BESCHERMING VAN KUNSTSCHATTEN EEN ONMISBAAR BOEK VOOR IEDEREEN Britsche regelen omtrent den internationalen handel Uit andere bladen de zoon van Finn ZONDAG 26 NOVEMBER 1939 Schuilkelders en schepen KERKELIJK WOORDENBOEK Uitvoerige bepalingen thans gepubliceerd TEST U ZELF DOOR A. J. DAWSON Treiler getorpedeerd De Britsche blokkade G ezagondermijning DUURTETOESLAG METAALBEWERKERS VRAGEN Dispensatie verkoopverbod verbandmiddelen een domheid begaan en door de harde slagen, die hij voor deze ééne domheid had gekregen, waren alle beenderen in zijn, lichaam gekneusd. Maar hoe dit zij, hij had toch wel eenige ver draagzaamheid tegenover Jan kunnen toonen, daar negen en negentig onder de honderd hon den, zelfs onder „doodbijters", geduld en goed hartigheid zullen toonen, waar het jonge hon den betreft. De werkelijke begroeting van Jan met den herdershond was buitengewoon lomp en onhan dig. „Hallo oude boerenlummel!" scheen hij te zeggen, terwijl hij hard tegen den rechterschou der van Grip bonsde. „Kom, laten we een spel letje doen!" Die schouder had hem moeten waarschuwen. De haren op het dikke vel waren zoo stijf als ijzerdraadjes, en stonden rechtuit als de pin nen van een norsch stekelvarken. Maar de vroo- lijke, springende Jan was op dat oogenblik on toegankelijk voor zulk een vergelijkenderwijs „teere" aanwijzing als deze. Grip zei geen enkel woord; maar zijn oogen, die op glas geleken, schoten, al§ het ware, blik semschichten, en zijn lange kaken hapten als een klem, toen Jan terugsprong van den bons tegen zijn schouder. Toen deze zelfde stalen kaken zich opnieuw openden ((wat ze een oogenblik later deden), viel er een aanzienlijk stuk van Jan's linkeroor op den grond. Jan slaakte een kreet, een uitroep van toorn, ver mengd met pijn, verbijstering en woede. Hij keerde zich om en boog zich naar voren, als naar den standaard van den illustreerder, en daarna weggaat met de heldin. Maar in het werkelijke leven gaat het eenigszins anders toe. Niet alleen zijn er twee paar sterke handen noodig, maar het is óók noodzakelijk, dat de eigenaars van deze handen het strijdperk van tegenovergestelde zijde naderen, en vlug en sterk genoeg zijn uit eikaars buurt te blijven als elk paar zijn eigen hond beet heeft. Niet één paar handen kan, als het groote honden betreft, het geval beheerschen, en iemands voe ten zijn niet ver genoeg van zijn handen ver wijderd om het tweede paar handen te vervan gen. om te vragen, wat deze daad van geweld betee- kende. Op hetzelfde oogenblik, weer zonder ge luid te geven, opende de witgetande klem zich opnieuw, en sloot zich weer; dezen keer liet zij over den geheelen zwart-en-grijzen kant van Jan's linkerschouder een bloedige snede achter. Op dat oogenblik sprak de schapenkoopman, maar juist iets te laat. „Weg daar!", zei hij, terwijl hij met zijn stok naar Jan stiet. En „kom hier, Grip!", voegde hij er tot zijn eigen hond bij. Maar zijn bevelen kwamen iets te laat. Wat Jan betreft deze had bloed verloren en hij besefte, dat hij in vollen ernst en op wreede manier was aangevallen. En wat Grip betrof hij had bloed geproefd, en voelde dit als een balsem voor zijn pijnlijke ribben. Dit groote, domme zwart-en-grijze ding was, in elk geval, geen schaap. Het moest dus uit zijn buurt blijven óf de gevolgen dragen. Grip be schouwde het leven' niet als een spel, maar meer als een ernstige sleur van werken; van vechten om te dooden, van het veroveren van voedsel, van rusten zoo vaak hij dat kon, en van het vermijden van den elzenstaf. Niets ver schilde méér van Jan's vroolijke, onverantwoor delijke, en opgeruimde, onrijpe opvatüng van het leven dan de aard van Grip. Maar nu was Jan volkomen ernstig, meer dan hij ooit was geweest sinds hij, vijf maan den geleden, zijn kraakbeenachtige lichaam had geworpen op de wijfjesvos, die zijn zuster in 't hol had gedood. Hij verspilde eenigen adem in een tweeden kreet een en al uitdaging en woede; en nu: geen vragende verbazing en daarna, evenals een veulen uit Clydesdale, dat een luipaard aanvalt, wierp hij zich op den herdershond, huilend en worstelend om een houvast te krijgen. Het scheen dat Grip was sa mengesteld uit stalen veeren, gomelastiek en kokosbast. De schok van Jan's aanval leek on