DE ZEESLAG BIJ DUINS Indrukken van den eersten dag der noodcompetitie Kabouter Flip en zijn vriendje Wip PidmAaal vonden dat 300 jaar geleden werd de Armada vernietigd Akkertje K. Een nieuwe ster bij Arsenal DE ONBEKENDE in de £tfpe/ WOENSDAG 25 OCTOBER 1939 Hoofdpijn VOETBAL IN ENGELAND Een nieuwe ster DOOR A. HRUSCHKA Op Zaterdag 21 October was het driehonderd Jaar geleden dat de Hollandsche vloot onder commando van den luitenant-admiraal Maarten Harpertszoon Tromp den zeeslag bij Duins won, waarmee aan de Spaansche hegemonie ter zee een laatste en beslissende slag werd toegebracht. In de Spaansche vloot, welke op de reede van Duins werd vernietigd, waren alle eskaders ver- eenigd, welke op dat oogenblik de vlag van Spanje voerden en bovendien was zij nog met Portugeesche eskaders versterkt. Het zeeman schap en krijgsmanschap van Tromp behaalden met een in allerijl versterkte en gecompleteerde vloot de overwinning op de slecht gecomman deerde, doch uitnemend toegeruste vloot van de Spanjaarden. Voor de geschiedenis van den zeeslag bij Duins staan ons in hoofdzaak twee bronnen ter be schikking. De eerste is „Het journaal van den luitenant-admiraal M. H. Tromp, gehouden aan boord van 's lands schip Amelia in den Jare 1629", van welk historisch document S. P l'Hbnoré Naber in 1931 een uitgave verzorgde in de bijdragen tot de mededeelingen van het Historisch Genootschap. De tweede bron was tot voor kort voor velen onbereikbaar. Dom Francisco Manuel de Melo, die als Portugeesch commandant van het derde regiment der Spaansche vloot den zeeslag bij Duins meemaakte, heeft in zijn „Conflito do Canal de Inglaterra entre as Armas Espanholas e Olanderas Anno 1639" een uitstekend en prij zenswaardig objectief ooggetuigeverslag gege ven van dezen zeeoorlog, die op de tijdgenooten diepen indruk heeft gemaakt. Dr. M. de Jong zorgde, nu het dit jaar 300 Jaar geleden is, dat de slag bij Duins werd ge leverd, voor een uitmuntende vertaling in het Nederlandsch van dit voor de geschiedenis van ons land ter zee zoo belangrijke historische ge schrift, waarvan tot nog toe geen Nederland- Sche uitgave bestond. Voor de Marinevereeni- ging werd d«ze vertaling uitgegeven door de N V. Drukkerij en Uitgeverij vil. C. de Boer Jr., Den Helder, onder den titel „De strijd in het Engelsch Kanaal tusschen de Spaansche en Hollandsche wapenen". Tengevolge van den oorlog met Frankrijk was Filips IV van Spanje genoodzaakt de regel matige aflossings- en aanvullingstroepen over zee naar de Zuidelijke Nederlanden te zenden. De steeds scherper wordende blokkade der ha vens van Duinkerken en Nieuwpoort, den IJzer- mond. het Scheurtje van Mardijk en de pier van Grevelingen door de uit 12 oorlogsbodems onder leiding van Tromp bestaande Holland sche vloot, maakte het voor cfen Spanjaard steeds moeilijker contact te houden met de Zui delijke Nederlanden. In het voorjaar van 1639 begon men daarom met de uitrusting van een sterke vloot, welke werd geconcentreerd in de haven van La Coruna. Een actie van de Fransche vloot en de ver traging, welke de tót in den zomer bij, Napels vastgehouden oorlogsschepen onder commando van d'Oquendo ondervonden, maakten dat de Spaansche Armada eerst op 27 Augustus onder zeil kon gaan. Deze armada bestond uit 67 groote schepen, welke met 1700 kanonnen waren bewapend en zij telde 24 000 koppen. Bovendien was er over vloedige munitie en geld, naar schatting 800.000 crurados, voor het uitbetalen der soldij van den volgenden zomer aan boord. Het weer werkte goed mee en zonder den ge- ringsten tegenslag bereikten de schepen het Engelsch Kanaal. Op Woensdag 16 September, om ongeveer zeven uur in den ochtend, kreeg men de Hollandsche vloot in zicht, welke uit slpchts elf schepen bestond. Tromp, die door slechte inlichtingen van zijn superieuren slechts een geringen tegenstand had verwacht, was niet weinig verrast, toen hij de schitterende en schier onoverwinnelijke Spaansche vloot zich zag ontplooien. Hier stelden zich echter list en overmoed ten gunste van den eerste tegenover elkander. Tromp hield ten nauwste contact met zijn kapiteins en liet zijn schepen „snel