Rusland spreekt met gespleten tong
Een Italiaansch
oordeel
F
Kabouter Flip en zijn vriendje Wip
In een geheimzinnig
Molotof verdedigt
zijn taktiek
WAAS GEHULD
BuitmlonSjch OverzirfU
I r'S
REGELINGEN VAN DE
NEUTRALITEITS WET
DE LUCHTRAIDS OP DE
BRITSCHE VLOOT
Md bctAaal van den day
Bij Chronische verstopping
DINSDAG 7 NOVEMBER 1939
De Odysseia van de
,,City of Flint"
De conferentie der
Oslo-staten
fit
Russen versterken hun
Westgrens in Polen
Wrijving tusschen
Washington en Tokio
De Boston-Express
gederailleerd
f -.7
I De wankelende j
ladder
Mijnengevaar aan de
Deensche kust
Danzig-Westpruisen"
NAAR HET ENGELSCH
*1
be-
in-
ike
hte
be
ien
lb.
den
lb.
en
mn
sti-
■jk-
eid
■er-
het
j in
de-
ons
end
de
Re
ien
Toen in de teuropeesche landen de strijdbijl
opgegraven, heeft het Duitsche opperhoofd
teer diplomatiek eerst de vredespijp gerookt
"iet 2ijn ouden vijand Rusland, opdat hij, terwij'
kil op het oorlogspad was, voor een aanval m
ten rug beveiligd zou zijn. En het opperhoofd
ÖCr Russen heeft de broederschap, gesloten met
ket opperhoofd der Duitschers, nog de vorige
^eek in een toespraak tot zijn mannen beves-
Maar wanneer het Duitsche opperhoofd
v°or zijn wigwam gezeten, heden zijn krantje
tel zitten te lezen en dit rustig overdenkt, zou
k'J zich dan niet gaan afvragen: „Heeft mijn
B'euwe Russische broeder niet gesproken met
ten gespieten tong?"
In een week tijds heeft Molotof, de zwijgende,
^ee groote redevoeringen gehouden. En door
vele spreken is hij nog zwijgender geworden
"an hij was. Toen hij de vorige week voor den
^PPersten Sovjetraad zijn buitenlandsche poli
tiek verdedigde, scheen het alsof hij de Duitschp
Tisle over de oorzaken van den oorlog volgde,
toaar wij hebben toen reeds gewezen op de
Neiging, die ook voor Duitschland achter deze
boorden school. Molotof verkondigde toen de
,telling, dat het verkeerd was, om een ideologie
'6 bestrijden met een oorlog. Dat was Wel recht
sreeks gericht tegen Engeland en het door diens
teiders aangegeven oorlogsdoel, maar het was
Ws°f uit dit lesje in taktiek nog eenige niet
Uitgesproken consequenties waren te trekken,
"te voor Duitschland niet zoo plezierig waren.
Iu de gisteren gehouden vergadering der
'teuununistische Internationale heeft Molotof
~®t schaapsvel der taktiek afgegooid, om zich
ten leeraarsmantel der theorie om te hangen
Plaats van staatsman was hij voor een dag
teeer partijman. Het twee-en-twintigste jaar-
teest van de communistische revolutie in Rus
tend was een goede gelegenheid om den partij-
Benooten te ieeren, hoe zij de door Rusland
8evolg<je politiek der laatste maanden in over-
tenstemming kunnen brengen met hun revo-
lutionnaire theorieën over den haat aan het
kapitalisme en aan die bewegingen, die voor
kort nog „reactionnair" heetten. Aangezien alle
staten buiten Rusland kapitalistisch heeten er.
dus in communistische oogen ook imperiajistisch,
wat Rusland ondanks zijn politiek tegenover de
Baltische landen natuurlijk niet zou zijn, is
het voor Molotof een klein kunstje om zijn
Politiek in overeenstemming te brengen met cje
communistische leer. Met de theorieën van
temin voor oogen zijn trouwens alle schijnbaar
ten het communisme afwijkende practijken
te rechtvaardigen.
Maar het belangrijkste in Molotof's betoog is.
"®-t hoe „theoretisch" hij ook redeneert, door
Been enkel land bij name te noemen, nij den
hieuwen Duitschen bondgenoot toch over een ge-
lijken kam scheert met de overige „kapitalis
tische" landen.
