%a£ oha'Oeiêo^ qaoeu.
<km
DEKENS
D
DE :j rfenis van een
Een week zonder
erwten
Geef daarom REEDS THANS
Uw bestellingen op aan Uw leverancier.
IKON
\-h ZONDERLING
jJL£lAiim j i p hJ
Op 20 November a.s. gaan wij weer voor O aan den slag.
VOOR SLECHTS f2.25
ZONDAG 5 NOVEMBER 1939
Met ingang van 11 November
wordt distributie ingevoerd
L
ZAALBERG-DEKENS ZIT DIT ETIKET
Van dien datum af behoeven wij niet meer uitsluitend voor het leger te werken.
Dan kunt U er zeker van zijn zoo spoedig als 't mogelijk is Uw Zaalberg-dekens te ontvangen.
ARBEIDER WERD EEN BEEN
AFGERUKT
De O. 29 uit Curagao vertrokken
Roemeensche gezant bij minister
Van Klef fens
DIENSTPLICHTIGE
SCHEPELINGEN
e sterke wijkt niet voor tegen
wind, slechts de zwakke waait mee.
TELEGRAAFVERKEER MET
HET BUITENLAND
TWEEDE KAMER
Eenzijdige geneeskunde
■vanVALK ENBUR
LE
DRAIS
c
7ACHT VAN SMAAK -PRUS 70ct -
2 BELANGWEKKENDE BOEKEN
FEUILLETON
DOOR WILLY WATERMAN
De minister van Economische Zaken
deelt mede, dat met ingang van 11 No
vember a.s. met de distributie van erwten
een aanvang zal worden gemaakt. De dis
tributie zal zich voorshands beperken tot
groene erwten en spliterwten. Van boven-
genoemden datum af zal men in den win
kel Slechts erwten kunnen koopen tegen
inlevering van een nader aan te wijzen bon
der rijksdistributickaart. Het rantsoen, dat
men op dien bon, die geldig is van 11 No
vember t.m. 8 December kan verkrijgen,
bedraagt Kg. erwten. De bon is het ge-
heele land door geldig. Men kan dus koo
pen in welke plaats en bij welken winkelier
men wil.
Een goed verloop van de distributie kan eerst
dan geschieden wanneer men de zekerheic.'
heeft, dat de winkels bij oen aanvang van de
distributie over voldoenden voorraad beschik
ken. De eenige mogelijkheid om deze zekerheid
te verschaffen, is het invoeren van een ver
koopverbod voor den winkelier gedurende en
kele dagen voorafgaande aan de distributie.
Deze voor het publiek min of meer onaange
name maatregel is destijds bij de suiker geno
men moeten worden en is ook nu onvermijde
lijk
De verkoop van erwten is aan ae winke
liers verboden van Zondag 5 November t.m.
Vrijdag 10 November a.s. Teneinde te vol
doen aan vele verlangens is er zorg voor
gedragen, dat de Zaterdag niet onder e'en
„spertijd" valt. Ook nu wordt het publiek
met aandrang verzocht, Zaterdag a.s. niet
dadelijk alle bons tegen erwten in te
willen wisselen, caar vanzelfsprekend de
in de winkels beschikbare voorraad niet vol
doende kan zijn om in de eerste dagen
reeds het geheele Nederlandsche volk van
de toegewezen 4>i millioen kilogram erwten
te voorzien.
Evenals bij de suiker wordt er dus op aan
gedrongen het koopen van erwten zooveel mo
gelijk over de geheele distributie-periode te
verdeelen. Men kan er zeker van zijn, dat ieder
een in den loop van deze periode de toegewezen
hoeveelheid erwten zal kunnen verkrijgen.
De distributie van erwten geschiedt Immers
niet omdat er erwtengebrek is in Nederland,
maar alleen om te zorgen, dat iedere Neder
lander een gelijke hoeveelheid erwten zal kun
nen krijgen en het hamsteren wordt voorko
men.
