Uit den gemeente raad O m R.K. Middenstand Haarlem, 28 Sept. DE ONBEKENDE in de kapel DEKENS Soldaten-rnernoiresmmm 1 De herfst nadert... f 39.50 DONDERDAG 28 SEPTEMBER 1939 Communistische demagogie en bloedige ernst MET EEN ENKEL HAND GEBAAR ZOO JUIST ONTVANGEN HAARDKACHELS Wollen en gewatt. Alleen: v. d. Vinnesir. 5, Haarlem Kleverpark b/d Ostadestraai CONCERT OP DE GROOTE MARKT Levenscommando Henri de Greeve: Wij moeten tijdens den oorlog den vrede voorbereiden Vrachtauto tegen gevel Jubileum Posterijen BURGERLIJKE STAND AGENDA Bioscopen 29 September Stadsschouwburg Apotheekdiensten Britsche zeelieden van Zweedsch schip gehaald De Osservatore over de Russische bedreiging Italiaansche pers over Poolschen heldenmoed ANEGANG 34- HAARLEM DOOR A. HRUSCHKA STAD De Haarlemsche communisten hebben het I v®rstaan, een deel van onze bevolking op te pinden tot een angst-psychose: het, gemeente bestuur van Haarlem zou zijn luchtbescher- "bngstaak niet begrijpen en slechts volkomen °nvoldoende willen zorgen voor bescherming van de burgerij tegen aanvallen uit de lucht in I "orlogstijd ..Afdoende" bescherming van alle Haarlem- Sche burgers is er geëischt in een adres aan bet gemeentebestuur en het adres werd, naar bet heet, onderteekend door vier duizend Haar- j 'emmers een resultaat, dat ons nogal Poover lijkt, gezien het feit, dat natuurlijk 'edereen graag „afdoende" beschermd wil wor sen bij luchtgevaar gezien ook het feit, dat s'echts een heel zeldzame onderteekenaar (en °dderteekenares!) van zoo'n adres zich reken schap geeft van wat er eigenlijk gevraagd tyordt en van wat er mogelijk en.onmogelijk absoluut verkeerd is op dit gebied. De communistische agitatie heeft ook in de Raadsvergadering van gisteren eenig effect ge- bad: van de publieke tribune drongen telkens Vrouwelijk-hysterische uitvalletjes en gilletjes tot ons door, toen de Moskowitische heer Noordewier in bloedige kleuren de ramp van een luchtaanval op een onbeschermde stad als Naarlem schilderde. Zóó is de bevolking opzettelijk verontrust •Pet demagogische middelen door elementen, b'e misschien wel verantwoordelijk zijn, doch 2'ch van hun verantwoordelijkheid in ieder ge- ?al niet bewust toonen. Zelfs onwaarheden als zou er b.v. niets Sodaan zijn voor de beveiliging van het perso neel der gasfabriek zijn gaarne benut om lemming te maken. Den heer Noordewier zou het schaamrood op be kaken niet misstaan; hij moet weten (en als bij het niet weet, is hij geen raadszetel waard), bat het onmogelijk is, heel de bevolking van een stad „afdoende" tegen luchtaanvallen te be schermen en als hij zich eenigermate bewust v''as van zijn verantwoordelijkheid, zou hij er biet toe medegewerkt hebben, de paden te effenen voor een paniekstemming. 't Zal intusschen wel losloopen: de Haar- 'emmers zijn te verstandig, dan dat zij zich in •hassa het hoofd op hol zouden laten brengen boor agitatie van ondeskundige en op politieke sensatie beluste volks-„leiders". Te méér niet, nu Moskou hier aan het woord is. De heer Noordewier wil iederen bürger en iedere burgeres „afdoende" tegen luchtgevaar boen beschermen en hij vervloekt natuurlijk de vijandelijke luchtmacht, die ooit dood en ver- berf zal zaaien over onze goede stad. Maar waarom vervloekt hij dan niet de bevriende Russische communisten, die bommen op Polen wierpen? Interesseert het onzen communist of de arme Polen genoeg schuilkelders hadden? Is het tot Onzen communist doorgedrongen, dat de Rus sische vrienden in overleg met den aarts vijand Hitier de Polen zóó bestookt hebben, bat geen enkele luchtbescherming baat had en heeft kunnen brengen? Hier willen wij de bevolking zoo goed moge- 