsignore, dica al cardinale che mi faccia questa carita." antwoordde hij vriendelijk. („Ja, ja, monseigneur, zeg den kardinaal, dat hij mij deze liefdedaad be wijze!") Het was, alsof hij een weerklank gaf op de woorden van Zijn Goddelijken Meester in Gethsemani: „dat deze kelk aan Mij voor bijga." Het „fiat" moest echter nog komen. De eenige woorden, waartoe ik de kracht vond en die naar mijn lippen stegen, alsof een ander ze my dicteerde, waren: „Eminenza, si faccia coraggio, il Signore l'aiutera," („Eminentie, houd moed, de Heer zal u helpen") De kardinaal keek mij strak aan met dien diepen blik, dien ik zoo goed zou leeren kennen: „Grazie, grazie" („dank u") her haalde hij, en dit was alles wat hij zei. Opnieuw verborg hy het gelaat in de handen om zijn gebed te hervatten, en zoo verliet ik hem. Ik zal nooit den indruk ver geten, dien deze eerste ontmoeting op mü maakte door den aanblik van een zoo hevi- gen angst. Het was de eerste gelegenheid, die ik kreeè om met Zijne Eminentie in con tact te komen en ik voelde, dat ik in tegen woordigheid was geweest van een heilige. Enkele uren later, voordat de kardinaal deken zijn verzoek kon uitbrengen, gaf kar dinaal Sarto gehoor aan 't dringend en vol hardend beroep, dat meerdere leden van het Heilig College op hem deden om af te zien van zijn weerstand, en na de avondzitting was het duidelijk, dat hy den volgenden ochtend met een groote meerderheid zou worden gekozen. Dramatische bijzonderheden van dezen aan drang der kardinalen op het gemoed van kar dinaal Sarto worden medegedeeld in het boek van Francesco Zanetti, die van de herinnerin gen van kardinaal Merry del Val, toen ze nog ongepubliceerd waren, althans naar den inhoud kennis moet hebben genomen, want hy ver haalt dezelfde feiten in verkorte weergave, en haalt dezelfde of ongeveer dezelfde woor den aan. Het waren de kardinalen Satalli, Gotti, Agliardi, Gibbons en Ferrari, die den toekom- stigen Paus overtuigden. Kardinaal Ferrari zou gezegd hebben: „Keert u naar Venetië terug, wanneer dat uw ver langen is, maar u zult er heen gaan met uw ziel ten prooi aan een wroeging, die haar tot aan den dood zal blyven vervolgen," Hierop antwoordde kardinaal Sarto: „Paus zyn beteekent een ontzaglijke verantwoorde lijkheid." Kardinaal Ferrari: „Denkt u eraan, dat de verantwoordelykheid van uwe weigering groo- ter.is." Kardinaal Sarto: „Ik heb een zwakke ge zondheid en ik zal spoedig sterven." Kardinaal Ferrari: „Past u de woorden van Caïfas op uzelven toe: „Het is beter, dat één mensch sterve voor het heil van allen Hierop gaf kardinaal Sarto zich gewonnen. Den anderen ochtend, 4 Augustus 1903, werd hij gekozen tot Paus van de Heilige Katholieke Kerk. Op de ritueele vraag van den kardinaal deken, of hy de canoniek geschiede benoeming tot Opperpriester' aanvaardde, antwoordde hy; Paus Pius X „Accepto in crucem. Si calix iste a me transire non potest, fiat voluntas Dei" „Ik neem haar aan in het kruis. Als die kelk niet aan mij kan voorbijgaan dan geschiede de Wil Gods." Een lichte flauwte overviel den nieuwen Paus. Hij duizelde even, maar herstelde zich spoedig. Met klare stem gaf hij te kennen, dat hij den naam Pius koos. Op de vraag, of Hij den zegen Urbi et Orbi zou geven binnen de vensters van de loggia, gelijk Leo XIII had gedaan, dan wel buiten op het balcon, gaf hij te kennen, dat hij zich voegen zou naar het inzicht van het Heilig College. „Hierop" zoo verhaalt kardinaal Merry del Val „wendde de Heilige Zich tot mij en vroeg, wat in dit opzicht de meening was van het Heilig College. In opdracht van den kardinaal-deken, aan wien ik de vraag van den Paus overbracht, deelde ik Zijne Heilig heid mede, dat het College van Kardinalen de zaak vóór het conclaaf besproken had in een vergadering, wharbij hij niet aanwezig was geweest, doch bij het uitspreken van de meening, dat de Pauselijke Zegen het best gegeven kon worden binnen de vensterdeu ren, overeenkomstig het