In dit verband zij opgemerkt, dat de ge
schatte productie eenige malen de consumptie
overtreft. Hierbij dient echter rekening gehou
den te worden met het feit, dat het grootste
gedeelte van den erwtenoogst ook voor andere
doeleinden gebruikt wordt zooals veevoeder en
export.
De aan den consument toegewezen hoeveel
heid' ad. Kg. per maand moet ruim geacht
worden, aangezien het geschatte gemiddeld ver
bruik van erwten per jaar per hoofd ongeveer
2'.2 Kg. bedraagt. Het rantsoen is ook daarom
ruim gesteld, opdat militairen, die de maande-
lijksche verlofdagen thuis doorbrengen, geen
bijzondere kaarten behoeven te ontvangen.
De voor suiker getroffen aparte regelingen,
b.v. voor hotels, café's, restaurants, groote can-
tines, ziekenhuizen, kookscholen enz., gelden
ook voor erwten. Voorts zal er zorg voor gedra
gen worden, dat de winkelier zoodanige toewij
zingen krijgen, dat ze te allen tijde over vol
doenden voorraad' zullen kunnen beschikken om
niet alleen aan de normale vraag te voldoen,
rr.aar ook een uitbreiding van omzet op te van
gen.
De eerste toewijzing zal Maandag a.s. in het
bezit der winkeliers zijn en zal in den loop van
November gevolgd worden door een tweede toe
wijzing. Van 5 November af zullen de winkeliers
alleen nog erwten kunnen betrekken op grond
van de hun verstrekte toewijzingen. In de be
hoeften van de weermacht zal worden voorzien
door de Nederlandsche Akkerbouwcentrale. De
proviandeering van kleine schepen geschiedt
dor de distributiekantoren, terwijl de Neder
landsche Akkerbouwcentrale voor de provian
deering van groote schepen zorgt. De grossiers
ontvangen aanvankelijk geen toewijzing, doch
oienen zich ter verkrijging van den benoodigden
voorraad te wenden tot de vereeniging de „Ko
renbeurs" te Rotterdam.
Indien zich moeilijkheden voordoen, wende
men zich, wanneer het betreft de winkeliers
hotels, instellingen, kleine schepen enz., tot de
plaatselijke distributiekantoren.
In andere gevallen richte men zich tot de
Nederlandsche Akkerbouwcentrale.
Met de distributie van boonen zal eerst
dan begonnen kunnen worpen, wanneer de
regeering over voldoende voorraden be
schikt. Mede tengevolge van de weers
omstandigheden zijn tot dusverre slechts
weinige boonen gedorscht.
Omtrent de distributie van boonen, ca-
pucijners, enz. zullen binnenkort nadere
mededeelingen verstrekt worden.
DEFENSIE
Twee maanden lang, dag en nacht, hebben wij op
hoog bevel uitsluitend moeten werken voor het Neder
landsche leger. Hoezeer het ons ook speet, wij
moesten dus wel tijdelijk de leveringen ten behoeve
van de burgerbevolking stopzetten.
Onze gemobiliseerde jongens zijn er goed mee
geweest. Een groot deel slaapt nu heerlijk onder
een warme, donzige Zaalberg-deken, de prachtigste
deken die er te krijgen is.
Defensie zal ons nu verlof geven weer aan onze
oude afnemers te gaan leveren. Ondanks de moeilijk
heden mei aanvoer van grondstoffen en dergelijke,
staan wij er voor in, dat de ongeëvenaarde kwali
teitvan onze dekens blijft gehandhaafd.
Vooral in dezen tijd is het een gebiedende eisch
alleen kwaliteits dekens aan te schaffen. Een Zaalberg
deken gaat 15 a 20 jaar mee, zoodat U voor
afzienbaren tijd in letterlijken en figuurlijken zin
bent gedekt, als U deze deken neemt.
Vraag daarom weer naar de mooie,
donzige Zaalberg-dekens, in de beschaaf
de, moderne dessins en iinfen.
Indië hedenmorgen de haven van Curacao ver
laten.
De O. 20 zal de reis naar Indië via het Pana
makanaal maken.