'ijk beschermen tegen oorlogsgevaar; in Polen moorden de vrienden van onzen commu- bist voort. Wij hebben nog niet gelezen, dat de heer Noordewier een telegram naar Moskou gezon den heeft met het verzoek, de vijandelijkheden te staken, tot alle bewoners van oostelijk Polen ..afdoende" beschermd zijn. En Polen zijn toch óók menschen, evengoed als de Haarlemmers. In ons land: communistische demagogie; in Polen bloedige ernst. En hiermee stappen wij af van den heer Noordewier om onze aandacht aan belangrijker Zaken te wijden. De Raad nam een belangrijke beslissing door °P gezag van B en W. goed te vinden, dat er Seen openbare schuilkelders en geen openbare Schuilloopgraven zullen worden ingericht. Maar zooals wij de zaak thans zien, heeft de ftaad niet anders kunnen handelen; mr. Van Dam verklaarde ronduit, dat hem in den loop van het debat veel was duidelijk geworden en bat indien hij alles geweten had een groot beel van het debat achterwege had kunnen blij ven, wat beteekent, dat hij bij nader bezien Van de zaak af wilde zien van zijn loopgraven. Inderdaad is het zóó, als de burgemeester en 'ater ook wethouder Reinalda zeiden: het is Zoowel om technische als om financieele rede ben onmogelijk, heel de bevolking in schuil- Relegenheden in uren van luchtgevaar in vei ligheid te brengen, en bovendien zouden de en kele openbare schuilgelegenheden, die aange bracht kunnen worden, de gevaren juist ver- grooten: een run op de schuilplaatsen zou ont zettende, noodlottige gevolgen hebben; wat is er ontzettender dan de dood door verstikking en Verdringing? Tijdens den grooten wereldoorlog reeds is ge bleken, dat men het veiligst binnenshuis kan blijven of, als men zich op straat of in het open Veld bevindt, dekking behoort te zoeken of plat op den grond moet gaan liggen. De gevolgen van een luchtaanval zijn volko men onberekenbaar en wat zal er gebeuren, als er een bom op een tot berstens toe gevulden Schuilkelder ontploft? Het lijkt ons verreweg het beste, dat in uren II ws van luchtgevaar de menschen juist zooveel mo gelijk eenlingen zijn; des te minder slachtoffers zullen er dan vallen. De veiligheidsmaatregelen, welke er reeds ge nomen zijn en nog genomen zullen wor den, zijn alle toe te juichen: voor de menschen die zich op straat bevinden, wordt gezorgd, voor het personeel van gas- en electriciteitsbedrijf worden en zijn ten deele reeds) bijzondere schuilplaatsen ingericht, aan goede functionneering van de waterleiding is bijzondere aandacht geschonken; kortom: men leze er in ons verslag maar op na, wat de bur gemeester en wethouder Reinalda omtrent dit alles medegedeeld hebben. Een ieder moet weten, dat bij het ontploffen van een bom zekere catastrophale gevolgen veelal niet uitblijven er zijn dingen, waar tegen geen verdediging mogelijk is, en ook het toevai zal vaak een rol spelen maar men moet van den anderen kant ook niet overdrijven; de trefkans van bommen is veei geringer dan meestal verondersteld wordt. En allergevaarlijkst zou het zijn, zijn onge rustheid min of meer in slaap te sussen door te vertrouwen op den „schijn van zekerheid," welken het bestaan van schuilkelders zou kunnen wekken. Daarnaast heeft een ieder echter den plicht de heer Klein heeft er terecht zeer energiek op gewezen alles in eigen omgeving te doen, wat het gevaar kan verminderen. En daaraan ontbreekt nog heel veel, ook onder degenen, die nu zoo hard schreeuwen! baar zijn en ik ben er van overtuigd dat deze collecte, gezien de offervaardigheid onzer land- genooten, een groot succes zal worden. De Luitenant-Kolonel, Commandant van het Depót van den Motordienst, A. M. M. VAN LOON. Er zullen ongetwijfeld