UIT DEN OMTREK
BEV
VE
Mm ócAiijft onó:
ffldveïêml den dag
DONBEKENDE
in de kapel
s
DONDERDAG 19 OCTOBER 1939
Mïva-avond
Hernieuwd missie-enthousiasme
VACATURE IN DEN RAAD
Tijdelijke afsluiting van een weg
Burgerlijke Stand
NOORD WIJK
NOORD WIJKERHOUT
ZAANDAM
IJMUIDEN
Prachtig resultaat
Naar zee
BLOEMEND AAL
HILLEGOM
2f£v«S I Het medaillon j
BOEK EN BLAD
RIJKSVISCHAFSLAG
Staat van besommingen
DOOR A. HRUSCHKA
De gisteravond in het KS.A.-gebouw ge
houden Miva-avond is een groot succes
geworden. In de groote zaal van het K.S.A.-
gebouw was geen plaatsje meer onbezet,
toen de Hoogeerw. heer P. J. Simons, Deken
van Beverwijk een kort begroetingswoord
«prak, o.a. tot de Eerw. Geestelijkheid, ook
uit de omliggende parochies en tot den
burgemeester, Mr. H. J. J, Scholtens en
diens echtgenoote.
Met groote voldoening constateerde Deken
Simons, dat de liefde en de belangstelling voor
het missiewerk, tijdens de groote missieten
toonstelling van het vorig jaar onder katholiek
Eeverwijk gegroeid, nog niet gedoofd is. Hij
sprak de hoop uit, dat deze Miva-avond de
missie-liefde opnieuw en krachtiger nog zal
doen opbloeien.
Onmiddellijk na de opening begon de ver
tooning van het eerste gedeelte van de film
„Het testament van den Missionaris", een mis-
shsverhaal uit Afrika, waarin de ontzaglijke
moeilijkheden worden uitgebeeld, welke de
missionarissen, vooral op verkeersgebied, moeten
trachten te overwinnen. De geschiedenis speelt
ïj^h af in een streek in Afrika, waar doorheen
priesters zich een weg trachten te banen naar
streken op honderden kilometers afstand om
dan het kruis te planten.
Een reeks van realistische filmbeelden voert
de toeschouwers de tallooze moeilijkheden en
gevaren voor oogen, die meermalen de expedi
ties doen mislukken. Woestijnen zonder water,
moerassen en doodelijke koortsen, rusteloos
xwoegen om ergens m de eenzaamheid een
vboruitgeschoven post te kunnen oprichten,
waar ontbering en ziekte tenslotte toch nog
het jonge leven van den missionaris breken.
Dit alles werd door een missionaris opge-
teekend, die ver weg van zijn missiepost in
verlatenheid stierf, opgeteekend in den hoop,
dat zijn confrater, Pater Schulte, zijn oude
strijdmakker en vliegenier uit den wereldoor
log, het eenmaal onder de oogen zou krijgen
om het als doeltreffend middel te bezigen voor
het verkrijgen van verkeersmiddelen voor de
missie.
Want zooveel, wat tot dan toe tevergeefs
werd ondernomen en zoovele offers kostte aan
kostbare levens, zou met moderne verkeersmid
delen slagen, en een onberekenbare hoeveel
heid arbeidskracht voor de redding van zielen
vrijmaken, arbeidskracht, welke tot dan toe in
zoo groote mate moest worden verspild.
Het zijn treffende beelden, die een en ander
schetsen en die tastbaar doen gevoelen, wat
de verkeersmiddelenactie voor de missie be-
teekent, wanneer afstanden worden overwon
nen en levens gered door de verkeersmachines,
die de afstanden naar plaatsen, waar genezing
U en nieuwe kracht, weg doen vallen.
De film maakte op alle aanwezigen een die
pen indruk.
Na de pauze kwam de bekende redenaar, de
eerw. heer Henri de Greeve, dezen indruk nog
een bevestigen met een kernachtig woord.
Hij begon "niet er op te wijzen dat de Miva
een zeer modern onderwerp is. Alles is tegen
woordig gemotoriseerd, van het kinderspeel
goed af tot den dood, want we hebben thans
zelfs den gemotoriseerden moord.
De techniek, zoo vervolgde spr., is voortge
komen uit de. schepping. Waar we ons hevig
over moeten schamen is, dat letterlijk allen en
alles van de techniek hebben geprofiteerd, be
halve de Schepper, God zelf. De uitbreiding van
Zijn Rijk had reeds lang moeten profiteeren
van de middelen der techniek en toch komt zij
pas het laatst aan de beurt.
De missionaris zag voor den drempel van zijn
deur de modernste technische middelen toe
gepast, ten dienste van handel en industrie.
Terwijl op de rivieren de motorbooten van de
ondernemingen voorbij voeren, ging hij per
pedus apostolorem, in een hollen boomstam of
op den rug van een neger, dagen, wekenlang.
Het is een beschamend vraagstuk. Wat zou
het geweest zijn, waarneer de missie in dit
opzicht voorop was gegaan, wanneer de tech
niek het eerst door haar in de binnenlanden
was toegepast! Maar nu is het precies anders
om.
Men bedenke eens, dat de missionarisen de
besten van de besten onder ons zijn. Zij bren
gen groote offers, ook van levens, want het
gemiddelde sterfjaar onder de missionarissen
iigt beneden de veertig!
Dat is niet noodig! Waarom sterven de
meesten van hen zoo jong? Zij moeten te veel
sjouwen in een klimaat, waarop zij niet zijn
berekend en dat hun dikwijls een ellendigen
dood in de eenzaamheid doet sterven.
