Mozart en Beethoven u I m ëmsM Parallellen en tegen stellingen in twee strijkkwartetten Verdere Beethoven- opnamen Deutfches Reten DE r( RFENIS VAN EEN Jj ZONDERLING 9 ver| Gramofoonkroniek ZONDAG 24 SEPTEMBER 1939 BRAND TE ROTTERDAM Bewoner bij blusschingspoging gewond iÉËÉP Ambtenaar verdacht van verduistering TELEGRAMMEN VOOR MILITAIREN Nieuwe zegels Nederlandsch-Indië Duitschland Driemaal wekelijksche dienst naar Batavia VERZEKERINGSBEPALINGEN ZEESCHEPEN DE NIEUWE PRESIDENT VAN DE N.H.M. Beatfdies ïtóch ifeni&ss JMêh mmi Frankrijk BulgarÜe Groot-Brittanriie &UREAI Hassa Abonng baarle '3.25. Luxemburg Ruslaw n fc FEUILLETON DOOR WILLY WATERMAN Onder de kamermuziek-publicaties, die de gramofoon den laatsten tijd het licht deed zien, trekt vooral de aandacht een strijk kwartet van Mozart in F dur K.V. 590, voor Columbia op de nummers LX 808-810 ge speeld door het Lener-kwartet. Het is het laatste kwartet, dat de meester schreef. Het behoort tot een serie van drie, die ontstond in de jaren 1789 en 1790, welke serie de Pruisische kwartetten genoemd wordt, omdat Mozart haar schreef in op dracht van Friedrich Wilhelm II, die zelf een groot beoefenaar van de cello was, en die dus in deze kwartetten zijn partij zelf wel met groot genoegen gestreken zal heb ben. Na deze kwartetten heeft Mozart zich nog slechts twee maal met het kleine strijkersensemble bezig gehouden. Hij schreef nog twee strijkkwintetten, maar de weinige levenstijd, die hem restte, moest aan andere zaken besteed worden; hij schreef nog een pianoconcert en verschillende kleine stuk ken, waaronder veel dansen, maar de tijd drong en hij moest nog twee groote opera's schrijven, „Die Zauberflöte" en „La cle- menza di Tito" en tenslotte wachtte hem nog zijn Requiem-mis, waarvan hij slechts een klein deel heeft kunnen voltooien. In Mozart's kwartetten heeft zich niet naar mate het levenseinde naderde de geweldige stijging voltrokken, die men bij Beethoven's kwartetkunst waarneemt. Dit laatste strijk kwartet is niet het allerbeste, het geniaalste of althans het koenste stuk, dat Mozart in dit genre geschapen heeft. Misschien had hij het belangrijkste van wat hij in het strijkkwartet te zeggen had reeds gezegd, misschien ook was het een kwestie van stilistische evolutie, die dan natuurlijk met een geestelijk groeiproces gelijken tred hield. Mozart-kenners merken in deze jaren op goede gronden een zekere wen ding in 's meesters stijl op. De getourmen teerde periode, welke hij daarvoor had doorge maakt en die haar uiting vond in een sterk expressieve muziek de g-moll symphonie en de „Don Giovanni" ontstonden in die jaren was geëindigd. Haar bekroning kondigde trou wens zelf reeds de wending, die zich dan in de laatste levensjaren zou doorzetten, aan: de Jupiter-symphonie is de afsluiting van dien tijd van Don Giovanni en de groote sympho- nieën, en het onbekommerde evenwicht van haar stralende finale is het zekere teeken, dat het genie de schaduwen van dit bestaan voor goed had overwonnen. In den daarop volgen den tijd neigt Mozart dan ook duidelijk naar den klassieken stijl terug. Hij herinstrumen teerde Handel's „Messiah", bewijs, hoe intens hij zich met dezen stijl inliet. En in het nieuwe werk, zooals in dit strijkkwartet, ziet men dan ook de kenmerken van den klassieken stijl: de groote liefde voor het zoo zuiver mogelijk be oefende handwerk, dat niet den klassieken regels te buiten ging, den feilloos geciseleerden Satz, rijk voorzien van contrapuntische weefsels. Een volmaakt bedreven kwartetstijl, maar