Rond de vestigingswet
J RFENIS VAN EEN
ZONDERLING
EEN VOORLOOPIGE
AANVULLING
DONDERDAG 19 OCTOBER 1939
vergoeding distributie-
kosten AAN GEMEENTEN
Kalvermagen en stremsel
OVERZICHT TWEEDE KAMER
Langer spertijden
burgemeester geschorst
S
De scheeve toren van
Pijnacker
BETALING PENSIOEN
BIJDRAGE
Speciale kindervlucht
Napels—Batavia
Het vliegtuig is volgeboekt
BIJ HET OVERSTEKEN
AANGEREDEN
Postaal geldverkeer met Frankrijk
en Algerië
Nieuwe Britsche luchtvaartattaché
Motorrijder ernstig gewond
Het oponthoud in de
Downs
Passagiers van Noordam en Juno
te Rotterdam
Het oponthoud van de
Zaandam
Een burenruzie
De plas
Onfortuinlijke rit
Eerste rijles bracht een leerling
in het ziekenhuis
Kath. Limburgsche Middenstand
Commissie van bijstand kunst
zijdebeschikking
De verdediging van
Indië
Commissie adviseert tot bouw
van slagkruisers
LEVENSGEVAARLIJKE BRUG
TE MONNIKENDAM
Voorwaardelijke hechtenis geëischt
wegens verzuimde voorzorgen
Studiedag K.A.V.O.
UIT DE STAATSCOURANT
Belastingen
FEUILLETON
b^OR WILLY WATERMAN
(Van onzen parlementairen redacteur)
DEN HAAG, 18 October 1939.
De Kamer behandelt de zaken tegenwoordig
*°rt, merkte de heer van den Heuvel (A.R.) met
lichten ondertoon van ironie op en hij
had gelijk. Nadat de heeren zich gisteren in één
hsg van de herziening der Tariefwet afmaakten,
^rkten zij vandaag de heele verdere agenda
hoor om na een korte vergadering weer huis
waarts te keeren. Vrijdag moeten zij weer terug
komen naar Den Haag voor de besprekingen in
ho afdeelingen. En waarschijnlijk de volgende
^eek Donderdag dat is volle veertien dagen
^rder dan verleden jaar vangen de Alge
meene Beschouwingen over de Rijksbegrooting
®an.
In die sfeer van korte vergaderingetjes, van
komen en gaan valt een behandeling van de
*estigingswet wel erg uit den toon.
Niettemin heeft de Kamer zich enkele uren
•bet een wijziging dezer wet bezig gehouden.
In de twee jaren, gedurende welke de Vesti
gingswet Kleinbedrijf thans werkt, zijn allerlei
onvolkomenheden aan het licht getreden, onvol
komenheden, die eerlang een herziening van vèr-
strekkenden aard noodzakelijk zal maken. Doch
enkele kleine oneffenheden stonden een richtige
hitvoering zóózeer in den weg, dat de minister
met het wegschaven daarvan niet meende te
Jhogen wachten op die vérstrekkende algeheele
herziening en de Vestigingswet maar vast voor
ooh partieele herziening in het parlementaire
h°k zette. Het betrof- de mogelijkheid voor
Werkzaamheden van het departement, voor het
hitgeven van bekwaamheidsgetuigenissen en der
gelijke, een vergoeding te vragen, en de mogelijk-
heid den spertijd, die aan de invoering der
Vestigingseischen voorafgaat en gedurende welken
hiemand zich zonder speciale vergunning van
het departement mag vestigen, niet tot een jaar,
maar tot anderhalf jaar te rekken.
Dit laatste alleen vond ernstig verzet bij de
heeren van den Heuvel (A.R.) en Algera (A.R.),
die den termijn binnen welken het departement
oppermachtig over vestiging of niet-vestiging
beschikt, zoo kort mogelijk wilden houden.
Dat wil ik ook, antwoordde de minister maar
het moet maar kunnen. Men kan wel aardig zeg
gen: dan moeten bepaalde voorbereidende werk
zaamheden maar worden gedaan vóór het in
gaan van den spertijd, doch wanneer die voor
bereidende werkzaamheden aanvangen weten de
betrokkenen al vrij spoedig, dat er voor hun
bedrijf een sperverbod en een invoering der ves
tigingseischen in de lucht hangt en dan
breekt de run op het bedrijf los. Dan zorgen al
len nog net voor de bui binnen te zijn en wordt
het effect van de heele vestigingswet nihil. Wil
men de vestigingswet en deze heeft den mid
denstand, gelijk de heer Bach o.a. omstandig
uiteenzette, veel goeds gebracht dan moet
men ook den spertijd en een redelijken spertijd
willen, waarin al die voorbereidende werkzaam
heden, die ruchtbaarheid meebrengen, kunnen
worden afgehandeld.
De heer Algera handhaafde zijn amendement,
dat geen verruiming van den spêrtijd, vergeleken
bij den bestaanden toestand, zou toelaten. Het
werd verworpen met de anti's alleen in hun
dooje eentje voor.
