UIT DEN OMTREK BEV VE Mm ócAiijft onó: ffldveïêml den dag DONBEKENDE in de kapel s DONDERDAG 19 OCTOBER 1939 Mïva-avond Hernieuwd missie-enthousiasme VACATURE IN DEN RAAD Tijdelijke afsluiting van een weg Burgerlijke Stand NOORD WIJK NOORD WIJKERHOUT ZAANDAM IJMUIDEN Prachtig resultaat Naar zee BLOEMEND AAL HILLEGOM 2f£v«S I Het medaillon j BOEK EN BLAD RIJKSVISCHAFSLAG Staat van besommingen DOOR A. HRUSCHKA De gisteravond in het KS.A.-gebouw ge houden Miva-avond is een groot succes geworden. In de groote zaal van het K.S.A.- gebouw was geen plaatsje meer onbezet, toen de Hoogeerw. heer P. J. Simons, Deken van Beverwijk een kort begroetingswoord «prak, o.a. tot de Eerw. Geestelijkheid, ook uit de omliggende parochies en tot den burgemeester, Mr. H. J. J, Scholtens en diens echtgenoote. Met groote voldoening constateerde Deken Simons, dat de liefde en de belangstelling voor het missiewerk, tijdens de groote missieten toonstelling van het vorig jaar onder katholiek Eeverwijk gegroeid, nog niet gedoofd is. Hij sprak de hoop uit, dat deze Miva-avond de missie-liefde opnieuw en krachtiger nog zal doen opbloeien. Onmiddellijk na de opening begon de ver tooning van het eerste gedeelte van de film „Het testament van den Missionaris", een mis- shsverhaal uit Afrika, waarin de ontzaglijke moeilijkheden worden uitgebeeld, welke de missionarissen, vooral op verkeersgebied, moeten trachten te overwinnen. De geschiedenis speelt ïj^h af in een streek in Afrika, waar doorheen priesters zich een weg trachten te banen naar streken op honderden kilometers afstand om dan het kruis te planten. Een reeks van realistische filmbeelden voert de toeschouwers de tallooze moeilijkheden en gevaren voor oogen, die meermalen de expedi ties doen mislukken. Woestijnen zonder water, moerassen en doodelijke koortsen, rusteloos xwoegen om ergens m de eenzaamheid een vboruitgeschoven post te kunnen oprichten, waar ontbering en ziekte tenslotte toch nog het jonge leven van den missionaris breken. Dit alles werd door een missionaris opge- teekend, die ver weg van zijn missiepost in verlatenheid stierf, opgeteekend in den hoop, dat zijn confrater, Pater Schulte, zijn oude strijdmakker en vliegenier uit den wereldoor log, het eenmaal onder de oogen zou krijgen om het als doeltreffend middel te bezigen voor het verkrijgen van verkeersmiddelen voor de missie. Want zooveel, wat tot dan toe tevergeefs werd ondernomen en zoovele offers kostte aan kostbare levens, zou met moderne verkeersmid delen slagen, en een onberekenbare hoeveel heid arbeidskracht voor de redding van zielen vrijmaken, arbeidskracht, welke tot dan toe in zoo groote mate moest worden verspild. Het zijn treffende beelden, die een en ander schetsen en die tastbaar doen gevoelen, wat de verkeersmiddelenactie voor de missie be- teekent, wanneer afstanden worden overwon nen en levens gered door de verkeersmachines, die de afstanden naar plaatsen, waar genezing U en nieuwe kracht, weg doen vallen. De film maakte op alle aanwezigen een die pen indruk. Na de pauze kwam de bekende redenaar, de eerw. heer Henri de Greeve, dezen indruk nog een bevestigen met een kernachtig woord. Hij begon "niet er op te wijzen dat de Miva een zeer modern onderwerp is. Alles is tegen woordig gemotoriseerd, van het kinderspeel goed af tot den dood, want we hebben thans zelfs den gemotoriseerden moord. De techniek, zoo vervolgde spr., is voortge komen uit de. schepping. Waar we ons hevig over moeten schamen is, dat letterlijk allen en alles van de techniek hebben geprofiteerd, be halve de Schepper, God zelf. De uitbreiding van Zijn Rijk had reeds lang moeten profiteeren van de middelen der techniek en toch komt zij pas het laatst aan de beurt. De missionaris zag voor den drempel van zijn deur de modernste technische middelen toe gepast, ten dienste van handel en industrie. Terwijl op de rivieren de motorbooten van de ondernemingen voorbij voeren, ging hij per pedus apostolorem, in een hollen boomstam of op den rug van een neger, dagen, wekenlang. Het is een beschamend vraagstuk. Wat zou het geweest zijn, waarneer de missie in dit opzicht voorop was gegaan, wanneer de tech niek het eerst door haar in de binnenlanden was toegepast! Maar nu is het precies anders om. Men bedenke eens, dat de missionarisen de besten van de besten onder ons zijn. Zij bren gen groote offers, ook van levens, want het gemiddelde sterfjaar onder de missionarissen iigt beneden de veertig! Dat is niet noodig! Waarom sterven de meesten van hen zoo jong? Zij moeten te veel sjouwen in een klimaat, waarop zij niet zijn