Uit den gemeente
raad
O
m
R.K. Middenstand
Haarlem, 28 Sept.
DE ONBEKENDE
in de kapel
DEKENS
Soldaten-rnernoiresmmm
1 De herfst
nadert...
f 39.50
DONDERDAG 28 SEPTEMBER 1939
Communistische demagogie
en bloedige ernst
MET EEN ENKEL HAND
GEBAAR
ZOO JUIST ONTVANGEN
HAARDKACHELS
Wollen en gewatt.
Alleen: v. d. Vinnesir. 5, Haarlem
Kleverpark b/d Ostadestraai
CONCERT OP DE GROOTE
MARKT
Levenscommando
Henri de Greeve: Wij moeten
tijdens den oorlog den
vrede voorbereiden
Vrachtauto tegen gevel
Jubileum Posterijen
BURGERLIJKE STAND
AGENDA
Bioscopen
29 September
Stadsschouwburg
Apotheekdiensten
Britsche zeelieden van
Zweedsch schip gehaald
De Osservatore over de
Russische bedreiging
Italiaansche pers over
Poolschen heldenmoed
ANEGANG 34- HAARLEM
DOOR A. HRUSCHKA
STAD
De Haarlemsche communisten hebben het
I v®rstaan, een deel van onze bevolking op te
pinden tot een angst-psychose: het, gemeente
bestuur van Haarlem zou zijn luchtbescher-
"bngstaak niet begrijpen en slechts volkomen
°nvoldoende willen zorgen voor bescherming
van de burgerij tegen aanvallen uit de lucht in
I "orlogstijd
..Afdoende" bescherming van alle Haarlem-
Sche burgers is er geëischt in een adres aan
bet gemeentebestuur en het adres werd, naar
bet heet, onderteekend door vier duizend Haar-
j 'emmers een resultaat, dat ons nogal
Poover lijkt, gezien het feit, dat natuurlijk
'edereen graag „afdoende" beschermd wil wor
sen bij luchtgevaar gezien ook het feit, dat
s'echts een heel zeldzame onderteekenaar (en
°dderteekenares!) van zoo'n adres zich reken
schap geeft van wat er eigenlijk gevraagd
tyordt en van wat er mogelijk en.onmogelijk
absoluut verkeerd is op dit gebied.
De communistische agitatie heeft ook in de
Raadsvergadering van gisteren eenig effect ge-
bad: van de publieke tribune drongen telkens
Vrouwelijk-hysterische uitvalletjes en gilletjes
tot ons door, toen de Moskowitische heer
Noordewier in bloedige kleuren de ramp van
een luchtaanval op een onbeschermde stad als
Naarlem schilderde.
Zóó is de bevolking opzettelijk verontrust
•Pet demagogische middelen door elementen,
b'e misschien wel verantwoordelijk zijn, doch
2'ch van hun verantwoordelijkheid in ieder ge-
?al niet bewust toonen.
Zelfs onwaarheden als zou er b.v. niets
Sodaan zijn voor de beveiliging van het perso
neel der gasfabriek zijn gaarne benut om
lemming te maken.
Den heer Noordewier zou het schaamrood op
be kaken niet misstaan; hij moet weten (en als
bij het niet weet, is hij geen raadszetel waard),
bat het onmogelijk is, heel de bevolking van een
stad „afdoende" tegen luchtaanvallen te be
schermen en als hij zich eenigermate bewust
v''as van zijn verantwoordelijkheid, zou hij er
biet toe medegewerkt hebben, de paden te
effenen voor een paniekstemming.
't Zal intusschen wel losloopen: de Haar-
'emmers zijn te verstandig, dan dat zij zich in
•hassa het hoofd op hol zouden laten brengen
boor agitatie van ondeskundige en op politieke
sensatie beluste volks-„leiders".
Te méér niet, nu Moskou hier aan het woord
is.
De heer Noordewier wil iederen bürger en
iedere burgeres „afdoende" tegen luchtgevaar
boen beschermen en hij vervloekt natuurlijk de
vijandelijke luchtmacht, die ooit dood en ver-
berf zal zaaien over onze goede stad.
Maar waarom vervloekt hij dan niet de
bevriende Russische communisten, die bommen
op Polen wierpen?
Interesseert het onzen communist of de arme
Polen genoeg schuilkelders hadden? Is het tot
Onzen communist doorgedrongen, dat de Rus
sische vrienden in overleg met den aarts
vijand Hitier de Polen zóó bestookt hebben,
bat geen enkele luchtbescherming baat had en
heeft kunnen brengen?