Rost van Tonningen stond óók in zijn dooje
eentje de Kamer te beduiden, dat hij en hij al
leen waakte voor de strikte neutraliteit van Ne
derland in den oorlog. Hij had een interpellatie
aangevraagd aan maar liefst drie ministers tege
lijk wat stoort hij zich aan den arbeid der
ministers in oorlogstijd! over het in gevaar
brengen van de onzijdigheid van Nederland door
den voorzitter van het. Nederlandsch Verbond
van Vakvereenigingen, den heer Kupers, het uit
strekken door de S.D.A.P. en het N.V.V. als staat
kundige vereenigingen van haar werkzaamheid
tot het buitenland, de toepassing in dit verband
van de wet op het recht van vereeniging en ver
gadering, en de houding in deze aangelegenheid
van de twee leden der S.D.A.P., die deel uitma
ken van het Kabinet."
De voorzitter vond, dat hij die vragen maar
schriftelijk moest stellen of anders de zaak maar
bij de algemeene beschouwingen aan de orde
moest stellen. En hoewel Rost protesteerde, ver-
eenigde de Kamer zich met dit voorstel.
Naar wij vernemen, is de burgemeester van
Tubbergen voor een periode van drie maanden
^schorst, hetgeen verband houdt met een on-
fjerzoek, dat van rijkswege wordt ingesteld naar
ePaaide gedragingen van den burgemeester.
Ter uitvoering van de Disfcributiewet 1939
thans een algemeene maatregel van bestuur
Afgekondigd inzake de tegemoetkoming van het
jtijk in de kosten, welke de gemeentebesturen
de uitvoering dier wet moeten maken.
In het „Tegemoetkomingsbesluit Distributie
net 1039" (de naam, welken deze algemeene
Maatregel van bestuur draagt) wordt o.m. het
°lgende bepaald:
Het percentage van het totaal der kosten,
at het Rijk aan de gemeentebesturen zal ver
fden, wordt bepaald op 85.
toegelaten, zullen voorshands vrij hun bedrijf
kunnen uitoefenen. Het is echter niet uitge
sloten te achten, dat nadere voorschriften gege
ven zullen worden, waarbij hun eenige door de
omstandigheden vereischte verplichtingen zul
len worden opgelegd, waaraan zij zullen moeten
voldoen, wil de ontheffing van de verbodsoepa-
lingen voor hen van kracht blijven.
Daar de genoemde verbodsbepalingen ter
stond na de inwerkingtreding van het 'te ver
wachten Koninklijk Besluit van kracht zullen
zijn, wordt ieder belanghebbende aangeraden
zich ten spoedigste in verbinding te stellen met
de Nederlandsche Veehouderijcentrale ofüeNe-
öerlandsche Zuivelcentrale afd. zuivel, vaan
van Meerdervoort 84, 's-Gravenhage, bij welke
centrales alle gewenschte nadere inlichtmgen
verkregen kunnen worden.
^an bevoegde zijde deelt men ons mede, dat
vCer binnenkort de afkondiging van een Ko-
klijk Besluit houdende eenige verbodsoepa-
Sen met betrekking to-t kalvermagen en
ï^hsel tegemoet kan worden gezien.
(A't besluit zal onder meer het voorhanden
J Jh voorraad hebben van kalvermagen
m01*8! in gedroogden als in niet gedroogden
kaat drogen van kalvermagen en het
i®iden van stremsel verbieden.
.Ontheffing zal slechts worden verleend aan
ju01, die als georganiseerde is aangesloten bij
t"' Nederlandsche Veehouderijcentrale of Ne-
s®r:'andsche Zuivelcentrale en is toegelaten tot
n van de, op grond van dit besluit, bij deze
Scales nieuw te vormen groepen.
de Veehouderijcentrale zullen gevormd
<3,. ldsh de groepen „handelaren in niet ge-
tie0ogde kalvermagen", „handelaren in gedroog-
getl„ Vermagen" en „drogers van kalverma-
en bij de Zuivelcentrale de groep „berei-
s van stremsel",
tj^bverminderd de overigens voor de aanslui-
S als georganiseerde gestelde vereischten zal
^eehouderijcentrale slechts hen, die reeds
h bandelaar in niet gedroogde kalvermagen,
v'bdelaar in gedroogde kalvermagen of droger
tïeI kalvermagen gevestigd zijn, tot de desbe-
i,jade groepen toelaten.
kal °0r de toelating tot de groep „drogers van
steM magen" zal buitendien als vereischte ge-
ki'b Worden, dat de georganiseerde de beschik-
V keeft over een voldoend ingericht oedrijf.
6trPr de toelating tot de groep „bereiders van
Cl" zal de Zuivelcentrale onvermin-
tie ook bij deze centrale voor de aanslui-
fc]." als georganiseerde geldende vereischten
in vporwaarde stellen, dat de georganiseerde
l93qet' tijdvak van 1 Augustus 19371 Augustus
(w, als fabrikant van stremsel gevestigd is
en de beschikking heeft over een vol-
g- ingericht bedrijf.
J' die tot de genoemde groepen zullen zijn
De scheeve stand van den toren van Pijn
acker heeft de Rijkscommissie voor de Monu
mentenzorg aanleiding gegeven, dit belangrijk
bouwwerk gedurende eenige jaren in observa
tie te houden. Hierdoor is komen vast te staan,
dat de kleibodem, waarop de toren is gciun-
deerd, nog steeds aan werking onderhevig is
tengevolge van zijn hooge belasting.
