ONZE MIJNEN IN OORLOGSTIJD
Export loopt terug
N"n Akkertje
Rustige dag in het
vooruitzicht
w;
DE_ONBEKENDE
<Het m&aal mn den
Kabouter Flip en zijn vriendje Wip
R.O.D.A. OP RETOUR
MOEILIJKE STRIJD
VOOR E.D.O.
in de kapel
V
Zes seconden Voor
Columbia
Zenuwachtig
ZATERDAG 28 OCTOBER 1939
TWEEDE KLASSE l.V.C.B.
A.D.O.'s positie voorloopig
ongeschokt?
D.H.V.B.
I.E.V. voor lastige taak
T.Y.B.B.l Spartaan 1
TWEEDE KLASSE K.N.V.B.
Andere leiders favoriet
voor de zege
HaarlemV.S.V.
StormvogelsAjax
UIT DEN OMTREK
HOOFDDORP
ie zijn plicht doet slechts uit
dwang, leeft vergeefs zijn leven lang.
DOOR A. HRUSCHKA
HEEMSTEDE
OVERVEEN
ZANDVOORT
RIJKSVISCHAFSLAG
Staat van besommingen
preridiumvmiden Het litteken
overleden oom
Silas Hempel wordt gehaald en maakt een
Toen begin September de groote razernij
Europa weer beving, gingen de gedachten van
menigeen terug naar de periode 19141918.
Men herinnerde zich den kolennood tegen het
einde van dit onzalige tijdvak en op wat voor
manier men in het tekort aan brandstoffen
poogde te voorzien. Wat werd er niet gestookt!
Zaagsel in speciale kachels, keukenafval en
zelfs.... schotelwater. Al spoedig kon men er
varen, dat. bleef Nederland buiten de troebe
len, een herhaling van het kolengebrek dier
dagen niet te duchten was. Onze kolenpositie
werd oneindig beter. Vergeleken met 1914 be
draagt de productie onzer mijnen het zeven
voudige; ze kunnen 14 tot 15 millioen ton per
jaar opleveren, een kwantum aanmerkelijk hoo-
ger dan de nationale behoeften.
Nu ging men het probleem anders zien. We
voeren omstreeks zes millioen ton uit. Kan die
export gehandhaafd blijven? Reeds in de eerste
oorlogsdagen hoorde men van ernstige belem
meringen van scheeps- en treinverkeer, niet
alleen naar Frankrijk maar ook naar Duitsch-
land. Nu de eerste schrik bij de schippers er wat
uit is, en de scheepsreserve hier enorm toe
neemt, begint ook deze uitvoer weert Onmid
dellijk zij opgemerkt, dat al spoedig bleek, dat
de invoer van kolen, met name uit Duitsch-
land, geenszins ophield of ook maar aanmer
kelijk verminderde.
Men heeft aanvankelijk rekening gehouden
met de mogelijkheid van verzuimdiensten, de
in mijnwerkersgezinnen zoo geduchte „Feier-
schichten". Gebrek aan transportmogelijk
heden (begin September weigerden zelfs de
Belgische schippers naar Noord-Frankrijk te
varen) deden opslaan der productie voorzien.
Zoover kwam het niet. Noord-Nederland vulde
zijn voorraden, met het oog op de ongewisse
toekomst, snel aan en bovendien raakten 3500
mijnwerkers, ruim tien procent van de be
manning, gemobiliseerd, wat vanzelf in gelijke
verhouding de opbrengst onzer kolenputten
afnemen deed.
Toen kwam het bericht: alle kolenuitvoer
verboden. Inderdaad is er gedurende korten
tijd niets over de grens gegaan. Zulk decreet,
een voorzorgsmaatregel, zag er aanvankelijk
leelijk uit. Men wist hier immers dat onze mij
nen zich afzetgebieden hadden veroverd over
heel den aardbol. Niets te veel gezegd; zelfs
bij onze tegenvoeters die (met hun zolen naar
ons gekeerd) wandelen over „den gordel van
Smaragd" werden brandstoffen uitgevoerd.
Onze grootste afnemers zijn ongetwijfeld Bel
gië, Frankrijk en Duitschland; van de 6 mil
lioen ton uitgevoerde kolen, cokes en briketten
gingen in 1938 wel drievierden naar deze nabu
rige landen, doch ongeveer een tiende der
productie is toch voor andere, grootendeels
overzeesche markten bestemd. Schatten we de
dagproductie op 45.000 ton, dan werken we
hier 26 dagen per jaar voor Duitschland, 33
dagen voor de Belgen en Luxemburgers, 40
dagen voor de Franschen, 4 dagen voor de
Italianen, 8 dagen voor de Zwitsers, 12 dagen
voor de Zweden, drie dagen voor de Noren, 3
dagen voor de Argentijnen, 1 dag voor de Ca
nadezen (een Za,terdag in dit geval, want ze
namen in 1938 maar 30624 ton af). Dat zijn
de groote klanten. Er zijn echter ook nog
kleine en zelfs kleintjes, waarvoor we maar
een paar uren per jaar (en zelfs minder) ko
len delven en verkoken (cokes). Wanneer men
de jaarcijfers van het Centraal Bureau voor
de Statistiek doorsnuffelt, ontdekt men b.v.
dat we naar Portugal, Roemenië, Algiers, Tu
nis, Marokko, Egypte. Syrië, Columbia, Cura
sao, Brazilië, Suriname, Venezuela, Dene
marken, Ierland, Malakka, Ned.-Indië, Vereen.
