Het Britsche Imperium en de oorlog In een geheimzinnig GEZANTSCHAP BIJ HET VATICAAN Geen "innemen' tegen Baby's KOU Evenwicht tusschen eigen en algemeen belang Diplomatiek avontuur ter zee N"ZAKKEtfUË WAAS GEHULD BISSCHOPSJUBILEUM MGR. P. HOPMANS Buitenlandsch Overzicht J/Ciespafi» MAANDAG 6 NOVEMBER 1939 DUURTETOESLAG INGEVOERD Felle brand woedde te Sappemeer De schedel van Maarten van Rossum OPLETTENDHEID VAN EEN JONGEN Leidde tot aanhouding van twee meisjes Lijk aan boord van een schip gevonden Zeer druk bezochte receptie Mooie gift DE VERDWENEN 900 TE NIJMEGEN PAEDAGOGISCH WEEKEND De toestand aan de Oostgrens S.S. „BALOERAN" TE ROTTER DAM AANGEKOMEN Grafmonument Mgr. prof. dr. Jos. Schrijnen onthuld NAAR HET ENGELSCH Voor en na de luisterrijke kroning van Paus Pius XII, waarbij het Christelijke Nederland zich op één lijn stelde met b.v. de bolsjewistische Sovjet-Unie door te „schitteren" door officieele afwezigheid, hebben wij met grooten nadruk en bij herhaling gepleit voor het nationale belang van het herstel der Nederlands«he diplomatieke betrek kingen met den H. Stoel. Het heeft niet mogen baten. Wel werden er dienaangaan de vragen tot de regeering gericht, maar Colijn's antwoord stuurde alle vragers met een kluitje in het verwarde riet der parlementaire voorgeschiedenis van de afschaffing van het Nederlandsch ge zantschap bij het Vaticaan. Niemand bleek bereid of achtte het blijkbaar ge- wenscht de parlementaire kat de bel van een desbetreffend wetsvoorstel aan te binden. De regeering wilde geen initia tief nemen, omdat niet gebleken was, dat de meerderheid van de Kamer anders over een dergelijk gezantschap dacht dan toen het niet om zichzelf, maar om de coalitie te breken werd afgeschaft. En in de Kamer wilde blijkbaar niemand het bewijs leveren, dat de meerderheid der volksvertegenwoordiging thans wel dege lijk het nationale belang van een Neder- landschen vertegenwoordiger in het meest internationale en bovenpartijdige, gezag volle inlichtingen- en vredescentrum in ziet. Nu de oorlog is uitgebroken, springt' de enorme geestelijke en diplomatieke beteekenis van het voor recht en vrede werkende, de hoogste beginselen der menschheid verkondigende en verdedi gende Vaticaan waar ook de diplomaten der oorlogvoerenden elkander nog kun nen ontmoeten, nog sterker en overtui gender naar voren. In het maandblad der R.K. Staats partij herinnert de partijvoorzitter aan de motie, waarmee de Partijraad aer R.K. Staatspartij als het ware af scheid van deze kwestie nam. In deze motie betreurde de Partijraad ten zeerste het besluit van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, tengevolge waarvan de gelden voor het Nederlandsche Gezant schap bij den H. Stoel aan de Regeering zijn onthouden en sprak als zijn meening uit. dat dit besluit een ernstige bemoei lijking beteekent van de traditioneele internationale politiek, door de opeen volgende regeeringen van het land steeds geveerd, welke politiek gericht is op de bevordering van den vredeswil en de goede verstandhouding tusschen de vol keren. en waarbij derhalve een regel matig contact met een zoo sterke ideëele vredesmacht als de H. Stoel niet zonder schade kan worden gemist. Tenslotte sprak de Partijraad in deze motie de hoop uit, dét 'het Gezantschap bij den H. Stoel moge worden hersteld, niet zonder meer als resultaat van eenige binnenlandsche politieke constellatie, waarbij een wensch eener politieke partij bevrediging zou kunnen vinden, maar uit erkenning van de noodzakelijkheid van dit herstel voor het vredeswerk in de internationale politiek der Nederland sche Regeer in „Eens en voor goed," aldus vervolgt de partij-voorzitter, „hebben wij aan deze aangelegenheid alle partijkleur willen ontnemen. Naar onze wijze van zien moet men verblind zijn door een politieken of theologischen hartstocht om niet te er kennen, welk landsbelang er ligt in vertegenwoordiging bij een voornaam diplomatiek centrum. Liever geen inlich tingen, liever niet straks op de hoogte als grenzen worden getrokken bij vredes- tractaten, liever niet het voorbeeld vol gen van tal van landen, waaronder niet- katholieke, dan