Hier willen wij de bevolking zoo goed moge-
'ijk beschermen tegen oorlogsgevaar; in
Polen moorden de vrienden van onzen commu-
bist voort.
Wij hebben nog niet gelezen, dat de heer
Noordewier een telegram naar Moskou gezon
den heeft met het verzoek, de vijandelijkheden
te staken, tot alle bewoners van oostelijk Polen
..afdoende" beschermd zijn.
En Polen zijn toch óók menschen, evengoed
als de Haarlemmers.
In ons land: communistische demagogie; in
Polen bloedige ernst.
En hiermee stappen wij af van den heer
Noordewier om onze aandacht aan belangrijker
Zaken te wijden.
De Raad nam een belangrijke beslissing door
°P gezag van B en W. goed te vinden, dat er
Seen openbare schuilkelders en geen openbare
Schuilloopgraven zullen worden ingericht.
Maar zooals wij de zaak thans zien, heeft de
ftaad niet anders kunnen handelen; mr. Van
Dam verklaarde ronduit, dat hem in den loop
van het debat veel was duidelijk geworden en
bat indien hij alles geweten had een groot
beel van het debat achterwege had kunnen blij
ven, wat beteekent, dat hij bij nader bezien
Van de zaak af wilde zien van zijn loopgraven.
Inderdaad is het zóó, als de burgemeester en
'ater ook wethouder Reinalda zeiden: het is
Zoowel om technische als om financieele rede
ben onmogelijk, heel de bevolking in schuil-
Relegenheden in uren van luchtgevaar in vei
ligheid te brengen, en bovendien zouden de en
kele openbare schuilgelegenheden, die aange
bracht kunnen worden, de gevaren juist ver-
grooten: een run op de schuilplaatsen zou ont
zettende, noodlottige gevolgen hebben; wat is er
ontzettender dan de dood door verstikking en
Verdringing?
Tijdens den grooten wereldoorlog reeds is ge
bleken, dat men het veiligst binnenshuis kan
blijven of, als men zich op straat of in het open
Veld bevindt, dekking behoort te zoeken of plat
op den grond moet gaan liggen.
De gevolgen van een luchtaanval zijn volko
men onberekenbaar en wat zal er gebeuren, als
er een bom op een tot berstens toe gevulden
Schuilkelder ontploft?
Het lijkt ons verreweg het beste, dat in uren
II ws
van luchtgevaar de menschen juist zooveel mo
gelijk eenlingen zijn; des te minder slachtoffers
zullen er dan vallen.
De veiligheidsmaatregelen, welke er reeds ge
nomen zijn en nog genomen zullen wor
den, zijn alle toe te juichen: voor de
menschen die zich op straat bevinden,
wordt gezorgd, voor het personeel van gas- en
electriciteitsbedrijf worden en zijn ten deele
reeds) bijzondere schuilplaatsen ingericht, aan
goede functionneering van de waterleiding is
bijzondere aandacht geschonken; kortom: men
leze er in ons verslag maar op na, wat de bur
gemeester en wethouder Reinalda omtrent dit
alles medegedeeld hebben.
Een ieder moet weten, dat bij het ontploffen
van een bom zekere catastrophale gevolgen
veelal niet uitblijven er zijn dingen, waar
tegen geen verdediging mogelijk is, en ook het
toevai zal vaak een rol spelen maar men moet
van den anderen kant ook niet overdrijven; de
trefkans van bommen is veei geringer dan
meestal verondersteld wordt.
En allergevaarlijkst zou het zijn, zijn onge
rustheid min of meer in slaap te sussen door
te vertrouwen op den „schijn van zekerheid,"
welken het bestaan van schuilkelders zou kunnen
wekken. Daarnaast heeft een ieder echter den
plicht de heer Klein heeft er terecht zeer
energiek op gewezen alles in eigen omgeving
te doen, wat het gevaar kan verminderen.
En daaraan ontbreekt nog heel veel, ook
onder degenen, die nu zoo hard schreeuwen!
baar zijn en ik ben er van overtuigd dat deze
collecte, gezien de offervaardigheid onzer land-
genooten, een groot succes zal worden.
De Luitenant-Kolonel,
Commandant van het Depót van den
Motordienst,
A. M. M. VAN LOON.
Er zullen ongetwijfeld weinig gezinnen in ons
vaderland zijn, waar niet de vader, een zoon of
een neef onder de wapenen is.
