den wal Uitbreiding der oorlogsdoeleinden Geen „Versailles" meen ijn? ,Mijnhardtje B-iiTjaijki Sen-sen In een geheimzinnig waas gehuld STUURMAN AAN TOOTAL DASSEN Dr. J. N. J. Smulders t Kreukherstellend VRIJDAG 17 NOVEMBER 1939 Buitenlandsch Overzicht Is de stille oorlog door overleg of door vrees veroorzaakt EXCLUSIEVE MODELLEN PARFUffi - EAU DE COLOGNE ZEEP - POEDER CREIDE - LOTION BADZOUT TWINTIG PERSONEN NAAR DIGOEL Goudsiroop Bestrijding van de werkloosheid OVERWEGWACHTER VERGAT BOOMEN TE SLUITEN INHEEMSCHE ARBEID IN KORT VERBAND MIJNHARDTJES HELPEN! KLEEDING VOOR POOLSCHE VLUCHTELINGEN MERKWAARDIG TESTAMENT fe- NAAR HET ENGELSCH Dr. H. colijn, die niet slagen kon in de formatie van een voor de volks vertegenwoordiging acceptabel Ka binet, heeft door de geforceerde creatie van zijn liberale ééndagsregeering eigen- 'yk den stoot gegeven aan en den weg be- j^id voor de vorming van 't huidige ka binet-De Geer, waarin de voornaamste Politieke partijen des lands vertegen woordigd zijn, zoodat het met de onont- kserlijke instemming en het noodige Vettrouwen van de overgroote meerder heid des lands het schip van staat kan Sluren door de hachelijke branding van hezen stormachtigen tijd. Wij zouden r"r- H. Colijn daarvoor innig dankbaar gunnen zijn en oprechte hulde kunnen brengen, indien hij bij zijn vele en groo- verdiensten als staatsman deze wel- ^aad aan ons volk bewust en gewild als het sehoone en vruchtbare sluitstuk aan 2ijn werkzaam politiek leven had toege voegd. Maar helaas, hij heeft sindsdien te vaak en te openlijk bewezen, dat hij dit zegenrijk gevolg van zijn laatste Politieke daad niet heeft voorzien en °°k niet heeft gewild, dan dat wij hem die als een van de vele groote diensten, aan het vaderland bewezen, mogen aan- tekenen. Wie had deze groote figuur, Vergrijsd in 's lands dienst, niet van Sanscher harte een „otium cum digni- tate" gegund! Maar Colijn blijkt meer te vooien voor een voortzetting van zijn Politieke activiteit, ook al loopt hij daar bij het risico aan waardigheid in te boe- *6d. Dat is jammer, voor hem zelf, maar °ok voor ons land. oo heeft Dr. Colijn na de dagen van spanning en opwinding, waarin ons land de vorige week heeft ver eerd, door middel van „De Telegraaf" een weinig waardig voertuig voor een z°o gerenommeerden anti-revolutionnai- ten leider in een interview eenige ^Wijten aan het adres van de regee- ''dg-de Geer gericht, welke, indien 'zij Piet zooveel spijtigheid verrieden, een °Pgewenschten en ook onzuiveren in- ^ük zouden hebben gemaakt. Dr. Colijn gdf n.l. te kennen, dat, ofschoon hij be ende niet volledig van een en ander °P de hoogte te zijn, de regeering zich Otlnoodig zorgen had gemaakt en dat de Pit die zorgen voortkomende maatrege- 'en eigenlijk overbodig hadden moeten bseten, en hij suggereerde daardoor in direct, dat dit niet zou geschied zijn, in dien hij nog het roer van het schip van staat in handen zou hebben gehad, ge- bjk dat tijdens verkiezingscampagnes op affiches van de A.R. partij zoo vaak zin lijk werd uitgebeeld. Colijn heeft daar door dezelfde houding aangenomen als die welke hij zoo vaak, toen hij zelf nog Ministerpresident was, in anderen heeft Pelaakt, n.l. van den stuurman aan den Wal, die zich den besten waant. Wij kun nen deze houding onder deze voor ons 'and en onze regeering toch reeds on- Pleizierige omstandigheden niet bewon deren en hadden haar van eén