ook maar iets met den Paus uitstaande te hebben. Verder dan eemg ander vaderlander moeten en willen wij niet gaan, anders dan uit nationaal oogpunt er over schrijven willen wij niet." En hij besluit: „Wat er van onzen kant over deze teere kwestie geschreven is, mag genoeg heeten. Aan het geweten van andere partijen worde zij thans overgelaten. Men zou anders ons eigen partij-belang of kerkelijk be lang hier achter zoeken. Genoeg is het daarom, dat de aandacht is gevraagd. Bij de anderen ligt nu verder de verantwoor delijkheid. Bij ons de vrijheid uit deze affaire al weder te leeren." Wij kunnen deze overlatende gelaten heid van den Partijraad en den Partij voorzitter bewonderen noch deelen. Het is wel heel gemakkelijk om de behartiging van wat men een zaak van nationaal belang acht, die „met zoo goed als algeheele instemming van het Parlement thans wel haast buiten kijf tot stand kan komen", op de verantwoordelijkheid van andere partijen te schuiven en zelf werkeloos toe te zien om, als dat lands belang verwaarloosd blijft, te zeggen: „Zie je wel, zoo zijn ze nou. Dat lesje hebben wij weer geleerd." Indien het herstel van het l^ederlandsch Gèzant- schap bij het Vaticaan een nationaal belang is, en dat is het in dezen tijd méér dan ooit, dan dient de R.K. Staatspartij er een programmapunt van te maken. Aan de vrees, dat het dan door anderen als een eigen partij-belang of kerkelijk belang zou worden gezien en voorgesteld, mag o.i. niet worden toegegeven. Im mers, wanneer men aan die vrees toe geeft, zou men juist koren dragen naar den politieken molen van hen, die beweren, dat de Staatspartij slechts eigen partij belangen of kerkelijke belangen en geen nationale belangen in haar program opneemt en dient. Werkloosheidsbestrij ding gezinspolitiek, versterking van de weermacht, enz. werden toch óók niet als nationale belangen uit het partij program geschrapt uit vrees, dat zij als partij-hobbies of kerkelijke belangen zouden worden verdacht gemaakt? Waarom dan wel het nationale belang van een officieele Nederlandsche verte genwoordiging bij het Vaticaan? Als het wezenlijke nationale belangen geldt, be- hooren de R.K. Staatspartij en haar lei ding vóóraan in het eerste gelid te staan, onverschillig wat anderen denken, doen of nalaten. Dat is eenvoudig haar onaf wijsbare plicht en taak. Bestrijd ze door de 3-Minuten VapoRub - Massage Teveel innemen kan een kindermaag gauw van streek brengen. Om Baby's kou (of de Uwe) vlug en zeker te bestrijden, doe als volgt tegen bedtijd: (1) wrijf flink Vicks VapoRub op keel en borst; (2) wrijf het daarna ook op den rug; (3) ten slotte een dikke laag op de borst doen en met warm flanel bedekken. Geen wachttijd—Werkt direct Door deze massage begint VapoRub direct aoot de huid te werken als een pappleister. Gelijktijdig ontstaan door de lichaamswarmte de heilzame VapoRub-dampen, die 18 x per minuut naar de ontstoken luchtwegen van neus, keel en borst worden ingeademd. Door de urenlange dubbele werking verzacht VapoRub de prikkeling, lost het slijm op, vermindert het hoesten en maakt het ademen gemakkelijk. Opgelucht en zich pret tig voelend, valt Baby spoedig in een verkwik- kenden slaap en 's morgens is de ergste kou meestal voorbij. Verlaagde Prijs 90 ct Naar wij vernemen heeft de Machinefabriek L. Grothauzen te Venlo besloten een loonsver hooging van ruim 10 pet. als duurtetceslag voor het geheele personeel in te voeren. Twee maanden oorlog in net Wésten hebben nog weinig resultaat opgeleverd, al zijn in de laatste maand de posities in het Niemandsland tusschen de beide fortenlinies wat verschoven In plaats van de verovering van eenige Duitsche dorpjes door de Franschen in September, heb ben de Duitschers in October hier en daar een steunpunt op Fransch gebied kunnen vinden. Thans hebben de troepen hun winterkwartieren opgezocht en kan men dus redelijkerwijs ver wachten, dat het contact met den vijand nog geringer zal worden, te meer, daar ook de ver kenningen ter lucht door de weersomstandig heden sterk in omvang en aantal zijn afgeno men. Maar de voorbereiding, de mobilisatie achter het front, neemt