BESCHERMING VAN
KUNSTSCHATTEN
EEN ONMISBAAR BOEK VOOR IEDEREEN
Britsche regelen omtrent den
internationalen handel
Uit
andere bladen
de zoon van Finn
ZONDAG 26 NOVEMBER 1939
Schuilkelders en schepen
KERKELIJK WOORDENBOEK
Uitvoerige bepalingen
thans gepubliceerd
TEST U ZELF
DOOR
A. J. DAWSON
Treiler getorpedeerd
De Britsche blokkade
G ezagondermijning
DUURTETOESLAG
METAALBEWERKERS VRAGEN
Dispensatie verkoopverbod
verbandmiddelen
een domheid begaan en door de harde slagen,
die hij voor deze ééne domheid had gekregen,
waren alle beenderen in zijn, lichaam gekneusd.
Maar hoe dit zij, hij had toch wel eenige ver
draagzaamheid tegenover Jan kunnen toonen,
daar negen en negentig onder de honderd hon
den, zelfs onder „doodbijters", geduld en goed
hartigheid zullen toonen, waar het jonge hon
den betreft.
De werkelijke begroeting van Jan met den
herdershond was buitengewoon lomp en onhan
dig.
„Hallo oude boerenlummel!" scheen hij te
zeggen, terwijl hij hard tegen den rechterschou
der van Grip bonsde. „Kom, laten we een spel
letje doen!"
Die schouder had hem moeten waarschuwen.
De haren op het dikke vel waren zoo stijf als
ijzerdraadjes, en stonden rechtuit als de pin
nen van een norsch stekelvarken. Maar de vroo-
lijke, springende Jan was op dat oogenblik on
toegankelijk voor zulk een vergelijkenderwijs
„teere" aanwijzing als deze.
Grip zei geen enkel woord; maar zijn oogen,
die op glas geleken, schoten, al§ het ware, blik
semschichten, en zijn lange kaken hapten als
een klem, toen Jan terugsprong van den bons
tegen zijn schouder. Toen deze zelfde stalen
kaken zich opnieuw openden ((wat ze een
oogenblik later deden), viel er een aanzienlijk
stuk van Jan's linkeroor op den grond. Jan
slaakte een kreet, een uitroep van toorn, ver
mengd met pijn, verbijstering en woede. Hij
keerde zich om en boog zich naar voren, als
naar den standaard van den illustreerder, en
daarna weggaat met de heldin. Maar in het
werkelijke leven gaat het eenigszins anders toe.
Niet alleen zijn er twee paar sterke handen
noodig, maar het is óók noodzakelijk, dat de
eigenaars van deze handen het strijdperk van
tegenovergestelde zijde naderen, en vlug en
sterk genoeg zijn uit eikaars buurt te blijven
als elk paar zijn eigen hond beet heeft. Niet
één paar handen kan, als het groote honden
betreft, het geval beheerschen, en iemands voe
ten zijn niet ver genoeg van zijn handen ver
wijderd om het tweede paar handen te vervan
gen.
om te vragen, wat deze daad van geweld betee-
kende. Op hetzelfde oogenblik, weer zonder ge
luid te geven, opende de witgetande klem zich
opnieuw, en sloot zich weer; dezen keer liet zij
over den geheelen zwart-en-grijzen kant van
Jan's linkerschouder een bloedige snede achter.
Op dat oogenblik sprak de schapenkoopman,
maar juist iets te laat.
„Weg daar!", zei hij, terwijl hij met zijn stok
naar Jan stiet. En „kom hier, Grip!", voegde
hij er tot zijn eigen hond bij. Maar zijn bevelen
kwamen iets te laat.
Wat Jan betreft deze had bloed verloren
en hij besefte, dat hij in vollen ernst en op
wreede manier was aangevallen. En wat Grip
betrof hij had bloed geproefd, en voelde dit
als een balsem voor zijn pijnlijke ribben. Dit
groote, domme zwart-en-grijze ding was, in elk
geval, geen schaap. Het moest dus uit zijn
buurt blijven óf de gevolgen dragen. Grip be
schouwde het leven' niet als een spel, maar
meer als een ernstige sleur van werken; van
vechten om te dooden, van het veroveren van
voedsel, van rusten zoo vaak hij dat kon, en
van het vermijden van den elzenstaf. Niets ver
schilde méér van Jan's vroolijke, onverantwoor
delijke, en opgeruimde, onrijpe opvatüng van
het leven dan de aard van Grip.