getwijfeld iets op een slag, want Jan was zwaar der dan de herdershond, maar hij weerde dien af met een wending van zijn dicht begroeide schouders, en toen de jonge hond hem weer voorbij ging, nam hij revanche (dezen keer ftan het losse vel, aan de rechterzijde van Jan's nek) met zijn juist opeen sluitende kaken. Hoe onbekend hij ook was met deze wolfs hondachtige of andere krijgstaktieken. bood Jan toch een indrukwekkend beeld van teugellooze woede aan, toen hij opnieuw om keerde om zijn vijand, die kalm bleef en veel hulpmiddelen bezat, te weerstaan. David Crum- plin zag nu in, dat deze jonge hond een dier was, dat beteekenis en waarde bezat; hij deed zijn uiterste best om hen te scheiden. Maar het gevecht was nu tè ver gevorderd dan dat mon delinge tegenwerpingen indruk zouden maken, zelfs op den zoo goed gedisciplineerden Grip; en wat Jan betreft hij was eenvoudig onge voelig voor de dringende bede van David, of voor de stooten en duwen van zijn staf. In de bladen van een roman is een man (natuurlijk vooropgesteld dat hij een held is) altijd in staat zonder veel moeite twee vechtende honden te scheiden, zelfs als hij geen kennis heeft van honden, onberispelijk gekleed is, geoordeeld David Crumplin gaf dus spoedig zijn overre ding op, schreeuwde om hulp, en tierde hevig tegen de honden, terwijl hij elk van hen zonder eenig vooroordeel bonsde en stootte; maar zon der eenige uitwerking. Zij gaven wat om zijn razen en zijn elzenstaf! Jan bloedde nu uit een half dozijn open wonden; en Grip, de beroem de „doodbijter", verkeerde in een ontzettende woede, omdat deze domme, jonge olifant van een jongen hond hem werkelijk duwde en pijn deed hem den meest gevreesden hond in den omtrek! Maar het moet gezegd worden, dat Jan met verbazingwekkende snelheid leerde. Hij kon niet in één minuut of in één maand de vechtkunst leeren, die Grip zoo afschrikwek kend maakte; maar hij leerde in één minuut in zien, dat hjj de domme aanvallen, die hem zijn eerste bloed hadden gekost, niet moest her halen. Eerst deed hij zijn uiterste best om den her dershond door zijn gewicht en kracht omver te werpen. Daarna stelde hij alle pogingen in het werk om zijn tanden door den kokosachtigen maliekolder van Grip's nek te krijgen. En al werd hij gestraft, toch deed hij óók kennis op, hetgeen bewezen werd door het feit, dat hij dadelijk, nadat hij zijn derde wonde ontving, een van Grip's ooren vaneen scheurde, en een minuut later aanviel op den rechtervoorpoot van den herdershond (daar waar het 'vel van den maliekolder dun was) met een beet, die stellig tengevolge zou hebben, dat Grip gedu rende een week mank liep. Door dezen stoot werd Grip voor goed buiten het bereik van zijn meester gebracht, en het smeulende vuur van zijn aard tot een heete vlam aangewakkerd. Ja, gedurende een paar minuten deed het den her dershond zijn sluwheid vergeten, zóó boos was hjj; het gevolg daarvan was, dat hij óók een deel van zijn gave oor verloor en bijna omver geworpen werd door de hevigheid van Jan's aanval. En toen, plotseling, veranderde de herdershond geheel, als door een tooverslag. Zijn vlam ver minderde tot een stil, kalm vuur. Zijn kaken sloegen niet langer opeen; zijn woedend grom men eindigde in een doodelijke stilte; hij ging liggen als een lynx, die zich teweer stelt. IK die de juiste beteekenis wil kennen van woorden, uitdrukkingen, instellingen en gebruiken, die in het Katholieke leven voorkomen, is het encyclopaedisch |m BAYONNE, 25 Nov. (Havas) Een treiler werd door een Duitsche duikboot getorpe deerd. De bemanning werd door Spaansche vis- schers aan boord genomen. (Wordt vervolgd) Dr. J. Kalf heeft in een onderhoud met den ledacteur van de Toeristenkampioen een en ander verteld over de bescherming van onze kunstschatten. „De bescherming van de gebouwen", zoo Vertelde hij, „zal in de meeste gevallen geen ®anstoot geven aan den kunstminnenden toe rist. Bovendien, die bescherming moest, voor zoover' zij op kosten van het Rijk gebeurt, beperkt worden tot een betrekkelijk klein aantal, wegens de enorme sommen, welke er tnee gemoeid zijn. De meest representatieve gebouwen hebben wij moeten uitkiezen, en daarvan geniet slechts een gedeelte weer extra bescherming." Van de vier