berekend en dat hun dikwijls een ellendigen dood in de eenzaamheid doet sterven. Miva is geen luxe beweging, het is een schrikkelijke noodzaak, dat er verkeers middelen zijn, die het leven van de misssio- narissen draaglijk maken en verlengen. Er leeft misschien bij sommige menschen nog de ouderwetsche idee, dat een missionaris nu eenmaal moet loopen, zooveel dagen lang, an ders is hij geen missionaris meer. Doch de menschen, die den missionaris naar de boot brengen, nemen de tram of een taxi om den afstand van een half uur naar hun huis te „overwinnen". En er wordt niet aan gedacht, dat zij den missionaris weg laten gaan met problemen, welke hij niet, zooals zij, kan oplossen met een dub beltje voor de tram of een kwartje voor een taxi. Duizenden ouders brengen het offer in hun kinderen. Wij mogen daar niet onverschillig tegenover staan. Nederland bezit eindelijk een Miva-actie. Zij vraagt van ieder wat hij of zij geve kan. Spr. verzocht dan zijn talrijk auditorium om het inteekenbiljet in te vullen, met een bijdrage voor de Miva. Hij gaf hun daartoe even de ge legenheid. Na een kort geroezemoes van stemmen en gekrabbel op Miva-kaarten, die door enkele vriendelijke dames werden opgehaald, liet spr. namens de Miva een hartelijk dankwoord hooren. De heer Hulst dankte op zijn beurt de eerw. spr. en allen, die hun medewerking hadden verleend, waarna deze prachtig geslaagde avond tot het verleden behoorde. Moge het resultaat van de Miva naar ver houding zijn! Thans heeft ook de heer H. J. Holt mede gedeeld, dat hij zijn benoeming tot lid van den Raad niet aanvaardt. De vacante raadszetel be hoort volgens de reglementen van de R. K. Staatspartij bezet te worden door een R. K. georganiseerd middenstander, zoodat thans als opvolger in aanmerking komt de heer J. J. Bal- tus, voorzitter van de R. K. Groentehandelaren- vereeniging „St. Petrus" De heer Baltus neoft zich bereid verklaard een benoeming te aan vaarden. Alvorens de heer Baltus kan worden benoemd, moeten echter zijn voorgangers op de lijst van de R. K. Staatspartij, de heeren A. A. Schellevis, J. Bakkum en G. P. Nijssen, verkla ren, dat zij een benoeming niet aannemen. B. en W. brengen ter openbare kennis, dat de Platanenstraat te Umuiden, van den Tusschen- beeksweg tot den Groeneweg, van Donderdag 19 October a.s. af tot nader order voor het doorgaand verkeer met rij- en voertuigen zal zijn afgesloten. Geboren: N. Dekker-Olyrhook, d.; H. H. Martens-Iskes, z.; D. W. Veerman-Krijger, z.; M. C. Hofland-Duijn, z.; O. C. Venema-Beche- rer, z. Overleden: R. C. Croesen, 59 j., echtgen. v. M. J. Janse, Kruidbergerweg 52, Santpoort; L. A. van IJzerdoom, 50 j., echtgen. van M. Clots, Evertsenstraat 23, IJmuiden; A. Boes, 71 j., echtgene. van E. de Groot, Adrianastraat 15, IJmuiden; M. Bouma, 62 j., echtgene. van G. Volder, Pres. Steijnstraat la, IJmuiden. Leeuwarden bracht verslag uit, waarvoor hem dank werd gebracht. Hierna kwam in bespreking de Bond van Zuid-Kennemerland. Deze organisatie in wor ding houdt op 9 Nov. te 3 uur ten Stadhuize Haarlem een vergadering, gevolgd door be stuursvergadering en verkiezing. Uit elk der 7 aangesloten gemeenten zal 1 bestuurslid zitting hebben. Besloten werd overleg te plegen met den burgemeester. Mocht deze geen benoeming kunnen aannemen, dan zal de heer D. E- Nieuwenhuis zitting nemen. Naar aanleiding van een schrijven van Haar lems Bloei werd besloten, de gevraagde mede werking te verleenen, temeer, omdat zoo onverhoopt de oorlogstoestand voortduurt dit voorjaar bijzonder veel bezoek aan de bloe menvelden mag worden tegemoet gezien. Besloten werd, rond half November een alge- meene ledenvergadering te houden. Geen gemeentelijke subsidie voor militaiie tehuizen? Het comité tot instandhouding van een christelijk militair tehuis te Noordwijk aan Zee heeft aan den Raad een jaarlijksche sub sidie verzocht voor het tehuis aan de Hoofd straat no. 12. Hoewel de doelstelling van genoemd comité B. en W. zeer sympathiek is, zijn zij van oordeel dat de zorg voor de veraangenaming van het leven der militairen buiten hun diensttijden een taak is, welke aan het particulier initiatief be hoort te worden overgelaten. Mede gelet op den toestand der gemeentelijke geldmiddelen stellen zij den raad dan ook voor, op het verzoek afwijzend te beschikken. Paulina d. van G. A. van Rooijen en J. Koller; Zwaantje d. van G. Reitsema en T. Boiten; Hen drik z. van Jan van der Weide en H. H. Penning. Ondertrouwd: J. de Ruijter en C. Stompé; A. F. Scholtz en C. J. Voogd; K. Brouwer en A. van Draanen; C Zeeman en M. Groot; E. J. de