DE ZEESLAG BIJ DUINS
Indrukken van den eersten
dag der noodcompetitie
Kabouter Flip en zijn vriendje Wip
PidmAaal vonden dat
300 jaar geleden werd
de Armada vernietigd
Akkertje
K.
Een nieuwe ster bij
Arsenal
DE ONBEKENDE
in de £tfpe/
WOENSDAG 25 OCTOBER 1939
Hoofdpijn
VOETBAL IN ENGELAND
Een nieuwe ster
DOOR A. HRUSCHKA
Op Zaterdag 21 October was het driehonderd
Jaar geleden dat de Hollandsche vloot onder
commando van den luitenant-admiraal Maarten
Harpertszoon Tromp den zeeslag bij Duins won,
waarmee aan de Spaansche hegemonie ter zee
een laatste en beslissende slag werd toegebracht.
In de Spaansche vloot, welke op de reede van
Duins werd vernietigd, waren alle eskaders ver-
eenigd, welke op dat oogenblik de vlag van
Spanje voerden en bovendien was zij nog met
Portugeesche eskaders versterkt. Het zeeman
schap en krijgsmanschap van Tromp behaalden
met een in allerijl versterkte en gecompleteerde
vloot de overwinning op de slecht gecomman
deerde, doch uitnemend toegeruste vloot van
de Spanjaarden.
Voor de geschiedenis van den zeeslag bij Duins
staan ons in hoofdzaak twee bronnen ter be
schikking. De eerste is „Het journaal van den
luitenant-admiraal M. H. Tromp, gehouden aan
boord van 's lands schip Amelia in den Jare
1629", van welk historisch document S. P
l'Hbnoré Naber in 1931 een uitgave verzorgde
in de bijdragen tot de mededeelingen van het
Historisch Genootschap.
De tweede bron was tot voor kort voor velen
onbereikbaar. Dom Francisco Manuel de Melo,
die als Portugeesch commandant van het derde
regiment der Spaansche vloot den zeeslag bij
Duins meemaakte, heeft in zijn „Conflito do
Canal de Inglaterra entre as Armas Espanholas
e Olanderas Anno 1639" een uitstekend en prij
zenswaardig objectief ooggetuigeverslag gege
ven van dezen zeeoorlog, die op de tijdgenooten
diepen indruk heeft gemaakt.
Dr. M. de Jong zorgde, nu het dit jaar 300
Jaar geleden is, dat de slag bij Duins werd ge
leverd, voor een uitmuntende vertaling in het
Nederlandsch van dit voor de geschiedenis van
ons land ter zee zoo belangrijke historische ge
schrift, waarvan tot nog toe geen Nederland-
Sche uitgave bestond. Voor de Marinevereeni-
ging werd d«ze vertaling uitgegeven door de
N V. Drukkerij en Uitgeverij vil. C. de Boer Jr.,
Den Helder, onder den titel „De strijd in het
Engelsch Kanaal tusschen de Spaansche en
Hollandsche wapenen".
Tengevolge van den oorlog met Frankrijk was
Filips IV van Spanje genoodzaakt de regel
matige aflossings- en aanvullingstroepen over
zee naar de Zuidelijke Nederlanden te zenden.
De steeds scherper wordende blokkade der ha
vens van Duinkerken en Nieuwpoort, den IJzer-
mond. het Scheurtje van Mardijk en de pier
van Grevelingen door de uit 12 oorlogsbodems
onder leiding van Tromp bestaande Holland
sche vloot, maakte het voor cfen Spanjaard
steeds moeilijker contact te houden met de Zui
delijke Nederlanden.
In het voorjaar van 1639 begon men daarom
met de uitrusting van een sterke vloot, welke
werd geconcentreerd in de haven van La Coruna.
Een actie van de Fransche vloot en de ver
traging, welke de tót in den zomer bij, Napels
vastgehouden oorlogsschepen onder commando
van d'Oquendo ondervonden, maakten dat de
Spaansche Armada eerst op 27 Augustus onder
zeil kon gaan.
Deze armada bestond uit 67 groote schepen,
welke met 1700 kanonnen waren bewapend en
zij telde 24 000 koppen. Bovendien was er over
vloedige munitie en geld, naar schatting 800.000
crurados, voor het uitbetalen der soldij van den
volgenden zomer aan boord.
Het weer werkte goed mee en zonder den ge-
ringsten tegenslag bereikten de schepen het
Engelsch Kanaal. Op Woensdag 16 September,
om ongeveer zeven uur in den ochtend, kreeg
men de Hollandsche vloot in zicht, welke uit
slpchts elf schepen bestond. Tromp, die door
slechte inlichtingen van zijn superieuren slechts
een geringen tegenstand had verwacht, was niet
weinig verrast, toen hij de schitterende en
schier onoverwinnelijke Spaansche vloot zich
zag ontplooien.