Staten en naar een aantal niet genoemde Mid-
den-Amerikaansche Britsche, Fransche en
Amerikaansche eilanden uitvoeren. Statistisch
staat Columbia onderaan: 10 ton! Men kan
zich indenken, dat op een gegeven moment
iemand naar de „Joepen" in de „Koel" roept:
zes seconden voor Columbia!
Alles samen genomen werkten we in 1938
zoowat 4 a 5 maanden voor buiteniandsche
markten, waarop we voor ongeveer 64 millioen
gulden verkochten. Het behoeft dus wel geen
betoog, dat we met eenige belangstelling uit
gezien hebben naar de September-cijfers van
het C. B. v. d. S. Wat kwam er in de eerste
weken der razernij terecht van een voor onze
handelsbalans zoo belangrijken uitvoer van
brandstoffen?
Beginnen we met de opmerking, dat men
niet te veel uit de jongste statistieken conclu-
deeren mag voor de naaste toekomst.. Te veel
abnormale omstandigheden kunnen van in
vloed zijn en zich straks niet meer doen ge
voelen. Natuurlijk hebben we een klap ver
wacht en deze bleef ook niet uit. Onze export
van kolen, cokes en briketten liep, vergeleken
met September 1938, die toch ook al veront
rust werd van oorlogsgeruchten, terug tot
bijna de helft!
Toen een uitvoer van 511.230 ton brandstof
fen, verleden maand maar 283.278 meer. Het
is vooral in de rubriek „Steenkolen", dat we
de groote verliezen boekten. Enkele cijfers nu,
tusschen haakjes die omtrent September van
verleden jaar. Duitschland 22517 t. (57670),
België 34457 (82053), Frankrijk 18108 (78752),
Italië 7007 (14011). Zwitserland 1775 (28199),
Argentinië 4738 (16675). Canada (8799) viel
geheel uit, doch werd iets gecompenseerd door
Zweden met 5435 ton. Over September 1938 een
uitvoer van 287.352 ton steenkool, verleden
maand maar 94098 meer.
De cokes vertoonen een heel wat gunstiger
beeld. Nu zijn de cokes onzer staatsmijnen
Emma en Maurits zeer gewild, vooral voor
de metaal-industrie. Daarvan gingen verleden
maand nog 168.022 ton over de grens tegen
159.184 verleden jaar in September. Ofschoon
het Duitsche kwantum daalde van 28435 tot
5676 ton, Finland en Denemarken heelemaal
uitvielen en Zwitserland belangrijk minder
ontving, wordt dit verlies goedgemaakt door
Frankrijk met 47155 ton (41650), Noorwegen
25253 (3797) en Zweden 60998 (42977). Onze
steenkoolbriketten schijnen er wel bijzonder
bekaaid afgekomen te zijn: September 1938
nog 45873 ton, verleden maand 5892. Ook de
bunkerkolen geven achteruitgang te zien.
Merkwaardig blijft, dat de invoer, niette
genstaande allerlei hindemissen en gevaren,
zeer levendig geweest is en met 126152 ton
dien van September 1938 overtreft. Verleden
jaar in deze maand een import van 471169 ton,
nu 597301. De toename is vooral in de rubriek
„Industriekolen" te zoeken: 475016 ton
(356184) Alle importeerende landen, zelfs En
geland, zetten hier meer af. In verhouding
Duitschland het meest, wat niet alleen ver
oorzaakt kan wezen door minder verstoorde
verkeersmogelijkheden doch uit zorg voor de
viezen.
In West I a krijgt SDO tot taak den aanval
van Saestum af te slaan. Met eigen grond on
der de voeten zien we de Bussumers hierin
wel slagen. WY maakt ook een zeer behoor
lijke kans om een leidende rol te spelen. Mee-
nen de IJselsteiners het oprecht, dan mogen
ze in Hilversum tegen Olympia niet sneuvelen.
Actif heeft de beste papieren in zijn wed
strijd tegen LVV en Hertha kan tegen RKBVV
zijn eerste zege boeken.
In West I b trekt Always Forward weer eens
naar Amsterdam, waar ditmaal RKAV als gast
heer optreedt; we rekenen op een zege van de
leiders. Daar VIC niet speelt kan DOSS op
klimmen naar de tweede plaats; tenminste wij
nemen aan dat Constantius tegen de rood-wit-
ten zijn vijfde nederlaag boekt. Wilskracht is
onze favoriet in den wedstrijd tegen WA 2.