Aangezien door den scheeven stand dit pro
ces wordt versneld, is naar een oplossing ge
zocht, om aan deze werking een einde te
maken.
Besloten is thans, het gewicht van den toren
op te vangen door een constructie van gewa
pend beton en het over te brengen op een fun
deering van „witboorpalen", welke buiten en
binnen den toren tot op de rond 18 meter diep
te gelegen vaste zandplaat worden ingepulsd.
De geldelijke middelen voor deze consolida-
tiewerken zijn beschikbaar; eerst na voltooiing
ervan kan tot de verdere restauratie worden
overgegaan. Hiertoe zal een nieuwe begroeting
worden opgemaakt en nader overleg worden
gepleegd om de algemeene restauratie tot een
goed einde te brengen.
Het R. K. Tweede Kamerlid Sweens heeft
aan den minister van Binnenlandsche Zaken
de volgende vragen gesteld:
Is het den minister bekend, dat zijn stand
punt, neergelegd in de circulaire d.d. 17 Au
gustus 1939 betreffende de betaling van pen
sioenbijdrage door gemobiliseerde ambtenaren
door sommige departementen (met name Fi
nanciën, Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen, en' Waterstaat) alsmede door eenige ge
meentebesturen niet wordt gedeeld?
Is het juist, dat het departement van Finan
ciën zelfs de onder hem ressorteerende ambte
naren heeft gewaarschuwd, eenige reserve te
vormen, teneinde na demobilisatie zich niet te
zien geplaatst voor een dubbele inhouding voor
pensioenpremie?
Is het den minister bekend, dat eenige ge
meentebesturen, die de interpretatie van het
betreffende Koninklijk Besluit van 28 Novem
ber 1922 niet deelen, hun in militairen dienst
verblijvende ambtenaren hebben uitgenoodigd,
maandelijks de verschuldigde 10 pCt. pensioen
premie te betalen?
Is de minister dan niet van oordeel, dat
gelet op de belangrijke financieele consequen
ties voor de betrokkenen hier aan elke on
derlinge ongelijkheid in behandeling bij de on
derscheidene departementen en gemeentebe
sturen een einde dient te worden gemaakt?
Is de minister bereid en in staat, zoo noodig
maatregelen in overweging te nemen, krachtens
welke de gemeentebesturen rechtens zouden
worden gedwongen een gedragslijn te volgen
overeenstemmende met 's ministers bedoeling?
De plannen van de K.L.M., een speciaal
vliegtuig van Napels naar Batavia te zen
den, om daardoor ouders in Indië in de ge
legenheid te stellen, in een week tijds hun
in het moederland studeerende kinderen te
laten overkomen, zijn in alle opzichten met
succes bekroond. Het toestel is volgeboekt.
Elf kinderen zullen 23 October, onder leiding
van mej. Wynoldi en den heer G. A. de Stoppe
laar, gemachtigde der K.L.M. voor Neder -
landsch-Indië, des namiddags te 5 uur van Am
sterdam (Centraal Station) vertrekken. Zooals
men weet, vergezelt de air-hostes mej. Wynoldi
het troepje tot Napels en keert dan terug. Tot
Batavia zijn de kinderen toevertrouwd aan de
zorgen van den heer De Stoppelaar.
Donderdag, 26 October, zal het gezelschap met
de „Reiger" uit Napels vertrekken, gezagvoerder
Hulsebos. Maandag, 30 October, zal het aanko
men in Medan, met welke bestemming zes
kinderen medereizen. Dinsdag, 31 October, zal
het vliegtuig Batavia bereiken, waar de rest
van het gezelschap den tocht afsluit.
Dat deze plannen van de K.L.M. in goede
aarde zijn gevallen, blijkt niet alleen uit het
feit, dat de „Reiger" volgeboekt naar Indië zal
vertrekken, maar ook hieruit, dat er nog en
kele aanvragen zijn, zoodat herhaling van deze
vlucht wordt overwogen.
Woensdagavond omstreeks zeven uur is de
41-jarige M. van der Wal bij het oversteken van
de Jacob Catsstraat te Rotterdam door een
auto aangereden. De man kreeg een schedelfrac
tuur en is naar het ziekenhuis aan den Bergweg
vervoerd, waar hij ter verpleging is opgenomen.
De automobilist, die na het ongeval is doorgere
den, is onbekend gebleven.
De maximumbedragen voor geldzendingen in
het postverkeer met Frankrijk en Algerië zijn
als volgt gewijzigd:
Voor postwissels naar Frankrijk en Algerië
maximumbedrag francs 12.000. Voor postwis
sels uit Fiankrijk en Algerië een tegenwaarde
van ten hoogste francs 12.000. Voor verreken-
zendingen uit deze landen eveneens francs
12.000 en in tegengestelde richting, als storting
op een postrekening wordt verlangd, geldt
eveneens hetzelfde maximum.
Aan den staf van het Britsche gezantschap
in Den Haag is eskadercommandant Adams als
luchtvaartattaché toegevoegd. In tegenstelling
met zijn voorganger, eskadercommandant Davis,
die Brussel tot standplaats had, zal de nieuwe
attaché te 's Gravenhage gevestigd zijn.
