Vervoermiddelen dienen te worden ingeschreven De boer in een vreemde omgeving RFENIS VAN EEN ZONDERLING ONZE LANDBOUWEXPORT Sleepbooten, binnenschepen, vrachtauto's en tractoren Hoe leeft de bevolking, die voor het water moest wijken? DINSDAG 26 SEPTEMBER 1939 Sleepbooten Binnenschepen Algemeene richtlijnen bodemproductie BETALING VAN GEVORDERDE PAARDEN VERTREK „CHR. HUYGENS" UITGESTELD HET GOUDEN JUBILEUM VAN DEN HEER VESTERS DE ZAAK-OSS EN HET NATIONALE DAGBLAD De Ned. Landbouw-Handelskamer houdt haar algemeene vergadering NACHTELIJK STRAAT RUMOER TE DEN HAAG De inpoldering in Friesland Overdracht van een gedenksteen SURINAAMSCHE SPOORWEG- LEENING MEISJE ERNSTIG GEWOND Heimwee naar het land De nieuwe toestand Het Duitsche vliegtuig boven Gelderland Onze gezant zal stappen doen te Berlijn Duitsche belangen in Liberia en Kameroen UIT DE STAATSCOURANT Onderscheidingen Defensie Leeraar Referendaris FEUILLETON &OOR WILLY WATERMAN De minister van Waterstaat heeft op grond ,an artikel 2, eerste lid, van de Wet gebruik 'ervoermiddelen 1939 als vervoermiddelen, toarop het onderstaande betrekking heeft, aan wezen: a- Motorrijtuigen, opleggers en aanhangwa- Ws, geheel of gedeeltelijk ingericht tot vracht- ervoer, alle hieronder verder aangeduid als Vl'achtauto's. b. Motorrijtuigen, ingericht tot het voortbe- togen van opleggers, hieronder verder aange- als tractoren. Houders vair vrachtauto's of tractoren zijn wPlicht deze binnen acht dagen na het in jerking treden van deze beschikking en voorts °°°dra mogelijk na den aanvang van hun hou tschap te doen inschrijven in een register, dat wordt gehouden ten kantore van den in- toecteur-generaal van het verkeer. Het doen inschrijven geschiedt door indie- Jl'bg van een onderteekend inschrijvirigsformu- ler, dat kosteloos verkrijgbaar is ter secretarie elke gemeente, en door bemiddeling van tl Alg. Ned. Bond van Beroepsgoederenver- v°erders (A.N.B.B.), den Bond van Bedrijfs- dlltohouders in Nederland (B.B.N.), den Bond Jah Expediteurs en Transport-Ondernemers 'B.e.t.O.), en van de Centrale organisatie voor ,et Beroepsgoederenvervoer langs den weg (c-O.B.). Tot het doen inschrijven behoort mede het tstrekken van nadere gegevens omtrent de Vrachtauto's of tractoren op eerste aanvraag. Hog heeft de minister van Waterstaat als J'ervoermiddclcn, waarop het onderstaande be dekking heeft, aangewezen sleepbooten, welke ®'ehen tot de vaart op de binnenwateren van cene binnenlandsche plaats naar de andere. Houders van die sleepbooten zijn verplicht °eae binnen tien dagen na het in werking tre- ®en van deze beschikking en voorts zoodra mo- Selijk. na £jen aanvang van hun houderschap e Hoen inschrijven in een register, dat wordt Behouden ten kantore van den inspecteur-gene- toal van het verkeer. Het doen inschrijven geschiedt door indiening van een ingevuld en onderteekend inschrijvings formulier, dat kosteloos verkrijgbaar is ten kan tore van de bevrachtingscommissies en haar agentschappen en voorts door bemiddeling van het federatief verbond van vereenigingen van particuliere slecpbooteigenaren in Nederland. Tot het doen inschrijven behoort mede liet verstrekken van nadere gegevens omtrent de sleepbooten op eerste aanvraag. Houders van sleepbooten, welke als opduwboot behooren bij een bepaald schip, worden ge acht aan de verplichting tot inschrijving te hebben voldaan, indien voor het schip voldaan is aan de verplichting tot het inschrijven van schepen volgens de inschryvingsbesehikking binnenschepen met vermelding op het inschrij vingsformulier van- de bijbehoorende opduwboot Voorts heeft de minister van Waterstaat als vervoermiddelen, waarop het onderstaande be trekking heeft, aangewezen schepen, welke ge heel of gedeeltelijk tot vrachtvervoer zijn inge richt en dienen tot vrachtvervoer op de binnen wateren van de eene binnenslands gelegen plaats naar de andere. Houders van die schepen zijn verplicht deze binnen tien dagen na het in werking treden van deze beschikking en voorts zoodra mogelijk na den aanvang van hun houderschap te doen in schrijven in registers, die worden gehouden ten kantore van de bevrachtingscommissie, binnen welker district 't schip zich bevindt op 't tijdstip van inschrijving, waar de houder is gevestigd, of, indien de houder een rechtspersoon is en op meer plaatsen is gevestigd, binnen welker dis trict de plaats vap den hoofdzetel is gelegen. Het doen inschrijven geschiedt door indie ning van een ingevuld en onderteekend inschrij vingsformulier, dat kosteloos verkrijgbaar is ten kantore van de bevrachtingscommissies en haar