Miva is geen luxe beweging, het is een
schrikkelijke noodzaak, dat er verkeers
middelen zijn, die het leven van de misssio-
narissen draaglijk maken en verlengen.
Er leeft misschien bij sommige menschen nog
de ouderwetsche idee, dat een missionaris nu
eenmaal moet loopen, zooveel dagen lang, an
ders is hij geen missionaris meer.
Doch de menschen, die den missionaris
naar de boot brengen, nemen de tram of
een taxi om den afstand van een half uur
naar hun huis te „overwinnen". En er wordt
niet aan gedacht, dat zij den missionaris
weg laten gaan met problemen, welke hij
niet, zooals zij, kan oplossen met een dub
beltje voor de tram of een kwartje voor
een taxi.
Duizenden ouders brengen het offer in hun
kinderen. Wij mogen daar niet onverschillig
tegenover staan. Nederland bezit eindelijk een
Miva-actie.
Zij vraagt van ieder wat hij of zij geve kan.
Spr. verzocht dan zijn talrijk auditorium om
het inteekenbiljet in te vullen, met een bijdrage
voor de Miva. Hij gaf hun daartoe even de ge
legenheid.
Na een kort geroezemoes van stemmen en
gekrabbel op Miva-kaarten, die door enkele
vriendelijke dames werden opgehaald, liet spr.
namens de Miva een hartelijk dankwoord
hooren.
De heer Hulst dankte op zijn beurt de eerw.
spr. en allen, die hun medewerking hadden
verleend, waarna deze prachtig geslaagde avond
tot het verleden behoorde.
Moge het resultaat van de Miva naar ver
houding zijn!
Thans heeft ook de heer H. J. Holt mede
gedeeld, dat hij zijn benoeming tot lid van den
Raad niet aanvaardt. De vacante raadszetel be
hoort volgens de reglementen van de R. K.
Staatspartij bezet te worden door een R. K.
georganiseerd middenstander, zoodat thans als
opvolger in aanmerking komt de heer J. J. Bal-
tus, voorzitter van de R. K. Groentehandelaren-
vereeniging „St. Petrus" De heer Baltus neoft
zich bereid verklaard een benoeming te aan
vaarden. Alvorens de heer Baltus kan worden
benoemd, moeten echter zijn voorgangers op de
lijst van de R. K. Staatspartij, de heeren A. A.
Schellevis, J. Bakkum en G. P. Nijssen, verkla
ren, dat zij een benoeming niet aannemen.
B. en W. brengen ter openbare kennis, dat de
Platanenstraat te Umuiden, van den Tusschen-
beeksweg tot den Groeneweg, van Donderdag
19 October a.s. af tot nader order voor het
doorgaand verkeer met rij- en voertuigen zal
zijn afgesloten.
Geboren: N. Dekker-Olyrhook, d.; H. H.
Martens-Iskes, z.; D. W. Veerman-Krijger, z.;
M. C. Hofland-Duijn, z.; O. C. Venema-Beche-
rer, z.
Overleden: R. C. Croesen, 59 j., echtgen. v.
M. J. Janse, Kruidbergerweg 52, Santpoort;
L. A. van IJzerdoom, 50 j., echtgen. van M.
Clots, Evertsenstraat 23, IJmuiden; A. Boes,
71 j., echtgene. van E. de Groot, Adrianastraat
15, IJmuiden; M. Bouma, 62 j., echtgene. van
G. Volder, Pres. Steijnstraat la, IJmuiden.
Leeuwarden bracht verslag uit, waarvoor hem
dank werd gebracht.
Hierna kwam in bespreking de Bond van
Zuid-Kennemerland. Deze organisatie in wor
ding houdt op 9 Nov. te 3 uur ten Stadhuize
Haarlem een vergadering, gevolgd door be
stuursvergadering en verkiezing. Uit elk der 7
aangesloten gemeenten zal 1 bestuurslid zitting
hebben. Besloten werd overleg te plegen met
den burgemeester. Mocht deze geen benoeming
kunnen aannemen, dan zal de heer D. E-
Nieuwenhuis zitting nemen.
Naar aanleiding van een schrijven van Haar
lems Bloei werd besloten, de gevraagde mede
werking te verleenen, temeer, omdat
zoo onverhoopt de oorlogstoestand voortduurt
dit voorjaar bijzonder veel bezoek aan de bloe
menvelden mag worden tegemoet gezien.
Besloten werd, rond half November een alge-
meene ledenvergadering te houden.
Geen gemeentelijke subsidie voor militaiie
tehuizen? Het comité tot instandhouding van
een christelijk militair tehuis te Noordwijk aan
Zee heeft aan den Raad een jaarlijksche sub
sidie verzocht voor het tehuis aan de Hoofd
straat no. 12.
Hoewel de doelstelling van genoemd comité
B. en W. zeer sympathiek is, zijn zij van oordeel
dat de zorg voor de veraangenaming van het
leven der militairen buiten hun diensttijden een
taak is, welke aan het particulier initiatief be
hoort te worden overgelaten.
Mede gelet op den toestand der gemeentelijke
geldmiddelen stellen zij den raad dan ook voor,
op het verzoek afwijzend te beschikken.
Paulina d. van G. A. van Rooijen en J. Koller;
Zwaantje d. van G. Reitsema en T. Boiten; Hen
drik z. van Jan van der Weide en H. H. Penning.
Ondertrouwd: J. de Ruijter en C. Stompé;
A. F. Scholtz en C. J. Voogd; K. Brouwer en
A. van Draanen; C Zeeman en M. Groot; E. J.
de Groot en C. Groot; A. H. Brinkkemper en
E. M. Huijsman; J. Brandenburg en P. C. van
Leeuwen; B. van Ederen en H. W. van Zoest;
A. J. A. van den Berg en G. van der Woude.
Getrouwd: M. Duits en A. J. Poeze; P. Buijs
en W. Bakker; H. Sioots en G. Schoen; P.