figuur Pis Colijn ook niet verwacht. Minister de Geer heeft duidelijk te kennen ge geven, dat de regeering de vorige week Allerminst ongemotiveerd heeft gehan deld. Dat zij zoo moest handelen, mocht dl ongerustheid hebben gewekt, het leeft reden tot gerustheid en vertrou wen, dat zij ook handelde zooals het Moest. Deze gerustheid en dit vertrou wen vormen een landsbelang en wie deze °P grond van onvoldoende kennis van Mken tracht te ondermijnen, bewijst het land geen dienst, en dit te minder, wan- Peer hij Dr. H. Colijn heet. SOERABAJA, 17 Nov. (Aneta) Gistermid- zijn zeven personen, die in Digoel zullen W°röen geïnterneerd, vergezeld door in totaal ertien gezinsleden, met de „Melchior Treub" an <3e K.P.M. van hier vertrokken. Vraagt •inkeller! ZUIVERE RIETSUIKERSIROOP I ft FRAAIE BUSSEN VAN - 1 en Tit K.G. NETTO BE CD Vele leden der Eerste Kamer betoogden bij de algem. beschouwingen over de Rijksbegrooting 1940, dat naast de met de mobilisatie samen hangende problemen ook de oplossing van het werkloosheidsvraagstuk urgent blijft. Zij ver klaarden met waardeering kennis te hebben ge nomen van de voornemens der regeering ter zake. Bestrijding van de werkloosheid achtten ook andere leden een belangrijk punt van het regee- ringsprogramma. Zij wensehten echter er op te wijzen, dat voor het uitbreken van den oorlog de toestand op dit gebied reeds zeer veel gunstiger was geworden en dat het totale aantal werk- loozen, dat 31 Juli 1936 nog 339.400 bedroeg, 31 Juli 1939 tot 192.300 was gedaald. Van dit aantal komt dan nog meer dan de helft voor de vier groote steden. Ook met de jeugdwerkloosheid schijnt het, naar verluidt, minder ernstig te zijn gesteld dan wel eens wordt vermoed en in verschillende plaatsen van ons land was het ook voor de mo bilisatie reeds moeilijk jeugdige krachten voor de industrie te krijgen. Met de plannen tot herscholing van oudere werkloozen en opleiding van jeugdige krachten verklaarden de hier aan het woord zijnde leden zich in het algemeen wel te kunnen vereenigen. Toch hadden zij den indruk, dat er groote groe pen van oudere werkloozen zijn, die waarschijn lijk nooit meer door het bedrijfsleven zullen worden opgenomen en thans voor onbepaalden tijd een uitkeerlng ontvangen. Er wordt oorlog gevoerd: stilte heerscht er langs het geheele front, absolute stilte. Zijn de millioenen manschappen, die langs de sterkste verdedigingslinies ter wereld liggen, opgeroepen, om hier ingegraven in holen hun winterslaap te houden? Of is het toch de stilte, die den storm voorafgaat; zal in het bitterste en meest ongeschikte jaargetijde toch de strijd ontbranden? Er ligt voor een generalen staf iets aantrekkelijks in, om in dezen tijd van de heerschappij der techniek over de natuur juist het ook voor den vijand meest ongunstige tijdperk van regen en modder voor den aanval uit te kiezen. Een legerleiding, die overtuigd is van zijn technische superioriteit over natuur en vijand, zal het moment kiezen, dat het minst voor de hand ligt. De vraag is maar, of er een verantwoordelijke legerleiding is, die deze over tuiging koestert. Hier staan immers tegenover elkaar de gewapende machten van de tech nisch hoogst vernuftige volkeren der aarde, die wat betreft hun talenten op dit gebied niet ver uiteenloopen. En in deskundige kringen w'orat beweerd, dat een modern leger alleen dan Dij een aanval sUcces heeft, wanneer het driemaal zoo