Mozart en Beethoven
u
I
m
ëmsM
Parallellen en tegen
stellingen in twee
strijkkwartetten
Verdere Beethoven-
opnamen
Deutfches Reten
DE r( RFENIS VAN EEN
Jj ZONDERLING
9
ver|
Gramofoonkroniek
ZONDAG 24 SEPTEMBER 1939
BRAND TE ROTTERDAM
Bewoner bij blusschingspoging
gewond
iÉËÉP
Ambtenaar verdacht
van verduistering
TELEGRAMMEN VOOR
MILITAIREN
Nieuwe zegels
Nederlandsch-Indië
Duitschland
Driemaal wekelijksche
dienst naar Batavia
VERZEKERINGSBEPALINGEN
ZEESCHEPEN
DE NIEUWE PRESIDENT
VAN DE N.H.M.
Beatfdies ïtóch
ifeni&ss JMêh
mmi
Frankrijk
BulgarÜe
Groot-Brittanriie
&UREAI
Hassa
Abonng
baarle
'3.25.
Luxemburg
Ruslaw
n fc
FEUILLETON
DOOR WILLY WATERMAN
Onder de kamermuziek-publicaties, die de
gramofoon den laatsten tijd het licht deed
zien, trekt vooral de aandacht een strijk
kwartet van Mozart in F dur K.V. 590, voor
Columbia op de nummers LX 808-810 ge
speeld door het Lener-kwartet.
Het is het laatste kwartet, dat de meester
schreef. Het behoort tot een serie van drie,
die ontstond in de jaren 1789 en 1790, welke
serie de Pruisische kwartetten genoemd
wordt, omdat Mozart haar schreef in op
dracht van Friedrich Wilhelm II, die zelf
een groot beoefenaar van de cello was, en
die dus in deze kwartetten zijn partij zelf
wel met groot genoegen gestreken zal heb
ben. Na deze kwartetten heeft Mozart zich
nog slechts twee maal met het kleine
strijkersensemble bezig gehouden. Hij schreef
nog twee strijkkwintetten, maar de weinige
levenstijd, die hem restte, moest aan andere
zaken besteed worden; hij schreef nog een
pianoconcert en verschillende kleine stuk
ken, waaronder veel dansen, maar de tijd
drong en hij moest nog twee groote opera's
schrijven, „Die Zauberflöte" en „La cle-
menza di Tito" en tenslotte wachtte hem
nog zijn Requiem-mis, waarvan hij slechts
een klein deel heeft kunnen voltooien.
In Mozart's kwartetten heeft zich niet naar
mate het levenseinde naderde de geweldige
stijging voltrokken, die men bij Beethoven's
kwartetkunst waarneemt. Dit laatste strijk
kwartet is niet het allerbeste, het geniaalste of
althans het koenste stuk, dat Mozart in dit
genre geschapen heeft. Misschien had hij het
belangrijkste van wat hij in het strijkkwartet
te zeggen had reeds gezegd, misschien ook was
het een kwestie van stilistische evolutie, die
dan natuurlijk met een geestelijk groeiproces
gelijken tred hield. Mozart-kenners merken in
deze jaren op goede gronden een zekere wen
ding in 's meesters stijl op. De getourmen
teerde periode, welke hij daarvoor had doorge
maakt en die haar uiting vond in een sterk
expressieve muziek de g-moll symphonie en
de „Don Giovanni" ontstonden in die jaren
was geëindigd. Haar bekroning kondigde trou
wens zelf reeds de wending, die zich dan in
de laatste levensjaren zou doorzetten, aan: de
Jupiter-symphonie is de afsluiting van dien
tijd van Don Giovanni en de groote sympho-
nieën, en het onbekommerde evenwicht van
haar stralende finale is het zekere teeken, dat
het genie de schaduwen van dit bestaan voor
goed had overwonnen. In den daarop volgen
den tijd neigt Mozart dan ook duidelijk naar
den klassieken stijl terug. Hij herinstrumen
teerde Handel's „Messiah", bewijs, hoe intens
hij zich met dezen stijl inliet. En in het nieuwe
werk, zooals in dit strijkkwartet, ziet men dan
ook de kenmerken van den klassieken stijl: de
groote liefde voor het zoo zuiver mogelijk be
oefende handwerk, dat niet den klassieken regels
te buiten ging, den feilloos geciseleerden Satz,
rijk voorzien van contrapuntische weefsels. Een
volmaakt bedreven kwartetstijl, maar misschien
toch iets minder grootsch dan hij voordien al
wel geweest was. Een tikje glad en oppervlak
kig misschien, maar overigens toch een toon
beeld van kundigheid, smaak en voornamen
geest. Zoo componeerde Mozart nog ook als hij
misschien iets meer op de routine dreef, dan
hij gewoon was te doen. Het is of zijn geest
hier even uitrustte en genoot van de 'nieuw
gewonnen luciditeit, alvorens hij nog eenmaal
de laatste krachten zou inspannen om den su-
bliemen eenvoud van „Die Zauberflöte", niet
zonder conflict overigens, te winnen. Vandaar
misschien de vele dansen en kleine stukken,
welke in dit tijdsgewricht ontstonden, alsmede
de joyeus tintelende opera „Cosi fan tutte".