Het manifest, dat de Komintern zelf heeft
tetgevaardigd, noemt onder de „bourgeois"-staten
teeneens Duitschland en is dus duidelijker en
techt op den man af. Het kan nu niet meer
Beloochend worden, dat Moskou nog steeds
cprnmunistisch is en het centrum der wereld-
tevolutie wil blijven. Berlijn heeft gaarne ver
kondigd, dat het pact met Moskou kon worder.
Besloten, omdat Rusland in feite niet meei
c°mmunistisch zou zijn, doch nationalistisch en
teeer socialistisch was geworden. Het blijkt nu
ten schromelijke vergissing te zijn.
Merkwaardig in dit verband is een Italiaan-
tehe persstem, die meent, dat de vriendschap
tesschen Duitschland en de Sovjets niet lang
tel kunnen standhouden en dat de tfi&ns be
staande goede betrekkingen tusschen beide lan
den eigenlijk slechts een scherm zijn, waarach
ter cje beide elkaar vijandige politieke stelsels
terdekt zich opstellen, in afwachting van nieu
we omstandigheden, die de een of andere er
*°e zullen brengen, openlijk het masker af te
teerpen. Dit heeft het Milaneesche blad „Italia"
Nerveuze Angslaanjagiiigen
verdwijnen snel en worden voorkomen door
Nfijjnhardt's Zenuwtabletlen
Zenuwstillend Zenuwsterkend
Huisje 75 ct. Bü Apothekers en Drogisten.
geschreven, voordat Molotof zijn rede hield,
waardoor het juist meer de beteekenis van een
objectief oordeel krijgt, dan wanneer het een
„gelegenheidspraatje" zou zijn. Van den ande
ren kant valt toch ook weer op te merken, dat
het de nieuwe verhouding tot het communisti
sche Rusland is, die de gloeiend-heete as-ver
binding tusschen Berlijn en Rome heeft afge
koeld, en dat dus alleen de verwijdering van
Rusland uit de nabijheid van de as dezen „stalen
band" weer kan doen opwarmen.
Voor de internationale politiek heeft de jong
ste rede van Molotof die beteekenis, dat zij op
nieuw Ruslands „neutrale" houding bevestigt.
Rusland moet deze houding ook wel aannemen,
wil het tegenover de Komintern de fictie, dat
het bij „imperialistische en kapitalistische" twis
ten geen belang heeft, volhouden. Voor Finland
kan men in deze afzijdige houding van oorlogs
geweld misschien een gunstig verschijnsel zien.
Men is in Moskou er blijkbaar ook mee opge
houden, om Finland door intimidatiepogingen
te trachten te overbluffen. Het kleine land heeft
zich door den grooten mond, dien de beer op
zette, niet laten overbluffen en het wist het
hoofd toch koel te houden. En de artikelen in
de pers slaan thans weer een meer vriend-
schappelijken toon aan, nu de opzet, om door
hard te brullen angst aan te jagen, is mislukt.
Het is immers nog de groote vraag, of Rus
lands houding wordt bepaald door een wil tot
vrede of door een angst voor den oorlog. Een
vastberaden houding kan daarom nog zeker
succes hebben.
Nazi's zijn zeer verbolgen
OSLO, 7 Nov. (Havas) De kapitein van de
„City of Flint" heeft Maandag in een voor
Amerika bestemde radio-uitzending verteld over
den zwerftocht van zijn schip. Te Moermansk,
zoo zeide hij, had hij vergeefs getracht zich met
den Amenkaanschen ambassadeur in Moskou
in verbinding te stellen. Na langs de Noorsche
kust begeleid te zijn door een Noorsch oorlogs
schip, ontmoette het schip de Duitsche vracht
boot „Schwaben", die de prijsbemanning op
dracht gaf koers te zetten naar Haugesund er.
daar het anker uit te werpen.
In politieke kringen te Berlijn beschouwt
men volgens een bericht van United Press
aan haar bladen de interneering van de
Duitsche prijsbemanning als bijzonder ern
stig, en wijst men er op, dat de Duitsche
regeering tot dusverre vermeden heeft het
gebeurde met de „City of Flint" te drama-
tiseeren, maar dat men nu mogelijk een
andere houding zou aannemen.