Tjeertes en M. F. Smit; C. A. L. Schultze en
D. Hameka; P. Poen en T. Visser; G. W. Peter
sen en C. P. Engel; D. T. de Munck en J. F.
Siffels; A. de Vries en M. PrinsA. Holwedel
en T. van Os; A. J. J. Schreuder en M. M. Hol
wedel; J. P. Vlug en T. Zeldenrust.
Overleden: Elisabeth Schuijt, 59 jr., weduwe
van D. Klokman; Geertrui van Es, 766 jr., ge
huwd met J. H. Wilhelmus; Cornells Augusti-
nus Mantjes, 71 jr., gehuwd met A. A. Epskamp;
Gerrit Post, 75 jr., gehuwd met M. Teeling;
Pieter Johannes van den Huijsen, 90 jr., weduw
naar van A. van den Berg; Jacob Bruijn, 33 jr.,
gehuwd met M. Wester; Maart je van Aken, 52
jr., ongehuwd; Trijntje Rensen, 43 jr., gehuwd
met D. G. de Groot; Teuntje Bakker, 65 jr., ge
huwd met A A. de Waard; Petrus Maria van
Nus, 1 jr., z. v. P. J. W. van Nus en M. H.
Ohligschlager; Johannes Hubertus van Lange-
rak en L. M. Guhl.
De werkloosheid De werkloosheid is in de
gemeente de laatste weken ernstig toegenomen.
Op 14 October stonden bij de arbeidsbemidde
ling ingeschreven als werkzoekenden 153 land
arbeiders, 11 bouwvakarbeiders en 15 behoorende
tot diverse beroepen, dit is totaal HO. Op den
zelfden datum van het vorige jaar bedroeg dit
aantal 71 landarbeiders, 6 bouwvakarbeiders en
13 behoorende tot diverse beroepen, totaal 90.
K.J.M.V. Het winterprogramma der
K J.M.V. St. Aloysius is verschenen en ziet er
goed uit. Vele ontwikkelings- en ontspannings
avonden staan weer voor den deur. Op 23 Oc
tober a s. zal de eerw. pater Sengers een causerie
houden over „Christus Kbning"; 27 December
komt mevr. Schelfhoutv. d. Meulen. welbe
kend van de radio, hier spreken over „Rijpere
Jeugd"; 15 Januari houdt prof. Jansen een
lezing over „Hereeniging der Kerken"; door den
eerw. moderator op enkele nog nader te be
palen data zal gesproken worden over Sint
Willibrord, terwijl op 19 Februari rector Drost
zal- spreken over „Anti-semitisme".
De oudejaarsavond, waarop de nieuwe leden
geïnstalleerd worden is bepaald op 29 Januari,
terwijl in samenwerking met den L.T-B. de heer
D. W. Lefeber op 11 Maart spreekt over N.B V.
Voorwaar een veelbelovend program.
De stoomtrawler „Caroline" IJm. 26 die aan
den afslag was met ruim 700 kisten haring en
350 kisten makreel, besomde hiervoor in totaal
10.000.Niettegenstaande de haring zeer
klein van stuk was, werd ruim 10,per kist
van 100 pond betaald, terwijl de makreel een
iteord-prijs van 15—16 gulden per kist op
bracht.
Ook de stoomtrawler „Delft" IJm. 17 van de
reede rij „De Vem" is ter visscherij uitgevaren.
Wederom wordt in de haven een aantal
trawlers van de nationaliteitsmerken voorzien,
v/elke, naar verwacht wordt, ook spoedig weer
ter vischerij zal uitvaren. Ook de stoomlog-
ger „Petrus Fauius" IJm. 266 wordt voor de
haringvisscherij klaar gemaakt.
Burgerlijke Stand. Geboren: H. J. Moer
man—Hoogslag, zoon; A. M. van der Putten
Joosten, zoon.
Ondertrouwd: G. D. Hellewaard en M. S. Mol-
lema; A. C. Michels en J. Koeleman; J. Koller
en A. A. Favier
Getrouwd: F. Boogerd en L. G. Daamen.-
Overleden: C. A. Heemskerk, 38 jaar, won. te
Haarlem; J. de Vries, 72 jaar.
V.V.V. Alhier hield de Hill. V.V.V. een
vergadering in hotel Sisterma.ns. Met kennis
geving afwezig de heer Maaskant; er is een
vacature. De voorzitter, de heer C. Joh. Bak
ker Jzn., opende met een woord van welkom.
Spr. wijdde eenige gevoelvolle woorden aan het
overleden oud-bestuurslid, den heer P. D. van
Mourik.
De secretaris las de notulen, die onveranderd
onder dank werden vastgesteld.
De afgevaardigde naar het congres te
Oproep vrijwillige burgerlijke dienstver-
leening De algemeene Oranjevereeniging
Zaandam heeft middels een circulaire een op
roep tot haar leden gedaan om mede te wer
ken tot de verdere organisatie van de Vrijwil
lige Burgerlijke Dienstverleening. Hulp is o.m.
noodig voor de administratie, ordonnansen-
dienst, voedselvoorziening, over- en onderbren
gen van vrouwen, kinderen en hulpbehoeven
den ingeval van evacuatie, hetzij van Zaan
dam of naar Zaandam. Aanmelding kan
geschieden ten kantore van den voorzitter,
notaris van Hoek, Westzijde 24, Zaandam en
wel tot 1 November a.s. Zaterdags van 9.30—
12.30 uur en op alle overige werkdagen van
9.305.30 uur. Invulformulieren liggen aldaar
ter teekening.