misschien toch iets minder grootsch dan hij voordien al wel geweest was. Een tikje glad en oppervlak kig misschien, maar overigens toch een toon beeld van kundigheid, smaak en voornamen geest. Zoo componeerde Mozart nog ook als hij misschien iets meer op de routine dreef, dan hij gewoon was te doen. Het is of zijn geest hier even uitrustte en genoot van de 'nieuw gewonnen luciditeit, alvorens hij nog eenmaal de laatste krachten zou inspannen om den su- bliemen eenvoud van „Die Zauberflöte", niet zonder conflict overigens, te winnen. Vandaar misschien de vele dansen en kleine stukken, welke in dit tijdsgewricht ontstonden, alsmede de joyeus tintelende opera „Cosi fan tutte". Hier is overal rust en het zorgeloos steunen op het hervonden evenwicht. De Leners hebben van dit prachtige kwartet een vertolking gegeven, waarin men al de hier beschreven kwaliteiten ruimschoots kan terug vinden. Een zeer geslaagde reproductie, die lief hebbers op hun verlanglijstje moeten plaatsen. Soortgelijke processen als bij Mozart hebben zich met alle verschillen in beleving en uiting overigens bij Beethoven afgespeeld. Een interessant tegenstuk tegenover dit Mozart- kwartet vinden wij bij Telefunken op de num mers E 2960—2962. Het is het door Beethoven zelf met den titel „Serioso" aangeduide kwartet in f-moll op. 95. In dit kwartet vindt men nu het groeiproces van donker naar licht, dat bij Beethoven o.a. op de achtste symphonie zou uitmonden, precies op de kentering getroffen binnen het kader van een compositie. Het stuk volgt in den tijd op de tragische, zij het dan door een uitbarstende apotheose overkoepelde Egmont-ouverture en het geeft eigenlijk nog eens den weerslag van het gebeuren, dat Beet hoven zich daarin zag voltrekken. Tusschen den dreigenden opzet van het eerste deel, dat fei telijk een inleiding is tot 'de geweldige energie spanningen en de wilde hartstochtelijkheid van de middendeelen, waarin het zwaartepunt be rust, tot de lichte werveling van de zeer korte coda ligt een wereld van verschil. Hier is in vier beknopte kwartetsatzen het heele drama van den menschelijken geest 'samengebald met alle macht, waarover Beethoven beschikte. Dit is geen voorbeeld van klassieke evenwichtig heid, die realiseerde hij in de achtste sym phonie, hier is het strijdtooneel zelf, het ge bied waar de strijd gestreden en amper gewon nen werd. Een Mozart beeldde het proces niet zelf uit, zoover drong zijn expressieve kunst nog niet in hel; individueele door. Hij kristalli seerde het hoogstens in den aard zijner opeen volgende werken. Beethoven greep den klank zelf aan om er zijn conflicten in uit te vechten. Zoo geeft Mozart ons de bevrijding van een bovenpersoonlijke muziek, die altijd de indivi dueele subjectiviteit onder zich heeft gelaten, terwijl Beethoven ons juist betrekt binnen de omvademing van het individueele. Mozart en Beethoven, twee geesten, waartusschen me nige parallel valt aan te wijzen, maar twee antipoden door hun volstrekt verschillende per soonlijkheid. Het Beethoven-kwartet wordt ge speeld door het Calvet-kwartet, en ook dit is een opname, die den luisteraar in hooge mate tevreden kan stellen. Het Beethoven-repertoire werd door Colum bia met nog enkele opnamen verrijkt. Daar is op de nummers DX 909—911 het strijktrio in G-dur op. 9 No. 1, gespeeld door het onvol prezen Fransche Trio Pasquier. Een werk uit Beethoven's eerste scheppingsperiode, waarin alle mogelijkheden van het enorme oeuvre, dat later volgen zou, reeds volledig vooraf gebeeld liggen. Met dit strijktrio, dat