Hier stelden zich echter list en overmoed ten
gunste van den eerste tegenover elkander. Tromp
hield ten nauwste contact met zijn kapiteins
en liet zijn schepen „snel aaneensluiten, waarbij
zij zoo in elkaar pasten, dat steeds de boeg
spriet van het eene de lantaarns van het an
dere raakte", op die wijze een monsterschip ma
kend, dat slechts een waaghals zou durven
aanvallen.
Deze waaghals was d'Oquendo, die zonder
instructies aan de andere schepen te geven dbl-
driest met het Koninklijk Admiraalschip op den
vijand afstormde. De strijd verliep met wisse
lend succes. Beide partijen leden ernstige ver
liezen, doch tegen den middag scheen de over
winning aan Spaanschen kant. Om onverklaar
bare redenen zag d'Oquendo, die vermoedelijk
op een schooner overwinning hoopte, van een
onmiddellijke beslissing af en stelde hij deze
tot een later uur uit. In den avond keerde
echter de wind ten gunste van Tromp, die zoo
kans kreeg te ontsnappen.
Inmiddels verscheen Witte de With met nog
16 Hollandsche schepen op het strijdtooneel en
met grooter vertrouwen waagde Tromp den vol
genden avond tegen middernacht een aanval
te ondernemen. „Wij kennen geen zeeslag in de
oudheid noch in moderner tijden, die vreese-
lijker is geweest", zoo beschrijft De Melo het
krijgstafereel, dat volgde. Om vier uur in den
middag op den derden dag van den zeeslag
wendde de Hollandsche vloot plotseling den
steven wegens gebrek aan munitie om zich in
de haven van Calais in veiligheid te stellen.
d'Oquendo zocht daarop zijn toevlucht op de
reede van Duins.
Nu begon een diplomatiek spel van de Spaan
sche en Hollandsche onderhandelaars aan het
Koninklijk Engelsch hof, dat uiteindelijk in het
voordeel der Hollanders verliep. Tromp zag mid
delerwijl kans zijn positie te verbeteren en zijn
schepen van groote voorraden kruit te voor
zien, om daarna eveneens naar de reede van
Duins koers te zetten, tengevolge waarvan
d'Oquendo tusschen twee vuren kwam te staan.
Achter zich het weinig toeschietelijke „neu
trale" Engeland, dat slechts eenzijdige hulp bood
en voor zich de zee, welke werd versperd door
de Hollandsche schepen.
De Spanjaard durfde tengevolge van een on
voldoenden voorraad munitie geen strijd be
ginnen en intusschen werd in Holland, waar
men den toestand thans ernstig inzag, koorts
achtig gewerkt aan de versterking der vloot.
„Met ongeloofelij ke, maar toch verklaarbare
snelheid wisten zij in luttele dagen zooveel
schepen te verzamelen, dat zij 110 de reede van
Duins lieten binnenloopen, niet meegerekend
dan nog de zeven weluitgeruste schepen en
nog wel 60 andere die voortdurend buiten
kruisten teneinde elke hulp, die de Spanjaarden
uit Spanje of Vlaanderen zou willen bereiden,
tegen te houden", aldus De Melo, die in deze
getallen ongetwijfeld iets overdrijft. Andere be
lichten spreken namelijk van 96 oorlogsschepen
en 11 branders, welke Tromp in vier weken om
zich verzamelde.
Al dien tijd bleef de Spaansche vloot op de
reede van Duins opgesloten, hopend op een on
verwachte gelegenheid om aan de dreigende
vernietiging te ontkomen. Tenslotte werd Tromp,
die zich sterk genoeg begon te voelen, het wach
ten moede en hij zond een missie naar het
Spaansche admiraalsschip om in hoofsche be
woordingen den vijand alles aan te bieden, wat
dezen ontbrak om ten aanvaj te tijgen.
Op 21 October besloot d'Oquendo met zijn
vloot de reede van Duins te verlaten, doch voor
dat hij aan dit voornemen uitvoering had
kunnen geven, ging Tromp met schending van
de Engelsche neutraliteit tot den aanval over.
Een verbijsterende zeeslag ontwikkelde zich tus
schen de machtigste oorlogsvloten van Europa.
„Men zag niets anders meer, zoo schrijft De
Melo, dan verbrande schepen, doode lichamen,
een zee van bloed en vuur, die met vuur en
bloed een wreeden krijg tegen de menschen
voerde. De dood, in verschillend gewaad, over
viel de rampzalige strijders. Voor sommigen
was hij van ijzer, want zij vielen door het scherp
de» zwaarden en de punten der pieken; voor
anderen was hij van vuur, want levend werden
zij verbrand; voor anderen van water, want
velen verdronken in de zee; niet weinigen stik
ten in den rook; van anderen weer, tusschen
de ruïnes hunner schepen verdwenen, wist men.
ofschoon men ze sterven zag, niet, welk soort
van einde hun deel werd ze hadden zelfs
niet den troost het te mogen kiezen, al ware
het te sterven door de hand van den wreedsten
tyran. Het bloed van den lafaard vermengde
zich met dat van den dappere, allen geleken
één en dezelfde te zijn, want niet alleen de
fortuin, ook de deugd der menschen wordt ge-
effend door den dood".