aaneensluiten, waarbij zij zoo in elkaar pasten, dat steeds de boeg spriet van het eene de lantaarns van het an dere raakte", op die wijze een monsterschip ma kend, dat slechts een waaghals zou durven aanvallen. Deze waaghals was d'Oquendo, die zonder instructies aan de andere schepen te geven dbl- driest met het Koninklijk Admiraalschip op den vijand afstormde. De strijd verliep met wisse lend succes. Beide partijen leden ernstige ver liezen, doch tegen den middag scheen de over winning aan Spaanschen kant. Om onverklaar bare redenen zag d'Oquendo, die vermoedelijk op een schooner overwinning hoopte, van een onmiddellijke beslissing af en stelde hij deze tot een later uur uit. In den avond keerde echter de wind ten gunste van Tromp, die zoo kans kreeg te ontsnappen. Inmiddels verscheen Witte de With met nog 16 Hollandsche schepen op het strijdtooneel en met grooter vertrouwen waagde Tromp den vol genden avond tegen middernacht een aanval te ondernemen. „Wij kennen geen zeeslag in de oudheid noch in moderner tijden, die vreese- lijker is geweest", zoo beschrijft De Melo het krijgstafereel, dat volgde. Om vier uur in den middag op den derden dag van den zeeslag wendde de Hollandsche vloot plotseling den steven wegens gebrek aan munitie om zich in de haven van Calais in veiligheid te stellen. d'Oquendo zocht daarop zijn toevlucht op de reede van Duins. Nu begon een diplomatiek spel van de Spaan sche en Hollandsche onderhandelaars aan het Koninklijk Engelsch hof, dat uiteindelijk in het voordeel der Hollanders verliep. Tromp zag mid delerwijl kans zijn positie te verbeteren en zijn schepen van groote voorraden kruit te voor zien, om daarna eveneens naar de reede van Duins koers te zetten, tengevolge waarvan d'Oquendo tusschen twee vuren kwam te staan. Achter zich het weinig toeschietelijke „neu trale" Engeland, dat slechts eenzijdige hulp bood en voor zich de zee, welke werd versperd door de Hollandsche schepen. De Spanjaard durfde tengevolge van een on voldoenden voorraad munitie geen strijd be ginnen en intusschen werd in Holland, waar men den toestand thans ernstig inzag, koorts achtig gewerkt aan de versterking der vloot. „Met ongeloofelij ke, maar toch verklaarbare snelheid wisten zij in luttele dagen zooveel schepen te verzamelen, dat zij 110 de reede van Duins lieten binnenloopen, niet meegerekend dan nog de zeven weluitgeruste schepen en nog wel 60 andere die voortdurend buiten kruisten teneinde elke hulp, die de Spanjaarden uit Spanje of Vlaanderen zou willen bereiden, tegen te houden", aldus De Melo, die in deze getallen ongetwijfeld iets overdrijft. Andere be lichten spreken namelijk van 96 oorlogsschepen en 11 branders, welke Tromp in vier weken om zich verzamelde. Al dien tijd bleef de Spaansche vloot op de reede van Duins opgesloten, hopend op een on verwachte gelegenheid om aan de dreigende vernietiging te ontkomen. Tenslotte werd Tromp, die zich sterk genoeg begon te voelen, het wach ten moede en hij zond een missie naar het Spaansche admiraalsschip om in hoofsche be woordingen den vijand alles aan te bieden, wat dezen ontbrak om ten aanvaj te tijgen. Op 21 October besloot d'Oquendo met zijn vloot de reede van Duins te verlaten, doch voor dat hij aan dit voornemen uitvoering had kunnen geven, ging Tromp met schending van de Engelsche neutraliteit tot den aanval over. Een verbijsterende zeeslag ontwikkelde zich tus schen de machtigste oorlogsvloten van Europa. „Men zag niets anders meer, zoo schrijft De Melo, dan verbrande schepen, doode lichamen, een zee van bloed en vuur, die met vuur en bloed een wreeden krijg tegen de menschen voerde. De dood, in verschillend gewaad, over viel de rampzalige strijders. Voor sommigen was hij van ijzer, want zij vielen door het scherp de» zwaarden en de punten der pieken; voor anderen was hij van vuur, want levend werden zij verbrand; voor anderen van water, want velen verdronken in de zee; niet weinigen stik ten in den rook; van anderen weer, tusschen de ruïnes hunner schepen verdwenen, wist men. ofschoon men ze sterven zag, niet, welk soort van einde hun deel werd ze hadden zelfs niet den troost het te