Groot en C. Groot; A. H. Brinkkemper en E. M. Huijsman; J. Brandenburg en P. C. van Leeuwen; B. van Ederen en H. W. van Zoest; A. J. A. van den Berg en G. van der Woude. Getrouwd: M. Duits en A. J. Poeze; P. Buijs en W. Bakker; H. Sioots en G. Schoen; P. Tjeertes en M. F. Smit; C. A. L. Schultze en D. Hameka; P. Poen en T. Visser; G. W. Peter sen en C. P. Engel; D. T. de Munck en J. F. Siffels; A. de Vries en M. PrinsA. Holwedel en T. van Os; A. J. J. Schreuder en M. M. Hol wedel; J. P. Vlug en T. Zeldenrust. Overleden: Elisabeth Schuijt, 59 jr., weduwe van D. Klokman; Geertrui van Es, 766 jr., ge huwd met J. H. Wilhelmus; Cornells Augusti- nus Mantjes, 71 jr., gehuwd met A. A. Epskamp; Gerrit Post, 75 jr., gehuwd met M. Teeling; Pieter Johannes van den Huijsen, 90 jr., weduw naar van A. van den Berg; Jacob Bruijn, 33 jr., gehuwd met M. Wester; Maart je van Aken, 52 jr., ongehuwd; Trijntje Rensen, 43 jr., gehuwd met D. G. de Groot; Teuntje Bakker, 65 jr., ge huwd met A A. de Waard; Petrus Maria van Nus, 1 jr., z. v. P. J. W. van Nus en M. H. Ohligschlager; Johannes Hubertus van Lange- rak en L. M. Guhl. De werkloosheid De werkloosheid is in de gemeente de laatste weken ernstig toegenomen. Op 14 October stonden bij de arbeidsbemidde ling ingeschreven als werkzoekenden 153 land arbeiders, 11 bouwvakarbeiders en 15 behoorende tot diverse beroepen, dit is totaal HO. Op den zelfden datum van het vorige jaar bedroeg dit aantal 71 landarbeiders, 6 bouwvakarbeiders en 13 behoorende tot diverse beroepen, totaal 90. K.J.M.V. Het winterprogramma der K J.M.V. St. Aloysius is verschenen en ziet er goed uit. Vele ontwikkelings- en ontspannings avonden staan weer voor den deur. Op 23 Oc tober a s. zal de eerw. pater Sengers een causerie houden over „Christus Kbning"; 27 December komt mevr. Schelfhoutv. d. Meulen. welbe kend van de radio, hier spreken over „Rijpere Jeugd"; 15 Januari houdt prof. Jansen een lezing over „Hereeniging der Kerken"; door den eerw. moderator op enkele nog nader te be palen data zal gesproken worden over Sint Willibrord, terwijl op 19 Februari rector Drost zal- spreken over „Anti-semitisme". De oudejaarsavond, waarop de nieuwe leden geïnstalleerd worden is bepaald op 29 Januari, terwijl in samenwerking met den L.T-B. de heer D. W. Lefeber op 11 Maart spreekt over N.B V. Voorwaar een veelbelovend program. De stoomtrawler „Caroline" IJm. 26 die aan den afslag was met ruim 700 kisten haring en 350 kisten makreel, besomde hiervoor in totaal 10.000.Niettegenstaande de haring zeer klein van stuk was, werd ruim 10,per kist van 100 pond betaald, terwijl de makreel een iteord-prijs van 15—16 gulden per kist op bracht. Ook de stoomtrawler „Delft" IJm. 17 van de reede rij „De Vem" is ter visscherij uitgevaren. Wederom wordt in de haven een aantal trawlers van de nationaliteitsmerken voorzien, v/elke, naar verwacht wordt, ook spoedig weer ter vischerij zal uitvaren. Ook de stoomlog- ger „Petrus Fauius" IJm. 266 wordt voor de haringvisscherij klaar gemaakt. Burgerlijke Stand. Geboren: H. J. Moer man—Hoogslag, zoon; A. M. van der Putten Joosten, zoon. Ondertrouwd: G. D. Hellewaard en M. S. Mol- lema; A. C. Michels en J. Koeleman; J. Koller en A. A. Favier Getrouwd: F. Boogerd en L. G. Daamen.- Overleden: C. A. Heemskerk, 38 jaar, won. te Haarlem; J. de Vries, 72 jaar. V.V.V. Alhier hield de Hill. V.V.V. een vergadering in hotel Sisterma.ns. Met kennis geving afwezig de heer Maaskant; er is een vacature. De voorzitter, de heer C. Joh. Bak ker Jzn., opende met een woord van welkom. Spr. wijdde eenige gevoelvolle woorden aan het overleden oud-bestuurslid, den heer P. D. van Mourik. De secretaris las de notulen, die onveranderd onder dank werden vastgesteld. De afgevaardigde naar het congres te Oproep vrijwillige burgerlijke dienstver- leening De algemeene Oranjevereeniging Zaandam heeft middels een circulaire een op roep tot haar leden gedaan om mede te wer ken tot de verdere organisatie van de Vrijwil lige Burgerlijke Dienstverleening. Hulp is o.m. noodig voor de administratie, ordonnansen- dienst, voedselvoorziening, over- en onderbren gen van vrouwen, kinderen en hulpbehoeven den ingeval van evacuatie, hetzij van Zaan dam of naar Zaandam. Aanmelding kan geschieden ten kantore van den voorzitter, notaris van Hoek, Westzijde 24, Zaandam en wel tot 1 November a.s. Zaterdags van 9.30— 12.30 uur en op alle overige werkdagen van 9.305.30 uur. Invulformulieren liggen aldaar ter teekening. Aangehouden en ter beschikking gesteld Door de politie is alhier een Amsterdammer in bewaring gesteld