steeds meer in omvang toe, het tempo der oorlogsmachine wordt in beide vij andelijke kampen steeds hooger opgevoerd en in Mars' werkplaatsen staan de vuren rood gloeiend. Doch in dit algemeene beeld van stilstand en voorbereiding zijn het de kleine gebeurtenissen, die de aandacht voor dezen oorlog nog weten te boeien. En het is vooral de oorlog ter zee, die voor de kleine verrassingen zorgt. Minder dan ooit is er een groote algemeene zeeslag te verwachten, maar de jacht op contrabande geeft nog voldoende aanleiding om goed zeemanschap of diplomatieke handigheid tot hun recht te laten komen. De avontuurlijke tocht van de „City of Flint" is geen buitengewone prestatie van zeemanschap, maar het schip heeft juist de algemeene aandacht tot zich weten te trek ken door het diplomatieke gekrakeel, dat het heeft doen ontbranden. Men kan zich afvragen, waarom de Duitsche bemanning een Noorsche haven bin nenvoer; is het op hoog bevel, om verdere diplo matieke moeilijkheden maar te omzeilen of zou de Duitsche kapitein werkelijk zoo weinig ver stand hebben gehad van het oorlogszeerecht, dat hij meende van de integriteit der neutrale ha vens te kunnen profiteeren? Uitgezonderd dergelijke interessante inciden ten, is men wel verplicht zijn aandacht te rich ten op de onderlinge verhoudingen en interne aangelegenheden der strijdende partijen. Wan neer men b.v. zijn aandacht op de Engelsche oorlogskracht vestigt, dan rekent men onwille keurig het geheele Britsche Empire als één ge lijk gerichte macht. Maar zoo eenvoudig is het in werkelijkheid niet. De opbouw van het Brit sche wereldrijk berust voornamelijk op een vrij willige samenwerking, n.l. wat betreft die ge bieden, die den Dominion-status bezitten. En de Dominions hebben niet direct een gelijke houding tegenover den EngelsenDuitschen oorlog aangenomen; Het nabijë Ierland b.v. heeft zich direct neutraal verklaard in het conflict. De jonge vrijstaat is economisch wel zoo afhankelijk van het Vereenigd Koninkrijk, dat deze neutraliteit vanzelfsprekend voor de geallieerden welwillend is. Bovendien heeft het lot van het katholieke Polen het oordeel van den katholieken Ier over dezen oorlog stelk be- invloed. Maar toch strijdt geen Ier in de Britsche gelederen mede, tenzij hij gedurende een groot aantal jaren in Engeland woont. Doch dit ge schiedt dan op grond van een modus, die moest worden gevonden, om juist in dit geval een practische grens te kunnen trekken, wie Ier was en wie als Engelsen onderdaan zou worden beschouwd. De overige Dominions hebben partij getrok ken voor het EngelschFransche standpunt en zijn mede ten strijde getrokken. Voor het twee talige Canada was het geen moeilijke keus, nu Frankrijk en Engeland weer bondgenooten zijn. De FranschCanadeezen hebben geen inner- lijken strijd gehad tusschen hun sympathie of hun plichtsgevoel. Anders is dit geweest in "het andere tweetalige Dominion, de Unie van Zuid- Afrika. Al heeft de meerderheid besloten, om met Engeland den oorlog in te gaan, toch meen de de oorspronkelijke regeering-Hertzog met een welwillende neutrale houding tegenover Engeland te kunnen volstaan. De strijd tusschen Hertzog en den nieuwen regeeringsleider Smuts is nog niet geëindigd, en het is begrijpelijk, dat de Duitsche propaganda deze tegenstelling hoopt te kunnen aanwakkeren. Maar men mag aan het onderscheid in standpunt der beide Afri kaner prominenten geen grooter verschil dan dat in tactiek zien. Hertzog meent met een econo misch pro-Engelsche houding te kunnen vol staan; Smuts is van oordeel dat dit politieke consequenties eischt en de meerderheid is het met hem eens. Ter rechtvaardiging van Hert- zog's houding kan er nog op gewezen worden, dat hij het is, die de pro-Duitsche propaganda in het voormalig Duitsch Zuid-Oost-Afrika zeer grondig en hardhandig heeft aangepakt en tegengewerkt. Over Australië's medewerking is geen kwestie ontstaan, maai' in het Britsch-Indische keizerrijk: is over de practische deelname aan den oorlog een geschil ontstaan, dat nog niet isopgelost. ^Ook Britsch-Indië zou graag een Dominion met volledig zelfbestuur Willen worden. De meer derheid van