Woensdagavond kwart voor zeven is de 21-
jarige motorrijder C. M. A. de Bruyn, kantoor
bediende te Rotterdam, nabij het viaduct in
den rijksweg te Overschie op een stilstaanden
tractor met oplegger gereden, welke met ze
ven ton bloembollen geladen was en met een
lekken band langs den weg geparkeerd stond
Hoewel de achterlichten van den wagen brand
den, heeft De Bruyn den grooten vrachtauto
eerst op het laatste oogenblik gezien.
Hij werd tegen den grond gesmakt en bleef
bewusteloos liggen. Met een ernstige verwon
ding van het hoofd is hij in zorgelijken toe-<
stand naar het ziekenhuis aan den Coolsinge!
te Rotterdam vervoerd.
.„•OP, eb -M.©^
Heden zijn vijftien neutrale passagiers van
het s.s. „Noordam" van de HollandAme-
rikalijn in ons land gearriveerd. Sedert 25
September j.l. wordt de „Noordam" in de Downs
vastgehouden. Vrijdag j.l. kwam echter een be
ambte van den immigratiedienst aan boord met
de mededeeling, dat het den neutralen passagiers
was toegestaan de reis voort te zetten. In ver
band met het ongunstige weer is de overtocht
eerst Woensdag geschied per Batavierlijn. Aan
boord was alles wel. Ook kwamen met de Bata
vier vier passagiers mee van het s.s. „Juno" van
de K.N.S.M., welk schip eveneens'in de Downs
ligt. Aan boord van beide schepen is alles wel.
Tegelijk met de Batavierboot arriveerde te Rot
terdam het s.s. „Zaandam", dat samen met de
„Noordam" in de downs lag.
Het s.s. „Zaandam" van de H.A.L. heeft
slechts een oponthoud van acht dagen in de
Downs gehad, hetgeen te danken is geweest aan
de lading, die bestond uit 7900 ton graan, meel,
lijnkoeken en olie voor de Nederlandsche regee
ring. Korten tijd nadat het schip in de Rijn
haven ligplaats had genomen, deelde de heer
Henken van de H.A.L., namens kapitein Stam-
perius in een interview enkele bijzonderheden
over den overtocht mede. Het schip vertrok 3
October van New-York en kwam na een voor
spoedige reis 11 October in de Downs aan. Daar
werden de papieren door een Britschen officier
van boord gehaald en had men niet anders te
doen dan te wachten. Behalve het verschijnen
van enkele Duitsche vliegtuigen op een flinken
afstand, gebeurde er niets bijzonders. Dinsdag-
middeg kreeg men verlof om te vertrekken. Ook
de thuisreis bracht geen emoties, een Duitsche
bommenwerper vloog even over het schip en
verdween, na kennis te hebben genomen van de
nationaliteit.
Het schip zal in den loop van deze week wor
den gelost en zal daarna in den nacht van Don
derdag 26'op Vrijdag 27 October met een lading
stukgoed en ongeveer 140 passagiers naar Ame
rika vertrekken.
Reeds herhaalde malen was er vervelendheid
tusschen den Doesburgschen manufacturen-
koopman en zijn buren. Nu eens ontving de
koopman van zijn nevenwonenden een ansicht
kaart, met welke attentie hij slechts bitter wei
nig vereerd was, dan weer verscheen in een of
andere krant een bericht met als kop „Een ge
wapend conflict" of soortgelijke aanduidingen,
betrekking hebbend op de verhouding tusschen
de genoemde twee partijen.
De maand September was nog geen dag oud,
toen er weer „iets" voorviel. In den avond van
den eersten dag der Herfstmaand, zoo om
streeks kwart voor tien, gooide de manufactu-
rier zoo maar op de publieke straat een emmer
vocht uit. Daar de breed vloeiende nattigheid
'n lucht verspreidde, die den buren allerminst
aanstond, met alle gevolgen daarvan, moest de
man zich gisteren voor den Arnhemschen kan
tonrechter vertoonen.
Hij en de edelachtbare waren het allerminst
eens over de samenstelling van de vloeistof. Hij
zei, dat het een procédé was, bestaande uit
keukenafvalwater en water, waarmede de win
kel was geschrobd, doch de kantonrechter had
heele andere vermoedens
De man dook verder in de historie en ver
haalde van rioleeringen, die vernieuwd werden
en van afvoerpijpen, die werden doorgesneden
door zijn tegenpartij.
Het water was door hem bewaard tot het
donker was geworden, dan hadden anderen er
geen erg in, zoo zei hij en dat vond de kanton
rechter raar, want als 't toch schóón water
was geweest
De ansichtkaart waarmede verdachte inder
tijd was verblijd, alsmede een krantenknipsel
verschenen ter tafel ten bewijze dat hem al
heel wat was aangedaan, doch de kantonrech
ter toonde daarvoor ontroerend weinig interesse.
De buurdame was getuige. Zij heeft een ka
mer met één raam aan de straat en dat raam
was opgeschoven, toen de emmer werd gele
digd.
Zij heeft voorts een nichtje en dat nichtje
stond aan de deur te praten met een vriendin,
toen buurman den emmer uitgoot.