Zaterdagmorgen heeft zich te Eist een zeer
ernstig ongeval voorgedaan.
Tijdens het dorschen bij v. d. P. aan den
Rijksweg had de arbeider B. J. het ongeluk
met zijn been in de dorschmachine bekneld te
geraken. Het been werd van het lichaam ge
rukt, terwijl het slachtoffer aan het andere
been ernstige kwetsuren opliep.
Na door een medicus te zijn verbonden werd
de ongelukkige naar het St. Elisabethgasthuis
te Arnhem vervoerd.
Hr. Ms. O. 20, onder bevel van den luitenant
ter zee lste klasse A. J. Bussemaker, heeft ter
voortzetting van de reis naar Nederlandsch-
De nieuwe gezant van Roemenië bij Barer
Majesteits Hof, Zijne Excellentie de heer N.
Dianu, heeft Zaterdagochtend zijn opwachting
gemaakt bij den minister van Buitenlandsche
Zaken.
In verband met. de van eenige zijden gestelde
vraag, in hoeverre dienstplichtige opvarenden
van onder Nederlandsche vlag varende koop
vaardijschepen gevolg moeten geven aan de mo
bilisatieoproeping, heeft de minister van Bin-
nenlandsche Zaken op verzoek van zijn ambtge
noot van Defensie het volgende ter kennis van
de burgemeesters gebracht:
Dienstplichtigen aan boord van Nederlandsche
koopvaardijschepen kunnen aan boord blijven,
totdat het schip in een Nederlandsche haven
binnenvalt, of tot het oogenblik dat het schip
m een buitenlandsche haven wordt opgelegd.
Dienstplichtigen, afkomstig van een in een
buitenlandsche haven opgelegd schip, moeten
naar Nederland komen om zich zoo spoedig
mogelijk bij hun korps te melden.
Dienstplichtigen aan boord van in een Neder
landsche haven binnenkomende schepen, die na
korten tijd weer zullen uitvaren, kunnen aan
boord blijven en behoeven zich niet te melden,
tenzij de inspecteur-generaal van de scheep
vaart geen verzoek om vrijstelling voor hen in
dient, inwelk geval zij onmiddellijk aan den
oproep gevolg moeten geven
Dienstplichtigen aan boord van in een Neder
landsche haven binnenkomende schepen, waar
van het niet in de bedoeling ligt, binnen korten
tijd uit te varen, melden zich dadelijk, nadat zij
zijn afgemonsterd.
De beperkende bepalingen, waaraan in het
algemeen het telegraafverkeer met het buiten
land en in sommige gevallen ook het radio-
telegraafverkeer met verschillende landen on
derworpen is, zijn nog steeds aan wijziging en
aanvulling onderhevig.
Aanbieders van telegrammen, bestemd voor
het buitenland, worden er daarom nogmaals op
gewezen, dat zij er goed aan zullen doen, vooraf
de noodige inlichtingen in te winnen aan de
p.T.T.-kantoren.
De voorzitter der Tweede Kamer zal in de
vergadering van Dinsdag 7 November voorstel
len, aan de lijst der reeds aan de orde zijnde
wetsontwerpen toe te voegen het wetsontwerp
tot vaststelling van hoofdstuk III der Rijksbe-
grooting voot 1940 (Buitenlandsche Zaken).
In een berijmd bijschrift bij een portret van
een achttiende-eeuwsch medicus staat de vol
gende heerlijke zin:
Zijn oneenzijdigheid doet hem geen
[laster vreezen.
Deze medicus was Johannes Daniel Schlich-
ting, geboortig uit Jever in Oldenburg; hij had
zich te Amsterdam gevestigd en daar een meer
dan gewone faam gewonnen. In de geschiedenis
der geneeskunde is zijn naam vooral verbonden
aan het Roonhuysiaansch geheim; hij heeft n.l.
medegewerkt om dit geheim (dat niets anders
was dan de verlostang) openbaar te maken. De
boeken, die hij schreef, getuigen niet van groote
bescheidenheid, en in 't bijzonder geeft hij zelf
luid op van zijn oneenzijdigheid: ik vermoed,
dat hij dit deed, omdat hij niet alleen de ge
neeskunde, maar ook de chirurgie kende.