agentschappen en voorts door bemiddeling van de stichting „Nederlandsche Particuliere Rijnvaartcentrale." Tot het doen inschrijven behoort mede het verstrekken van nadere gegevens omtrent de schepen op eerste aanvraag. Houders van bewyzen van tusschenxomst. goedkeuring, beurtvaartontheffing of een ver klaring voor vervoer anders dan krachtens over eenkomst, welke bij het in werking treden dezer beschikking reeds waren afgegeven krachtens de wet van 5 Mei 1933 worden geacht aan de verplichting tot inschrijving te hebben voldaan. He minister van Economische Zaken vestigt He algemeene aandacht op het feit, dat de bo- Hemproductie onder de tegenwoordige omstan digheden van vitaal belang is voor de Neder- 'ahdsche volksgemeenschap. Hij doet daarom ton dringend beroep op den landbouwenaen stand en de eigenaars, die hun grond verpach ten of op andere wijze in gebruik geven, om al hun krachten in te spannen en hun volle me dewerking er toe verleenen, dat de Nederland sche bodem een zoo ruim mogelijke opbrengst geeft van voedsel voor mensch en dier in een z°o goed mogelijke verhouding. Hit resultaat zal bereikt kunnen worden, in dien men zich houdt aan de volgende richt- 'ijnen. Gescheurd dienen te worden die graslanden, welke door hun ligging, grasbestand en andere °>nstandigheden een redelyke zekerheid geven, dat zij als bouwland een aanmerkelijk groo tore hoeveelheid voedsel zullen geyen. Aan hen, die grasland scheuren, zal bij de toewyzing van krachtvoer een grootere hoe- vcelheid worden toegekend, indien zy op deze bescheurde gronden granen verbouwen. Wat zij daarop voor eigen gebruik aan aardappelen en ahdere hakvruchten winnen, zullen zij mogen tohouden. Wordt niet voldoende grasland gescheurd, dan zal scheurplicht kunnen worden opgelegd. Hi dat geval zal bij de aanwijzing van de Scheurplichtige perccelen rekening worden ge houden met de perceelen, die thans vrijwillig bescheurd worden. Ten sterkste wordt aangeraden, de bestaande ^eilanden tot de hoogste productiviteit op te v°eren, waartoe een intensieve voorlichting op dit .terrein wordt georganiseerd. Aanleg van blijvend grasland en kunstweiden Zal niet geoorloofd zijn, wanneer niet een gelij ke oppervlakte blijvend grasland of kunstweide ^ordt gescheurd. Voor bouwland zal alleen de teelt van die ge nassen worden toegelaten, welke voor de voe ding van mensch en dier onder de gegeven om standigheden het meest gewenscht zijn (tarwe, r°gge, haver, gerst, aardappelen, suikerbieten, hoonen, erwten, vlas, koolzaad en voedergewas sen). Alle andere gewassen mogen slechts na verlengde vergunning geteeld worden. Voor 1940 wordt de thans te velde staande karwij toegestaan Het ligt in de bedoeling, den haverbouw op de landbouwbedrijven te beperken tot 1/5 der dppervlakte bouwland. Deze maatregel beoogt hieer gronden in bepaalde gebie.den beschik baar te krijgen voor den verbouw van die ge nassen, welke meer voordeel geven. Hij zal wei nig of geen invloed hebben op de hoeveelneio Haver in den handel, omdat deze hoofdzakebjk Sfkomstig is van de bedrijven in die streken, naar de haververbouw reeds thans minder dan 1/5 van het bouwland bedraagt. Men brenge het zaaiplan 1940, wat de ver- Houding der verschillende gewassen onderling betreft, zooveel mogelijk in overeenstemming' met de in 19371938 uitgevoerde zaaiplannen, behalve ten aanzien van tarwe, rogge en aard appelen, waarvan de verbouw behoort te wor den uitgebreid. Men bestemme daartoe bij voorkeur de vrijkomende oppervlakte. Het Tweede Kamerlid Hilgenga heeft aan den minister van Defensie de volgende vragen ge steld Is het waar, dat in verschillende plattelands gemeenten nog geen betaling van voor de mobi lisatie gevorderde paarden heeft plaatsgevonden? Zoo ja, wil de minister dan bevorderen, dat, vooral in het belang van de kleine boeren die vaak geen geld hebben om nieuwe paarden te koopen en ter voorkoming van stagnatie in noodzakelijke landbouwwerken deze betaling zoo spoedig mogeiyk plaatsvindt? BATAVIA, 25 Sept. (Aneta). Nader verneemt Aneta nog, dat in verband met de besprekin gen over de contrabande-lijsten der oorlogvoe rende mogendheden ook het vertrek van het M.S. „Christiaan Huygens" op 27 September van Tandjong-Priok niet doorgaat. De juiste datum van vertrek is nog niet vastgesteld. Bij navraag vernamen wij van de directie der Stoomvaart Mij. „Nederland" te Amster dam, dat inderdaad het vertrek van de „Chris tiaan Huygens" met enkele dagen is uitge steld in verband met de moeilijkheden om la ding voor het schip te verkrijgen. Zondag 1 October is, zooals bekend, het vijf