mogen kiezen, al ware het te sterven door de hand van den wreedsten tyran. Het bloed van den lafaard vermengde zich met dat van den dappere, allen geleken één en dezelfde te zijn, want niet alleen de fortuin, ook de deugd der menschen wordt ge- effend door den dood". In dezen slag verloor Spanje 6000 onderdanen, 43 schepen en 600 bronzen stukken. Ook de Hollanders verloren eenige schepen en meer dan duizend manschappen. „Geluk in den krijg wordt duur gekocht en met tranen, bloed en menschenlevens door de overwinnaars betaald!" Met deze juist in onze dagen zoo treffende woorden besluit de Portu geesche geschiedschrijver zijn boeiend relaas. v. W. Tijdens het ongeval op den weg van Hedel naar Den Bosch, waarbij een militaire auto slipte, tegen een vrachtauto botste en zwaar beschadigd werd, kwam een achter den eersten auto volgende wagen met militairen eveneens te slippen, reed achteruit van den dijk en kwam in een sloot tot stilstand. De auto in zijn be narde positie katholieken, God heeft alleen aan onze Kerk de eenige eeuwige waarheid gegeven om haar te dienen, te beschermen en te verspreiden. Waakt en bidt in het vertrou wen op Christus' woord, dat de poorten der hel, ondanks aLles, haar nimmer zullen over weldigen. De noodcompetitie is begonnen. Evenals in Nederland werd ook hier over de geheele linie met veel „entrain" gespeeld en scheen het of de profs nog meer dan vroeger de overtuiging met zich droegen, dat alles gegeven moest wor den, wat redelijkerwijs te geven was. Hebben de verrichtingen dus het publiés zeer bevredigd, wederkeerig zijn de clubdirecties con tent over de belangstelling van de voetbalmin naars. De getrokken grens van 8000 koppen per wedstrijd is nog niet losgelaten, zoodat de arena's wel niet bepaald een gezelligen aanblik boden vanwege de groote leegten, doch aan dit besluit valt voorshands nog niet te tornen. Op White Hart Lane, de Spurs-ground, waar Arsenal dezen winter haar thuiswedstrijden speelt, had men zelfs de limiet overschreden en liet men 8900 menschen toe. De 41 wedstrijden van Zaterdag brachten rond 200.000 menschen naar buiten. In één stad dreigde het aanvankelijk met de voetballerij mis te zullen loopen, dat was te Grimsby, waar „luchtalarm" werd gemaakt, zoo dat de menschen al op weg naar de match, zich in de schuilplaatsen opborgen. Dit had tot ge volg, dat de wedstrijd te laat begon en Doven- dien drie spelers, verbonden aan den waar schuwingsdienst, een voetballoozen middag hadden. Op het overige deel van het Grimsby - team maakte het luchtalarm overigens weinig indruk; men speelde er later lustig op los en won met 2—1 van Mansfield Town. Voordat wij ons nu ook met de andere wed strijden Zullen bezighouden, willen wij nog de aandacht vestigen op de voortgaande soepelheid van de autoriteiten. In een onzer laatste brieven spraken wij over de zekere mate van ontevreden heid, die er bestond over de salariskortingen, welke men ingevoerd had. Langzaam maar zeker komt men aan de moeilijkheden tegemoet, thans weer door het invoeren van een premie-stelsel. A.s. Woensdag zal hierover door de F. A. op Lancaster Gate worden gesproken, waarbij naar verluidt een voorstel ter tafel zal komen, om de spelers voor een gewonnen wedstrijd te beloonen met een premie van 10 shilling per speler en vijf shilling voor een gelijk spel. Dit brengt van zelfsprekend voor de clubs hoogere lasten, wat slechts gevonden kan worden in de limlte van het toeschouwersaantal. Tevens zal Woensdag ook gesproken worden over de entree-prijzen, tenminste als al de club-adviezen dan reeds ontvangen zijn, waarbij gepolst werd om de toe gangsprijzen voor vrouwen en militairen te hal- veeren. In beknopten vorm hebben wij hiermee de belangrijkste feiten van het oogenblik samen gevat en willen thans enkele evoluties de revue laten passeeren van den eersten nood-competitie^ dag. Wij spraken van enkele, vanzelfsprekend" cmdat wij ons bij een programma van 41 wed strijden beperkingen moeten opleggen. Aan stonds, wanneer in de verschillende afdeeungen blijkens de ranglijsten de sterke clubs van de zwakkere gescheiden zijn, wint deze competitie natuurlijk