Herdenking eeuwfeest der
Spoorwegen
Hitlers rede te Danzig
Oorlog zonder doel
y
y
DE DICTATUUR
DER BELANGEN
POKON
Polen aan de Russen
overgelaten
SO VJETBESCHERMING"
DER OEKRAÏNE
Hartelijke samenwerking
zeer geprezen
Buitenlandsch Overzicht
GESPOORDE
HELPT onze
onafhankelijkheid
HANDHAVEN
WOENSDAG 20 SEPTEMBER 1939
Britsch antwoord op
Hitler's rede
strijd in Kiangsi
Aanbieding geschenk
personeelraad
AAAAAAAAAAAAAA
Geschenken
PRINS BERNHARD OP
INSPECTIE
SLACHTOFFER MARINERAMP
GEBORGEN
VOORZITTERSCHAP TWEEDE
KAMER
Mevr. VisserHooft overleden
Wordt begunstiger van het
LUCHTVERDEDIGINGSFONDS.
Geeft een jaarlijksche bij
drage op giro 320.000 van
het Luchtverdedigingsfonds,
t. n. v. d. Vereen, v. Nat.
Veiligheid, den Haag, of
schrijft aan het Centr. Prop.
Comité, Heerengracht 78,
Amsterdam.
IVij vragen duizenden be
gunstigers
Wanneer machtsbegeerte en geweld
de wereld beheersehen, is er geen
plaats meer voor recht en rede,
Voor edelmoedigheid en moraal. Vandaar
"at wij in zulke tijden alles kunnen ver
dachten, ook het meest onverwachte en
Schijnbaar ongerijmde Maar zelfs in de
d'cest onverwachte en schijnbaar ongerijmde
Ontwikkeling steekt een zekere logica, want
°°k machtsbegeerte en geweld dwingen tot
^Paalde consequenties. Het menschdom
^houdt zijn verstandelijke vermogens en
O'jn wil, onverschillig of het deze op het
^drijven van het kwaad of op het beoefe
nen van het goede richt. De handelingen der
•nenschen kunnen op een bepaald moment
en in een bepaald stadium raadselachtig
Schijnen, zij worden te eeniger tijd verklaar
baar, doordat de motieven bloot komen te
'iggen. op grond waarvan zij werden verricht,
hechts Gods wegen zijn onnaspeurlijk en
^ods raadsbesluiten zijn ondoorgrondelijk,
•haar omdat wij weten, dat hij oneindig goed
en barmhartig, alwijs en almachtig is, kun
nen en moeten wij ons als kortzichtige en
hulpbehoevende menschen met een onbe
merkt en rotsvast vertrouwen, aan Zijn
Voorzienigheid overgeven.
Toen na wekenlange onderhandelingen
tusschen de groote democratieën en
de Sovjet-dictatuur om deze laatste
v°or het antiragressiefront te werven, het
^itleriaansche en Stalinistische rijk plotse-
"hg met een wederkeerig niet-aanvalspact
v°or den dag kwamen, zijn de schrik en de
°htsteltenis bij de democratieën groot ge
lest, al moet erkend worden, dat zij zich
daarvan snel hebben hersteld. Gezien in het
'icht der hartstochtelijk afgelegde verklarin
gen en verzekeringen leek deze toenadering
'Usschen de felste ideologische antipoden een
Absurditeit, maar voor hen, die zich door
geen schijn laten bedriegen en naar het
A'ozen der dingen speuren, is deze nieuwe
hguur van een accoord tusschen twee Vol
komen autoritaire régimes, die beide geba
seerd zijn op een alleenrechthebbende partij
kaste en beide het Christendom en den gods-
öienst uit het openbare staatkundige leven
hanren, minder bevreemdend en onlogisch
ban de figuur van een samengaan van de
bolsjewistische dictatuur met de democratieën
Z°U zijn geweest. Naar aanleiding van de
^oote verzoening tusschen Hitler en Stalin
via von Ribbentrop, heeft de N.S.B.-pers
beschreven, dat ideologische politiek onzin is
eP niet bestaat, maar dat alleen belangen de
bolitiek beheersehen. Deze uitspraak ver-
blaart veel, maar vergeet of wil vergeten,
bat er ook nog zoo iets als ideologisch belang
bestaat en stempelt de heele ideologische
politieke propaganda, die van die zijde ge
werd is, tot een weergaloos bedrog. De we-
^Id wil echter bedrogen zijn en vandaar
bat zij zoo vaak bedrogen uitkomt en de be
siegers op hun beurt niet zelden evenzeer
bedrogen worden als de bedrogenen.