sterk is als een modern geoutilleerde ver dediging. Een aanvalsoorlog in het JVesten zou dan ook het meest onwaarschijnlijke zijn, war te verwachten is. Maar 's menschen verbeelding zou het nu eenmaal graag anders willen, ge prikkeld als men is door de leuzenkannonnades. die op het geduldige papier over en weer worden afgevuurd. Men spreekt maar van vernietiging. Tegenover de vernietiging van het Hitlerisme een verdei niet omschreven en uiterst vaag begrip, waar door het persoonlijke van den Ftihrer onper soonlijk is geworden, staat nu de vernietiging van de Britsche hegemonie een phrase, waar van de inhoud rekbaar is van eenig Engelsch prestige-verlies tot de volledige uiteenspatting van het Britsche imperium toe. Niet de vernie tiging van reëele goederen, maar de vernietiging- van machtsverhouding is het doel van dezen oorlog. Maar het valt den argeloozen en neu tralen toeschouwer moeilijk, om zich een beeld te vormen, hoe deze vreemde oorlog verloopen moet, een strijd, die in stilte verloopt en (he in rust en kalmte de scherpste economische en psychologische strijdmethoden in toepassing brengt. Dit is de oorlog van een selecte brain- trust en niet van het volksleger. Schijnbaar is het vredesinitiatief van de beide vorsten der Lage Landen gestrand. Men kan niet zeggen, dat het niets heeft opgeleverd. In elk geval is het prestige van Nederland en Bel gië, zoowel bij de beliigerenten als bü alle neutrale naties ter wereld, er door gestegen. De beide staatshoofden, die te midden van de felste oorlogsuitingen den moed hadden op te komen voor den vrede als het hoogste goed, hebben geen diplomatieke nederlaag geleden, maar een moreele overwinning behaald, die hun overal ter wereld een groot moreel gezag heeft gegeven. Aangezien het aanbod van goede diensten niet is ingetrokken, blijft er voor de oorlogvoerende volkeren de zekerheid, dat zij nog steeds kunnen rekenen op de onpartijdige en welwillende hulp van de twee kleine naties in het Westen, wan neer zij een weg naar den vrede zoeken. Ook op oorlogspolitiek gebied heeft het Haag- sche vredesinitiatief wel iets bereikt. Het heeft van president Lebrun de verklaring uitgelokt, dat de geallieerden niet alleen van Duitschland een herstel der onafhankelijkheid van de Polen en de Tsjechen eischen, maar ook een goedma ken van het gewteld, dat den Oostenrijkers is aan gedaan. En op denzelfden dag, j.l. Zondag, heeft Churchill in zijn zeer populaire rede ver klaard, dat een overwinning der geallieerden de verlossing der drie volkeren zal eischen. Het is de eerste keer geweest, dat ook de verovering van Oostenrijk aan Duitschland betwist wordt. De bezetting van Oostenrijk in Maart van het vorige jaar heeft bij de geallieerden nooit die diepe reactie verwekt, als die bij de verovering van Tsjecho-Slowakije een jaar later. Steeds is mm of meer stilzwijgend erkend, dat het kleins Oostenrijk, een schepping van het onzalige ver drag van Versailles, zich op den duur moest aan sluiten bij het groote Duitsche zusterland. Mer. kan er nu naar gaan gissen, welke de redenen kunnen zijn geweest, die de geallieerden er tos gebracht hebben, ook de eerste gebiedsver- grooting van Duitschland te betwisten. Eenige weken geleden deed het bericht de ronde, dat Otto van Habsburg en zijn broers een actie onder de geallieerden ontplooiden om herstel van hun rechten te herkrijgen. Indien Frank rijk en Engeland met