aan diepte. Overigens hebben tal van spelers op dezen eersten dag nogal met de spelregels overhoop gelegen. Onze lezers weten dat het nu niet langer geoorloofd is om spelers te belemmeren in hun speelwijze, waarbij wij doelen op het z.g. „af houden". Tot dusver beschermden de backs zoo veel mogelijk hun „goalie" tegen aanstormen de voorwaartsen, wat thans niet meer is toe gestaan en wat gestraft wordt met een straf schop. Hoewel dit gevaar vrijwel allen backs op het hart was gedrukt, konden talloozen den aan drang niet weerstaan om te attaqueeren, wat een groot aantal penalties tot gevolg had. Arsenal opende met een denderende zege op Charlton Athletic, dat met liefst 84 werd ge klopt. Toch was er nog een rianter overwin ning, nl. die van Chesterfield, dat Lincoln City klopte met 80! Doch, om bij „The Gunners" te blijven zij staken prachtig vah wal, waarbij het goede, doch bovenal succesvolle aanvalsspel wel een verheugend verschijnsel is. Reeds de vorige week gewaagden wij van den g'loednieuwen midvoor Leslie Compton, wiens eerste officieele optreden in deze kwaliteit een ware trompf- tocht is geworden. Liefst vier doelpunten van de acht nam Leslie voor eigen rekening, en wat voor voltreffers! Deze knaap schiet zoowel links als rechts met een gemak, dat eenvoudig frap peert, waarbij de zuiverheid niets te wenschen overlaat en evenmin de snelheid. Op Whitehart Lane werd men reeds zoo ent housiast, dat men hem straks de midvoorpost van het Engelsche elftal wil opdragen, als het oogenblik daar is voor de match tegen Schot land en Ierland. Zoover is 't nog niet, doch wel is 't een feit, Leslie Compton een nieuwe ster ""«wat Twee zigeuners kropen in een anderen hoek om hen te bewaken. Een luid gesnurk verried al gauw, dat al de bewoners van het kamp in diepen slaap waren, maar Peter sliep niet. Al die vreemde gebeurtenissen hielden hem wakker, ook lag hij niet gemakkelijk en de banden om zijn enkels en polsen deden hem pijn. Plotseling hoorde hij een geritsel en werd achter hem de tentdoek voorzichtig opge schoven. Geruischlooe kwam een kleine witte gedaante naar hem toekruipen en in het maanlicht kon Peter zien, dat het een klein blond meisje was van een jaar of vijf. „Wie ben jij, en hoe kom jij hier, jij, zöo'n lief klein meisje, bent toch geen zigeuner- kindje?" vroeg Peter. Groote tranen glinsterden in de kinderoogen en snikkend vertelde zij, dat booze mannen haar uit haar witte bedje hadden genomen, dat ze zoo verlangde naar haar pappa en mamma en dat ze niet meer wist waar haar huis was, want ze waren aldoor verder getrok ken. In een leegen schouwburg der wereldstad New York zat een dikke heer met een reusachtige sigaar in z'n mond op de eerste rij. Met gespan nen aandacht- volgde hij de bewegingen van .gen danser op 't tooneel, die in 't licht van een .schijnwerper z'n kunst vertoonde. Toen de dan ser in een wervelwind van draaiingen aan 't eind van z'n dans gekomen was, klapte de dikke Iheer vol geestdrift in z'n handen en riep: „Prachtig gedaan, jongen!! 't Was in één -woord meesterlijk!" Ofschoon de beroemde danser Clive Brankson aan loftuitingen gewend, ja, er door verwend was, zoo waardeerde hij toch ten zeerste dezen geestdriftigen lof van den rijken revue-impre sario Thimoty Grass. „Ik zeg je Brankson," hernam mijnheer Grass, „dat dit het glanspunt wordt van m'n nieuwe irevue." ,,'t Doet me genoegen, dat u er zoo mee in- igenomen bent," deed de danser bescheiden. „Ingenomen, zeg je? Maar kerel, 't was ge weldig!" Thimoty Grass was zóó opgewonden, dat hy een groot stuk van z'n sigaar afbeet. Daarna riep hij: „Hé, Nandy, waar zit je toch?" Van achter de coulissen kwam een ineenge drongen gestalte te voorschijn, die slungelach tig naar 't midden van het tooneel liep en recht tegenover mijnheer Grass bleef staan. .Duister eens, Nandy," begon deze heer, ter wijl hij z'n sigaar van den eenen mondhoek naar den anderen schoof, „ik heb een reuzen- idee. Zoodra Brankson met z'n dans klaar is, kom jij op 't tooneel en danst er een parodie op. Aan 't eind daarvan, als je die draaiende be wegingen wilt maken, pakt iemand je van ach ter de coulissen