Het Britsche Imperium en de
oorlog
In een geheimzinnig
GEZANTSCHAP BIJ HET VATICAAN
Geen "innemen'
tegen Baby's
KOU
Evenwicht tusschen
eigen en algemeen
belang
Diplomatiek avontuur
ter zee
N"ZAKKEtfUË
WAAS GEHULD
BISSCHOPSJUBILEUM
MGR. P. HOPMANS
Buitenlandsch Overzicht
J/Ciespafi»
MAANDAG 6 NOVEMBER 1939
DUURTETOESLAG
INGEVOERD
Felle brand woedde
te Sappemeer
De schedel van Maarten
van Rossum
OPLETTENDHEID VAN EEN
JONGEN
Leidde tot aanhouding van
twee meisjes
Lijk aan boord van een schip
gevonden
Zeer druk bezochte receptie
Mooie gift
DE VERDWENEN 900
TE NIJMEGEN
PAEDAGOGISCH WEEKEND
De toestand aan de
Oostgrens
S.S. „BALOERAN" TE ROTTER
DAM AANGEKOMEN
Grafmonument Mgr. prof. dr.
Jos. Schrijnen onthuld
NAAR HET ENGELSCH
Voor en na de luisterrijke kroning
van Paus Pius XII, waarbij het
Christelijke Nederland zich op één
lijn stelde met b.v. de bolsjewistische
Sovjet-Unie door te „schitteren" door
officieele afwezigheid, hebben wij met
grooten nadruk en bij herhaling gepleit
voor het nationale belang van het herstel
der Nederlands«he diplomatieke betrek
kingen met den H. Stoel. Het heeft niet
mogen baten. Wel werden er dienaangaan
de vragen tot de regeering gericht, maar
Colijn's antwoord stuurde alle vragers
met een kluitje in het verwarde riet der
parlementaire voorgeschiedenis van de
afschaffing van het Nederlandsch ge
zantschap bij het Vaticaan. Niemand
bleek bereid of achtte het blijkbaar ge-
wenscht de parlementaire kat de bel
van een desbetreffend wetsvoorstel aan
te binden. De regeering wilde geen initia
tief nemen, omdat niet gebleken was, dat
de meerderheid van de Kamer anders
over een dergelijk gezantschap dacht dan
toen het niet om zichzelf, maar om de
coalitie te breken werd afgeschaft. En in
de Kamer wilde blijkbaar niemand het
bewijs leveren, dat de meerderheid der
volksvertegenwoordiging thans wel dege
lijk het nationale belang van een Neder-
landschen vertegenwoordiger in het meest
internationale en bovenpartijdige, gezag
volle inlichtingen- en vredescentrum in
ziet. Nu de oorlog is uitgebroken, springt'
de enorme geestelijke en diplomatieke
beteekenis van het voor recht en vrede
werkende, de hoogste beginselen der
menschheid verkondigende en verdedi
gende Vaticaan waar ook de diplomaten
der oorlogvoerenden elkander nog kun
nen ontmoeten, nog sterker en overtui
gender naar voren.
In het maandblad der R.K. Staats
partij herinnert de partijvoorzitter
aan de motie, waarmee de Partijraad
aer R.K. Staatspartij als het ware af
scheid van deze kwestie nam. In deze
motie betreurde de Partijraad ten zeerste
het besluit van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal, tengevolge waarvan de
gelden voor het Nederlandsche Gezant
schap bij den H. Stoel aan de Regeering
zijn onthouden en sprak als zijn meening
uit. dat dit besluit een ernstige bemoei
lijking beteekent van de traditioneele
internationale politiek, door de opeen
volgende regeeringen van het land steeds
geveerd, welke politiek gericht is op de
bevordering van den vredeswil en de
goede verstandhouding tusschen de vol
keren. en waarbij derhalve een regel
matig contact met een zoo sterke ideëele
vredesmacht als de H. Stoel niet zonder
schade kan worden gemist. Tenslotte
sprak de Partijraad in deze motie de
hoop uit, dét 'het Gezantschap bij den
H. Stoel moge worden hersteld, niet
zonder meer als resultaat van eenige
binnenlandsche politieke constellatie,
waarbij een wensch eener politieke partij
bevrediging zou kunnen vinden, maar uit
erkenning van de noodzakelijkheid van
dit herstel voor het vredeswerk in de
internationale politiek der Nederland
sche Regeer in
„Eens en voor goed," aldus vervolgt de
partij-voorzitter, „hebben wij aan deze
aangelegenheid alle partijkleur willen
ontnemen. Naar onze wijze van zien moet
men verblind zijn door een politieken of
theologischen hartstocht om niet te er
kennen, welk landsbelang er ligt in
vertegenwoordiging bij een voornaam
diplomatiek centrum. Liever geen inlich
tingen, liever niet straks op de hoogte
als grenzen worden getrokken bij vredes-
tractaten, liever niet het voorbeeld vol
gen van tal van landen, waaronder niet-
katholieke, dan ook maar iets met den
Paus uitstaande te hebben. Verder dan
eemg ander vaderlander moeten en
willen wij niet gaan, anders dan uit
nationaal oogpunt er over schrijven
willen wij niet." En hij besluit: „Wat er
van onzen kant over deze teere kwestie
geschreven is, mag genoeg heeten. Aan
het geweten van andere partijen worde
zij thans overgelaten. Men zou anders
ons eigen partij-belang of kerkelijk be
lang hier achter zoeken. Genoeg is het
daarom, dat de aandacht is gevraagd. Bij
de anderen ligt nu verder de verantwoor
delijkheid. Bij ons de vrijheid uit deze
affaire al weder te leeren."
