ONZE MIJNEN IN OORLOGSTIJD Export loopt terug N"n Akkertje Rustige dag in het vooruitzicht w; DE_ONBEKENDE <Het m&aal mn den Kabouter Flip en zijn vriendje Wip R.O.D.A. OP RETOUR MOEILIJKE STRIJD VOOR E.D.O. in de kapel V Zes seconden Voor Columbia Zenuwachtig ZATERDAG 28 OCTOBER 1939 TWEEDE KLASSE l.V.C.B. A.D.O.'s positie voorloopig ongeschokt? D.H.V.B. I.E.V. voor lastige taak T.Y.B.B.l Spartaan 1 TWEEDE KLASSE K.N.V.B. Andere leiders favoriet voor de zege HaarlemV.S.V. StormvogelsAjax UIT DEN OMTREK HOOFDDORP ie zijn plicht doet slechts uit dwang, leeft vergeefs zijn leven lang. DOOR A. HRUSCHKA HEEMSTEDE OVERVEEN ZANDVOORT RIJKSVISCHAFSLAG Staat van besommingen preridiumvmiden Het litteken overleden oom Silas Hempel wordt gehaald en maakt een Toen begin September de groote razernij Europa weer beving, gingen de gedachten van menigeen terug naar de periode 19141918. Men herinnerde zich den kolennood tegen het einde van dit onzalige tijdvak en op wat voor manier men in het tekort aan brandstoffen poogde te voorzien. Wat werd er niet gestookt! Zaagsel in speciale kachels, keukenafval en zelfs.... schotelwater. Al spoedig kon men er varen, dat. bleef Nederland buiten de troebe len, een herhaling van het kolengebrek dier dagen niet te duchten was. Onze kolenpositie werd oneindig beter. Vergeleken met 1914 be draagt de productie onzer mijnen het zeven voudige; ze kunnen 14 tot 15 millioen ton per jaar opleveren, een kwantum aanmerkelijk hoo- ger dan de nationale behoeften. Nu ging men het probleem anders zien. We voeren omstreeks zes millioen ton uit. Kan die export gehandhaafd blijven? Reeds in de eerste oorlogsdagen hoorde men van ernstige belem meringen van scheeps- en treinverkeer, niet alleen naar Frankrijk maar ook naar Duitsch- land. Nu de eerste schrik bij de schippers er wat uit is, en de scheepsreserve hier enorm toe neemt, begint ook deze uitvoer weert Onmid dellijk zij opgemerkt, dat al spoedig bleek, dat de invoer van kolen, met name uit Duitsch- land, geenszins ophield of ook maar aanmer kelijk verminderde. Men heeft aanvankelijk rekening gehouden met de mogelijkheid van verzuimdiensten, de in mijnwerkersgezinnen zoo geduchte „Feier- schichten". Gebrek aan transportmogelijk heden (begin September weigerden zelfs de Belgische schippers naar Noord-Frankrijk te varen) deden opslaan der productie voorzien. Zoover kwam het niet. Noord-Nederland vulde zijn voorraden, met het oog op de ongewisse toekomst, snel aan en bovendien raakten 3500 mijnwerkers, ruim tien procent van de be manning, gemobiliseerd, wat vanzelf in gelijke verhouding de opbrengst onzer kolenputten afnemen deed. Toen kwam het bericht: alle kolenuitvoer verboden. Inderdaad is er gedurende korten tijd niets over de grens gegaan. Zulk decreet, een voorzorgsmaatregel, zag er aanvankelijk leelijk uit. Men wist hier immers dat onze mij nen zich afzetgebieden hadden veroverd over heel den aardbol. Niets te veel gezegd; zelfs bij onze tegenvoeters die (met hun zolen naar ons gekeerd) wandelen over „den gordel van Smaragd" werden brandstoffen uitgevoerd. Onze grootste afnemers zijn ongetwijfeld Bel gië, Frankrijk en Duitschland; van de 6 mil lioen ton uitgevoerde kolen, cokes en briketten gingen in 1938 wel drievierden naar deze nabu rige landen, doch ongeveer een tiende der productie is toch voor andere, grootendeels overzeesche markten bestemd. Schatten we de dagproductie op 45.000 ton, dan werken we hier 26 dagen per jaar voor Duitschland, 33 dagen voor de Belgen en Luxemburgers, 40 dagen voor de Franschen, 4 dagen voor de Italianen, 8 dagen voor de Zwitsers, 12 dagen voor de Zweden, drie dagen voor de Noren, 3 dagen voor de Argentijnen, 1 dag voor de Ca nadezen (een Za,terdag in dit geval, want ze namen in 1938 maar 30624 ton af). Dat zijn de groote klanten. Er zijn echter ook nog kleine en zelfs kleintjes, waarvoor we maar een paar uren per jaar (en zelfs minder) ko len delven en verkoken (cokes). Wanneer men de jaarcijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek doorsnuffelt, ontdekt men b.v. dat we naar Portugal, Roemenië, Algiers, Tu nis, Marokko, Egypte. Syrië, Columbia, Cura sao, Brazilië, Suriname, Venezuela, Dene marken, Ierland, Malakka, Ned.