In dezen slag verloor Spanje 6000 onderdanen,
43 schepen en 600 bronzen stukken. Ook de
Hollanders verloren eenige schepen en meer dan
duizend manschappen.
„Geluk in den krijg wordt duur gekocht en
met tranen, bloed en menschenlevens door de
overwinnaars betaald!" Met deze juist in onze
dagen zoo treffende woorden besluit de Portu
geesche geschiedschrijver zijn boeiend relaas.
v. W.
Tijdens het ongeval op den weg van Hedel naar Den Bosch, waarbij een militaire
auto slipte, tegen een vrachtauto botste en zwaar beschadigd werd, kwam een
achter den eersten auto volgende wagen met militairen eveneens te slippen, reed
achteruit van den dijk en kwam in een sloot tot stilstand. De auto in zijn be
narde positie
katholieken, God heeft alleen aan onze
Kerk de eenige eeuwige waarheid gegeven
om haar te dienen, te beschermen en te
verspreiden. Waakt en bidt in het vertrou
wen op Christus' woord, dat de poorten der
hel, ondanks aLles, haar nimmer zullen over
weldigen.
De noodcompetitie is begonnen. Evenals in
Nederland werd ook hier over de geheele linie
met veel „entrain" gespeeld en scheen het of
de profs nog meer dan vroeger de overtuiging
met zich droegen, dat alles gegeven moest wor
den, wat redelijkerwijs te geven was.
Hebben de verrichtingen dus het publiés zeer
bevredigd, wederkeerig zijn de clubdirecties con
tent over de belangstelling van de voetbalmin
naars. De getrokken grens van 8000 koppen per
wedstrijd is nog niet losgelaten, zoodat de arena's
wel niet bepaald een gezelligen aanblik boden
vanwege de groote leegten, doch aan dit besluit
valt voorshands nog niet te tornen. Op White
Hart Lane, de Spurs-ground, waar Arsenal dezen
winter haar thuiswedstrijden speelt, had men
zelfs de limiet overschreden en liet men 8900
menschen toe. De 41 wedstrijden van Zaterdag
brachten rond 200.000 menschen naar buiten.
In één stad dreigde het aanvankelijk met
de voetballerij mis te zullen loopen, dat was te
Grimsby, waar „luchtalarm" werd gemaakt, zoo
dat de menschen al op weg naar de match, zich
in de schuilplaatsen opborgen. Dit had tot ge
volg, dat de wedstrijd te laat begon en Doven-
dien drie spelers, verbonden aan den waar
schuwingsdienst, een voetballoozen middag
hadden. Op het overige deel van het Grimsby -
team maakte het luchtalarm overigens weinig
indruk; men speelde er later lustig op los en
won met 2—1 van Mansfield Town.
Voordat wij ons nu ook met de andere wed
strijden Zullen bezighouden, willen wij nog de
aandacht vestigen op de voortgaande soepelheid
van de autoriteiten. In een onzer laatste brieven
spraken wij over de zekere mate van ontevreden
heid, die er bestond over de salariskortingen,
welke men ingevoerd had. Langzaam maar zeker
komt men aan de moeilijkheden tegemoet, thans
weer door het invoeren van een premie-stelsel.
A.s. Woensdag zal hierover door de F. A. op
Lancaster Gate worden gesproken, waarbij naar
verluidt een voorstel ter tafel zal komen, om de
spelers voor een gewonnen wedstrijd te beloonen
met een premie van 10 shilling per speler en
vijf shilling voor een gelijk spel. Dit brengt van
zelfsprekend voor de clubs hoogere lasten, wat
slechts gevonden kan worden in de limlte van
het toeschouwersaantal. Tevens zal Woensdag
ook gesproken worden over de entree-prijzen,
tenminste als al de club-adviezen dan reeds
ontvangen zijn, waarbij gepolst werd om de toe
gangsprijzen voor vrouwen en militairen te hal-
veeren.
In beknopten vorm hebben wij hiermee de
belangrijkste feiten van het oogenblik samen
gevat en willen thans enkele evoluties de revue
laten passeeren van den eersten nood-competitie^
dag. Wij spraken van enkele, vanzelfsprekend"
cmdat wij ons bij een programma van 41 wed
strijden beperkingen moeten opleggen. Aan
stonds, wanneer in de verschillende afdeeungen
blijkens de ranglijsten de sterke clubs van de
zwakkere gescheiden zijn, wint deze competitie
natuurlijk aan diepte.