Eenzijdigheid is iets, dat in alle soort be
schouwingen vaak voorkomt. Er zijn tijden, dat
de geheele wereld over bepaalde kwesties een
zijdig denkt. Wij zien dat bijv. op het gebied
van de economie, waar de een alle heil verwacht
van afschaffing van eigendom, de tweede van
vrijhandel, de derde van meer goud, de vierde
van de naastenliefde, de vijfde van een dicta
tuur, de zesde van de afschaffing der rente, de
zevende van de volkomen vrijheid enz, enz
Maar ook in de geneeskunde zijn er scholen
van eenzijdigheid: hoe dit te verklaren? Bij som
mige soorten eenzijdigheid is het zeer eenvou
dig: ik bedoel bij de kwakzalversmethoden, zoo
als die vooral in Amerika tieren: de osteopathen,
chiropraetors enz. beoogen daarmee in de eer
ste plaats hun voordeel; misschien komt het ook
voor, dat sommigen na eenigen tijd werkelijk
gelooven, wat zij zeggen. In de ernstiger genees
kunde ligt de zaak gewoonlijk als volgt: er wordt
een nieuwe soort stoffen of een tot dusver on
bekend systeem van organen, met een innige
betrekking tot het geheele organisme ontdekt.
Zoo heeft men in de laatste tijden ontdekt de
ziekmakende microben, bacteriën enz. Zonder
deze microben bleek een geweldige reeks ziekten
niet te kunnen bestaan. Tot deze ziekten behoo-
ren pest, cholera, buiktyphus, vlektyphus, me-
laatschheid, tuberculose, syphilis, gonorrhoea,
dysenterie (twee soorten), diphtherie, nek
kramp, alle etterende wonden, longontsteking,
ziekte van Weill, tropische slaapziekte, framboe-
sia, olifantsziekte, miltvuur, enz. enz.
Iets later werd in het lichaam de beteekenis
der endocrine klieren ontdekt: schildklier, bij
schildklier, hypophyse, bijnier, de geslachtsor
ganen; de stoffen die deze organen in het
lichaam zelve uitzenden bleken van een bijzon
der groote beteekenis te zijn voor de regeling
van den groei en de harmonie der gezondheid
in 't algemeen.
Nog iets later werden de vitaminen ontdekt:
stoffen, die in de voeding voorkomen in uiterst
geringe hoeveelheden, wier bestaan tot dusverre
niet bekend was en die met hun geringe hoeveel
heid een uiterst krachtige en noodzakelijke func
tie verrichten voor de instandhouding van het
menschelijk en ook het dierlijk lichaam; en in
het bijzonder maken, dat de verschillende or
ganen goed kunnen functionneeren.
Degenen nu, die bij deze ontdekkingen betrok
ken zijn, specialiseeren zich uiteraard op deze
gebieden van wetenschap: wil iemand b.v. de
vitaminen goed en degelijk bestudeeren, dan
moet iemand zich daaraan geheel wijden en niet
tegelijk een algemeene of specialistische prak
tijk uitoefenen; maar de prijs daarvoor is dat hij
gevaar loopt, het geheel uit het oog te verliezen.
De conclusies van vele dezer onderzoekers gin
gen dan ook alras veel te ver. Het meest bekend
in dit opzicht is von Behring, de groote man
van het diphtherie-serum; deze was er van over
tuigd, dat de oorzaak der infectieziekten uitslui
tend te zoeken was bij de microben: wanneer
iemand door één tuberkelbacil wordt aangetast,
zeide hij, krijgt hij tuberculose. Pasteur echter
was veel minder eenzijdig: hij zeide dat men
steeds in 't oog moest houden „le grain et le
terrain" het zaad en den bodem; ook had de
ervaring hem geleerd, dat proefdieren soms al
leen in bepaalde gevallen, b.v. na afkoeling, voor
een bepaalde infectie vatbaar zijn. Het is dus
niet alleen de microbe die de ziekte veroorzaakt,
maar de microbe moet ook een goeden voedings
bodem vinden. Wat de tuberculose betreft, kun
nen wij met groote waarschijnlijkheid aanwijzen,
wie voor deze ziekte het meest vatbaar zijn.