Het was donker, vertelde zij, en de vloeistof
verspreide een ondraaglijken stank, alsof de
„pot de chambre" was omgekeerd. Dit laatste
verklaarde zij nadat de kantonrechter er met
gebruikmaking van die nette aanduiding, hier
boven tusschen aanhalingsteekens weergege
ven, uitdrukkelijk naar gevraagd had.
„Wat heeft u gedaan?" vroeg de edelachtbare
vol belangstelling.
De juffrouw vertelde den jongens 'n sigaretje
te hebben gegeven, waarvan de lucht klaar
blijkelijk verondersteld werd, den stank van den
plas buiten te kunnen normaliseeren.
De verdachte hield vol, dat het weggeworpene
afvalwater was geweest.
„Misschien heeft een van de huisgenooten er
iets bij gedaan!" opperde de kantonrechter tot
innige voldoening van het publiek op de tri
bune.
Toen kwam het nichtje voor het hekje.
Evenals haar tante had zij buurman den em
mer zien omkiepen en evenals haar tante was
ze getroffen door den reuk, ofschoon eerst een
kwartier later. Zij wist wel wat een „pot de
chambre" was en knikte zelfs zonder te blozen
„ja" op een vraag van den kantonrechter, be
treffende de kwestie of de inhoud van den em
mer, naar den reuk te oordeelen, verondersteld
werd daarmede (met de pooo de sjambre) re
laties te hebben.
Den kantonrechter ontsluierde zij nog, dat
zij zelf ook een sigaretje had opgestoken, niet
bepaald voor den stank, want anders deed ze
het ook wel.
Deze bekentenis deed iets van „jeugdige on
bezonnenheid" aan des kantonrechters lippen
ontvlieden.
De ambtenaar, die nog pas om andere rede
nen heel verheugd had gekeken, was nu be
slist boos en vroeg vijf gulden of vijf dagen en
nadat de verdachte andermaal ontkende, dat er
één drup van hetgeen iedereen buiten hem ver
moedde in den emmer was geweest, besliste de
kantonrechter: een tientje of vijf dagen.
Autorijden is een vaardigheid, die ieder recht
geaard man zich eigen wil maken. Tot ait
doel zijn er vele rijscholen, die naarmate men
meer of minder aanleg heeft, in korten of ,au-
geren tijd den leerling zoodanig instruëeren,
dat hij zich met een gerust hart aan het
examen ter verkrijging van het rijbewijs kan
onderwerpen.
Zoo bevonden zich op den Koningsweg te
Utrecht op een goeden dag een oude Chevrolet,
bemand met instructeur en leerling.
Nadat deze laatste eindelijk zonder den mo
tor af te laten slaan den wagen op gang had
gebracht en met een matig vaartje van 12 K M.
den weg afreed, kwam van de Laan van Maar-
schalkerweerd een vrachtwagen met razende
snelheid aanrijden.
De bestuurder remde uit alle macht, ma>.r
kon een aanrijding niet voorkomen.
De leerling kreeg een wond aan het hoofd er.
werd naar het ziekenhuis vervoerd. De les
auto werd totaal vernield.
Woensdagmorgen had de bestuurder van
den vrachtauto zich wegens zijn roekeloos rij
den voor den kantonrechter, rar. T. Oltnoff,
te verantwoorden. Als eerste getuige verscneen
een hardhoorige bakker
In scamenwerking met het sonore stemgeluid
van den deurwaarder, kwam de kantonrech
ter er achter, dat de getuige geen familie van
den verdachte was.
Getuige had het ongeluk zien gebeuren en
verklaarde dat de vaart, waarmede ver
dachte had gereden, roekeloos snel was ge
weest.
Vervolgens kwam de instructeur, de bekende
ballonvaarder Delia Mouton, als getuige voor.
Hij gaf een technische uiteenzetting van de
aanrijding en bewees uit het remspoor van 22
meter, hoe snel verdachte wel moet heDben
gereden.
De ambtenaar van het O. M., mr. Louët
Feisser, concludeerde dat een dergelijk roeke
loos rijden niet op den weg thuis hoort. Hij
eischte f 25 boete en 4 maanden intrekking
van het rijbewijs.
Mr. Olthoff wilde, in verband met het feit.
dat verdachte nog nooit veroordeeld is, de in
trekking van het rijbewijs nog uitstellen, te
meer daar verdachte van beroep chauffeur is.
Een flinke geldboete achtte de kantonrechter
echter op zijn plaats. Met een boete van f 36,
subs. 12 dagen hechtenis, moest de bestuurder
zijn roekeloosheid bekoopen.
De centrale raadsvergadering van den Ka
tholieken Limburgschen Middenstandsbond werd
Maandagmiddag te Valkenburg gehouden. Zij
was druk bezocht. Verschillende aalmoezeniers
van sociale werken waren aanwezig, alsmede de
hoofdaalmoezenier, de Z. E. heer K. Ronekens
De voorzitter, de heer A. Koops, opende met
een korte inleiding de bijeenkomst.
De begrooting 1940 werd zonder discussie
vastgesteld.
De Z. E. pater Jos Govaerts S.S.S. deed mede-
deelingen over de werkzaamheden en het win-
terprogramma van vorming en propaganda,
De aftredende leden van het hoofdbestuur, de
heeren P. Erkens, Geleen, J. Honé, Heerlen er.