Wij kunnen deze overlatende gelaten
heid van den Partijraad en den Partij
voorzitter bewonderen noch deelen. Het
is wel heel gemakkelijk om de behartiging
van wat men een zaak van nationaal
belang acht, die „met zoo goed als
algeheele instemming van het Parlement
thans wel haast buiten kijf tot stand
kan komen", op de verantwoordelijkheid
van andere partijen te schuiven en zelf
werkeloos toe te zien om, als dat lands
belang verwaarloosd blijft, te zeggen:
„Zie je wel, zoo zijn ze nou. Dat lesje
hebben wij weer geleerd." Indien het
herstel van het l^ederlandsch Gèzant-
schap bij het Vaticaan een nationaal
belang is, en dat is het in dezen tijd méér
dan ooit, dan dient de R.K. Staatspartij er
een programmapunt van te maken. Aan
de vrees, dat het dan door anderen als
een eigen partij-belang of kerkelijk
belang zou worden gezien en voorgesteld,
mag o.i. niet worden toegegeven. Im
mers, wanneer men aan die vrees toe
geeft, zou men juist koren dragen naar
den politieken molen van hen, die beweren,
dat de Staatspartij slechts eigen partij
belangen of kerkelijke belangen en geen
nationale belangen in haar program
opneemt en dient. Werkloosheidsbestrij
ding gezinspolitiek, versterking van de
weermacht, enz. werden toch óók niet
als nationale belangen uit het partij
program geschrapt uit vrees, dat zij als
partij-hobbies of kerkelijke belangen
zouden worden verdacht gemaakt?
Waarom dan wel het nationale belang
van een officieele Nederlandsche verte
genwoordiging bij het Vaticaan? Als het
wezenlijke nationale belangen geldt, be-
hooren de R.K. Staatspartij en haar lei
ding vóóraan in het eerste gelid te staan,
onverschillig wat anderen denken, doen
of nalaten. Dat is eenvoudig haar onaf
wijsbare plicht en taak.
Bestrijd ze door
de 3-Minuten
VapoRub - Massage
Teveel innemen kan een
kindermaag gauw van
streek brengen. Om
Baby's kou (of de Uwe) vlug en zeker te bestrijden,
doe als volgt tegen bedtijd:
(1) wrijf flink Vicks VapoRub op keel en borst;
(2) wrijf het daarna ook op den rug;
(3) ten slotte een dikke laag op de borst doen
en met warm flanel bedekken.
Geen wachttijd—Werkt direct
Door deze massage begint VapoRub direct aoot
de huid te werken als een pappleister. Gelijktijdig
ontstaan door de lichaamswarmte de heilzame
VapoRub-dampen, die 18 x per minuut naar de
ontstoken luchtwegen van neus, keel en borst
worden ingeademd. Door de urenlange dubbele
werking verzacht VapoRub de prikkeling, lost
het slijm op, vermindert het hoesten en maakt
het ademen gemakkelijk. Opgelucht en zich pret
tig voelend, valt Baby spoedig in een verkwik-
kenden slaap en 's
morgens is de ergste
kou meestal voorbij.
Verlaagde Prijs 90 ct
Naar wij vernemen heeft de Machinefabriek
L. Grothauzen te Venlo besloten een loonsver
hooging van ruim 10 pet. als duurtetceslag voor
het geheele personeel in te voeren.
Twee maanden oorlog in net Wésten hebben
nog weinig resultaat opgeleverd, al zijn in de
laatste maand de posities in het Niemandsland
tusschen de beide fortenlinies wat verschoven
In plaats van de verovering van eenige Duitsche
dorpjes door de Franschen in September, heb
ben de Duitschers in October hier en daar een
steunpunt op Fransch gebied kunnen vinden.
Thans hebben de troepen hun winterkwartieren
opgezocht en kan men dus redelijkerwijs ver
wachten, dat het contact met den vijand nog
geringer zal worden, te meer, daar ook de ver
kenningen ter lucht door de weersomstandig
heden sterk in omvang en aantal zijn afgeno
men.
Maar de voorbereiding, de mobilisatie achter
het front, neemt steeds meer in omvang toe, het
tempo der oorlogsmachine wordt in beide vij
andelijke kampen steeds hooger opgevoerd en
in Mars' werkplaatsen staan de vuren rood
gloeiend.