Maar nu was Jan volkomen ernstig, meer
dan hij ooit was geweest sinds hij, vijf maan
den geleden, zijn kraakbeenachtige lichaam had
geworpen op de wijfjesvos, die zijn zuster in 't
hol had gedood. Hij verspilde eenigen adem in
een tweeden kreet een en al uitdaging en
woede; en nu: geen vragende verbazing en
daarna, evenals een veulen uit Clydesdale, dat
een luipaard aanvalt, wierp hij zich op den
herdershond, huilend en worstelend om een
houvast te krijgen. Het scheen dat Grip was sa
mengesteld uit stalen veeren, gomelastiek en
kokosbast. De schok van Jan's aanval leek on
getwijfeld iets op een slag, want Jan was zwaar
der dan de herdershond, maar hij weerde dien
af met een wending van zijn dicht begroeide
schouders, en toen de jonge hond hem weer
voorbij ging, nam hij revanche (dezen keer ftan
het losse vel, aan de rechterzijde van Jan's nek)
met zijn juist opeen sluitende kaken.
Hoe onbekend hij ook was met deze wolfs
hondachtige of andere krijgstaktieken.
bood Jan toch een indrukwekkend beeld van
teugellooze woede aan, toen hij opnieuw om
keerde om zijn vijand, die kalm bleef en veel
hulpmiddelen bezat, te weerstaan. David Crum-
plin zag nu in, dat deze jonge hond een dier
was, dat beteekenis en waarde bezat; hij deed
zijn uiterste best om hen te scheiden. Maar het
gevecht was nu tè ver gevorderd dan dat mon
delinge tegenwerpingen indruk zouden maken,
zelfs op den zoo goed gedisciplineerden Grip;
en wat Jan betreft hij was eenvoudig onge
voelig voor de dringende bede van David, of
voor de stooten en duwen van zijn staf. In de
bladen van een roman is een man (natuurlijk
vooropgesteld dat hij een held is) altijd in
staat zonder veel moeite twee vechtende honden
te scheiden, zelfs als hij geen kennis heeft van
honden, onberispelijk gekleed is, geoordeeld
David Crumplin gaf dus spoedig zijn overre
ding op, schreeuwde om hulp, en tierde hevig
tegen de honden, terwijl hij elk van hen zonder
eenig vooroordeel bonsde en stootte; maar zon
der eenige uitwerking. Zij gaven wat om zijn
razen en zijn elzenstaf! Jan bloedde nu uit een
half dozijn open wonden; en Grip, de beroem
de „doodbijter", verkeerde in een ontzettende
woede, omdat deze domme, jonge olifant van
een jongen hond hem werkelijk duwde en pijn
deed hem den meest gevreesden hond in
den omtrek! Maar het moet gezegd worden, dat
Jan met verbazingwekkende snelheid leerde. Hij
kon niet in één minuut of in één maand de
vechtkunst leeren, die Grip zoo afschrikwek
kend maakte; maar hij leerde in één minuut in
zien, dat hjj de domme aanvallen, die hem zijn
eerste bloed hadden gekost, niet moest her
halen.
Eerst deed hij zijn uiterste best om den her
dershond door zijn gewicht en kracht omver te
werpen. Daarna stelde hij alle pogingen in het
werk om zijn tanden door den kokosachtigen
maliekolder van Grip's nek te krijgen. En al
werd hij gestraft, toch deed hij óók kennis op,
hetgeen bewezen werd door het feit, dat hij
dadelijk, nadat hij zijn derde wonde ontving,
een van Grip's ooren vaneen scheurde, en een
minuut later aanviel op den rechtervoorpoot
van den herdershond (daar waar het 'vel van
den maliekolder dun was) met een beet, die
stellig tengevolge zou hebben, dat Grip gedu
rende een week mank liep. Door dezen stoot
werd Grip voor goed buiten het bereik van zijn
meester gebracht, en het smeulende vuur van
zijn aard tot een heete vlam aangewakkerd. Ja,
gedurende een paar minuten deed het den her
dershond zijn sluwheid vergeten, zóó boos was
hjj; het gevolg daarvan was, dat hij óók een
deel van zijn gave oor verloor en bijna omver
geworpen werd door de hevigheid van Jan's
aanval.