Aangehouden en ter beschikking gesteld
Door de politie is alhier een Amsterdammer in
bewaring gesteld welke verdacht wordt van
diefstal van rijwielplaatjes De aangehoudene
is inmiddels op transport naar Haarlem gezet
ter voorgeleiding voor den officier van justitie.
Vechtende schepelingen De hulp van de
politie werd Dinsdagavond ingeroepen voor een
vechtpartij aan boord van een in de zeehaven
liggende Zweedsche houtboot. Dat het er nogal
flink van langs ging, bleek, dat een der vech
tenden een niet onbeduidende messteek opliep.
Natuurlijk was de drank de oorzaak en werd
de onder invloed verkeerende onruststoker ter
ontnuchtering naar het bureau overgebracht.
Burgerlijke stand. Geboren: Elisabeth Mar-
garetha, d. van J. H. H. Brugman en J. M.
Baans; George, z. van P. J. C. Groen en C.
Schoonhoven; Willem, z. van K. Visser en A.
Schaft; Jeantje Sijtje, d. van W. van der Weerdt
en N. Leuntjes; Johannes Jacobus, z. van J. J.
Fleur en A. C. Waijper; Nelly d. van L. D. Vis
ser en P. Mollevanger; Kees z. van C. de Vries
en G. Koerse; Hans z. van C. Pondman en A.
Abbing; Maria Adriana d. van H. van der Weide
en H. P. Offenberg; Elizabet Margareth d. van
J. T. de Waal en G. J. Dekker; Andries z. van
A. Selie en L. Heinis; Hendrik Albertus z. van
H. Elzenga en A. M. Sinkeldam; Annemarie
d. van L. de Wit en M. A. J. P. de Goeje;
Cornelis Hendrikus z van J. J. Frefjer en H
Koreman; Johan Koen z. van C. van Dam en
W. Littel; Angenes Henriëtte d. van F. van Wijk
en A. A. Koens; Aldert Willem z. van J. Scha-
ger en C. Wiepjes; Rita d. van M. Dekker en
M. van Heijningen; Maria d. van C. Bootsman
en H. Bakker; Petronella Klaart je d. van C. P.
de Groot en N. Stroo; Elika d. van D. Poll en
T. van Nek; Cornelis z. van H. G. Reimerink
en C. Honigh; Jan z. van C. Schenk en A. Bleij;
Over: Voorlichting op land- en
tuinbouwgebied.
De minister van Economische Zaken staat
voor een ontzagwekkende taak: de voedselvoor
ziening voor mensch en dier. Zeker, hij heeft
een machtigen steun in de Directie van den
Landbouw en in de Commissarissen der voed-
selvoorzieningsbureaux. Daarbij is een staf van
consulenten (landbouw-, tuinbouw-, veeteelt-,
zuivel- en pluimveeteeltconsulenten) werkzaam
om aan de landbouwers en tuinders in woord
en geschrift de zoo noodzakelijke voorlichting te
geven. Ook de boeren- en tuindersorganisaties
laten niets onbeproefd om haar leden door de
moeilijke tijdsomstandigheden heen te helpen.
Doch alle voorlichting ten spijt wordt door de
landbouwers zelf, die toch de eerst-belangheb-
benden en de voornaamste medewerkers in de
voedselvoorziening moeten zijn, onoordeelkun
dige kritiek op regeeringsmaatregelen uitge
oefend en worden dikwijls niet de juiste wegen
bewandeld om de productie zoo hoog mogelijk
op te voeren en de cultuur van den landbouw
zoo intensief mogelijk te beoefenen. Wij mogen
hierin volstrekt geen onwil zien of zucht tot
beknibbeling, maar veeleer een gebrek aan in
zicht tot aanpassing aan de moeilijke tijdsom
standigheden.
Het is daarom zeer wenschelijk, dat er ge
streefd wordt naar een persoonlijk contact met
de land- en tuinbouwers. Dat contact bestaat
reeds voor een deel in de lagere land- en tuin
bouwscholen, maar toch vooral in de land- en
tuinbouwcursussen, die allerwege gegeven wor
den.
In de tegenwoordige situatie moet dat con
tact nog inniger worden. Het hoofdbestuur van
de federatie van katholieke land- en tuinbouw-
onderwijzersvereenigingen in Nederland, ge
naamd het „Katholiek Land- en Tuinbouwon-
derwijzersverbond" verkort K.L.T.V.), heeft
zich daarom beraden, ten einde te komen tot
maatregelen, die het individueel contact kun
nen versterken om daarmee het landsbelang te
dienen. De Federatie kan dat doen, doordat
haar leden als hoofd der school of als onder
wijzer meer het vertrouwen genieten der land
en tuinbouwers en daardoor meer invloed op
dezen kunnen uitoefenen door hun persoonlij
ken omgang met hen.
De leden onzer Federatie staan klaar om hun
volle medewerking te geven, mits de onontbeer
lijke steun van de Directie van den Landbouw,
van de consulenten en van de boeren- en tuin
dersorganisaties verkregen wordt. Er zijn reeds
symptomen, die op dezen steun wijzen en daar
door aangemoedigd is de Federatie reeds werk
zaam om richtlijnen aan te geven, die de toe
komstige taak onzer leden nader omschrij
ven en verlichten.
Tegelijkertijd is ons Hoofdbestuur er van
overtuigd, dat ook onze zusterorganisaties, als
daar zijn: de Nederlandsche Vereeniging van
Land- en Tuinbouwonderwijzers, de Christelijke
Vereeniging van Land- en Tuinbouwonderwij
zers en de Vereeniging van Tuinbouwvakonder-
wijzers, niet zullen achterblijven, als beroep op
hun medewerking gedaan wordt.