tegelijk met nog twee stukken in hetzelfde genre het licht zag, is de eerste meesterproeve afgelegd. De vorm is veroverd, de geestelijke inhoud ligt daarin klaar gerealiseerd. Een nog jonge, maar reeds rijpe muziek, die haar beteekenis behoudt tegenover de fantastische projecten, die later verwerke lijkt zouden worden. Op LX 827829 hoort men de sonate voor viool en piano in A-dur op. 30 No. 1, geliefd repertoire-stuk ook bij de huis- muziekbeoefening. Hier zijn het Jenö Lener en Louis Kentner, die het stuk in een bewonderens waardig doorzichtigen trant voordragen. En om tenslotte nog twee zeer populaire Beethoven-aanwinsten te noemen: Elly Ney, die op His Master's Voice DB 4676 het Andante Favori speelt en Siegfried Borries, die voor de zelfde firma op DB 4662 de G-dur Romance vertolkt, begeleid door de Berliner Philhar- moniker onder leiding van Johannes Schüler, twee opnamen, die, al hoort men er Beethoven niet op zijn breedst in, hun weg toch wel zullen vinden. L. H. Door het omvallen van een petroleumlamp is brand uitgebroken in de woning van J. Schenk in de Pottebakkersteeg 7 b te Rotterdam. Het vuur werd gebluscht met twee stralen op de waterleiding en de gummislang, onder leiding van hoofdman Van der Burg. De woning brand de gedeeltelijk uit. Bij zijn pogingen tot blus- schen liep de bewoner ernstige brandwonden aan gelaat, handen en rug op. Hij werd per ambulance auto van den G. G. D. naar het ziekenhuis Coolsingel vervoerd, waar hij ter verpleging moest worden opgenomen. Een twee tal andere bewoners kon zich via het dak in veiligheid brengen. De binnenplaats van het Beethovenhuis te Weenen Mozartmusiceerend met zijn zuster Marianne en iwder Leopold Sedert eenigen tijd waren er in de gemeente De Bilt geruchten in omloop over verduisterin gen, welke een der ambtenaren ter secretarie ten nadeele van eenige vereenigingskassen gepleegd zou hebben. Als penningmeester van verschillen de vereenigingen had deze ambtenaar gelden onder zijn beheer en reeds lang had men ver denking tegen hem gekoesterd, doch het bleek zeer moeilijk de malversatie te ontdekken. Vrijdag echter heeft de rijksveldwacht den heer M. te De Bilt gearresteerd en ter beschikking gesteld van den Officier van Justitie te Utrecht. Over het tekort bij de verschillende vereenigin gen, waaronder schoolvereenigingen, kon men ons nog geen inlichtingen verschaffen. Bij binnenlandsche telegrammen bestemd voor militairen wordt het adres van het dienst onderdeel als één woord gerekend, b.v. Sergeant Jan Streepstra (3 woorden) 3e comp. Ie bataljon 2e reg. infanterie veldleger (1 woord). Voor dit adres zullen dus in het geheel 4 woorden in rekening worden gebracht. Volgens een bericht van de Indische P.T.T. wordt overwogen, de postzegels van 50 ct. en hooger in kleiner formaat uit te geven. Het publiek heeft herhaaldelijk over deze groote zegels klachten ingediend. Over deze aangelegenheid heeft de Indische dienst de meèning van de Ned. P. T. T. ge vraagd. Van 1 December 1939 tot en met 9 Januari 1940 zullen ook hier weder liefdadigheidszegels met een frankeerwaarde van 2 en 1. 3V4 en 11/2, 7 1/2 en 2 1/2. 10 en 2 1/2 en 20 en 5 ct. worden uitgegeven. De toeslag komt ten goede aan het Sociaal Bureau voor Nederlandsch-Indië. Op 2 September van dit Jaar zou in Duitsch land de Rijkspartijdag worden gehouden. Voor In de afgeloopen weken is gebleken, dat men zich veelal geen duidelijke voorstelling maakt van de wijze, waarop de verbinding tusschen Napels en Amsterdam tot stand wordt gebracht nu de Amsterdam—Batavia-dienst Napels als begin- en eindpunt heeft moeten kiezen. De treinverbindingen door Duitschland over den Brennerpas zijn weer zoo regelmatig gewor den, dat reizigers van Amsterdam in ongeveer 36 uur in Napels kunnen zijn. Het geheele traject Amsterdam—Batavia wordt daardoor nu in 8'A dag afgelegd. Men kan zeggen, dat deze gecombineerde trein-vliegtuig-verbinding tusschen Nederland en Ned.