KOPENHAGEN, 7 Nov. (Havas). Over de
bijeenkomst van de Oslo-staten schrijft „Ek-
strabladet" in een hoofdartikel;
„De Oslo-groep moet een heele reeks eco
nomische problemen betreffende de neutrali
teit behandelen. De ter behandeling staande
kwesties zijn moeilijk, want beide oorlogvoe
rende partijen moeten worden bevredigd en
men wenscht het evenwicht tusschen hen te
bewaren. Zoo is er de kwestie der oorlogscon-
In opdracht van den gouverneur van de Groote Oost vervaardigde de kunstschil
der Sierck Schroder te Wassenaar een schilderij van H. M. de Koningin, dat be
stemd is voor het gouvernementspaleis te Makassar. De kunstenaar legt de laatste
hand aam, het werk
trabande, het verblijf van oorlogsschepen in
de nationale wateren, het vliegen over natio
naal gebied, het mogelijk interneeren van op
nationaal gebied komende combattanten. de
behandeling van prijzen en prijsbemanningen.
de maatregelen voortvloeiende uit de blokkade
enz. Als grondslagen neemt Oslo de aanvaar
ding der Haagsche conventie van 1907, de ver
klaring van Londen van 1909 en de Noorsche
neutraliteitsregels, die in Mei 1938 bekend zijn
gemaakt. Deze laatste berusten op de beide
eerstgenoemde documenten, waarbij rekening
wordt gehouden met de oorlogspractijlcen se
dert 1909 en de daarop betrekking hebbende
problemen. De voornaamste moeilijkheid is de
afwezigheid van een algemeen erkende con
ventie, waaraan men zou kunnen refereeren."
LONDEN, 7 Nov. (Reuter) Een aan Reuter
gezonden telegram van de Poolsch—Roemeen-
sche grens meidt, dat de werkzaamheden aan
de versterkingen ter weerszijden van de giens-
afbakeningslijn tusschen Duitschland en Rus
land verhaast worden. Aan den Russischer. kant
van de lijn is een groot aantal arbeiders aan
het werk gezet.
Volgens welingelichte kringen wordt de jacht
op Oekrainsche nationalisten, die onder Duit
schen invloed hebben gestaan, in de door de
Russen bezette gebieden voortgezet.
WASHINGTON, 7 Nov. (A.NP.). Pittman,
de voorzitter van de Senaatscommissie voor
Buitenlandsche Zaken, heeft gezegd, dat het
Congres er wel toe zou kunnen overgaan econo-
mischen druk uit te oefenen op Japan ten
einde een einde te maken aan de anti-Ameri-
kaansche activiteit in China, waarover gere
geld berichten worden ontvangen.
Pittman sprak er zijn twijfel over uit of het
in 1911 gesloten verdrag tusschen de Vereenigde
Staten en Japan, dat 26 Januari a.s. ten einde
loopt en door de regeering der Véreenigde
Staten is opgezegd, door een nieuw pact zal
worden vervangen.
WESTFIELD (Massachusetts), 7 Nov. (A.N.P.)
De expresstrein van Chicago naar Boston is op
vijf kilometer ten westen van Westfield ont
spoord. Twaalf personen werden gewond en alle
63 passagiers ernstig geschokt.
De geheele trein, welke zich voortbewoog met
een snelheid van 80 kilometer is uit de rails
geloopen.
t.*7
KAART VAN
SPANJE
=J WoJlaftolidl
(Ingezonden Mededeelingt
werken ruw-reinigende laxeermiddelen
niet afdoende.
Ruw-reinigende laxeermiddelen kunnen bij ver
stopping tijdelijk opluchting geven, doch chroni
sche verstopping kunnen zij niet verhelpen, aan
gezien zy de oorzaak van deze kwaal niet weg
nemen. Bovendien prikkelen zij de darmen telkens
onnoodig en zijn vaak schadelijk voor de gezond
heid.
Invloed der moderne voedingswijze.
De spijsverteringsresten uit het voedsel, de z.g.
ballaststoffen, vormen in de darmen een natuur
lijke massa. Alleen wanneer deze groot genoeg is.
biedt zij voldoenden weerstand aan de darm
spieren om deze normaal te kunnen doen func-
tionneeren.