Overigens hebben tal van spelers op dezen
eersten dag nogal met de spelregels overhoop
gelegen. Onze lezers weten dat het nu niet langer
geoorloofd is om spelers te belemmeren in hun
speelwijze, waarbij wij doelen op het z.g. „af
houden". Tot dusver beschermden de backs zoo
veel mogelijk hun „goalie" tegen aanstormen
de voorwaartsen, wat thans niet meer is toe
gestaan en wat gestraft wordt met een straf
schop. Hoewel dit gevaar vrijwel allen backs op
het hart was gedrukt, konden talloozen den aan
drang niet weerstaan om te attaqueeren, wat
een groot aantal penalties tot gevolg had.
Arsenal opende met een denderende zege op
Charlton Athletic, dat met liefst 84 werd ge
klopt. Toch was er nog een rianter overwin
ning, nl. die van Chesterfield, dat Lincoln City
klopte met 80! Doch, om bij „The Gunners"
te blijven zij staken prachtig vah wal, waarbij
het goede, doch bovenal succesvolle aanvalsspel
wel een verheugend verschijnsel is. Reeds de
vorige week gewaagden wij van den g'loednieuwen
midvoor Leslie Compton, wiens eerste officieele
optreden in deze kwaliteit een ware trompf-
tocht is geworden. Liefst vier doelpunten van de
acht nam Leslie voor eigen rekening, en wat
voor voltreffers! Deze knaap schiet zoowel links
als rechts met een gemak, dat eenvoudig frap
peert, waarbij de zuiverheid niets te wenschen
overlaat en evenmin de snelheid.
Op Whitehart Lane werd men reeds zoo ent
housiast, dat men hem straks de midvoorpost
van het Engelsche elftal wil opdragen, als het
oogenblik daar is voor de match tegen Schot
land en Ierland. Zoover is 't nog niet, doch wel
is 't een feit, Leslie Compton een nieuwe ster
""«wat
Twee zigeuners kropen in een anderen hoek
om hen te bewaken. Een luid gesnurk verried
al gauw, dat al de bewoners van het kamp in
diepen slaap waren, maar Peter sliep niet. Al
die vreemde gebeurtenissen hielden hem
wakker, ook lag hij niet gemakkelijk en de
banden om zijn enkels en polsen deden hem
pijn.
Plotseling hoorde hij een geritsel en werd
achter hem de tentdoek voorzichtig opge
schoven. Geruischlooe kwam een kleine witte
gedaante naar hem toekruipen en in het
maanlicht kon Peter zien, dat het een klein
blond meisje was van een jaar of vijf.
„Wie ben jij, en hoe kom jij hier, jij, zöo'n
lief klein meisje, bent toch geen zigeuner-
kindje?" vroeg Peter. Groote tranen glinsterden
in de kinderoogen en snikkend vertelde zij, dat
booze mannen haar uit haar witte bedje hadden
genomen, dat ze zoo verlangde naar haar pappa
en mamma en dat ze niet meer wist waar haar
huis was, want ze waren aldoor verder getrok
ken.
In een leegen schouwburg der wereldstad New
York zat een dikke heer met een reusachtige
sigaar in z'n mond op de eerste rij. Met gespan
nen aandacht- volgde hij de bewegingen van
.gen danser op 't tooneel, die in 't licht van een
.schijnwerper z'n kunst vertoonde. Toen de dan
ser in een wervelwind van draaiingen aan 't
eind van z'n dans gekomen was, klapte de dikke
Iheer vol geestdrift in z'n handen en riep:
„Prachtig gedaan, jongen!! 't Was in één
-woord meesterlijk!"
Ofschoon de beroemde danser Clive Brankson
aan loftuitingen gewend, ja, er door verwend
was, zoo waardeerde hij toch ten zeerste dezen
geestdriftigen lof van den rijken revue-impre
sario Thimoty Grass.
„Ik zeg je Brankson," hernam mijnheer Grass,
„dat dit het glanspunt wordt van m'n nieuwe
irevue."
,,'t Doet me genoegen, dat u er zoo mee in-
igenomen bent," deed de danser bescheiden.
„Ingenomen, zeg je? Maar kerel, 't was ge
weldig!"
Thimoty Grass was zóó opgewonden, dat hy
een groot stuk van z'n sigaar afbeet. Daarna
riep hij: „Hé, Nandy, waar zit je toch?"
Van achter de coulissen kwam een ineenge
drongen gestalte te voorschijn, die slungelach
tig naar 't midden van het tooneel liep en recht
tegenover mijnheer Grass bleef staan.
.Duister eens, Nandy," begon deze heer, ter
wijl hij z'n sigaar van den eenen mondhoek
naar den anderen schoof, „ik heb een reuzen-
idee. Zoodra Brankson met z'n dans klaar is,
kom jij op 't tooneel en danst er een parodie op.
Aan 't eind daarvan, als je die draaiende be
wegingen wilt maken, pakt iemand je van ach
ter de coulissen in je nek en haalt je verder
met een haak van 't voetlicht vandaan. Dat
noem ik reuzen."
Nandy knikte sloom. Op dit oogenblik echter
trad Clive Brankson voor 't voetlicht.