En toen, plotseling, veranderde de herdershond
geheel, als door een tooverslag. Zijn vlam ver
minderde tot een stil, kalm vuur. Zijn kaken
sloegen niet langer opeen; zijn woedend grom
men eindigde in een doodelijke stilte; hij ging
liggen als een lynx, die zich teweer stelt.
IK
die de juiste beteekenis wil kennen van woorden,
uitdrukkingen, instellingen en gebruiken, die in het
Katholieke leven voorkomen, is het encyclopaedisch |m
BAYONNE, 25 Nov. (Havas) Een treiler
werd door een Duitsche duikboot getorpe
deerd. De bemanning werd door Spaansche vis-
schers aan boord genomen.
(Wordt vervolgd)
Dr. J. Kalf heeft in een onderhoud met den
ledacteur van de Toeristenkampioen een en
ander verteld over de bescherming van onze
kunstschatten.
„De bescherming van de gebouwen", zoo
Vertelde hij, „zal in de meeste gevallen geen
®anstoot geven aan den kunstminnenden toe
rist. Bovendien, die bescherming moest, voor
zoover' zij op kosten van het Rijk gebeurt,
beperkt worden tot een betrekkelijk klein
aantal, wegens de enorme sommen, welke er
tnee gemoeid zijn. De meest representatieve
gebouwen hebben wij moeten uitkiezen, en
daarvan geniet slechts een gedeelte weer extra
bescherming." Van de vier monumenten, waar-
Voor in het district Amersfoort speciale maat
regelen worden getroffen, n.l. de O. L. Vrou-
Vetoren te Amersfooort, de Koppelpoort, even
eens aldaar, de St. Cunerakerk te Rhenen en
de Groote Kerk te Harderwijk, staat alleen het
eerste cursief gedrukt; m.a.w. dat wordt meer
volledig beveiligd dan de overige. Voor het
district Haarlem, dat zeven namen vertoont,
geldt deze uitzondering alleen de Oude St.
Bavo, voor Den Haag twee districten met
tarnen zeven monumenten zijn alleen het
Binnenhof en de Nieuwe Kerk cursief gedrukt
in een daarover samengesteld boekje.
,,In tal van beschermde gebouwen zal men
Van de bescherming eigenlijk niets zien", ver-
Volgde dr. Kalf. „Want meestal immers komt
bet neer op werk aan de kappen en de goten,
op het maken van brandputten, die onafhan
kelijk zijn van de waterleiding, op het in voor
raad houden van zand om brandbommen te blus-
Schen. Natuurlijk, soms moeten we verder
gaan. Zoo zal het praalgraf van De Ruyter in
de Nieuwe Kerk te Amsterdam heelemaal om
muurd moeten worden met zandkisten, pre
cies hetzelfde kan ik vertellen van het praal
graf der Brederodes in de Groote Kerk te
Vianen. Een dergelijke zandkistenwal in een
kerk is leelijk, stellig, maar die monumenten
moeten tegen scherven en brand worden be
veiligd. Indien H. M- de Koningin het toe-
Staat, zal het praalgraf van Willem den Zwij
ger, in de Nieuwe Kerk in Delft, op nog dege
lijker manier beschermd worden. De bescher
ming der praalgraven van de Nassau's in de
Groote Kerk te Breda is al grootendeels
klaar."
Over onze musea zei dr. Kalf oa.:
Het Mauritshuis is gesloten, maar dat is
slechts tijdelijk. Er wordt op het oogenblik
een bomvrije kelder gebouwd, waar het kost
baarste deel van den inventaris in kan. Het is
de bedoeling om, zoodra die klaar is, het
museum weer open te stellen. Dan zal het im
mers mogelijk zijn om binnen een dag, mis
schien wel binnen een paar uur, alles veilig op
te bergen. De lijsten zijn daar op ingericht, de
Paneelen, de kisten, dan kan alles heel gauw
gaan.