Doch in dit algemeene beeld van stilstand en
voorbereiding zijn het de kleine gebeurtenissen,
die de aandacht voor dezen oorlog nog weten te
boeien. En het is vooral de oorlog ter zee, die
voor de kleine verrassingen zorgt. Minder dan
ooit is er een groote algemeene zeeslag te
verwachten, maar de jacht op contrabande geeft
nog voldoende aanleiding om goed zeemanschap
of diplomatieke handigheid tot hun recht te
laten komen. De avontuurlijke tocht van de
„City of Flint" is geen buitengewone prestatie
van zeemanschap, maar het schip heeft juist
de algemeene aandacht tot zich weten te trek
ken door het diplomatieke gekrakeel, dat het
heeft doen ontbranden.
Men kan zich afvragen, waarom de
Duitsche bemanning een Noorsche haven bin
nenvoer; is het op hoog bevel, om verdere diplo
matieke moeilijkheden maar te omzeilen of zou
de Duitsche kapitein werkelijk zoo weinig ver
stand hebben gehad van het oorlogszeerecht, dat
hij meende van de integriteit der neutrale ha
vens te kunnen profiteeren?
Uitgezonderd dergelijke interessante inciden
ten, is men wel verplicht zijn aandacht te rich
ten op de onderlinge verhoudingen en interne
aangelegenheden der strijdende partijen. Wan
neer men b.v. zijn aandacht op de Engelsche
oorlogskracht vestigt, dan rekent men onwille
keurig het geheele Britsche Empire als één ge
lijk gerichte macht. Maar zoo eenvoudig is het
in werkelijkheid niet. De opbouw van het Brit
sche wereldrijk berust voornamelijk op een vrij
willige samenwerking, n.l. wat betreft die ge
bieden, die den Dominion-status bezitten. En
de Dominions hebben niet direct een gelijke
houding tegenover den EngelsenDuitschen
oorlog aangenomen; Het nabijë Ierland b.v.
heeft zich direct neutraal verklaard in het
conflict. De jonge vrijstaat is economisch wel
zoo afhankelijk van het Vereenigd Koninkrijk,
dat deze neutraliteit vanzelfsprekend voor de
geallieerden welwillend is. Bovendien heeft het
lot van het katholieke Polen het oordeel van
den katholieken Ier over dezen oorlog stelk be-
invloed. Maar toch strijdt geen Ier in de Britsche
gelederen mede, tenzij hij gedurende een groot
aantal jaren in Engeland woont. Doch dit ge
schiedt dan op grond van een modus, die moest
worden gevonden, om juist in dit geval een
practische grens te kunnen trekken, wie Ier was
en wie als Engelsen onderdaan zou worden
beschouwd.
De overige Dominions hebben partij getrok
ken voor het EngelschFransche standpunt en
zijn mede ten strijde getrokken. Voor het twee
talige Canada was het geen moeilijke keus, nu
Frankrijk en Engeland weer bondgenooten zijn.
De FranschCanadeezen hebben geen inner-
lijken strijd gehad tusschen hun sympathie of
hun plichtsgevoel. Anders is dit geweest in "het
andere tweetalige Dominion, de Unie van Zuid-
Afrika. Al heeft de meerderheid besloten, om
met Engeland den oorlog in te gaan, toch meen
de de oorspronkelijke regeering-Hertzog met
een welwillende neutrale houding tegenover
Engeland te kunnen volstaan. De strijd tusschen
Hertzog en den nieuwen regeeringsleider Smuts is
nog niet geëindigd, en het is begrijpelijk, dat
de Duitsche propaganda deze tegenstelling
hoopt te kunnen aanwakkeren. Maar men mag
aan het onderscheid in standpunt der beide Afri
kaner prominenten geen grooter verschil dan dat
in tactiek zien. Hertzog meent met een econo
misch pro-Engelsche houding te kunnen vol
staan; Smuts is van oordeel dat dit politieke
consequenties eischt en de meerderheid is het
met hem eens. Ter rechtvaardiging van Hert-
zog's houding kan er nog op gewezen worden,
dat hij het is, die de pro-Duitsche propaganda
in het voormalig Duitsch Zuid-Oost-Afrika zeer
grondig en hardhandig heeft aangepakt en
tegengewerkt.
Over Australië's medewerking is geen kwestie
ontstaan, maai' in het Britsch-Indische keizerrijk:
is over de practische deelname aan den oorlog
een geschil ontstaan, dat nog niet isopgelost.