Namens het hoofdbestuur v. h. K.L.T.V.
De Secretaris,
G. PUTTERS.
Op een avond, dat Thecla Retford in haar
tuin wandelde, hoorde ze eensklaps haar naam
noemen. Er werd dus over haar gesproken, dacht
ze. Haar dochter Martha zat met haar verloofde
op een bank achter de heg. Ze konden Thecla
niet zien en hadden haar ook niet gehoord, zoo
dat ze met een blos op de wangen had geluisterd.
Wie haar op dit moment had gezien, zou
medelijden gevoeld hebben voor die koele, onge
naakbare vrouw, wier hart voor iedereen ge
sloten scheen te zijn.
„Ik denk," hoorde ze haar dochter zeggen,
„dat het komt, omdat moeder het verleden wil
verzwijgen."
„Och," antwoordde Rob, „dat denk ik niet."
„Maar, als we, zooals we hebben besloten,
moeder bij ons zullen nemen, Robby, ben je
dan niet bang voor haar vreemde levens
houding?"
„Och, kindlief, hoe kom je daar aan?" vroeg
de jonge man. „Als je moeder een beetje vreemd
is, zal ze daar d'r reden wel voor hebben. Je
weet dat ik veel van haar houd en die vreem
de levenshouding, zooals je dat noemt, zal daar
geen verandering in brengen."
Toen ze dit gehoord had, had mevrouw Ret
ford zich snel verwijderd. Z'e ging naar d'r
kamer.
Ja, dacht ze, misschien was ze wel onbillijk
tegenover Martha geweest. Maar ze had het
verleden voor haar verzwegen, om haar een
groot verdriet te besparen. Maar al te goed wist
ze, dat jaren geleden haar levensgeluk verwoest
was en dat ze niet vergeven en vergeten kon. In
haar stille kamer gezeten, dacht ze weer aan
dat vreeselijke oogenblik, toen een zwerver haar
was komen meedeelen, dat Austin Retford er
gens in Argentinië, na een hevige ruzie, was
doodgeschoten. Austin Retford, haar man, een
dief en een speler. Zij had het niet kunnen, niet
willen gelooven.
Er werd op de deur geklopt en Martha kwam
binnen. Met groote, angstige oogen keek ze haar
dochter aan, alsof ze haar om medelijden en
vergeving smeekte. Martha knielde naast haar
neer en verborg d'r hoofd in haar schoot.
„Kindlief," zei ze, „ik heb gehoord wat Rob
en jij vanavond in den tuin over me gezegd heb
ben." En ze streelde de donkere lokken van het
meisje.
„O, moeder," zuchtte Martha en drukte zich
vaster tegen haar aan.
„Ik weet, dat ik het niet had moeten doen,"
hernam mevrouw Retford, ,maar ik kon niet
anders. Ik wilde weten, hoe jullie beiden over
me zouden denken, omdat ik je geluk niet in
den weg wilde staan. Misschien heb je me de
oogen geopend voor een verzuim, dat ik nu wil
herstellen. Neem dus een stoel, kindlief, ga vlak
bij me zitten en luister:
Ik was nog heel jong toen ik je vader voor
't eerst ontmoette. Met heel mijn hart ging ik
van hem houden. M'n moeder was al vroeg ge
storven en m'n vader ging geheel op in z'n bo
tanische studiën, zoodat niemand mij ten goede
kon raden. Austin Retford was de zoon van z'i»
ouden studievriend en dat was voor m'n vader
al voldoende om hem met open armen te ont
vangen en hem gaarne als z'n schoonzoon te
accepteeren. Binnen 2 maanden waren we ge
trouwd. Al heel gauw kwam ik tot de ontdek
king, dat je vader vreeselijk zelfzuchtig was en
dat hij niets of niemand ontzag, als 't er op
aankwam aan z'n zelfzucht te voldoen. Wat al
3ven erg was, hij dronk en zelfs in de eerste
weken van ons huwelijk, ontzag hij zich niet,
='n drankzucht bot te vieren. Ik wees hem er
herhaaldelijk op, maar hij stoorde er zich niet
lan. Toen hij eens 's avonds zwaar beschonken
thuis kwam, sloot ik hem buiten. Hij brak de
deur open en mishandelde mij. Hij verviel van
kwaad tot erger. Na anderhalf jaar kwam de,
oreuk. Op zékeren morgen vertelde hij me, dat
hij voor eenige dagen op reis moest. Hij zei me
vaarwel en sindsdien heb ik hem nooit meer
terug gezien. Later bleek, dat hij vluchten moest,
omdat hij een chèque van 10.000 pond vervalscht
had. Ik heb er nooit met jou over gesproken,
Martha, want had ik dit gedaan, dan zou je
ook gemerkt hebben, dat ik hem hevig haatte.
Begrijp je nu, kindlief, dat ik je nooit over je
vader gesproken heb? Toen jij geboren werd,
w^s hij al gevlucht. Hij heeft je dus nooit ge
zien. Twaalf jaar later kwam een zwerver mij
z'n dood meedeelen en ofschoon het me meer
aangreep, dan ik wilde laten blijken, zoo heeft
me z'n dood toch erg gegriefd."
Hier zweeg mevrouw Retford, terwijl ze recht
voor zich uitstaarde. Martha was opgestaan. Ze
sloeg haar armen om haar moeder heen en
kuste haar innig
„Arme moeder," zuchtte ze, „we hebben nooit
geweten, dat u zooveel leed te verbergen had."
„Gelukkig niet, lieveling. Maar neem je het
mij niet kwalijk?"