Th. Obers, Sevenum werden herkozen.
Mr. Bachg, directeur van het Nationaal Han-
zebureau, hield een causerie over distributie
vraagstukken.
De bondsadviseur, de eerw. heer A. Loonen
verzorgde een „geestelijk kwartiertje".
Het volgende telegram werd verzonden aan
den minister van Economische Zaken:
„De Limburgsche R. K. Middenstandsbond
spreekt zijn ernstige ongerustheid uit over het
feit, dat bij den verkoop van oude voorraden
door winkeliers geen rekening mag worden ge
houden met de vervangingsvoorwaarde van de
nieuwe voorraden, hetgeen een aanzienlijk kapi
taalverlies voor de middenstandsbedrijven be
teeken t,
verzoekt Uwe Excellentie met nadruk hare
zienswijze ter zake in zooverre te herzien, dat
de administratieve interpretatie van de opdrij-
vingswet in overeenstemming worde gebracht
met de redelijke economische opvattingen."
De vergadering werd ook bijgewoond door een
vertegenwoordiger van den Bosschen R. K
Middenstandsbond, den heer Van Leeuwen.
De minister van Economische Zaken heeft
benoemd tot lid der commissie van bijstand,
bedoeld in de kunstzijdebeschikking 1939, den
heer H. Groeneweg.
Naar de Telegraaf verneemt, heeft de de
partementale commissie ter adviseering over
de versterking van de maritieme defensie van
Ned.-Indië bij de aanbeveling tot den bouw
van drie zware slagkruisers uiteengezet, dat
zij dezen bouw noodzakelijk en technisch en
financieel uitvoerbaar oordeelt. Zij adviseert
tot den bouw van drie snelle zwaarbewapende
slagkruisers, van ongeveer 27000 ton. welke
een snelheid zullen hebben van 33 mijlen per
uur en als hoofdbewapening zullen voeren 9
kanonnen van 28 c.M. opgesteld in 3 drie
lingtorens. Deze moderne oorlogsbodems zul
len voorzien zijn van een bijzondere bescher
ming tegen duikbooten en mijnen.
Wat de vlootbasis Soerabaja betreft, is de
commissie van oordeel, dat deze door uitdieping
van het Westervaarwater voor dergelijke slag
schepen geschikt gemaakt kan worden.
Op 23 Juni is te Monnikendam een ernstig
ongeluk gebeurd. Een 12-jarig meisje, dat over
de brug wilde loopen, die den Oude- en den
NieuwefeijdsbnrgwaJ verbindt, werd plotseling
getroffen, doordat de balans van de brug naar
beneden kwam. Het zware voorwerp kwam op
haar voetje terecht, aat werd verbrijzeld.
Thans moest wegens het veroorzaken van
letsel door schuld de 29-jarige smid terecht
staan, die bezig was herstellingswerkzaamhe
den aan die brug te verrichten en aan wiens
roekeloosheid de justitie dit droevige ongeluk
meent te moeten wijten.
De smid toch, die zag in hoe desolaten toe
stand de „strippen" d.w.z. de verbindings
wijzers tusschen de kettingen van de brug en
het brugdek verkeerden, wilde daaraan iets
repareeren en draaide daartoe een moer van
één der bouten los, zonder eerst de noodige
voorzorgsmaatregelen, zooals het verankeren
van de balans en/of het voor het publiek af
sluiten van de brug, te hebben genomen. He:
gevolg was, dat toen één van die „strippen"
brak de geheele belasting op de bewuste
„strip" werd overgebracht, die te zeer versleten
was om dezen last te dragenmet het hier
boven vermelde ernstige gevolg.
Als deskundige in deze zaak werd de inspec
teur van den arbeid, ir. I. H. 't Hart te 's Gra
venhage gehoord, die verklaarde, dat deze brug
te Monnikendam in een schand.elijken staa van
onderhoud verkeerde. Het was een wonder, dat
hier niet veel eerder ongelukken zjjn gebeurd
Toch acht de deskundige dit ongeltfk direct te
wijten aan de roekeloosheid van den smid, die,
ziende hoe slecht de toestand van de ijzers was,
toch verzuimde de noodige maatregelen te
treffen.
De gemeente-architect, de heer Simons, die
nog drie andere gemeenten onder zijn hoede
heeft, zeide niet te hebben geweten, dat de
brug zoo slecht was; z.i. zaten die ijzeren
deelen goed onder de verf. hetgeen de des
kundige moest tegenspreken.
Mr. H. A. Wassenbergh, zijn requisitoir ne
mend, achtte het bewijs van verdachtes schuld
aan dit droevig ongeluk inderdaad geleverd.
Verdachte was op de hoogte van den desolaten
toestand, waarin de hekijzers verkeerden en
verzuimde het nemen van veiligheidsmaatrege
len. Over verdachte is verder niets slechts te
zeggen en bij het bepalen van de te vorderen
straf wil spreker wel rekening houden met den
droevigen toestand, waarin de brug verkeerde.
Hier had men veel eerder moeten ingrijpen.