welke verdacht wordt van diefstal van rijwielplaatjes De aangehoudene is inmiddels op transport naar Haarlem gezet ter voorgeleiding voor den officier van justitie. Vechtende schepelingen De hulp van de politie werd Dinsdagavond ingeroepen voor een vechtpartij aan boord van een in de zeehaven liggende Zweedsche houtboot. Dat het er nogal flink van langs ging, bleek, dat een der vech tenden een niet onbeduidende messteek opliep. Natuurlijk was de drank de oorzaak en werd de onder invloed verkeerende onruststoker ter ontnuchtering naar het bureau overgebracht. Burgerlijke stand. Geboren: Elisabeth Mar- garetha, d. van J. H. H. Brugman en J. M. Baans; George, z. van P. J. C. Groen en C. Schoonhoven; Willem, z. van K. Visser en A. Schaft; Jeantje Sijtje, d. van W. van der Weerdt en N. Leuntjes; Johannes Jacobus, z. van J. J. Fleur en A. C. Waijper; Nelly d. van L. D. Vis ser en P. Mollevanger; Kees z. van C. de Vries en G. Koerse; Hans z. van C. Pondman en A. Abbing; Maria Adriana d. van H. van der Weide en H. P. Offenberg; Elizabet Margareth d. van J. T. de Waal en G. J. Dekker; Andries z. van A. Selie en L. Heinis; Hendrik Albertus z. van H. Elzenga en A. M. Sinkeldam; Annemarie d. van L. de Wit en M. A. J. P. de Goeje; Cornelis Hendrikus z van J. J. Frefjer en H Koreman; Johan Koen z. van C. van Dam en W. Littel; Angenes Henriëtte d. van F. van Wijk en A. A. Koens; Aldert Willem z. van J. Scha- ger en C. Wiepjes; Rita d. van M. Dekker en M. van Heijningen; Maria d. van C. Bootsman en H. Bakker; Petronella Klaart je d. van C. P. de Groot en N. Stroo; Elika d. van D. Poll en T. van Nek; Cornelis z. van H. G. Reimerink en C. Honigh; Jan z. van C. Schenk en A. Bleij; Over: Voorlichting op land- en tuinbouwgebied. De minister van Economische Zaken staat voor een ontzagwekkende taak: de voedselvoor ziening voor mensch en dier. Zeker, hij heeft een machtigen steun in de Directie van den Landbouw en in de Commissarissen der voed- selvoorzieningsbureaux. Daarbij is een staf van consulenten (landbouw-, tuinbouw-, veeteelt-, zuivel- en pluimveeteeltconsulenten) werkzaam om aan de landbouwers en tuinders in woord en geschrift de zoo noodzakelijke voorlichting te geven. Ook de boeren- en tuindersorganisaties laten niets onbeproefd om haar leden door de moeilijke tijdsomstandigheden heen te helpen. Doch alle voorlichting ten spijt wordt door de landbouwers zelf, die toch de eerst-belangheb- benden en de voornaamste medewerkers in de voedselvoorziening moeten zijn, onoordeelkun dige kritiek op regeeringsmaatregelen uitge oefend en worden dikwijls niet de juiste wegen bewandeld om de productie zoo hoog mogelijk op te voeren en de cultuur van den landbouw zoo intensief mogelijk te beoefenen. Wij mogen hierin volstrekt geen onwil zien of zucht tot beknibbeling, maar veeleer een gebrek aan in zicht tot aanpassing aan de moeilijke tijdsom standigheden. Het is daarom zeer wenschelijk, dat er ge streefd wordt naar een persoonlijk contact met de land- en tuinbouwers. Dat contact bestaat reeds voor een deel in de lagere land- en tuin bouwscholen, maar toch vooral in de land- en tuinbouwcursussen, die allerwege gegeven wor den. In de tegenwoordige situatie moet dat con tact nog inniger worden. Het hoofdbestuur van de federatie van katholieke land- en tuinbouw- onderwijzersvereenigingen in Nederland, ge naamd het „Katholiek Land- en Tuinbouwon- derwijzersverbond" verkort K.L.T.V.), heeft zich daarom beraden, ten einde te komen tot maatregelen, die het individueel contact kun nen versterken om daarmee het landsbelang te dienen. De Federatie kan dat doen, doordat haar leden als hoofd der school of als onder wijzer meer het vertrouwen genieten der land en tuinbouwers en daardoor meer invloed op dezen kunnen uitoefenen door hun persoonlij ken omgang met hen. De leden onzer Federatie staan klaar om hun volle medewerking te geven, mits de onontbeer lijke steun van de Directie van den Landbouw, van de consulenten en van de boeren- en tuin dersorganisaties verkregen wordt. Er zijn reeds symptomen, die op dezen steun wijzen en daar door aangemoedigd is de Federatie reeds werk zaam om richtlijnen aan te geven, die de toe komstige taak onzer leden nader omschrij ven en verlichten. Tegelijkertijd is ons Hoofdbestuur er van overtuigd, dat ook onze zusterorganisaties, als daar zijn: de Nederlandsche Vereeniging van Land- en Tuinbouwonderwijzers, de Christelijke Vereeniging van Land- en Tuinbouwonderwij zers en de Vereeniging van Tuinbouwvakonder- wijzers, niet zullen achterblijven, als beroep op hun medewerking gedaan