„Hoe zou ik dat kunnen moeder?"
Moeder en dochter bleven nog eenigen tijd bij
elkaar zitten. Toen Martha de kamer verlaten
had, bleef de eenzame vrouw met gesloten oogen
aan 't verleden denken. De wind ruischte in de
boomen en geen ander geluid drong tot haar
door. Eensklaps voer een schok door haar leden.
't Was of er
iemand voor haar E
stond en toen ze i
kleed man voor
zich. Z'n gezicht
was met bloed
bevlekt en hij strekte z'n armen smeekend naar
haar uit.
„Thecla," fluisterde hij.
„Austin," klonk het van haar lippen. „Hoe
kom jij hier?"
„Verwachtte je me?"
„Ja, ik heb nooit geloofd, dat je dood bent. Ik
wist, dat je terug zóu komen."
„Ik heb zooveel om jou geleden, Thecla. Ik
durfde niet terug te komen. Ik was een dief,
een drinker en een speler. lederen dag zakte ik
dieper in de ondeugd weg. Ik wist, dat, als ik
terug kwam, men mij direct zou arresteeren. En
ik wilde ook ons kind, Martha, niet ongelukkig
maken.. Thecla, hoor je me? Onder in de la,
onder dat roode doosje, ligt een medaillon; neem
dat en geef het aan ons kind op haar trouwdag,
't Is een geschenk, ook van mij, Thecla. Beloof
je me dat?"
„Ja, Austinmaar
„Stil, zeg niets. Ik weet het en ken je ver
wijten; ik heb ze gehoord, dag en nacht. Ver
geef me,tThecla, vergeef me, voor den laats ten
keer; vergeef me
„Ik vergeef je, Austin, en zal doen wat je
gevraagd hebt. Ik zal
Mevrouw Retford schrok wakker en zat nog
in denzelfden stoel. Haar ledematen waren stijf
en koud, maar inwendig doorstroomde haar een
warm gevoel. Ze stond op en liep in 't donker,
zonder licht te maken, naar de kast, waarvan ze
de onderste lade open school. Op 't gevoel af
tastte zij er in, en haalde er een voorwerp uit,
dat op een groot, gepolijst goudstuk leek. Ze
legde het op den schoorsteen en verliet snel
de kamer.
Toen Martha den volgenden morgen bij haar
moeder kwam, was ze getroffen door het vrien
delijke gelaat, dat geen sporen meer droeg van
de stugge geslotenheid van vroeger.
„Moeder!" riep ze, „lieve moeder, wat is er
met u gebeurd?"
„Ik heb den geheelen nacht in den stoel ge
slapen en toen.... heb ik.... voor de laatste
maal vergeving geschonken. Ik ben nu heel
gelukkig."
Mevrouw Retford kuste haar dochter harte
lijk en nam haar mee naar d'r zitkamer.
„Hier," sprak ze, „is het huwelijkscadeau van
jevader en van mij."
Ze nam het medaillon van den schoorsteen.
„In geen twintig jaar heb ik het open ge
maakt. Ik was besloten het nooit meer in han
den te nemen en had het goed verborgen in de
kast. Je vader gaf het me, toen we trouwden.
Nu is het voor jou."
Z'e opende het gouden medaillon en keek lan-
gen tijd naar 't portret van twee jonge men
schen.
,,'t Zijn je vader en ik," zei ze, „en 't is het
eenige portret dat ik van hem heb. Neem het,
Martha, 't Is een bewijs dat ik hem vergeven'
heb, en," liet ze er fluisterend op volgen, „dat
ik hem nog lief heb."
Als u op een bepaalden
weg overdag «onder ge
vaar 90 kilometer per uur
kunt rijden, beteekent dit
nog heelemaal niet,
dat daar bij avond
zonder risico's een S0
kilometer vaart kan
worden ontwikkeld.
Op den weg hangt
idles van de omstan
digheden afregelt
döömaar uw snelheid I
DE EERSTE BRIGADE, door
Karei Capek. Uitgave van Holkema
en WarendorJ N.V. Amsterdam
Een boek als „De oorlog der salamanders"
schrijft men maar eens en ook een vitale geest
als Karei Capek zal zich aan den stelregel hebben
te onderwerpen, dat er vele jaren liggen tusschen
de eerste grootsche daad en de volgende. Maar
toch is Capek's rijke fantasie met dit eene boek
bij lange niet uitgeput. Ook na de kostelijke
satire op de waanwijsheid der menschen heeft
Se Tsjech nog verschillenden lezenswaardigen
boeken het licht doen zien en in zijn jongste
werk „De eerste brigade" bewijst hij andermaal
vaardigen, fijnzinnigen geest en een vlotte pen
te bezitten.
„De eerste hrigade" is het boek van den
jongen Stanja Pulpan, den H.B.S.-leerling, die
door den dood van zijn tante die hem onderhield,
niet verder kan leeren en nu gedwongen is als
sleepersleerling in de mijn te werken. Maar zijn
opvoeding en ontwikkeling laten zich niet ver
loochenen. Hij blijft nog steeds hopen op de
groote kans om te laten zien dat hij iets meer
is dan een gewone mijnwerker. Ongetwijfeld
zal hij eens de groote voorman zijn, de woord
voerder van de geheele arbeidende klasse in de
mijnstreek. En inderdaad komt zijn kans, maar
anders dan hij zich die gedacht had.