voorbeeld van Leo XIII, wenschten de kardinalen in geenen deele de vrijheid van den Paus te belemme ren en lieten aan Hem de beslissing over. „Ik 'kal mij laten leiden door het oordeel van het Heilig College," was het antwoord van den Paus. Op mijn vraag, of hij nu dadelijk zich tot dit doel naar den Sint Pieter wenschte te begeven dan wel dit liever uitstelde tot latei- op den dag, antwoordde hy, dat het hem onverschillig was en dat hij doen zou, wat het best schikte. Ik gaf toen met eerbied mijn opvatting te kennen, dat het wellicht beter zou zyn, de plechtigheid niet uit te stellen en hy handelde volgens deze opvatting. Aan het eind van dien bewogen dag was Paus Pius X doodmoe, ja werkelijk „doodop", ge lijk men zegt. Mgr. Merry del Val wilde hem alle verdere vermoeienissen besparen, maar de Paus had alleen aandacht voor de vermoeidheid van den kardinaal. „Hy dacht altyd aan anderen en bijna of heelemaal nooit aan zich zelf." Dit zijn de eerste woorden, die kardinaal Merry del Val wijdt aan de karakteristiek van Pius X, wiens geestelijk portret in deze aan doenlijke herinneringen met klare lijnen wordt geschilderd. Een aardige anecdote vertelt de schrijver nog over den avond van dienzelfden vierden Augustusdag. De nieuwe Paus moest eénige stuk ken onderteekenen en plaatste eerst, als ter oefening, zyn nieuwe handteekeningPius P.P. X op een afzonderlijk blad papier. Daarna teekende hij de documenten. „Toen ik terugkeerde naar myn kamer" verhaalt kardinaal Merry del Val „ont moette ik Monseigneur della Chiesa, die bij zonder verlangend was om de handteekening van den Paus te zien en dadelijk vaststelde, dat zij sterk overeenkwam met de signatuur van Pius IX. Hoe weinig moet hij zich op dat oogenblik hebben voorgesteld, dat de volgende Paus, die soortgelijke documenten teekenen zou, niemand anders zou zijn dan hijzelf onder den naam Benedictus XV." De geschiedenis van de benoeming van kar dinaal Merry del Val tot staatssecretaris is reeds uit de biografie door Zanetti en uit andere bronnen bekend. Hij vertelt haar hier zelf met aardige onbekende détails in levendige kleuren: Pius X overhandigde hem een gesloten enve loppe, waarop Hy eigenhandig den naam van den kardinaal heeft geschreven. Ongewoon was dit niet. De Paus deed het steeds met stukken, die bijzondere aandacht verdienden. Kardinaal Merry dei Val nam de enveloppe dus ongeopend mee naar zijn kamer. Onderweg ontmoette hij kardinaal Moncenni, met wien de Paus reeds over deze benoeming had gesproken. Deze was hoog verbaasd, dat kardinaal Merry del Val nog niet wist, wie staatssecretaris zou worden. „Hij zei, dat ik onmogelijk onkundig kon gebleven zyn van het besluit, dat Zijne Hei ligheid genomen had. Ik herhaalde hem, dat niets ongewoons was voorgevallen tijdens mijn onderhoud met den Paus en dat er geen woord was gesproken over den toekomstigen staatssecretaris, doch dat ik als gewoonlijk mijn stukken bij mij had en een enveloppe met documenten, die de Heilige Vader mij had ter hand gesteld." „Een enveloppe!" riep kardinaal Moncenni uit. „Waar is die? Waarom hebt ge die niet geopend?" Ik opende hem en keek den brief door, die erin zat. Zeg ik te veel, als ik verzeker, dat ik my voelde duizelen by het kennis nemen van den inhoud? De oude kardinaal keek mij aan met een begrijpenden glimlach en klopte my vertee- derd op den schouder. Tegelyk met 's Pausen eigenhandigen brief was er een aanzienlijke som aan bankbiljetten ingesloten, hetgeen ver klaart, waarom de enveloppe zoo dik was. In Zyn vaderlyke goedheid verlangde de Paus dat ik deze vergoeding zou aannemen, omdat ik tot dusver geen salaris had ontvangen en omdat hij wenschte bij te dragen in de be strijding der onkosten, die ik zou moeten maken bij mijn promotie. Gelyk alle levensbeschrijvers van Paus Pius X verzekert kardinaal Merry del Val, dat deze Paus den wereldoorlog reeds jaren tevoren heeft voorspeld, en dat hy in 1912 reeds zei: „De dingen gaan