tig jaar geleden, dat de heer J. B. Vesters zijn intrede in de journalistiek deed. Dien dag zal hij tevens 20 jaar hoofdredacteur van de „Volks krant" zijn. Het feest zal worden herdacht met een plech tige Hoogmis om 10.45 in de kerk van den H. Paulus, Tuindorp. Van half 1 tot 2 uur des mid dags zal er gelegenheid zijn, den lieer Vesters met zijn jubileum te complimenteeren in hotel „Kasteel vs»n Antwerpen", Oudegracht 129 te Utrecht. De procureur-generaal bij den Hoogen Raad heeft geconcludeerd tot verwer ping van het cassatieberoep van mr. M. M. Rost van Tonningen tegen de beschikking van het Haagsche gerechtshof, waarbij is afgewezen zijn ter terechtzitting gedaan verzoek, om te worden toegelaten tot het bewijs der waarheid van de in het in Het "Nationaal Dagblad van Woensdag 13 April 1938 voorkomende artikel „De beruchte zedenschandalen te Oss" aan den minister van Justitie ten laste gelegde feiten en tevens tot verwerping van 't cassatieberoep tegen het arrest van genoemd gerechtshof, waarbij mr. Rost van Tonningen naar aanleiding van boven bedoeld artikel wegens smaadschrift is ver oordeeld tot een geldboete van f 200 subs. 50 dagen hechtenis. De Hooge Raad zal 23 October arrest wijzen. Onder voorzitterschap van mr. A. G. A. Rid der van Rappard heeft de Ned. Landbouw Han delskamer te Utrecht haar algemeene vergade ring gehouden. Dat de zoo zeer gewijzigde omstandigheden van invloed op het werk van de N.L.H.K. zullen zijn, ligt voor de hand, aldus de voorzitter in zijn openingswoord. Toch zal er nog voldoende werk voor deze instelling blijven te doen. Spr. dacht hierbij aan het ophouden van den uit voer uit landen, die tot dusverre een belang rijken export van bepaalde producten hadden- Spr. vestigde hierop de aandacht, omdat hij meent, dat de N.L.H.K. een voldoende arbeids veld zal kunnen vinden om zich nuttig te ma ken, zooals zij dit tot nu toe heeft gedaan. Dit voorjaar heeft de N.L.H.K. met goed ge volg de land- en tuinbouwuitzendingen ver zorgd op de voorjaarsbeurzen te Leipzig. Keulen, Brussel en Helsingfors, terwijl tulpen zijn ge ëxposeerd op de jaarbeurs te Lyon, de lucht vaarttentoonstelling te Kopenhagen en de voor- jaarsbeurs te Zagreb, voorts werden inzendingen van landbouw- en tuinbouwproducten verzorgd op de najaarsbeurzen te Zagreb, Leipzig, To ronto en Bari, welke echter onder ongunstige tijdsomstandigheden zijn geëxposeerd, zoodat hiervan weinig succes valt te verwachten. Voorts stelde de N.L.H-K. eenig materiaal be schikbaar, bij de film „De brug door de lucht" te illustreeren, welke producten in ieder land, waarover de K.L.M. naar Indië vliegt, van be lang zijn. Eveneens werd ingezonden op de eeuwfeesttentoonstelling te Diekirch. Deze in zending, hoewel goed van opzet en een over zichtelijk beeld gevende van hetgeen Nederland op het gebied van het keuren van zaaizaad en pootgoed verricht, heeft van de ongunstige tijds omstandigheden te lijden gehad. De N.L.H.K. bevorderde proefnemingen met pootaardappelen in Argentinië, Bulgarije en Palestina, terwijl monsters erwten naar Venezuela zijn gezonden om deze op proefvelden uit te zaaien. Een van de ledenorganisaties heeft een con tract voor de levering van pootaardappelen naar Palestina afgesloten, terwijl de resultaten van Nederlandsche pootaardappelen in Bulgarije zich gunstig laten aanzien. Reeds waren voor bereidingen getroffen voor het nemen van proe ven met Nederlandsche pootaardappelen in Polen en Peru, doch deze zullen wel niet kunnen worden voortgezet. Spr. richtte een woord van dank tot de di rectie van den landbouw en economischen voor lichtingsdienst voor de bereidwillige wijze, waarop deze instellingen de N.L.H.K. in de gelegenheid stellen de exportbelangen van onzen land- en tuinbouw in het buitenland tot hun recht te doen komen. Na behandeling van eenige zaken van huis- houdelijken aard bracht de secretaris, dr. H. Molhuysen, het jaarverslag over 1938 uit. De N.L.H.K. was in 1938 steeds werkzaam in het belang van den export van onze land- en tuinbouwproducten. Veel aandacht is besteed aan de propaganda voor den afzet naar het buitenland. Aan verschillende personen en instellingen in het buitenland zijn gevraagd en ongevraagd rap porten en propagandamateriaal betreffende onze producten gezonden, terwijl getracht werd door het gratis beschikbaar stellen van monsters de belangstelling voor onze producten op te wekken resp. te stimuleeren. Onderscheidene buitenland- sche aanvragen inzake den aankoop van zui velproducten, zaaizaad en pootgoed werden aan belanghebbenden doorgegeven, terwijl verschil