„Begrijp ik het goed, mijnheer Grass, dat deze
clown" hier wees hij op Nandy „een pa
rodie zal maken van m'n nieuwen dans?"
„Natuurlijk, beste kerel."
„Zoo, maar dan dans ik hem niet," zei Brank
son opgewonden.
De mond van Thimoty Grass ging zoo ver
open dat z'n sigaar op den grond rolde.
„Maar man, wat beteekent dat?" vroeg hij
verbaasd.
„Dat beteekent precies wat ik zeg. Ik ben een
kunstenaar en geen kunstenmaker. Ik denk er
niet aan, van mijn prachtige creatie een huppel-
depuppel te zien maken door dat draaibord
daar."
.Duister even naar rede, Clive," zei de im
presario gemoedelijk. „Ik begrijp, dat je je min
of meer in je eer voelt aangetast als Nandy hier
een imitatie van je dans te zien geeft. Maar
vergeet ook niet, dat je in hoofdzaak optreedt
om 't publiek aangenaam bezig te houden,
t Publiek wil lachen, schaterlachen zelfs en daar
moet Nandy voor zorgen. Natuurlijk stellen wij
je kunst op prijs, maar die mag hier niet alleen
heerschen."
Clive Brankson haalde z'n schouders op.
„Best mogelijk," zei hij, „maar dan dans ik
niet."
Toen de danser zich naar z'n kleedkamer had
begeven, kwamen eenige zijner vrienden bij hem,
die 't voorstel van Thimoty Grass een schande
noemden.
„Ais je op je stuk blijft staan," zei een hun
ner, „dan zal je eens zien, hoe gauw hij bakzeil
haalt en met hangende pootjes bij je terug
komt."
De woorden waren nog niet uit z'n mond, toen
de deur open ging en een knappe, jonge vrouw
de kleedkamer binnen trad.
„Wat scheelt mijnheer Grass toch?" vroeg ze.
„Hij scheen heelemaal uit z'n humeur te zijn."
Eenige oogenblikken later was ze op de hoog
te gebracht van het voornemen van den revue
impresario.
„Wees nu niet zoo dwaas, Clive!" riep ze. „Als
je ruzie met Grass hebt, denkt geen enkele im
presario er aan je te engageeren."
„Dat kan wel waar zijn, lieve Effy," gaf Clive
z'n vrouw ten antwoord, „maar ik ben en blijf
een kunstenaar."
„Dat neemt niet weg, dat je je trots maar
wat op zij moet schuiven; we moeten vóór alles
in ons levensonderhoud voorzien. Luister toch
niet naar die verkeerde raadgevers. Mijnheer
Grass meent het goed met je. Weet je wel, dat
we niet meer dan 150 dollar op de bank hebben
staan?"
„Nu, dan zal ik m'n eigen impresario wel
zijn," besloot Brankson, die juist met z'n toilet
klaar was en aanstalten maakte om de kleed
kamer te verlaten, waarin z'n vrienden hem al
waren voorgegaan.
De danser en z'n vrouw gingen naar buiten en
stapten in een blauwen sport-auto, die voor den
uitgang van den schouwburg stond.
Brankson nam achter het stuur plaats, startte
sn weldra gleed de wagen den hoek om.
„Begrijp me goed, manlief," begon Effy.
„Niemand bewondert je kunst meer dan ik. Heb
ik je niet getrouwd, toen je nog maar eenvoudig
Bill Black heette. En heb ik toen niet b
gewerkt om je in de gelegenheid te stellen^
studeeren, zoodat je een beroemd danser
worden? Je kunt er zeker van zijn, dat.
Ze sprak niet verder; er klonk een geweias
slag; de auto buitelde over z'n kop en
omgekeerd liggen.
Toen Effy Brankson haar oogen opende,
ze met haar hoofd op de knie van een P°uaj]
agent. Ze had echter behalve een paar schr&m
men, geen verder letsel gekregen, zoodat
met behulp van den agent naar den
staanden ziekenauto kon loopen waarin h®»
man met gesloten oogen en doodsbleek gela®
op een baar lag uitgestrekt.
Bij aankomst in het ziekenhuis bracht me
Clive Brankson direct naar de operatiekamer.
Later deelde de chirurg aan Effy mede, dat d
beenen van haar man zoo erg waren vermink"
dat het -met dansen voorgoed gedaan was. m
't begin liepen Clive's bewonderaars de deur
van 't ziekenhuis plat, maar toen ze eenmaa'
het slechte nieuws hadden vernomen, bleef de
een na den ander weg.
Op zekeren dag belde Thimoty Grass op.
„Hallo, Effy. Jullie kunnen zeker wel wat ge»a
gebruiken hè? Je man was niet erg spaarzaam-
Zeg maar, hoeveel je noodig hebt". n
„We zijn u zeer verplicht, mijnheer Grass
antwoordde Effy, „maar heusch, we kunnen
ons wel redden. We hadden nog wat op de
bank staan."