Ieder moment kon een ramp plaats vinden, die
zelfs menschenlevens had kunnen kosten. Hier
mede rekening houdend eischte spreker veer
tien dagen hechtenis, echter voorwaardelijk
met twee jaar proeftijd, plus een geldboete van
f 40, subsidiair twintig dagen hechtenis.
Mr. Jacob Frankel deed een beroep op de
verzachtende omstandigheden voornamelijk
den vervallen toestand van de brug en op de
kommervolle omstandigheden, waaronder ver
dachte met zijn gezin de laatste maanden heef:
geleefd en bepleitte de uiterste clementie.
Uitspraak 1 November.
In het retraitehuis te Heerlen had een studie
dag plaats van de Kath. Arbeiders Vrouwen
Organisatie.
Meer dan 150 leidsters en bestuursleden van
plaatselijke afdeelingen namen er aan deel.
Mej. M. Reintjes, hoofdleidster van de KA.
V.O, in het Bossche diocees, sprak over „De
taak van de afdeelingsbesturen in dezen ryd"
Aalmoezenier Beel uit Kerkrade over: „Ons
gezin".
De leiding berustte bij mej. Schmitz, hoofd
leidster.
Na de koffietafel voerden kinderen eenige
tooneelstukjes met zang op. De studiedag werd
besloten met een plechtig Lof
Aan F. Bruins, ontvanger der dir. belastingen
en accijnzen te Apeldoorn, is op zijn verzoek
met 31 October eervol ontslag verleend.
8e>'lUd deuren zijn ook dicht, daar gaat geen
doorheen, maar dat mensch is in den
'h cle an het ronddazen geweest, en heeft daar
k°kers UUrti van de m°nding van een der lucht-
keejt Wak gehoord. Toen is ze gaan zoeken en
ktyam °ntdekt, dat het lawaai uit die kokers
gelukkig niet kunnen verstaan, wat
geWachi° t schreeuwde, en ze heeft eerst
Sen 2 tot wij thuis zouden komen. Maar te
ts Ze naetlen waren we nog steeds weg, en toen
tUerhe ar lluis gegaan. Om negen uur heeft ze
de 2jc, opgebeld, kreeg geen gehoor, en haai-
'3ehedenln llaar hoofd' dat onze lijken wel eens
^dorüei m Öen kelder konden liggen, m?t den
°Ti halfaai' er schreeuwende bij. Toen heeft ze
d&t or de politie opgebeld, om te zeggen,
Sloten ller iemand in den kelder was opge-
Pete zuchtte;
„Groote genade! Dan kunnen we elk oogen
blik een inval van de gewapende macht ver
wachten?"
Lois schudde weer het hoofd:
„Nee,dat gaat hier niet net als in Lon
dener is 's nachts één agent op post, die
om een uur of vier wordt afgelostmorgen
om acht uur is de heele macht pas weer op de
been. Dus om een uur of half negen zullen ze
wel voor de deur staan."
Pete floot zachtjes en trok een leelijk gezicht
tegen den kop van een tijgervel:
„Dan moeten we maken, dat we vriend Bea-
lie uit de buurt krijgen.... en hem overbrengen
naar mijn blokhut!"
„Dat geeft immers niets! De politie weet, dat
er iemand in den kelder gezeten heeft, giste
ren. Dat getuigt de huishoudster. Als we hen
nu morgen dien kelder laten zien, absoluut
leegis dat niet een beetje raar! we kunnen
hun bezwaarlijk vertellen, dat we van niets wis
ten. Als die kerel, wie het ook is, uit den kel
der is verdwenen, zullen ze zeggenwie heeft
hem dan uit dien gesloten kelder gelaten? In
elk geval krijgen we een heele hoop gezanik, en
als dan bekend wordt, dat Bealie is verdwe
nendan kunnen we wel opdoeken!"
Pete beaamde dit en stak een nieuwe sigaret
op. Een tijdje zaten ze peinzend naast elkaar
op de trap, en toen keken ze elkaar plotseling
aan en schoten in den lach.
,,'t Is werkelijk al te mooi!" zei Pete, „over
een dag of twee hebben we hier in huis machi-
tegeweren opgesteld, om Bealie te hoeden te-
,gen zijn belagers."
En hij sprong overeind, greep een golfstok
en begon woest om zich heen te zwaaien.
Lois richtte zich eveneens op, trapte haar
eindje sigaret uit en keek hem aan:
„Trek in een whisky?"
Pete legde zijn golfstok neer, en werd weer
een ordentelijk mensch.
„Laten we whisky drinken," zei hij. „Na de
whisky de zondvloed."
Ze dronken de whisky, maar na het tweede
glas kwam niet de zondvloed, maar een onmis
kenbaar geluid van buiten.
„Mijn wagen!" zei Lois. „Daar is John!"
Ze sprongen op en openden de halldeur. Over
Lois' schouder zag Pete John op het grintpad
staan, in zijn zakken rommelend en met een
groot vierkant ding naast zich.
Zijn antwoord op Lois' verbaasde woorden
was een grijns, en de mededeeling, dat hij op
de olief anten jacht was geweest.
Lois sleepte hem naar binnen en bij haar
bericht, dat er iets aan het handje was, werd
John bleek, en liet zijn gevaarte vallen. Hij
kwam niet weer bij dan nadat hem een glas
whisky was ingeschonken en ze hem verteld
hadden, dat Bealie nog steeds achter slot en
grendel zat.