in je nek en haalt je verder met een haak van 't voetlicht vandaan. Dat noem ik reuzen." Nandy knikte sloom. Op dit oogenblik echter trad Clive Brankson voor 't voetlicht. „Begrijp ik het goed, mijnheer Grass, dat deze clown" hier wees hij op Nandy „een pa rodie zal maken van m'n nieuwen dans?" „Natuurlijk, beste kerel." „Zoo, maar dan dans ik hem niet," zei Brank son opgewonden. De mond van Thimoty Grass ging zoo ver open dat z'n sigaar op den grond rolde. „Maar man, wat beteekent dat?" vroeg hij verbaasd. „Dat beteekent precies wat ik zeg. Ik ben een kunstenaar en geen kunstenmaker. Ik denk er niet aan, van mijn prachtige creatie een huppel- depuppel te zien maken door dat draaibord daar." .Duister even naar rede, Clive," zei de im presario gemoedelijk. „Ik begrijp, dat je je min of meer in je eer voelt aangetast als Nandy hier een imitatie van je dans te zien geeft. Maar vergeet ook niet, dat je in hoofdzaak optreedt om 't publiek aangenaam bezig te houden, t Publiek wil lachen, schaterlachen zelfs en daar moet Nandy voor zorgen. Natuurlijk stellen wij je kunst op prijs, maar die mag hier niet alleen heerschen." Clive Brankson haalde z'n schouders op. „Best mogelijk," zei hij, „maar dan dans ik niet." Toen de danser zich naar z'n kleedkamer had begeven, kwamen eenige zijner vrienden bij hem, die 't voorstel van Thimoty Grass een schande noemden. „Ais je op je stuk blijft staan," zei een hun ner, „dan zal je eens zien, hoe gauw hij bakzeil haalt en met hangende pootjes bij je terug komt." De woorden waren nog niet uit z'n mond, toen de deur open ging en een knappe, jonge vrouw de kleedkamer binnen trad. „Wat scheelt mijnheer Grass toch?" vroeg ze. „Hij scheen heelemaal uit z'n humeur te zijn." Eenige oogenblikken later was ze op de hoog te gebracht van het voornemen van den revue impresario. „Wees nu niet zoo dwaas, Clive!" riep ze. „Als je ruzie met Grass hebt, denkt geen enkele im presario er aan je te engageeren." „Dat kan wel waar zijn, lieve Effy," gaf Clive z'n vrouw ten antwoord, „maar ik ben en blijf een kunstenaar." „Dat neemt niet weg, dat je je trots maar wat op zij moet schuiven; we moeten vóór alles in ons levensonderhoud voorzien. Luister toch niet naar die verkeerde raadgevers. Mijnheer Grass meent het goed met je. Weet je wel, dat we niet meer dan 150 dollar op de bank hebben staan?" „Nu, dan zal ik m'n eigen impresario wel zijn," besloot Brankson, die juist met z'n toilet klaar was en aanstalten maakte om de kleed kamer te verlaten, waarin z'n vrienden hem al waren voorgegaan. De danser en z'n vrouw gingen naar buiten en stapten in een blauwen sport-auto, die voor den uitgang van den schouwburg stond. Brankson nam achter het stuur plaats, startte sn weldra gleed de wagen den hoek om. „Begrijp me goed, manlief," begon Effy. „Niemand bewondert je kunst meer dan ik. Heb ik je niet getrouwd, toen je nog maar eenvoudig Bill Black heette. En heb ik toen niet b gewerkt om je in de gelegenheid te stellen^ studeeren, zoodat je een beroemd danser worden? Je kunt er zeker van zijn, dat. Ze sprak niet verder; er klonk een geweias slag; de auto buitelde over z'n kop en omgekeerd liggen. Toen Effy Brankson haar oogen opende, ze met haar hoofd op de knie van een P°uaj] agent. Ze had echter behalve een paar schr&m men, geen verder letsel gekregen, zoodat met behulp van den agent naar den staanden ziekenauto kon loopen waarin h®» man met gesloten oogen en doodsbleek gela® op een baar lag uitgestrekt. Bij aankomst in het ziekenhuis bracht me Clive Brankson direct naar de operatiekamer. Later deelde de chirurg aan Effy mede, dat d beenen van haar man zoo erg waren vermink" dat het -met dansen voorgoed gedaan was. m 't begin liepen Clive's bewonderaars de deur van 't ziekenhuis plat, maar toen ze eenmaa' het slechte nieuws hadden vernomen, bleef de een na den ander weg. Op zekeren dag belde Thimoty Grass op. „Hallo, Effy. Jullie kunnen zeker wel wat ge»a gebruiken hè? Je man was niet erg spaarzaam- Zeg maar, hoeveel je noodig hebt". n „We zijn u zeer verplicht, mijnheer Grass antwoordde Effy, „maar heusch, we kunnen ons wel redden. We hadden nog