^Ook Britsch-Indië zou graag een Dominion
met volledig zelfbestuur Willen worden. De meer
derheid van het Congres, dat is de partij van
Gandhi, die alle kaste-Hindoes omvat, heeft
de vervulling van dezen wensch als eisch gesteld
voor de deelname aan den oorlog aan Engel
sche zijde. Maar het Britsche opperbestuur wil
eerst het bewijs hebben, dat de politieke scho
ling der volksleiders zoodanig is, dat zij rijp
zijn voor zelfbestuur. In principe is Engeland er
niet tegen om aan den wensch van Gandhi te
gemoet te komen, maar het wil hierbij eerst een
tusschenstadium bewandelen, door direct een
adviseerenden raad van inlandsche leiders aar.
den Onderkoning toe te voegen, om pas later,
na den oorlog, over den Dominion-status te
spreken. Engeland voelt zich ook verantwoor
delijk voor de minderheid der Mohammedanen,
der Britsch-Indische vorsten en hun aanhan
gers, der paria's enz., een minderheid, die
grooter is dan het geheele Duitsche volk,
en meer dan honderd millioen menschen om
vat. Engeland eischt van de meerderheid eerst
het bewijs, dat zelfbestuur niet ontaardt in
onderdrukking der minderheid, dat politieke
meeningsverschillen geen aantasting van het
principe van de gelijkheid van allen voor den
staat zullen veroorzaken.
Het is het probleem, waar iédere koloniale
mogendheid mee te maken heeft, n.l. de vraag,
wanneer een volk tot zelfbestuur in staat is.
Over de eigenlijke doeleinden van den oorlog
en het partijkiezen in den strijd schijnt tus
schen de inlandsche leiders geen verschil var.
meening te bestaan, maar het is voor de na
tionalisten een kans om zooveel mogelijk politiek
voordeel ter vervulling van hun wenscnen in
de wacht te sleepen. Zoolang de kwestie zoo
gesteld blijft en Duitsche propaganda geen vat
krijgt op de Britsch-Indische leiders, kan men
de geheele zaak meer als een misverstand be
schouwen over Engelands koloniale bestuurs-
opvattingen.
Vannacht heeft te Sappemeer een felle brand
gewoed. Voorbijgangers bemerkten dat brand
was ontstaan in de kapperszaak van den heer
Anderbeek, gelegen aan de Slochterstraat. Het
vuur greep snel om zich heen, zoodat de bewo
ners, nadat zij gewaarschuwd waren, niets meer
konden redden. Ook de bewoners van het aan
grenzende perceel, de heer Spieker en familie,
moesten uit hun huis vluchten en alles achter
laten.
De beide woningen brandden geheel uit. Niets
kon worden gered. De oorzaak van den brand
is vermoedelijk te zoeken in den schoorsteen.
Verzekering dekt de schade.
De bewoners van beide huizen werden in
den nacht bij buren opgenomen.
Naar wij vernemen is het gemeentebestuur
van Arnhem in het bezit gekomen van den
schedel van Maarten van Rossum.
De schedel berust voorloopig in handen van
den burgemeester, die naar een geschikte plaats
in het Duivelshuis zoekt om daar den sche
del in te metselen.
Een veertienjarige jongen te Den Helder, die
Zaterdagavond om 7 uur naar de politieberich
ten geluisterd had, zag om half acht in de
Spoorstraat aldaar twee meisjes in de bioscoop
binnengaan, wier signalement wonderwel klop
te met dat van twee veertienjarige meisjes uit
Amsterdam, wier opsporing werd verzocht. De
jongen stelde de politie van zijn bevinding op
de hoogte, die bij het uitgaan van de bioscoop
de meisjes aanhield en tot de ontdekking kwam
dat het inderdaad de twee gezochte meisjes
waren. Terstond werden hun ouders hiermede
in kennis gesteld; den volgenden morgen zijn
de meisjes op transport gesteld naar Amster
dam.
Vanochtend zeven uur heeft de brugwachter
aan de Steentilbrug te Groningen aan boord
van de motorboot „Alida", kapitein G. Mar
tens, het lijk gevonden van een man. Het li
chaam lag met beide beenen buiten boord. Het
hoofd vertoonde een diepe wonde.
De politie-dokter, die onmiddellijk gewaar
schuwd was, kon slechts den dood constatee-
ren. De recherche stelt een onderzoek in.
Bij gelegenheid van zijn zilveren bisschops
jubileum en gouden priesterfeest heeft Z H.
Exc. Mgr. P. Hopmans zijn diocesanen en overigen
belang-tellenden Zondag de gelegenheid ge
boden hem hun gelukwenschen aan te oieden.
Door een comité van bewoners van de Vee
markt, waar zich het bisschoppelijk paleis be
vindt, was een eenvoudige versiering aange
bracht op het kleine plein, waar gedurende en
kele uren de auto's af en aanreden om de tal-
looze belangstellenden ten paleize te voeren.
Onder deze bevonden zich afgevaardigden van
alle Katholieke organisaties van het bisdom,
terwijl ook vele andersdenkenden den bisschop
hun hulde kwamen brengen. Onder de vele auto
riteiten, die wij ter receptie opmerkten, bevon
den zien Mgr. J. van Oers, vicaris-generaal van
het bisdom, Mgr. C. van Gils, president van het
groot-seminarie Hoeven, Mgr. P. Sweere, regent
van het klein-seminarie Ypeiaer, de recto', van
de Katholieke Universiteit van Nijmegen, prof.
dr. Kreling O.P. en den secretaris prof. dr.