-Indië, Vereen. Staten en naar een aantal niet genoemde Mid- den-Amerikaansche Britsche, Fransche en Amerikaansche eilanden uitvoeren. Statistisch staat Columbia onderaan: 10 ton! Men kan zich indenken, dat op een gegeven moment iemand naar de „Joepen" in de „Koel" roept: zes seconden voor Columbia! Alles samen genomen werkten we in 1938 zoowat 4 a 5 maanden voor buiteniandsche markten, waarop we voor ongeveer 64 millioen gulden verkochten. Het behoeft dus wel geen betoog, dat we met eenige belangstelling uit gezien hebben naar de September-cijfers van het C. B. v. d. S. Wat kwam er in de eerste weken der razernij terecht van een voor onze handelsbalans zoo belangrijken uitvoer van brandstoffen? Beginnen we met de opmerking, dat men niet te veel uit de jongste statistieken conclu- deeren mag voor de naaste toekomst.. Te veel abnormale omstandigheden kunnen van in vloed zijn en zich straks niet meer doen ge voelen. Natuurlijk hebben we een klap ver wacht en deze bleef ook niet uit. Onze export van kolen, cokes en briketten liep, vergeleken met September 1938, die toch ook al veront rust werd van oorlogsgeruchten, terug tot bijna de helft! Toen een uitvoer van 511.230 ton brandstof fen, verleden maand maar 283.278 meer. Het is vooral in de rubriek „Steenkolen", dat we de groote verliezen boekten. Enkele cijfers nu, tusschen haakjes die omtrent September van verleden jaar. Duitschland 22517 t. (57670), België 34457 (82053), Frankrijk 18108 (78752), Italië 7007 (14011). Zwitserland 1775 (28199), Argentinië 4738 (16675). Canada (8799) viel geheel uit, doch werd iets gecompenseerd door Zweden met 5435 ton. Over September 1938 een uitvoer van 287.352 ton steenkool, verleden maand maar 94098 meer. De cokes vertoonen een heel wat gunstiger beeld. Nu zijn de cokes onzer staatsmijnen Emma en Maurits zeer gewild, vooral voor de metaal-industrie. Daarvan gingen verleden maand nog 168.022 ton over de grens tegen 159.184 verleden jaar in September. Ofschoon het Duitsche kwantum daalde van 28435 tot 5676 ton, Finland en Denemarken heelemaal uitvielen en Zwitserland belangrijk minder ontving, wordt dit verlies goedgemaakt door Frankrijk met 47155 ton (41650), Noorwegen 25253 (3797) en Zweden 60998 (42977). Onze steenkoolbriketten schijnen er wel bijzonder bekaaid afgekomen te zijn: September 1938 nog 45873 ton, verleden maand 5892. Ook de bunkerkolen geven achteruitgang te zien. Merkwaardig blijft, dat de invoer, niette genstaande allerlei hindemissen en gevaren, zeer levendig geweest is en met 126152 ton dien van September 1938 overtreft. Verleden jaar in deze maand een import van 471169 ton, nu 597301. De toename is vooral in de rubriek „Industriekolen" te zoeken: 475016 ton (356184) Alle importeerende landen, zelfs En geland, zetten hier meer af. In verhouding Duitschland het meest, wat niet alleen ver oorzaakt kan wezen door minder verstoorde verkeersmogelijkheden doch uit zorg voor de viezen. In West I a krijgt SDO tot taak den aanval van Saestum af te slaan. Met eigen grond on der de voeten zien we de Bussumers hierin wel slagen. WY maakt ook een zeer behoor lijke kans om een leidende rol te spelen. Mee- nen de IJselsteiners het oprecht, dan mogen ze in Hilversum tegen Olympia niet sneuvelen. Actif heeft de beste papieren in zijn wed strijd tegen LVV en Hertha kan tegen RKBVV zijn eerste zege boeken. In West I b trekt Always Forward weer eens naar Amsterdam, waar ditmaal RKAV als gast heer optreedt; we rekenen op een zege van de leiders. Daar VIC niet speelt kan DOSS op klimmen naar de tweede plaats; tenminste wij nemen aan dat Constantius tegen de rood-wit- ten zijn vijfde nederlaag boekt. Wilskracht is onze favoriet in den wedstrijd tegen WA 2. In II A zien we ADO nu het eenmaal den kop genomen heeft, deze plaats voorloopig ook wel handhaven. We zien DEM in Heemskerk het slachtoffer worden van de veroveringszucht der blauw-witten. Santpoort 2 blijft in de run ning door een zege op Teylingen; Lisse kan met Vitesse van plaats verwisselen door de Castricummers met