In II A zien we ADO nu het eenmaal den
kop genomen heeft, deze plaats voorloopig ook
wel handhaven. We zien DEM in Heemskerk
het slachtoffer worden van de veroveringszucht
der blauw-witten. Santpoort 2 blijft in de run
ning door een zege op Teylingen; Lisse kan
met Vitesse van plaats verwisselen door de
Castricummers met een nederlaag naar huis
te sturen.
In afdeeling Noord B gaat I.E.V. een lastig
karwei opknappen bij H.S.V. en wanneer de
club uit Velsen Noord daar een puntje weet
weg te kapen, mogen we niet ontevreden zijn
Dat D.E.M. 2 thuis veel succes zal boeken tegen
het leidende EB.V. willen we voorshands niet
aannemen omdat de Wijkemaren speciaal in
eigen omgeving nog niet veel bijzonders hebben
laten zien. Voor A.D.O. 2 ligt de derde nederlaag
in het verschiet bij Limmen, terwijl we voorts
Ufl.V. thuis zien winnen van Zeevogels.
De C-afdeeling vermeldt een drietal wedstrij
den welke naar onze sieening weinig succes aan
de bezoekende elftallen- zullen brengen. Pur-
merend zal zich zeker niet laten verrassen door
G.V.O. 2 en hetzelfde kan gezegd worden van
S.D.E. dat V.V.Z. 2 op visite krijgt. Misschien
heeft De Meer 2 een klein kansje op een pun-
tenverdeeling bij WS.V. maar dan is het toch
wel erg klein.
In de A-afdeeling van het Centrum blijkt
RODA toch niet zoo sterk als aanvankelijk
mocht verondersteld worden. Na een tweetal
wedstrijden tegen zwakkere tegenstanders, wel
ke overtuigend werden gewonnen, boekte RODA
tweemaal in successie een nederlaag en de voor
uitzichten voor den komenden strijd tegen The
Unity zijn ook al niet gunstig. Bovendien wil
The unity het verloren terrein spoedig herwin
nen en een zege over RODA is de eerste stap
daartoe. Met India zullen we zeker nog genoeg
rekening dienen te houden en dat de Indianen
thans een nieuwe overwinning gaan bevechten
op Wilskracht 2,, achten we buiten twijfel. Eu
St. Martlnus laat ook nog wel iets van zich
hooren. Het ziet er b.v. voor N.E.A. 2, dat thans
St. Martinus ontvangt, niet bepaald rooskleu
rig uit.
Het elftal van Alliance blijkt in de Haarlem-
sche afdeeling niet bepaald sterk te zijn. In te
genstelling met Onze Gezellen 2 dat enkele op
merkelijk goede resultaten behaalde. Daarom
zal het treffen tusschen deze ploegen zeer waar
schijnlijk een overwinning voor de Gezellen-
reserves opleveren. Of gaat Alliance eindelijk
eens uit .een ander vaatje tappen? Met Geel
Wit is het dit seizoen moeilijk voorspellen. De
pauselijken moeten ditmaal bij Vogelenzang op
bezoek en zouden, om in volgorde te blijven,
thans moeten verliezen. En o.i. zal Vogelenzang
zich niet licht laten verrassen. O.I.V. is na
het goede begin leelijk afgezakt en krijgt thans
bij Van Nispen wederom een moeilijke opgave
op te lossen. We voorzien een nieuwe IJmuider
nederlaag.
Het verloop in de Zuidelijke afdeeling belooft
al zeer interessant te worden. Momenteel zijn
V.VJS.B., Meerburg en D.E.S. de ernstigste ge
gadigden voor de bovenste plaats, zoodat b.v.
het treffen tusschen de beide laatstgenooemden
op het Meerburg-terrein ditmaal al zeer be
langrijk is. D.E.S. verspeelde nog geen enkel punt
maar de kans is dit keer groot dat Meerburg
aan D.EB. het eerste verliespuntje bezorgt.
Daarmee zou V.VB.B. ten zeerste gebaat zijn
indien dit elftal den moeilijken strijd tegen
Concordia tot een goed einde brengt. De Hille-
gomsche club is echter uitstekend gestart en
wil hier haar partij dapper meeblazen. Een zege
op V.V.S.B. zou haar een flink eind in de
goede richting brengen. Tenslotte kan D.OB.R.
2 van Lisse 2 winnen.
Morgen ontvangt T.Y.B.B. aan den Rijks
straatweg te Haarlem-Noord het Rotterdam-
sche Spartaan. Het belooft een interessanten
strijd te worden, temeer daar de landskampioe
nen, die tot nu toe al hun wedstrijden wonnen,
er een eer in zullen stellen ook morgen zonder
winstverlies te blijven.
Het elftal der geel-zwarten komt met inval
lers voor v. d. Lit en Assendelft uit in de navol
gende opstelling: G. Metten; J. Smit en G.
Zandstra; J. Huneker, A. Maarschalk en J.
Snoeks; F. v. Berkel, J. v. d. Linden, A. Snoeks,
C. Vessies en J. de Vogel.
De wedstrijd vangt aan om half drie.