het Congres, dat is de partij van Gandhi, die alle kaste-Hindoes omvat, heeft de vervulling van dezen wensch als eisch gesteld voor de deelname aan den oorlog aan Engel sche zijde. Maar het Britsche opperbestuur wil eerst het bewijs hebben, dat de politieke scho ling der volksleiders zoodanig is, dat zij rijp zijn voor zelfbestuur. In principe is Engeland er niet tegen om aan den wensch van Gandhi te gemoet te komen, maar het wil hierbij eerst een tusschenstadium bewandelen, door direct een adviseerenden raad van inlandsche leiders aar. den Onderkoning toe te voegen, om pas later, na den oorlog, over den Dominion-status te spreken. Engeland voelt zich ook verantwoor delijk voor de minderheid der Mohammedanen, der Britsch-Indische vorsten en hun aanhan gers, der paria's enz., een minderheid, die grooter is dan het geheele Duitsche volk, en meer dan honderd millioen menschen om vat. Engeland eischt van de meerderheid eerst het bewijs, dat zelfbestuur niet ontaardt in onderdrukking der minderheid, dat politieke meeningsverschillen geen aantasting van het principe van de gelijkheid van allen voor den staat zullen veroorzaken. Het is het probleem, waar iédere koloniale mogendheid mee te maken heeft, n.l. de vraag, wanneer een volk tot zelfbestuur in staat is. Over de eigenlijke doeleinden van den oorlog en het partijkiezen in den strijd schijnt tus schen de inlandsche leiders geen verschil var. meening te bestaan, maar het is voor de na tionalisten een kans om zooveel mogelijk politiek voordeel ter vervulling van hun wenscnen in de wacht te sleepen. Zoolang de kwestie zoo gesteld blijft en Duitsche propaganda geen vat krijgt op de Britsch-Indische leiders, kan men de geheele zaak meer als een misverstand be schouwen over Engelands koloniale bestuurs- opvattingen. Vannacht heeft te Sappemeer een felle brand gewoed. Voorbijgangers bemerkten dat brand was ontstaan in de kapperszaak van den heer Anderbeek, gelegen aan de Slochterstraat. Het vuur greep snel om zich heen, zoodat de bewo ners, nadat zij gewaarschuwd waren, niets meer konden redden. Ook de bewoners van het aan grenzende perceel, de heer Spieker en familie, moesten uit hun huis vluchten en alles achter laten. De beide woningen brandden geheel uit. Niets kon worden gered. De oorzaak van den brand is vermoedelijk te zoeken in den schoorsteen. Verzekering dekt de schade. De bewoners van beide huizen werden in den nacht bij buren opgenomen. Naar wij vernemen is het gemeentebestuur van Arnhem in het bezit gekomen van den schedel van Maarten van Rossum. De schedel berust voorloopig in handen van den burgemeester, die naar een geschikte plaats in het Duivelshuis zoekt om daar den sche del in te metselen. Een veertienjarige jongen te Den Helder, die Zaterdagavond om 7 uur naar de politieberich ten geluisterd had, zag om half acht in de Spoorstraat aldaar twee meisjes in de bioscoop binnengaan, wier signalement wonderwel klop te met dat van twee veertienjarige meisjes uit Amsterdam, wier opsporing werd verzocht. De jongen stelde de politie van zijn bevinding op de hoogte, die bij het uitgaan van de bioscoop de meisjes aanhield en tot de ontdekking kwam dat het inderdaad de twee gezochte meisjes waren. Terstond werden hun ouders hiermede in kennis gesteld; den volgenden morgen zijn de meisjes op transport gesteld naar Amster dam. Vanochtend zeven uur heeft de brugwachter aan de Steentilbrug te Groningen aan boord van de motorboot „Alida", kapitein G. Mar tens, het lijk gevonden van een man. Het li chaam lag met beide beenen buiten boord. Het hoofd vertoonde een diepe wonde. De politie-dokter, die onmiddellijk gewaar schuwd was, kon slechts den dood constatee- ren. De recherche stelt een onderzoek in. Bij gelegenheid van zijn zilveren bisschops jubileum en gouden priesterfeest heeft Z H. Exc. Mgr. P. Hopmans zijn diocesanen en overigen belang-tellenden Zondag de gelegenheid ge boden hem hun gelukwenschen aan te oieden. Door een comité van bewoners van de Vee markt, waar zich het bisschoppelijk paleis be vindt, was een eenvoudige versiering aange bracht op het kleine plein, waar gedurende en kele