In den familiekring zal men niet alleen in
gedachten medeleven met den gemobiliseerde,
doch er ook met kennissen en vrienden over
praten. Brieven uit het Veldleger, uit kleine
dorpen en gehuchten zullen den achterblijvenden
vertellen over het leven ergens in Nederland,
over een bestaan dat zoo geheel anders is dan
in de vertrouwde omgeving van gezin of fami
lie. Het is daarom begrijpelijk, dat reeds dade
lijk na de afkondiging der mobilisatie vele goe
de vaderlanders, wier harten warm kloppen voor
hun medemenschen, besprekingen hebben ge
voerd om het leven der gemobiliseerden te ver
aangenamen. Dit lofwaardige streven is, zoo
als te verwachten was, met succes bekroond;
met het gevolg dat overal in den lande comité's
voor ontwikkeling en ontspanning zijn opgericht
en inmiddels met energie aan den arbeid zijn.
Haarlem bleef niet achter en het plaatse
lijk comité wist reeds veBl aan onze soldaten
te bieden. Wil dit sympathieke werk echter
voortgang kunen vinden, dan hangt dit alleen
af van den financieelen steun dien u, lezer, het
comité kunt geven. U behoeft daarvoor geen
girobiljet of een postwissel te schrijven, neen,
het comité maakt het u zoo gemakkelijk moge
lijk. Slechts met een enkel handgebaar kunt
u het voortbestaan van dit nuttige werk ver
zekeren. Zaterdag 30 September zullen vele
toegewijde collectanten uw steun vragen. Weest
dien dag mild en draagt uw steentje voor dit
nuttige werk bij. Velen zullen u hiervoor dank-
EEN PRACHTCOLLECTIE
VANAF ƒ1.— PER WEEK
VANAF ƒ0.50 PER WEEK
Het programma van het concert op Vrijdag
avond 29 September van 8 tot 10 uur op de
Groote Markt te geven door Harmonie Cres
cendo, voor het garnizoen luidt als volgt:
1 The Great Little Army. Marsch van Alford.
2 Ein morgen, ein Mittag, ein Abend in
Wien, Suppe.
3 Caresses, Wals, Popij.
4 Een Negerbruiloft met zang, Volstedt.
5 La Grande duchesse de Geroldstein, Of
fenbach.
Pauze.
6 Les Glairons de la Paixx, Charbonnier.
7 La Husarde, Wals, Ganne.
8 De Fremersberg. Legende uit Baden Baden,
Coennemann.
9 Finale.
No. 8 is een karakterstuk dat voorstelt een
jachtstoet die verdwaalde en door een onweer
wordt overvallen. De donder, bliksem en regen
worden kunstmatig nagebootst. Bij het slot-
koraal wordt Bengaalsvuurwerk ontstoken.
De bliksemlichten zijn belangeloos ter be
schikking gesteld door den heer Engel, foto
graaf te Haarlem.
'Jllllllllll
XVII
„Geacht bruidspaar". De ambte
naar van den burgerlijken stand
schraapte zijn keel en zag de scha
duw van deze ambtelijke beweging
weerkaatst in de beenkappen van
den bruidegom. Door de trouwzaal
klonk het tikken van de oude
hangklok. Belangrijke seconden
voor die twee daar. De moeder van
het mobilisatiebruidje frommelde
met een zakdoek. „Wachtmeester
is ie", dacht de ambtenaar nog en
toen was hij klaar met schrapen.
„De dagorder van vandaag is
wel de belangrijkste in uw leven.
Het niemandsland, dat tusschen u
lag is verdwenen. Twee machten
vormen samen èèn front. Laat het
een vredesfront zijn. En laat zijn
defensieve kracht groot genoeg zijn
om een scheur in deze eenheid te
voorkomen. Een zal de commando's
moeten geven. Zij mogen echter
nooit ontaarden in ultimata, zij
moeten meer zijn dan een non
agressie-pact, zij moeten een bond
genootschap zijn van liefde. Dit is
toch een mobilisatie van liefde. In
deze eenheid van twee menschen
zal de diplomatie niet gebruikt be
hoeven te worden.
Dit front zal sterk dienen te
staan tegen leugenberichten, tegen
iedere blokkade, tegen vijandelijke
dwaallichten. En dat kan het ook.
Als de thans vereenigde eenheden
nooit vergeten, dat zij samen een
nieuwe eenheid hebben gevormd."