Wanneer het belang, of dat wat men
daarvoor aanziet, tot eenige drijf
veer van handelen wordt genomen,
0tltstaat een goeddeels onberekenbare toe-
stand. Immers wat vandaag van belang
s°hiint.
kan morgen van geen enkel belang
biser blijken en omgekeerd. Sovjet-Rusland
^°hd het van belang Duitschland tot den
ö°Hog te verleiden door niet met de demo-
Cratieën, maar met Duitschland een pact te
s'uiten. De voorloopig overeengekomen of
^onderstelde prijs van dat pact is voor
Island een stuk van Polen en straks mis-
*«Uen nog Bessarabië op den koop toe. Of
b'e prijs op den duur nog aardig opgedreven
art worden, desnoods ook ten koste van
Uitschland, zal eerst de toekomst kunnen
5eren. Het belang van Duitschland bij dit
J|act lag in de schijnbare afzijdigheid van
island en de verontrusting der democra-
ieëP. De hoop, dat de democratieën van de
c°Psequenties van hun pact met Polen
^°Pden afzien, is ijdel gebleken. Dat belang
eeft het pact met Rusland dus reeds voor
Pitschland verloren, terwijl het problema-
'Sch is of het belang van Duitschland ge-
ePd zal zijn met de dichterbij gekomen
blijheid van Rusland.
vinden, 19 Sept. (Reuter). De diplomatieke
facteur van Reuter schrijft, dat de rede van
-'er te Danzig het gewone mengsel van leu-
(v,11® en verdraaide waarheden is, welke zijn
Va6er heftige pogingen kenmerkt. Het overzient
1; den loop der gebeurtenissen was een ver-
v 6rde voorstelling om te pogen Duitschland
Vyb be steüeP als slachtoffer en Polen als aan-
^J^Sezien van het gepoch en gesnoef zijn de
^duidingen van Hitler ten aanzien van de
i°t-Unie de meest belangwekkende passages
tj0 be rede. Zij zijn sober en bijna angstvallig in
tyg.jPdging om iedere uitdrukking te vermijden,
Jfte de Sovjet-Unie zou kunnen kwetsen.
Oh 11 slotte merkt de correspondent van Reuter
bat de rede de gewone poging bevat om on-
g6,Scheid te maken tusschen Frankrijk en En-
taaPd en te bewijzen, dat Frankrijk tegen zijn
<wln het avontuur is meegesleept. Hitier poogt
Westelijken mogendehden kippevel te bezor-
V;, boor 't voorspiegelen van de verschrikkingen
Iqa een onbeperkten oorlog, waartoe de z.g. hu-
t0 b® Duitschers gedwongen zouden zijn hun
lilcl lueht te pemen. De correspondent noemt den
is ,uk van de rede in het algemeen vuil. Het
h(>ejiet „kwade ding" waarover Chamberlain
OoriQ 8esProken bij het uitbreken van den
^'visi 19 Sept. (Domei). Zes Chineesche
<lapa®s ter sterkte van 40.000 man zijn door de
hfe„,sche troepen in het bergachtige gebied
"hf-
^iaj, ,n. Kaoan en Fenghsin in de provincie
beq ]?s' in tweeën gesneden. De Chineesche tror
leten 3000 dooden op het slagveld achter.
Het beeld van Charles Eyck, dat heden
morgen door den Personeelraad namens
het personeel der Nederlandsche Spoor
wegen in de hal van het Centraal
Station te Utrecht aan de directie is
aangeboden. Het symboliseert de snel
heid en veiligheid der Nederlandsche
Spoorwegen
tr
Men schrijft ons van Poolsche zijde:
Rusland schuift als rechtvaardiging van zijn
agressie, welke de verbreking van het niet-
aanvalspact met Polen beteekent, naar voren de
noodzakelijkheid om de „door bloed en ras ver
wante Oekrainers en Wit-Russen in Polen te
beschermen." De Sovjets vergeten echter, dat
Oekrainsche patriotten in de eerste plaats juist
in de Sovjet hun voornaamsten vijand zien. De
Oekrainsche nationalistische organisaties voeren
niet alleen in Polen, doch in alle emigratie
oorden een strijd om de onafhankelijkheid van
de Oekraine met het doel in de eerste plaats
den Oekrainschen grond te verlossen van het
Sovjet-juk. In Sovjet-Rusland wonen ongeveer
30 millioen Oekrainers als een dichte massa. Het
rijk Oekraine binnen de Sovjet-Republiek is een
fictie. De Oekrainsche patriotten worden sinds
jaren in Sovjet-Rusland systematisch uitge
roeid. Moskou liet de voornaamste plaatsen in
het Oekrainsche staatsapparaat bezetten door
Russen of Sovjet-gezinden. Hoezeer Moskou de
naar de onafhankelijkheid strevende stroomin
gen, die hun oorsprong vinden in de Oekrain
sche groepen in Polen, vreest, blijkt uit het feit,
dat de Oekrainsche bevolking uit de grensstreek
met Polen over een breedte van 100150 kilo
meter getransporteerd is naar Siberië en het
Verre Oosten en men deze bevolking heeft ver
vangen door Russen. Op deze wijze wil Moskou
de Dnjepr-Oekraine isoleeren en beschermen
tegen de infiltratie van de onafhankelijkheids
idee, die kiemt in de verschillende groepen
Oekrainers in Polen.