lende gegevens inzake de mogelijkheid van afzet van pootgoed ter kennis van de ledenorganisa ties zijn gebracht. De pogingen om tot afzet van wol en of schapen naar Japan en Mand- sjoerije te geraken zijn voortgezet. Door het zenden van monsters zaaizaad en pootgoed is de aandacht op deze producten gevestigd in Roemenië, Argentinië, Turkije. Irak, Bulgarije, Chili en Peru. De beperkte middelen lieten niet toe een meer uitgebreide propaganda te maken, doch ongetwijfeld zal het door de N.L.H.K. ver richte werk op don duur vruchten afwerpen. De rekening en verantwoording 1938 en de begrooting 1940 werden met algemeene stemmen vastgesteld en goedgekeurd. Tot bestuurslid werd met algemeene stemmen herbenoemd de heer W. van Wynen te Gouda. Na afhandeling van eenige ter tafel gebrachte zaken betreffende het werk van de N.L.H.K. in verband met de gewijzigde tijdsomstandigheden sloot de voorzitter de vergadering. In den nacht van Zaterdag op Zondag, om streeks twee uur, wilden te 's Gravenhage' twee surveilleerende agenten een dronken man in de Boekhorststraat arresteeren. De broer van den dronken man belemmerde de politie in haar taak, evenals het publiek, dat begon te gooien met leege bierfleschjes. Onder het publiek was een 29-jarige ser geant S. N., die het de politie vooral lastig maakte. Ten slotte trok een der agenten zijn revolver en loste ter waarschuwing een schot in de lucht. De arrestant J. de G., diens broer en de ser geant werden naar het politiebureau in de Prinsestraat gebracht. Nadat de dronken man zijn roes had uitge slapen werd hij op vrye voeten gesteld. De broer werd voorloopig vastgehouden en de sergeant mocht, nadat tegen hem proces verbaal was opgemaakt, vertrekken. Tezelfder tijd was het bij het uitgaan van de café's in de Wagenstraat zoo rumoerig, dat een paar agenten met de sabel en den gummi stok de orde moesten herstellen. Niemand werd gearresteerd. In den nacht maakte de politie met den gummistok eveneens een einde aan een vecht partij tusschcn burgers en militairen in de Van der Vennestraat. Ook hier werd niemand ge arresteerd. Maandagmiddag kwam het bestuur van het Genootschap voor Geschfed-, Oudheid!- en Taal kunde met eenige genoodigden bijeen op den kunstweg in het Noordelijk gedeelte van den Grooten Wargaster Meerpolder voor een korte plechtigheid, n.l. de overdracht, van de grafzerk met gedenksteen van Paulus Jansz. Kley, aan wien het in hoofdzaak is te danken, dat ge noemd meer in 1632/33 ingedijkt en in cultuur gebracht werd. Paulus Jansz. Kley was een Amsterdamsche koopman uït de Gouden Eeuw, wiens energie hem er toe dreef de hoofdrol te vervullen in onderscheidene droogleggingen in ons land. Met eenige Friesche deelgenooten heeft hij het aangedurfd ook de Wargastermeer droog te leggen. Minstens een viertal jaren heeft hy in het polderland gewoond. Deze droogmakerij was echter evenmin als andere droogleggingen een financieel succes voor de pioniers. Eerst het nageslacht heeft er de vruchten van geplukt Nadat Kley op 73-jarigen leeftijd was over leden, werd zijn stoffelijk overschot begraven in de kerk van Aegum. Toen ruim een eeuw later zonder succes pogingen werden gedaan Kley's erfgenamen op te sporen, gingen graf en deksteen in andere handen over, totdat tenslotte de steen ging „zwerven". Nadat de heer S. Lootsma van Zaandam eenige jaren terug het initiatief had genomen om het 300-jarig bestaan van den polder te herdenken, heeft het Friesch Genootschap zich voor deze zaak geïnteresseerd. Met medewerking van het bestuur van het waterschap, het gemeentebestuur van Idaarde- radeel en anderen kon een eenvoudig opgezet plan tot uitvoering worden gebracht. Nadat de voorzitter van het Friesch Genoot schap, mr. P. A. V. baron van Harinxma thoe Slooten, Staatsraad i.b.c!., Commissaris oer Ko ningin in Friesland, de beteekenis had uiteen gezet van het werk van den ondernemenden Amsterdamschen koopman, aan wien het te danken is, dat een groot stuk waterland kon worden omgezet in vruchtbaar land, was het woord aan notaris N. Ottema, c'ie een histo rische uiteenzetting gaf, waarna hy grafzerk en gedenksteen in eigendom en onderhoud over droeg aan het bestuur van het waterschap, welks voorzitter, de heer KI. Lettinga het monument, waarvan het opschrift den voorbijganger in korte bewoordingen den zin mededeelt, aanvaardde. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wets ontwerp houdende nadere verlenging van den termyn der opschorting van de betaling van rente en aflossing ter zake van de Suri- naamsche spoorwegleening. Bij de wet van 22 December 1919 werd voor den tijd van vijf jaren, ingaande 1 Januari 1920, opgeschort de verplichting tot betaling van rente en aflossing terzake van de door Su riname van het rijk geleende gelden voor den aanleg van een spoorweg van Paramaribo tot aan Dam aan de Sarakreek. In verband met den financieelen toestand van genoemd gebiedsdeel werd bedoelde ter mijn reeds drie maal, en wel bij de wetten van 30 April 1927, 12 December 1929 en 7 December 1934 telkens met vijf jaren verlengd en dus gebracht op twintig jaren, afloopende op 31 December -1939. Aangezien het in de gegeven omstandigheden uitgesloten lijkt dat Suriname in de eerstvol gende jaren in staat zal zijn zijn verplichtingen met betrekking tot de vorenbedoelde leening na te komen, strekt het onderhavige wetsont werp om den termijn van opschorting der on- derwerpelijke betaling opnieuw met vijf jaren te verlengen. Maandag is op den Goorscheweg het 8-ja- rige meisje E. Lantink uit Verwolde, gemeente Laren (G.) met de fiets tegen een militairen vrachtauto gereden en gevallen. Het meisje kwam uit de richting van de buurtschap Net telhorst, terwijl de vrachtauto uit de richting Lochem naderde. De chauffeur trachtte nog. door krachtig te remmen en naar links uit te wijken, een aanrijding te voorkomen. Het meisje kwam echter tegen den zijkant van den auto terecht en sloeg tegen den grond. De fiets raakte onder den auto en werd geheel vernield. Het slachtoffer is in zeer ernstigen toestand in het ziekenhuis te Zutphen opge nomen. „De bom is gebarsten," schreef de leider van de evacuatie van een gedeelte der pro vincie Utrecht, beoosten Amersfoort, in een artikel, dat we Zaterdagavond hebben af gedrukt. Deze, overigens zeer suggestieve inzet van het bewuste artikel, bleek even wel niet de aanhef te zijn van een relaas, dat een bevredigend antwoord gaf op de vraag, welke men zich bij het vernemen van de evacuatie-geschiedenis gesteld zal heb ben: „Waar zijn de boeren gebleven, die het veld moesten ruimen en aan welke nieuwe situatie moeten zij zich momenteel aanpassen?" We herinneren in dit verband aan een offi- cieele mededeeling door den burgemeester van Amersfoort mr. J. C. Graaf van Randwyck, ongeveer drie weken geleden gedaan en des tijds ook in ons blad gepubliceerd. Deze offi- cieele verklaring kwam hierop neer, dat de ge meente Amersfoort op verzoek van de Mili taire Overheid veertien woningen beschikbaar had gesteld, waarin een gedeelte van de ge- evacueerde boeren-bevolking een nieuw onder aak zou kunnen vinden. We hebben gehoord, dat twee gezinnen van de Amersfoortsche „gastvrijheid" gebruik maak ten. Het zou voorbarig zijn, hieruit de conclusie te trekken dat de boeren wel wat al te non chalant met de hulp, welke hun werd gebo den zijn omgesprongen. Niet alleen de gemeen te Amersfoort heeft de hand uitgestoken, maar ook in andere omliggende plaatsen van het inundatie-gebied stond de deur voor de ge troffen plattelandsbevolking open. Dan was er nog het meeleven van de boeren, die kon den blijven, omdat hun terrein buiten de gren zen van het te ontruimen gebied lag. Deze „boffers" hebben meerdere gezinnen opgeno men. In totaal zijn ruim honderd woningen voornamelijk van boeren ontruimd. De meesten zijn elders op het platteland hun woonoord gaan zoeken, want het valt dezen menschen zwaar, om in een burgerhuis hoe net en proper dit er ook mag uitzien hun leven dat landelijke vrijheid en den aanblik van een wijden horizont is gaan waardeeren. te leiden. We zullen buiten de muren van de stad ge gaan, om den nieuwen toestand, zooals deze na de evacuatie is geworden, te verkennen. Reeds golft het water over de uitgestrekte landerijen. Het doel van de gedeeltelijke inundatie is bereikt. Thans is het hoogst gelegen gedeelte on der water gezet. De gebieden met een lager niveau zullen eerst geïnundeerd worden, wanneer het eventueel te duchten gevaar acuut wordt. Dagen en nachten lang is er gewerkt om de huidige situatie voor te be reiden. Elk risico in verband met streken, die door haar ligging niet zoo snel te be vloeien zijn, is nu ondervangen. Het lagere terrein zal spoedig genoeg onder water loo- pen, wanneer de beletselen zijn wegge- graven. Reeds verschillende wegen liggen verzonken onder het wateroppervlak en het is niet meer toegestaan, dat andere personen dan bewoners van het geïnundeerde gebied de getrokken grenslijn overschryden. Een enkeling gaat nog terug, om zich er van te vergewissen, dat in de haast waarmede de verhuizing moest plaats vinden, niets is ver geten: militairen, die wachtposten bezetten lossen elkander