Er is ook een vitamine, dat specialen invloed
heeft op de onvatbaarheid voor infecties: zonder
een genoegzame hoeveelheid hiervan is de vat
baarheid bijzonder groot. Nu is inderdaad de
verleiding groot in het tegenovergestelde uiter
ste te vervallen, en te beweren, dat een ruime
voorziening met vitaminen de vrees voor de in
fectie onnoodig maakt.
Inderdaad bestaat er thans groot gevaar voor
eenzijdige beschouwingen en eenzijdige prak
tijken met betrekking tot de vitamine-voorzie
ning. Een der kundigste menschen op dit gebied,
en die ook een belangrijke functie vervult bij de
Rijksbemoeiing met de volksvoeding, schreef
kortgeleden, dat de voorziening met vitaminen
belangrijker was dan de voorziening met eiwit
ten, vetten en koolhydraten. Dit is ongeveer het
zelfde als wanneer men zegt, dat de spijkers en
schroeven belangrijker zijn voor den bouw van
een huis dan steenen en hout. Een architect, die
een goedkoop huis wil bouwen (en ook de volks
voeding moet goedkoop zijn), en dit beginsel in
de praktijk zou brengen, moet toch wel tot heel
vreemde bouwsels komen.
Bij de verzorging van kinderen heeft men
zich voor zulke eenzijdigheden te hoeden: men
kan niet volstaan met het kind vitaminen te
geven. Het moet ook eten en drinken, slapen
en spelen, in de lucht en in de zon; het moet ook
gestraft en geliefkoosd worden; het moet ook
goed gekleed worden en alle andere dingen meer,
die de ervaring der menschen heeft gevonden.
Daarom behoeft ons respect voor de geleerd
heid en vooral voor het enorme geduld dezer on
derzoekers niet minder te zijn; evenwel is de
wetenschap der vitaminen nog te jong, om op
haar juiste waarde geschat te worden; terwijl de
bacteriologie nu al weer zoo oud is, dat wij daar
over een gebalanceerd oordeel kunnen vormen.
Met de beteekenis der endocrine klieren is het
Iets beter gesteld, ons oordeel daarover is reeds
vaster dan dat over de beteekenis der vitaminen.
Een niet geringe rol speelt daarin de omstan
digheid, dat de meeste producten van endocrine
klieren, als zij opgegeten worden, hun werk
zaamheid verliezen. Alleen de schildklier-pre
paraten kunnen door den mond ingenomen wor
den, maar de andere moeten worden inge
spoten, zooals helaas ook het insuline, een ex
tract uit de alvleeschklier. Zij zijn daarom voor
massale toediening ongeschikt; bovendien be
leeft men met niets zooveel tegenslag als met
de productie van endocrine klieren.
De eenzijdigheid is volstrekt niet een eigen
schap van den modernen tijd; misschien was
zij nooit grooter dan in de achttiende eeuw, in
den tijd van de z.g. verlichting. In dien tijd had
men een uitermate groot vertrouwen op de rede
neering, en iedere geneeskundige, die een mooi
sluitende, duidelijke, heldere redeneering op
touw gezet had, vertrouwde daarmede alles te
kunnen verklaren. De vooruitgang in de medi
sche praktijk was in dien tijd dan ook zeker heel
gering.
De geneeskundige theorie en praktijk staat op
twee fundamenten: het eene is de ervaring, het
andere is het generaliseeren.
Deze dingen strijden met elkaar. Von Szent
Gyorgy, een Hongaarsche Nobelprijswinnaar, zag
dat doorgesneden aardappelen bruin werden en
dat ook lijders aan de ziekte van Addison bruin
worden. Hij generaliseerde en zeide, dat beide
verbruiningen uit soortgelijke oorzaken voor
kwamen. Hij had gelijk, ontdekte iets heel fraais
wat betreft de natuur van de ziekte van Addison,
werd beroemd en kreeg den Nobelprijs.