uren de auto's af en aanreden om de tal- looze belangstellenden ten paleize te voeren. Onder deze bevonden zich afgevaardigden van alle Katholieke organisaties van het bisdom, terwijl ook vele andersdenkenden den bisschop hun hulde kwamen brengen. Onder de vele auto riteiten, die wij ter receptie opmerkten, bevon den zien Mgr. J. van Oers, vicaris-generaal van het bisdom, Mgr. C. van Gils, president van het groot-seminarie Hoeven, Mgr. P. Sweere, regent van het klein-seminarie Ypeiaer, de recto', van de Katholieke Universiteit van Nijmegen, prof. dr. Kreling O.P. en den secretaris prof. dr. Cornelissen, prof. dr. Alf. Mulders en prof van Wely, professoren aan deze universiteit kolo nel Mgr. Noordman, hoofdaalmoezenier bij het veldleger, de secretaris van de St. Rauboud- stichting, mr. de Jong, de abt van het Trappis tenklooster Dom Nivardus Muis, de hoogeerw. Paters Provinciaal der Capucijnen, Paters van het Goddelijk Woord, Priesters van het H. Hart, Congregatie der H.H, Harten te Ginneken, van de Congregatie van Broeders van O. L. Vrouw te Dongen, van de Broederscongregatie van Huy- bergen. Onder de wereldlijke autoriteiten ver melden wij allereerst den burgemeester van Breda, den heer B. W. Th. van Slobbe en den gemeente secretaris mr. Ph. van Woensel, alsmede d? wet houders mr. A. A. M Struycken, mr. E. L. H. M. van Mierlo en J. Kroone. Burgemeester van Slobbe bracht Z. H. Exc. de hulde van ae be volking der stad over en deelde mede dat Z. H. Exc. de eere-medaille der stad voor verdienste lijke burgers -was toegekend, waarna de onder scheiding aan Mgr. werd overhandigd. Verder waren ter receptie aanwezig de burgemeesters mr. Claudius Prinsen van Roosendaal, mr. jhr. Th. Serraris van Ginneken en Ridder de van der Schueren van Oosterhout, de Commissaris der Koningin in Noord-Brabant jhr. mr. A. B. G. M. van Rijckevorsel, de gouverneur van de Koninklijke Militaire Afcademie luit.-generaal Baron van La wiek, de president der Arrondis sementsrechtbank te Breda mr. Sasse van Ysselt, de commandant der Koninklijke Marechaussee kapitein de Kroon, de waarnemend commissaris van politie te Breda de heer F. van Mansleld, de leden van Ged. Staten van Noord-Braoant met den griffier Vincent Cleerdin. Tevens waren alle kanunniken en pastoors alsmede „alrijke geestelijken ter receptie aanwezig. Op uitdruk kelijk verlangen van den bisschop werden geen geschenken overhandigd doch slechts giften onder couvert. Er waren talrijke bloemstukken. Het Comité V. O. G. maakt met groote er kentelijkheid melding van een gift van 1000 gulden, welke werd geschonken door de firma C. en A. Brenninkmeyer. De Nfjmeegsche politie is nog druk bezig met het uitzoeken van het verdachte geval van het verdwijnen van f 900,—, welk bedrag een Nij- meegsche wissellooper is kwijtgeraakt, toen hij op straat flauw viel. Dit feit heeft zich voor gedaan in het. hartje van de stad, n.l. in de Staringstraat, nabij het hoofdpostkantoor en op klaarlichten dag. De man, die geld ophaal de voor de Nfjmeegsche Radio Centrale bij de honderden abonné's, die verspreid* zijn over de geheele stad, had zijn geld geborgen in 'n por tefeuille en in een geldzak. Toen de man na zijn val op straat werd opgenomen en een na- bijzijnde woning werd binnengedragen en kort daarop naar het St. Canisius Ziekenhuis werd overgebracht, miste men de portefeuille met geld, terwijl in een der zakken de beurs met zilvergeld nog werd teruggevonden. De directie van de Nijmeegsche Radio Cen trale heeft zich onmiddellijk in verbinding ge steld met de Nijmeegsche politie, die terstond met een uitvoerig onderzoek is begonnen. In den loop van de laatste twee dagen zijn tal van getuigen gehoord, maar men heeft nog geen licht in deze eigenaardige zaak kunnen ont steken. Er heeft zich ook nog geen eerlijke vinder op het politiebureau gemeld. De wissel looper verbleef Zondagavond nog altijd in het St. Canisius Ziekenhuis en zijn toestand was sinds Vrijdagavond aanmerkelijk verbeterd. Of hier simulatie in het spel is, of een brutale roofoverval, is nog niet uitgemaakt. De wissel looper, die al geruimen tijd in dienst is van de Nijmeegsche