wat op de bank staan." Van af dien tijd was de eens zoo beroemde danser Clive Brankson voor goed vergeten Een jaar of drie later hield voor een beschei den woning in een der volkswijken van NeW- Fork een auto stil. Op de deur dier woning stond op l een houten bord j dansprQef te lezen „Effy l Black, dans- l school". De heer, j die uit den auto stapte, liep naar een aan den achterkant geie gen kamer, waar tien a twaalf kinderen onder leiding van Effy danspassen maakten. Clive Brankson zat aan de piano en speelde muziek. Aan de wijze waarop de bezoeker z'n sigaar m den mond hield, herkende men direct Thimoty QraSS „En hoe gaat liet met jullie?" vroeg hij- „Niet slecht", antwoordde Effy. „Heb je al eens geprobeerd te dansen?" vroeg de impresario aan Clive. De aangesprokene stond op en liep met zn kromme, naar binnen gerichte knieën eenige passen naar voren, 't Waren de zelfde beenen, die eens de moeilijkste dansfiguren konden maken. Nu was er niets meer van de vroegere elasticiteit te bemerken. Ze waren stijf en ver wrongen en weigerden hun normalen dienst. „Ik ga nooit meer uit, want als ik op straat loop, dan kijken de menschen me na en lachen de kinderen me uit", zei Brankson, en glim lachte bitter. „Effy", verzocht mijnheer Grass, „speel jij die muziek nog eens, je weet wel van den laatsten beroemden dans. Maar laat even de kinderen in een andere kamer." Nadat mevrouw Brankson aan dit verzoek voldaan had, hernam de impresario. „Komaan Clive, ouwe jongen, probeer JU nu nog eens dien dans." „Maar mijnheer GrassU weet toch wel...." aarzelde Clive. „Vooruit, kerel, doe het dan maar voor mijn plezier." Brankson haalde de schouders op, ontdeed zich van jas en vest, en terwijl Effy de melodie speelde, deed hü de zelfde stappen en maakte dezelfde figuren als vroeger. Maar 't effect was heel, heel anders. Mijnheer Thimoty Grass lag achterover in z'n stoel te schaterlachen. Hij kon er maar niet mee ophouden. Ook nu was z'n sigaar uit z'n mond gevallen en zijn zware lichaam schudde zóó geweldig, dat de stoel, waarop hij zat, on heilspellend kraakte. Zelfs Effy, die aan de piano zat, kon haar lachen niet bedwingen, maar d'r oogen vulden zich met tranen, toen ze er aan dacht, dat die vergroeide beenen eens de uitgaande wereld in verrukking brachten door hun sierlijke, bliksemsnelle bewegingen. Brankson hield op. „Ziet u wel", zei hij mis troostig. Thimoty Grass was opgestaan, klopte hem op z'n schouder en riep opgetogen: „Kerel, met laten lachen is geld te verdienen. En nu ik die dansproef van je gezien heb, zal je de menschen ni°t alleen laten lachen, maar ze zullen het uitschateren, en t geld zal als van zelf naar je toestroomen." De nieuwe revue van Clive Brankson werd een daverend succes. Reeds weken van te voren was de schouwburg uitverkocht. In heel New- York sprak iedereen van Benny Shelby, het dansnummer, dat het hoofdnummer van 't pro gramma was. Maar niemand wist, dat Clive Brankson en Benny Shelby een en dezelfde persoon waren. (Nadruk verboden» wordt aan het Arsenal-firmament. Van de an dere goals werden er gemaakt door Dennis Compton, een broer van Leslie, 2 en door Cray- ston en Lewis elk 1. Chelsea, dat tegen Brentford kort na half time door Burgess leek te gaan winnen, zag door German tenslotte deze illusie in rook vervliegen door een meesterlijk genomen vrijen schop. Nu zou een Chelsea-zege een waarlijk te rijke be- looning geweest zijn en veeleer kwam Brentford dit resultaat toe, tenminste, als men de. veld sterkte tot uitgangspunt kiest. De Brentford- „side" werkte echter te slordig haar aanvallen af en in dit opzicht toonde Chelsea zich wel precieser, getuige het fraaie doelpunt van Payne in de eerste helft. Holliday maakte vlak voor rust gelijk, terwijl de einduitslag1 22 werd. Bepaald teleurstellend was het eerste optreden van West Ham tegen Chrystal Palace. De ver wachtingen over de Hammers-ploeg waren nogal hoog gespannen, zoodat de 62 nederlaag uit eindelijk wel als een zeer koude douche werkte. Ook uit Midlands valt een groote verrassing te registreeren, nl. de 3—2 nederlaag van Wol verhampton op eigen grond tegen Birmingham, wat te meer verbaast, omdat bij vriendschapPe' lijk gespeelde wedstrijden het eene succes zicb op het andere stapelde. Voorts willen wij de belangrijkste cijfers van den eersten dag memoreeren: Southend United Tottenham Hotspur 12; FulhamPorts mouth 12; DoncasterSheffield Wednesday 2—2; Sheffield United—Nottingham Forest 3—0: Everton—Stoke City 44; Manchester United- Manchester City 04. 