Hier is overal rust en het zorgeloos steunen op
het hervonden evenwicht.
De Leners hebben van dit prachtige kwartet
een vertolking gegeven, waarin men al de hier
beschreven kwaliteiten ruimschoots kan terug
vinden. Een zeer geslaagde reproductie, die lief
hebbers op hun verlanglijstje moeten plaatsen.
Soortgelijke processen als bij Mozart hebben
zich met alle verschillen in beleving en
uiting overigens bij Beethoven afgespeeld.
Een interessant tegenstuk tegenover dit Mozart-
kwartet vinden wij bij Telefunken op de num
mers E 2960—2962. Het is het door Beethoven
zelf met den titel „Serioso" aangeduide kwartet
in f-moll op. 95. In dit kwartet vindt men nu
het groeiproces van donker naar licht, dat bij
Beethoven o.a. op de achtste symphonie zou
uitmonden, precies op de kentering getroffen
binnen het kader van een compositie. Het stuk
volgt in den tijd op de tragische, zij het dan
door een uitbarstende apotheose overkoepelde
Egmont-ouverture en het geeft eigenlijk nog
eens den weerslag van het gebeuren, dat Beet
hoven zich daarin zag voltrekken. Tusschen den
dreigenden opzet van het eerste deel, dat fei
telijk een inleiding is tot 'de geweldige energie
spanningen en de wilde hartstochtelijkheid van
de middendeelen, waarin het zwaartepunt be
rust, tot de lichte werveling van de zeer korte
coda ligt een wereld van verschil. Hier is in
vier beknopte kwartetsatzen het heele drama
van den menschelijken geest 'samengebald met
alle macht, waarover Beethoven beschikte. Dit
is geen voorbeeld van klassieke evenwichtig
heid, die realiseerde hij in de achtste sym
phonie, hier is het strijdtooneel zelf, het ge
bied waar de strijd gestreden en amper gewon
nen werd. Een Mozart beeldde het proces niet
zelf uit, zoover drong zijn expressieve kunst
nog niet in hel; individueele door. Hij kristalli
seerde het hoogstens in den aard zijner opeen
volgende werken. Beethoven greep den klank
zelf aan om er zijn conflicten in uit te vechten.
Zoo geeft Mozart ons de bevrijding van een
bovenpersoonlijke muziek, die altijd de indivi
dueele subjectiviteit onder zich heeft gelaten,
terwijl Beethoven ons juist betrekt binnen de
omvademing van het individueele. Mozart en
Beethoven, twee geesten, waartusschen me
nige parallel valt aan te wijzen, maar twee
antipoden door hun volstrekt verschillende per
soonlijkheid. Het Beethoven-kwartet wordt ge
speeld door het Calvet-kwartet, en ook dit is
een opname, die den luisteraar in hooge mate
tevreden kan stellen.