In afd. B gaat HRC naar WFC, waar de
leiders hun eervolle positie met succes moe
ten kunnen verdedigen. Alcm. Victrix heeft nog
niet gewonnen bij Zaandijk, al geven we het
ook de beste kansen. Alkm. Boys blijft vrij ze
ker baas over Succes, maar OSV moet bij Hol-
landia de zaken voorzichtig aanpakken. Helder
kan op eigen grond tegen 'West Frisia een
klein succesje boeken en ZFC heeft tegen Pur-
merstein een royale kans zich naar hooger
sferen op te werken.
In afd. C gaat EDO naar Kennemers, waar
het een hard gevecht om de winst zal moeten
leveren. DWV blijft in ieder geval aan bod
door in Amsterdam van Beverwijk te winnen.
Zeeburgia is favoriet tegen RCH en HFC tegen
QSC. Ook Kinheim kan tegen ZVV voor een
behoorlijk resultaat zorgen.
In D gaan Velox en Vriendenschaar, de lei
ders, resp. naar Spartaan en HVC waar zij
kunnen winnen, wanneer zij hun tegenstanders
niet onderschatten. Watergraafsmeer is in Am
sterdam sterker dan Elinckwijk.
V.S.V. komt als volgt uit: Michel; Kunst -en
Voet; Van der Gevel, De Vries en Van Loon;
Döring, Van der Kuyl, Van der Lugt, Balvers
en Sterk.
Stormvogels is als volgt samengesteld:
Doel: Kraak. Achter: Haak Sr., en Haak Jr.
Midden: Schoorl, Tol en Gerrits. Voor; Van
Pel, Woudenberg, Verdam, Prins, N. N.
R. K. Volksbond. De afd. Hoofddorp van
den Ned. R; K. Volksbond hield haar eerste
vergadering in dit seizoen. De voorzitter, de
heer G. de Koning, herdacht in zijn openings
woord het overleden lid, den heer Broxterman,
voor wiens zielerust een gebed werd gestort. De
secretaris, de heer A- Huysmans, gaf een over
zicht van hetgeen in de zomermaanden door
het bestuur is verricht. Op Zondag 5 November
wordt een H. Mis opgedragen, waaronder al-
gemeene H. Communie der leden, 's Avonds zal
in hotel „De Landbouw" een film worden ver
toond door den heer T. Schelvis „De monnik
van St. Bartholomeus." Leden betalen 10 cents,
anderen 25 cents.
Mede zal dezen winter een Ouderavond wor
den gehouden. De geestelijke adviseur besprak
nog eenige principieele punten, o.m. over het
communiceeren onder de H- Mis.
Met een dankwoord sloot de voorzitter de
bescheiden bezette vergadering.
38
Maar kon u eigenlijk uit zijn verzoek niet
opmaken, dat hij wilde inbinden?
Misschienals ik hem niet zoo goed
had gekend. Maar ik wist, dat hij nog verre
van murw was. Alleen feiten konden hem klein
krijgen. Juist daarom verhaastte ik mijn reis
naar Graz.
Wat wilde u eigenlijk te Graz?
Inlichtingen inwinnen aangaande een
betrekking, waarop voor mij uitzicht bestond.
Een oorlogskameraad van mij, de zoon van den
voomaamsten firmant der machinefabriek
Rodek Co. te Weenen, had mij vroeger ge
zegd, dat zijn vader te Graz een filiaal wilde
oprichten, aan welks hoofd hij, Alfred Rodek,
zou komen te staan. Toen Meder Co. wegens
crisisomstandigheden een gedeelte van haar per
soneel moest ontslaan en ik mij onder de slacht
offers van dien maatregel bevond, sloeg de
Jonge Rodek mij voor, in het door hem bestuurde
filiaal eerste boekhouder te worden, zoodra de
nieuwe zaak was georganiseerd. Rodek had op
dat oogenblik geld noodig, en ik stelde hem de
som, die mij bij het ontslag uit den militairen
dienst was uitgekeert, ter beschikking. Hij dacht
dat de nieuwe fabriek binnen eenige maanden
geopend zou worden en dan kon ik onmiddellijk
mijn betrekking aanvaarden.
Voor zoolang ging ik met mijn vrouw te
Vriebusweiler bij mijn moeder inwonen. Om
een eind te maken aan 't getob van oom
Winkler, wilde ik den 22sten April te Graz
Alfred Rodek gaan opzoeken, om hem te vragen,
hoe de zaken stonden en er, zoo mogelijk, 'n
beetje spoed achter te zetten. Rodek had mij
ook in de tot de fabriek behoorende huizen een
woning beloofd. In mijn positie was het voor
mij een niet te versmaden voordeel geweest,
althans spoedig die woning te kunnen betrek
ken, want dan was ik van 't gezeur van oom
Winkler af geweest. Ook voor die aangelegen
heid wilde ik naar Graz.
Hardi had kalm en zakelijk gesproken. Zijn
verklaringen waren duidelijk; méér en meer ge
raakte men onder den indruk, dat hetgeen hij
naar voren bracht de zuivere waarheid was.
XXVI
De volgende getuige was Dr. Otto.