„Dus hij zit nog steeds in den kelder?" in
formeerde John, voor alle zekerheid en keek
van Lois naar Pete.
„Wat dacht je dan!" zei Lois verontwaardigd
„dat we hem naar buiten hebben laten gaan
en wormen zoeken om mee te visschen?"
John kreeg een lachbui en verslikte zich
deerlijk. Een toen kwam Lois op hem af en be
keek hem nauwkeurig.
„John!" zei ze, „je bent tipsy!"
Jóhn keek haar aan en knipoogde:
„En of!" zei hij.
Pete maakte een woedend geluid:
„Al dien tijd hebben we in doodelijke onge
rustheid over je gezeten, terwijl jij ergens zat
te hijschen! En waarom?"
„Daarom!" zei John, en wees naar het vier
kante ding, dat nu op den vloer van de hall lag
ondersteboven.
„Wat is het?" raasde Pete. „Een waschbord?"
John keek hem ernstig aan:
„Jongeman!" zei hij, „maak geen flauwe
grapjes over de Kunst! Het is de laatste troost
van een invaliden jager op grof wildhet is
de beeltenis van een kudde olifanten!"
Er ontstond een korte pauze, waarin Pete
van hem naar het schilderstuk keek en weer
terug. Lois kwam het eerste weer bij; ze vloog
erop af en zette het overeind. Het was inder
daad een aangrijpende voorstelling van een
troep olifanten, grootendeels verwarde slurven
en open muilen, boven een zielig jagertje.
En daarop verhaalde John met eenige moeite
op welke wijze hij het ding in handen had ge
kregen.
„En dat niet alleen," besloot hij, en stond
op, zijn glas whisky heffend, „maar ik heb de
laatste jaren van een goed mensch tot iets ge
lukkigs gemaakt, ik heb
„Als je nu je mond niet houdt!", zei Pete,
„maak ik Bealie's laatste momenten tot iets on
gelukkigs, door jou bij hem in den kelder te
stoppen.... de politie weet, dat er iemand in
den kelder zitwat doen we daaraan?"
Toen eerst scheen het tot John door te drin
gen, dat er iets ernstigs aan de hand was. Hij
zette het glas naast zich neer, keek Pete een
oogenblik aan, en krabde toen zijn kin.
„Allemachtig!' zei hij. „Da's lastig!"
Dat was het inderdaad, en heel erg lastig
ook, zooals ze hem tenslotte aan het verstand
brachten. Een tijd lang zat hij, de opkomende
gewassen op zijn kin wrijvend, te peinzen en
toen keek hij eensklaps zegevierend op, en
lachte hen beminnelijk toe:
„Ik heb het gevonden!" zei hij.
Pete keek hem eens aan en maakte een mis
prijzend geluid:
„Zeker tegen de politie zeggen, dat het de
wind was, die de geluiden maakte!" zei hij.
John schudde verongelijkt het hoofd:
„De politie weet, dat er iemand in den kelder
zit, nietwaar?"
„.Ongetwijfeld! zei Lois sarcastisch.
„Dusging John verder, met de logica,
aan tipsy menschen eigen: „Als ze komen, moet
er een inzitten, anders zijn ze niet tevreden!"
„Er zit er inderdaad een in!" zei Pete, „dat
is het hem juisten als we hem er uithalen
is het niet goed. Wat nu?"
„Heel eenvoudig," zei John. „we halen Bea
lie er uit, en stoppen jou erin!"
Op dit gezegde volgde een peinzende stilte,
die het eerst door Pete werd verbroken, het
geen geen wonder was, want hij was de eerst-
betrokkene.
„En wat," begon hij, „wil je tegen den Ster
ken Arm als reden opgeven, dat ik mijn leven
slijt in een gesloten kelder?"
„Ook eenvoudig!" zei John, en lachte bemin
nelijk, „drankzuchtdelirium tremens!"
De stilte die hierna inviel, was indrukwek
kend. Pete staarde John aan alsof hjj een
geestverschijning was, rukte toen zijn blik van
hem los en zocht steun bij Lois:
„Groote Mozes". hijgde hij, „hoor je dat,
Lois?"
Lois bevestigde, dat ze het hoorde, en vroeg
nieuwsgierig, wat er voor raars aan was.
„Het lijkt me een pracht van een denkbeeld!"
zei ze, „we vertellen die lui, dat we een verren
neef te logeeren hebben, die aan den drank
verslaafd is, en dien we, als hij lastig wordt,
voor een paar uurtjes in den kelder zetten. We
laten ze dan door een raampje in den kelder
loeren, en als jij daar beneden dan een kleine
demonstratie geeft van een drankzuchtige, die
wild wordt, komen we een heel eind."
Haar heldere, grijze oogen staarden Pete aan,
en die waardige jonkman voelde zijn woede uit
zich weg glijden en wist alleen nog maar te
stamelen:
„Maar ik weet niet, hoe een woedende drank
zuchtige te keer gaat!"
„Dat is geen bezwaar!" zei Lois, „de politie
weet het ook niet, en anders kijk je maar naar
John."
(Wordt vervolgd)