Het Beethoven-repertoire werd door Colum
bia met nog enkele opnamen verrijkt. Daar is
op de nummers DX 909—911 het strijktrio in
G-dur op. 9 No. 1, gespeeld door het onvol
prezen Fransche Trio Pasquier. Een werk uit
Beethoven's eerste scheppingsperiode, waarin
alle mogelijkheden van het enorme oeuvre, dat
later volgen zou, reeds volledig vooraf gebeeld
liggen. Met dit strijktrio, dat tegelijk met nog
twee stukken in hetzelfde genre het licht zag,
is de eerste meesterproeve afgelegd. De vorm is
veroverd, de geestelijke inhoud ligt daarin klaar
gerealiseerd. Een nog jonge, maar reeds rijpe
muziek, die haar beteekenis behoudt tegenover
de fantastische projecten, die later verwerke
lijkt zouden worden. Op LX 827829 hoort men
de sonate voor viool en piano in A-dur op. 30
No. 1, geliefd repertoire-stuk ook bij de huis-
muziekbeoefening. Hier zijn het Jenö Lener en
Louis Kentner, die het stuk in een bewonderens
waardig doorzichtigen trant voordragen.
En om tenslotte nog twee zeer populaire
Beethoven-aanwinsten te noemen: Elly Ney, die
op His Master's Voice DB 4676 het Andante
Favori speelt en Siegfried Borries, die voor de
zelfde firma op DB 4662 de G-dur Romance
vertolkt, begeleid door de Berliner Philhar-
moniker onder leiding van Johannes Schüler,
twee opnamen, die, al hoort men er Beethoven
niet op zijn breedst in, hun weg toch wel
zullen vinden.
L. H.
Door het omvallen van een petroleumlamp is
brand uitgebroken in de woning van J. Schenk
in de Pottebakkersteeg 7 b te Rotterdam. Het
vuur werd gebluscht met twee stralen op de
waterleiding en de gummislang, onder leiding
van hoofdman Van der Burg. De woning brand
de gedeeltelijk uit. Bij zijn pogingen tot blus-
schen liep de bewoner ernstige brandwonden
aan gelaat, handen en rug op. Hij werd per
ambulance auto van den G. G. D. naar het
ziekenhuis Coolsingel vervoerd, waar hij ter
verpleging moest worden opgenomen. Een twee
tal andere bewoners kon zich via het dak
in veiligheid brengen.
De binnenplaats van het Beethovenhuis te Weenen
Mozartmusiceerend met zijn zuster Marianne en iwder Leopold
Sedert eenigen tijd waren er in de gemeente
De Bilt geruchten in omloop over verduisterin
gen, welke een der ambtenaren ter secretarie ten
nadeele van eenige vereenigingskassen gepleegd
zou hebben. Als penningmeester van verschillen
de vereenigingen had deze ambtenaar gelden
onder zijn beheer en reeds lang had men ver
denking tegen hem gekoesterd, doch het bleek
zeer moeilijk de malversatie te ontdekken.
Vrijdag echter heeft de rijksveldwacht den heer
M. te De Bilt gearresteerd en ter beschikking
gesteld van den Officier van Justitie te Utrecht.
Over het tekort bij de verschillende vereenigin
gen, waaronder schoolvereenigingen, kon men
ons nog geen inlichtingen verschaffen.
Bij binnenlandsche telegrammen bestemd
voor militairen wordt het adres van het dienst
onderdeel als één woord gerekend, b.v. Sergeant
Jan Streepstra (3 woorden) 3e comp. Ie bataljon
2e reg. infanterie veldleger (1 woord). Voor
dit adres zullen dus in het geheel 4 woorden
in rekening worden gebracht.
Volgens een bericht van de Indische P.T.T.
wordt overwogen, de postzegels van 50 ct. en
hooger in kleiner formaat uit te geven.
Het publiek heeft herhaaldelijk over deze
groote zegels klachten ingediend.
Over deze aangelegenheid heeft de Indische
dienst de meèning van de Ned. P. T. T. ge
vraagd.
Van 1 December 1939 tot en met 9 Januari
1940 zullen ook hier weder liefdadigheidszegels
met een frankeerwaarde van 2 en 1. 3V4 en
11/2, 7 1/2 en 2 1/2. 10 en 2 1/2 en 20 en 5 ct.
worden uitgegeven.
De toeslag komt ten goede aan het Sociaal
Bureau voor Nederlandsch-Indië.
Op 2 September van dit Jaar zou in Duitsch
land de Rijkspartijdag worden gehouden. Voor
In de afgeloopen weken is gebleken, dat men
zich veelal geen duidelijke voorstelling maakt
van de wijze, waarop de verbinding tusschen
Napels en Amsterdam tot stand wordt gebracht
nu de Amsterdam—Batavia-dienst Napels als
begin- en eindpunt heeft moeten kiezen.