Cornelissen, prof. dr. Alf. Mulders en prof van
Wely, professoren aan deze universiteit kolo
nel Mgr. Noordman, hoofdaalmoezenier bij het
veldleger, de secretaris van de St. Rauboud-
stichting, mr. de Jong, de abt van het Trappis
tenklooster Dom Nivardus Muis, de hoogeerw.
Paters Provinciaal der Capucijnen, Paters van
het Goddelijk Woord, Priesters van het H. Hart,
Congregatie der H.H, Harten te Ginneken, van
de Congregatie van Broeders van O. L. Vrouw
te Dongen, van de Broederscongregatie van Huy-
bergen. Onder de wereldlijke autoriteiten ver
melden wij allereerst den burgemeester van Breda,
den heer B. W. Th. van Slobbe en den gemeente
secretaris mr. Ph. van Woensel, alsmede d? wet
houders mr. A. A. M Struycken, mr. E. L. H. M.
van Mierlo en J. Kroone. Burgemeester van
Slobbe bracht Z. H. Exc. de hulde van ae be
volking der stad over en deelde mede dat Z. H.
Exc. de eere-medaille der stad voor verdienste
lijke burgers -was toegekend, waarna de onder
scheiding aan Mgr. werd overhandigd. Verder
waren ter receptie aanwezig de burgemeesters
mr. Claudius Prinsen van Roosendaal, mr. jhr.
Th. Serraris van Ginneken en Ridder de van
der Schueren van Oosterhout, de Commissaris
der Koningin in Noord-Brabant jhr. mr. A. B.
G. M. van Rijckevorsel, de gouverneur van de
Koninklijke Militaire Afcademie luit.-generaal
Baron van La wiek, de president der Arrondis
sementsrechtbank te Breda mr. Sasse van Ysselt,
de commandant der Koninklijke Marechaussee
kapitein de Kroon, de waarnemend commissaris
van politie te Breda de heer F. van Mansleld,
de leden van Ged. Staten van Noord-Braoant
met den griffier Vincent Cleerdin. Tevens waren
alle kanunniken en pastoors alsmede „alrijke
geestelijken ter receptie aanwezig. Op uitdruk
kelijk verlangen van den bisschop werden geen
geschenken overhandigd doch slechts giften
onder couvert. Er waren talrijke bloemstukken.
Het Comité V. O. G. maakt met groote er
kentelijkheid melding van een gift van 1000
gulden, welke werd geschonken door de firma
C. en A. Brenninkmeyer.
De Nfjmeegsche politie is nog druk bezig met
het uitzoeken van het verdachte geval van het
verdwijnen van f 900,—, welk bedrag een Nij-
meegsche wissellooper is kwijtgeraakt, toen hij
op straat flauw viel. Dit feit heeft zich voor
gedaan in het. hartje van de stad, n.l. in de
Staringstraat, nabij het hoofdpostkantoor en
op klaarlichten dag. De man, die geld ophaal
de voor de Nfjmeegsche Radio Centrale bij de
honderden abonné's, die verspreid* zijn over de
geheele stad, had zijn geld geborgen in 'n por
tefeuille en in een geldzak. Toen de man na
zijn val op straat werd opgenomen en een na-
bijzijnde woning werd binnengedragen en kort
daarop naar het St. Canisius Ziekenhuis werd
overgebracht, miste men de portefeuille met
geld, terwijl in een der zakken de beurs met
zilvergeld nog werd teruggevonden.
De directie van de Nijmeegsche Radio Cen
trale heeft zich onmiddellijk in verbinding ge
steld met de Nijmeegsche politie, die terstond
met een uitvoerig onderzoek is begonnen. In
den loop van de laatste twee dagen zijn tal
van getuigen gehoord, maar men heeft nog geen
licht in deze eigenaardige zaak kunnen ont
steken. Er heeft zich ook nog geen eerlijke
vinder op het politiebureau gemeld. De wissel
looper verbleef Zondagavond nog altijd in het
St. Canisius Ziekenhuis en zijn toestand was
sinds Vrijdagavond aanmerkelijk verbeterd. Of
hier simulatie in het spel is, of een brutale
roofoverval, is nog niet uitgemaakt. De wissel
looper, die al geruimen tijd in dienst is van
de Nijmeegsche Radio Centrale, stond daar
goed bekend en heeft nimmer aanleiding tot
eenigerlei verdenking gegeven.
In de Centrale voor Katholieke Actie te
Scheveningen, zal dit jaar, evenals vorige ja
ren, wederom een Paedagogisch Weekend ge
houden worden voor de Eerwaarde Zusters cn
leeken-onderwijzeressen der scholen, die de
Kruiskindermethode hebben ingevoerd.