-Indië op het oogenblik de beste aansluiting geeft. De trein reis tusschen Napels en Amsterdam kan zon der bezwaren worden gemaakt. Het gaan over Frankrijk wordt bemoeilijkt door het feit, dat het geruimen tijd vordert, voor Nederlandsche passagiers een Fransch transit-visum verkrij gen. Doordat de K.L.M. tusschen Napels en Ba tavia over zes Douglas DC-3 vliegtuigen be schikt, kan de dienst slechts tweemaal in de week worden uitgevoerd. Thans wordt overwo gen nog drie vliegtuigen van Amsterdam naar Napels te brengen, welke dan voorzien worden van extra-benzinetanks om Napels te kunnen bereiken via een route, welke gebieden mijdt, waarvoor moeilijk een toestemming tot over vliegen kan worden verkregen. Zijn deze vlieg tuigen daar aangekomen, dan zal worden nage gaan wanneer de driemaal wekelijksche dienst weer kan worden ingesteld. De minister van Economische Zaken heeft, na de commissie van advies en de regeerings- gemachtigden te hebben gehoord, in verband met de inzake de beëindiging der ingevolge de Zee- en Luchtvaartverzekeringswet 1939 afgesloten jaarverzekering van schepen op 4 September 1939 genomen beslissing bekend gemaakt, dat voor schepen, welke 4 September 1939, 15 uur Amsterdamsche tijd, onderweg waren en gebruik gemaakt hebben van de hun toegestane vrijheid om op de bekend gemaakte voorwaarden hun reis voort te zetten, de verzekering is geëindigd, zoodra zij in de bestemmingshaven aangekomen zijn en de lossing voltooid hebben. Voor schepen, welke 4 September 1939, 15 uur Amsterdamsche tijd, in hun haven van afvaart of in hun haven van bestemming lagen en voor schepen, welke niet van de bovenbedoelde vrij heid hebben gebruik gemaakt, doch naar een veilige haven zijn gevaren, zou de verzekering doorloopen, totdat bepaald zou zijn, of er aan leiding was de bestaande jaar verzekering te handhaven, dan wel een nieuwe verzekering aan te gaan. Ten aanzien van deze schepen loopt de verzekering door, voor zoover de schepen zich bevinden buiten de Europeesche zeeën en voor nemens zijn voorloopig ook buiten dit gebied te blijven, terwijl, om nieuwe verzekeringen aan te gaan voor reizen van en naar en in het gebied der Europeesche zeeën, premiën bekend gemaakt zvjn. Zoolang de schepen aanwezig in het gebied der Europeesche zeeën geen nieuwe reizen begon nen zijn en derhalve daarvoor geen' nieuwe ver zekeringen zijn gesloten, blijven de bestaande jaarverzekeringen, ook in de haven, van kracht, doch niet langer dan tot 30 September 1939, de zen dag inbegrepen. Dr. Ernst Heldring, die mr. D. Crena de Jongh zal opvolgen als president van de Ne derlandsche Handel Maatschappij, is geboïen te Amsterdam, 21 September 1871. Van 1899 tot 1937 was hij directeur van de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maat schappij- Bovendien was hij in de jaren 1922 1932 voorzitter der Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam. De heer Heldring is commissaris van verscheidene scheepvaart maatschappijen alsmede van de Nederlandsche Bank. In 1932 werd hem het eeredoctoraat in de handelswetenschappen verleend door de Amstefdamsche Universiteit. De heer Heldring is voorts