De moderne sterk geconcentreerde voedingsmid
delen zijn arm aan spijsverteringsslakken. Hier
door ontstaat een tekort aan massa, dus een
gebrek aan weerstand in de darmen, tenge
volge waarvan de darmspieren gaan verslappen.
Om de normale darmfunctie te herstellen, dient
men dus in dit gebrek aan ballaststoffen te voor
zien.
Normacol bevordert eon gezonden stoelgang
op natuurlijke wijze.
De zuiver plantaardige Normacol-korreltjes zwel
len in den darminhoud gelatineus op tot een
sponsachtige massa, welke de ontbrekende bal
laststoffen vervangt. De darmwandspieren kun
nen nu weer regelmatig werken.
Neem nog heden een proef met Normacol. Een
kleine hoeveelheid, regelmatig ingenomen, heft
chronische verstopping spoedig op.
WASHINGTON, 7 Nov. (Havas.) In de
regeling, welke het departement van Staat
heeft afgekondigd tot toepassing van net
presidentieel decreet inzake de neutraliteit
wordt het verkeer in de gevechtszone ver
boden voor alle Amerikaansche schepen.
Aan schepen van de kustwacht of aan
een schip dat opdracht heeft Amerikaan
sche burgers te evacueeren, alsmede aan
schepen welke varen onder de vlag van het
Roode Kruis, zou vergunning kunnen worden
gegeven zich in deze zone op te houden
Verder werden nog afgekondigd:
le. Regelingen betreffende financieeie ver
zoeken om hulp aan burgerbevolkingen van
oorlogvoerende landen.
2e. Regelingen, waarin het aan AmerUcaan-
sche koopvaardijschepen wordt verboden'andere
wapens te vervoeren dan die, welke noodig zijn
tot handhaving van de tucht aan boord.
3e. Regelingen, waarin het Amerikaanschen
burgers wordt verboden te reizen op scnepen
van oorlogvoerenden op den Atlantischen Oceaan
ten noorden van 35 graden N.B. en ten oosten
van 66 graden W.L. Consulair en diplomatiek
personeel kan buiten dit verbod geplaatst wor
den.
De zone waarin Amerikaansche burgers niet
cp schepen van een oorlogvoerende party kun
nen reizen, strekt zich uit tot alle Europeesche
wateren, tot het continent, de eilanden en den
Atlantischen Oceaan, ten noorden van den 35en
breedtegraad en ten oosten van 66 graden W.L.
„Zoover zijn we nu gelukkig," zei Peter, ter
wijl Flip op zijn schouder zat te wippen van
pleizier. „Nu moeten we dien goeden ouden
Sint probeeren te vinden." Ook Rita was blij en
hoopte dat ze maar gauw weer bij pappie en
mammie zou komen.
Sint Nicolaas woont In 6011 groot kasteel in
een stad, die Valladolid heet," zei ze. „Ja, Val-
la-do-lid," kwam Flip ineens tusschenbeide, „ik
weet zeker, dat de ooievaar dat zei." „Nu, dan
weten we tenminste weer heel wat meer," lachte
Peter, „dus oppassen Is de boodschap!"
Gelukkig scheen Rinaldo voorloopig verder te
willen reizen. Onder de brandende zon zetten
ze de reis voort. Peter en Rita genoten van al
het schoons, dat ze zagen en menige citroen en
sinaasappel, die daar zoo maar langs den weg
groeiden, verdween in hun gretige monden.
„Duitschland beheerscht thans
de Noordzee"
BERLIJN, 7 Nov. (D.N.B.) Voor vertegen
woordigers van de buitenlandsche pers heeft
heden een deskundige van het Duitsche lucht-
wapen uiteenzettingen gegeven over de lucht
aanvallen op Engelsche vlooteenheden op de
Noordzee en aan de Engelsche kust. Hij gaf een
overzicht van vijf van deze aanvallen, waaraan
hij toevoegde:
„Sindsdien hebben zich in de Noordzee geen
groote Engelsche oorlogsschepen en daarmede
ook geen loonende doelen voor bommenwerpers
vertoond. Gebleken is, dat de Engelsche vloot
niet meer de meesteres van de Noordzee is. Ds
Duitsche heerschappij in de lucht boven de
Noordzee beteekent tevens de beheersching van
deze zee
Op hem gestelde vragen antwoordde de des
kundige nog dat tot dusverre geen luchtaanval
len op de Engelsche kust, maar alleen op En
gelsche oorlogsschepen ondernomen zijn. Deze
schepen werden echter voor een deel aan de
kust van Schotland aangetroffen.