Radio Centrale, stond daar goed bekend en heeft nimmer aanleiding tot eenigerlei verdenking gegeven. In de Centrale voor Katholieke Actie te Scheveningen, zal dit jaar, evenals vorige ja ren, wederom een Paedagogisch Weekend ge houden worden voor de Eerwaarde Zusters cn leeken-onderwijzeressen der scholen, die de Kruiskindermethode hebben ingevoerd. Deze Weekends, die door het Kruiskinder- departement van de Vrouwelijke Jeugdbewe ging voor Katholieke Actie worden georgani seerd, hebben tot doel, het bespreken van de lichtlijnen voor het komende jaar. Dit Weekend zal plaats hebben op 11 en 12 Nov. as. Men schrijft ons van de Oostgrens: De geruchten betreffende de bezetting van de grens door Duitsche troepen blijven voortdu rend aanhouden. Deze behoeven evenwel geen reden tot ongerustheid te geven, wijl het hier betreft het dirigeeren van manschappen, die van het oostelijk front komen, naar de ver schillende grensplaatsen en daar voorloopig in garnizoen blijven in afwachting van nadere bestemming. In de afgeloopen dagen zijn er in het grensgebied voortdurend waarnemingen ge daan, welke wezen op ontploffingen of op schieten met zwaar geschut. Hetzelfde feit werd waargenomen in den vorigen wereldoor log, toen in de omgeving van het Reichswald tusschen de grens en Kleef geregeld schietoefe ningen werden gehouden. Thans vernamen wij, dat de Duitsche genie in de grenszone zware boomen rooit, waarvan het hout gedeeltelijk zou bestemd zijn voor uitvoer naar Nederland, ten einde meer deviezen binnen te krijgen. Ook vernamen wij, dat het binnenkort zou geoor loofd zijn, geldzendingen uit Nederland naar Duitschland over te maken naar bloedverwan ten, die van Holland uit gesteund zouden kun nen -worden. De Mark zou hierbij geraamd wor den op 20 cent. Het zenden van Liebesgaben tegen St. Nicolaas en Kerstmis is nu reeds be gonnen. De smokkelhandel van Holland naar Duitschland staat vrijwel stil wegens gebrek aan geschikte uitvoerartikelen en tevens aan deviezen. De grens van Hollandsche zijde blijft dan ook potdicht. Achteraf vernamen wij, dat er nog wel eau- de-cologne van Duitschland naar Nederland gesmokkeld wordt, waarbij prijzen gemaakt werden van 3 tot 5 gulden per liter. In weer wil van tegenspraak, dat er geen Nederland sche arbeiders meer naar Duitschland zouden trekken om daar werkzaam gesteld te worden in den landbouw en in de nijverheid, kunnen wij thans met zekerheid mededeelen, dat er nog voortdurend door bemiddeling van de officieele arbeidsbeurzen in het Geldersche grensgebied arbeiders naar Duitschland trekken. Zelfs de zgn. „grensloopers", die op gezette tijden tel kens weer thuiskomen, bleven daar aan den slag. Vele arbeiders uit ons land zijn thans werkzaam op de Hermann Göringwerken te Brunswijk in Hannover en verdienen daar heel goede loonen, waarvan zij 2/3 in Nederlandsche munt per clearing kunnen uitvoeren. 1/3 deel ontvangen zij in Duitsche pasmunt. In den landbouw zijn nog arbeiders, die met hun ge zinnen over de grens gingen, werkzaam. De goede landarbeiders verdienen daar met kost en inwoning 40 tot 70 Mark per maand. Het pas- seeren van de grens, mits zij aangesteld zijn door bemiddeling van officieel erkende arbeids beurzen. wordt den arbeiders zeer vergemakke lijkt. Velen krijgen zelfs een kosteloos visnm en kunnen als zij in het 'grensgebied verblijven op een eenvoudige Bescheinigung van Nederland naar Duitschland trekken. Zoo is het verkeer in het grensgebied van Nederlandsche arbeids krachten nog steeds in vollen gang. Zondagavond om kwart over acht is de „Baloeran" van den Rotterdamschen Lloyd te Rotterdam aangekomen. Het schip is op 13 September van Batavia vertrokken via Kaap stad en Lissabon. 