In de Christine, de mijn waar hij met zijn
makkers werkt, is mijngas ontploft en verschil
lende arbeiders zijn afgesloten. Bij de eerste
brigade vrijwilligers welke in de mijn afdaalt
bevindt zich misschien nog het meest tot zijn
eigen verwondering Stanja Pulpan. Aanvan
kelijk is hij teleurgesteld omdat zijn reddingswerk
zich bepaalt tot het wegsleepen van steenen
maar als hij zijn naam in de krant leest en
meer nog door de andere, oudere mannen van
de brigade als een gelijke wordt behandeld, voelt
hij zich weer volkomen met zijn positie tevreden.
Als hij bij de tweede poging van zijn brigade
om de ingesloten makkers te redden het wankele
dak van de schacht boven den ingenieur, die hU
met jongensachtige toegenegenheid bewondert,
ziet instorten, wil hij te hulp schieten, doch door
eigen schuld en gebrek aan ervaring loopt nu
zelf een ernstige verwonding op, welke hem
het vervolg voor den arbeid onder den grond
ongeschikt maakt. Maar hij is nu „ontdekt" en
krijgt kans om zijn studiën te voltooien. Het i
een belooning voor hem maar het scheidt hem
tevens tot zijn groote spijt van de mannen dl
hij in de uren van gevaar, bedreigd door mijngas
en instorting heeft leeren kennen en waardeeren
en die hij nimmer zal vergeten.
Cr.
IJMUIDEN, 19 Oct. Versche visch. Tarbot
190, Tong 0.961.95 per kg. Groote Schol 33- j
middel Schol 28.50, Zetschol 31.00, kleine SC»"
10 50—28.50, Schar 5.80—15, Wijting 4.60—9, ve'
sche Haring 8.90—11.50 per 50 kg. KabelJ»u
80.00—84 per 125 kg. Leng 2.75—3 per stuk.
Snoekbaars in consignatie 21 tot 25 cent per ®g
Aanvoer 909 kisten versche haring. 20 kanw
steurharing 16.0017 per kantje.
van den heden aangekomen
Adelante IJm.
TRAWLER
19 1315 manden 9150.-
KOTTERS
IJm. 23 1940.—, U.K.: 17 82.—, 35 129.—
29 725.—, 39 760—, 11 756.—, 19 764.—, 32 761-
49 768.—, 33 755.—, H.D. 25 967.—, H.D. 37 101".
20
Annie heeft zich wel een oogenblik afge
vraagd, of zij niet beter zou doen, naar haar
eigen hamer te gaan; maar daar is het de
zomer-a vonden onuitstaanbaar heet: juist
daarom vluchtte zij naar de eetkamer, waar het
aangenaam koel is, daar zij aan de noordzijde
van 't gebouw is gelegen. Bovendien: Gerda
weet, dat Annie hier zit, want een half uur
geleden is zij door de eetkamer gekomen. Voorts
is men niet gewoon in den salon geheimen te
bespreken en Annie heeft niet den minsten lust
om het gesprek af te luisteren.
Zij blijft dus rustig zitten en werkt zelfs met
toenemenden ijver.
Maar plotseling laten de stemmen in den
salon zich luider hooren. Haars ondanks ver
staat Annie wat er gezegd wordt, en de woor
den, die zij opvangt, doen haar zoo hevig ont
stellen, dat 't borduurwerk haar handen ont
glipt.
„Ja, Hubert, gisteren heb -ik met papa gespro
ken."
„En wat zei hij?"
Hij heeft een zeer goede meening over je.
Papa zei woordelijk: „Sochor is een schrander
en begaafd jongmensch. Hij zal zijn weg wel
vinden, als er hem kans toe geboden wordt.
In beginsel zou ik er niets tegen hebben als hij
aanzoek deed om je hand
Heeft je vader dat werkelijk gezegd?
Ja, woordelijk. Maar papa wenscht, dat het
aanzoek niet wordt gedaan voor je een zelf
standige positie hebt. Dat zal met de erfenis van
je oom toch mogelijk zijn, niet waar."
Ja, natuurlijk, ik heb al stappen gedaan.
O, Gerda
Zij valt hem gnel in de rede.
A propos, over die erfenis heb je mij wel
is waar reeds herhaaldelijk gesproken; maar ik
heb graag een helderen kijk op de dingen en
uit verschillende berichten in de bladen heb ik
gezien, dat dié nalatenschap je nog niet eens
definitief is toegekend en dat feitelijk alles af
hangt van een testament, dat nog steeds wordt
gezocht. Wel, hoe staat het eigenlijk daarmee?
De zaak is zeer eenvoudig en duidelijk en
zal dan ook binnen eenige dagen te onzen gunste
worden uitgemaakt. De familie Eltz heeft name
lijk in den beginne beweerd, dat majoor Winkler
een testament had gemaakt, waarbij mijn vader
geheel buiten de nalatenschap werd gesloten.
Dat fictieve testament heeft men natuurlijk
niet ontdekt, om de eenvoudige reden, dat het
niet bestaat en dus moet d'e erfenis ons ten
deel vallen.
t En als dat testament nu toch bestond
enwerd gevonden? Misschien laterbij
toeval?
Sochor glimlacht. Dit lachje moet allen
twijfel uitsluiten.
Maak je niet ongerust, het bestaat niet!
Ik zou je dat niet zoo stellig zeggen, als ik
het niet met absolute zekerheid wist
Annie heeft ieder woord opgevangen; zij
wordt hevig opgewonden; allerlei gedachten
schieten haar verward door het hoofd.
Dus Sochor is de bezoekerEn zijn
betrekkingen met Gerda zijn reeds zoo ver,
dat het formeel aanzoek weldra kan volgen.
En daarvan heeft Annie tot nu toe zelfs geen
flauw vermoeden gehad. Als hij nu op de be
slissing aandrongen Gerda van ha ar kant
bindende beloften deed?