wordt. Namens het hoofdbestuur v. h. K.L.T.V. De Secretaris, G. PUTTERS. Op een avond, dat Thecla Retford in haar tuin wandelde, hoorde ze eensklaps haar naam noemen. Er werd dus over haar gesproken, dacht ze. Haar dochter Martha zat met haar verloofde op een bank achter de heg. Ze konden Thecla niet zien en hadden haar ook niet gehoord, zoo dat ze met een blos op de wangen had geluisterd. Wie haar op dit moment had gezien, zou medelijden gevoeld hebben voor die koele, onge naakbare vrouw, wier hart voor iedereen ge sloten scheen te zijn. „Ik denk," hoorde ze haar dochter zeggen, „dat het komt, omdat moeder het verleden wil verzwijgen." „Och," antwoordde Rob, „dat denk ik niet." „Maar, als we, zooals we hebben besloten, moeder bij ons zullen nemen, Robby, ben je dan niet bang voor haar vreemde levens houding?" „Och, kindlief, hoe kom je daar aan?" vroeg de jonge man. „Als je moeder een beetje vreemd is, zal ze daar d'r reden wel voor hebben. Je weet dat ik veel van haar houd en die vreem de levenshouding, zooals je dat noemt, zal daar geen verandering in brengen." Toen ze dit gehoord had, had mevrouw Ret ford zich snel verwijderd. Z'e ging naar d'r kamer. Ja, dacht ze, misschien was ze wel onbillijk tegenover Martha geweest. Maar ze had het verleden voor haar verzwegen, om haar een groot verdriet te besparen. Maar al te goed wist ze, dat jaren geleden haar levensgeluk verwoest was en dat ze niet vergeven en vergeten kon. In haar stille kamer gezeten, dacht ze weer aan dat vreeselijke oogenblik, toen een zwerver haar was komen meedeelen, dat Austin Retford er gens in Argentinië, na een hevige ruzie, was doodgeschoten. Austin Retford, haar man, een dief en een speler. Zij had het niet kunnen, niet willen gelooven. Er werd op de deur geklopt en Martha kwam binnen. Met groote, angstige oogen keek ze haar dochter aan, alsof ze haar om medelijden en vergeving smeekte. Martha knielde naast haar neer en verborg d'r hoofd in haar schoot. „Kindlief," zei ze, „ik heb gehoord wat Rob en jij vanavond in den tuin over me gezegd heb ben." En ze streelde de donkere lokken van het meisje. „O, moeder," zuchtte Martha en drukte zich vaster tegen haar aan. „Ik weet, dat ik het niet had moeten doen," hernam mevrouw Retford, ,maar ik kon niet anders. Ik wilde weten, hoe jullie beiden over me zouden denken, omdat ik je geluk niet in den weg wilde staan. Misschien heb je me de oogen geopend voor een verzuim, dat ik nu wil herstellen. Neem dus een stoel, kindlief, ga vlak bij me zitten en luister: Ik was nog heel jong toen ik je vader voor 't eerst ontmoette. Met heel mijn hart ging ik van hem houden. M'n moeder was al vroeg ge storven en m'n vader ging geheel op in z'n bo tanische studiën, zoodat niemand mij ten goede kon raden. Austin Retford was de zoon van z'i» ouden studievriend en dat was voor m'n vader al voldoende om hem met open armen te ont vangen en hem gaarne als z'n schoonzoon te accepteeren. Binnen 2 maanden waren we ge trouwd. Al heel gauw kwam ik tot de ontdek king, dat je vader vreeselijk zelfzuchtig was en dat hij niets of niemand ontzag, als 't er op aankwam aan z'n zelfzucht te voldoen. Wat al 3ven erg was, hij dronk en zelfs in de eerste weken van ons huwelijk, ontzag hij zich niet, ='n drankzucht bot te vieren. Ik wees hem er herhaaldelijk op, maar hij stoorde er zich niet lan. Toen hij eens 's avonds zwaar beschonken thuis kwam, sloot ik hem buiten. Hij brak de deur open en mishandelde mij. Hij verviel van kwaad tot erger. Na anderhalf jaar kwam de, oreuk. Op zékeren morgen vertelde hij me, dat hij voor eenige dagen op reis moest. Hij zei me vaarwel en sindsdien heb ik hem nooit meer terug gezien. Later bleek, dat hij vluchten moest, omdat hij een chèque van 10.000 pond vervalscht had. Ik heb er nooit met jou over gesproken, Martha, want had ik dit gedaan, dan zou je ook gemerkt hebben, dat ik hem hevig haatte. Begrijp je nu, kindlief, dat ik je nooit over je vader gesproken heb? Toen jij geboren werd, w^s hij al gevlucht. Hij heeft je dus nooit ge zien. Twaalf jaar later kwam een zwerver mij z'n dood meedeelen en ofschoon het me meer aangreep, dan ik wilde laten blijken, zoo heeft me z'n dood toch erg gegriefd." Hier zweeg mevrouw Retford, terwijl ze recht voor zich uitstaarde. Martha was opgestaan. Ze sloeg haar armen om haar moeder heen en kuste haar innig „Arme moeder," zuchtte ze, „we hebben nooit geweten, dat u zooveel leed te verbergen had." „Gelukkig niet, lieveling. Maar neem je het mij niet kwalijk?" „Hoe zou ik dat kunnen moeder?" Moeder en dochter bleven nog eenigen tijd bij elkaar zitten. Toen Martha de kamer verlaten had, bleef de eenzame vrouw met gesloten oogen aan 't verleden denken. De wind ruischte in de boomen en geen ander geluid drong tot haar door. Eensklaps voer een schok door haar leden. 