1 October kwam de „Baloe ran" te Kaapstad aan, waar de paravanes van de „Dempo" werden overgenomen. Op 18 October arriveerde het schip in de Downs. Vandaar werd het op- 20 October naar Londen gedirigeerd, waar een deel der lading, uit Indi sche producten bestaande, moest worden gelost. Direct bij aankomst in Londen zijn de passa giers per Batavierlijn naar Nederland doorge reisd. Zaterdagavond kreeg de „Baloeran" ver lof van Londen te vertrekken, Zondagmorgen vroeg werd de thuisreis aanvaard. Zaterdagmiddag is op het R. K. kerkhof te Venlo een monument, dat is opgericht op het graf van mgr. prof. dr. Jos. Schrijnen, hoog leeraar van de R. K. Universiteit te Nijmegen, plechtig onthuld. Het grafmonument werd vervaardigd door den beeldhouwer Peter Roovers, die zich geïnspireerd heeft op de oud christelijke kunst, waaruit hij de motieven voor de versiering van het monument overnam. De plechtigheid der onthulling werd verricht door den voorzitter van het comité, prof. dr. K. L. Bellon, hoogleeraar aan de R. K. Uni versiteit te Nijmegen die 's morgens in de St. Martinuskerk een plechtige Hoogmis had opgedragen voor de zielerust van den over ledene in tegenwoordigheid van vele autori teiten. Teleurgesteld sprak Zelma: „Maar dan bent u 't in het geheel niet Dan is het maar Lady Leigh, die niet eens naar ons kijkt, of met ons praat en lacht. U is dan teruggegaan naar het Feeënland. Lieten ze u maar wat langer hier blijven! Ik geloof, dat uw petemoei een heel booze, oudeVerder ging Zelma niet, want ze voelde, dat ze nu misschien iets heel onaardigs of onbeleefds ging zeggen. Daarom haastte ze zich, om er bij te voegen: „In ieder geval vind ik het niet mooi van haar dat ze u maar zoo kort hier laat. Maar ik denk dat .dit komt omdat ze zooveel van u houdt ze zal u graag bij zich houden!" Dit zeggende sloeg het kind beide armpjes om -ie Fop" heen in een onstuimige omhel zing. Kolonei Egren.un, auitct met langer te blij ven; geruischloos keerde hij terug, niet weinig verbaasd over hetgeen hij gezien en gehoord had. Met eenige moeite vond hij den weg terug; het geluid van het stemmen der violen in de balzaal was voor hem een goede aanwijzing. Een van de karaktertrekken van Lady Leigh die hij het meest veroordeeld had, was haar totale onverschilligheid, haar onvriendelijk-' heid bijna, voor de lieve kinderen van hun gastvrouw, bij de enkele gelegenheden, dat die zich beneden vertoonen mochten. Hy hield er nog ouderwetsche begrippen op na en daartoe hoorde ook, dat de liefde voor kinderen een vrouw moest aangeboren zfln. Een jong meisje kon men onverschilligheid in dit opzicht nog vergeven, maar een getrouwde vrouw, die ééns zelf moeder was geweest, moest zich onweerstaanbaar tof kinderen aangetrok ken voelen. Maar hoe stond Lady Leigh nu tegenovei hem?.... Zooals hij haar daar had gadegesla gen. hield ze heel veel van de kinderen. Er was wel geheimzinnigheid en romance in dat bezoek aan de kinderkamer! Waarom zou zij eigenlijk haar natuurlijke genegenheid willen verbergen? Waarom moest zy tersluiks de kinderen bezoeken en bij ande re gelegenheden zich houden, alsof ze niets voor hen voelde. Wat had zij er toch mee voor om juist haai beste en aantrekkelijkste eigenschappen verbor gen te houden? Kolonel Egremont, die vóór alles een prac risch mensch was, en er niet in hield losse veronderstellingen te maken, kon geen ant woord vinden op die vragen. Maar zyn nieuws gierigheid was eenmaal gewekt en zyn belang stelling in Lady Leigh, die sinds de eerste ken nismaking aanmerkelijk afgenomen was, had nu weer een nieuwen prikkel gekregen. Hij danste even met de gastvrouw, maar zij moest al heel gauw weer de honneurs waarne men zoodat hij dien eersten wals niet uit maakte. Ofschoon hy telkens naar de deur had geke ken, had hy Lady Leigh toch niet zien binnen komen: wel zag hy haar even later in een een zaam hoekje in een ruime oranjerie zitten. Terwyi hy zich hield, alsof de bewondering voor de bloemen hem slechts aantrok, kwam hij vanzelf bij het plekje, waar zij zat. Hij had een takje stefanotis afgeplukt en bood haar dat nu aan. „Ik geloof, dat u altyd witte bloemen draagt Lady Leigh. Heeft u nog plaats voor dit takje?" Zij nam de bloem van hem aan en hield ze in de hand, terwijl zij met hem praatte; de ko lonel had naast haar plaats genomen en was zeker van plan, voor vanavond te trachten be slag op haar te leggen. „U gunt mij toch wel den volgenden wals, als u dien niet bezet heeft. Lady Leigh?" „Ik dans nooit meer." „Ik ook niet; tenminste maar heel zelden. Maar Mrs Rossiter heeft