weinig gezinnen in ons vaderland zijn, waar niet de vader, een zoon of een neef onder de wapenen is. In den familiekring zal men niet alleen in gedachten medeleven met den gemobiliseerde, doch er ook met kennissen en vrienden over praten. Brieven uit het Veldleger, uit kleine dorpen en gehuchten zullen den achterblijvenden vertellen over het leven ergens in Nederland, over een bestaan dat zoo geheel anders is dan in de vertrouwde omgeving van gezin of fami lie. Het is daarom begrijpelijk, dat reeds dade lijk na de afkondiging der mobilisatie vele goe de vaderlanders, wier harten warm kloppen voor hun medemenschen, besprekingen hebben ge voerd om het leven der gemobiliseerden te ver aangenamen. Dit lofwaardige streven is, zoo als te verwachten was, met succes bekroond; met het gevolg dat overal in den lande comité's voor ontwikkeling en ontspanning zijn opgericht en inmiddels met energie aan den arbeid zijn. Haarlem bleef niet achter en het plaatse lijk comité wist reeds veBl aan onze soldaten te bieden. Wil dit sympathieke werk echter voortgang kunen vinden, dan hangt dit alleen af van den financieelen steun dien u, lezer, het comité kunt geven. U behoeft daarvoor geen girobiljet of een postwissel te schrijven, neen, het comité maakt het u zoo gemakkelijk moge lijk. Slechts met een enkel handgebaar kunt u het voortbestaan van dit nuttige werk ver zekeren. Zaterdag 30 September zullen vele toegewijde collectanten uw steun vragen. Weest dien dag mild en draagt uw steentje voor dit nuttige werk bij. Velen zullen u hiervoor dank- EEN PRACHTCOLLECTIE VANAF ƒ1.— PER WEEK VANAF ƒ0.50 PER WEEK Het programma van het concert op Vrijdag avond 29 September van 8 tot 10 uur op de Groote Markt te geven door Harmonie Cres cendo, voor het garnizoen luidt als volgt: 1 The Great Little Army. Marsch van Alford. 2 Ein morgen, ein Mittag, ein Abend in Wien, Suppe. 3 Caresses, Wals, Popij. 4 Een Negerbruiloft met zang, Volstedt. 5 La Grande duchesse de Geroldstein, Of fenbach. Pauze. 6 Les Glairons de la Paixx, Charbonnier. 7 La Husarde, Wals, Ganne. 8 De Fremersberg. Legende uit Baden Baden, Coennemann. 9 Finale. No. 8 is een karakterstuk dat voorstelt een jachtstoet die verdwaalde en door een onweer wordt overvallen. De donder, bliksem en regen worden kunstmatig nagebootst. Bij het slot- koraal wordt Bengaalsvuurwerk ontstoken. De bliksemlichten zijn belangeloos ter be schikking gesteld door den heer Engel, foto graaf te Haarlem. 'Jllllllllll XVII „Geacht bruidspaar". De ambte naar van den burgerlijken stand schraapte zijn keel en zag de scha duw van deze ambtelijke beweging weerkaatst in de beenkappen van den bruidegom. Door de trouwzaal klonk het tikken van de oude hangklok. Belangrijke seconden voor die twee daar. De moeder van het mobilisatiebruidje frommelde met een zakdoek. „Wachtmeester is ie", dacht de ambtenaar nog en toen was hij klaar met schrapen. „De dagorder van vandaag is wel de belangrijkste in uw leven. Het niemandsland, dat tusschen u lag is verdwenen. Twee machten vormen samen èèn front. Laat het een vredesfront zijn. En laat zijn defensieve kracht groot genoeg zijn om een scheur in deze eenheid te voorkomen. Een zal de commando's moeten geven. Zij mogen echter nooit ontaarden in ultimata, zij moeten meer zijn dan een non agressie-pact, zij moeten een bond genootschap zijn van liefde. Dit is toch een mobilisatie van liefde. In deze eenheid van twee menschen zal de diplomatie niet gebruikt be hoeven te worden. Dit front zal sterk dienen te staan tegen leugenberichten, tegen iedere blokkade, tegen vijandelijke dwaallichten. En dat kan het ook. Als de thans vereenigde