De voorzitter stelde hem een nog al inge
wikkelde technische vraag, die als volgt kon
worden samengevat: Was de schotwonde in de
hersens van dien aard, dat zij stoornis in de
verstandelijke vermogens en in het normaal ge
bruik van de zintuigen tot onmiddellijk gevolg
kon hebben.?.
Het antwoord op deze vraag luidde bevesti
gend.
Ik heb, verklaarde Dr. Otto, het intreden
van zulk een stoornis zelfs als een feit aan
genomen, daar ik mij anders de laatste woor
den van den zieltogende niet had kunnen ver
klaren.
Wat bedoelt u daarmee, dokter?
Eenvoudig dit: ik zelf, notaris Kolb-
ried en vele andere personen, die gelegenheid
hadden gevonden om den jongen Eltz van nabij
te leeren kennen, waren van den beginne af
overtuigd van zijn onschuld. En ik geef u de
verzekering, dat niets bij machte is geweest,
die overtuiging te doen wankelen.
Ida Leitner werd nogmaals opgeroepen. Zij
moest zeggen wat zij wist aangaande den man
in 't grijze sportcostuum, dien zij op den dag
van de misdaad en later nog eens, den 19den
Mei, had gezien.
Ida, die in den loop van de tweede instruc
tie verscheidene keeren was gedagvaard en nu
te Graz als tweede meid diende, had allen
schrik voor de justitie verloren en haar ver
klaring was bepaald en duidelijk.
Op haar volgden een reeks getuigen, die allen
den in 't grijs gekleeden vreemdeling hadden
gezien en de beschrijvingen, die zij van hem
gaven, stemden onderling volkomen overeen.
Ida en de jonge Thomas Birkwieser hadden
hem van nabij gezien; zij verklaarden, hem
onmiddellijk te zullen herkennen als hij met hen
werd geconfronteerd.
Ook vrouw Blahac geloofde, dat zij hem zou
herkennen.
„Dat is flink van je, om naar me toe
te komen, hoewel je'de ruit hebt inge
gooid
Keesje „Ja, meneer, maar we wilden
den voetbal zoo graag terug hebben!"
Poppiententoonstelling Als gevolg van het
groote succes der poppententoonstelling,- den
vorigen Zondag gehouden, in perceel Heem-
steedsche Dreef 24, heeft het Comité besloten
Zondag as. van 11 tot 5 uur nog eens de ge
legenheid te geven de tentoonstelling te bezich
tigen.
Dit zal dan de laatste gelegenheid zijn.
Bmirtver. Ramplaankwartïer. Genoemde
vereeniging houdt op Maandagavonr 30 Oct.
een ledenverganering in hotel Roozendaal te
Overveen.
Aan de orde zullen komen jaarverslagen van
secretaris en penningmeester, vaststelling con
tributie 1940, voorstellen wijziging Huish. regle
ment, vaststelling begrooting, bestuursverkie-
Comité „Breien voor Militairen-" Onze eer
ste bijeenkomst was geslaagd. Verschillende da
mes gaven zich op als „vaste breisters" en na
men wol mee naar huis. De bedoeling van het
comité is te zorgen, dat alles met St. Nicolaas
klgar zal zijn- Met hét oog hierop zullen wij
gedurende de maand November iederen Maan
dag bij elkaar komen.
De volgende bijeenkomst is op Maandag 30
October in het dembnstratielokaal bij den gas
houder aan de Dr. Gerkestraat. We beginnen
precies 8 uur. Voor een kopje thee wordt ge
zorgd.
Op dezen avond, waar iedereen welkom is,
kan het reeds gebreide worden ingeleverd en
nieuwe wol worden meegenomen.
Voor deze wol hoeft niet te worden betaald.
Met het oog op de verdere plannen van het
comité plaatsen wij echter een busje, waarin
ieder, die wil en kan, iets kan geven, zoodat
ons werk kan doorgaan.
HET COMITÉ.
IJMUIDEN. 28 Oct. Versche visch. Tarbot 1.65
1 70 Tong 0.682. per kg. Kleine Schol 10.00
23. Schar 3.80—6.50, Wijting 1.607.50, versche
Hari'np- 6.808.40 per 50 kg.
Geconsigneerde Snoekbaars 2022 cent per kg.
Aanvoer afslag 354 kisten versche haring en 70
kantjes steurharing. Steurharing export 19.00,
voor binnenland 15.5017.
van den heden aangekomen
LOGGER MET HARING
K.W. 65 3874.—.
KOTTERS
TX: 37 289.32 240.24 212.29 291.
19 314.49 256.33 297.14 276.39 336.
125 182.—, K.W. 77 165.—, UK: 126 187—, 104
68.52 107.68 132.162 60.