dezen vijand van Duitsch land een bondgenootschap zouden aangaan, dan zou het resultaat van den vorigen oorlog geheel verloochend zijn; beide beliigerenten strijder dan voor de vernietiging van „Versailles" en van al die andere vredesverdragen, die gewoon lijk onder dit eene woord mede begrepen wor den. De actie der Habsburgers kan den geallieer den de overtuiging bijgebracht hebben, dat een blijvend herstel van een van Duitschland vrij Tsjecho-Slowakije en verder Donaugebied alleen kan verkregen worden door een nauw samen gaan van deze ethnologisch zoo verschillende kleine staten. De oude band, de sleutel tot de heerschappij over de Donaulanden, is Oosten rijk. Daarom een van Duitschland vrij Oosten rijk. Maar daarom gaat het Duitsche Rijk met alle kracht en alle felheid ook tegen dezen nieuwen oorlogseisch der geallieerden in en beschuldig: het zijn vijanden en natuurlijk in het bijzon der het „perfide Albion" de eenheid van hei Duitsche volk, die Halifax onlangs nog als een redelijk streven heeft erkend, te willen vernie tigen. Maar het zijn alle nog leuzen, die de oorlog voerenden als mogelijk resultaat van den oorlog aangeven. Zelfs Engeland heeft Polen of Tsje- cho-Slow'akije geen herstel van grenzen of iets van dien aard beloofd. Eén doel is bij de twee partijen hetzelfde: geen nieuw „Versailles" meer en herstel van de oude grenzen zou dit immers juist weer brengen. Twee maanden gevangenisstraf geëischt De rechtbank te Dordrecht veroordeelde een 41-jarigen arbeider-rangeerder van de Neder- landsche Spoorwegen tot een hechtenisstraf voor den tijd van drie weken. De man had in den vroegen morgen van 22 September j.l. dienst gedaan als seinhuiswachter bij een spoorweg overgang onder Zwijndrecht. Doordat hij ver zuimd had de spoorboomen te sluiten, toen een trein uit de richting Dordrecht naderde, was een landbouwer, die met zijn paard en wagen den overweg wilde passeeren, door den trein gegrepen en zoodanig verwond, dat hij overleed. Ook een jong meisje, dat zich in den wagen bevond, overleed aan de bekomen verwondingen. Uit het getuigenverhoor tijdens de zitting op 3 November was gebleken, dat het dien morgen zeer mistig was geweest. Normaal kan men een trein zien aankomen. Toen evenwel niet. De officier van Justitie, die een hechtenisstraf voor den tijd van twee maanden had geëischt, sprak in zijn requisitoir als zijn meening uit, dat verdachte zeer goed had kunnen nagaan of de boomen dicht of open moesten zijn. De verdediger had een voorwaardelijke straf bepleit. Origin flacon» Sprenkel» flacon 4711 BANDOENG, 17 Nov. (Aneta). Het „A. I. D. de Preangerbode" verneemt, dat het legerbe stuur, in samenwerking met het binnenlandsch bestuur, een proef neemt met een kort-ver- bandregeling met inheemsche arbeidskrachten voor speciale diensten bij het leger in tijd van algemeene mobilisatie. Een oproep hiertoe is binnenkort te verwachten, eerst voor aanmel ding en later tot keuring, in Priangan. De voorwaarden zijn dat men zich een jaar ter be schikking stelt, waar tegenover staat dat men handgeld krijgt uitbetaald en voorts ieder kwartaal een toelage. Niet straks, niethalf, maar direct. Hevige pijnen worden in korten tijd verdreven door de bijzon dere combinotie van genees middelen in een Ze zijn niet rond, doch hartvormig. Dezer dagen is van station S. S. te 's-Gra- venhage een groote goederenwagen met warme kleeren, ondergoed en