af. Dit is het eenige leven, dat op de uitgestorven akkers en kaalgekapte boe renerven is overgebleven. De wachters waken er tegen, dat schuimers van allerlei soort hun slag komen slaan. Menig vrachtje appels, ge plukt van de gevelde vruchtboomen immers is verbeurd verklaard. Er is veel meer geplunderd, dan waartoe de oorspronkelijke eigenaren het recht hadden gegeven. Inmiddels waren we terecht gekomen ten huize van een boerin, die op een groote hof stede woonde, welke nog kort geleden was ge schilderd en behangen, maar nu evenals zoo vele andere werd ontruimd. Het groote gezin had zich in een landarbeiderswoning gevestigd. De kinderen speelden in het voortuintje. We troffen de vrouw des huizes in een stemming aan, welke in deze streek momenteel algemeen is: „Het moet en we zullen ons maar schikken". Haar heimwee naar de boerderij is groot. Zij vertelde ons van den jarenlangen arbeid, waar mee haar man, die afwezig was omdat hij nog allerlei zaken te regelen had, een bedrijf had opgebouwd, dat eerst na vele kosten en moeiten rendabel is geworden. Ze sprak ook over de geldelijke vergoeding van regeeringswege, maar tegelijk over scha deposten, die alleen door hernieuwden arbeid ongedaan kunnen worden gemaakt. De meeste boeren zijn met de autoriteiten overeen geko men, dat zij voor hun vee nieuw vee zullen terug krijgen, wanneer zij weerkeeren op het land, waar nu het water stroomt. Vele jaren zijn verloopen vóór de boer zijn veestapel leerde kennen. Door de ervaring met betrekking tot de nuttigheidswaarde van het vee zyn vele beesten den boer meer waard geworden, dan de bedra gen. welke door den taxateur zijn vastgesteld. „De moeilijkheden van het oogenblik zijn tal rijk. Het duurt nog wel eenige dagen voor de schade wordt betaald en onderhand gaan vele van onze vaste lasten door," zoo werd ons ge zegd. „We moesten geld opnemen van ons boekje en leenen bij familie en kennissen, alleen ie kippen en het koren werden uitbetaald." „Maar," zoo besloot een der velen, die een groot offer voor de verdediging en de veilig heid van ons allen moesten brengen: „zoodra de wegen en de velden weer begaanbaar wor den, wanneer de noodtoestand God geve dat het spoedig is, wordt opgeheven, keeren we terug naar ons land en beginnen we opnieuw." Men bewondert de energie van den boer en de liefde tot den bodem, dien ..in het zweet zijns aanschijns" bewerkte en waarvan hij is gaan houden. Moge hij zyn energie bewaren, die thans in gedwongen non-activiteit geen emplooi vindt noch in de kleine schuur, waar wat landbouw gereedschap staat, noch in het burger-tuintje, dat net groot genoeg is voor een paar bloemen en planten, die van het land zijn meegenomen De regeeringspersdienst meldt: Naar aanleiding van het vermelde feit, dat Zondagmiddag een Duitsch vliegtuig boven een deel van Gelderland is verschenen, heeft onze regeering aan Hr. Ms. gezant te Berlijn opgedragen, bij de Duitsche regeering ter zake de noodige stappen te doen. Het ministerie van Buitenlandsche Zaken maakt bekend dat de Nederlandsche regeering met ingang van 24 September j.l. de bescher ming van de Duitsche belangen in Liberia en in het Britsche mandaatgebied Kameroen op zich heeft genomen. Aan J. Bood, brigadier-majoor der ryk«veld- wacht te Haarlem en aan J. G. Harder, briga dier der ryksveid wacht te Amsterdam, is ver lof verleend tot het aannemen van de hun ge schonken gouden medaille der Kroonorde van België en aan J. van Leeuwen, ryksveidwach- ter te Amsterdam, verlof verleend tot het aan nemen van de hem geschonken zilveren medail le der Kroonorde van België. Aan dr. B. J. C. te Hennepe, bacterioloog Dy de rijksseruminrichting, te Rotterdam en E. P. Tuinhout, directeur van het technisch bureau HollandBolinder N.V. te Rotterdam, verlof verleend tot het aannemen van het onder- scheidingsteeken van resp. het kruis van ver dienste in de orde van den Duitschen Adelaar 2e klasse van Duitschland en ridder le 'klasse in de orde van Wasa van Zweden. Toegekend is, aan de orde van Oranje-Nas- sau verbonden eere-mcdaille, in goud, aan C. J. Versteeg, wonende te Overschie, procuratie houder bij de firma Kuyper, van Dam en Smeer te Rotterdam; in brons aan L. V. B. Kuipers, bank- en plaatwerker bij de firma L. Franses en Zn., te 's-Gravenhaae; in zilver, aan J. H. Zand-Scholten, bedrijfsleider bij de firma G. van Gerrevink, te Deventer. Tijdelijk benoemd en aangesteld zyn by het reserve-personeel der landmacht, by het dienst vak der intendance, tot reserve-luitenant-kolo nel. de gepensionneerde kolonels-titulair der intendance van het koninklijk