De ambtenaar van den burger
lijken stand schraapte weer zijn
keel. Hij vroeg zich met verbazing
af, waar hij deze improvisatie van
daan haalde. „Samen zult gij las
ten en vreugden deelen," ging hij
ambtelijk verder. Ook de kuch en
de pap toe, ....taptoe", verbeterde
hij zich.
Achter de tweede deur rechts
staat de koffie klaar."
Bij den Verspronckweg is sinds eenige dagen een geheel nieuwe verkeerssituatie
ontstaan. De oude brug, die zoovele jaren heeft dienst gedaan, is buiten gebruik ge
steld en al bijna afgebroken; de helft van de nieuwe brug'is voor het verkeer
opengesteld. De tweede helft loopt ged eeltelijk over het terrein van de oude brug
De in Alkmaar gelegerde troepen hebben voor de militaire en burgerlijke autoritei
ten gedéfileerd. De burgemeester van Alkmaar (met ambtsketen)jhr. mr. F. H. v.
Kinschot en de commandant luitenant-kolonel H. C. Honig (rechts van den burge
meester) slaan het défilé gade
Gisterenavond is de afdeeling Haarlem van
de R. K. Middenstandsvereeniging haar win-
tercampagne begonnen met een vergadering in
een der zalen van Brinkmaan Groote Markt,
waarop de zeereerw. heer Henri de Greeve het
doel heeft uiteen gezet van den Bond zonder
Naam. Op geestdriftige en overtuigende wijze.
Hij werd ingeleid door den waarnemend voor
zitter, den heer G. Alders, wiens woorden; juist
nu moeten wij werken, elkander helpen en
steunen; blijft optimisten, ce uitgangspunten
vormden voor zijn rede. „Ik ben me ervan be
wust", zeide spr., „dat we met praten alleen
niet veel bereiken. De menschen moeten iets
kunnen doen, moeten aan hun ideaal kunnen
arbeiden, om optimist te kunnen blijven. Wij
haten dqn oorlog, wij haten den haat, maar
met woorden kunnen wij hen niet bestrijden.
Wij moeten tijdens den oorlog den vrede voor
bereiden. Dat is het motto van de campagne,
die de Bond zonder Naam thans gaat inzet
ten. Zoodat, als eenmaal een vrede zal komen,
deze vrede niet de kiem zal zijn voor weer een
oorlog over weer 25 jaar.
De Bond zonder Naam bestaat thans ruim
een jaar. En als ik u zeg, dat ieder, die de be
reikte resultaten ziet, perplex staat, dan is
dat, om aan te toonen, dat er wel degelijk iets
te bereiken is.
De gedachte, die aan den bond ten grond
slag ligt is heel eenvoudig: wij allen we
ten, dat de wereld ziek is. Wij voelen het
aan den lijve. Het ontbreekt ons ook niet
aan hartstochtelijk verlangen om dien
kwaal te bestrijden. En het is eigenaardig,
dat alle ellende zich afspeelt onder de mil-
lioenen, die anders willen en anders kun
nen. Maar er gebeurt maar niets.
Dat verschijnsel komt alleen voort uit
een grenzenloos egoïsme. Daar gaan wij
aan ten gronde. Egoïstisch zijn de men
schen, werden de volkeren, de staten. Het
egoïsme is geworden tot de alleslbeheer-
schende mentaliteit in deze wereld. Wij
zijn het zonder het te weten, zonder het te
bedoelen.
De maatschappij, die wij nu vervloeken,
is een product van de egoïstische menta
liteit en er komt een andere maatschappij.
De Bond zonder Naam is niet meer dan
een verzoek aan alle menschen die ver
keerde mentaliteit te veranderen. En hjj
richt dit verzoek tot de wereld onder het
motto: Verbeter de wereld en begin bij
jezelf; begin met de liefde bij een ander.
Dat is alles. En het is verre van nieuw. Het
is zoo oud als het Christendom. Het eenige
nieuwe aan den Bond is, dat hij niet werd ge
goten in den vorm van het huidige organisatie
leven. Altijd en iedereen en onverschillig waar
en overal moet voor den Bond gewerkt worden.
Dat deze organisatie, die niet organisch is,
succesvol werkt, blijkt wel uit het feit, dat in
het eene jaar van zijn bestaan 300.000 stukken
uit alle deelen van de wereld, uit alle uithoe
ken van Europa, van allerlei menschen, katho
lieken en niet-katholieken, door den Bond ont
vangen zijn.
En er is nog iets nieuws aan. En dat ver
raadt het geheim van zijn succes. Hier wordt
de oplossing van de maatschappelijke kwaal
gezocht in een doodeenvoudig en door iedereen
te hanteeren geneesmiddel. Tegen den oorlog
doe je niets, is de algemeen verbreide gedachte.