Deze Weekends, die door het Kruiskinder-
departement van de Vrouwelijke Jeugdbewe
ging voor Katholieke Actie worden georgani
seerd, hebben tot doel, het bespreken van de
lichtlijnen voor het komende jaar.
Dit Weekend zal plaats hebben op 11 en
12 Nov. as.
Men schrijft ons van de Oostgrens:
De geruchten betreffende de bezetting van de
grens door Duitsche troepen blijven voortdu
rend aanhouden. Deze behoeven evenwel geen
reden tot ongerustheid te geven, wijl het hier
betreft het dirigeeren van manschappen, die
van het oostelijk front komen, naar de ver
schillende grensplaatsen en daar voorloopig in
garnizoen blijven in afwachting van nadere
bestemming. In de afgeloopen dagen zijn er in
het grensgebied voortdurend waarnemingen ge
daan, welke wezen op ontploffingen of op
schieten met zwaar geschut. Hetzelfde feit
werd waargenomen in den vorigen wereldoor
log, toen in de omgeving van het Reichswald
tusschen de grens en Kleef geregeld schietoefe
ningen werden gehouden. Thans vernamen wij,
dat de Duitsche genie in de grenszone zware
boomen rooit, waarvan het hout gedeeltelijk
zou bestemd zijn voor uitvoer naar Nederland,
ten einde meer deviezen binnen te krijgen. Ook
vernamen wij, dat het binnenkort zou geoor
loofd zijn, geldzendingen uit Nederland naar
Duitschland over te maken naar bloedverwan
ten, die van Holland uit gesteund zouden kun
nen -worden. De Mark zou hierbij geraamd wor
den op 20 cent. Het zenden van Liebesgaben
tegen St. Nicolaas en Kerstmis is nu reeds be
gonnen. De smokkelhandel van Holland naar
Duitschland staat vrijwel stil wegens gebrek
aan geschikte uitvoerartikelen en tevens aan
deviezen. De grens van Hollandsche zijde blijft
dan ook potdicht.
Achteraf vernamen wij, dat er nog wel eau-
de-cologne van Duitschland naar Nederland
gesmokkeld wordt, waarbij prijzen gemaakt
werden van 3 tot 5 gulden per liter. In weer
wil van tegenspraak, dat er geen Nederland
sche arbeiders meer naar Duitschland zouden
trekken om daar werkzaam gesteld te worden
in den landbouw en in de nijverheid, kunnen
wij thans met zekerheid mededeelen, dat er nog
voortdurend door bemiddeling van de officieele
arbeidsbeurzen in het Geldersche grensgebied
arbeiders naar Duitschland trekken. Zelfs de
zgn. „grensloopers", die op gezette tijden tel
kens weer thuiskomen, bleven daar aan den
slag. Vele arbeiders uit ons land zijn thans
werkzaam op de Hermann Göringwerken te
Brunswijk in Hannover en verdienen daar heel
goede loonen, waarvan zij 2/3 in Nederlandsche
munt per clearing kunnen uitvoeren. 1/3 deel
ontvangen zij in Duitsche pasmunt. In den
landbouw zijn nog arbeiders, die met hun ge
zinnen over de grens gingen, werkzaam. De
goede landarbeiders verdienen daar met kost en
inwoning 40 tot 70 Mark per maand. Het pas-
seeren van de grens, mits zij aangesteld zijn
door bemiddeling van officieel erkende arbeids
beurzen. wordt den arbeiders zeer vergemakke
lijkt. Velen krijgen zelfs een kosteloos visnm en
kunnen als zij in het 'grensgebied verblijven op
een eenvoudige Bescheinigung van Nederland
naar Duitschland trekken. Zoo is het verkeer in
het grensgebied van Nederlandsche arbeids
krachten nog steeds in vollen gang.
Zondagavond om kwart over acht is de
„Baloeran" van den Rotterdamschen Lloyd te
Rotterdam aangekomen. Het schip is op 13
September van Batavia vertrokken via Kaap
stad en Lissabon. 1 October kwam de „Baloe
ran" te Kaapstad aan, waar de paravanes van
de „Dempo" werden overgenomen. Op 18
October arriveerde het schip in de Downs.
Vandaar werd het op- 20 October naar Londen
gedirigeerd, waar een deel der lading, uit Indi
sche producten bestaande, moest worden gelost.
Direct bij aankomst in Londen zijn de passa
giers per Batavierlijn naar Nederland doorge
reisd. Zaterdagavond kreeg de „Baloeran" ver
lof van Londen te vertrekken, Zondagmorgen
vroeg werd de thuisreis aanvaard.
Zaterdagmiddag is op het R. K. kerkhof te
Venlo een monument, dat is opgericht op het
graf van mgr. prof. dr. Jos. Schrijnen, hoog
leeraar van de R. K. Universiteit te Nijmegen,
plechtig onthuld. Het grafmonument werd
vervaardigd door den beeldhouwer Peter
Roovers, die zich geïnspireerd heeft op de oud
christelijke kunst, waaruit hij de motieven voor
de versiering van het monument overnam.