En op het oogenblik treedt dat Rusland, dat
door de Oekrainsche patriotten beschouwd wordt
als hun grootste vijand en onderdrukker, op als
de beschermer van de Oekrainers en Wit-Russen.
Hoewel onder den zwaren druk der in
ternationale verhoudingen van de oorspron
kelijke feestviering in verband met 't hon
derdjarig bestaan der Nederlandsche Spoor
wegen niet veel meer is overgebleven, is
deze heuglijke Sag voor een der grootste
bedrijven in den lande geenszins onopge
merkt voorbijgegaan.
Van het uiterlijke rest niet veel meer dan
de sobere versieringen der verschillende
stations en kantoorgebouwen in den lande,
waarbij de vaderlandsche kleuren in dit
bij uitstek nationale bedrijf bijzonder do-
mineeren.
Deze gedenkwaardige dag ving aan met een
gezongen H. Mis van dankbaarheid in de St.
Dominicuskerk te Utrecht, opgedragen door den
geestelijken adviseur van „St. Raphaël", pastoor
W. P. A. M. Mutsaers te Tilburg. Het paro
chiale zangkoor „In Honorem Dei" zong onder
leiding van den heer Hans Ponten een meer
stemmige Mis van Perosi.
Onder de velen, die dezen dienst hijwoonden,
merkten wij o.a. op de volgende leden van den
raad van commissarissen der Nederlandsche
Spoorwegen: mr. dr. G. van der Meulen, mr.
dr. D. A. P. N. Kooien, dr. A. G. Kröller, mr.
dr. A. van Doormnck en dr. H. van Manen,
oud-directeur der Nederlandsche Spoorwegen;
de leden van de directie, prof. dr. ir. J. Göu-
driaan, ir. W. Hupkes, ir. W. F. H. van Rijcke-
vorsel; drs. D. J. Wansink, secretaris van de
directie; de wethouders van de gemeente
Utrecht H. A. Bekker en G. D. Zegers; ir. Th.
M. B. van Marle, inspecteur-generaal van het
verkeer; de vertegenwoordigers van de vijf er
kende organisaties van spoor- en tramwegper
soneel.
Om half elf verzamelde zich een groote
schare van genoodigden in de hal van het
Centraal Station te Utrecht om tegen
woordig te zijn bij de aanbieding van het
geschenk 'van het personeel aan de direc
tie.
Behalve de reeds genoemde personen, die de
plechtigheid in de St. Dominicuskerk bijwoon
den, waren nog aanwezig Z. Exc. ir. J. W. Al-
barda, minister van Waterstaat; kolonel
H. H. Thoden van Velzen, directeur van
den etappe- en verkeersdienst, mr. dr. G. A. W.
ter Pelkwijk, burgemeester van Utrecht, de le
den van den raad van commissarissen, leden
van den personeelraad, vertegenwoordigers der
erkende organisaties van spoor- en tramweg
personeel, alsmede Charles Eijck, de schepper
van het aangaboden kunstwerk.
Allereerst nam de heer H. J. van Braam
beek, voorzitter van den Personeelraad, het
woord ter aanbieding van het fraaie geschenk,
dat een eereplaats zal gaan innemen in de hal
van het Utrechtsche stationsgebouw.
Ware de dag van heden een 25 a 30 jaar eer
der gevallen, zoo zou naar alle waarschijnlijk
heid een groot deel van het personeel niet wen-
schen mede te doen en zou zeker een perso
neelraad gesteld al dat onder toenmalige
verhoudingen zoo'n instituut denkbaar ware ge
weest geen bemoeienis met dit feest hebbep
gehad.
Geluk.kig is dat thans heel anders, gelukkig
voor het personeel, gelukkig voor het bedrijf,
zooals zoowel directie als personeelraad in de
laatste tien, vijftien jaren meermalen in de ge
legenheid is geweest om te verklaren. En
zooals ook meermalen een der ministers van
Waterstaat kon verzekeren, was deze verhou
ding in 's lands belang te apprecieeren.