een nederlaag naar huis te sturen. In afdeeling Noord B gaat I.E.V. een lastig karwei opknappen bij H.S.V. en wanneer de club uit Velsen Noord daar een puntje weet weg te kapen, mogen we niet ontevreden zijn Dat D.E.M. 2 thuis veel succes zal boeken tegen het leidende EB.V. willen we voorshands niet aannemen omdat de Wijkemaren speciaal in eigen omgeving nog niet veel bijzonders hebben laten zien. Voor A.D.O. 2 ligt de derde nederlaag in het verschiet bij Limmen, terwijl we voorts Ufl.V. thuis zien winnen van Zeevogels. De C-afdeeling vermeldt een drietal wedstrij den welke naar onze sieening weinig succes aan de bezoekende elftallen- zullen brengen. Pur- merend zal zich zeker niet laten verrassen door G.V.O. 2 en hetzelfde kan gezegd worden van S.D.E. dat V.V.Z. 2 op visite krijgt. Misschien heeft De Meer 2 een klein kansje op een pun- tenverdeeling bij WS.V. maar dan is het toch wel erg klein. In de A-afdeeling van het Centrum blijkt RODA toch niet zoo sterk als aanvankelijk mocht verondersteld worden. Na een tweetal wedstrijden tegen zwakkere tegenstanders, wel ke overtuigend werden gewonnen, boekte RODA tweemaal in successie een nederlaag en de voor uitzichten voor den komenden strijd tegen The Unity zijn ook al niet gunstig. Bovendien wil The unity het verloren terrein spoedig herwin nen en een zege over RODA is de eerste stap daartoe. Met India zullen we zeker nog genoeg rekening dienen te houden en dat de Indianen thans een nieuwe overwinning gaan bevechten op Wilskracht 2,, achten we buiten twijfel. Eu St. Martlnus laat ook nog wel iets van zich hooren. Het ziet er b.v. voor N.E.A. 2, dat thans St. Martinus ontvangt, niet bepaald rooskleu rig uit. Het elftal van Alliance blijkt in de Haarlem- sche afdeeling niet bepaald sterk te zijn. In te genstelling met Onze Gezellen 2 dat enkele op merkelijk goede resultaten behaalde. Daarom zal het treffen tusschen deze ploegen zeer waar schijnlijk een overwinning voor de Gezellen- reserves opleveren. Of gaat Alliance eindelijk eens uit .een ander vaatje tappen? Met Geel Wit is het dit seizoen moeilijk voorspellen. De pauselijken moeten ditmaal bij Vogelenzang op bezoek en zouden, om in volgorde te blijven, thans moeten verliezen. En o.i. zal Vogelenzang zich niet licht laten verrassen. O.I.V. is na het goede begin leelijk afgezakt en krijgt thans bij Van Nispen wederom een moeilijke opgave op te lossen. We voorzien een nieuwe IJmuider nederlaag. Het verloop in de Zuidelijke afdeeling belooft al zeer interessant te worden. Momenteel zijn V.VJS.B., Meerburg en D.E.S. de ernstigste ge gadigden voor de bovenste plaats, zoodat b.v. het treffen tusschen de beide laatstgenooemden op het Meerburg-terrein ditmaal al zeer be langrijk is. D.E.S. verspeelde nog geen enkel punt maar de kans is dit keer groot dat Meerburg aan D.EB. het eerste verliespuntje bezorgt. Daarmee zou V.VB.B. ten zeerste gebaat zijn indien dit elftal den moeilijken strijd tegen Concordia tot een goed einde brengt. De Hille- gomsche club is echter uitstekend gestart en wil hier haar partij dapper meeblazen. Een zege op V.V.S.B. zou haar een flink eind in de goede richting brengen. Tenslotte kan D.OB.R. 2 van Lisse 2 winnen. Morgen ontvangt T.Y.B.B. aan den Rijks straatweg te Haarlem-Noord het Rotterdam- sche Spartaan. Het belooft een interessanten strijd te worden, temeer daar de landskampioe nen, die tot nu toe al hun wedstrijden wonnen, er een eer in zullen stellen ook morgen zonder winstverlies te blijven. Het elftal der geel-zwarten komt met inval lers voor v. d. Lit en Assendelft uit in de navol gende opstelling: G. Metten; J. Smit en G. Zandstra; J. Huneker, A. Maarschalk en J. Snoeks; F. v. Berkel, J. v. d. Linden, A. Snoeks, C. Vessies en J. de Vogel. De wedstrijd vangt aan om half drie. In afd. B gaat HRC naar WFC, waar de leiders hun eervolle positie met succes moe ten kunnen verdedigen. Alcm. Victrix heeft nog niet gewonnen bij Zaandijk, al geven we het ook de beste kansen. Alkm. Boys blijft vrij ze ker baas over Succes, maar OSV moet bij Hol- landia de zaken voorzichtig aanpakken. Helder kan op eigen grond tegen 'West