Van af dien tijd was de eens zoo beroemde
danser Clive Brankson voor goed vergeten
Een jaar of drie later hield voor een beschei
den woning in een der volkswijken van NeW-
Fork een auto stil.
Op de deur dier
woning stond op l
een houten bord j dansprQef
te lezen „Effy l
Black, dans- l
school". De heer, j
die uit den auto
stapte, liep naar een aan den achterkant geie
gen kamer, waar tien a twaalf kinderen onder
leiding van Effy danspassen maakten. Clive
Brankson zat aan de piano en speelde muziek.
Aan de wijze waarop de bezoeker z'n sigaar m
den mond hield, herkende men direct Thimoty
QraSS
„En hoe gaat liet met jullie?" vroeg hij-
„Niet slecht", antwoordde Effy.
„Heb je al eens geprobeerd te dansen?" vroeg
de impresario aan Clive.
De aangesprokene stond op en liep met zn
kromme, naar binnen gerichte knieën eenige
passen naar voren, 't Waren de zelfde beenen,
die eens de moeilijkste dansfiguren konden
maken. Nu was er niets meer van de vroegere
elasticiteit te bemerken. Ze waren stijf en ver
wrongen en weigerden hun normalen dienst.
„Ik ga nooit meer uit, want als ik op straat
loop, dan kijken de menschen me na en lachen
de kinderen me uit", zei Brankson, en glim
lachte bitter.
„Effy", verzocht mijnheer Grass, „speel jij die
muziek nog eens, je weet wel van den laatsten
beroemden dans. Maar laat even de kinderen
in een andere kamer."
Nadat mevrouw Brankson aan dit verzoek
voldaan had, hernam de impresario.
„Komaan Clive, ouwe jongen, probeer JU nu
nog eens dien dans."
„Maar mijnheer GrassU weet toch
wel...." aarzelde Clive.
„Vooruit, kerel, doe het dan maar voor mijn
plezier."
Brankson haalde de schouders op, ontdeed
zich van jas en vest, en terwijl Effy de melodie
speelde, deed hü de zelfde stappen en maakte
dezelfde figuren als vroeger. Maar 't effect was
heel, heel anders.
Mijnheer Thimoty Grass lag achterover in
z'n stoel te schaterlachen. Hij kon er maar niet
mee ophouden. Ook nu was z'n sigaar uit z'n
mond gevallen en zijn zware lichaam schudde
zóó geweldig, dat de stoel, waarop hij zat, on
heilspellend kraakte. Zelfs Effy, die aan de
piano zat, kon haar lachen niet bedwingen,
maar d'r oogen vulden zich met tranen, toen ze
er aan dacht, dat die vergroeide beenen eens
de uitgaande wereld in verrukking brachten
door hun sierlijke, bliksemsnelle bewegingen.
Brankson hield op. „Ziet u wel", zei hij mis
troostig.
Thimoty Grass was opgestaan, klopte hem
op z'n schouder en riep opgetogen:
„Kerel, met laten lachen is geld te verdienen.
En nu ik die dansproef van je gezien heb, zal je
de menschen ni°t alleen laten lachen, maar ze
zullen het uitschateren, en t geld zal als van
zelf naar je toestroomen."
De nieuwe revue van Clive Brankson werd
een daverend succes. Reeds weken van te voren
was de schouwburg uitverkocht. In heel New-
York sprak iedereen van Benny Shelby, het
dansnummer, dat het hoofdnummer van 't pro
gramma was.
Maar niemand wist, dat Clive Brankson en
Benny Shelby een en dezelfde persoon waren.
(Nadruk verboden»
wordt aan het Arsenal-firmament. Van de an
dere goals werden er gemaakt door Dennis
Compton, een broer van Leslie, 2 en door Cray-
ston en Lewis elk 1.
Chelsea, dat tegen Brentford kort na half
time door Burgess leek te gaan winnen, zag door
German tenslotte deze illusie in rook vervliegen
door een meesterlijk genomen vrijen schop. Nu
zou een Chelsea-zege een waarlijk te rijke be-
looning geweest zijn en veeleer kwam Brentford
dit resultaat toe, tenminste, als men de. veld
sterkte tot uitgangspunt kiest. De Brentford-
„side" werkte echter te slordig haar aanvallen
af en in dit opzicht toonde Chelsea zich wel
precieser, getuige het fraaie doelpunt van Payne
in de eerste helft. Holliday maakte vlak voor
rust gelijk, terwijl de einduitslag1 22 werd.
Bepaald teleurstellend was het eerste optreden
van West Ham tegen Chrystal Palace. De ver
wachtingen over de Hammers-ploeg waren nogal
hoog gespannen, zoodat de 62 nederlaag uit
eindelijk wel als een zeer koude douche werkte.
Ook uit Midlands valt een groote verrassing
te registreeren, nl. de 3—2 nederlaag van Wol
verhampton op eigen grond tegen Birmingham,
wat te meer verbaast, omdat bij vriendschapPe'
lijk gespeelde wedstrijden het eene succes zicb
op het andere stapelde.