O, kon zij Gerda toch waarschuwen! Haar
overreden, althans nog te wachten.... inlich
tingen in te winnen.
Maar hoe? Zij kan toch niet alles zoo maar
vlakaf zeggen. Hoe zou de trotsche Gerda die
inmenging opnemen? Neen, dat gaat niet.
Over dit alles nadenkende, heeft Annie haar
werk reeds bijeengeraapt. Kan zij toch niet hel
pen, dan wil zij ook verder niets hooren,
Zij is opgesprongen, zóó driftig, dat de stoel
met hooge, gebeeldhouwde leuning, waarop zij
gezeten heeft, achterwaarts valt en met veel
lawaai tegen den grond slaat.
Onmiddellijk daarop gaat de deur van den
salon open. Gerda verschijnt op den drempel.
O, bent u het? Ik wist niet, dat u nog
hier was, juffrouw Annie
Annie hoort niet den scherpen toon van die
woorden. Zij ziet enkel Gerda en voelt slechts
dit: „Een beschikking van de Voorzienigheid!"
Zij werpt de dingen, die zij in de hand houdt,
op de tafel, loopt op Gerda toe en trekt haar
mee in de ruime vensternis, welke zich dicht
bij de deur van den salon bevindt:
Juffrouw Gerda, ik kan er niets aan
doen.... ik kon niet vermoeden.... Maar 't is
goed zoonu kan ik u waarschuwen
Bind u niet door een onvoorzichtig woord aan
dien man.... Hij is slecht.... heeft reeds
'n meisje voor geheel haar leven ongelukkig
gemaakten is nu weer verloofdheime
lijk.... met de dochter van professor Edels-
brunner.... u kunt informeeren.O, geloof
mij tochook u zoudt ongelukkig worden
met hem
Zij zwijgt. Koel en beslist heeft Gerda's stem
haar in de rede gevallen:
Wat hebt u met dat alles te maken, juf
frouw? Heb ik verzocht, u met mijn zaken te
bemoeien?
Annie is verschrokken, begrijpt eigenlijk niet
goed meer, wat er omgaat. Zij heeft het toch
zoo goed gemeend.
Maar dicht bij haar zegt nu Sochor met
koelen spot:
Ik zal je uitleggen, Gerda, wat juffrouw
Eltz er toe brengt, zich met onze zaken te
bemoeien, 't Is de haat van een teleurge
stelde! Want vermoedelijk weet je niet, dat
deze jonge dame behoort tot dezelfde familie
Eltz, die jaren lang jacht heeft gemaakt op de
nalatenschap van mijn oudoom Winkler, en
thans nog een laatste en wanhopige poging
aanwendt met haar beroep op een fictief testa
ment. Zij is de zuster van den sluipmoordenaar
Everhard Eltz, de zuster van Yvetta Eltz, die
van medeplichtigheid wordt beschuldigd. En zoo
iets waagt het nog fatsoenlijke menschen te be
tichten, in plaats van zich uit schaamte achter
baks te houden!
Gerda Neumann heeft zich een paar stappen
van Annie verwijderd.
Is dat waar, juffrouw? Bent u de zuster
van dien
Ja, 't is waar. Doch Hardi is onschuldig,
en van den kant mijner familie werd nooit be
weerd, dat er een testament te haren gunste be
staat. Anderen hebben dat verzekerd, en
Genoeg; daar heb ik niets mee uit te
staan. De justitie mag dat uitmaken. Maar
't is een feit, dat u behoort tot een familie,
over welke thans zeer ongunstig wordt gespro
ken en dat feit kenden wij niet. Het spreekt
vanzelf, dat de zuster vanvan een sluip
moordenaar geen oogenblik langer gouvernante
van mijn nichtjes kan zijn. U zult dus onmid
dellijk uw koffer pakken en dit huis verlaten.
Het u nog toekomend salaris zal ik u aan
stonds op uw kamer laten brengen. Tegenover
mijn zuster neem ik de volle verantwoordelijk
heid voor den getroffen maatregel op mij.
Met een trotsch knikje verdwijnt Gerda, op
den voet gevolgd door Sochor. in den salon.
Ditmaal sluit zij met een krachtig gebaar achter
zich de deur, als wil zij voor altijd een scheids
muur oprichten tusschen zich en dat schepsel,
de zuster van een sluipmoordenaar.
Maar Annie voelde zich noch vernederd, noch
geschandvlekt. Ook in haar leefde het geloof
aan Hardi's onschuld zoo sterk, dat zij niet
twijfelde aan zijn vrijspraak en overtuigd was,
dat Gerda reeds over eenige dagen haar Se'
drag bitter zou betreuren. Het was eigenlijk
een verlichting voor haar, „Villa Lola" te kunnen
verlaten.
Zij maakte haar bagage gereed, riep den be
diende en verzocht hem, alles over te brengen
naar de woning van juffrouw Martinetz,
Farbergasse 6.
Z^j zelf begaf zich te voet daarheen. ZÜ
wilde Louise alles vertellen, den nacht bij haar
doorbrengen en 's morgens naar Vriebusweiler
vertrekken.
Zij gevoelde, dat daar, bij haar familie haar
plaats was, althans tot het proces was afge"
loopen en zij alleen 't hoofd weer recht konden
dragen.
Zij had wat geld gespaard en kon zich de
weelde van een korte vacantie gunnen. De aan
leiding tot haar plotseling vertrek zou zij haa"
familie, die toch reeds zooveel te dragen had,
niet meedeelen. Zij zou eenvoudig zeggen, dat
leven bij de Neumanns haar ondraagbl*
was geworden en dat zij daarom haar betrek
king hi»! opgezegd.
(Wordt vervolgd-'
4ee
J»eir
«en