Frisia een klein succesje boeken en ZFC heeft tegen Pur- merstein een royale kans zich naar hooger sferen op te werken. In afd. C gaat EDO naar Kennemers, waar het een hard gevecht om de winst zal moeten leveren. DWV blijft in ieder geval aan bod door in Amsterdam van Beverwijk te winnen. Zeeburgia is favoriet tegen RCH en HFC tegen QSC. Ook Kinheim kan tegen ZVV voor een behoorlijk resultaat zorgen. In D gaan Velox en Vriendenschaar, de lei ders, resp. naar Spartaan en HVC waar zij kunnen winnen, wanneer zij hun tegenstanders niet onderschatten. Watergraafsmeer is in Am sterdam sterker dan Elinckwijk. V.S.V. komt als volgt uit: Michel; Kunst -en Voet; Van der Gevel, De Vries en Van Loon; Döring, Van der Kuyl, Van der Lugt, Balvers en Sterk. Stormvogels is als volgt samengesteld: Doel: Kraak. Achter: Haak Sr., en Haak Jr. Midden: Schoorl, Tol en Gerrits. Voor; Van Pel, Woudenberg, Verdam, Prins, N. N. R. K. Volksbond. De afd. Hoofddorp van den Ned. R; K. Volksbond hield haar eerste vergadering in dit seizoen. De voorzitter, de heer G. de Koning, herdacht in zijn openings woord het overleden lid, den heer Broxterman, voor wiens zielerust een gebed werd gestort. De secretaris, de heer A- Huysmans, gaf een over zicht van hetgeen in de zomermaanden door het bestuur is verricht. Op Zondag 5 November wordt een H. Mis opgedragen, waaronder al- gemeene H. Communie der leden, 's Avonds zal in hotel „De Landbouw" een film worden ver toond door den heer T. Schelvis „De monnik van St. Bartholomeus." Leden betalen 10 cents, anderen 25 cents. Mede zal dezen winter een Ouderavond wor den gehouden. De geestelijke adviseur besprak nog eenige principieele punten, o.m. over het communiceeren onder de H- Mis. Met een dankwoord sloot de voorzitter de bescheiden bezette vergadering. 38 Maar kon u eigenlijk uit zijn verzoek niet opmaken, dat hij wilde inbinden? Misschienals ik hem niet zoo goed had gekend. Maar ik wist, dat hij nog verre van murw was. Alleen feiten konden hem klein krijgen. Juist daarom verhaastte ik mijn reis naar Graz. Wat wilde u eigenlijk te Graz? Inlichtingen inwinnen aangaande een betrekking, waarop voor mij uitzicht bestond. Een oorlogskameraad van mij, de zoon van den voomaamsten firmant der machinefabriek Rodek Co. te Weenen, had mij vroeger ge zegd, dat zijn vader te Graz een filiaal wilde oprichten, aan welks hoofd hij, Alfred Rodek, zou komen te staan. Toen Meder Co. wegens crisisomstandigheden een gedeelte van haar per soneel moest ontslaan en ik mij onder de slacht offers van dien maatregel bevond, sloeg de Jonge Rodek mij voor, in het door hem bestuurde filiaal eerste boekhouder te worden, zoodra de nieuwe zaak was georganiseerd. Rodek had op dat oogenblik geld noodig, en ik stelde hem de som, die mij bij het ontslag uit den militairen dienst was uitgekeert, ter beschikking. Hij dacht dat de nieuwe fabriek binnen eenige maanden geopend zou worden en dan kon ik onmiddellijk mijn betrekking aanvaarden. Voor zoolang ging ik met mijn vrouw te Vriebusweiler bij mijn moeder inwonen. Om een eind te maken aan 't getob van oom Winkler, wilde ik den 22sten April te Graz Alfred Rodek gaan opzoeken, om hem te vragen, hoe de zaken stonden en er, zoo mogelijk, 'n beetje spoed achter te zetten. Rodek had mij ook in de tot de fabriek behoorende huizen een woning beloofd. In mijn positie was het voor mij een niet te versmaden voordeel geweest, althans spoedig die woning te kunnen betrek ken, want dan was ik van 't gezeur van oom Winkler af geweest. Ook voor die aangelegen heid wilde ik naar Graz. Hardi had kalm en zakelijk gesproken. Zijn verklaringen waren duidelijk; méér en meer ge raakte men onder den indruk, dat hetgeen hij naar voren bracht de zuivere waarheid was. XXVI De volgende getuige was Dr. Otto. De voorzitter stelde hem een nog al inge wikkelde technische vraag, die als volgt kon worden samengevat: Was de schotwonde in de hersens van dien aard, dat zij stoornis in de verstandelijke vermogens en in het normaal ge bruik van de zintuigen tot onmiddellijk gevolg kon hebben.?. Het antwoord op deze vraag luidde bevesti gend. Ik heb, verklaarde