o.m. voorzitter der vereeniging „Rem brandt". BP» Het personeel van de Duitsche rijkspost heeft zich tot een kameraadschapp blok aaneengesloten, in dienst van Führer en volk. Ter gelegenheid daarvan is aparte serie postzegels uitgegeven, waarvan wij er hier eenige afbeelden die gelegenheid kreeg de zegel type „Hitier Ora tor", die 1 Mei j.l. als herinneringszegel werd uitgegeven, den opdruk „Reichsparteitag 1939". Ofschoon de „Reichsparteitag" in verband met den oorlog niet gehouden werd, verscheen toch de zegel 6 en 19 Rpf. met opdruk. De toeslag komt ten bate van het Kuituur fonds van den Führer. Naar wij vernemen is deze zegel reeds door de Duitsche Posterijen ingetrokken. Den 17den September verscheen een toeslag zegel bij gelegenheid der rennen om den groo- ten prijs „der Reichshauptstadt" die te Berlijn werden gehouden. De zegel 25 en 50 Rpf., den Brandenburger tor weergevend, is ontworpen doro Erich Meerwald. De toeslag komt gelijkelijk aan het Kuituur fonds van Hitier en aan het organisatiecomité der rennen ten goede. In het Ambtsblatt des Reichspostministerium staat de volgende aankondiging: In den dienst voor den Ffihrer, en het Duit sche volk is het personeel van de Duitsche Rijkspost tot een kameraadschappelijk blok aaneengesloten, zooals vroegere tijden en an dere landen dat niet kennen. Om dit feit ook naar buiten eens in ruimer kring te doen blij ken, heb ik een serie van twaalf zegels doen aanmaken, in welker beeltenissen uiting wordt gegeven aan de kameraadschappelijke saam- hoorigheid en aan den arbeid van ons korps ten behoeve der gemeenschap. De ontwerpen zijn van het kunstenaarsecht paar von Axter-Heudtlass in Berlijn. De zegels hebben de afmetingen 29.5 X 38.5 mm en zijn in diepdruk in de Staatsdrukkerij te Weenen vervaardigd. De frankeerwaarden zijn: 3 en 2 Rpf. voor stellende een groote meeting in de Duitschland- hall; 4 en 3 Rpf. wetenschappelijke week op post- en telegraafgebied te Weenen. 5 en 3 Rpf. wedstrijd der Rijksberoepen, 6 en 4 Rpf. Jeugd kamp Zeesen. 8 en 4 Rpf. Prestatiewedstrijd gouden vlaggen, 10 en 5 Rpf. Selectie. 12 en 6 Rpf. Autosnelrijder, 15 en 10 Rpf. Post-sport, 16 en 10 Rpf. Post-bescherming, 20 en 10 Rpf. Honderd werkplaatsen voor zweefvliegtuigen, 24 en 10 Rpf. Postkoets, 25 en 15 Rpf. Vacan- tieoord Königstein i. Taunus. De zegels zijn sedert 15 September aan alle kantoren en stations verkrijgbaar. De verkoop prijs per serie bedraagt 2.30 R.M., waarvan 82 Pf ten bate van het Kuituurfonds van den Führer komen. Ik verwacht, aldus ten slotte de Reichspost- minister, dat iedere ambtenaar van de Duitsche Rijkspost de volste medewerking zal verleenen, om het gebruik en den verkoop van deze zegel serie te bevorderen, teneinde met de aan ons bedrijf ten dienste staande middelen het groote Duitsche publiek een indruk te geven van den ons ter harte gaanden omvangrijken arbeid ten behoeve van de gemeenschap. Elkeen moge ech ter ook verder met hart en ziel meehelpen, dat ons kameraadschappelijk blok onderling steeds vaster verbanden wordt, dat de prestatie van en de waardeering voor de Duitsche Rijkspost en haar personeel toenemen en dat wij den F|:ihrer te allen tijde een post- en telefoonbe drijf ter beschikking kunnen stellen, hetwelk in staat is, aan iederen eisch te voldoen. Hier verscheen op 25 Augustus een nieuwe waarde van 30 c. rood, voorstellend het kasteel Pau, waar in 1553 Hendrik IV geboren werd. Volgens het Ned. Philatelistenblad verbruikt Frankrijk gemiddeld per dag 3.500.000 zf^e van 30 c. (port voor binnenlandsche