De plechtigheid der onthulling werd verricht
door den voorzitter van het comité, prof. dr.
K. L. Bellon, hoogleeraar aan de R. K. Uni
versiteit te Nijmegen die 's morgens in de
St. Martinuskerk een plechtige Hoogmis had
opgedragen voor de zielerust van den over
ledene in tegenwoordigheid van vele autori
teiten.
Teleurgesteld sprak Zelma:
„Maar dan bent u 't in het geheel niet
Dan is het maar Lady Leigh, die niet eens naar
ons kijkt, of met ons praat en lacht. U is dan
teruggegaan naar het Feeënland. Lieten ze u
maar wat langer hier blijven! Ik geloof, dat uw
petemoei een heel booze, oudeVerder ging
Zelma niet, want ze voelde, dat ze nu misschien
iets heel onaardigs of onbeleefds ging zeggen.
Daarom haastte ze zich, om er bij te voegen:
„In ieder geval vind ik het niet mooi van haar
dat ze u maar zoo kort hier laat. Maar ik denk
dat .dit komt omdat ze zooveel van u houdt
ze zal u graag bij zich houden!"
Dit zeggende sloeg het kind beide armpjes
om -ie Fop" heen in een onstuimige omhel
zing.
Kolonei Egren.un, auitct met langer te blij
ven; geruischloos keerde hij terug, niet weinig
verbaasd over hetgeen hij gezien en gehoord
had.
Met eenige moeite vond hij den weg terug;
het geluid van het stemmen der violen in de
balzaal was voor hem een goede aanwijzing.
Een van de karaktertrekken van Lady Leigh
die hij het meest veroordeeld had, was haar
totale onverschilligheid, haar onvriendelijk-'
heid bijna, voor de lieve kinderen van hun
gastvrouw, bij de enkele gelegenheden, dat die
zich beneden vertoonen mochten.
Hy hield er nog ouderwetsche begrippen op
na en daartoe hoorde ook, dat de liefde voor
kinderen een vrouw moest aangeboren zfln. Een
jong meisje kon men onverschilligheid in dit
opzicht nog vergeven, maar een getrouwde
vrouw, die ééns zelf moeder was geweest, moest
zich onweerstaanbaar tof kinderen aangetrok
ken voelen.
Maar hoe stond Lady Leigh nu tegenovei
hem?.... Zooals hij haar daar had gadegesla
gen. hield ze heel veel van de kinderen. Er
was wel geheimzinnigheid en romance in dat
bezoek aan de kinderkamer!
Waarom zou zij eigenlijk haar natuurlijke
genegenheid willen verbergen? Waarom moest
zy tersluiks de kinderen bezoeken en bij ande
re gelegenheden zich houden, alsof ze niets voor
hen voelde.
Wat had zij er toch mee voor om juist haai
beste en aantrekkelijkste eigenschappen verbor
gen te houden?
Kolonel Egremont, die vóór alles een prac
risch mensch was, en er niet in hield losse
veronderstellingen te maken, kon geen ant
woord vinden op die vragen. Maar zyn nieuws
gierigheid was eenmaal gewekt en zyn belang
stelling in Lady Leigh, die sinds de eerste ken
nismaking aanmerkelijk afgenomen was, had
nu weer een nieuwen prikkel gekregen.
Hij danste even met de gastvrouw, maar zij
moest al heel gauw weer de honneurs waarne
men zoodat hij dien eersten wals niet uit
maakte.
Ofschoon hy telkens naar de deur had geke
ken, had hy Lady Leigh toch niet zien binnen
komen: wel zag hy haar even later in een een
zaam hoekje in een ruime oranjerie zitten.
Terwyi hy zich hield, alsof de bewondering
voor de bloemen hem slechts aantrok, kwam
hij vanzelf bij het plekje, waar zij zat. Hij had
een takje stefanotis afgeplukt en bood haar dat
nu aan.
„Ik geloof, dat u altyd witte bloemen draagt
Lady Leigh. Heeft u nog plaats voor dit takje?"
Zij nam de bloem van hem aan en hield ze
in de hand, terwijl zij met hem praatte; de ko
lonel had naast haar plaats genomen en was
zeker van plan, voor vanavond te trachten be
slag op haar te leggen.
„U gunt mij toch wel den volgenden wals, als
u dien niet bezet heeft. Lady Leigh?"
„Ik dans nooit meer."
„Ik ook niet; tenminste maar heel zelden.
Maar Mrs Rossiter heeft duideiyk te kennen
gegeven dat zij geen muurbloemen wil zien
En u weet zij is gewoon, dat wy haar ge
hoorzamen."
„Toch gebeurt dit niet altyd."
„Ik kan nu niet zeggen, dat gehoorzamen al
tijd zoo'n zware taak is! Maar u heeft ze dus
toch nog niet tot haar slavin gemaakt?"