Dr. Otto, het intreden van zulk een stoornis zelfs als een feit aan genomen, daar ik mij anders de laatste woor den van den zieltogende niet had kunnen ver klaren. Wat bedoelt u daarmee, dokter? Eenvoudig dit: ik zelf, notaris Kolb- ried en vele andere personen, die gelegenheid hadden gevonden om den jongen Eltz van nabij te leeren kennen, waren van den beginne af overtuigd van zijn onschuld. En ik geef u de verzekering, dat niets bij machte is geweest, die overtuiging te doen wankelen. Ida Leitner werd nogmaals opgeroepen. Zij moest zeggen wat zij wist aangaande den man in 't grijze sportcostuum, dien zij op den dag van de misdaad en later nog eens, den 19den Mei, had gezien. Ida, die in den loop van de tweede instruc tie verscheidene keeren was gedagvaard en nu te Graz als tweede meid diende, had allen schrik voor de justitie verloren en haar ver klaring was bepaald en duidelijk. Op haar volgden een reeks getuigen, die allen den in 't grijs gekleeden vreemdeling hadden gezien en de beschrijvingen, die zij van hem gaven, stemden onderling volkomen overeen. Ida en de jonge Thomas Birkwieser hadden hem van nabij gezien; zij verklaarden, hem onmiddellijk te zullen herkennen als hij met hen werd geconfronteerd. Ook vrouw Blahac geloofde, dat zij hem zou herkennen. „Dat is flink van je, om naar me toe te komen, hoewel je'de ruit hebt inge gooid Keesje „Ja, meneer, maar we wilden den voetbal zoo graag terug hebben!" Poppiententoonstelling Als gevolg van het groote succes der poppententoonstelling,- den vorigen Zondag gehouden, in perceel Heem- steedsche Dreef 24, heeft het Comité besloten Zondag as. van 11 tot 5 uur nog eens de ge legenheid te geven de tentoonstelling te bezich tigen. Dit zal dan de laatste gelegenheid zijn. Bmirtver. Ramplaankwartïer. Genoemde vereeniging houdt op Maandagavonr 30 Oct. een ledenverganering in hotel Roozendaal te Overveen. Aan de orde zullen komen jaarverslagen van secretaris en penningmeester, vaststelling con tributie 1940, voorstellen wijziging Huish. regle ment, vaststelling begrooting, bestuursverkie- Comité „Breien voor Militairen-" Onze eer ste bijeenkomst was geslaagd. Verschillende da mes gaven zich op als „vaste breisters" en na men wol mee naar huis. De bedoeling van het comité is te zorgen, dat alles met St. Nicolaas klgar zal zijn- Met hét oog hierop zullen wij gedurende de maand November iederen Maan dag bij elkaar komen. De volgende bijeenkomst is op Maandag 30 October in het dembnstratielokaal bij den gas houder aan de Dr. Gerkestraat. We beginnen precies 8 uur. Voor een kopje thee wordt ge zorgd. Op dezen avond, waar iedereen welkom is, kan het reeds gebreide worden ingeleverd en nieuwe wol worden meegenomen. Voor deze wol hoeft niet te worden betaald. Met het oog op de verdere plannen van het comité plaatsen wij echter een busje, waarin ieder, die wil en kan, iets kan geven, zoodat ons werk kan doorgaan. HET COMITÉ. IJMUIDEN. 28 Oct. Versche visch. Tarbot 1.65 1 70 Tong 0.682. per kg. Kleine Schol 10.00 23. Schar 3.80—6.50, Wijting 1.607.50, versche Hari'np- 6.808.40 per 50 kg. Geconsigneerde Snoekbaars 2022 cent per kg. Aanvoer afslag 354 kisten versche haring en 70 kantjes steurharing. Steurharing export 19.00, voor binnenland 15.5017. van den heden aangekomen LOGGER MET HARING K.W. 65 3874.—. KOTTERS TX: 37 289.32 240.24 212.29 291. 19 314.49 256.33 297.14 276.39 336. 125 182.—, K.W. 77 165.—, UK: 126 187—, 104 68.52 107.68 132.162 60. Mevrouw Martha Campion en haar zuster Jenny liepen nog eens voor de laatste maal door de leege woning in Aberdeen van oom Tom, waaruit een opkooper juist het laatste restje meubels had weggehaald. Beide dames waren speciaal uit Dundee overgekomen om de na latenschap van oom Tom te verdeelen. Ze had den een oproep van de politie te Glasgow ge kregen, dat er een lijk was opgevischt, waar van men vermoedde, dat het eens Tom Campion was geweest. Malachias Campion, Martha'^ man, was er op uitgezonden om de identificatie te verrichten en had verklaard dat het zoo goed als zeker oom Tom was. Heel precies kon hij het niet zeggen, daar het lijk al zes dagen in 't water