Mevrouw Martha Campion en haar zuster
Jenny liepen nog eens voor de laatste maal
door de leege woning in Aberdeen van oom Tom,
waaruit een opkooper juist het laatste restje
meubels had weggehaald. Beide dames waren
speciaal uit Dundee overgekomen om de na
latenschap van oom Tom te verdeelen. Ze had
den een oproep van de politie te Glasgow ge
kregen, dat er een lijk was opgevischt, waar
van men vermoedde, dat het eens Tom Campion
was geweest. Malachias Campion, Martha'^ man,
was er op uitgezonden om de identificatie te
verrichten en had verklaard dat het zoo goed
als zeker oom Tom was. Heel precies kon hij
het niet zeggen, daar het lijk al zes dagen in 't
water moest gelegen hebben.
Toen Malachias alles voor de begrafenis had
geregeld, was hij naar Dundee teruggekeerd en
had de verdeeling der nalatenschap overgelaten
aan de beide vrouwen, die van deze machtiging
een vrij gebruik hadden gemaakt.
Oom Tom had een vroolijk leventje geleid. Hij
was vrijgezel en had zich niet veel om z'n fami
lie bekommerd. Er ging bijna geen dag voorbij,
zonder dat hij te diep in 't glaasje keek, en dat
scheen hem nu noodlottig te zijn geworden. Nie
mand was dan ook bedroefd om zijn heengaan,
en daar zijn eenige tweelingbroer Tim al twaalf
jaar geleden spoorloos verdwenen was, omdat de
politie hem voor diefstal op de hielen zat, ble
ven de twee neven en hun echtgenooten als
eenige erfgenamen over.
Echter, veel geld had men niet gevonden, maar
de meubels van oom Tom en verschillende sie
raden waren het meenemen wel waard, zoodat
na een paar weken van oom Tom's fraaie vrij-
gezellenwoning nog slechts een kale ruimte
over was.
Juist hadden de beide vrouwen de opbrengst
van den inboedel gelijkelijk onder elkaar ge
deeld, toen de deur werd geopend ende
dood gewaande oom Tom ten tooneele ver
scheen. Martha en haar zuster Jenny konden de
eerste minuten niet ook maar een woord uit
brengen van schrik. Intusschen keek oom Tom
met stomme verbazing de leege vertrekken aan
en scheen niets te begrijpen van hetgeen hij
daar zag.
Toen Martha eindelijk weer in staat was ge
luid te geven, stamelde zij:
„Wewedachten.... dachten, dat je
dood was."
„Dood?" schreeuwde oom Tom. „Hoe komen
jullie daaraan?"
„Malachias heeft.... heeft je lijk gezien,"
hakkelde nicht Jenny.
„Lijk gezien? Wat voor lijk gezien?"
,,'n Lijk! En hij dacht dat jij het was!" zei
Martha.
„Nou, daar kan hij plezier van beleven," grin
nikte oom Tom, toen hem de heele geschiedenis
verteld was. „Een vaische verklaring aan de
politie afleggen is geen kleinigheid. Maar waar
zijn al m'n spullen?"
Martha deelde hem mede, dat men alles eer
lijk tusschen de bloedverwanten verdeeld had
sn dat de onbruikbare rommel zoo juist door een
opkooper was weggehaald.
„Dan zou ik maar beginnen," zei oom Tom,
,met eerst dien opkooper terug te laten komen
sn alles weer hier neer te zetten. Ik moet zeg
gen dat 't hier een mooie boel is."
Nicht Martha werd bleek. Ze had weinig ver
stand van dat soort zaken, maar wist toch wel
dat de koopman meer zou vragen dan de vier
pond, die hij er voor gegeven had.
De beide vrouwen overlegden fluisterend met
elkaar, terwijl oom Tom als een bezetene door
z'n leege kamer liep en geweldig te keer ging.
Hij kwam bij de twee vrouwen terug en
schreeuwde:
„Nu zorgen jullie er voor, dat ik binnen twee
Sagen alles terug heb, anders zullen jullie eens
ondervinden wat er gebeurt."
Jenny Campion dacht met schrik aan 't gou-
ien horloge met ketting, dat ze in haar blijd
schap aan d'r getrouwde dochter in Peterhead
gezonden had en waarvan ze zeker wist dat deze
net niet terug zou geven.
Martha dacht aan de verschillende dingen, die
ze al verkocht of aan haar kennissen gegeven
aad en hoe ze nu alles weer zou moeten terug
vragen. Daarbij kwamen nog de hooge trans
portkosten en de schier onmogelijke taak om uit
ie visschen waar alles verzeild geraakt was. Het
mgstzweet brak haar uit en zij hoorde zich zelf
log vragen:
„Maar waar ben je dan al dien tijd geweest?"
Wat oom Tom haar vertelde, vervulde haar
nog met grooter zorg. Hü was de locale voet
balclub naar Newcastle gevolgd, waar zij een be
langrijken wedstrijd moest spelen. In Newcastle
had hij de burgers daar voor prutsers in het
edele voetbalspel uitgescholden en 't met de
politie aan den stok gekregen. Hij had een agent
geslagen, was naar 't politiebureau gebracht en
daarna tot een maand gevangenisstraf veroor
deeld. Maar hij had toevallig een paspoort van
een vriend in z'n zak en was op diens naam
gevangen gezet, zoodat niemand wist dat hij,
oom Tom, rustig in de gevangenis van New
castle zat.