't Was of er iemand voor haar E stond en toen ze i kleed man voor zich. Z'n gezicht was met bloed bevlekt en hij strekte z'n armen smeekend naar haar uit. „Thecla," fluisterde hij. „Austin," klonk het van haar lippen. „Hoe kom jij hier?" „Verwachtte je me?" „Ja, ik heb nooit geloofd, dat je dood bent. Ik wist, dat je terug zóu komen." „Ik heb zooveel om jou geleden, Thecla. Ik durfde niet terug te komen. Ik was een dief, een drinker en een speler. lederen dag zakte ik dieper in de ondeugd weg. Ik wist, dat, als ik terug kwam, men mij direct zou arresteeren. En ik wilde ook ons kind, Martha, niet ongelukkig maken.. Thecla, hoor je me? Onder in de la, onder dat roode doosje, ligt een medaillon; neem dat en geef het aan ons kind op haar trouwdag, 't Is een geschenk, ook van mij, Thecla. Beloof je me dat?" „Ja, Austinmaar „Stil, zeg niets. Ik weet het en ken je ver wijten; ik heb ze gehoord, dag en nacht. Ver geef me,tThecla, vergeef me, voor den laats ten keer; vergeef me „Ik vergeef je, Austin, en zal doen wat je gevraagd hebt. Ik zal Mevrouw Retford schrok wakker en zat nog in denzelfden stoel. Haar ledematen waren stijf en koud, maar inwendig doorstroomde haar een warm gevoel. Ze stond op en liep in 't donker, zonder licht te maken, naar de kast, waarvan ze de onderste lade open school. Op 't gevoel af tastte zij er in, en haalde er een voorwerp uit, dat op een groot, gepolijst goudstuk leek. Ze legde het op den schoorsteen en verliet snel de kamer. Toen Martha den volgenden morgen bij haar moeder kwam, was ze getroffen door het vrien delijke gelaat, dat geen sporen meer droeg van de stugge geslotenheid van vroeger. „Moeder!" riep ze, „lieve moeder, wat is er met u gebeurd?" „Ik heb den geheelen nacht in den stoel ge slapen en toen.... heb ik.... voor de laatste maal vergeving geschonken. Ik ben nu heel gelukkig." Mevrouw Retford kuste haar dochter harte lijk en nam haar mee naar d'r zitkamer. „Hier," sprak ze, „is het huwelijkscadeau van jevader en van mij." Ze nam het medaillon van den schoorsteen. „In geen twintig jaar heb ik het open ge maakt. Ik was besloten het nooit meer in han den te nemen en had het goed verborgen in de kast. Je vader gaf het me, toen we trouwden. Nu is het voor jou." Z'e opende het gouden medaillon en keek lan- gen tijd naar 't portret van twee jonge men schen. ,,'t Zijn je vader en ik," zei ze, „en 't is het eenige portret dat ik van hem heb. Neem het, Martha, 't Is een bewijs dat ik hem vergeven' heb, en," liet ze er fluisterend op volgen, „dat ik hem nog lief heb." Als u op een bepaalden weg overdag «onder ge vaar 90 kilometer per uur kunt rijden, beteekent dit nog heelemaal niet, dat daar bij avond zonder risico's een S0 kilometer vaart kan worden ontwikkeld. Op den weg hangt idles van de omstan digheden afregelt döömaar uw snelheid I DE EERSTE BRIGADE, door Karei Capek. Uitgave van Holkema en WarendorJ N.V. Amsterdam Een boek als „De oorlog der salamanders" schrijft men maar eens en ook een vitale geest als Karei Capek zal zich aan den stelregel hebben te onderwerpen, dat er vele jaren liggen tusschen de eerste grootsche daad en de volgende. Maar toch is Capek's rijke fantasie met dit eene boek bij lange niet uitgeput. Ook na de kostelijke satire op de waanwijsheid der menschen heeft Se Tsjech nog verschillenden lezenswaardigen boeken het licht doen zien en in zijn jongste werk „De eerste brigade" bewijst hij andermaal vaardigen, fijnzinnigen geest en een vlotte pen te bezitten. „De eerste hrigade" is het boek van den jongen Stanja Pulpan, den H.B.S.-leerling, die door den dood van zijn tante die hem onderhield, niet verder kan leeren en nu gedwongen is als sleepersleerling in de mijn te werken. Maar zijn opvoeding en ontwikkeling laten zich niet ver loochenen. Hij blijft nog steeds hopen op de groote kans om te laten zien dat hij iets meer is dan een gewone mijnwerker. Ongetwijfeld zal hij eens de groote voorman zijn, de woord voerder van de geheele arbeidende klasse in de mijnstreek. En inderdaad komt zijn kans, maar anders dan hij zich die gedacht had. In de Christine, de mijn waar hij met zijn makkers werkt, is mijngas ontploft en verschil lende arbeiders zijn afgesloten. Bij de eerste brigade vrijwilligers welke in de mijn afdaalt bevindt zich misschien nog het meest tot zijn eigen verwondering Stanja Pulpan. Aanvan