De treinverbindingen door Duitschland over
den Brennerpas zijn weer zoo regelmatig gewor
den, dat reizigers van Amsterdam in ongeveer
36 uur in Napels kunnen zijn. Het geheele
traject Amsterdam—Batavia wordt daardoor
nu in 8'A dag afgelegd. Men kan zeggen, dat
deze gecombineerde trein-vliegtuig-verbinding
tusschen Nederland en Ned.-Indië op het
oogenblik de beste aansluiting geeft. De trein
reis tusschen Napels en Amsterdam kan zon
der bezwaren worden gemaakt. Het gaan over
Frankrijk wordt bemoeilijkt door het feit, dat
het geruimen tijd vordert, voor Nederlandsche
passagiers een Fransch transit-visum verkrij
gen.
Doordat de K.L.M. tusschen Napels en Ba
tavia over zes Douglas DC-3 vliegtuigen be
schikt, kan de dienst slechts tweemaal in de
week worden uitgevoerd. Thans wordt overwo
gen nog drie vliegtuigen van Amsterdam naar
Napels te brengen, welke dan voorzien worden
van extra-benzinetanks om Napels te kunnen
bereiken via een route, welke gebieden mijdt,
waarvoor moeilijk een toestemming tot over
vliegen kan worden verkregen. Zijn deze vlieg
tuigen daar aangekomen, dan zal worden nage
gaan wanneer de driemaal wekelijksche dienst
weer kan worden ingesteld.
De minister van Economische Zaken heeft,
na de commissie van advies en de regeerings-
gemachtigden te hebben gehoord, in verband met
de inzake de beëindiging der ingevolge de Zee-
en Luchtvaartverzekeringswet 1939 afgesloten
jaarverzekering van schepen op 4 September
1939 genomen beslissing bekend gemaakt, dat
voor schepen, welke 4 September 1939, 15 uur
Amsterdamsche tijd, onderweg waren en gebruik
gemaakt hebben van de hun toegestane vrijheid
om op de bekend gemaakte voorwaarden hun
reis voort te zetten, de verzekering is geëindigd,
zoodra zij in de bestemmingshaven aangekomen
zijn en de lossing voltooid hebben.
Voor schepen, welke 4 September 1939, 15 uur
Amsterdamsche tijd, in hun haven van afvaart
of in hun haven van bestemming lagen en voor
schepen, welke niet van de bovenbedoelde vrij
heid hebben gebruik gemaakt, doch naar een
veilige haven zijn gevaren, zou de verzekering
doorloopen, totdat bepaald zou zijn, of er aan
leiding was de bestaande jaar verzekering te
handhaven, dan wel een nieuwe verzekering aan
te gaan. Ten aanzien van deze schepen loopt de
verzekering door, voor zoover de schepen zich
bevinden buiten de Europeesche zeeën en voor
nemens zijn voorloopig ook buiten dit gebied te
blijven, terwijl, om nieuwe verzekeringen aan te
gaan voor reizen van en naar en in het gebied
der Europeesche zeeën, premiën bekend gemaakt
zvjn. Zoolang de schepen aanwezig in het gebied
der Europeesche zeeën geen nieuwe reizen begon
nen zijn en derhalve daarvoor geen' nieuwe ver
zekeringen zijn gesloten, blijven de bestaande
jaarverzekeringen, ook in de haven, van kracht,
doch niet langer dan tot 30 September 1939, de
zen dag inbegrepen.
Dr. Ernst Heldring, die mr. D. Crena de
Jongh zal opvolgen als president van de Ne
derlandsche Handel Maatschappij, is geboïen
te Amsterdam, 21 September 1871.
Van 1899 tot 1937 was hij directeur van de
Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maat
schappij- Bovendien was hij in de jaren 1922
1932 voorzitter der Kamer van Koophandel en
Fabrieken te Amsterdam. De heer Heldring
is commissaris van verscheidene scheepvaart
maatschappijen alsmede van de Nederlandsche
Bank. In 1932 werd hem het eeredoctoraat in
de handelswetenschappen verleend door de
Amstefdamsche Universiteit. De heer Heldring
is voorts o.m. voorzitter der vereeniging „Rem
brandt".