Nederlandsch- Indisch leger K. W. F. van Langen en J. H. P. Kuijmans. Met ingang van 16 September 1939 zijn by het Staatsbedrijf der Artillerie-inrichtingen benoemd tot: chef van dienst de afdeelingchef H. Alting, hoofdadministrateur, de afdeelings- chef L. de Neef, afdeelingschef, de hoofdcom mies J. Roukema, de administrateur H. Leer touwer en de doctor in de scheikunde dr. A. P. J. Hoogeveen, hoofdcommies, de adj. adminis trateur le klasse A. Ch. Smit, commies, de adj. administrateur E. Rodrigo, de adj. administra teur J. J. Siljee en de bureelambt. le klasse H. Onnes, afdeelingschef, ir. P. Scheper thans werkzaam op A. O., en ir. F. G. Jüngeling thans werkzaam op A. O., ingenieur, ir. A. Heynsius thans werkzaam op A. O. Voor het tijdvak van 1 October 1940 is be noemd tot tijdelijk leeraar aan de Middelbare Koloniale Landbouwschool te-Deventer, ir. J. F. Kipperman te Wassenaar. Tijdelyk benoemd tot leeraar aan de R. H. B. S. te Gorinchem, C. G. L. Apeldoorn, wonen de te Amsterdam, en L. Straus, leeraar aan de R. H. B. S. te Velsen. Met ingang van 1 December 1939 is aan T. C. Bruggeman. op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als leeraar aan de R. H. B. S. te Ap- pingedam en Warffum. Met ingang van 1 October 1939 is bij het de partement van Financiën bevorderd tot refe rendaris mr. H. F. C. Hardenberg, thans hoofd commies. Pete ging op de treeplank van zijn wagen zit- ton en bekeek hem belangstellend: „Nou, als je niet gek bent en niet levensmoe, eh daar zie je niet naar uit, dan zou ik wel tons willen weten, waarom je alle mogelyke tooeite doet, om dat te lijken!" De ander betastte zijn arm, en lachte: „Heb je wel eens gehoord van het Panniford- tostament?" Pete schudde weemoedig het hoofd: „Ik ben in de journalistiek.... niet in de tochten, mijn natuur is meer geschikt om krom to praten, wat recht is, dan recht te praten *at krom is." „Het is ook geen kwestie, die iets met rechts- token te maken heeftde heele zaak is zoo klaar als een klontje. Dat wil zeggenwat Öe rechtsgeldigheid betreft. Toen mijn oom het °Pstelde was hij even gezond van hersenen als ^ihstein, dat ls iuist het lamme Hy hield even op, en trok aan zijn sigaret. Pete wachtte op de dingen, die komen gingen. „De zaak zit zóó. Toen mijn zuster en ik nog klein waren, ik was toen elf, en mijn zuster zes, kwamen mijn vader en moeder bij een vliegramp om het leven. Dat is dus nu een jaar° of zestien geleden. Ze hadden toen nog van die wrakke dingen; mijnivader had aan- deelen in een vliegtuigfabriek en had zoo'n ding voor zijn plezier. Enfin, het stortte neer, toen mijn vader en mijn moeder er beiden in zaten. Toen werd onze oom tot voogd benoemd en in zijn huis werden we opgevoed, mijn zus ter en ik. Al het geld van mijn vader beheerde hij ook, maar dat was zooveel niettoen mijn oom stierf, hadden we van dat geld van vader met zijn tweeën juist genoeg, om be hoorlijk rond te komen. Maar nu komt het mooie: oom was schatrijk en een oude zonderling. Hij had als stelregel, dat ieder een opvoeding moet hebben, die hem in staat stelt, op elk oogenblik, alle mogelijke dingen te verrichten, en tot een goed einde te brengen, wat het ook was. De gekste dingen hebben we bij hem geleerd, mijn zuster en ik allebei. We kunnen radiotoestellen bouwen, een automotor in elkaar zetten, stenografie, alle mogelijke talen, de gekste andere dingen. Het is ons al aardig te pas gekomen, tot dusver." Hij hield even op en scheen na te denken. „Maar toen hij plotseling stierf, tengevolge van een griepaanval, liet hij een testament na, waarin aan ons tweeën zijn geheele vermogen werd vermaakt, indienen nu komt de mop: indien we er in slaagden, te voldoen aan de voorwaarden, die werden genoemd. Die voor waarden bestonden uit het opsporen van een reeks dingen, op de raarste plaatsen, en in elk van die dingen was een stukje papier verbor gen, met een woord erop. Als we al die dingen bij elkaar hadden, vormden de woorden samen een heelen zin, en dien zin moesten we aan zijn advocaat mededeelen. En alleen, als we dien zin hadden gevonden, dus al die dingen bij elkaar hadden kunnen sleuren, zouden we het geld van oom krijgen." Hij hield op en trok peinzend aan zijn si garet. „Hoe lang is dat geleden?" vroeg Pete, die het geheele verhaal met groote belangstelling- had aangehoord. „Vier maanden!" zei de ander. Pete keek hem verbaasd aan. „Dus dan zijn jullie tweeën pas bezig met het opsporen van die dingen?" De ander knikte „Inderdaad. Een heeleboel hebben we er al, een klein afgodsbeeldje uit het huis van den buurman, een boek