(Merkwaardig Is dat in genoemd overzicht
niet genoemd werd het vliegtuigmoederschip
„Ark Royal", dat volgens vroegere Duitscl.g be
richten zwtaar beschadigd zou zijn. Red.)
KOPENHAGEN, 7 Nov. (Havas) Men raamt,
dat er ongeveer 300 drijvende mijnen in de
Sont liggen, tusschen Denemarken en Zweden
Zeer weinig schepen wagen zich nog op zee
Verscheidene op de kust aangespoelde mijnen
zijn tot ontploffing gekomen Daarbij werd een
groot aantal ruiten vernield, en in de buiten
wijken van Kopenhagen kon men de ontplof
fingen hooren. Eenige mijnen zijn in Kastrup,
een buitenwijk van de hoofdstad, aangespoeld
Minstens dertig mijnen zijn aan land gedreven
aan de oostkust van Denemarken.
Vergenoegd ging Netta naar huis. Ze had een
flink pak goed om te maken meegekregen; haar
kamers hadden pas een schoonmaakbeurt gehad,
nu kon ze zich rustig aan haar werk overgeven.
Even kijken, of mijn gordijntjes netjes han
gen, dacht ze. Ja en zij zijn ook erg helder,
maar wat steekt het houtwerk van de ramen en
den gevel er nu bij af. In geen vijf jaren heeft
de verhuurder er iets aan laten doen. Alles mag
noodig eens onder handen genomen worden. De
halve straat behoort hem toe. Het is gewoon
een schande voor de stad, zooals zijn huizen er
uit zien. Ik zal er hem bij de eerste de beste ge
legenheid toch eens op wijzen.
Maar dit was niet noodig. Kort nadien, op een
mooien morgen, toen Netta voor haar raam zat
te werken, zag ze opeens een ladder tegen den
gevel zetten en even later knikte een jonge
schilder haar vriendelijk toe.
Netta schoof verheugd het raam op en vroeg:
„Ga je aan de gevels beginnen?"
„Ja, juffrouw," antwoordde Jan Baatens. „Ze
hebben een duchtig sop en een flinken kwast
verf verdiend."
,Dat geloof ik," beaamde Netta.
„Mooi weer voor dit werk," vond hij.
„Het is wel erg gevaarlijk zoo hoog met die
ladders," meende zij. „Er moest op het trottoir
eens iemand tegen aan loopen."
„Gevaar kennen wij niet," snoefde Jan. Glim
lachend keek hij Netta aan en dacht: Geen on
aardig snuitje. Ze draagt geen trouwring. Zou
ze al kennis hebben? Maar zoo brutaal om haar
dit te vragen, was Jan nog niet. Dit werd hij
later, toen ze hem
van uit haar ven-
ster een kop kof-
fie of thee aan
reikte, die hij
dan, leunend te
gen de ladder, of j
zittend op haar
vensterbank, opdronk en een babbeltje met
haar maakte. Zoo kwam Jan te weten, dat ze
wees was en met naaiwerk haar brood ver
diende en dat ze zich heel gelukkig voelde in
haar eenzaamheid.
„Wie .ou mij nu willen?" lachte ze.
„Nu, die zullen er genoeg zijn," was Jan van
meening en keek haar verliefd aan. „En.... en
als je wilt je hoeft niet ver te zoeken ook."
„Hoe bedoel je?" polste Netta met een hevige
kleur, hoewel ze begreep, waarom de knappe
schilder altijd zoo lang over zijn kopje koffie en
thee deed.
„Ga je eens met me naar een bios?"
„Och! waarom niet?" zei ze. haar naaiwerk
opnemend, om zich een houding te geven. „Ik
ga wel eens in mijn eentje."
„Maar met twee zal het toch veel gezelliger
zijn," knipoogde Jan.
„Dit valt nog te bezien," plaagde ze. Maar
Netta wist, dat het voor haar al héél gezellig
zou zijn.
Dus werd afgesproken dien avond samen uit
te gaan.