duideiyk te kennen gegeven dat zij geen muurbloemen wil zien En u weet zij is gewoon, dat wy haar ge hoorzamen." „Toch gebeurt dit niet altyd." „Ik kan nu niet zeggen, dat gehoorzamen al tijd zoo'n zware taak is! Maar u heeft ze dus toch nog niet tot haar slavin gemaakt?" „Neen." „Hoe komt dat eigeniyk?" „Misschien omdat ik te goed weet, waar sla- vemy toe leidt." „Lady Leigh, ik ga morgen weg; misschien dat wy elkaar nooit meer ontmoeten. Zoudt q my dus vanavond niet het genoegen van een wals willen doen?" „Ik wil wel met u dansen, als u er op gesteld is; maar ik waarschuw u van te voren, dat ik in geen drie jaren de kunst beoefend heb." „Zoo staat het met my ook, maar toch ver lang ik er naar." De bekoring, die de jonge weduwe dien eer sten avond al voor hem had gehad, deed zich nu in nog sterkere mate gevoelen. Hij kon de oogen niet afhouden van het koude, bleeke ge laat, dat zoo sarcastisch kon kijken. Telkens dacht hy er aan, hoe datzelfde ge laat gebogen had gestaan over 't slapende kind en hij hoorde weer die zachte, lieflijke stem, waarmee zij de kleinen had toegesproken. Hij ging zich hoe langer hoe meer verwonderen over het raadsel, dat deze vrouw was, en hij verlangde het geheim van de schaduw, die over haar leven hing, op te lossen. Zoodra ze zich in de balzaal vertoonden, volgde Mrs. Rossiter hen met den blik en hun houding scheen haar groote voldoening te schenken. Ze dansten eenigen tijd zwijgend voort, maar toen kleedde kolonel Egremont langzamerhand het gesprek zoo in, dat hy heel makkeiyk de vraag kon laten volgen: „En houdt u van kinderen?" „Neen, ik verafschuw ze." „Zonder uitzondering?" „Ja, zonder uitzondering". „Hoe komt dat, als ik vragen mag?" „Wel, zij zijn zoo weinig belangwekkend." „Het drietal van Mrs. Rossiter lükt my toch anders heel aantrekkelijk." „O ja? Het kan wel zijn, maar ik vind ze allemaal hetzelfde." „Neen. dat kan ik niet met u eens zijn. Ik vind de Rossiterstjes byzonder aardige kinde ren." „Ik geloof, dat ik in dit opzicht moeiiyker te voldoen ben dan anderen. En ik geloof ook, dat heeren, en vooral ongetrouwde heeren zooals u, meer van kinderen houden, omdat ze er niet de lasten van kennen. Wij, die er meer van weten, zijn er minder enthousiast over!" Een oplettend toeschouwer, zou gemerkt heb ben, dat kolonel Egremont even opschrikte bij dat gezegde: „ongetrouwde heeren zooals u," maar hij zei niets en ze voegden zich weer by de dansende paren. Mrs. Rossiter genoot van de oogenblikken, waarin ze die twee gadesloeg, want ze meende, dat ze al aardig de door haar verlangde rich ting uitgingen. Lady Leigh danste met niemand anders dan met den kolonel, maar ze was immers ook niet populair in dezen vriendenkring. Dien avond volgde Mrs. Rossiter haar naar haar kamer en bleef nog een oogenblik by haar zitten, terwyi zy het zware haar uitborstelde. „Moet Je waarlijk morgen vertrekken, Clari ce? 't Is maar zoo'n armzalig, kort bezoekje ge weest! Ik had je zoo graag op z'n minst een maand by my gehouden." „Ja, ik moet gaan. Moeder geeft een paar diners en dan heeft ze my graag thuis. Ik heb je immers van te voren al gezegd, dat ik vol strekt niet wist, hoe lang ik zou kunnen biy- ven?" „Ja, dat is zoo; maar ik had in ieder geval toch wel gehoopt dat het wat langer zou wor den dan drie dagen. Ik vrees, dat je het erg saai hebt gehad." „Ik ben altijd graag hier; dat weet je wel. Helen." „Heel lief van je, om dat te zeggen, want ik vrees, dat je het waariyk saaier hebt gehad dan anders: Ik was niet zoo gelukkig, om de ge schikte menschen by elkaar te krqgen. Een volgenden keer beter, zullen we maar zeggen!" Clarice glimlachte: „Wie zijn de geschikte menschen dan?" „Wel, menschen, die wat makkeiyker in de conversatie zyn dan bij voorbeeld die saaie ko lonel Egremont! Ik was erg teleurgesteld in hem." „Is hij dan saaier dan anderen?" „Vindt je dan van niet?" „Neen. dat kan ik niet zeggen. Maar !k vind 'le mannen hetzelfde, zie je." Mrs. Rossiter sloeg haar vriendin een oogen blik seherp gade. maar ze kon niets wijzer wor den uit dat bleeke, strakke gelaat. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 2