Voor den personeelraad is het wel geoorloofd
om in dezen tijd er zijn vreugde over uit te
spreken, dat hoe langer hoe meer in het land
wordt ingezien, dat de Spoorwegen ondanks hun
zilverwitte haren nog volstrekt niet aan het
einde hunner dagen zijn gekomen.
Het gevoel, dat een bloeiend spoorwegbedrijf
een direct personeelsbelang beteekent, is daar
door in onze rijen voortdurend gegroeid. De be
geerte, ja de behoefte bij het spoorwegpersoneel
om met uiterste krachten de belangen van het
bedrijf te dienen, is daarvoor in alle rijen en
rangen aanwezig.
De directie heeft, ondanks de voor de onder
neming nog steeds moeilijke tijden, dit eeuw
feest mede tot een personeelgebeurtenis weten
te maken.
Wij zijn daarvoor zeer erkentelijk en weten
hoog te waardeeren de maatregelen, die de di
rectie in dezen jubileumtijd voor het personeel
heeft getroffen en gehandhaafd.
De personeelraad meende daarom, dat het
geëigend was om ook van zijn kant aan het
bedrijf op dezen zijn honderdsten verjaardag 'n
cadeau aan te bieden.
Wij kunnen thans nog niet meer doen dan u
de veel verkleinde maquette te laten zien van
hetgeen wij door den heer Charles Eijck in
marmer laten hakken in grooter afmetingen.
Het moge een blijvend monument zijn voor
de goede samenwerking tusschen directie en
vakbeweging, tusschen bedrijf en personeel.
Spreker eindigde met het verzoek aan de di
rectie het beeld te willen aanvaarden, daarbij
allen genoodigden dank zeggend voor hun be
langstelling en tegenwoordigheid.
Prof. dr. ir. J. GOUDRIAAN, president der
Nederlandsche Spoorwegen, was in deze bijeen
komst de tweede spreker.
Ook wanneer de feestelijkheden ter gelegen
heid van ons honderdjarig jubileum in den oor-
spronkelijken opzet waren doorgegaan, zouden
wij als punt 1 van het officieele programma be
gonnen zijn met de feestelijke aanbieding van
het geschenk van den personeelraad. Want wij
achten dit een bijzonder goed symbool van de
voortreffelijke samenwerking, welke in het
spoorwegbedrijf bestaat tusschen directie en
personeel.
Elk spoorwegman voelt het bedrijf als een
deel van zich zelf en al het lief en leed als iets
wat hem direct persoonlijk aangaat.
De directie heeft dan ook bijzonder gaarne
haar instemming betuigd met het aanbrengen
van de versieringen, zoodra gebleken was,
dat wij, althans voor zoover het zich nu laat
aanzien, vOorloopig voor het ergste gespaard
zijn gebleven.
Niets zou voor de goede stemming in deze
zorgelijke tijden verkeerder zijn dan elk vreugde
betoon te onderdrukken, vooral wanneer dit met
zoo groote spontaneïteit en hartelijkheid ge
schiedt.
Het is een genoegen aan het hoofd van
dit bedrijf te staan, want bij eiken maatregel,
dien de directe in groote lijnen projecteert, kan
zij rekenen op de volledige hulp van al haar
medewerkers. En deze voortreffelijke stemming
dateert niet van den laatsten tijd.
Onder de thans heerschende omstandigheden
is het noodig geweest de officieele herdenking te
beperken tot eigen kring. Spr. wil daarom thans
enkele algemeene Opmerkingen maken over de
positie van het bedrijf nu en in de toekomst.
Aan de toekomst van het railvervoer kan door
niemand worden getwijfeld.
De groote verliezen welke het spoorwegbedriji
KUNSTMEST
VOOR KAMERPLANTEN
25 cl 40 cl
De oorlog heeft nog geen einde gemaakt aan
de redevoeringen; naast de lakonieke leger-
communiqué's hooren wij nog altijd de breed
voerige en dubbel-gebeide taal der staatslieden.
Hitler is zelfs meer dan ooit in den aether,
want terwijl hij zelf nieuwe redevoeringen
houdt, zenden de radiostations van zijn tegen
standers op de gramofoonplaat stukken van zijn
oude redevoeringen uit, die met de nieuwe niet
geheel overeenstemmen.
Inderdaad doen de redevoeringen van den
Führer, wanneer hij de voorgeschiedenis van
zijn daden schetst, dikwijls denken aan die
theorie, volgens welke de geschiedschrijving
niets anders is dan een projectie van het oogen
blik op het verleden. Het Polen, dat Hitier
gisteren te Danzig schilderde, is blijkbaar een
heel ander Polen dan uit zijn vroegere rede
voeringen, waar Goering met Beek op de jacht
ging; wat nu „een product van den onzin"
heet, was enkele jaren of zelfs één jaar geleden
nog een groote patriottische natie die niet kon
verdwijnen en waarmee Duitschland in ware
eensgezindheid kon samenwerken.