monumenten, waar- Voor in het district Amersfoort speciale maat regelen worden getroffen, n.l. de O. L. Vrou- Vetoren te Amersfooort, de Koppelpoort, even eens aldaar, de St. Cunerakerk te Rhenen en de Groote Kerk te Harderwijk, staat alleen het eerste cursief gedrukt; m.a.w. dat wordt meer volledig beveiligd dan de overige. Voor het district Haarlem, dat zeven namen vertoont, geldt deze uitzondering alleen de Oude St. Bavo, voor Den Haag twee districten met tarnen zeven monumenten zijn alleen het Binnenhof en de Nieuwe Kerk cursief gedrukt in een daarover samengesteld boekje. ,,In tal van beschermde gebouwen zal men Van de bescherming eigenlijk niets zien", ver- Volgde dr. Kalf. „Want meestal immers komt bet neer op werk aan de kappen en de goten, op het maken van brandputten, die onafhan kelijk zijn van de waterleiding, op het in voor raad houden van zand om brandbommen te blus- Schen. Natuurlijk, soms moeten we verder gaan. Zoo zal het praalgraf van De Ruyter in de Nieuwe Kerk te Amsterdam heelemaal om muurd moeten worden met zandkisten, pre cies hetzelfde kan ik vertellen van het praal graf der Brederodes in de Groote Kerk te Vianen. Een dergelijke zandkistenwal in een kerk is leelijk, stellig, maar die monumenten moeten tegen scherven en brand worden be veiligd. Indien H. M- de Koningin het toe- Staat, zal het praalgraf van Willem den Zwij ger, in de Nieuwe Kerk in Delft, op nog dege lijker manier beschermd worden. De bescher ming der praalgraven van de Nassau's in de Groote Kerk te Breda is al grootendeels klaar." Over onze musea zei dr. Kalf oa.: Het Mauritshuis is gesloten, maar dat is slechts tijdelijk. Er wordt op het oogenblik een bomvrije kelder gebouwd, waar het kost baarste deel van den inventaris in kan. Het is de bedoeling om, zoodra die klaar is, het museum weer open te stellen. Dan zal het im mers mogelijk zijn om binnen een dag, mis schien wel binnen een paar uur, alles veilig op te bergen. De lijsten zijn daar op ingericht, de Paneelen, de kisten, dan kan alles heel gauw gaan. In de Lakenhal in Leiden neemt men ook maatregelen, maar die is toch nog wel open. Utrecht heeft voor het Centraal museum een heel goeden schuilkelder onder den Dom toren, daar is men dan voorloopig ook niet van plan de deuren te sluiten. Het Aartsbisschop pelijk Museum in hetzelfde gebouw is even min ontruimd. In Haarlem hebben we dan het Frans Halsmuseum, dat grootendeels wél ont ruimd is; heel belangrijke collecties zijn ook die van de musea van Oudheden en voor Vol kenkunde te Leiden, die allebei zijn gesloten, en óan is er verder het Museum Kröller-Müller, op De Hooge Veluwe, dat nu nog wel niet dicht is, doch dat in ieder geval ontruimd zal wor den. zoodra de groote schuilkelder klaar zal zijn. die voor deze verzameling gemaakt Wordt „We moeten op het oogenblik trachten de kunstschatten, waar juist het toeristenverkeer Voor zoo'n groot deel van afhankelijk is, tot eiken prijs te redden", betoogt dr. Kalf. „Van- de duizend vreemdelingen, die we hier zien, komen er toch zeker 850 voor de Nachtwacht. De roem van onze schilderijen vOrmt immers Verreweg Nederlands voornaamste attractie Voor de buitenlanders!" We opperen de gedachte of het niet mogelijk Zou zijn om juist die Nachtwacht in het Rijks museum terug te brengen; in tijden van gevaar kan één schilderstuk toch stellig gauw genoeg in veiligheid worden gebracht en reeds voor dat ééne kunstwerk zouden de menschen ai baar het museum komen, meenen we te mogen veronderstellen. Doch dr. Kalf legt onmiddellijk uit, waarom dat niét kan. „Amsterdam zelf heeft geen schuilplaats. Al de stukken van het Rijksmuseum zijn dan ook buiten de hoofdstad in veiligheid gebracht. In overleg met den Generalen Staf worden een stuk of zes plaatsen in Noord-Holland uitge zocht, waar gedeelten van de geweldige col lectie het veiligst te achten zijn. Nu is het ver- Voer van de Nachtwacht uiterst moeilijk, om dat het zoo'n buitengewoon fragiel stuk is. Dat vervoer kan niet in haast gebeuren, in geen geval. Bovendien komen er bij het ver voer van schilderijen nog allerlei problemen te pas, problemen, die al evengoed gelden bij liet opbergen zelf. Op het oogenblik bijvoor beeld zijn er gebouwen gekozen, waar de schilderijen