BP»
Het personeel van de Duitsche rijkspost heeft zich tot een kameraadschapp
blok aaneengesloten, in dienst van Führer en volk. Ter gelegenheid daarvan is
aparte serie postzegels uitgegeven, waarvan wij er hier eenige afbeelden
die gelegenheid kreeg de zegel type „Hitier Ora
tor", die 1 Mei j.l. als herinneringszegel werd
uitgegeven, den opdruk „Reichsparteitag 1939".
Ofschoon de „Reichsparteitag" in verband
met den oorlog niet gehouden werd, verscheen
toch de zegel 6 en 19 Rpf. met opdruk.
De toeslag komt ten bate van het Kuituur
fonds van den Führer.
Naar wij vernemen is deze zegel reeds door
de Duitsche Posterijen ingetrokken.
Den 17den September verscheen een toeslag
zegel bij gelegenheid der rennen om den groo-
ten prijs „der Reichshauptstadt" die te Berlijn
werden gehouden.
De zegel 25 en 50 Rpf., den Brandenburger
tor weergevend, is ontworpen doro Erich
Meerwald.
De toeslag komt gelijkelijk aan het Kuituur
fonds van Hitier en aan het organisatiecomité
der rennen ten goede.
In het Ambtsblatt des Reichspostministerium
staat de volgende aankondiging:
In den dienst voor den Ffihrer, en het Duit
sche volk is het personeel van de Duitsche
Rijkspost tot een kameraadschappelijk blok
aaneengesloten, zooals vroegere tijden en an
dere landen dat niet kennen. Om dit feit ook
naar buiten eens in ruimer kring te doen blij
ken, heb ik een serie van twaalf zegels doen
aanmaken, in welker beeltenissen uiting wordt
gegeven aan de kameraadschappelijke saam-
hoorigheid en aan den arbeid van ons korps
ten behoeve der gemeenschap.
De ontwerpen zijn van het kunstenaarsecht
paar von Axter-Heudtlass in Berlijn. De zegels
hebben de afmetingen 29.5 X 38.5 mm en zijn
in diepdruk in de Staatsdrukkerij te Weenen
vervaardigd.
De frankeerwaarden zijn: 3 en 2 Rpf. voor
stellende een groote meeting in de Duitschland-
hall; 4 en 3 Rpf. wetenschappelijke week op
post- en telegraafgebied te Weenen. 5 en 3 Rpf.
wedstrijd der Rijksberoepen, 6 en 4 Rpf. Jeugd
kamp Zeesen. 8 en 4 Rpf. Prestatiewedstrijd
gouden vlaggen, 10 en 5 Rpf. Selectie. 12 en 6
Rpf. Autosnelrijder, 15 en 10 Rpf. Post-sport,
16 en 10 Rpf. Post-bescherming, 20 en 10 Rpf.
Honderd werkplaatsen voor zweefvliegtuigen,
24 en 10 Rpf. Postkoets, 25 en 15 Rpf. Vacan-
tieoord Königstein i. Taunus.
De zegels zijn sedert 15 September aan alle
kantoren en stations verkrijgbaar. De verkoop
prijs per serie bedraagt 2.30 R.M., waarvan 82
Pf ten bate van het Kuituurfonds van den
Führer komen.
Ik verwacht, aldus ten slotte de Reichspost-
minister, dat iedere ambtenaar van de Duitsche
Rijkspost de volste medewerking zal verleenen,
om het gebruik en den verkoop van deze zegel
serie te bevorderen, teneinde met de aan ons
bedrijf ten dienste staande middelen het groote
Duitsche publiek een indruk te geven van den
ons ter harte gaanden omvangrijken arbeid ten
behoeve van de gemeenschap. Elkeen moge ech
ter ook verder met hart en ziel meehelpen, dat
ons kameraadschappelijk blok onderling steeds
vaster verbanden wordt, dat de prestatie van
en de waardeering voor de Duitsche Rijkspost
en haar personeel toenemen en dat wij den
F|:ihrer te allen tijde een post- en telefoonbe
drijf ter beschikking kunnen stellen, hetwelk in
staat is, aan iederen eisch te voldoen.
Hier verscheen op 25 Augustus een nieuwe
waarde van 30 c. rood, voorstellend het kasteel
Pau, waar in 1553 Hendrik IV geboren werd.