eenheden nooit vergeten, dat zij samen een nieuwe eenheid hebben gevormd." De ambtenaar van den burger lijken stand schraapte weer zijn keel. Hij vroeg zich met verbazing af, waar hij deze improvisatie van daan haalde. „Samen zult gij las ten en vreugden deelen," ging hij ambtelijk verder. Ook de kuch en de pap toe, ....taptoe", verbeterde hij zich. Achter de tweede deur rechts staat de koffie klaar." Bij den Verspronckweg is sinds eenige dagen een geheel nieuwe verkeerssituatie ontstaan. De oude brug, die zoovele jaren heeft dienst gedaan, is buiten gebruik ge steld en al bijna afgebroken; de helft van de nieuwe brug'is voor het verkeer opengesteld. De tweede helft loopt ged eeltelijk over het terrein van de oude brug De in Alkmaar gelegerde troepen hebben voor de militaire en burgerlijke autoritei ten gedéfileerd. De burgemeester van Alkmaar (met ambtsketen)jhr. mr. F. H. v. Kinschot en de commandant luitenant-kolonel H. C. Honig (rechts van den burge meester) slaan het défilé gade Gisterenavond is de afdeeling Haarlem van de R. K. Middenstandsvereeniging haar win- tercampagne begonnen met een vergadering in een der zalen van Brinkmaan Groote Markt, waarop de zeereerw. heer Henri de Greeve het doel heeft uiteen gezet van den Bond zonder Naam. Op geestdriftige en overtuigende wijze. Hij werd ingeleid door den waarnemend voor zitter, den heer G. Alders, wiens woorden; juist nu moeten wij werken, elkander helpen en steunen; blijft optimisten, ce uitgangspunten vormden voor zijn rede. „Ik ben me ervan be wust", zeide spr., „dat we met praten alleen niet veel bereiken. De menschen moeten iets kunnen doen, moeten aan hun ideaal kunnen arbeiden, om optimist te kunnen blijven. Wij haten dqn oorlog, wij haten den haat, maar met woorden kunnen wij hen niet bestrijden. Wij moeten tijdens den oorlog den vrede voor bereiden. Dat is het motto van de campagne, die de Bond zonder Naam thans gaat inzet ten. Zoodat, als eenmaal een vrede zal komen, deze vrede niet de kiem zal zijn voor weer een oorlog over weer 25 jaar. De Bond zonder Naam bestaat thans ruim een jaar. En als ik u zeg, dat ieder, die de be reikte resultaten ziet, perplex staat, dan is dat, om aan te toonen, dat er wel degelijk iets te bereiken is. De gedachte, die aan den bond ten grond slag ligt is heel eenvoudig: wij allen we ten, dat de wereld ziek is. Wij voelen het aan den lijve. Het ontbreekt ons ook niet aan hartstochtelijk verlangen om dien kwaal te bestrijden. En het is eigenaardig, dat alle ellende zich afspeelt onder de mil- lioenen, die anders willen en anders kun nen. Maar er gebeurt maar niets. Dat verschijnsel komt alleen voort uit een grenzenloos egoïsme. Daar gaan wij aan ten gronde. Egoïstisch zijn de men schen, werden de volkeren, de staten. Het egoïsme is geworden tot de alleslbeheer- schende mentaliteit in deze wereld. Wij zijn het zonder het te weten, zonder het te bedoelen. De maatschappij, die wij nu vervloeken, is een product van de egoïstische menta liteit en er komt een andere maatschappij. De Bond zonder Naam is niet meer dan een verzoek aan alle menschen die ver keerde mentaliteit te veranderen. En hjj richt dit verzoek tot de wereld onder het motto: Verbeter de wereld en begin bij jezelf; begin met de liefde bij een ander. Dat is alles. En het is verre van nieuw. Het is zoo oud als het Christendom. Het eenige nieuwe aan den Bond is, dat hij niet werd ge goten in den vorm van het huidige organisatie leven. Altijd en iedereen en onverschillig waar en overal moet voor den Bond gewerkt worden. Dat deze organisatie, die niet organisch is, succesvol werkt, blijkt wel uit het feit, dat in het eene jaar