Een huidarts zal diverse menschen zien, die
bruin worden, de één door de zon, de ander
door Addisons ziekte, de derde door onzindelijk
heid, de vierde door een huidziekte, de vijfde door
een vergiftiging.Hij haalt het heele zaakje netjes
uit elkaar: hij steunt op de ervaring en hij gene
raliseert niet; hij wordt beroemd als een heel
knappe huidarts en terecht. Vooruitgang in de
geneeskunde is slechts mogelijk door overhaaste
conclusies; maar daarna moeten ervaring en
proefneming de zaak zeker stellen.
En tenslotte moet men de zaak begrijpen, want
zoolang men de zaak niet begrijpt, blijft er on
zekerheid. Dus eerst de ervaring, b.v. dit gaat
aan dat vooraf. Dan de overhaaste generalisatie:
dit gaat altijd aan dat vooraf. Dan de verifi
catie: wij zullen nu eens zien, of dit altijd aan
dat voorafgaat. En tenslotte het begrip: dit
gaat altijd aan dat vooraf, omdat dit dat ver
oorzaakt. Maar zoover zijn wij nog bijna nooit;
want daarvoor zou men de geheele natuur moe
ten kennen. De vader der geneeskunde, Hippo
crates, heeft dus nog gelijk met zijn eerste
aphorisme:
De kunst is lang, het leven kort, de proef
neming hachelijk, het geschikte tijdstip snel
voorbijgaand en het oordeel is moeilijk.
DR. TH. H. SCHL-ICHTING
VOOR DE LEZERS VAN DIT BLAD
1. HET HUWELIJK, (pl.m. 200 pag.), ingeleid door Dr.
A. W. Ausems (vrouwenarts), geeft op voortreffelijke
wijze alle gewenschte inlichtingen voor gehuwden en
verloofden en bevat niet minder allerlei wenken en raad
gevingen, waaruit volwassenen groot nut kunnen hebben
2. HET BOEK VOOR JONGE MOEDERS (pl.m. 200 pag),
door G. A. Ootmar, kinderarts, bevat practisch alles, wat
jonge vrouwen en moeders in haar eigen belang en dat
van haar kinderen dienen te weten.
Beide boeken, die
tezamen kostten
fC OC kunnen onze lezers thans
franco huis bekomen
indien zij dezen
bon inzenden met
bijsluiting van het bedrag in postzegels aan N.V. Boek
en Kunsthandel H. Nelissen, Prinsengracht 627, Amster
dam, Giro 60092, bij bestelling per postwissel of giro geen
bon inzenden, doch op het strookje vermelden „Lezer Ver.
Kath. Pers". Ook is elk boek afzonderlijk verkrijgbaar
a 1.25.
35
De directeur knikte:
„Alles en alles bij elkaar. Alleen in de slaap
kamers staan wekkers, en dan in elke slaap
kamer envergissingen zijn uitgesloten, er
zijn honderd drie en veertig wekkers, niet meer
en niet. minder, in het internaat!"
Pete stond gerustgesteld op, en stak haastig
zijn hand uit:
„Dan zal ik oogenblikkelijk gaan. Ik ben
hoogstwaarschijnlijk over een half uurtje terug;
als u dan alles beneden heeft, kunnen we de
transactie dadelijk afsluiten!"
De Mac Tavish, die den vermeenden Mae Do
nald, vertegenwoordiger van een philantropi-
sche fabriek van wekkers, de deur uitliet, was
een zeer tevreden en gelukkige Mac Tavish. en
toen de deur was dichtgevallen en Pete's wa
gentje wegzoemde, stond hij in het midden van
de hall en rekende uit: honderd drie cn veertig
maal een shilling, maakt..