Volgens het Ned. Philatelistenblad verbruikt
Frankrijk gemiddeld per dag 3.500.000 zf^e
van 30 c. (port voor binnenlandsche brieven»
In het type Mercurius verscheen de frank
zegel 75 c. geelbruin (dit is de kleur van
ingetrokken 15 c.).
Op 9 September, naar aanleiding van 00 e{
waterlating van den nieuwen oceaanstoote
„Pasteur", is een speciale frankeerzegel
schenen van 70 c.
tg
Voor de slachtoffers van de overstrooming
Scolievo en Trinovo werden door de Bulf8r.
sche Posterijen 120.000 series van vijf franke
waarden uitgegeven. Alle zegels kregen den ov
druk „Overstrooming 1939".
Bulgarije had tot 1 Augustus 1939 geen e
p r e s s e z e g e 1 s. Zij dienen ook vrijwel
niets. Voor de betaling van het expressed
kan men veel gemakkelijker gewone franke^
zegels gebruiken, al ziet men niet zoo nau
keurig, wat het expresserecht in totaal
brengt, enal mist men de inkomsten, v°°
vloeiende uit het gelag, dat de philatelis
eventueel betalen.
Inmiddels werden nu in Bulgarije viif b:|Z°
dere zegels voor dit doel uitgegeven.
De 5 1. blauw en de 20 i. karmijn vertoon
een wielrijder.
De 6 en 8 1„ resp. sepiabruin en oranje, 8
ve,n een bestelauto. En de 7 1., koperkleur,
motorfiets met zijspan. -e
De zegels dragen het opschrift „Expre»
post".
Op 21 Augustus verscheen de nieuwe Engel
sche zegel van 5 s. licht én donkerrood
gehouden werd, een serie zegels uit van
dag van het vliegwezen in de U.S.S.R." Zi.l
Onder het beeld van den vorst staat l1
koninklijke wapen, met de spreuk van het re'
geerende Vorstenhuis: „Honi soit qui mal
pense". .„j
De mooie zegel is in zuiver Engelschen SUJ
gehouden.
Dit gaf ter gelegenheid van de philatelistiso'J®
tentoonstelling, die van 3 tot 17 September
Mondorf-les-Bains gehouden werd, een zc"
uit van 2 francs blauw. n
Hij draagt een zinnebeeldige voorstelling, te
doel hebbende, propaganda te maken voor
warmwaterbaden aldaar.
Den 18den September verscheen dezelfde z
gel als definitieve frankeerwaarde, maar n»
de roode kleur. j
De U.S.S.R. gaf ter gelegenheid van de a'=/C]5
meene landbouwtentoonstelling, die in August
tic11
waarden met de volgende voorstellingen: 1
rose-karmijn: een melkster, 15 k. roodbrui'
een motorploeg. 20 k. grijs: een schaapherd
30 k. violet: een paviljoen van de tentooirstell'1'^
30 k. oranje, een tentoonstellingsembleem,
k. donkergroen: katoenplukkers; 50 k. root"
bruin: een paardenfokkerij; 60 k. v 5.
met een symbolische voorstelling van den lal1<U
bouwoogst, 80 k. donkerviolet: een boerin te
suikerbieten; 1 r. grijsblauw: een jager met S
schoten vossen,
Den 18den Augustus verschenen nog vijf luC
postzegels. Typen Yvert 677, 680, 681, 682
684, maar in gewijzigde kleur. Alle dragen
twee-regeligen opdruk: „18 Augustus Gede»
zij11
uag ran liLO vncgnpov-u lil uc r
de 10 k. rood, opdruk roodbruin; 30 k. bla»
opdruk rood; 40 k. blauwgroen, opdruk r0°in)
bruin; 50 k. lila. opdruk rood en de 1 r. brti
opdruk blauw.
Verder kwamen in Augustus nog vier fra
keerzegels uit, ter herdenking van den s'elS-
dag, thans vijftig jaar geleden, van den Bv'
sischen schrijver M. E. Saltykov-Schedrin.
15 en 45 k. vertoonen den schrijver als j°n®
man en de 30 en 60 k, gaven zijn portret a
grijsaard.
HOOFDSTUK I
Een vacantie, die veelbelovend begint.
Het humeur, waarin Pete Brent op een zo
meravond om vijf minuten over zes zijn kan
toor verliet, was een van de stralendste, waarin
hij ooit had rondgekeken in de drukke kantoor
straat, sinds het moment, dat hij er zijn veel
belovende intrede deed.