droog en warm in staan, maar die verder eigenlijk niet de minste extra beveili ging bieden. De eenige beveiliging is slechts gelegen in het feit, dat de meesterstukken nu buiten een omgeving gebracht zijn, welke in een eventueelen oorlog zeer gevaarlijk zou kunnen worden; tevens volgen we het systeem om door het splitsen van de collectie het risico zoo klein mogelijk te maken. Maar zoodra de schuilkelders klaar zijn, en ik schat dat daar voor nog wel een half jaar noodig zal wezen gaat de verzameling daarin. Trouwens, ook die kelders liggen heusch niet allemaal bij elkaar, De Britsche verscherpte blokkade, die ook den neutralen veel schade zal berokkenen, wordt in de Nederlandsche pers met groote bezorgdheid ontvangen. Zoo schrijft het „Algemeen Han delsblad": De naar willekeur uitgebreide contraban de-lijsten der oorlogvoerende partijen be- teekenden een eersten aanslag op den vol komen legitiemen neutralen handel. Pogin gen om in strijd met het volkenrecht een blokkade door neutrale landen heen te for- ceeren, volgden, zoowel voor inkomende als uitgaande lading in neutrale schepen. De maatregelen welke gisteren door den Brit,- schen premier in het Lagerhuis zijn aange kondigd en volgens welke Engeland binnen kort ook Duitsche exportladingen in neu trale schepen op zee in beslag gaat nemen evenals in den vorigen wereldoorlog bij wijze van represaille tegen werkelijke of vermeende Duitsche overtredingen van het volkenrecht, die zelf ook weer reacties heet ten op Britsche overtredingen of Britsche „uithongeringspolitiek" zijn een verdere benadeeling van neutrale belangen. Wij hebben in ons ochtendblad van heden een aanhaling afgedrukt uit een beschou wing van den Leidschen hoogleeraar in het volkenrecht, prof. Telders, -die nog eens her innert aan het criterium uit d^ Declaratie van Parijs van 1856: „De neutrale vlag dekt de vijandelijke goederen, behalve oorlogs contrabande", maar die tevens wijst op ju ridische pogingen van belanghebbende zij den om dezen regel te ontzenuwen. Dat dit moet leiden tot ernstige schade aan de re delijke welvaartsbelangen van neutrale lan den als Nederland, welker nationale econo mie nu juist voor een deel gebaseerd is op het zee-vervoer van al dan niet verwerkte buitenlandsche goederen, spreekt vanzelf Terecht kon prof. Treub in zijn herinnerin gen aan soortgelijke Engelsche maatregelen in den vorigen wereldoorlog de roekelooze vernietiging van menschenlevens door den duikbootoorlog veroordeelen, maar de gesta dige vernieling van onderdeelen van het economisch fundament der menschelijke be schaving (het onmisbare internationale han delsverkeer) „niet minder bedenkelijk" ach ten. Faciliteiten met bekortingen van het op onthoud op contróle-punten voor het res- teerende neutrale handelsverkeer, zooals er nu wederom worden voorgesteld, kunnen niet opwegen tegen het feit, dat deze ver scherpte en wederrechtelijke blokkade-poli tiek een deel van de legitieme welvaarts bronnen der neutralen vernietigt. Bovendien kan geen neutrale regeering zich onderwer pen aan controle door een oorlogvoerende. Juist zij, die in de wereld beweren op te Deze dingen zouden natuurlijk meer dan ge- hoeg zijn geweest in den vorm van aanbeveling en introductie voor een hond van rijpe erva ring. Maar voor 't jonge hondje Jan, (ondanks zijn gewicht van honderd pond) beteekenden zij niets. Zijn begroeting was een vroolijke, of eigenlijk: een eenigszins krakende blaf, een soort van: „Hallo, een vreemdeling! Kom maar op! Wat een pretje!" En hij ging. steigerend als een hobbelpaard, de laan verder in, om Grip tegemoet te gaan er op voorbereid een nieuwen vriend te maken, te stoeien, of iets anders te doen, wat niet van ernstige beteekenis was. Maar toevallig was de onbuigzame Grip dien morgen nog ernstiger dan gewoonlijk. Door al te groote strengheid bij het drijven had hij dien dag een lam verloren, toen hij een kudde over de Downs bijeendreef. Het diertje was uitgegleden bnder den druk Van het bijeenjagen, en had op den bodem van «en diepe groeve zijn beide voorpoot en gebro ken. Grip had geen driemaal in zijn leven zulk cok die zijn over de provincie, of misschien kan ik beter zeggen, over twee provincies ver deeld. „We hebben nu schuilplaatsen