De Fransch-Britsche propaganda heeft ge
makkelijk spel met deze tegenspraken, die
slechts met de bovenvermelde theorie te ver
klaren zijn. Wanneer men Hitier nu den Pool-
schen staat hoorde schilderen als een onding,
dat zoo spoedig mogelijk verdwijnen moest, kan
men ook nog aan een andere theorie denken,
nl. aan die wijsgeerige ken-leer van Fichte,
volgens dewelke het Ik de wereld eerst stelt,
en daarna in zich opneemt.
Hitier heeft nu Polen wel als een zoo spoedig
mogelijk te vernietigen onding gesteld, maar
hij heeft het niet in zich opgenomen. Integen
deel, de territoriale winst, die Duitschland ten
koste van het Poolsche gebied wil boeken,
schijnt zich geheel te beperken tot die streken,
die het als Duitsch-bevolkt beschouwt, Danzig,
den Corridor en Silezië. Ten aanzien van de
rest schijnt Duitschland zelfs af te zien van
den wensch, haar, zij het met een zekere mate
van formeele zelfstandigheid, onder Duitschen
invloed te stellen. De bereddering van Polen
schijnt verder geheel aan Rusland te worden
overgelaten.
„De Britsche staatslieden aldus Hitier
die voortdurend beweerden, dat Duitschland het
voornemen heeft, Europa tot aan den Oeral te
overheerschen, zullen thans gelukkig zijn, wan
neer zij nu eindelijk de begrenzing van de
Duitsche politieke bedoelingen ervaren. De doel
stellingen van Duitschland zijn zeer begrensd.
Wij hebben dit met de Russen geheel uitge
sproken. Het zal hen gerust stellen, wanneer
zij vernemen, dat het niet waar is, dat Duitsch
land de Oekraine wil of wilde veroveren. Wij
hebben zeer begrensde belangen."
De Russen hebben waarschijnlijk geen gra-
mofoonplaten noch herdrukken van „Mein
Kampf" noodig om zich te herinneren, dat de
Duitsche belangen niet altijd zoo begrensd ge
weest zijn. In feite ziet men hier, dat Hitier
tegenover Rusland nauwe verplichtingen en be
perkingen heeft moeten aanvaarden, om
het te bewegen het grootste deel van Polen te
accepteeren. Duitschland heeft Polen vernie
tigd ten bate van Rusland.
Deze Duitsche zelfbeperking tegenover Rus
land treft te meer, wanneer men zich herin
nert, dat Hitler nog in de laatste dagen van
Augustus, volgens de mededeeling van Cham
berlain, de „vrije hand in Oost-Europa" zou
gevraagd hebben als prijs voor een accoord
met Engeland. Heeft het nu niet de vrije hand
in Oost-Europa aan Rusland afgestaan als prijs
voor een rugdekking bij de invasie van Polen?
Zoo gezien heeft Duitschland voor Danzig en
den Corridor een hoogen prijs betaald, nl. den
geheelen „Drang nach Osten", die bij het be
gin van den Duitschen opmarsch nog in het
Nederlandsche(!) Nationaal-socialistische dag
blad bezongen werd op de wijs van een oud
liedje: „Naar Oostland willen wi varen
Duitschland heeft zijn vrije hand nu gelegd in
den klauw van den Russischen beer, die haar
voldaan omklemd houdt.
Dat deze ontwikkeling verder gaat dan de
Duitsche wenschen strekten, mag men geree-
delijk aannemen. Hitier heeft wellicht toch ver
wacht, dat de sluiting van het Duitsch-Russi-
sche niet-aanvalspact op zichzelf genoeg zou
zijn om Polen en de Westersche mogendheden
te doen capituleeren; nu dat niet het geval
geweest is en de geheime afspraken van dit
accoord tot hun uiterste consequenties moeten
worden doorgevoerd, betaalt hij een zwaren
prijs.
Van oogenblikkelijk belang in Hitiers rede
was verder de verklaring, dat Duitschland in
het Westen géén oorlogsdoeleinden heeft. Nu
hij van de vrije hand in het Oosten heeft af
gezien, heeft het die ook in het Oosten niet
meer. Alleen zal Polen nimmer hersteld wor
den; willen de Westersche mogendheden zich
daarbij neerleggen, dan kan er vrede zijn. Het
Britsche oorlogsdoel, nl. de vernietiging van
het Hitler-regime, verklaarde Hitier zelf tot
onzin, daar hij en Duitschland éérf zijn. Merk
waardig was wellicht, dat Hitler Chamberlain,
die toch persoonlijk dit oorlogsdoel heeft op
gesteld, niet noemde, maar wel Eden, Chur
chill en Cooper als oorlogsdrijvers beschuldigde.