van zijn bestaan 300.000 stukken uit alle deelen van de wereld, uit alle uithoe ken van Europa, van allerlei menschen, katho lieken en niet-katholieken, door den Bond ont vangen zijn. En er is nog iets nieuws aan. En dat ver raadt het geheim van zijn succes. Hier wordt de oplossing van de maatschappelijke kwaal gezocht in een doodeenvoudig en door iedereen te hanteeren geneesmiddel. Tegen den oorlog doe je niets, is de algemeen verbreide gedachte. Maar als ieder mensch het motto van den Bond zonder Naam in de practijk bracht, dan is het gedaan met den oorlog. Als we ten gronde gaan, danken wij dat aan onze eigen lafheid. Het geneesmiddel van den Bond zonder Naam werkt! Op het moment, dat iedereen het han teert. De eenige eenheid in deze wereld is de er kentenis van den evennaaste. Daar moeten wij op bouwen. Het is de eenige weg en zulk eer, eenvoudige weg. Het kan niet waar zijn, dat 'het geld, de machtswellust, de beurs de wereld behèerschen. Het zou het fiasco bete-ekenen van Gods schep ping. Het geld kan door den geest beheerscht worden, 't Is niet waar als ze zeggen, dat het werk voor niets zou zijn. Als wij allemaal slechts meewerken komt er een nieuwe maat schappij. 25 jaar geleden viel het laatste schot in een baarlijke slachting. De oorlog van thans is nog afgrijselijker. Maar nu komen «vij aan bod, wij, die den geest voor kunnen bereiden van de nieuwe maatschappij, die hecht gefun deerd zal zijn op een Christelijke naastenliefde. Daarvoor is veel arbeid noodig en veel ge bed, zoo besloot spr. En hij verzocht den leden hem hierbij te helpen. In de na deze rede volgende agenda-punten- afhandeling werden in plaats van de aftreden de bestuursleden Walop, en Habraken, die be dankt hadden en in de vacature, ontstaan door het overlijden van den heer Lamp, de heeren A. J. Borst, J. van Opzeeland en J. G. Spruijt gekozen. Specialen dank bracht de voorzitter aan den heer Walop, die jarenlang een volijverig pen ningmeester geweest is en ook aan tallooze andere zaken van algemeen belang zijn krach ten wijdde. Aan het slot van de vergadering werd na een langdurige discussie over prijsverhooging en prijsopdrijving onder applaus besloten den mi nister een request te sturen, waarin wordt uit eengezet, dat een redelijke prijsverhooging toch alleszins gemotiveerd en in vele gevallen voor het bestaan van den middenstander noodzake lijk geacht moet worden. Thans is het zoo, dat slechts bij nieuwe voorraden, die tegen hooge- ren prijs ingekocht moeten worden, andere prij zen gecalculeerd mogen worden. Met alle strop pen daaraan voor den winkelier verbonden. Maar zelfs in dat geval durft hij dikwijls zijn prijzen niet te verhoogen, zoolang een collega met grooteren voorraad nog tegen de oude prij zen verkoopt. Vannacht om half twee had een groenten- handelaar zijn vrachtauto geparkeerd op den Koudenhorn naast een vluchtheuvel bij de Ca- therijnebrug. De handelaar zelf vertoefde op de groentenmarkt. Door tot nu toe onopgehel derde oorzaak reed de auto onverwacht weg, niettegenstaande 't feit, dat de motor afstond en de handrem aangetrokken was. De wagen die geladen was met 4000 k.g. fruit botste tegen den gevel van een huis aan den Koudenhorn, waar door een glazen deur werd ingedrukt en de voorkant van het huis zeer ernstig werd be schadigd. 