Het bedrag, dat hij er uit kreeg, deed hem
in zijn zijn handen wrijven en als Pete niet het
stuur van zijn wagen in zijn bruine knuisten
had gehad, zou hij dat gebaar eveneens hebben
gemaakt. Nu bepaalde hij zich er toe, het gas
pedaal een beetje verder in te drukken dan de
veiligheid van het verkeer wel toeliet en de
eerste maten te fluiten van:
„Happy days are here again!"
Hij had nog slechts één probleem op te los
sen, het probleem, waar hij honderd en drie en
veertig wekkers zou kunnen krijgen van een en
hetzelfde merk. Maar hij voelde, dat iemand,
die een kwestie als deze zóóver tot een goed
einde had gebracht, ook de rest met succes be
kroond moest zien, en hij had gelijk.
Aan het einde van den Boulevard, waarover
hij reed op zoek naar een agent van politie, of
iemand, die er uitzag, of hij hem zeggen kon,
waar een groothandel in wekkers was, viel zijn
blik op een grooten winkel, met vier spiegel
ruiten en achter elk van de ruiten stonden
klokken, wekkers, horloges, en diverse soorten
van instrumenten, die het menschdom ervan
op de hoogte houden, hoever ze al van het tijd
stip van hun geboorte verwijderd zijn.
Hij stopte zijn wagen oogenblikkelijk tegen
den trottoirband en ging den winkel binnen.
Zijn vraag aan den bediende achter de toon
bank, of hem honderd drie en veertig wekkers
van hetzelfde merk konden worden geleverd,
deed dezen een oogenblik verstard staan, en het
duurde een aanmerkelijkcn tijd, voor hij vol
doende was bijgekomen, om te vragen:
„Tegen verkoopsprijs?"
Pete vertelde hem, dat hij het zeer op prijs
zou stellen, als hij het tegen inkoopsprijs wilde
doen, waarop de bediende haastig verzekerde,
dat dat niet ging, welke verzekering onmiddel
lijk werd gevolgd door Pete's verklaring, dat
hij dan genegen was, ze tegen verkoopsprijs
te nemen. Maar hij moest ze hebben, binnen
een kwartier.
De bediende verdween, en kwam even later
terug met een man, die blijkbaar een chef of
zooiets was. Deze hoorde Pete's wensch aan, en
toen ook hij zich hersteld had, bood hij Pete
een stoel aan en presenteerde hem een sigaar,
Pete weigerde de sigaar, en stak een sigaret
op.
„Komen die wekkers?" zei hij en keek op zijn
polshorloge. „Ik heb haast, zoodat ik ze binnen
een kwartier moet hebben, klaar om te worden
medegenomen."
De bedrijvigheid, die er in de volgende mi
nuten in den winkel ontstond, was de moeite
van het zien waard. Bedienden lieten hun klan
ten, die kwamen voor onbeteekenende klokken
of prullerige armbandhorloges, in den steek, en
vlogen van links naar rechts, van voor naar
achter den winkel door, om wekkers bij elkaar
te sleepen. Drie stapels verschenen er voor
Pete op den grond, van drie verschillende mer
ken, en het werd een wedstrijd, welke de hon
derd drie en veertig halen zou. Na vijf minu
ten viel er een stapel uit, die nog niet aan de
honderd was gekomen en Pete sloeg met groote
interesse het rijzen van de andere twee aan. De
middelste won 't. Die was aan de honderd drie
,en veertig, toen de ander juist even over de
honderd tien was, en het garen werd even plot
seling gestaakt, als het was begonnen. De be
dienden keerden, zich het voorhoofd wisschend,
terug naar hun plaatsen achter de toonbank,
zich bij de klanten verontschuldigend met de
boodschap, dat er een klant was, die in een
kwartier alle wekkers in het heele huis wilde
opkoopen.
De blikken van klanten en bedienden rustten
vol ontzag op Pete, en de beste klant, sinds de
oprichting van de zaak, werd door den chef
behandeld als een koning.
„Laat de wekkers in mijn wagen laden!" be
val Pete. „Hoeveel is het samen?"