Maar als ieder mensch het motto van den Bond
zonder Naam in de practijk bracht, dan is het
gedaan met den oorlog. Als we ten gronde
gaan, danken wij dat aan onze eigen lafheid.
Het geneesmiddel van den Bond zonder Naam
werkt! Op het moment, dat iedereen het han
teert.
De eenige eenheid in deze wereld is de er
kentenis van den evennaaste. Daar moeten wij
op bouwen. Het is de eenige weg en zulk eer,
eenvoudige weg.
Het kan niet waar zijn, dat 'het geld, de
machtswellust, de beurs de wereld behèerschen.
Het zou het fiasco bete-ekenen van Gods schep
ping. Het geld kan door den geest beheerscht
worden, 't Is niet waar als ze zeggen, dat het
werk voor niets zou zijn. Als wij allemaal
slechts meewerken komt er een nieuwe maat
schappij. 25 jaar geleden viel het laatste schot
in een baarlijke slachting. De oorlog van thans
is nog afgrijselijker. Maar nu komen «vij aan
bod, wij, die den geest voor kunnen bereiden
van de nieuwe maatschappij, die hecht gefun
deerd zal zijn op een Christelijke naastenliefde.
Daarvoor is veel arbeid noodig en veel ge
bed, zoo besloot spr. En hij verzocht den leden
hem hierbij te helpen.
In de na deze rede volgende agenda-punten-
afhandeling werden in plaats van de aftreden
de bestuursleden Walop, en Habraken, die be
dankt hadden en in de vacature, ontstaan door
het overlijden van den heer Lamp, de heeren
A. J. Borst, J. van Opzeeland en J. G. Spruijt
gekozen.
Specialen dank bracht de voorzitter aan den
heer Walop, die jarenlang een volijverig pen
ningmeester geweest is en ook aan tallooze
andere zaken van algemeen belang zijn krach
ten wijdde.
Aan het slot van de vergadering werd na een
langdurige discussie over prijsverhooging en
prijsopdrijving onder applaus besloten den mi
nister een request te sturen, waarin wordt uit
eengezet, dat een redelijke prijsverhooging toch
alleszins gemotiveerd en in vele gevallen voor
het bestaan van den middenstander noodzake
lijk geacht moet worden. Thans is het zoo, dat
slechts bij nieuwe voorraden, die tegen hooge-
ren prijs ingekocht moeten worden, andere prij
zen gecalculeerd mogen worden. Met alle strop
pen daaraan voor den winkelier verbonden.
Maar zelfs in dat geval durft hij dikwijls zijn
prijzen niet te verhoogen, zoolang een collega
met grooteren voorraad nog tegen de oude prij
zen verkoopt.
Vannacht om half twee had een groenten-
handelaar zijn vrachtauto geparkeerd op den
Koudenhorn naast een vluchtheuvel bij de Ca-
therijnebrug. De handelaar zelf vertoefde op
de groentenmarkt. Door tot nu toe onopgehel
derde oorzaak reed de auto onverwacht weg,
niettegenstaande 't feit, dat de motor afstond
en de handrem aangetrokken was. De wagen die
geladen was met 4000 k.g. fruit botste tegen den
gevel van een huis aan den Koudenhorn, waar
door een glazen deur werd ingedrukt en de
voorkant van het huis zeer ernstig werd be
schadigd.
1 Oct. a.s. hoopt de heer A. Kalkman, Lotter-
straat 9, den dag te herdenken, dat hij vijf en
twintig jaar geleden, werd aangesteld als brie
venbesteller te Haarlem. De jubilaris werd
20 Aug. 1938 bevorderd tot kantoorknecht. Het
zal hem dien dag aan blijken van belangstel
ling niet ontbreken.
Geboren 25 Sept. W. K. L. van der Vlugt—
Wicher, d. C. M. BogersNieuwenhuizen, d.
26 Sept. M. H. Jansen—van der Kleij, z. 27 Sep
tember H. E. van de VoortAntonisse z. N. W.
Peltenburg—Botje, z. M. C. de Roij—Verbeek,
z. 28 Sept. C. J. Nederstigt—Heemskerk, z.
Ondertrouwd: 28 Septemer. J. van der Meu-
len en J. H. van Enckevort. P. G. Briene en
F. J. Riet. P. Beugeling en M. A. Olieslagers.
Ph. C. Timmerman en F. Berwitz. W. Postema
en S. Nieuwenhuis. Th. J. Ketelaar en H. E. D
Dreijer.