op het oog in de duinen, waar het zand, dat op het beton gestort moet worden, vlak bij de hand is en waar de kelders in ieder geval nog boven het. grondwaterpeil zullen liggen. Dus droog en veilig. Zou daar per ongeluk eens een ver dwaalde bom vallen, dan kan die nog geen schade aanrichten, zóó stevig wordt alles ge maakt!" „Hoe lang geleden is men al begonnen met al die maatregelen voor te bereiden?" „Wel, na het vorige jaar September is men al in de meeste Rijksgebouwen beschermende maatregelen gaan nemen. Dat kon niet véél zijn, omdat er toen nog geen geld voor was. Zelf heb ik over het vraagstuk der bescher ming van onze kunstschatten in December een rapport uitgebracht, dat vanzelfsprekend eerst diverse instanties moest doorloopen, maar ge lukkig heb ik dan toch, nu ongeveer een goede maand geleden, de noodige credieten gekregen om aan den slag te kunnen gaan. Zooals u weet, zijn wij echter met de bestu deering van de verschillende maatregelen al geruimen tijd bezig. Zoo geschiedde de voor bereiding van de bescherming van die 108 ge bouwen door architecten, leden van den B.N.A. die zich onmiddellijk bereid hebben verklaard, in antwoord op een oproep in het Bondsor gaan, om voorloopig kosteloos de noodige plannen uit te werken- Dat is wel een heel gewaardeerde steun gebleken. Het is ook begrijpelijk, dat de Regeering niet dadelijk het noodige geld ter uitvoering van de voorstellen beschikbaar kon stellen. Daar zijn enorme sommen mee gemoeid. En in ieder geval ben ik overtuigd, dat het bedrag, dat mij thans toegestaan is, wel voldoende zal zijn. Daar ben ik erg blij om!" In den loop van het gesprek blijkt voorts, dat een aantal schilderijen wel op echt-Hollandschs wijze is geborgen, n.l. in.... schepen. Het ge- heele gemeentelijk bezit van Amsterdam in het Rijksmuseum is geladen op vier ijzeren lich ters, die op veilige plaatsen zijn verankerd. Het voordeel is, dat alles gemakkelijk ver plaatst kan worden en, nis het eens noodig mocht zijn, ook betrekkelijk snel. Wel staat daar tegenover, dat de handhaving van de temperatuur en den juisten vochtigheidsgraad speciale moeilijkheden meebrengt. komen voor de rechten der kleine naties, mogen zich daarvan extra rekenschap geven. Zal de nieuwe actie tegen Duitsche la dingen of goederen van Duitschen oorsprong in neutrale schepen zich tot de kleine West- Europeesche zeevarende landen beperken, of zullen ook grootere zooals Italië en Rusland, die een deel van het Duitgche export-ver- keer verzorgen of zouden kunnen verzorgen, eronder vallen? Er is onlangs sprake ge weest van Italiaansche, Russische en Spaan sche stappen in Londen om tegen de belem mering der neutrale handelsvaart te protes teeren. In Antwerpen heeft burggraaf Ter linden dezer dagen aangedrongen op overleg tusschen de neutralen om voor hun zeerech ten beter op te komen. Of al deze belangen hier voldoende evenwijdig loopen (met zoo vele politieke doorkruisingen) is evenwel twijfelachtig. Wat het neutrale Amerika be treft, dat heeft door zijn „cash and carry"- voorschriften zijn eigen koopvaardijschepen eigenlijk reeds uit de onvrije oorlogszeeën teruggetrokken. Wanneer echter de kleine West-Europee- sche landen den hoofdlast van den nieuwen zee-oorlog zouden ondervinden, zou dit de onbillijkheid nóg duidelijker in het oog doen springen. Een land als Nederland kan zonder zijn scheepvaart ternauwernood leven. „Na- vigare necesse est". Voor ons geldt dat als voor weinig anderen. Wij willen alsnog ho pen, dat Engeland aan dit levensrecht van een bevrienden onzijdige den eerbied zal be- toonen welken het voor de internationale samenleving als geheel zoo plechtig ver klaard heeft te willen beschermen. Hoe de gezagondermijnende invloed van liet gedoe van dr. Colijn en „de Telegraaf" door werkt, bewijst een brief van een soldaat in de „Limburger Koerier": „Jan soldaat is paraat, hij doet in de Peel- vlakten of elders zijn dienst en weet maar amper wat er in den lande gebeurt. Daarom grijpt hij in zijn kwartier, in de cantine, naar de dagbladen, ook naarde „Tele graaf", het lijfblad van vele officieren. Deze laatsten roemen vaak het blad, omdat het zoo „bij" zou zijn en daarom laten ze het vaak liggen ten gerieve van de soldaten. Ten gerieve