Hierop volgden nog meer avonden en beiden
waren blij, dat de halve straat aan Willem Kar-
mens behoorde en dat deze al zijn huizen liet
schilderen, waardoor Netta en Jan elkaar nog
heel wat dagen konden zien.
Toen Jan aan de andere woningen bezig was,
vond hij zoo nu en dan even de gelegenheid bij
Netta binnen te wippen: zoo tegen koffie- en
theetijd. En dat Netta vaak vroeg, hoelang hij
nog werk had in de straat, was voor Jan Het
bewijs, dat hij haar niet onverschillig was.
Op een dag werkte Jan tegenover haar wo
ning. Nooit had Netta zoo weinig genaaid als
in die dagen. Kon men het haar kwalijk nemen,
dat zij gedurig naar den overkant keek? wa
ren ook wel eens oogen blikken dat ze haar hart
van angst vasthield als. ze hem als een waar
acrobaat van de eene ladder op de andere zag
stappen, of toeren zag uithalen, die zeer ge
vaarlijk waren.
„Buig je niet zoo ver op zij, Jan," zei ze dan
wel eens, alsof hij haar waarschuwing kon hoo
ren. „Niet zoo ver. Jan. Wees in 's hemelsnaam
toch voorzichtig. Dadelijk val je nog." En bang
dat hem een ongeluk zou overkomen bleef ze
maar kijken naar zijn bewegingen en voerde
niets uit.
Zoo gebeurde het op een zeker oogenblik dat
hij ver reikte, om zich aan een dakgoot te kun
nen vasthouden. Netta hield haar adem In. Op
eens zag ze de ladder verschuiven. Toen be
merkte ze, dat Jan wankelde. Een hartver
scheurende kreet sneed door de lucht. Toen wist
Netta niets meer: ze had het bewustzijn ver
loren.
Jan, die den gil hoorde, verschrok en door
zijn haastig omkijken, gleed de ladder weg, waar
hij met één voet op stond. De jongeman stortte
op de straatsteenen en brak beide beenen.
Toen Netta hem in het ziekenhuis ging be
zoeken, vroeg hij: „Wat is er toch gebeurd? Ik
hoorde je zoo gillen."
„Ik zag je vallen, toen jij je aan de goot wilde
vasthouden."
Jan had willen zeggen: Ik viel, omdat Ik zoo
schrok van dien gil en ik vermoedde, dat jou een
ongeluk overkwam. Maar hy zweeg. Jan begreep,
dat dit vallen zinsbedrog van haar was geweest
en dat zy van schrik, om den toer, dien hij uit
haalde, duizelig was geworden en dus door haar
eigen wankelen gemeend had de ladder te zien
bewegen. Had ze zich niet zoo angstig gemaakt,
dan zou er niets zijn voorgevallen, want als
gevel-acrobaat stond hij zijn man. Maar het zou
een verwijt inhouden en haar angst om hem was
een bewys, dat zij van hem hield. Bovendien,
het was nu toch gebeurd. En Jan vond: Iemand
die van je houdt, doet men geen pijn. Ze zou
het vreeseiyk vinden, de oorzaak van zijn val
te zyn.
(Nadruk verboden»
BERLIJN, T Nov. (D.N.B.) De rijksgouw
Westpruisen zal in den vervolge „Ryksgouw
Danzig-Westpruisen" heeten, volgens een oesluit
van den Rykskanselier.
„Nu, ik zat je niet langer aan den praat hou
ten. Goedennacht, Clarice! Je Wordt met den
dag mooier; maar ongenaakbaarder, zou Ik
bijna zeggen! Hoe komt dat eigenlijk?"
Lady Leigh ging dien volgenden dag bijna
onmiddellijk na de lunch weg. Niemand be
halve Mrs. Rossiter scheen haar vertrek te be
speuren, en al zou kolonel Egremont soms ook
dezelfde gevoelens hebben gehad als zyn gast
vrouw, dan gaf hij hiervan toch geen biyk. Hij
Vertrok met een lateren trein, want hy bleef
eerst nog dineeren. Intusschen had hy een
Plannetje bedacht, dat hy in uitvoering wilde
brengen.
Nadat hy zich eerst op de hoogte gesteld had
ten den tijd, dat de nurse theedronk, ging hy
haar de kinderkamer en vond daar de oudste
'Wee druk bezig met hun trein.