kelijk is hij teleurgesteld omdat zijn reddingswerk zich bepaalt tot het wegsleepen van steenen maar als hij zijn naam in de krant leest en meer nog door de andere, oudere mannen van de brigade als een gelijke wordt behandeld, voelt hij zich weer volkomen met zijn positie tevreden. Als hij bij de tweede poging van zijn brigade om de ingesloten makkers te redden het wankele dak van de schacht boven den ingenieur, die hU met jongensachtige toegenegenheid bewondert, ziet instorten, wil hij te hulp schieten, doch door eigen schuld en gebrek aan ervaring loopt nu zelf een ernstige verwonding op, welke hem het vervolg voor den arbeid onder den grond ongeschikt maakt. Maar hij is nu „ontdekt" en krijgt kans om zijn studiën te voltooien. Het i een belooning voor hem maar het scheidt hem tevens tot zijn groote spijt van de mannen dl hij in de uren van gevaar, bedreigd door mijngas en instorting heeft leeren kennen en waardeeren en die hij nimmer zal vergeten. Cr. IJMUIDEN, 19 Oct. Versche visch. Tarbot 190, Tong 0.961.95 per kg. Groote Schol 33- j middel Schol 28.50, Zetschol 31.00, kleine SC»" 10 50—28.50, Schar 5.80—15, Wijting 4.60—9, ve' sche Haring 8.90—11.50 per 50 kg. KabelJ»u 80.00—84 per 125 kg. Leng 2.75—3 per stuk. Snoekbaars in consignatie 21 tot 25 cent per ®g Aanvoer 909 kisten versche haring. 20 kanw steurharing 16.0017 per kantje. van den heden aangekomen Adelante IJm. TRAWLER 19 1315 manden 9150.- KOTTERS IJm. 23 1940.—, U.K.: 17 82.—, 35 129.— 29 725.—, 39 760—, 11 756.—, 19 764.—, 32 761- 49 768.—, 33 755.—, H.D. 25 967.—, H.D. 37 101". 20 Annie heeft zich wel een oogenblik afge vraagd, of zij niet beter zou doen, naar haar eigen hamer te gaan; maar daar is het de zomer-a vonden onuitstaanbaar heet: juist daarom vluchtte zij naar de eetkamer, waar het aangenaam koel is, daar zij aan de noordzijde van 't gebouw is gelegen. Bovendien: Gerda weet, dat Annie hier zit, want een half uur geleden is zij door de eetkamer gekomen. Voorts is men niet gewoon in den salon geheimen te bespreken en Annie heeft niet den minsten lust om het gesprek af te luisteren. Zij blijft dus rustig zitten en werkt zelfs met toenemenden ijver. Maar plotseling laten de stemmen in den salon zich luider hooren. Haars ondanks ver staat Annie wat er gezegd wordt, en de woor den, die zij opvangt, doen haar zoo hevig ont stellen, dat 't borduurwerk haar handen ont glipt. „Ja, Hubert, gisteren heb -ik met papa gespro ken." „En wat zei hij?" Hij heeft een zeer goede meening over je. Papa zei woordelijk: „Sochor is een schrander en begaafd jongmensch. Hij zal zijn weg wel vinden, als er hem kans toe geboden wordt. In beginsel zou ik er niets tegen hebben als hij aanzoek deed om je hand Heeft je vader dat werkelijk gezegd? Ja, woordelijk. Maar papa wenscht, dat het aanzoek niet wordt gedaan voor je een zelf standige positie hebt. Dat zal met de erfenis van je oom toch mogelijk zijn, niet waar." Ja, natuurlijk, ik heb al stappen gedaan. O, Gerda Zij valt hem gnel in de rede. A propos, over die erfenis heb je mij wel is waar reeds herhaaldelijk gesproken; maar ik heb graag een helderen kijk op de dingen en uit verschillende berichten in de bladen heb ik gezien, dat dié nalatenschap je nog niet eens definitief is toegekend en dat feitelijk alles af hangt van een testament, dat nog steeds wordt gezocht. Wel, hoe staat het eigenlijk daarmee? De zaak is zeer eenvoudig en duidelijk en zal dan ook binnen eenige dagen te onzen gunste worden uitgemaakt. De familie Eltz heeft name lijk in den beginne beweerd, dat majoor Winkler een testament had gemaakt, waarbij mijn vader geheel buiten de nalatenschap werd gesloten. Dat fictieve testament heeft men natuurlijk niet ontdekt, om de eenvoudige reden, dat het niet bestaat en dus moet d'e erfenis ons ten deel vallen. t En als dat testament nu toch bestond enwerd gevonden? Misschien laterbij toeval? Sochor glimlacht. Dit lachje moet allen twijfel uitsluiten. Maak je niet ongerust, het bestaat niet! Ik zou je dat niet zoo stellig zeggen, als ik het niet met absolute zekerheid wist Annie heeft ieder woord opgevangen; zij wordt hevig opgewonden; allerlei gedachten schieten haar verward door het hoofd. Dus Sochor is de bezoekerEn zijn betrekkingen met Gerda zijn reeds zoo ver, dat het formeel aanzoek weldra kan volgen. En daarvan heeft Annie tot nu toe zelfs geen flauw vermoeden gehad. Als hij nu op de be slissing aandrongen Gerda van ha ar kant bindende beloften deed? O, kon zij Gerda toch waarschuwen! Haar overreden, althans nog te wachten.... inlich tingen in te winnen. Maar