85 XIV Hubert Sochor voelt zich er weer boven op. Neen, het geltfk heeft hem niet den rug toege keerd. Fortuna' is 'n vrouw en de vrouwen heb ben hem altijd best mogen lijden. Hoe zou hij anders op het gelukkige idee zijn gekomen, dien ouden, smoorlijk verliefden Hohenstein om geld aan te spreken, teneinde althans het dringendste; de huur voor de loka len en de zaak met den meubelfabrikant, te kunnen regelen?! En hoe zou anders het toeval hem juist op het hachelijke oogenblik dien fameuzen Karl Nemetz gezonden hebben, die van machine rieën, mecaniek enz. zooveei verstand had als de beste ingenieur? De oude bespaarde hem drie werklieden. Waarlijk een buiten kansje! Zijn gewone helper, die bovendien niet veel van techniek verstond, was plotseling ziek geworden, juist toen hü hem dringend noodig had, om een reeds half en half verkochte motorfiets, waaraan iets haperde, in orde te brengen. De man had Karl Nemetz als nood hulp gestuurd. En Nemetz was van alles veel beter op de hoogte dan zijn voorganger, zoodat Sochor spoedig op de gedachte was gekomen, voor zijn eigen zaak in spe den bekwamen werktuigkundge vast te engageeren. Dit scheen Nemetz veel pleizier te hebben gedaan. Hij was een man op jaren volgens zijn papieren zestig jaar en bezat weliswaar veel kennis en ondervinding, maar geen diploma van een vak school. Dit had hem steeds belet, een betere positie te verkrijgen. Maar hij was niet alleen in staat om zonder hulp een auto uiteen te nemen en weer samen te stellen en moeilijke reparaties te verrichten, maar kon ook nieuwe onderdeelen vervaardigen. En dat was juist voor Sochor van groot belang, want de verkoop van onderdeelen voor beschadigde machines zou een voornaam element van de nieuwe zaak uitmaken. Wat al geld en tijd werd bespaard, als hy die stukken zelf kon fabriceeren! Bovendien was Nemetz een slimme kerel, die onmiddellijk iederen wenk begreep. Bleef Sochor op goeden voet met dat bejaard genie, dan kon hij heel wat dingen ondernemen, die men niet aan de groote klok behoefde te hangen. Desnoods kon hij zelfs zich door Nemetz laten vertegenwoordigen, want de man had goede manieren en een respectabel voorkomen. Hij had reeds bewijzen geleverd van een kost baar talent: het op afstand houden van lastige schuldeischers. Dus juist de man, dien Sochor noodig had. Aanleiding genoeg om hem voor te stellen als factotum bij de nieuwe firma te komen werken zonder scherp afgelijnd arbeidsveld. Karl Nemetz had verklaard, dat hij zich tevreden stelde met den titel van kantoor knecht en dat hij gaarne een handje wilde toesteken, waar dat noodig of nuttig was; maar hij was er op gesteld, zekere onafhankelijkheid te bewaren. Uitsluitend van den heer Sochor zelf wilde hij bevelen krijgen. In ruil daarvoor zou hij zich vergenoegen met een bescheiden salaris, dat hem om de drie maanden moest worden uitbetaald. Hij bezat spaarduitjes en had geen onmiddellijke behoefte aan geld; bovendien vond hij het aangenaam, in eens een flinke som te trekken. Maar nog één voorwaarde moest hij stellen: de heer Sochor moest hem een kamer afstaan, waarin hij kon slapen en zijn vrijen tijd door brengen, Want bij zijn vriend, den zieken werktuigkundige, wilde en kon hij niet langer blijven. Dat was maar een onderkomen in tijd van nood geweest, toen hij onlangs van Weenen naar Graz was gekomen, waar hij buiten zijn vriend niemand kende. Sochor beloofde, er over te zullen naden ken. En ai nadenkend begreep hij ten volle, wat die Nemetz nu voor hem beteekende: een man, dien hij eerst na verloop van drie maanden be hoefde te betalen; een man, die voor alles bruikbaar was, met weinig pretentie enniet bekrompen van opvatting.... Sochor zei niet bij zich zelf, dat in onzen tijd zoo iemand ais een unicum