brieven» In het type Mercurius verscheen de frank zegel 75 c. geelbruin (dit is de kleur van ingetrokken 15 c.). Op 9 September, naar aanleiding van 00 e{ waterlating van den nieuwen oceaanstoote „Pasteur", is een speciale frankeerzegel schenen van 70 c. tg Voor de slachtoffers van de overstrooming Scolievo en Trinovo werden door de Bulf8r. sche Posterijen 120.000 series van vijf franke waarden uitgegeven. Alle zegels kregen den ov druk „Overstrooming 1939". Bulgarije had tot 1 Augustus 1939 geen e p r e s s e z e g e 1 s. Zij dienen ook vrijwel niets. Voor de betaling van het expressed kan men veel gemakkelijker gewone franke^ zegels gebruiken, al ziet men niet zoo nau keurig, wat het expresserecht in totaal brengt, enal mist men de inkomsten, v°° vloeiende uit het gelag, dat de philatelis eventueel betalen. Inmiddels werden nu in Bulgarije viif b:|Z° dere zegels voor dit doel uitgegeven. De 5 1. blauw en de 20 i. karmijn vertoon een wielrijder. De 6 en 8 1„ resp. sepiabruin en oranje, 8 ve,n een bestelauto. En de 7 1., koperkleur, motorfiets met zijspan. -e De zegels dragen het opschrift „Expre» post". Op 21 Augustus verscheen de nieuwe Engel sche zegel van 5 s. licht én donkerrood gehouden werd, een serie zegels uit van dag van het vliegwezen in de U.S.S.R." Zi.l Onder het beeld van den vorst staat l1 koninklijke wapen, met de spreuk van het re' geerende Vorstenhuis: „Honi soit qui mal pense". .„j De mooie zegel is in zuiver Engelschen SUJ gehouden. Dit gaf ter gelegenheid van de philatelistiso'J® tentoonstelling, die van 3 tot 17 September Mondorf-les-Bains gehouden werd, een zc" uit van 2 francs blauw. n Hij draagt een zinnebeeldige voorstelling, te doel hebbende, propaganda te maken voor warmwaterbaden aldaar. Den 18den September verscheen dezelfde z gel als definitieve frankeerwaarde, maar n» de roode kleur. j De U.S.S.R. gaf ter gelegenheid van de a'=/C]5 meene landbouwtentoonstelling, die in August tic11 waarden met de volgende voorstellingen: 1 rose-karmijn: een melkster, 15 k. roodbrui' een motorploeg. 20 k. grijs: een schaapherd 30 k. violet: een paviljoen van de tentooirstell'1'^ 30 k. oranje, een tentoonstellingsembleem, k. donkergroen: katoenplukkers; 50 k. root" bruin: een paardenfokkerij; 60 k. v 5. met een symbolische voorstelling van den lal1<U bouwoogst, 80 k. donkerviolet: een boerin te suikerbieten; 1 r. grijsblauw: een jager met S schoten vossen, Den 18den Augustus verschenen nog vijf luC postzegels. Typen Yvert 677, 680, 681, 682 684, maar in gewijzigde kleur. Alle dragen twee-regeligen opdruk: „18 Augustus Gede» zij11 uag ran liLO vncgnpov-u lil uc r de 10 k. rood, opdruk roodbruin; 30 k. bla» opdruk rood; 40 k. blauwgroen, opdruk r0°in) bruin; 50 k. lila. opdruk rood en de 1 r. brti opdruk blauw. Verder kwamen in Augustus nog vier fra keerzegels uit, ter herdenking van den s'elS- dag, thans vijftig jaar geleden, van den Bv' sischen schrijver M. E. Saltykov-Schedrin. 15 en 45 k. vertoonen den schrijver als j°n® man en de 30 en 60 k, gaven zijn portret a grijsaard. HOOFDSTUK I Een vacantie, die veelbelovend begint. Het humeur, waarin Pete Brent op een zo meravond om vijf minuten over zes zijn kan toor verliet, was een van de stralendste, waarin hij ooit had rondgekeken in de drukke kantoor straat, sinds het moment, dat hij er zijn veel belovende intrede deed. De late Junizon scheen op zijn bruine haren, en terwijl hij de eerste maten van de laatste song floot, keek een bejaard vuilnisman naar hem, en loosde een diepen zucht. En er was een