Getrouwd 27 September. G. van Doorn en
J. Oderkerk. H. Hurkmans en M. A. de Korte.
28 September J. A. Hutters en S. de Jong. N.
H. van Lingen en C. C. Smits.
Overleden: 25 Sept. P. J. Gelaudie, 58 jaar,
KI. Houtstraat. H. Slootemaker, 34 jaar, M. v.
Heemskerkstraat. 26 Sept. J. Gouda, 57 jaar,
Teijlershofjesstraat. Th. A. de Groot, 31 jaar,
Kamperlaan.
Gebouw St. Bavo: St. Caecilia, 8 uur; Lan.
Gr. en Fr. handel., 8 uur; Bevolkingsbureau, 8
uur; Leden Melkhandel, 8.30 uur.
Gr. Kerk: Orgelbespeling, 34 uur; Kerk-
concert, 8.15 uur.
Ged. Oudegracht 104: H.A.F.V., 8.15 uur.
Rembrandt: „De drie musketiers" (boven
veertien jaar), 2.30, 7 en 9.15 uur.
Cinema: „De zwarte extase" en „Mr. Moto op
het eiland des doods", (boven 14 jaar), 2 en
8.15 uur.
Luxor: „De citadel" (boven 18 jaar), 2.30, 7 en
9.15 uur.
Frans Hals: „The Lambeth Walk" (alle leef
tijden) 2.30, 7 en 9.15 uur.
Moviac: „Spoken" (alle leeftijden) 2.30, 7.15
en 11 uur.
Gebouw St. Bavo: Ledenverg. Metaalbewer
kers, 8 uur; R.K. Bevolkingsbureau, 8 uur;
H. G. K., 8 uur; Schaakclub, 8 uur.
Stadsschouwburg: Geloof en Wetenschap,
8.15 uur.
Donderdag 28, Vrijdag 29 en Zaterdag 30
September, 8 uur: ,,De Spoorwegrevue" (Voor
de Nederl. Spoorwegen).
Fa. Duym en Keur, Keizerstraat 6, fa. Be-
gemann en Sneltjes, Kruisweg 30 en Marnix-
apotheek, Marnixstraat 65.
Steeds geopend zijn: C. E. Schotman, Bin
nenweg 206208; Elswout-Apotheek, Bloemen-
daalscheweg 341; Apotheek Aerdenhout, Zand-
voortschelaan, tel. 26772; Heemsteedsehe Apo
theek, Binnenweg 98, tel. 28197; de Bloemen-
daalsche Apotheek Bloemendaalscheweg 85,
tel 22181.
(Berichten, reeds geplaats. in een
deel onzer vorige oplaag)
GOTENBURG, 27 Sept. (Reuter). Het Zweed-
sche passagiersschip „Kronprinsessan Marga-
reta" is op 7 mijl van Goten burg door een Duit-
chen torpedojager aangehouden. Zeven Britsche
zeelieden, die door het Zweedsche schip waren
gered, nadat hun vaartuig, de treiler Caldew,
op de Noordzee getorpedeerd was, werden van
boord gehaald. De gezagvoerder van het Zweed
sche schip moest aan den Duitschen eisch vol
doen, daar hij zich buiten de Zweedsche terri
toriale wateren bevond. Het schip werd een uur
opgehouden. Toen een Zweedsch vliegtuig en
een Zweedsche torpedobootjager verschenen,
verwijderde zich het Duitsche oorlogsschip.
ROME, 27 Sept. (Havas) De Italiaansche
pers blijft uitvoerige artikelen over de held
haftige verdediging der Polen publiceeren. De
bladen melden, dat officieren van bij Lwow ge
decimeerde divisies een „legioen der dooden"
vormden en besloten te sterven met de wapenen
in de hand. Allen kwamen om. „Het legioen der
dooden" is niet meer, aldus luidt een artikel
doch de naamlooze helden zijn onsterfelijk
De gekleede
mantel
met rijke bont-
garneering in
een nieuwe lijn
DAMESCONFKTIE BONTWERKEN
12
0
VIII
Aan Mr. Klarmann's verzoek, hem een as
sistent te geven, was onmiddellijk voldaan.