moest worden beschouwd, ja, als „iets onmogelijks"; ook niet, dat een man als Nemetz sinds lang een vasten en ruim betaalden werkkring had moeten vin den, al bezat hij geen vakdiploma. Niet het minste wantrouwen tegen Nemetz kwam bij hem op Ten hoogste voldaan, dacht hij; „Ik ben toen een geluksvogel!" Met betrekking tot de door Nemetz verlangde kamer vond hij een zeer eenvoudige oplossing; de voormalige dienstbodekamer in de ouder lijke woning; dat vertrek lag naast zijn eigen kamer en werd nu tot bergplaats voor allerlei rommel gebruikt. Die kamer zou voor Nemetz in orde worden gemaakt. Daar de familie sinds jaren geen meid meer hield en 't grove werk door den concierge liet verrichten, kon men eigenlijk dat vertrek goed missen. De kamer was zelfs nog al groot, maar donker; zij had maar één venster, dat op de kleine binnenplaats uitkwam. Doch er was electrisch licht en overdag zou Nemetz toch bijna geregeld op zijn post moeten zijn. Mevrouw Sochor had geen bezwaar tegen de voorgestelde regeling. Zdj zou Nemetz ontbijt en avondmaal bezorgen, daar een stuivertje aan verdienen en bovendien bij gelegenheid al den kennissen kunnen zeggen, dat men nu een knecht hield Karl Nemetz was heel blij met de schikkin gen. Zoo ben ik steeds in uw nabijheid, mijn heer Sochor, zei hij, en kunt u, wanneer 's avonds de zaak is gesloten, nog altijd over mij beschikken. Om te beseffen, hoe blij hij was, moet men weten, dat achter den persoon van Kari Nemetz die van den detective Silas Hempel verscholen is. Maar niemand heeft daar eenig vermoeden van, zelfs niet Mr. Kögler, met wien Silas eenvoudig heeft afgesproken, dat hij hem van tijd tot tijd den uitslag van zijn verdere nasporingen schriftelijk zal mededeelen. Datgene, wat Hempel sinds den afloop van het proces beoogde, is hem nu eindelijk gelukt; hij heeft Sochor's vertrouwen gewonnen en be vindt zich op een plaats, waar hij alles kan zien, alles waarnemen, alles kan te weten komen. Eerlijk spel is het niet, dat weet hij heel goed. Doch met eerlijkheid vangt men geen schelmen. Ten aanzien van een zoo slimmen kerel als Hubert Sochor was list tegen list ge oorloofd. Want als buitengewoon listig heeft hij Sochor al spoedig leeren kennen. Enkel maar een eerzuchtige met stoute plan nen? Enkel maar een gewetenloos egoïst? Of een misdadiger?Is hij de moordenaar van Winkler? De man, die naar het testament ge zocht, het misschien gevonden envernietigd t Dit alles weet Silas Hempel nog niet. Een voudig uit instinct, geprikkeld door de mede deelingen van Annie Eltz, heeft hij tegen beta ling van een vrij aanzienlijke som den toevallig ziek geworden Wemdl overgehaald, hem als vriend en noodhulp bij Hubert Sochor aan te bevelen. Voor het oogenblik weet hij nog niets met zekerheid, hoewel hij verschillende dingen heeft opgemerkt, die zijn eerste vaag vermoeden tot een meer bepaalde verdenking deden ui*" groeien. Thans, nu hij als huisgenoot in d» familie Sochor is opgenomen, kan hij veel ge" makkelijker naar bewijzen zoeken en op de eerste plaats een goeden vingerafdruk van Hubert Sochor nemen, wat hem tot dusverre niet gelukt is. Want Sochor is zeer keurig °P zijn gesoigneerde handen; wanneer hij naar de zaak of de werkplaats komt, draagt hij bijna altijd handschoenen. Maar thuis zal hij wel met bloote hande» loopen! denkt Hempel. Inmiddels kreeg de advocaat Mr. Köglef materiaal eninstructies: Tracht dit of dat te weten te komen; concentreer bij de eerst volgende gelegenheid uw aandacht op dit dat punt. En zorg vooral nauwkeurig een 1ÜS' op te maken van al de personen, die wij üM* misschien als getuigen kunnen gebruiken Den len September opende Hubert Sochor zijne nieuwe zaak: auto's en motorfietsen, a»le auto-benoodigdheden en onderdeelen; alle rePa" raties worden snel en tegen redelijke prijzen uitgevoerd! Den 2den September deed Sochor officie^ aanvraag om de hand van Gerda Neumann e clen 3den stond de verloving aangekondigd 1 •erscheidene bladen. Dienzelfden dag vond men in dezelfde krante onder de rubriek „Huwelijken" de volgende ec voudige kennisgeving;: .CWordi vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 10