Tegenover Frankrijk sprak hij met enkele
woorden zijn vredeswensch uit; aan het adres
van Italië had hij weinig méér vriendelijks te
zeggen dan aan dat van Frankrijk.
Al met al klonk Hitiers rede minder forsch dan
bij andere gelegenheden en zijn historische
rechtvaardiging van de actie, die Duitschland
in een grooten oorlog gebracht heeft, was Iet
wat gedrukt. Groote gestes en aanbiedingen
bleven achterwege.
Wel had de Führer tegenover de Westersche
mogendheden een zwaar dreigement: tegenover
de Engelsche blokkade, die „vrouwen en kin
deren beoorloogt", zou spoedig „het oogenblik
kunnen komen, dat wij een wapen toepassen,
waarmee wij niet kunnen worden aangevallen.
Het is te hopen dat men dan niet plotseling
begint zich de humaniteit te herinneren."
Hier wordt blijkbaar de oorlog met lucht
bombardementen aangekondigd, niet tot mili
taire doeleinden beperkt, dien velen reeds eer
der hadden verwacht en waarin Duitschland
zichzelf, door zijn overmacht in de lucht en
zijn afweergeschut, onkwetsbaar schijnt te ach
ten. In hoeverre dit laatste het geval is, kan
slechts de bloedige practijk leeren.
Een eigenlijk vredesaanbod om den nog maar
half begonnen oorlog in het Westen te beëin
digen, heeft Hitier niet gedaan. Of een bemid
delingsactie van Mussolini nog te verwachten
is, is op zijn minst twijfelachtig. Waarschijn
lijker is dus, dat binnen niet langen tijd de
oorlogsverschrikking in het Westen, tot nu toe
zeer getemperd, in vollen omvang zal inzet
ten.
3IIIIIIIII
't Is vandaag al honderd jaren,
Dat met daverend geweld
Langs de gladde ijzerbanen
Neerlands spoor door 't land heen snelt s
Uit een heel bekrompen lijntje, §1
Trots veel ruzie en verzet, f§
Is het dan toch maar gekomen §1
Tot ons dichte spoorwegnet.
Sommigen zijn er wéér tegen,
Anderen zijn er nu nóg vóór s
Maar we kunnen toch niet denken
Aan een Neerland zonder spoor.
Wat bracht onlangs onze troepen s
Naar hun plaatsen, vlot en vlug?
Wat brengt dat 's nog héél wat
anders!
Hen weer met verlof terug?!
Wat. is steeds weer in de Kamer
Teeken van veel tegenspraak?
Maar wat vindt steeds pleitbezorgers,
Wijzend op d'onmisb're taak?
Nederland heeft trouw en dapper
Nu dan honderd jaar gespoord,
Spoorloos kan men niet meer leven,
Daarom spoort nu dapper voort!
'n Zorgenkindje heeft toch altijd |j
Overal een streepje voor.
Dus onthoudt uw sympathie niet
't Honderdjarig Neerlandsch Spoor!
HERMAN KRAMER I
vertoond heeft, mogen dan ook niemand ont
moedigen. Zij zijn trouwens den laatsten tijd
zeer aanzienlijk gedaald:
1. door de in Nederland tot aan het uitbre
ken van den oorlog sterk verbeterde conjunc
tuur, 2. door het verdwijnen van de parasitaire
concurrentie der wilde bussen per einde Mei, 3.
door geschikte tariefmaatregelen.
De goedkoope weekend- en zomerretours
en de goedkoope biljetten voor kleine gezel
schappen hebben uitmuntend voldaan.
De inkomsten over de drie maanden Juni,
Juli en Augustus waren dit jaar rond 13
procent hooger dan over dezelfde maanden
van het vorige jaar. Over een geheel jaar
gerekend zou dit beteekenen, dat het ver
lies terug zou gaan van 23,3 millioen op
rond 12,5 millioen. Dit wil dus zeggen, dat
niet alleen de afschrijvingen weder ten volle
worden verdiend, maar dat daarenboven
ook nog een bedrag van rond 2,5 millioen
per jaar vrijkomt, voor een zij het ook
slechts geringe rentabiliteit.
De goederendienst zal met ingang van Maan
dag 25 September a.s. wederom aanzienlijk
worden uitgebreid en per 15 October vrijwel
weer normaal kunnen lOopen.
Waarschijnlijk zal met ingang van a.s. Maan
dag de dienst op het baanvak Amsterdam
Amersfoort belangrijk kunnen worden verbeterd
en per dag een directe trein AmsterdamParijs
v.v. worden ingesteld.