Voorts willen wij de belangrijkste cijfers van
den eersten dag memoreeren: Southend United
Tottenham Hotspur 12; FulhamPorts
mouth 12; DoncasterSheffield Wednesday
2—2; Sheffield United—Nottingham Forest 3—0:
Everton—Stoke City 44; Manchester United-
Manchester City 04.
85
XIV
Hubert Sochor voelt zich er weer boven op.
Neen, het geltfk heeft hem niet den rug toege
keerd. Fortuna' is 'n vrouw en de vrouwen heb
ben hem altijd best mogen lijden.
Hoe zou hij anders op het gelukkige idee
zijn gekomen, dien ouden, smoorlijk verliefden
Hohenstein om geld aan te spreken, teneinde
althans het dringendste; de huur voor de loka
len en de zaak met den meubelfabrikant, te
kunnen regelen?!
En hoe zou anders het toeval hem juist op
het hachelijke oogenblik dien fameuzen Karl
Nemetz gezonden hebben, die van machine
rieën, mecaniek enz. zooveei verstand had
als de beste ingenieur? De oude bespaarde
hem drie werklieden. Waarlijk een buiten
kansje! Zijn gewone helper, die bovendien niet
veel van techniek verstond, was plotseling ziek
geworden, juist toen hü hem dringend noodig
had, om een reeds half en half verkochte
motorfiets, waaraan iets haperde, in orde te
brengen. De man had Karl Nemetz als nood
hulp gestuurd. En Nemetz was van alles veel
beter op de hoogte dan zijn voorganger, zoodat
Sochor spoedig op de gedachte was gekomen,
voor zijn eigen zaak in spe den bekwamen
werktuigkundge vast te engageeren. Dit scheen
Nemetz veel pleizier te hebben gedaan. Hij
was een man op jaren volgens zijn papieren
zestig jaar en bezat weliswaar veel kennis en
ondervinding, maar geen diploma van een vak
school. Dit had hem steeds belet, een betere
positie te verkrijgen. Maar hij was niet alleen
in staat om zonder hulp een auto uiteen te
nemen en weer samen te stellen en moeilijke
reparaties te verrichten, maar kon ook nieuwe
onderdeelen vervaardigen. En dat was juist
voor Sochor van groot belang, want de verkoop
van onderdeelen voor beschadigde machines
zou een voornaam element van de nieuwe zaak
uitmaken. Wat al geld en tijd werd bespaard,
als hy die stukken zelf kon fabriceeren!
Bovendien was Nemetz een slimme kerel,
die onmiddellijk iederen wenk begreep. Bleef
Sochor op goeden voet met dat bejaard genie,
dan kon hij heel wat dingen ondernemen, die
men niet aan de groote klok behoefde te
hangen.
Desnoods kon hij zelfs zich door Nemetz
laten vertegenwoordigen, want de man had
goede manieren en een respectabel voorkomen.
Hij had reeds bewijzen geleverd van een kost
baar talent: het op afstand houden van lastige
schuldeischers.
Dus juist de man, dien Sochor noodig had.
Aanleiding genoeg om hem voor te stellen als
factotum bij de nieuwe firma te komen werken
zonder scherp afgelijnd arbeidsveld.
Karl Nemetz had verklaard, dat hij zich
tevreden stelde met den titel van kantoor
knecht en dat hij gaarne een handje wilde
toesteken, waar dat noodig of nuttig was; maar
hij was er op gesteld, zekere onafhankelijkheid
te bewaren. Uitsluitend van den heer Sochor
zelf wilde hij bevelen krijgen. In ruil daarvoor
zou hij zich vergenoegen met een bescheiden
salaris, dat hem om de drie maanden moest
worden uitbetaald. Hij bezat spaarduitjes en
had geen onmiddellijke behoefte aan geld;
bovendien vond hij het aangenaam, in eens een
flinke som te trekken.
Maar nog één voorwaarde moest hij stellen:
de heer Sochor moest hem een kamer afstaan,
waarin hij kon slapen en zijn vrijen tijd door
brengen, Want bij zijn vriend, den zieken
werktuigkundige, wilde en kon hij niet langer
blijven. Dat was maar een onderkomen in tijd
van nood geweest, toen hij onlangs van Weenen
naar Graz was gekomen, waar hij buiten zijn
vriend niemand kende.
Sochor beloofde, er over te zullen naden
ken.
En ai nadenkend begreep hij ten volle, wat
die Nemetz nu voor hem beteekende: een man,
dien hij eerst na verloop van drie maanden be
hoefde te betalen; een man, die voor alles
bruikbaar was, met weinig pretentie enniet
bekrompen van opvatting....