schoeisel voor Poolsche vluchtelingen in Litauen en Letland vertrok ken. Zooals men zich wellicht herinnert, deed het Nederlandsche Roode Kruis onlangs een be roep op fabrikanten en groote magazijnen in Nederland, om tot zoo billijk mogelijke prijzen warm ondergoed, mantels, japonnen, kousen, schoenen enz. voor dit doel aan te bieden. Het Comité International de la Croix-rouge en de Ligue des Sociétés de la Croix-rouge hadden 4300 dollar beschikbaar gesteld, waaraan later nog 8000 zw. francs werden toegevoegd. Vele firma's stonden belangrijke prijsreproducties toe en deden groote schenkingen, en ook vele parti culieren schonken nieuwe en gebruikte goede ren en eenige financieele bijdragen. Hierdoor is het Nederlandsche Roode Kruis in staat gesteld ca. 2500 Poolsche vluchtelingen, waaronder 500 kinderen en 65 zuigelingen van warme winter jassen en mantels, overschoenen, onderklee- ding en velen van hen ook nog een extra warm kleedingstuk te voorzien. Ook van de zijde van het crisis-uitvoerbureau en de Nederlandsche Spoorwegen de zending geschiedt in tran sito door Duitschland werd de grootste me dewerking ondervonden. ZWIJSERSCH ANKERHORLOGE ISO Een unieke cte&iie van is het door de vrouw van verfijnde smaak uitverkoren parfumTosca. In Tosca Eau de Cologne vindt Gij dit parfum gecom bineerd met het heerlijk verfrisschen- de van echte "4711'* Eau de Cologne. PRIJZEN VANAF F. 10.- Naar wij vernemen is gisteren te Helvoirt, waar hij zich sedert eenigen tijd had terugge trokken om uit te rusten na een uiterst werk zaam leven, overleden dr. J. N. J. Smulders, oud-geneesheer-directeur van Huize Assisië te Udenhout, en een zeer vooraanstaande figuur in den strijd tegen het Neo-Malthusianisme. Nog pas op I Februari van het vorige jaar heeft dr. Smulders zijn ambt van geneesheer directeur van het zwakzinnigengesticht te Udenhout neergelegd, een ambt, dat hij vijfen twintig jaar bekleed heeft. Dr. Smulders is op 10 Januari 1872 geboren te St. Michielsgestel waar zijn vader dr. F. W. Smulders de dok ter van het dorp was. Dr. Smulders behoort tot een familie, waarin de beoefening van de me dische wetenschap traditie is geworden. De thans ontslapene studeerde aanvankelijk eenigen tijd op het klein Seminarie „Beekber gen", maar verhuisde al spoedig naar Amster dam om er medicijnen te studeeren. Na zijn artsexamen vestigde hij zich in zijn geboor testreek te Schijndel, waar hij spoedig de groo te genegenheid der geheele bevolking mocht verwerven. Acht jaar heeft dr. Smulders ais dorpsdokter zijn praetijk uitgeoefend. Daarna aanvaardde hij de geneeskundige leiding van het zwakzin- iiigengesticht Huize AssVië te Udenhout, dat onder zijn bestuur tot groote ontwikkeling kwam. Tientallen broeders werden door hem en zijn medewerkers tot verplegers opgeleid. Bij het gesticht verrees een groot en modern geoutilleerd ziekenhuis, alsmede een school voor Buitengewoon Lager Onderwijs. Doch dr. Smulders' werkkracht reikte nog verder dan den toch al geenszins engen kring van zijn da- gelijksche ambtszorgen. Had hij reeds als jong student nauwe relaties onderhouden met den Farnassus en de eerste katholieke studenten- annuaria, waarin later bekende artsen als prof. Noyons en dr. Huddleston Slater elkaar als poëten ontmoetten, als jong dokter te Schijn del richtte hij zijn belangstelling op de katho lieke Esperantobeweging, waarvan hij een pio nier werd. Hij