L>e kolonel was heel goede maatjes geweest
teet de kinderen, toen die zich beneden ver
toond hadden en nadat hy eerst een vriendeiyk
alledaagsch praatje met hen had gemaakt,
kwam hy voor den dag met de vraag, die eigen-
ïyk doel van zijn komst was:
„Vertel my nu eens wat van die mooie dame
in het zwart, die 's avonds altyd bü jullie
komt?" Zelma keek naar hem op, half ver
schrikt. „Neen, wees maar niet bang," haast
te hij zich, haar gerust te stellen, „Ik weet, dat
het een geheim is en ik zal het nooit aan
iemand vertellen. Maar ik wilde graag weten,
wie zy is. De menschen hier noemen haar Lady
Leigh, maar jullie en ik weten dat wel, dat dit
niet haar naam is!"
„Ik geloof, dat zij een Feeën-prinses Is," zei
Zelma met grooten ernst.
„Ja, dat is ze zeker," meende Rupert.
„Vertelt zij jullie dan nooit eens iets van
zichzelf?"
„O neen, dat zou alles bederven, weet u. Dat
zou haar petemoei boos maken."
„De petemoei?"
„Ja, degene, die haar lederen ochtend in Lady
Leigh verandert en die haar alleen 's avonds
zichzelf laat zyn. Weet u dat niet?"
„Neen, ik weet er niet alles van. En hoe we
ten jullie het, als ze het je nooit verteld heeft?"
„Och, we hebben t maar geraden. U weet,
dat er zooveel van die dingen gebeuren in
sprookjesboeken. Toen we haar zeiden, dat we
dit zoo maar dachten, lachte ze, en dus zal het
wel waar zyn! Natuurlijk mag ze niets zeggen,
maar wy weten wel, hoe het gebeurt."
„Wil je mij dat dan eens vertellen?"
„O, maar het Is een groot geheim I U moet
ons beloven, dat u er nooit Iets tegen iemand
van zeggen zult!"
„Dat beloof Ik je."
„Nu, weet u: het is zóó gebeurd. Zy was een
Feeënprinses en had een petemoei, maar ze is
getrouwd met een gewonen man en dat heeft
de Feeën boos gemaakt. Haar petemoei heeft
haar toen twee gedaanten gegeven in plaats
van één: een koude, nare Lady Leigh, die hier
leeft en één, die zy eigeniyk dan zelf is in het
Feeënland. En iederen avond, als ze hier komt,
en in haar Feeëngedaante is, dan bezoekt ze
ons en dan hebben wy het toch zoo heerlijk!
Er is niemand, die zoo lief is als onze Feeën-
prinses en niemand, die van haar weet, behalve
wij!"
Uit dit alles bleek duidelyk, dat Lady Leigh
heel veel van deze kinderen hield, maar ook,
dat zy niet wilde, dat iemand, zelfs niet hun
moeder hiervan weten zou.
Wat was haar bedoeling toch met dit dub
bele spel? Coquetterie kon het niet zyn, want
dan had zij het niet zoo zorgvuldig verborgen
gehouden. En wat had hy er nu eigeniyk aan
om zich voortdurend te verdiepen in een zaak,
die hem niet aanging?
HOOFDSTUK Hl
Intusschen reed Lady Leigh naar Straffem
Court.
Zij was er zich niet van bewust, dat zy op
het oogenblik een raadselachtig probleem was
yoor kolonel Egremont; had ze dit geweten, dan
zou ze er zich waarschyniyk aan geërgerd heb
ben.
Iemand die haar geheel zou gekend en be
grepen hebben, zou haar niet voor een raadsel
houden, maar voor een diep teleurgestelde
vrouw, die, hoewel nog heel jong, al haar Idea
len had moeten opgeven. Er was echter nie
mand, die haar zoo kende. In den loop van tien
jaren had zy meer geleden dan velen geduren
de een lang leven en dit had haar verbitterd
en wantrouwend gemaakt.
Clarice, de oudste dochter van Sir Harry en
Lady Straffem, was van kind af al een schoon
heid geweest en opdat haar niet te vroeg het
hoofd op hol zou worden gebracht, was zij naar
kostschool gestuurd.