moest gelegen hebben. Toen Malachias alles voor de begrafenis had geregeld, was hij naar Dundee teruggekeerd en had de verdeeling der nalatenschap overgelaten aan de beide vrouwen, die van deze machtiging een vrij gebruik hadden gemaakt. Oom Tom had een vroolijk leventje geleid. Hij was vrijgezel en had zich niet veel om z'n fami lie bekommerd. Er ging bijna geen dag voorbij, zonder dat hij te diep in 't glaasje keek, en dat scheen hem nu noodlottig te zijn geworden. Nie mand was dan ook bedroefd om zijn heengaan, en daar zijn eenige tweelingbroer Tim al twaalf jaar geleden spoorloos verdwenen was, omdat de politie hem voor diefstal op de hielen zat, ble ven de twee neven en hun echtgenooten als eenige erfgenamen over. Echter, veel geld had men niet gevonden, maar de meubels van oom Tom en verschillende sie raden waren het meenemen wel waard, zoodat na een paar weken van oom Tom's fraaie vrij- gezellenwoning nog slechts een kale ruimte over was. Juist hadden de beide vrouwen de opbrengst van den inboedel gelijkelijk onder elkaar ge deeld, toen de deur werd geopend ende dood gewaande oom Tom ten tooneele ver scheen. Martha en haar zuster Jenny konden de eerste minuten niet ook maar een woord uit brengen van schrik. Intusschen keek oom Tom met stomme verbazing de leege vertrekken aan en scheen niets te begrijpen van hetgeen hij daar zag. Toen Martha eindelijk weer in staat was ge luid te geven, stamelde zij: „Wewedachten.... dachten, dat je dood was." „Dood?" schreeuwde oom Tom. „Hoe komen jullie daaraan?" „Malachias heeft.... heeft je lijk gezien," hakkelde nicht Jenny. „Lijk gezien? Wat voor lijk gezien?" ,,'n Lijk! En hij dacht dat jij het was!" zei Martha. „Nou, daar kan hij plezier van beleven," grin nikte oom Tom, toen hem de heele geschiedenis verteld was. „Een vaische verklaring aan de politie afleggen is geen kleinigheid. Maar waar zijn al m'n spullen?" Martha deelde hem mede, dat men alles eer lijk tusschen de bloedverwanten verdeeld had sn dat de onbruikbare rommel zoo juist door een opkooper was weggehaald. „Dan zou ik maar beginnen," zei oom Tom, ,met eerst dien opkooper terug te laten komen sn alles weer hier neer te zetten. Ik moet zeg gen dat 't hier een mooie boel is." Nicht Martha werd bleek. Ze had weinig ver stand van dat soort zaken, maar wist toch wel dat de koopman meer zou vragen dan de vier pond, die hij er voor gegeven had. De beide vrouwen overlegden fluisterend met elkaar, terwijl oom Tom als een bezetene door z'n leege kamer liep en geweldig te keer ging. Hij kwam bij de twee vrouwen terug en schreeuwde: „Nu zorgen jullie er voor, dat ik binnen twee Sagen alles terug heb, anders zullen jullie eens ondervinden wat er gebeurt." Jenny Campion dacht met schrik aan 't gou- ien horloge met ketting, dat ze in haar blijd schap aan d'r getrouwde dochter in Peterhead gezonden had en waarvan ze zeker wist dat deze net niet terug zou geven. Martha dacht aan de verschillende dingen, die ze al verkocht of aan haar kennissen gegeven aad en hoe ze nu alles weer zou moeten terug vragen. Daarbij kwamen nog de hooge trans portkosten en de schier onmogelijke taak om uit ie visschen waar alles verzeild geraakt was. Het mgstzweet brak haar uit en zij hoorde zich zelf log vragen: „Maar waar ben je dan al dien tijd geweest?" Wat oom Tom haar vertelde, vervulde haar nog met grooter zorg. Hü was de locale voet balclub naar Newcastle gevolgd, waar zij een be langrijken wedstrijd moest spelen. In Newcastle had hij de burgers daar voor prutsers in het edele voetbalspel uitgescholden en 't met de politie aan den stok gekregen. Hij had een agent geslagen, was naar 't politiebureau gebracht en daarna tot een maand gevangenisstraf veroor deeld. Maar hij had toevallig een paspoort van een vriend in z'n zak en was op diens naam gevangen gezet, zoodat niemand wist dat hij, oom Tom, rustig in de gevangenis van New castle zat. De beide vrouwen voelden zich meer dan ellendig. Natuurlijk zou 't heele geval een groot schandaal geven en in heel Dundee zou men over de tong gaan. „Maar," vroeg Jenny, „wie zou het dan ge weest zijn, dien Malachias voor jou heeft