of ten grieve? „Het spande. We wisten het, we snoven het. Het werd groot alarm. Weet een burger wat dat zeggen wil? De soldaten hadden zich op het ergste voor te bereiden. De ver loven werden ingetrokken, de wachten ex tra versterkt en verzwaard. Laatste orders werden uitgedeeld. Begrijpelijkerwijze vroe gen de soldaten aan hun officieren of het meenens was. Vertrouwde stemmen gaven te verstaan, dat de toestand inderdaad kritiek was en dus aanvaardden de soldaten, dat het ernst was. Berustend in dien ernst, deden ze hun plicht.... Maar, daar komt de „Telegraaf": „De ge beurtenissen hebben duidelijk bewezen, dat de algemeeene leiding der staatszaken veel te wenschen overliet." Wie slaat hier een modderfiguur? De re geering? Of die officieren, die de zoo goed bij zijnde „Telegraaf" lezen, eerst aan de soldaten voorhouden dat het bittere ernst is en dan door hun „Telegraaf" laten zeg gen dat onnoodig ongerustheid gekweekt is? „Een gewoon soldaat heeft gelukkig ook onderscheidingsvermogen. Hij begrijpt heel goed, waarom de „Telegraaf" ditmaal weer eens een keer in de oppositie is. Maar laten de heeren in Amsterdam wel weten, dat niets meer ontzenuwend werkt, dan dat twijfel wordt gezaaid...." De „Limburger Koerier" teekent hierbij aan: Deze soldatenklacht wijst op een gevolg van de aanmatigende bedilzucht in de „Te legraaf", welke ook wel eens belicht mag worden. De schrijver heeft een paar puntige waarheden gezegd. Vooral voor wat de hou ding van vele officieren ten opzichte van de „Telegraaf" betreft. Zullen zij nu nog zoo erop roemen, nu het blad om speculatieve redenen, en in de verwaande zucht om deze regeering door een ander bewind te vervan gen, zelfs het heilige goed van het vertrou wen, het vertrouwen dat elkeen, zeker de soldaat, in de leiding des lands moet hebben, op het spel durft te zetten? De secretaris der samenwerkende metaalbe werkersbonden deelt mede: De samenwerkende organisaties hebben zich tot de werkgevers in de metaalnijverheid in Rotterdam, Hillegersberg, Schiedam, Vlaardin- gen, Overschie, Capelle aan den IJsel, Krim pen aan den IJsel en Bolnes-Slikkerveer ge wend met een schrijven inzake de duurte. Hierin wordt gewezen op de stijging van de prijzen van levensbehoeften voor arbeidersge zinnen, sinds Augustus j.l„ zooals deze geble ken is uit de publicatie van het statistisch bu reau der gemeente Amsterdam. De aandacht is er op gevestigd, dat de stij ging zich nog voortzet en gevraagd is een zoo danige duurtetoeslag toe te kennen, dat daar door de stijging der prijzen wordt gecompen seerd. Op dit schrijven, dat werd verzonden aan alle werkgevers, die niet zijn aangesloten bij den metaalbond, of betrokken zijn bij een col lectieve arbeidsovereenkomst, is spoedig ant woord gevraagd. Wilt U voor U zelf de onmisbaarheid van dit boek vaststellen, dan moet U eens nagaan of U de volgende -jhi vragen alle volledig en juist kunt beantwoorden Wat is Rozenzondag Wat is de Oxford-beweging en waaruit is zij ontstaan Wat is het verschil tusschen de kerkelijke straffen van excommunicatie, interdict en suspensie Wat wordt tverstaan onder Pauselijke Familie Waarin bestaat de dwaling der Oud katholieken Waarin ligt het onderscheid tusschen een Accoord, een Modusvidendi en een Concordaat, gesloten tusschen een staat en den Apostolischen Stoel Wat dient op een ziekentafeitje te staan bij de be diening van een zieke Wot houdt het processieverbod in? Wat is de Liberale of Vrij-Katholieke kerk Welke is de symbolische beteekenis van attributen zooals appel, duif, pauw, regenboog, bijenkorf, enz. Met welk attribuut wtrdt de H. Dorothea, de H. Lode- wijk, de HMargaretha afgebeeld Wat beteekenen afkortingen als O.E.S.A., C.s.s.R., M-S.F., O-C.R., O.S.F.S. achter namen? Wat is het befaamde artikel 177 van de Indische Staatsregeling Hoe worden de graden van bloedverwantschap in het Kerkelijk Recht berekend? Waarin verschilt de Pausmis van de gewone ponti ficale misWat is een votief mis Wat houdt de eeretitel assistent-bisschop bij den pauselijken troon in Hoe staat de Kerk tegenover de Rotary-beweging en het Soroptimisme Wat is een half dubbel feest en wat een enkelvoudig Wat is de beteekenis van de devotie van den Priesterzaterdag Mag een kerkelijke