De beide vrouwen voelden zich meer dan
ellendig. Natuurlijk zou 't heele geval een groot
schandaal geven en in heel Dundee zou men
over de tong gaan.
„Maar," vroeg Jenny, „wie zou het dan ge
weest zijn, dien Malachias voor jou heeft aan
gezien? Oom Tom misschien?"
„Onzin," besliste oom Tom. „Malachias heeft
natuurlijk niet eens behoorlijk gekeken, 't Was
dat spreekt vanzelf, een vreemdeling. Maar wie
heeft de begrafenis van dien man betaald?"
„Ja.... neen.... wij!" steunde Jenny.
„Neen.... jij!" kreunde Martha.
„Wat?" riep oom Tom woedend, „hebben jul
lie van mijn geld een wildvreemden man onder
den grond gestopt? Jullie begrijpen toch wel dat
ik daar geen genoegen mee neem! Telegrafeer
onmiddellijk aan jullie mannen dat ze hier ko
men, dan zai ik eens een hartig woordje met
hen spreken."
En zoo geschiedde het, dat een paar dagen
later in de leege
woning een ver
gadering werd ge-
Tom. De echtge-
nooten van Mar
tha en Jenny waren hals over kop naar Aber
deen gekomen en nu zaten ze, nog geheel over
stuur, op 'n paar leege kisten van 'n kale kamer.
Ze waren er van overtuigd, dat 't een heel leelijk
geval voor hen zou kunnen worden, als ze oom
Tom niet tot een minnelijke schikking konden
overhalen. Malachias vooral wist niet waar hij
't zoeken moest. Hij begreep, dat, als puntje bij
paaltje kwam, hij alleen de schuldige zou zijn,
omdat hij zoo lichtvaardig het lijk had geïden
tificeerd. Hij voorzag, dat uit de heele situatie,
een groot, publiek familieschandaal zou kunnen
voorkomen.
Er werd dus besloten dat de een 700 en de
andere 400 pond zou geven, in de hoop. dat oom
Tom met die 1100 pond genoegen zou nemen,
't Was veel meer dan alle meubels en sieraden
te zamen.
Oom Tom dacht over dit voorstel na en van
die gelegenheid maakte Malachias gebruik, om
er de bepaling aan toe te voegen, dat oom dan
van 't tooneel zou verdwijnen en zich ergens
anders zou gaan vestigen, zonder verder nog
ooit iets van zich te laten hooren.
Eindelijk zei oom Tom, dat hij met het voor
stel accoord ging ter wille van de reputatie van
z'n geachte neven en nichten.
De 1100 pond werden hem contact uitbetaald
en gezamenlijk gingen ze naar 't station om
ieder in z'n eigen richting te vertrekken.
Toen de familie Campion, dienzelfden avond
nog, in Dundee uitvoerig de gebeurtenissen der
laatste weken besprak, werd oom Tom vrien
delijker herdacht, dan dit na z'n „overlijden"
het geval geweest was, toen eensklaps Malachias
opsprong en riep:
„Het litteeken!"
Er volgde een pijnlijke stilte. Allen wisten, dat
oom Tom een litteeken boven z'n rechteroog
had. Hij was eens in staat van dronkenschap
op de punt van een hek terecht gekomen. Sinds
dien was dat altijd een vaag-roode streep ge-
bleven, die opviel, als men hem aankeek. Door
de schokkende gebeurtenissen en de conster
natie in de afgeloopen dagen, had niemand aan
dit herkenningsteeken gedacht. Maar nunu
alles achter den rug was, wist men vast en zeker,
dat deze oom Tom niet in 't bezit van dat lit
teeken was geweest.
,,'t Was dus tóch het lijk van oom Tom, dat
door Malachias herkend was."
Allen dachten aan den twaalf jaar geleden
verdwenen oom Tim, maar niemand zei het.
Maar dagen lang stond de stemming der familie
Campion in Dundee beneden het vriespunt.
(Nadruk verboden)
Peter en Rita hadden kans gezien bij elkaar
te kruipen in den achtersten wagen. Het meisje
vermaakte zich met Wip, die al zijn kunstjes
voor haar vertoonde. Zoo reisden ze zonder op
onthoud den heelen dag verder. Peter vroeg
zich af, waar ze nu wel zouden terechtkomen;
zeker niet in ooievaarsland.
Eén ding was gelukkig: de steen van den
ooievaar was nog in hun bezit. Peter had hem
in zijn zakdoek geknoopt en diep in zijn zak
weggestopt. Eerst tegen den avond werd door
Rinaldo „halt" gecommandeerd. De vuren wer
den aangelegd, het eten klaar gemaakt en
daaromheen smulden ze allen van dikke mout-
pap en de rest van den reebout.
De mannen bleven nog wat bij het smeulende
vuur zitten, terwijl de vrouwen en kinderen
weer in de wagens kropen voor den nacht. Peter
en Flip, die naar de mannen lagen te luisteren,
verstonden aleen maar het woord „Espagnol.''
Flip dacht, dat dat woord wel eens „Spanje"
kon beteekenen.