slecht, het zal niet langer duren dan 1914." Dr. Bruno Chaves, de Braziliaansche ge zant bij den Heiligen Stoel, die lange jaren deze betrekking had bekleed, nam zijn ont slag in 1913. Paus Pius X had hem altijd een groote genegenheid toegedragen, en sprak vry-uit met hem. In een brief, dien hy mij uit Pelotas schreef op 24 October 1917, ver haalt dr. Chaves over zyn laatste audiëntie by den Heiligen Vader, op 30 Mei 1913, waar in Zyne Heiligheid hem toevoegde: „U is gelukkig, mijnheer, dat u naar huis kunt gaan in Brazilië, u zult geen getuige zyn van den wereldomvattenden oorlog." „Ik dacht," schrijft dr. Chaves „,dat Zyne Heiligheid zinspeelde op den Balkanoorlog, maar hij vervolgde: „De Balkan is het begin van een grooten wereldbrand, en ik ben machteloos, dien te vermijden, zooals ik niet in staat zal zijn, hem te weerstaan." Dit was werkelijk in Mei 1913, en niet zooals men vindt in de vertaling van Pierami's en Zanetti's boeken, in Mei 1914. Tot zijn huiskapelaan Mgr. Bressan zei Pius X in den Vaticaanschen tuin, staande voor de Lourdes- grot: „Ik beklaag mijn opvolger. Ik zal het zelf niet meer beleven, doch het is maar al te waar, dat de „Religio depopulata" op handen is." De beoordeelaars dezer uitlatingen schryven ze toe aan de profetische begaafdheid, waarover Paus Pius X moet hebben beschikt. Kardinaal Merry del Val legt er grooten na druk op en bevestigt zijn getuigenis met de uitspraken van de kardinalen Baudrillart en Mercier, dat Paus Pius X weliswaar zeldzaam goed, doch allerminst „goedig" was en dat de Paus zeer energiek wist door te tasten, vooral wanneer het de rechten der Kerk gold: Men heeft nogal eens de meening, dat de „heilige" paus uitermate meegaand zou geweest zijn. Dit wordt hier ten stelligste ontkend. Ook was deze Paus een uitnemend stylist, die groote waarde toekende aan een zuiver gebruik van de taal. Dit zijn dingen, die men veelal niet weet. Kardinaal Merry del Val hecht er klaarblijkelijk groote beteekenis aan, en zooals hij korte hoofdstukken wijdt aan de naastenliefde en de nederigheid van Pius X, zoo spreekt hij ook in afzonderlijke capittels over diens kunstliefde en muzikale gevoeligheid. Toen het schot in Serajewo gevallen was, bracht kardinaal Merry del Val het bericht hieromtrent persoonlijk bij den Paus: het was een telegram van Mgr. Scapinelli, pauselyk nun tius te Weenen. Pius X zei dadelijk: „Eminentie, dat is de eerste vonk van den grooten brand." „De inval in België en de berichten omtrent de eerste veldslagen vervulden hem van de bitterste droefheid. Hij wachtte koortsachtig op de documentaire bevestiging van deze berichten, teneinde daarnaar zijn definitieve gedragslijn te regelen en in staat te zyn, zijn onbevreesde stem te verheffen om de heilige beginselen van rechtvaardigheid en vrede te verdedigen. Doch zijn Meester riep hem tot zich, voordat hy de gelegenheid gekregen had méér te doen dan het uitvaar digen eener korte aansporing van voorloopi- gen aard, gedagteekend 2 Augustus." De tekst van deze Pauselijke boodschap wordt door den schrijver bekend verondersteld; in deze dagen kan het nochtans goed zyn, hem opnieuw af te drukken, vertaald uit de „Osser- vatore Romano" van 3 Augustus 1914: Terwijl bijna geheel Europa is meegesleurd in den maalstroom van een allerverderfelyksten oorlog, waarvan geen mensch de gevaren, slach tingen en gevolgen kan overdenken zonder zich bevangen te voelen door droefheid en vrees, kunnen ook Wij niet anders doen dan Ons er mede bezig houden en Wij voelen onze ziel verscheurd door de bitterste smart om het welzijn en om het leven van zoovele burgers en zoovele volkeren, die ons allen na aan het hart liggen. In dezen grooten nood gevoelen Wy levendig en begrijpen Wij goed wat de vaderlijke liefde en de uitoefening van ons Apostolisch Ambt van Ons vraagt, te weten, dat Wij de zielen zullen verheffen tot Hem, van Wien alleen hulp voor ons kan komen, tot Christus, den Vorst des