„Neen."
„Hoe komt dat eigeniyk?"
„Misschien omdat ik te goed weet, waar sla-
vemy toe leidt."
„Lady Leigh, ik ga morgen weg; misschien
dat wy elkaar nooit meer ontmoeten. Zoudt q
my dus vanavond niet het genoegen van een
wals willen doen?"
„Ik wil wel met u dansen, als u er op gesteld
is; maar ik waarschuw u van te voren, dat ik
in geen drie jaren de kunst beoefend heb."
„Zoo staat het met my ook, maar toch ver
lang ik er naar."
De bekoring, die de jonge weduwe dien eer
sten avond al voor hem had gehad, deed zich
nu in nog sterkere mate gevoelen. Hij kon de
oogen niet afhouden van het koude, bleeke ge
laat, dat zoo sarcastisch kon kijken.
Telkens dacht hy er aan, hoe datzelfde ge
laat gebogen had gestaan over 't slapende kind
en hij hoorde weer die zachte, lieflijke stem,
waarmee zij de kleinen had toegesproken. Hij
ging zich hoe langer hoe meer verwonderen
over het raadsel, dat deze vrouw was, en hij
verlangde het geheim van de schaduw, die over
haar leven hing, op te lossen.
Zoodra ze zich in de balzaal vertoonden,
volgde Mrs. Rossiter hen met den blik en hun
houding scheen haar groote voldoening te
schenken.
Ze dansten eenigen tijd zwijgend voort, maar
toen kleedde kolonel Egremont langzamerhand
het gesprek zoo in, dat hy heel makkeiyk de
vraag kon laten volgen:
„En houdt u van kinderen?"
„Neen, ik verafschuw ze."
„Zonder uitzondering?"
„Ja, zonder uitzondering".
„Hoe komt dat, als ik vragen mag?"
„Wel, zij zijn zoo weinig belangwekkend."
„Het drietal van Mrs. Rossiter lükt my toch
anders heel aantrekkelijk."
„O ja? Het kan wel zijn, maar ik vind ze
allemaal hetzelfde."
„Neen. dat kan ik niet met u eens zijn. Ik
vind de Rossiterstjes byzonder aardige kinde
ren."
„Ik geloof, dat ik in dit opzicht moeiiyker
te voldoen ben dan anderen. En ik geloof ook,
dat heeren, en vooral ongetrouwde heeren
zooals u, meer van kinderen houden, omdat
ze er niet de lasten van kennen. Wij, die er
meer van weten, zijn er minder enthousiast
over!"
Een oplettend toeschouwer, zou gemerkt heb
ben, dat kolonel Egremont even opschrikte bij
dat gezegde: „ongetrouwde heeren zooals u,"
maar hij zei niets en ze voegden zich weer by
de dansende paren.
Mrs. Rossiter genoot van de oogenblikken,
waarin ze die twee gadesloeg, want ze meende,
dat ze al aardig de door haar verlangde rich
ting uitgingen.
Lady Leigh danste met niemand anders dan
met den kolonel, maar ze was immers ook niet
populair in dezen vriendenkring.
Dien avond volgde Mrs. Rossiter haar naar
haar kamer en bleef nog een oogenblik by haar
zitten, terwyi zy het zware haar uitborstelde.
„Moet Je waarlijk morgen vertrekken, Clari
ce? 't Is maar zoo'n armzalig, kort bezoekje ge
weest! Ik had je zoo graag op z'n minst een
maand by my gehouden."
„Ja, ik moet gaan. Moeder geeft een paar
diners en dan heeft ze my graag thuis. Ik heb
je immers van te voren al gezegd, dat ik vol
strekt niet wist, hoe lang ik zou kunnen biy-
ven?"
„Ja, dat is zoo; maar ik had in ieder geval
toch wel gehoopt dat het wat langer zou wor
den dan drie dagen. Ik vrees, dat je het erg
saai hebt gehad."
„Ik ben altijd graag hier; dat weet je wel.
Helen."
„Heel lief van je, om dat te zeggen, want ik
vrees, dat je het waariyk saaier hebt gehad dan
anders: Ik was niet zoo gelukkig, om de ge
schikte menschen by elkaar te krqgen. Een
volgenden keer beter, zullen we maar zeggen!"
Clarice glimlachte:
„Wie zijn de geschikte menschen dan?"
„Wel, menschen, die wat makkeiyker in de
conversatie zyn dan bij voorbeeld die saaie ko
lonel Egremont! Ik was erg teleurgesteld in
hem."
„Is hij dan saaier dan anderen?"
„Vindt je dan van niet?"
„Neen. dat kan ik niet zeggen. Maar !k vind
'le mannen hetzelfde, zie je."
Mrs. Rossiter sloeg haar vriendin een oogen
blik seherp gade. maar ze kon niets wijzer wor
den uit dat bleeke, strakke gelaat.
(Wordt vervolgd.)