begrafenis ook in den namiddag plaats hebben Waar komt het woord Paschen vandaan Wat is de Gulden Mis Heeft de Kerk zich ooit uitgesproken over het bovennatuurlijk karakter der genezingen te Lourdes Wat is de juiste inhoud van het begrip Katholieke Actie Wat is een quadrageen Wat bedoelt men met Zondagsletter Wat is een statiekerk Welke zijn de vereischten voor het verdienen van een vollen aflaat Wat is de Portiuncula-aflaat, een Toties Quoties-aflaat en hoe kunnen zij worden verdiend Op deze en talloos vele andere vragen geeft het Ency clopaedisch Kerkelijk Woordenboek het juiste antwoord. Onderwerpen als Liturgisch Vaatwerk en gewaden - De Pausen van Petrus tot Pius XII - Heilig- en Zalig verklaring - Het kerkgebouw - De Mis - Het altaar - Kerkelijk jaar - Pauselijke kanselarij - Titelatuur enz. enz. zijn afzonderlijk uitvoerig behandeld. Foto's van de kleeding van de verschillende klooster orden - de Vaticaansche stad met al haar gebouwen - de Heilige Lijkwade van Turijn en talloos vele illustraties in lijnteekening zooals die in geen enkele andere uitgave bijeen voorkomen, verduidelijken den tekst. De Limburger Koerier schreef: „Het beste middel om een dergelijk boek op zijn bruik baarheid te beproeven is het nemen van een aantal steek proeven. Wij constateerden daarbij, dat bij iedere proef de volledigste gegevens ver strekt werden, beter dan men ze in een algemeene encyclo- paedie kan vinden". De Maasbode: „Men zal in dit werk niet spoedig op een te stellen vraag, rakende het Katholieke leven in den uit- gebreidsten zin, vergeefs een antwoord zoeken". De Standaard: „Een pracht- vjerk De verklaring van R.K. termen en begrippen is kern achtig en fundamenteel" U kunt deze uitgave, welke eeri rijk bezit is, bestollen bij Uw boekhandelaar of bij Uitgeverij De Gemeenschap, Bilthovcn, BESTELBILJET. Ondergeteekende wenscht te ontvangen Encyclopaedisch Kerkelijk Woordenboek a f 4.50 geb. NAAM Van Britsche zijde werd thans de uitvoerige regeling betreffende cer tificaten van oorsprong en belangen voor exporten naar het vereenigd koninkrijk gepubliceerd. 1. Alle goederen (met uitzondering van die voorkomen op de lijst van vrijstellingen hier beneden genoemd), welke uit een neutraal land worden uitgevoerd naar het Vereenigd Konink rijk, moeten vergezeld gaan van een certificaat van oorsprong en belangen, in den vorm als goedgekeurd door het Britsche Handelsminis terie, en de hanöteekening dragend van een Britsch consulair ambtenaar. 2. Het certificaat moet, indien aanwezig, het percentage aangeven van den kostprijs der in hetzelve beschreven goederen, welke de waarde uitdrukt der grondstoffen, die zijn gegroeid of vervaardigd of bewerkt op vijandelijk gebied maar dit mag in geen geval de 25 procent te boven gaan. Uit het certificaat moet tevens blij ken, dat geen vijand eenig belang, welk ook, heeft bij de goederen, die er door worden ge dekt. 3. In deze kennisgeving zijn onder „vijand" te verstaan: 1. Iedere staat, in oorlog met zijn Britsche Majesteit, en agenten van de regeering ervan; 2. Iedere inwoner, individueel en firma, ge vestigd in vijandelijk gebied; 3. Ieder filiaal, in welk land ook, waarvan de hoofdzetel op vijandelijk territoir geves tigd is. 4. Iedere vennootschap of andere combinatie van personen, opgericht of samengevoegd onder de vigeur van 's vijands wetten. 5. Iedere persoon of firma, voorkomende op de zwarte lijst. De uitdrukking „vijandelijk gebied" omvat alle gebied onder vijandelijke souvereiniteit of dat door den vijand bezet is. 4. Goederen, die grootelijks of voor een deel van neutrale herkomst zijn en een behandeling hebben ondergaan, enz., op vijandelijk territoir, worden beschouwd als te zijn van vijandelijken oorsprong, zoo zij later gezonden worden naar hetzelfde neutrale land of een ander neutraal land voor her-export. 