15 October wordt de Winterdienstregellng
ingevoerd, die weer vrijwel normaal zal zijn.
Over eenige maanden zal de vervoerscapa
citeit nog belangrijk worden uitgebreid.
Dan zal ook het nieuwe vastrechttarief
worden ingevoerd.
De directie is bijzonder gevoelig en erkente
lijk voor de groote belangstelling van het pu
bliek, welke thans allerwegen voor het spoor
wegbedrijf blijkt. Het zeer drukke bezoek aan de
tentoonstelling, welke in samenwerking met de
gemeente Amsterdam is georganiseerd, getuigt
hiervan. Ook de talrijke bloemstukken en tele
grammen, welke sedert gisteren de directieka
mer binnenstroomen.
De minister van Waterstaat, ir. J. W. Al-
barda, voerde tenslotte het woord.
Wie de geschiedenis van het laatste hon
derdjarig tijdperk schrijft, kan daarbij de groot
ste plaats geven aan de wonderbaarlijke tech
nische ontwikkeling, die zich in honderd jaar
heeft voltrokken.
Hij kan ook den nadruk leggen op den groei
van het bedrijf, dat, klein begonnen, het groot
ste van het land is geworden.
Niet minder aantrekkelijk is het, den in
vloed te schetsen, dien de spoorwegen hebben
gehad op het economische leven van het land,
of in het licht te stellen, welke de gevolgen
van het spoorwegverkeer zijn geweest voor het
geestelijke leven en voor de internationale be
trekkingen.
Maar het volledige beeld van wat in die hon
derd jaren is gebeurd, zal niet worden verkre
gen, als men ook niet zijn volle aandacht
schenkt aan de verhouding tusschen directie
en personeel en aan de veranderingen, die die
verhouding heeft ondergaan.
Van de ordeloosheid, die vroeger op zoo me
nig gebied nog bestond en die tot zulke groo
te, voor de gemeenschap gevaarlijke, conflic
ten kon leiden, heeft een snelle en krachtige
ontwikkeling ons verlost.
Thans zien wij reeds sedert meer dan der
tien jaren bij het spoorwegbedrijf die verhou
ding geregeld op een wijze, die in elk opzicht
voorbeeldig mag worden genoemd.
Vandaag, bij het eeuwfeest van de spoorwe
gen, heeft de personeelraad op treffende wijze
van de aanhankelijkheid aan het bedrijf een
nieuw bewijs geleverd. Het geschenk, dat aan
stonds aan de directie wordt aangeboden, zal
daarvan blijven getuigen, daarvan blijven spre
ken ook tot de honderdduizenden reizigers, die
door deze hal zullen gaan, op weg naar den
trein, of op weg naar huis.
Ik ben U zeer erkentelijk, dat ik bij deze
plechtigheid aanwezig heb mogen zijn. Het
verheugt mij, U te mogen zeggen, dat dé re
geering vervuld is van groote waardeering voor
de uitnemende samenwerking, die in Uw be
drijf tusschen directie en personeel is bereikt
en door Uw aller goeden wil is verzekerd.
Ik eindig met den wensch, dat die samen
werking een voorbeeld mag zijn voor zeer ve
len en dat zij bij de spoorwegen mag strekken
tot heil van allen, die daarbij werkzaam zijn,
en niet minder tot heil van het volk, dat gij
allen met de spoorwegen wilt dienen.
Om half een bood de Nederlandsche Spoor
wegen den genoodigden een dejeuner aan in het
Jaarbeursrestaurant, waaraan behalve de reeds
genoemde personen, bovendien nog aanzaten
Z. Exc. generaal I. H. Reijnders, opperbevel
hebber van Land- en Zeemacht, kapitein J. J.
Jurissen, hoofd van de sectie spoorwegdienst van
den generalen staf, alsmede de eerstaanwezend
ambtenaren en jhr. mr. L. Bosch ridder van
Rosenthal, commissaris der Koningin in de prov.
Utrecht.
Aan dezen maaltijd hield, nadat de tafelpre
sident, mr. dr. G. van der Meulen, president
commissaris der Nederlandsche Spoorwegen, het
woord had gevoerd, de minister van Water
staat ir. J. W. Albarda een tafelrede.
Hierin zeide hij o.m.:
Het zou een groóte tekortkoming zijn, als wij
niet aan de Directie, de vroegere en de tegen-
WUI&LE'f'
KAUWGOM
Iedereen wil natuurlijk graag krach
tig en gezond blijven - het dagelijk-
sche kauwen van WRIGLEY'S P.K.
is hierbij op de meest natuurlijke
wijze behulpzaam. Bovendien bevor
dert het de spijsvertering.