gegronde reden voor Pete's goede humeur. Hij was een van de weinige ge lukkigen, die hun jaarlijksche vacantie in een van dc zomermaanden hadden zien vallen en alsof het lot hem nog niet genoeg begunstigde, was op den dag vóór den aanvang van die va cantie de wekenlange regenperiode op magische wijze beëindigd en bescheen nu een warme zon zijn sportieve tweed-pak. Er was totaal niets bijzonders aan Pete, zoo als hij daar op de steenen trappen van zijn kantoor stond te fluiten. Hij was meer dan middelmatig lang, maar zoo loopen er honder den rond; hij had een mond, die bijna van oor tot oor reikte, zijn haren hingen de perken der betamelijkheid te buiten, en zijn lach, die vaak weerklonk, was de nachtmerrie van al zijn chefs in het hooge steenen gebouw achter hem. En toch zuchtte de vuilnisman, toch keek een met zijn gummistok kwispelend agent goedkeu rend naar hem, twee of drie honden beneusden vriendschappelijk zijn broekspijpen, deden een pas achteruit, keken naar hem op en toonden duidelijke verlangens tot toenadering. Die kwam. Pete bukte zich en verdeelde vriendschappelijke klopjes op onpartijdige wijze. De honden leefden zichtbaar op. Het was dui delijk, dat dit een man naar hun hart was, een man, die een hondenleven tot iets draaglijks maakte. Pete daalde fluitend de verdere treden van de steenen trap af, praaide een krantenjongen, en herstelde in een kort oogenblik diens ver trouwen in de menschheid, door hem het drie dubbele van het verschuldigde bedrag in zijn hand te stoppen. Het kon er af, oordeelde Pete; tegelijk met het ingaan van zijn vacantie, had hij op het kantoor van den baas moeten komen, en had tot zijn' ontzetting gehoord, dat hij benoemd was tot chef van de afdeeling tijdschrifen. Het had juist zeven minuten geduurd, en al zijn ondergeschikten waren er bij noodig geweest, om hem te overtuigen, dat het geen fatale ver gissing was van een baas, die handelde in een vlaag van verstandsverbijstering, maar een feit. Een feiteen onwrikbaar feiten hel bewustzijn van dit feit gaf veerkracht aan den stap van zijn lange beenen, en autoriteit aan zijn arm, toen die omhoog schoot om een taxi aan te houden. De taxichauffeur was een voorkomend man de heele wereld leek dezen dag wel bevolkt met voorkomende lieden en de snelheid, waarmee Pete naar zijn adres werd vervoerd, verwarmde zijn hart. Hij nam uitbundig afscheid van den chauf feur, wenschte hem een lang en gelukkig leven, en hopte de voordeur binnen. En zoo geschiedde het, dat Pete Brent, chef van de afdeeling Tijdschriftenpublicatie van Trevor en Co., London, om half elf op een zwoelen zomervond, over een grintweg reed, zestig mijl ten Noorden van datzelfde Londen. Het feit, dat hij reed, verbaasde iedereen, be halve hemzelf. Zijn salaris was tot dusver juist toereikend geweest om een wrak wagentje er op na te houden, een oud ding, voor een prikje op den kop getikt op een autoveiling. Alleen de vaste wil van Pete om een auto, in welken vorm ook, te bezitten, was de oorzaak geweest dat de veilinghouder het ding überhaupt had verkocht. En van dat oogenblik af, als bezit ter van een wagen, had Pete het instrument gepoetst, geolied, gesmeerd, vertroeteld, er nieuwe bougies ingezet, de schroeven aange draaid, en er ettelijke processen-verbaal mee opgeloopen, omdat het vehikel telkenmale hard nekkig weigerde, weer in beweging te komen, op het kritieke moment, dat hij het had ge parkeerd op een plaats, waar dat verboden was. Maar Pete was een volhardend man, en het oude twoseatertje zoemde thans over den