Reeds den volgenden morgen, met den eersten
trein, kwam er te Vriebusweiler een jong, ele
gant gekleed heer aan, die zich aan den dis-
trictsrechter voorstelde als Mr. Lörs, door den
rechter van instructie, Mr. Mally, naar het ge
hucht gezonden om Mr. Klarmann bij 't voor-
loopig onderzoek in de zaak Winkler ter zijde
te staan.
Klarmann was met die hulp zeer ingenomen;
hoewel hij met de nog trotsche laat
dunkende houding en manieren van den 28-
jarigen ambtenaar niet maar zoo onmiddellijk
kon sympathiseeren.
Mr. Lörs toog onmiddellijk aan 't werk.
Hij bestudeerde achtereenvolgens de eerste
processen-verbaal en vervolgens het verslag
van de met het onderzoek van 't lijk belaste
geneeskundigen. Volgens dat verslag was
Winkler eerst door een van achter gelost schot
in het hoofd getroffen, welk schot alleen reeds
doodelijk had moeten zijn; vervolgens had hij
een tweede, eveneens doodelijk schot in de
volle borst gekregen, welk laatste schot het hart
had geraakt en reeds na verloop van eenige
minuten den dood veroorzaakt moest hebben.
Nadat Mr. Lörs zich aldus op de hoogte had
gesteld, begaf hij zich met den gerechtsdienaar
en Martin Odörfer naar „Rozenhof".
't Kwam hem noodzakelijk voor, op de eerste
plaats den omvang van het door Winkler nage
laten vermogen vast te stellen en te zoeken
naar het testament, dat naar de knecht be
weerde, in ieder geval bestond.
Het bleek, dat Winkler zijn papieren, fondsen
en kostbaarheden, met uitzondering van een
klein bedrag aan geld, niet in de schrijftafel
placht te bewaren, maar in een antiek meu
beltje, dat van 'n geheim slot was voorzien. De
sleutels had men gevonden in de kleeren, welke
de majoor op 't oogenblik van den aanslag
droeg, en Martin had ze in de lade van de
schrijftafel bij 't geld gelegd.
Mr. Lörs maakte het kastje open. Hij vond
alles keurig in orde, onderzocht de papieren
met de uiterste nauwkeurigheid en bevond, dat
Winkler veel rijker was geweest dan iemand
had kunnen vermoeden.
Alléén reeds de aandeelen in een zeer be
kende, bloeiende en rendeerende suikerfabriek
vertegenwoordigden een fortuin; voorts nog een
massa aandeelen in andere, niet minder
bloeiende ondernemingen, kostbare juweelen en
een kleine, maar zeldzame en prachtige ver
zameling gouden snuifdoozen.
Mr. Lörs wendde zich tot den knecht.
Wist u, vroeg hij, dat uw meester zoo rijk
was?
Ja, dat wil zeggen: een bepaald bedrag
kende ik niet. Maar alles, wat over de post
kwam, ging door mijn handen. Trouwens, de
majoor had dikwijls op den kolossalen omvang
van zijn vermogen gezinspeeld. Zoo zei hij eens:
„Martin, prent je dat in den geest en vergeet
het nooit: geld is geen geluk! Men kan zeer
rijk zijn en toch genoodzaakt, zich aan vreemde
haarden te warmen."
Wat bedoelde hij daarmee? Het klinkt alsof
hij zich niet gelukkig voelde.
Dat was hij ook niet, want hij gevoelde
zich eenzaam. De majoor heeft in zijn leven
twee personen met grenzelooze toewijding lief
gehad, zijn vrouw en majoor Eltz. Beiden wer
den hem door den dood ontrukt. Ik geloof, dat
hij dat nooit te boven is gekomen.
En de familie Eltz?
O ja, die was hij zeer genegen. Doch 't
waren jonge menschen van den nieuwen tijd
niets voor een ouden man, zooals hij. Zoo
geschiedde alles, wat hij voor hen deed, meer
uit plichtsbesef dan uit hartelijkheid. Want de
bejaarde mevrouw Eltz denkt ook alleen aan
haar kinderen. Dat voelde de majoor, en 't gaf
hem een gevoel van eenzaamheid en verlaten
heid
Mr. Lörs ging weer naar het kastje.
Dus, zei hij, ik geloof, dat we hier ook het
testament zullen vinden.
En hij begon de vakjes nog eens goed te
doorsnuffelen. Maar noch in het antieke meu
bel, noch in de laden van de schrijftafel, noch
in de andere meubels in de zit- en de slaap
kamer was het te vinden.
Eindelijk zei Mr. Lörs:
Heeft er een testament bestaan, zooals u
beweert en ook notaris Kolbried aanneemt, dan
is het in ieder geval later vernietigd, anders
moesten wij het vinden.