aan gezien? Oom Tom misschien?" „Onzin," besliste oom Tom. „Malachias heeft natuurlijk niet eens behoorlijk gekeken, 't Was dat spreekt vanzelf, een vreemdeling. Maar wie heeft de begrafenis van dien man betaald?" „Ja.... neen.... wij!" steunde Jenny. „Neen.... jij!" kreunde Martha. „Wat?" riep oom Tom woedend, „hebben jul lie van mijn geld een wildvreemden man onder den grond gestopt? Jullie begrijpen toch wel dat ik daar geen genoegen mee neem! Telegrafeer onmiddellijk aan jullie mannen dat ze hier ko men, dan zai ik eens een hartig woordje met hen spreken." En zoo geschiedde het, dat een paar dagen later in de leege woning een ver gadering werd ge- Tom. De echtge- nooten van Mar tha en Jenny waren hals over kop naar Aber deen gekomen en nu zaten ze, nog geheel over stuur, op 'n paar leege kisten van 'n kale kamer. Ze waren er van overtuigd, dat 't een heel leelijk geval voor hen zou kunnen worden, als ze oom Tom niet tot een minnelijke schikking konden overhalen. Malachias vooral wist niet waar hij 't zoeken moest. Hij begreep, dat, als puntje bij paaltje kwam, hij alleen de schuldige zou zijn, omdat hij zoo lichtvaardig het lijk had geïden tificeerd. Hij voorzag, dat uit de heele situatie, een groot, publiek familieschandaal zou kunnen voorkomen. Er werd dus besloten dat de een 700 en de andere 400 pond zou geven, in de hoop. dat oom Tom met die 1100 pond genoegen zou nemen, 't Was veel meer dan alle meubels en sieraden te zamen. Oom Tom dacht over dit voorstel na en van die gelegenheid maakte Malachias gebruik, om er de bepaling aan toe te voegen, dat oom dan van 't tooneel zou verdwijnen en zich ergens anders zou gaan vestigen, zonder verder nog ooit iets van zich te laten hooren. Eindelijk zei oom Tom, dat hij met het voor stel accoord ging ter wille van de reputatie van z'n geachte neven en nichten. De 1100 pond werden hem contact uitbetaald en gezamenlijk gingen ze naar 't station om ieder in z'n eigen richting te vertrekken. Toen de familie Campion, dienzelfden avond nog, in Dundee uitvoerig de gebeurtenissen der laatste weken besprak, werd oom Tom vrien delijker herdacht, dan dit na z'n „overlijden" het geval geweest was, toen eensklaps Malachias opsprong en riep: „Het litteeken!" Er volgde een pijnlijke stilte. Allen wisten, dat oom Tom een litteeken boven z'n rechteroog had. Hij was eens in staat van dronkenschap op de punt van een hek terecht gekomen. Sinds dien was dat altijd een vaag-roode streep ge- bleven, die opviel, als men hem aankeek. Door de schokkende gebeurtenissen en de conster natie in de afgeloopen dagen, had niemand aan dit herkenningsteeken gedacht. Maar nunu alles achter den rug was, wist men vast en zeker, dat deze oom Tom niet in 't bezit van dat lit teeken was geweest. ,,'t Was dus tóch het lijk van oom Tom, dat door Malachias herkend was." Allen dachten aan den twaalf jaar geleden verdwenen oom Tim, maar niemand zei het. Maar dagen lang stond de stemming der familie Campion in Dundee beneden het vriespunt. (Nadruk verboden) Peter en Rita hadden kans gezien bij elkaar te kruipen in den achtersten wagen. Het meisje vermaakte zich met Wip, die al zijn kunstjes voor haar vertoonde. Zoo reisden ze zonder op onthoud den heelen dag verder. Peter vroeg zich af, waar ze nu wel zouden terechtkomen; zeker niet in ooievaarsland. Eén ding was gelukkig: de steen van den ooievaar was nog in hun bezit. Peter had hem in zijn zakdoek geknoopt en diep in zijn zak weggestopt. Eerst tegen den avond werd door Rinaldo „halt" gecommandeerd. De vuren wer den aangelegd, het eten klaar gemaakt en daaromheen smulden ze allen van dikke mout- pap en de rest van den reebout. De mannen bleven nog wat bij het smeulende vuur zitten, terwijl de vrouwen en kinderen weer in de wagens kropen voor den nacht. Peter en Flip, die naar de mannen lagen te luisteren, verstonden aleen maar het woord „Espagnol.'' Flip dacht, dat dat woord wel eens „Spanje" kon beteekenen. Men haalde een nog al afgedragen grijs sportcostuum te voorschijn en de voorzitter vroeg de zooeven gehoorde getuigen, of dat het costuum kon zijn, hetwelk de onbekende bij die gelegenheid