De late Junizon scheen op zijn bruine haren,
en terwijl hij de eerste maten van de laatste
song floot, keek een bejaard vuilnisman naar
hem, en loosde een diepen zucht.
En er was een gegronde reden voor Pete's
goede humeur. Hij was een van de weinige ge
lukkigen, die hun jaarlijksche vacantie in een
van dc zomermaanden hadden zien vallen en
alsof het lot hem nog niet genoeg begunstigde,
was op den dag vóór den aanvang van die va
cantie de wekenlange regenperiode op magische
wijze beëindigd en bescheen nu een warme zon
zijn sportieve tweed-pak.
Er was totaal niets bijzonders aan Pete, zoo
als hij daar op de steenen trappen van zijn
kantoor stond te fluiten. Hij was meer dan
middelmatig lang, maar zoo loopen er honder
den rond; hij had een mond, die bijna van oor
tot oor reikte, zijn haren hingen de perken der
betamelijkheid te buiten, en zijn lach, die vaak
weerklonk, was de nachtmerrie van al zijn
chefs in het hooge steenen gebouw achter hem.
En toch zuchtte de vuilnisman, toch keek een
met zijn gummistok kwispelend agent goedkeu
rend naar hem, twee of drie honden beneusden
vriendschappelijk zijn broekspijpen, deden een
pas achteruit, keken naar hem op en toonden
duidelijke verlangens tot toenadering.
Die kwam. Pete bukte zich en verdeelde
vriendschappelijke klopjes op onpartijdige wijze.
De honden leefden zichtbaar op. Het was dui
delijk, dat dit een man naar hun hart was, een
man, die een hondenleven tot iets draaglijks
maakte.
Pete daalde fluitend de verdere treden van
de steenen trap af, praaide een krantenjongen,
en herstelde in een kort oogenblik diens ver
trouwen in de menschheid, door hem het drie
dubbele van het verschuldigde bedrag in zijn
hand te stoppen.
Het kon er af, oordeelde Pete; tegelijk met
het ingaan van zijn vacantie, had hij op het
kantoor van den baas moeten komen, en had
tot zijn' ontzetting gehoord, dat hij benoemd
was tot chef van de afdeeling tijdschrifen. Het
had juist zeven minuten geduurd, en al zijn
ondergeschikten waren er bij noodig geweest,
om hem te overtuigen, dat het geen fatale ver
gissing was van een baas, die handelde in een
vlaag van verstandsverbijstering, maar een feit.
Een feiteen onwrikbaar feiten hel
bewustzijn van dit feit gaf veerkracht aan den
stap van zijn lange beenen, en autoriteit aan
zijn arm, toen die omhoog schoot om een taxi
aan te houden.
De taxichauffeur was een voorkomend man
de heele wereld leek dezen dag wel bevolkt
met voorkomende lieden en de snelheid,
waarmee Pete naar zijn adres werd vervoerd,
verwarmde zijn hart.
Hij nam uitbundig afscheid van den chauf
feur, wenschte hem een lang en gelukkig leven,
en hopte de voordeur binnen.
En zoo geschiedde het, dat Pete Brent, chef
van de afdeeling Tijdschriftenpublicatie van
Trevor en Co., London, om half elf op een
zwoelen zomervond, over een grintweg reed,
zestig mijl ten Noorden van datzelfde Londen.
Het feit, dat hij reed, verbaasde iedereen, be
halve hemzelf. Zijn salaris was tot dusver juist
toereikend geweest om een wrak wagentje er
op na te houden, een oud ding, voor een prikje
op den kop getikt op een autoveiling. Alleen
de vaste wil van Pete om een auto, in welken
vorm ook, te bezitten, was de oorzaak geweest
dat de veilinghouder het ding überhaupt had
verkocht. En van dat oogenblik af, als bezit
ter van een wagen, had Pete het instrument
gepoetst, geolied, gesmeerd, vertroeteld, er
nieuwe bougies ingezet, de schroeven aange
draaid, en er ettelijke processen-verbaal mee
opgeloopen, omdat het vehikel telkenmale hard
nekkig weigerde, weer in beweging te komen,
op het kritieke moment, dat hij het had ge
parkeerd op een plaats, waar dat verboden was.