hoe? Zij kan toch niet alles zoo maar vlakaf zeggen. Hoe zou de trotsche Gerda die inmenging opnemen? Neen, dat gaat niet. Over dit alles nadenkende, heeft Annie haar werk reeds bijeengeraapt. Kan zij toch niet hel pen, dan wil zij ook verder niets hooren, Zij is opgesprongen, zóó driftig, dat de stoel met hooge, gebeeldhouwde leuning, waarop zij gezeten heeft, achterwaarts valt en met veel lawaai tegen den grond slaat. Onmiddellijk daarop gaat de deur van den salon open. Gerda verschijnt op den drempel. O, bent u het? Ik wist niet, dat u nog hier was, juffrouw Annie Annie hoort niet den scherpen toon van die woorden. Zij ziet enkel Gerda en voelt slechts dit: „Een beschikking van de Voorzienigheid!" Zij werpt de dingen, die zij in de hand houdt, op de tafel, loopt op Gerda toe en trekt haar mee in de ruime vensternis, welke zich dicht bij de deur van den salon bevindt: Juffrouw Gerda, ik kan er niets aan doen.... ik kon niet vermoeden.... Maar 't is goed zoonu kan ik u waarschuwen Bind u niet door een onvoorzichtig woord aan dien man.... Hij is slecht.... heeft reeds 'n meisje voor geheel haar leven ongelukkig gemaakten is nu weer verloofdheime lijk.... met de dochter van professor Edels- brunner.... u kunt informeeren.O, geloof mij tochook u zoudt ongelukkig worden met hem Zij zwijgt. Koel en beslist heeft Gerda's stem haar in de rede gevallen: Wat hebt u met dat alles te maken, juf frouw? Heb ik verzocht, u met mijn zaken te bemoeien? Annie is verschrokken, begrijpt eigenlijk niet goed meer, wat er omgaat. Zij heeft het toch zoo goed gemeend. Maar dicht bij haar zegt nu Sochor met koelen spot: Ik zal je uitleggen, Gerda, wat juffrouw Eltz er toe brengt, zich met onze zaken te bemoeien, 't Is de haat van een teleurge stelde! Want vermoedelijk weet je niet, dat deze jonge dame behoort tot dezelfde familie Eltz, die jaren lang jacht heeft gemaakt op de nalatenschap van mijn oudoom Winkler, en thans nog een laatste en wanhopige poging aanwendt met haar beroep op een fictief testa ment. Zij is de zuster van den sluipmoordenaar Everhard Eltz, de zuster van Yvetta Eltz, die van medeplichtigheid wordt beschuldigd. En zoo iets waagt het nog fatsoenlijke menschen te be tichten, in plaats van zich uit schaamte achter baks te houden! Gerda Neumann heeft zich een paar stappen van Annie verwijderd. Is dat waar, juffrouw? Bent u de zuster van dien Ja, 't is waar. Doch Hardi is onschuldig, en van den kant mijner familie werd nooit be weerd, dat er een testament te haren gunste be staat. Anderen hebben dat verzekerd, en Genoeg; daar heb ik niets mee uit te staan. De justitie mag dat uitmaken. Maar 't is een feit, dat u behoort tot een familie, over welke thans zeer ongunstig wordt gespro ken en dat feit kenden wij niet. Het spreekt vanzelf, dat de zuster vanvan een sluip moordenaar geen oogenblik langer gouvernante van mijn nichtjes kan zijn. U zult dus onmid dellijk uw koffer pakken en dit huis verlaten. Het u nog toekomend salaris zal ik u aan stonds op uw kamer laten brengen. Tegenover mijn zuster neem ik de volle verantwoordelijk heid voor den getroffen maatregel op mij. Met een trotsch knikje verdwijnt Gerda, op den voet gevolgd door Sochor. in den salon. Ditmaal sluit zij met een krachtig gebaar achter zich de deur, als wil zij voor altijd een scheids muur oprichten tusschen zich en dat schepsel, de zuster van een sluipmoordenaar. Maar Annie voelde zich noch vernederd, noch geschandvlekt. Ook in haar leefde het geloof aan Hardi's onschuld zoo sterk, dat zij niet twijfelde aan zijn vrijspraak en overtuigd was, dat Gerda reeds over eenige dagen haar Se' drag bitter zou betreuren. Het was eigenlijk een verlichting voor haar, „Villa Lola" te kunnen verlaten. Zij maakte haar bagage gereed, riep den be diende en verzocht hem, alles over te brengen naar de woning van juffrouw Martinetz, Farbergasse 6. Z^j zelf begaf zich te voet daarheen. ZÜ wilde Louise alles vertellen, den nacht bij haar doorbrengen en 's morgens naar Vriebusweiler vertrekken. Zij gevoelde, dat daar, bij haar familie haar plaats was, althans tot het proces was afge" loopen en zij alleen 't hoofd weer recht konden dragen. Zij had wat geld gespaard en kon zich de weelde van een korte vacantie gunnen. De aan leiding tot haar plotseling vertrek zou zij haa" familie, die toch reeds zooveel te dragen had, niet meedeelen. Zij zou eenvoudig zeggen, dat leven bij de Neumanns haar ondraagbl* was geworden en dat zij daarom haar betrek king hi»! opgezegd. (Wordt vervolgd-' 4ee J»eir «en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 2