streed voor het groote belang van deze wereldtaal, stichtte den „Katholieke Esperantobond", en richtte het internationale tijdschrift „Espero Katolika" op, dat hij ja renlang met geest en elan redigeerde. Daarbij maakte hij diepgaande studie van de Paleontologie, en stelde in verband hiermede een interessante theorie op over de Prae-ada- mieten. Zijn levenswerk echter, waardoor zijn naam ook bij het groote publiek zulk een be kenden klank kreeg, bestaat uit zijn boeken over Periodieke Onthouding, waarin hij een positief middel gaf in den strijd tegen het op dringend Neo-Malthusianisme. Door dit werk heeft hij ook buiten ons land aan katholieken en niet-katholieken belangrijke diensten be wezen. Lang heeft dr. Smulders niet van een rusti- gen levensavond mogen genieten. De dood heeft een einde gemaakt aan een vruchtbaar en ac tief leven. De plechtige uitvaart van dr. Smulders zal plaats hebben Maandag a.s. te 10 uur in de kapel van Huize Assisië, waarna het stoffelijk overschot zal worden bijgezet op het kerkhof te Udenhout. Wij lezen in het „Dagblad voor Noord-Bra bant": „Dezer dagen overleed in Halsteren mr. Mil- ders, die jaren geleden, toen Tholen nog een kantongerecht had, daar als kantonrechter had gestaan. In zijn boedel werd door den notaris gevon den een zoogenaamd olografisch (eigenhandig geschreven) testament, waarin al zijn bezittin gen, een vrij gTcot fortuin (men spreekt van een ton) vormend, werden vermaakt aan de katholieke Thoolsche parochie. Het merkwaardige hiervan is, dat wijlen mr. M. niet katholiek was en nog merkwaardiger is het door hem aangegeven motief voor deze laatste wilsbeschikking. In het testament stond n.l. onder meer ge schreven, dat hij (de erflater) in het leven bijna niets anders had ontmoet dan grof ego isme. De gemeenschap waar de naastenliefde nog het meest bloeide en tot uiting kwam, had hij gevonden in de katholieke kerk en zeer in het bijzonder was hij getroffen geweest door het zelfopofferende werk en de belanglooze toewij ding der religieuzen". Zij: Ruik jij, dat ik zooveel sigaretten gerookt beb? HijRuik jij, dat^ ik eeit paar borrels gedronken bel>? Samen rlDie,'Sen-Sen.is toch een reuze ontdekking! Eén of twee-pastil les na een sigaret of borrel en de adem is weer heerlijk frischf Bij apothekers en drogisten pakjes a S ct., blikdoosjes a 15 ct. VOOR LADIES EN GENTLEMEN I'MP.JL TEN HERKEL HILVERSUM. 13 Intusschen zou een toevallige samenloop van omstandigheden hem te hulp komen bij de uit dring van zijn voornemen. Den volgenden liep hij, langs een omweg, naar Straffern °Urt. toen hij zich ineens geplaatst zag te genover Lady Leigh. Hij nam den hoed af en reikte hem de hand, terwijl die eigenaardige shhilach weer over haar gelaat trok. Heel Eendelijk zei ze: >Jk heb juist aan u gedacht, kolonel Egre- oiont." Rij bloosde als een jongen, toen hij die woor- hoorde. "Werkelijk? Mag ik ook vragen, wat u er e gebracht heeft aan mij te denken?" '.Gaat u naar the Court? Daar moet ik ook toe. Mag ik de eer hebben, u daarheen vergezellen?" ..Zeker, Ik kom juist van onze andere nieu- e buur. Mrs. Leslie. U kent haar niet, is 't Wei?" •Neen, ze is mü voor geweest met het huren van Tarnside en ik heb nog niet het genoegen gehad, haar te zien. Zij leeft zeer afgezonderd, niet waar?" „Ja, •zij heeft ongetwijfeld een afkeer van het gezelschapsleven, maar zij en ik komen zeer goed bij elkaar. Weet u