Maar Pete was een volhardend man, en het
oude twoseatertje zoemde thans over den weg,
zijn kilometerteller schommelend tusschen veer
tig en vijftig. Het was een ideale snelheid voor
iemand, die zoo weinig haast had als Pete. Hij
was op weg naar zijn landhuisje, een ding, ge-
erfd van zijn oom, en de rust van den zomer
avond, het bewustzijn, dat het er geen steek toe
deed, hoe laat hij aankwam, en zijn tevreden
heid over zijn wagen, maakten hem tot een
der gelukkigste schepselen in Engeland.
En toen, toen hij juist de eerste maten van
zijn lijflied aanhief, de eerste rauwe geluiden
de vredigheid van een landelijken viersprong
verstoorden, en drie vogels ontsteld uit de
schemering deden opvliegen, kwam een wagen
in razende vaart uit den zijweg schieten, om
den grintweg op te draaien. De wagen moest
de bocht kort nemen. Hij deed het niet, het is
een lastig iets, een kleine en scherpe bocht
kort te nemen, als je er met een gang van ze
ventig kilometer inschiet en dc gevolgen waren
ontstellend en omvangrijk.
De groote wagen bereikte het kruispunt iets
vóór Pete begon te draaien, slipte in een wolk
van stof, vaagde Pete's achterspatbord in het
niet, en dook met een gekrijsch van remmen
in de langs den weg loopenden sloot.
Het was geen droge sloot, maar ook geen be
paald natte en de fontein van modder, die op
steeg, toen Pete hem er in zag schuiven, be-
spatte zijn eigen wagen van boven tot onder.
Toen was het even heel erg stil.
Pete sprong uit zijn auto en rende naar den
wagen in de sloot. Maar nog vóór hij die be
reikt had, zag hij een verwilderd en verfom
faaid hoofd uit een der portierraampjes ko
men en daarna een compleet menschenlichaam.
„Hallo!" zei het hoofd, en het geheel kwam
op hem toe. Pete vond zijn adem terug en ge
bruikte die oogenblikkelijk om uiting te geven
aan zijn gevoelens.
„Wat ben jij van plan?" zei hij, „verkeer je
in de meening, dat je achter het stuur van een
tank zit?"
De vreemde lachte, en bond een zakdoek om
een snee in zijn arm.
„Geef hier," zei Pete, „laat mij dat doen!"
Hij deed het, deed het met kennis van zaken,
hetgeen hard noodig was, want de snee was
diep. Onder het verbinden door nam hij den
ander op. Het was een jongeman van een jaar
of zeven en twintig, met een sympathiek ge
zicht, waarover een tweetal litteekens liepen.
Peter verbaasde zich er alleen maar over, dat
iemand, die een bocht op een dergelijke wijze
nam, nog niet méér sneden en schrammen op
zijn gezicht droeg.
De jongeman zei niets gedurende de pijnlijke
behandeling van zijn wond, en toen Pete een
laatsten ruk gaf aan het verband en een stap
achteruit deed, bracht hij langzaam zijn hand
in zijn zak en kneep zijn lippen op elkaar.
„Pijn?" zei Pete.
De ander grinnikte:
„Wat dacht je dan? Een snee van een SIa
scherf doet altijd pijn!"
„Wat doe je ook zoo stom om een hoek
vliegen!" zei Pete. „Wou je zelfmoord plege
Of zat de politie je op de hielen?"
Het gezicht van den ander werd plotse»
ernstig:
„Neeik zat een ander op de hielen."
Hij lachte en voegde er aan toe: .j,
„Hij zal nu wel ongeveer in Schotland 21
ten!"
Pete maakte een misprijzend geluid: e
„Als hij even har reed als jij, lijkt ,Hes
meer waarschijnlijk, dat hij bij de eng®1
zit!" taK
De ander keek hem aan, lachte weer en
zijn hand uit. m
„Mag ik me even voorstellen.... mijn
is Crofts, John Crofts."
„Pete Brent." hj1n
Pete trok zijn sigarettenkoker te voorscnu
en bood een sigaret aan. De ander nam
met graagte en trok de rook diep in zijn
'rt
„Je bent zeker wel machtig nieuwsgierig
waarom ik zoo idioot hard deed?" informe
hy.
(Wordt ver
volgd)