Vredes en den allermachtigsten Mid delaar van de menschen bij God. Wij wekken daarom de katholieken van de geheele wereld op om vertrouwvol hun toe vlucht te nemen tot Zyn troon van Genade en ontferming; den clerus wekken Wij op om in de onderscheiden parochies de geloovigen voor te gaan en volgens de voorschriften der bis schoppen openbare oefeningen van gebed uit te schrijven teneinde van God in Zijn barmhar tigheid te verkrijgen, dat zoo spoedig mogelijk de verderfzaaiende oorlogsfakkels worden uit- gebluscht en dat Hij aan de regeerders der volkeren gedachte ingeve van vrede en niet van kwelling. Uit het Vaticaan, 2 Aug. 1914. PIUS P.P.X Het was de laatste boodschap van Pius X aan de wereld. Op 8 Augustus werd hij lichte lijk ongesteld, maar niemand zag nog gevaar. Na Maria ten Hemelopneming verergerde de toe stand, op 18 Augustus lag de Paus op sterven. „Ik lijd voor degenen, die sterven op de slag velden," zei hij. Op Donderdag 20 Augustus 1914 om 1 uur 20 overleed Paus Pius X. Z. Em. Joseph kardinaal Sarto vertrekt uit Venetië voor het conclave V Z. Em. Raffaele kardinaal Merry del Zooals wij onlangs gemeld hebben zal 'df" den herfst van dit jaar herdacht w'°r het feit dat driehonderd jaar êe]e' Joost van den Vondel tot den kathol'" godsdienst overging. Men heeft er over gedacht, de viering verband met de tijdsomstandigheden v te laten doorgaan, maar tenslotte toch sloten wèl een herdenking te organist1 Nu Europa aan het brute geweld is 0 geleverd, is het misschien méér dan noodig eraan te herinneren, dat er in e leven der volkeren blijvende geestei realiteiten zijn, die hun invloed zullen 'a gelden wanneer het krijgsrumoer laf1". verstomd en de gruwel der verwoest vergeten. Zoodoende is men er toe gekomen 'b hoofdstad een herdenking voor te bere"3 die zal geschieden op 21 October a.s.i op den feestdag van Sinte Ursula, de P trones van Keulen, Vondels geboortepl3" en tevens patrones van het Bagijnhof- Des morgens wordt een H. Mis opged"3® in het kerkje aan het Bagijnhof Z. H. Exc. Mgr. J. P. Huibers, bisschop Haarlem. Daarna vindt er een z.g- demie plaats in het Maagdenhuis, r" tegenover het Bagijnhof. Hier zal Molkenboer een rede houden over Von bekeering. Dr. L. Kat uit Haarlem zal zijn Scola Cantorum muziekstukken p voeren, die zijn gecomponeerd op tcks van Vondel. Des avonds is er in de tooneelzaal het Maagdenhuis een kernopvoering uit treurspel Maegden van den prins dichters, door leerlingen van de Toon" school, onder leiding van Balthazar old' hagen. Deze opvoering geschiedt w stuum doch zonder décors. Aldus zal de herdenking van Vond bekeering plaats vinden op een wijze, in overeenstemming is met den ernst de gebeurtenis die gevierd wordt: g°° dienstig en stemmig. Een groote rampokbende men sprak ongeveer 15 personen drong in de desa gegeng (Jonggol) de woning van de eerste vr° te hoop liep. Het gevaar voor arrestatie vreezende, gin£ bende zonder buit op de vlucht. v," 1 v. ,ss Hio i» Volgens de „Cinématographie Fran?aise de oude veteraan der filmtechniek, Louis b mière, bezig de laatste hand te leggen aan j, relieffilm die niet meer de gebreken zal beo" van hetgeen tot dusver op dit gebied 8e briceerd werd. Lumière noemt zijn nieuwe u j vinding „le cinéma plastique". Deze zal op het scherm kunnen worden geprojectce zoodat het publiek geen hulpmiddelen meer n dig zal hebben, om de relieffilm te volgen. e middels is het waarschijnlijk dat de practi® toepassing nog wel eenigen tijd op zich zal la wachten. van Hadji Sapië binnen. Na de vrouw te 11 efl ben mishandeld en alles in het huis kort klein te hebben geslagen, trok de bende de woning van de tweede vrouw van den Ha' waar de Hadji en de vrouw werden mishand" j terwijl de bende verder te keer ging als in p eerste huis. Een zoon van den Hadji wist echter te d' snappen en sloeg alarm, waarop de bevolk' d» "tif Z. H, Pius X op zijn doodsbed

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 10