wel, dat u en Mrs. Leslie in de wandeling „onze beide geheimzin nige buren heeten?" De kolonel keek haar verrast aan en vroeg: Noemt men mij ook geheimzinnig? Nu, men moet dan toch wel heel tuk op sensatie zijn! Ik dacht, dat ik niet meer was dan een doodge woon mensch!" Toch meende Lady Leigh, dat zij een scha duw over zijn gelaat zag trekken en kalm ant woordde zij: „Ja, ik geloof ook wel, dat deze streek heel babbelziek is. De menschen hier rusten niet, voordat ze alles van je weten; anders sta je zeker niet in de gunst. Die arme Mrs. Leslie bijvoorbeeld, zal eerstdaags door de heele buurt geboycot worden, ofschoon ik denk, dat ze zich dit niet erg zal aantrekken, en ze zul len dat alleen doen, omdat zij niet geneigd is, iets van zichzelf te vertellen. Mij heeft iets der gelijks gedreigd en ik geloof, dat u ook hard de kans beloopt, om op de zwarte lijst geplaatst te worden, ofschoon men het een man niet zoo kwalijk neemt, als hü niet veel van zijn particuliere zaken vertelt." Lady Leigh sprak niet heftig, maar op een half-droevigen, half-cynischen töon, die het meeste bij heel haar optreden paste. Terwijl ae den naam wan Mrs. Leslie uitsprak, had ze den kolonel scherp gadegeslagen; maar geen spier op zijn gelaat was vertrokken. „Zoo, dus ze houden mij voor een man met een geschiedenis; een verborgen geheim, met andere woorden? Nu, ik heb respect voor hun helderziendheid. Lady Leigh, mag ik u soms iets van die geschiedenis vertellen? Ik ben al meermalen Op het punt geweest u dit te vragen, maar daar het zoon droef verhaal is, begaf mij altijd op het laatst weer de moed." Zou er nu toch de een of andere geheim zinnige betrekking bestaan tusschen die twee, vroeg Clarice zich af. En zoo ja, zou het dan niet mogelijk wezen, dat het geheim werd op gelost, als een bescheiden, derde persoon door beiden in vertrouwen werd genomen?Mrs. Leslie had haar een gedeelte van haar geschie denis verteld; ze had daarbij kolonel Egremont echter niet genoemd. Als hij nu eens zijn ge schiedenis vertelde, zou ze dan misschien niet de donkere wolk kunnen helpen verdrijven, die Vera's horizon verduisterde? ,,Ik zou heel graag wat van uw leven hooren, kolonel Egremont," antwoordde zij, „maar als het u te pijnlijk is, bespaar u dan die kwel ling!" „Ik zou niets liever willen dan dat u mijn geschiedenis kende; ik weet toch, dat ieder ge heim veilig is bij u." Eenigen tijd liepen ze zwijgend naast elkaar voort. Toen begon hij: „Zullen wij door de velden gaan? Als ik een maal begin tse vertellen, da» word ik niet graag gestoord.* Lady Leigh was het hiermee eens en zoo liepen zij weldra door de frissche velden, ver van den stoffigen weg Ze kwamen op een boschrijk plekje, waar ze op een gevelde eik gingen zitten. De kolonel begon zijn geschiedenis: ,;Lady Leigh, ik geloof, dat men mij hier houdt voor een ongetrouwd man, iemand zon der eenige familiebanden. Zou het u verwon deren, als ik zei, dat ik een getrouwd man ben?" „Heeft u een vrouw, kolonel Egremont? Waar dan?" „Als ik die vraag kon beantwoorden, Lady Leigh, dan zou ik niet hier zijn. Mijn plaats zou dan wezen aan de zijde van die vrouw, ai zou de wereld haar ookHij hield op en ging even later voort: „Ik heb mijn vrouw nu in geen vijf jaar gezien. Ik weet niet eens, of ze leeft of dood is." Hierna volgde een langdurig stilzwijgen, waarna de kolonel hervatte: „Eigenlijk moest ik mijn verhaal zes jaar ge