Sochor zei niet bij zich zelf, dat in onzen
tijd zoo iemand ais een unicum moest worden
beschouwd, ja, als „iets onmogelijks"; ook niet,
dat een man als Nemetz sinds lang een vasten
en ruim betaalden werkkring had moeten vin
den, al bezat hij geen vakdiploma. Niet het
minste wantrouwen tegen Nemetz kwam bij
hem op
Ten hoogste voldaan, dacht hij; „Ik ben toen
een geluksvogel!"
Met betrekking tot de door Nemetz verlangde
kamer vond hij een zeer eenvoudige oplossing;
de voormalige dienstbodekamer in de ouder
lijke woning; dat vertrek lag naast zijn eigen
kamer en werd nu tot bergplaats voor allerlei
rommel gebruikt. Die kamer zou voor Nemetz
in orde worden gemaakt. Daar de familie sinds
jaren geen meid meer hield en 't grove werk
door den concierge liet verrichten, kon men
eigenlijk dat vertrek goed missen.
De kamer was zelfs nog al groot, maar
donker; zij had maar één venster, dat op de
kleine binnenplaats uitkwam. Doch er was
electrisch licht en overdag zou Nemetz toch bijna
geregeld op zijn post moeten zijn.
Mevrouw Sochor had geen bezwaar tegen
de voorgestelde regeling. Zdj zou Nemetz ontbijt
en avondmaal bezorgen, daar een stuivertje aan
verdienen en bovendien bij gelegenheid al den
kennissen kunnen zeggen, dat men nu een
knecht hield
Karl Nemetz was heel blij met de schikkin
gen.
Zoo ben ik steeds in uw nabijheid, mijn
heer Sochor, zei hij, en kunt u, wanneer
's avonds de zaak is gesloten, nog altijd over mij
beschikken.
Om te beseffen, hoe blij hij was, moet men
weten, dat achter den persoon van Kari Nemetz
die van den detective Silas Hempel verscholen
is. Maar niemand heeft daar eenig vermoeden
van, zelfs niet Mr. Kögler, met wien Silas
eenvoudig heeft afgesproken, dat hij hem van
tijd tot tijd den uitslag van zijn verdere
nasporingen schriftelijk zal mededeelen.
Datgene, wat Hempel sinds den afloop van
het proces beoogde, is hem nu eindelijk gelukt;
hij heeft Sochor's vertrouwen gewonnen en be
vindt zich op een plaats, waar hij alles kan
zien, alles waarnemen, alles kan te weten komen.
Eerlijk spel is het niet, dat weet hij heel
goed. Doch met eerlijkheid vangt men geen
schelmen. Ten aanzien van een zoo slimmen
kerel als Hubert Sochor was list tegen list ge
oorloofd. Want als buitengewoon listig heeft hij
Sochor al spoedig leeren kennen.
Enkel maar een eerzuchtige met stoute plan
nen? Enkel maar een gewetenloos egoïst? Of een
misdadiger?Is hij de moordenaar van
Winkler? De man, die naar het testament ge
zocht, het misschien gevonden envernietigd
t
Dit alles weet Silas Hempel nog niet. Een
voudig uit instinct, geprikkeld door de mede
deelingen van Annie Eltz, heeft hij tegen beta
ling van een vrij aanzienlijke som den toevallig
ziek geworden Wemdl overgehaald, hem als
vriend en noodhulp bij Hubert Sochor aan te
bevelen.
Voor het oogenblik weet hij nog niets met
zekerheid, hoewel hij verschillende dingen
heeft opgemerkt, die zijn eerste vaag vermoeden
tot een meer bepaalde verdenking deden ui*"
groeien. Thans, nu hij als huisgenoot in d»
familie Sochor is opgenomen, kan hij veel ge"
makkelijker naar bewijzen zoeken en op de
eerste plaats een goeden vingerafdruk van
Hubert Sochor nemen, wat hem tot dusverre
niet gelukt is. Want Sochor is zeer keurig °P
zijn gesoigneerde handen; wanneer hij naar de
zaak of de werkplaats komt, draagt hij bijna
altijd handschoenen.
Maar thuis zal hij wel met bloote hande»
loopen! denkt Hempel.
Inmiddels kreeg de advocaat Mr. Köglef
materiaal eninstructies: Tracht dit of dat
te weten te komen; concentreer bij de eerst
volgende gelegenheid uw aandacht op dit
dat punt. En zorg vooral nauwkeurig een 1ÜS'
op te maken van al de personen, die wij üM*
misschien als getuigen kunnen gebruiken
Den len September opende Hubert Sochor
zijne nieuwe zaak: auto's en motorfietsen, a»le
auto-benoodigdheden en onderdeelen; alle rePa"
raties worden snel en tegen redelijke prijzen
uitgevoerd!
Den 2den September deed Sochor officie^
aanvraag om de hand van Gerda Neumann e
clen 3den stond de verloving aangekondigd 1
•erscheidene bladen.
Dienzelfden dag vond men in dezelfde krante
onder de rubriek „Huwelijken" de volgende ec
voudige kennisgeving;:
.CWordi vervolgd