De berekening was snel gemaakt, de wekkers
kostten twee shilling het stuk; dat was voor
honderd drie en veertig dus het bedragje van
van twee honderd zes en tachtig shilling. Pete
trok zijn portefeuille te voorschijn, John zege
nend, die hem, om op alles voorbereid te zijn.
voorzien had van fondsen. Hij had wel een
chèque kunnen uitschrijven op zijn eigen bank,
maar het stond zeer te bezien, of aan een der-
gelijken exentrieken klant met het volste ver
trouwen crediet zou worden verleend.
Dus telde hij het bedrag neer, veegde het
wisselgeld bij elkaar, keek op zijn horloge en
constateerde, dat er voor de geheele transactie
juist elf minuten noodig waren geweest.
Toen hij achter het stuur van zijn wagen
klom en wegreed, voorzichtig, want de wekkers
lagen hoog opgetast achter hem, stonden de
bedienden in een rij voor den winkel, de chef
aan het hoofd van den stoet, en de heele rij
boog als voor een koning.
Eerst toen durfde Pete te lachen, maar toen
deed hij het zóó luid en zóó grondig, dat een
politieagent, dien hij bij een verkeerssignaal
passeerde, hem achterdochtig aankeek, en zijn
hand naar het politiefluitje bracht, ongetwij
feld in de meening, dat er een waanzinnige In
dien wagen rondreed.
Maar Pete stoof ongestoord verder en toen
hij weer stopte voor Mac Tavish' Internaat voor
Jongeheeren, was hij drie minuten beneden het
halve uur gebleven.
De deur werd op zijn bellen door Mac Tavish
in hoogst eigen persoon geopend. De waardige
man leidde hem zijn kamer binnen; Pete bleef
op den drempel staan.
Midden in het vertrek, op het smettelooze
parket, lag een stapel wekkers, alle even groot
en even vuil, als twee droppels water gelijkend
op de wekkers, die hij buiten in den wagen
had. Allemachtig! De wekkers, die hij gekocht
had, waren van hetzelfde fabrikaat als die.
welke Mac Tavish in zijn internaat had gehad'.
Pete voelde, dat het langzamerhand te veel
werd, en hij vreesde elk oogenblik in zulk een
gelach te zullen uitbarsten, dat de stapels wek
kers ervan om zou vallen.
Doch de krakende stem van Mac Tavish
redde hem:
„Het zijn precies alle wekkers in het geheele
huis, ik ben erbij geweest, toen ze hier werden
bijeengebracht, en het zijn er honderd drie en
veertig
Fete had een gewaarwording, of hij zijn ge
heele leven het getal honderd drie en veertig
niet meer vergeten zou, maar hij antwoordde
rustig
„Dan lijkt het me het beste, dat de wekkers,
die ik buiten in den wagen heb, naar binnen
worden gebracht door het personeel, en zoo
snel mogelijk naar boven, terwijl wij hier onze
transactie besluiten; hoe minder ervan uitlekt
naar de leerlingen, hoe beter!"
Mac Tavish knikte, en drukte op een schel.
Een forsche knecht trad binnen.
„Voor de deur staat een auto met splinter
nieuwe wekkers!" deelde Pete hem mede, „mijn
heer Mac Tavish verlangt, dat ze zoo snel mo
gelijk naar de kamers boven worden vervoerd!"
De knecht boog en verdween en even later
kondigden drukke voetstappen, en nu en dan
gerinkel aan. dat de order werd uitgevoerd.
Pete maakte een korte berekening op den
achterkant van een enveloppe en telde het be
drag, het aantal wekkers maal een shilling, aan
Mac Tavish uit. Deze had het uittellen gevolgd
en veegde met een beweging van zijn arm het
geld in een lade, die hij opentrok.
„En nu!" zei Pete, die tot eiken prijs wilde
verhinderen, dat Mac Tavish iets van de nieu
we wekkers te zien kreeg, vóór hij goed en wel
met de oude buitengaats was, „laten we nu
even bespreken, wat we verwachten, dat u in
ruil voor ons zult doen!"
(Wordt vervolgd;