Martin protesteerde:
Vernietigd? Neen, mijnheer, anders moest
ik het weten. Trouwens, 't is zoo goed als zeker,
dat de majoor ook den notaris over die zaak
gesproken heeft.
Waarom meent u dat?
Omdat hij juist in den laatsten tijd zeer
intiem was met den notaris en hem als een
oprecht vriend beschouwde. En tegenover mij
heeft hij zich rechtstreeks over de kwestie uit
gelaten, niet slechts toen hij het testament
maakte, maar ook later en herhaaldelijk. Ook
nog twee maanden vóór zijn dood, in Februari,
toen hij aan griep leed en ik hem verpleegde.
Wat zei hij bij die gelegenheid?
't Was 's avonds zoowat negen uur en
hij voelde zich erg zwak en ziek. Ik had hem
de door dr. Otto voorgeschreven medicijnen
laten innemen en voor den nacht een glas
limonade gereed gezet. Juist schudde ik de
kussens nog even op, toen juffrouw Vvetta bin
nentrad en den majoor verzocht, bij hem te
mogen waken. Ook ik had dat willen doen,
maar hij had geweigerd en ook juffrouw Yvetta
werd afgewezen. Toen zij de kamer weer had
verlaten, keek hij mij glimlachend aan en zei:
„Jullie bent beiden trouwe zielen! Maar ik ben
niet van plan, vandaag of morgen dood te gaan.
Trouwens, al moest dat gebeuren alles is in
orde. Voor de familie Eltz heb ik gezorgd en
ook voor Martin...."
Ik wilde iets zeggen, want het krenkte mij,
dat hjj misschien dacht: „Martin dient mij
enkel voor 't geld." Maar hij scheen op mijn
gezicht te lezen, wat er in mij omging, want
snel liet hij er op volgen: „Neen, neen, ik
weet, dat je het niet om wille van het geld
doet. Ook jij houdt van mij. Maar juist om
die redennog eens: ik heb alles in orde
gebracht. Zoo zal je later nog eens met vriend
schap aan mij denkenEn, wat ik nog wou
zeggen: sommigen zullen blij, anderen heel boos
zijnHij glimlachte nog eens en zei toen:
„Goeden nacht, Martin." En ik verwijderde mij.
Waarom hebt u dat alles niet reeds bij uw
eerste verhoor verteld?
Ik dacht er niet aan; ik was zoo ver
schrikkelijk in de war en bedroefd! Doch later,
toen ik al de gebeurtenissen van den laatsten
tijd overdacht om met betrekking tot den moor
denaar een aanknoopingspunt te vinden, schoot
het mij weer te binnen.
Nu, den moordenaar hebben wij gelukkig.
De schuld van den jongen Eltz is zeker.
De oude knecht zweeg en staarde op den
grond.
Lörs besloot, nog eens de schrijftafel te
onderzoeken. Hij trok al de laden uit, vond ook
een geheim vak, maar dat bevatte niets dan
oude brieven, door een vrouwenhand geschre
ven. Geen testament.
Hoe zag het er uit, dat testament? U hebt
het immers gezien?
Ja, ik heb 't gezien, 't Zat in een enve
loppe van groot formaat, met vijf roode zegels.
Dus wel 'n beetje groot, om in een vest
zak meegenomen te worden, schertste Lörs.
Maar de knecht antwoordde ernstig:
Zelfs te groot voor een jaszak. Men zou
het daartoe hebben moeten vouwen en dan
zouden de zegels beschadigd zijn geweest.
Dr. Lörs maakte nog een inventaris op van
den kostbaren inhoud van het antieke meubel
en verliet toen met de twee anderen 't huis, na
de voordeur opnieuw verzegeld te hebben.
Ongeveer om dien tijd stonden te Weenen
twee personen vóór den beroemden particulie
ren detective Silas Hempel in diens woning,
't Waren Otto Eltz, de bankbediende, en zijn
zuster Rosa.
Daags tevoren had Yvetta hun per telegram
de verschrikkelijke gebeurtenis en de arrestatie
van hun broer gemeld. Dien morgen hadden zij
een expres-brief met nadere bijzonderheden
en een beknopt overzicht van den stand van
zaken ontvangen. Yvetta vroeg in dien brief
haar broer om raad. wat er nu gedaan moest
worden. Moest niet een advocaat met Hardi's
verdediging worden belast? En wie, en
waar?...,
(Wordt vervolgd)