droeg. Allen antwoordden bevestigend. Juist zóó had 't costuum er uitgezien, misschien een beetje minder afgedragen dan nu. Thomas Birkwieser verklaarde zeer stellig, dat er geen twijfel kon bestaan; hij herkende het costuum aan den tweeden knoop van de jas. Die knoop was lichter van kleur dan de andere en waarschijn lijk eerst later aangebracht. Die knoop had toe vallig z'n bijzondere aandacht getrokken, toen hij, in het struikgewas verborgen, den vreem deling gadesloeg. Omtrent den eigenaar van dit costuum zal ons een anc e getuige inlichting geven, zei de voorzitter. En hij gaf bevel Mr. Lörs uit de getuigen- kamer te halen. Mr. Lörs, gelief ons te zeggen, wat u zooal hebt waargenomen, én bij uw eerste onderzoek op de plaats van de misdaad, èn de tweede maal, toen u zich met het parket op „Rozenhof" bevond. Mr. Lörs verklaarde duidelijk en zakelijk, dat tusschen de eerste en de tweede bezich tiging door de justitie iemand in 't huis moest zijn geweest; dat punt liet geen twijfel over. De persoon in kwestie had alles in de grootste wan orde achtergelaten en blijkbaar de kamer van den vermoorde afgezocht en vooral de vakken en laden van de schrijftafel doorsnuffeld. Hij moest naar een bepaald voorwerp gezocht heb ben. 't Leek waarschijnlijk, dat hij zich had ge kwetst aan een in 'n vak van de schrijftafel liggenden briefopener; want op verscheidene papieren in het middelvak zag men bloedige vingerafdrukken, terwijl bij het eerste onder zoek op die papieren geen vlekje te bespeuren was. Men had eenige van die vingerafdrukken laten vergrooten; in dien vorm waren zij toe gevoegd aan het dossier. Trouwens, de bekende detective Silas Hempel, die in het belang der beschuldigden arbeidde, had al die dingen reeds veel vroeger waargenomen en ook den weg aangeduid, waarlangs de onbekende 't huis was binnengedrongen, zonder de zegels te schenden. Dit geschiedde daags nadat Ida Leitner den man in 't grijs voor de tweede maal had ge zien, toen hij over den tuinmuur klauterde en later voor haar de vlucht nam, toen hij be merkte, dat zij hem in 't oog had gekregen Uit een en ander kon met voldoende zekerheid worden opgemaakt, dat de gevonden vinger afdrukken afkomstig waren van den man in 't grijs. De heer Hempel zou dit later nog duidelijker aantoonen, want hij had de voet sporen van den man ontdekt en er verscheidene afdrukken van genomen. Het publiek was zeer stil en luisterde met jaspannen aandacht. Men zag de gedaante van den man in 't grijze sportcostuum, die bij de eerste behandeling van de zaak was voorge steld als een „onnoozel wandelaar", of zelfs als 'n „fantoom", uitgroeien tot den hoofdpersoon van 't proces begin met zijn verklaringen. Terwijl hij spreekt, is 't zóó stil, dat men een speld zou kunnen hooren vallen.... Hij legt 't Hof de door hem verzamelde vinger- en voetafdrukken voor. Nu gaat er een onrustige beweging door de zaal. Zelfs de drie beschuldigden, die tot dus verre roerloos op hun bank hebben gezeten, richten 't hoofd op en luisteren blijkbaar verrast. De voorzitter heeft Mr. Lörs teruggerce- pen en gevraagd: Hebt u misschien nog iets anders aan gaande uw tweede bezoek op de plaats der mis daad mede te deelen? Ja, mijnheer de voorzitter, nog een voor naam feit. Wij hebben bij die gelegenheid naar het zoo druk besproken testament van den heer Winkler gezocht en het inderdaad gevonden. Waarlijk een feit van belang. Wees zoo goed ons zoo breedvoerig mogelijk in te lich ten. Ik stel er prijs op, dat het waar en hoe ter kennis van het publiek komt. De ontdekking was eigenlijk aan een toeval te danken. Ik zelf had van den beginne af ver moed, dat het testament zich bevond in een antiek meubelstuk, waarin de heer Winkler papieren en kostbaarheden bewaarde en reeds bij mijn eerste bezoek ter plaatse had ik in die kast naar het testament gezocht zoo nauw keurig mogelijk, meende ikToen ik mij voo de tweede maal op „Rozenhof" bevond, en v. in 't gezelschap van den heer procureur, 20 ten wij nogmaals: want ook met dat doel w het parket naar Vriebusweiler gekomen. (Wordt vervolg"'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 10