1 Oct. a.s. hoopt de heer A. Kalkman, Lotter- straat 9, den dag te herdenken, dat hij vijf en twintig jaar geleden, werd aangesteld als brie venbesteller te Haarlem. De jubilaris werd 20 Aug. 1938 bevorderd tot kantoorknecht. Het zal hem dien dag aan blijken van belangstel ling niet ontbreken. Geboren 25 Sept. W. K. L. van der Vlugt— Wicher, d. C. M. BogersNieuwenhuizen, d. 26 Sept. M. H. Jansen—van der Kleij, z. 27 Sep tember H. E. van de VoortAntonisse z. N. W. Peltenburg—Botje, z. M. C. de Roij—Verbeek, z. 28 Sept. C. J. Nederstigt—Heemskerk, z. Ondertrouwd: 28 Septemer. J. van der Meu- len en J. H. van Enckevort. P. G. Briene en F. J. Riet. P. Beugeling en M. A. Olieslagers. Ph. C. Timmerman en F. Berwitz. W. Postema en S. Nieuwenhuis. Th. J. Ketelaar en H. E. D Dreijer. Getrouwd 27 September. G. van Doorn en J. Oderkerk. H. Hurkmans en M. A. de Korte. 28 September J. A. Hutters en S. de Jong. N. H. van Lingen en C. C. Smits. Overleden: 25 Sept. P. J. Gelaudie, 58 jaar, KI. Houtstraat. H. Slootemaker, 34 jaar, M. v. Heemskerkstraat. 26 Sept. J. Gouda, 57 jaar, Teijlershofjesstraat. Th. A. de Groot, 31 jaar, Kamperlaan. Gebouw St. Bavo: St. Caecilia, 8 uur; Lan. Gr. en Fr. handel., 8 uur; Bevolkingsbureau, 8 uur; Leden Melkhandel, 8.30 uur. Gr. Kerk: Orgelbespeling, 34 uur; Kerk- concert, 8.15 uur. Ged. Oudegracht 104: H.A.F.V., 8.15 uur. Rembrandt: „De drie musketiers" (boven veertien jaar), 2.30, 7 en 9.15 uur. Cinema: „De zwarte extase" en „Mr. Moto op het eiland des doods", (boven 14 jaar), 2 en 8.15 uur. Luxor: „De citadel" (boven 18 jaar), 2.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „The Lambeth Walk" (alle leef tijden) 2.30, 7 en 9.15 uur. Moviac: „Spoken" (alle leeftijden) 2.30, 7.15 en 11 uur. Gebouw St. Bavo: Ledenverg. Metaalbewer kers, 8 uur; R.K. Bevolkingsbureau, 8 uur; H. G. K., 8 uur; Schaakclub, 8 uur. Stadsschouwburg: Geloof en Wetenschap, 8.15 uur. Donderdag 28, Vrijdag 29 en Zaterdag 30 September, 8 uur: ,,De Spoorwegrevue" (Voor de Nederl. Spoorwegen). Fa. Duym en Keur, Keizerstraat 6, fa. Be- gemann en Sneltjes, Kruisweg 30 en Marnix- apotheek, Marnixstraat 65. Steeds geopend zijn: C. E. Schotman, Bin nenweg 206208; Elswout-Apotheek, Bloemen- daalscheweg 341; Apotheek Aerdenhout, Zand- voortschelaan, tel. 26772; Heemsteedsehe Apo theek, Binnenweg 98, tel. 28197; de Bloemen- daalsche Apotheek Bloemendaalscheweg 85, tel 22181. (Berichten, reeds geplaats. in een deel onzer vorige oplaag) GOTENBURG, 27 Sept. (Reuter). Het Zweed- sche passagiersschip „Kronprinsessan Marga- reta" is op 7 mijl van Goten burg door een Duit- chen torpedojager aangehouden. Zeven Britsche zeelieden, die door het Zweedsche schip waren gered, nadat hun vaartuig, de treiler Caldew, op de Noordzee getorpedeerd was, werden van boord gehaald. De gezagvoerder van het Zweed sche schip moest aan den Duitschen eisch vol doen, daar hij zich buiten de Zweedsche terri toriale wateren bevond. Het schip werd een uur opgehouden. Toen een Zweedsch vliegtuig en een Zweedsche torpedobootjager verschenen, verwijderde zich het Duitsche oorlogsschip. ROME, 27 Sept. (Havas) De Italiaansche pers blijft uitvoerige artikelen over de held haftige verdediging der Polen publiceeren. De bladen melden, dat officieren van bij Lwow ge decimeerde divisies een „legioen der dooden" vormden en besloten te sterven met de wapenen in de hand. Allen kwamen om. „Het legioen der dooden" is niet meer, aldus luidt een artikel doch de naamlooze helden zijn onsterfelijk De gekleede mantel met rijke bont- garneering in een nieuwe lijn DAMESCONFKTIE BONTWERKEN 12 0 VIII Aan Mr. Klarmann's verzoek, hem een as sistent te geven, was onmiddellijk voldaan. Reeds den volgenden morgen, met den eersten trein, kwam er te Vriebusweiler een jong, ele gant gekleed heer aan, die zich aan den dis- trictsrechter voorstelde als Mr. Lörs, door den rechter van instructie, Mr. Mally, naar het ge hucht gezonden om Mr. Klarmann bij 't voor- loopig onderzoek in de zaak Winkler