5. Het percentage der vijandelijke herkomst moet worden berekend op de basis van de ver houding tusschen: (a) De totale kosten, waarop aan het neu trale land de vervaardiging, inbegrepen de grondstoffen, neerkomt, maar onder aftrek van de neutrale verpakking, en (b) Hetgeen den neutralen fabrikant de vij andelijke grondstoffen en het in vijandelijk gebied verrichte werk heeft gekost, het bedrag omgerekend in de valuta van het neutrale land naar den koers van den dag van koop of beta ling. De bedragen, door een neutraal fabrikant betaald aan een vijand wegens fabricage-licen- tie, en wegens verpakking in kisten, wanneer deze op kosten is geschied van den vijand. De uitdrukking „verpakking" omvat niet al leen de verpakking die noodig is voor het ver voer van de goederen, maar ook materialen als flesschen, kartonnen doozen en hulzen, enz., die om de goederen heenblijven tot in de winkels van den kleinhandel. 6. Het woord „belangen" in het certificaat voorkomende, is meer omvattend dan „eigen dom" of „bezit". Het duidt een zoodanige di recte of indirecte relatie aan van een vijand van Groot-Brittannië met de goederen in kwestie dat de voorgenomen transactie hem voordeel of winst kan brengen. Het omvat bijgevolg alle gevallen, waarin een eenigerlei commissie aan den vijand zou kunnen toevallen. 7. Certificaten zijn noodig. voor alle zendin gen, hoe klein ook, en zijn zelfs van toepassing op voorwerpen, per pakketpost verzonden. Zij zijn echter niet noodig vbor de volgende categorieën van goederen: Dagbladen, tijdschriften en andere drukwer ken als boeken of gedeelten ervan, muziek, cata logi, tractaatjes, brochures, vliegende bladon, formulieren, en ook alle advertentie-materiaal, goederen, bona fide persoonlijk bezit zijnde of tot het huishouden behoorend, van menschen, die "net land binnenkomen, monsters zonder handelswaarde, bona fide geschenken door particulieren aan particulieren toegezonden, goederen, uit het Vereenigd Koninkrijk af komstig en na geëxposeerd te zijn, daarheen te- rugkeerend, goederen onder voorwaarden van transito of verscheping geïmporteerd en behoorlijk opnieuw geëxporteerd, goederen, geadresseerd of rechtstreeks gecon signeerd aan regeeringsdepartementen, goederen, waarvan de invoer gedekt is door een licentie, afgegeven door het handelsminis terie onder vigeur van den handel met den vijand wet van 1939. 8. Een lijst van goederen, waarvoor geen certificaat van oorsprong en belangen vereischt wordt, is door het Handelsministerie opgesteld en kan op elk Britsch consulaat worden ge- rradpleegd. Het omvat alle voedingsmiddelen en voer voor dieren en een zeker aantal grond stoffen. 9. De tijdsduur, gedurende welken een certifi caat geldig blijft, is de tijdsduur, waarbinnen de goederen verscheept moeten worden en niet den tijd te dekken, dien de reis duurt. 10. Certificaten worden niet uitgereikt aan expediteurs. 11. Den exporteurs zij ernstig aanbevolen, en dit in hun eigen belang en om onnoodig opont houd te vermijden, hun aanvragen met zorg en nauwkeurigheid in te vullen, alle terzake die nende facturen en andere betrouwbare docu menten ter ondersteuning van hun verklarin gen aan den consul te zijner informatie er bij te voegen en gereed te zijn om alle verdere inlich tingen te verstrekken, die hij zou mogen ver langen. De Minister van Economische Zaken maakt bekend, dat krachtens de verbandmiddelcnbe- schikking 1939 no. 1 ondernemingen. d.w.z. na tuurlijke of rechtspersonen, die van den import, de vervaardiging, de bewerking, de verwerking of de verpakking van verbandmiddelen hun nor maal bedrijf maken, verplicht zijn zich te laten inschrijven bij het Rijksbureau voor genees- en verbandmiddelen. Vondelstraat 9. Amsterdam (W.) Onder verbandmiddelen worden verstaan: verbandwatten, vette watten, houtwolwatten, Weener watten, hydrophile gaas en cambric gaas, zoowel bewerkt als onbewerkt, benevens samenstellingen hiervan, met uitzondering van maandverband. Bij deze beschikking is het verkoopen of af leveren van verbandmiddelen door bedoelde on dernemingen verboden, zonder een daartoe van den directeur van het Rijksbureau verkregen schriftelijke vergunning. De directeur van het Rijksbureau heeft even wel dispensatie van dit verbod verleend voor het tijdvak van 27 November 1939 tot en met 26 December 1939. mits in dit tijdvak van elk der hierboven genoemde soorten verbandmiddelen geen grootere hoeveelheid wordt verkocht of af geleverd dan overeenkomt met een zesde ge deelte van de in het- eerste halfjaar van 1939 verkochte of afgeleverde hoeveelheid verband middelen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 7