uit de bibliotheek van een oud-kolonel, een postduif, die een rolletje pa pier in zijn ring droeg Pete viel hem verbaasd in de rede: „Maar manals nu eens een van die din gen weg raakte? Als die postduif intusschen eens zijn papiertje had verloren?" John lachte; „Die oom van mij had dat allemaal voor zien. In zoo'n geval konden we de duif toonen, er staat van elk voorwerp een beschrijving op papier bij den advocaat, en dan werd ons het woord genoemd, dat we anders zouden hebben gevonden. Maar ik heb je nog steeds niet ver teld, waarom ik zoo idioot hard om de bocht kwam vliegen. Als we niet aan de eischen vol deden, dan bleek daaruit, volgens oom dat we tekort schoten in de dingen, die hij ons had willen leeren, zooals op eigen beenen staan, handigheid en zoo meer. In dat geval gaat de heele erfenis, op een klein legaat voor ons na, naar een ander familielid, 'n verren neef, die nooit heeft willen deugen, en dien oom daar om pas in de laatste plaats in aanmerking wilde laten komen. En die neef heeft, naar ik sterk vermoed, een man in dienst genomen, die ons moet beletten, aan die voorwaarden te vol doen. Ik weet het niet heelemaal zeker, ik ver moed hethet is een kerel, die in onze buurt woont, en een soort van informatiebu reau heeft. Een kerel met een gezicht als een konijn, maar geweldig geslepen. De eenigen, die weten, welke dingen we moeten hebben, zijn we zelf, alleen in ons bijzijn is het testa ment voorgelezen, maar we hebben er een lijst van in de safe, en die neef hoeft dus alleen maar er achter te komen, welke die dingen zijn. om er een van weg te moffelen of te ver donkeremanen, om het geld te kunnen incas- seeren. Toen ik onverwacht thuis kwam, een uur of zoo geleden, sprong er iemand uit het raam van myn werkkamer, rende den tuin door en ontsnapte in een wagen, die achter het huis klaar stond. De motor van dien wagen moet hebben geloopen, want hij was er nog niet in, of de wagen reed al weg ook. Ik er achter aan, om te zien, of ik hem in kon halen, maar in dezen doolhof van weggetjes raak je ir tend dadelijk kwijt, en toen ik in volle vaart hier den hoek om kwam, dacht ik eigenlijk al, dat het hopeloos werk was. Dus dat is dat!" Pete knikte. „Inderdaad, dat is dat! Maar wat zijn jullie nu van plan, verder te doen?" John Crofts gooide zijn stompje sigaret weg, en streek met de hand door zijn donkerblonde haren. „Ik denk eerst een garage op te scharrelen, om mijn wagen uit de sloot te laten halen." Intusschen was het al donker geworden, en de gestalte van John was nog maar een vage schaduw. Pete zat nog steeds op de treeplank, en peins de over het zonderlinge verhaal, dat hy zoo juist had gehoord. „Ik heb een beter idee," zei hij dan, en stond op. „En dat is?" vroeg John, benieuwd. „Je gaat met mij mee naar mijn landhuisje het is hier een paar kilometer vandaan en belt vandaar je zuster op, dat „Hoeft niet," zei John, „ze is naar Londen, voor een klein olifantje, dat we ook moeten hebben." „Allemachtig, als jullie al die dingen hebt ge vonden, kun je er een heel huis van meubilee- ren bovendien!" „Als!" zei John, „goeie genade, man, het is geen kleinigheid, voor twee menschen, waar van er een een meisje is!" De nacht was warm en zwoel, er hing een stemming van avontuur; vaag schemerde de verongelukte wagen in de sloot. Pete sprong op zijn auto toe, en schakelde de koplampen in. „Stap in!" zei hy tegen John, „we gaan naar mijn landhuisje, omt den veldtocht te bestu- deeren." John zette zich naast hem en keerde zich naar hem toe: „Wat zei je: wélke veldtocht?" Pete lachte in het schijnsel van het dash boardlampje: „Onze veldtochtik help jullie, die dingen te zoeken, wat het ook mag zyn, van gedres seerde vlooien af tot mailstoomers toe!" De oude twoseater startte vlot, en reed weg alsof ook de wagen enthousiast deelnam aan het nieuwe verbond. HOOFDSTUK II Het plan voor den veldtocht wordt ontworpen De groote kamer in Pete's bungalow was een gezellig vertrek. Het bungalowtje was destyds door Pete's oom gebouwd, een man, die een voorliefde had gehad voor alles, wat met de natuur in verband stond, en hij had de blok hut in den geest van een Canadeesche hout vesterswoning gebouwd. Het groote, vierkante gebouw was geheel op getrokken uit dennestammen, vierkant gekapt, en afkomstig uit het bosch, dat het omringde. Het was in twee verdiepingen opgetrokken, de geheele voorhelft werd ingenomen door één groote kamer, die behangen was met exotische doeken, wapens en jachttropheeën, alles tegen de naakte donkere dennenstammen. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 3