ter zijde te staan. Klarmann was met die hulp zeer ingenomen; hoewel hij met de nog trotsche laat dunkende houding en manieren van den 28- jarigen ambtenaar niet maar zoo onmiddellijk kon sympathiseeren. Mr. Lörs toog onmiddellijk aan 't werk. Hij bestudeerde achtereenvolgens de eerste processen-verbaal en vervolgens het verslag van de met het onderzoek van 't lijk belaste geneeskundigen. Volgens dat verslag was Winkler eerst door een van achter gelost schot in het hoofd getroffen, welk schot alleen reeds doodelijk had moeten zijn; vervolgens had hij een tweede, eveneens doodelijk schot in de volle borst gekregen, welk laatste schot het hart had geraakt en reeds na verloop van eenige minuten den dood veroorzaakt moest hebben. Nadat Mr. Lörs zich aldus op de hoogte had gesteld, begaf hij zich met den gerechtsdienaar en Martin Odörfer naar „Rozenhof". 't Kwam hem noodzakelijk voor, op de eerste plaats den omvang van het door Winkler nage laten vermogen vast te stellen en te zoeken naar het testament, dat naar de knecht be weerde, in ieder geval bestond. Het bleek, dat Winkler zijn papieren, fondsen en kostbaarheden, met uitzondering van een klein bedrag aan geld, niet in de schrijftafel placht te bewaren, maar in een antiek meu beltje, dat van 'n geheim slot was voorzien. De sleutels had men gevonden in de kleeren, welke de majoor op 't oogenblik van den aanslag droeg, en Martin had ze in de lade van de schrijftafel bij 't geld gelegd. Mr. Lörs maakte het kastje open. Hij vond alles keurig in orde, onderzocht de papieren met de uiterste nauwkeurigheid en bevond, dat Winkler veel rijker was geweest dan iemand had kunnen vermoeden. Alléén reeds de aandeelen in een zeer be kende, bloeiende en rendeerende suikerfabriek vertegenwoordigden een fortuin; voorts nog een massa aandeelen in andere, niet minder bloeiende ondernemingen, kostbare juweelen en een kleine, maar zeldzame en prachtige ver zameling gouden snuifdoozen. Mr. Lörs wendde zich tot den knecht. Wist u, vroeg hij, dat uw meester zoo rijk was? Ja, dat wil zeggen: een bepaald bedrag kende ik niet. Maar alles, wat over de post kwam, ging door mijn handen. Trouwens, de majoor had dikwijls op den kolossalen omvang van zijn vermogen gezinspeeld. Zoo zei hij eens: „Martin, prent je dat in den geest en vergeet het nooit: geld is geen geluk! Men kan zeer rijk zijn en toch genoodzaakt, zich aan vreemde haarden te warmen." Wat bedoelde hij daarmee? Het klinkt alsof hij zich niet gelukkig voelde. Dat was hij ook niet, want hij gevoelde zich eenzaam. De majoor heeft in zijn leven twee personen met grenzelooze toewijding lief gehad, zijn vrouw en majoor Eltz. Beiden wer den hem door den dood ontrukt. Ik geloof, dat hij dat nooit te boven is gekomen. En de familie Eltz? O ja, die was hij zeer genegen. Doch 't waren jonge menschen van den nieuwen tijd niets voor een ouden man, zooals hij. Zoo geschiedde alles, wat hij voor hen deed, meer uit plichtsbesef dan uit hartelijkheid. Want de bejaarde mevrouw Eltz denkt ook alleen aan haar kinderen. Dat voelde de majoor, en 't gaf hem een gevoel van eenzaamheid en verlaten heid Mr. Lörs ging weer naar het kastje. Dus, zei hij, ik geloof, dat we hier ook het testament zullen vinden. En hij begon de vakjes nog eens goed te doorsnuffelen. Maar noch in het antieke meu bel, noch in de laden van de schrijftafel, noch in de andere meubels in de zit- en de slaap kamer was het te vinden. Eindelijk zei Mr. Lörs: Heeft er een testament bestaan, zooals u beweert en ook notaris Kolbried aanneemt, dan is het in ieder geval later vernietigd, anders moesten wij het vinden. Martin protesteerde: Vernietigd? Neen, mijnheer, anders moest ik het weten. Trouwens, 't is zoo goed als zeker, dat de majoor ook den notaris over die zaak gesproken heeft. Waarom meent u dat? Omdat hij juist in den laatsten tijd zeer intiem was met den notaris en hem als een oprecht vriend beschouwde. En tegenover mij heeft hij zich rechtstreeks over de kwestie uit gelaten, niet slechts toen hij het testament maakte, maar ook later en herhaaldelijk. Ook nog twee maanden vóór zijn dood, in Februari, toen hij aan griep leed en ik hem verpleegde. Wat zei hij bij die gelegenheid? 't Was 's avonds zoowat negen uur en hij voelde zich erg zwak en ziek. Ik had hem de door dr. Otto voorgeschreven medicijnen laten innemen en voor den nacht een glas limonade gereed gezet. Juist schudde ik de kussens nog even op, toen juffrouw Vvetta bin nentrad en den majoor verzocht, bij hem te mogen waken. Ook ik had dat willen doen, maar hij had geweigerd en ook juffrouw Yvetta werd afgewezen. Toen zij de kamer weer had verlaten, keek hij mij glimlachend aan en zei: „Jullie bent beiden trouwe zielen! Maar ik ben niet van plan, vandaag of morgen dood te gaan. Trouwens, al moest dat gebeuren alles is in orde. Voor de familie Eltz heb ik gezorgd en ook voor Martin...." Ik wilde iets zeggen, want het krenkte mij, dat hjj misschien dacht: „Martin dient mij enkel voor 't geld." Maar hij scheen op mijn gezicht te lezen, wat er in mij omging, want snel liet hij er op volgen: „Neen, neen, ik weet, dat je het niet om wille van het geld doet. Ook jij houdt van mij. Maar juist om die redennog eens: ik heb alles in orde gebracht. Zoo zal je later nog eens met vriend schap aan mij denkenEn, wat ik nog wou zeggen: sommigen zullen blij, anderen heel boos zijnHij glimlachte nog eens en zei toen: „Goeden nacht, Martin." En ik verwijderde mij. Waarom hebt u dat alles niet reeds bij uw eerste verhoor verteld? Ik dacht er niet aan; ik was zoo ver schrikkelijk in de war en bedroefd! Doch later, toen ik al de gebeurtenissen van den laatsten tijd overdacht om met betrekking tot den moor denaar een aanknoopingspunt te vinden, schoot het mij weer te binnen. Nu, den moordenaar hebben wij gelukkig. De schuld van den jongen Eltz is zeker. De oude knecht zweeg en staarde op den grond. Lörs besloot, nog eens de schrijftafel te onderzoeken. Hij trok al de laden uit, vond ook een geheim vak, maar dat bevatte niets dan oude brieven, door een vrouwenhand geschre ven. Geen testament. Hoe zag het er uit, dat testament? U hebt het immers gezien? Ja, ik heb 't gezien, 't Zat in een enve loppe van groot formaat, met vijf roode zegels. Dus wel 'n beetje groot, om in een vest zak meegenomen te worden, schertste Lörs. Maar de knecht antwoordde ernstig: Zelfs te groot voor een jaszak. Men zou het daartoe hebben moeten vouwen en dan zouden de zegels beschadigd zijn geweest. Dr. Lörs maakte nog een inventaris op van den kostbaren inhoud van het antieke meubel en verliet toen met de twee anderen 't huis, na de voordeur opnieuw verzegeld te hebben. Ongeveer om dien tijd stonden te Weenen twee personen vóór den beroemden particulie ren detective Silas Hempel in diens woning, 't Waren Otto Eltz, de bankbediende, en zijn zuster Rosa. Daags tevoren had Yvetta hun per telegram de verschrikkelijke gebeurtenis en de arrestatie van hun broer gemeld. Dien morgen hadden zij een expres-brief met nadere bijzonderheden en een beknopt overzicht van den stand van zaken ontvangen. Yvetta vroeg in dien brief haar broer om raad. wat er nu gedaan moest worden. Moest niet een advocaat met Hardi's verdediging worden belast? En wie, en waar?..., (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 5