P.K. kauwen sterkt de zenuwen en neemt
dat drukkende gevoel na den maaltijd weg.
Het schept nieuwe levenslust en verhoogt
de werkkracht. Houdt steeds enkele pakjes
bij de hand. M
Veel genot voor weinig geld: 5 cent.
woordige, aan de ingenieurs, aan de admini
stratieve krachten en aan het geheele groote
personeel der spoorwegen onze hartelijke hulde
brachten.
Het is mij een voorrecht, namens de regee
ring hun allen die hulde te mogen brengen.
Ongetwijfeld zal, als een juiste taakverdee-
ling mag worden bereikt, ook voor de spoorwe
gen een bloeiend bestaan zijn weggelegd.
Het groote bedrijf, met zooveel bekwaam
heid en voortvarendheid geleid, met zooveel
toewijding en trouw door tienduizenden gediend,
gaat zijn tweede eeuw in, gesterkt door ons
aller vertrouwen, met een vast geloof in zijn
waarde en met den moed, om groote moeilijk
heden te overwinnen.
Dankbaar voor de zeer groote diensten, die de
spoorwegen gedurende honderd jaren aan Ne
derland hebben bewezen, spreken wij onze beste
wenschen uit voor hun toekomst.
Gedurende den maaltijd werd verder nog het
woord gevoerd door den opperbevelhebber van
Land- en Zeemacht, generaal I. H. Reijnders,
jhr. mr. dr. L. H. N. Bosch Ridder van Ro
senthal, commissaris der Koningin in de nro-
vincie Utrecht, door ir. J. G. H. Laumans na
mens het hoogere personeel, en door den heer
H. J. van Braambeek namens het overige per
soneel, terwijl Prof. Goudriaan het slotwoord
sprak.
Tenslotte woonden de reeds genoemde autori
teiten en genoodigden alsmede nog vele ande
ren in het Rembrandt-Theater de eerste ver
tooning bij van Kommer Kleijn's revue „Van
diligence tot diesel" en van de spoorwegjubi-
leumfilm, vervaardigd door de filmassociatie
„Visie", onder regie van Max de Haas. Na af
loop hiervan werd de regisseur Max de Haas,
alsmede de belangrijkste medewerkenden aan
de revue namens de directie der Nederlandsche
Spoorwegen door den publiciteitschef den heer
D. Schiferli, met bloemen en kransen gehul
digd.
Naar wij vernemen zijn de volgende geschen
ken ter- gelegenheid van het honderdjarig be
staan der Nederlandsche Spoorwegen aan de
directie van de N.S. aangeboden:
Een tegeltableau van den Bond van Gepen-
sionneerden, dat dezer dagen in het station te
Haarlem wordt aangebracht, een tegelplateau
van de N.V. De Sphinx, dat in het station te
Maastricht een plaats zal vinden, een tegelpla
teau van den Bond van Stationskruiers, dat op
het Centraal Station te Amsterdam zal worden
aangebracht, terwijl het bestuur van de Ned.
Reisvereeniging de directie der N. S. een her
denkingstegel heeft aangeboden.
Prins Bernhard heeft heden in opdracht van
H. M. de Koningin, vergezeld van zijn waar-
nemenden adjudant, majoor Phaff, een bezoek
gebracht aan het depot te Bergen en aan het
vliegveld aldaar.
Maandag heeft H.M. „Nautilus" het stoffe
lijk overschot van adspirant-kwartiermeester-
zeemilicien P. M. Hoffman uit Dordrecht, die
een der vermiste slachtoffers van de Van
Ewijck-ramp was, binnengebracht. Het stof
felijk overschot wordt te Dordrecht ter aarde
besteld.
De commissie uit de Tweede Kamer, belast
met de aanbieding van de nominatie voor het
voorzitterschap dier Kamer aan de Koningin,
welke commissie bestond uit mevrouw De Vries-
Bruins en de heeren Duymaer van Twist, Ebels,
Van Kempen, Kortenhorst, Krol, Ruyter en
Zandt, heeft Dinsdagavond te zeven uur ten
paleize Noordeinde te Den Haag deze taak ver
vuld.
Na een korte ongesteldheid is te Ankara
mevr. J. Visser-Hooft, echtgenoote fan dr. Ph.
C. Visser, overleden.
Het echtpaar Visser-Hooft is vooral bekend
om zijn Karakorum-expedities, waaraan mevr.
Visser-Hooft een zeer werkzaam aandeel had.
Viermaal werd een tocht naar een voorheen
nimmer betreden gebied ondernomen.
De verdiensten van mevr. Visser-Hooft voor
de wetenschap vonden van hoogerhand waar
deering in de toekenning van het officierskruis
der orde van Oranje Nassau.