Clarice had haar moeder verafgood. Lady
Straffem kende echter niet eens de bewonde
ring, die haar dochter voor haar koesterde, zy
tvas geen moeder waarvan in moeilijkheden
steun kan worden verwacht.
Ze was een lieve, vriendeiyke en mooie vrouw
en ze was er steeds op uit, om al haar kinderen
goed te doen; maar ze muntte niet uit in ver
stand of inzicht. Toen nu de knappe, ryke ba
ronet, Sir Robert Leigh, de hand van haar
dochter kwam vragen, waren de ouders het er
beiden over eens, dat Clarice geen betere party
had kunnen doen.
Sir Robert stond zeer goed bekend. Hy was
een knappe man en, ofschoon hy niet meer in
zyn eerste Jeugd was, kon hy toch nog betrek-
keiyk Jong genoemd worden. Het huweiyk zou
plaats hebben, zoodra Clarice haar zeventiende
jaar bereikt had.
Het jonge meisje zelf had er niets op tegen.
Zy voelde geen liefde voor Sir Robert; ze zag
tegen hem op.
Maar eer er een jaar verloopen washad
zy alles verloren; haar echtgenoot had zich in
zyn waren aard getoond, die zeer min was
haar vertrouwen in haar moeder was zy ook
kwijt.
In den loop van twee jaren had zy twee kin-
ren, twee mooie jongens; daar ging ze nu al
haar liefde aan geven. Ze hechtte zich zoo aan
de kinderen, dat haar echtgenoot jaloersch be
gon te worden op de jongens, waar hy eerst zoo
trotsch op was geweest.
Toen kwam er een jaar, dat er diphterie
uitbrak in het dorp. Lady Leigh had met haar
lievelingen ergens anders willen heengaan, of
ze had ze voor de veiligheid naar haar moeder
willen sturen, maar Sir Robert wilde dit niet
hebben. Hy had een huis vol logé's en kon
zijn vrouw niet missen. Bovendien waren ze
immers veilig!
Op een dag, dat Clarice uit was en hy de
kleinen ln het park zag spelen, nam hy ze mee
op de wandeling, en daar ze overvallen werden
door een regenbul, ging hy schuilen ln een hut
je, waar een kind doodziek lagBinnen de
week waren zijn eigen beide zoontjes ook aan
de gevreesde ziekte overleden.
Die slag maakte hem voor korten tyd wat
kalmer; maar toen, om zyn wroeging te ont-
loopen, ging hij nog ééns zoo hard aan het
drinken. Een beroerte was hier het gevolg van
en nadat hy een half jaar zeer ziek was ge
weest en voorbeeldig was opgepast door zyn
vrouw, keerde Lady Leigh als weduwe terug in
het huis van haar vader.
Zy was zeven jaar getrouwd geweest en nu
woonde zij al drie jaar in haar ouderlyk huis.
Ze was nog geen zeven en twintig, maar ze
voelde zich al ouder dan haar moeder!
Mrs. Rossiter was een gemakkelyke vrien
din. Ze drong nooit op vertrouwelykheden aan
en toonde over het algemeen bijzonder veel
tact.
Lady Leigh keek nóch naar links nóch naar
rechts, toen ze de koele, beschaduwde hall
op Straffem Court binnentrad; ze vond het
alleen maar aangenaam, dat ze uit den gloed
van de brandende zon was. Als ze even een blik
had geworpen naar het venster vlak tegenover
de deur, dan zou ze daar in de nis haar zeven
tienjarige zuster Gladys hebben zien zitten. Zij
scheen in slaap gevallen te zijn, althans het
boek was van haar schoot gegleden.
Maar Clarice zag niets, viel alleen doodmoe in
een stoel ln de hall en toen de stoelpoot wat
hard over den marmeren vloer kraste, sprong
het slaapstertje op met een vreugdekreet:
„Ben jy dat, Clarice?Hoe heeriyk! Ik
heb den heelen middag al naar je zitten uit-
kyken."
„Dat lykt wel zoo."
„Wees nu maar niet zoo sarcastisch. Zoo heel
lang kan ik nog niet geslapen hebben. Ze zei
den allemaal, dat je vanavond pas zou komer
maar ik was er zeker van dat je nu kwam."
„Waarom?"
(Wordt vervolgd)