weg, zijn kilometerteller schommelend tusschen veer tig en vijftig. Het was een ideale snelheid voor iemand, die zoo weinig haast had als Pete. Hij was op weg naar zijn landhuisje, een ding, ge- erfd van zijn oom, en de rust van den zomer avond, het bewustzijn, dat het er geen steek toe deed, hoe laat hij aankwam, en zijn tevreden heid over zijn wagen, maakten hem tot een der gelukkigste schepselen in Engeland. En toen, toen hij juist de eerste maten van zijn lijflied aanhief, de eerste rauwe geluiden de vredigheid van een landelijken viersprong verstoorden, en drie vogels ontsteld uit de schemering deden opvliegen, kwam een wagen in razende vaart uit den zijweg schieten, om den grintweg op te draaien. De wagen moest de bocht kort nemen. Hij deed het niet, het is een lastig iets, een kleine en scherpe bocht kort te nemen, als je er met een gang van ze ventig kilometer inschiet en dc gevolgen waren ontstellend en omvangrijk. De groote wagen bereikte het kruispunt iets vóór Pete begon te draaien, slipte in een wolk van stof, vaagde Pete's achterspatbord in het niet, en dook met een gekrijsch van remmen in de langs den weg loopenden sloot. Het was geen droge sloot, maar ook geen be paald natte en de fontein van modder, die op steeg, toen Pete hem er in zag schuiven, be- spatte zijn eigen wagen van boven tot onder. Toen was het even heel erg stil. Pete sprong uit zijn auto en rende naar den wagen in de sloot. Maar nog vóór hij die be reikt had, zag hij een verwilderd en verfom faaid hoofd uit een der portierraampjes ko men en daarna een compleet menschenlichaam. „Hallo!" zei het hoofd, en het geheel kwam op hem toe. Pete vond zijn adem terug en ge bruikte die oogenblikkelijk om uiting te geven aan zijn gevoelens. „Wat ben jij van plan?" zei hij, „verkeer je in de meening, dat je achter het stuur van een tank zit?" De vreemde lachte, en bond een zakdoek om een snee in zijn arm. „Geef hier," zei Pete, „laat mij dat doen!" Hij deed het, deed het met kennis van zaken, hetgeen hard noodig was, want de snee was diep. Onder het verbinden door nam hij den ander op. Het was een jongeman van een jaar of zeven en twintig, met een sympathiek ge zicht, waarover een tweetal litteekens liepen. Peter verbaasde zich er alleen maar over, dat iemand, die een bocht op een dergelijke wijze nam, nog niet méér sneden en schrammen op zijn gezicht droeg. De jongeman zei niets gedurende de pijnlijke behandeling van zijn wond, en toen Pete een laatsten ruk gaf aan het verband en een stap achteruit deed, bracht hij langzaam zijn hand in zijn zak en kneep zijn lippen op elkaar. „Pijn?" zei Pete. De ander grinnikte: „Wat dacht je dan? Een snee van een SIa scherf doet altijd pijn!" „Wat doe je ook zoo stom om een hoek vliegen!" zei Pete. „Wou je zelfmoord plege Of zat de politie je op de hielen?" Het gezicht van den ander werd plotse» ernstig: „Neeik zat een ander op de hielen." Hij lachte en voegde er aan toe: .j, „Hij zal nu wel ongeveer in Schotland 21 ten!" Pete maakte een misprijzend geluid: e „Als hij even har reed als jij, lijkt ,Hes meer waarschijnlijk, dat hij bij de eng®1 zit!" taK De ander keek hem aan, lachte weer en zijn hand uit. m „Mag ik me even voorstellen.... mijn is Crofts, John Crofts." „Pete Brent." hj1n Pete trok zijn sigarettenkoker te voorscnu en bood een sigaret aan. De ander nam met graagte en trok de rook diep in zijn 'rt „Je bent zeker wel machtig nieuwsgierig waarom ik zoo idioot hard deed?" informe hy. (Wordt ver volgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 6