leden laten beginnen, toen ik na een zware ziekte voor een jaar uit Indië weggezonden werd, om weer wat op krachten te komen, eer ik mij bij mijn regiment zou voegen. Daar ik geen thuis had en ook geen familie, die ik intiem genoeg kende, was mij deze lange vacantie niet aangenaam. Gelukkig ontbrak het mij niet aan middelen en daarom besloot ik, te gaan reizen- Ik ging naar Amerika, landde in San Francisco en ging van daaruit zonder bepaald doel, naar sfefit dorpje itoxiBgtoii op NieuwrEtogeland, Ret [ming, om haar een bezoek te brengen. Haar dorpje ligt ver genoeg van Boston af, om nog geen grootsteedsche manieren te hebben. Ik nam er mijn intrek in het eenvoudige dorps hotelletje en besloot daar een paar weken te blijven. Ik geef toe, dat de belangstelling voor een meisje een van de hoofdredenen van dit besluit was. Ik had haar een paar maal ont moet; zij wOonde alleen, met een oude kame nierster, in een van de eenvoudige houten huisjes, die er zoovele zijn in Lexington. Ik informeerde, kwam haar naam te weten en ook vertelde men mij, dat zij het eenige kind was van rijke West-Indische ouders. Zij was voor haar gezondheid in Lexington. Op den duur bleek haar gestel niet bestand te zijn tegen het tropische klimaat; bovendien scheen zij smaak te hebben in een leven van totale afzondering. Zij had dan ook in het geheel geen vrienden gemaakt op dat kleine plaatsje en werd nooit gezien zonder haar trouwe gedienstige. Ik was al twee-en-dertig geworden, zonder dat ik ooit onder de bekoring was garaakt van een vrouw, maar dit mooie jonge meisje, met haar diep- vibletblauwe oogen en haar zacht, golvend haar, had een indruk op mij gemaakt, waaraan ik niet kon ontkomen. Ik deed mijn best, om haar zoo dikwijls mogelijk te ontmoeten en de glimlach, waarmee ze mij dan begroette, deed mij het hart onstuimiger kloppen. Toevallig kwam ik eens in de gelegenheid, haar een onbeduidenden dienst te bewijzen, die haar niet onbeduidend voorkwam, en naar aanleiding hiervan gaf ze mij toestem- naijverige, oude bewaakster scheen zelfs hear wantrouwen te vergeten en ook goede vrienden met mij te willen worden. Enkele weken verliepen zoo. Na afloop daar van nam ik Barbara in vertrouwen, kreeg van haar het adres van Vera's ouders, schreef, dat ik liefde voelde voor hun dochter, deelde him mijn positie en mijn vooruitzichten mee en vroeg hen permissie, om te trachten haar voor mij te winnen. Bijna onmiddellijk ontving ik een hartelijk» toestemming. Dit antwoord kwam nog juist bij tijds: een vreeselijke orkaan woedde over heit eiland, gevolgd door een feilen brand, en door den schok, die hun dit bezorgde, stierven Mr. en Mrs. Darcy binnen een paar maanden." De kolonel hield even op en LadV Leigh vroeg: „Dus Vera Darcy was de meisjesnaam van uw vrouw?" „Juist; Vera, ik geloof, dat ze Veronica ge doopt was. Toen het verschrikkelijke bericht kwam, was de oude Barbara de wanhoop nabij, meer nog om de uitwerking, die zij vreesde, dat het bericht zou hebben op het teere gestel van haar meesteresje dan wel om het feit zelf. Zij en ik overlegden eens en besloten, het Vera eerst na ons huwelijk mee te deelen, we waren pas verloofd. Ik hoopte, dat, als we getrouwd waren de belangstelling voor haar nieuw en ge lukkig leven de bitterheid van het verlies in ze kere mate op den achtergrond zou dringen. ügardt veneied)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 9