Men haalde een nog al afgedragen grijs
sportcostuum te voorschijn en de voorzitter
vroeg de zooeven gehoorde getuigen, of dat het
costuum kon zijn, hetwelk de onbekende bij die
gelegenheid droeg.
Allen antwoordden bevestigend. Juist zóó had
't costuum er uitgezien, misschien een beetje
minder afgedragen dan nu. Thomas Birkwieser
verklaarde zeer stellig, dat er geen twijfel kon
bestaan; hij herkende het costuum aan den
tweeden knoop van de jas. Die knoop was
lichter van kleur dan de andere en waarschijn
lijk eerst later aangebracht. Die knoop had toe
vallig z'n bijzondere aandacht getrokken, toen
hij, in het struikgewas verborgen, den vreem
deling gadesloeg.
Omtrent den eigenaar van dit costuum zal
ons een anc e getuige inlichting geven, zei de
voorzitter.
En hij gaf bevel Mr. Lörs uit de getuigen-
kamer te halen.
Mr. Lörs, gelief ons te zeggen, wat u zooal
hebt waargenomen, én bij uw eerste onderzoek
op de plaats van de misdaad, èn de tweede
maal, toen u zich met het parket op „Rozenhof"
bevond.
Mr. Lörs verklaarde duidelijk en zakelijk,
dat tusschen de eerste en de tweede bezich
tiging door de justitie iemand in 't huis moest
zijn geweest; dat punt liet geen twijfel over. De
persoon in kwestie had alles in de grootste wan
orde achtergelaten en blijkbaar de kamer van
den vermoorde afgezocht en vooral de vakken
en laden van de schrijftafel doorsnuffeld. Hij
moest naar een bepaald voorwerp gezocht heb
ben. 't Leek waarschijnlijk, dat hij zich had ge
kwetst aan een in 'n vak van de schrijftafel
liggenden briefopener; want op verscheidene
papieren in het middelvak zag men bloedige
vingerafdrukken, terwijl bij het eerste onder
zoek op die papieren geen vlekje te bespeuren
was. Men had eenige van die vingerafdrukken
laten vergrooten; in dien vorm waren zij toe
gevoegd aan het dossier. Trouwens, de bekende
detective Silas Hempel, die in het belang der
beschuldigden arbeidde, had al die dingen reeds
veel vroeger waargenomen en ook den weg
aangeduid, waarlangs de onbekende 't huis
was binnengedrongen, zonder de zegels te
schenden.
Dit geschiedde daags nadat Ida Leitner den
man in 't grijs voor de tweede maal had ge
zien, toen hij over den tuinmuur klauterde en
later voor haar de vlucht nam, toen hij be
merkte, dat zij hem in 't oog had gekregen
Uit een en ander kon met voldoende zekerheid
worden opgemaakt, dat de gevonden vinger
afdrukken afkomstig waren van den man in
't grijs. De heer Hempel zou dit later nog
duidelijker aantoonen, want hij had de voet
sporen van den man ontdekt en er verscheidene
afdrukken van genomen.
Het publiek was zeer stil en luisterde met
jaspannen aandacht. Men zag de gedaante van
den man in 't grijze sportcostuum, die bij de
eerste behandeling van de zaak was voorge
steld als een „onnoozel wandelaar", of zelfs als
'n „fantoom", uitgroeien tot den hoofdpersoon
van 't proces
begin met zijn verklaringen. Terwijl hij spreekt,
is 't zóó stil, dat men een speld zou kunnen
hooren vallen.... Hij legt 't Hof de door hem
verzamelde vinger- en voetafdrukken voor.
Nu gaat er een onrustige beweging door de
zaal. Zelfs de drie beschuldigden, die tot dus
verre roerloos op hun bank hebben gezeten,
richten 't hoofd op en luisteren blijkbaar
verrast.
De voorzitter heeft Mr. Lörs teruggerce-
pen en gevraagd:
Hebt u misschien nog iets anders aan
gaande uw tweede bezoek op de plaats der mis
daad mede te deelen?
Ja, mijnheer de voorzitter, nog een voor
naam feit. Wij hebben bij die gelegenheid naar
het zoo druk besproken testament van den heer
Winkler gezocht en het inderdaad gevonden.
Waarlijk een feit van belang. Wees zoo
goed ons zoo breedvoerig mogelijk in te lich
ten. Ik stel er prijs op, dat het waar en hoe
ter kennis van het publiek komt.
De ontdekking was eigenlijk aan een toeval te
danken. Ik zelf had van den beginne af ver
moed, dat het testament zich bevond in een
antiek meubelstuk, waarin de heer Winkler
papieren en kostbaarheden bewaarde en reeds
bij mijn eerste bezoek ter plaatse had ik in die
kast naar het testament gezocht zoo nauw
keurig mogelijk, meende ikToen ik mij voo
de tweede maal op „Rozenhof" bevond, en v.
in 't gezelschap van den heer procureur, 20
ten wij nogmaals: want ook met dat doel w
het parket naar Vriebusweiler gekomen.
(Wordt vervolg"'