In de Lakenhal in Leiden neemt men ook
maatregelen, maar die is toch nog wel open.
Utrecht heeft voor het Centraal museum een
heel goeden schuilkelder onder den Dom
toren, daar is men dan voorloopig ook niet van
plan de deuren te sluiten. Het Aartsbisschop
pelijk Museum in hetzelfde gebouw is even
min ontruimd. In Haarlem hebben we dan het
Frans Halsmuseum, dat grootendeels wél ont
ruimd is; heel belangrijke collecties zijn ook
die van de musea van Oudheden en voor Vol
kenkunde te Leiden, die allebei zijn gesloten, en
óan is er verder het Museum Kröller-Müller,
op De Hooge Veluwe, dat nu nog wel niet dicht
is, doch dat in ieder geval ontruimd zal wor
den. zoodra de groote schuilkelder klaar zal
zijn. die voor deze verzameling gemaakt
Wordt
„We moeten op het oogenblik trachten de
kunstschatten, waar juist het toeristenverkeer
Voor zoo'n groot deel van afhankelijk is, tot
eiken prijs te redden", betoogt dr. Kalf. „Van-
de duizend vreemdelingen, die we hier zien,
komen er toch zeker 850 voor de Nachtwacht.
De roem van onze schilderijen vOrmt immers
Verreweg Nederlands voornaamste attractie
Voor de buitenlanders!"
We opperen de gedachte of het niet mogelijk
Zou zijn om juist die Nachtwacht in het Rijks
museum terug te brengen; in tijden van gevaar
kan één schilderstuk toch stellig gauw genoeg
in veiligheid worden gebracht en reeds voor
dat ééne kunstwerk zouden de menschen ai
baar het museum komen, meenen we te mogen
veronderstellen.
Doch dr. Kalf legt onmiddellijk uit, waarom
dat niét kan.
„Amsterdam zelf heeft geen schuilplaats. Al
de stukken van het Rijksmuseum zijn dan ook
buiten de hoofdstad in veiligheid gebracht. In
overleg met den Generalen Staf worden een
stuk of zes plaatsen in Noord-Holland uitge
zocht, waar gedeelten van de geweldige col
lectie het veiligst te achten zijn. Nu is het ver-
Voer van de Nachtwacht uiterst moeilijk, om
dat het zoo'n buitengewoon fragiel stuk is.
Dat vervoer kan niet in haast gebeuren, in
geen geval. Bovendien komen er bij het ver
voer van schilderijen nog allerlei problemen
te pas, problemen, die al evengoed gelden bij
liet opbergen zelf. Op het oogenblik bijvoor
beeld zijn er gebouwen gekozen, waar de
schilderijen droog en warm in staan, maar die
verder eigenlijk niet de minste extra beveili
ging bieden. De eenige beveiliging is slechts
gelegen in het feit, dat de meesterstukken nu
buiten een omgeving gebracht zijn, welke in
een eventueelen oorlog zeer gevaarlijk zou
kunnen worden; tevens volgen we het systeem
om door het splitsen van de collectie het risico
zoo klein mogelijk te maken. Maar zoodra de
schuilkelders klaar zijn, en ik schat dat daar
voor nog wel een half jaar noodig zal wezen
gaat de verzameling daarin. Trouwens, ook die
kelders liggen heusch niet allemaal bij elkaar,
De Britsche verscherpte blokkade, die ook den
neutralen veel schade zal berokkenen, wordt in
de Nederlandsche pers met groote bezorgdheid
ontvangen. Zoo schrijft het „Algemeen Han
delsblad":
De naar willekeur uitgebreide contraban
de-lijsten der oorlogvoerende partijen be-
teekenden een eersten aanslag op den vol
komen legitiemen neutralen handel. Pogin
gen om in strijd met het volkenrecht een
blokkade door neutrale landen heen te for-
ceeren, volgden, zoowel voor inkomende als
uitgaande lading in neutrale schepen. De
maatregelen welke gisteren door den Brit,-
schen premier in het Lagerhuis zijn aange
kondigd en volgens welke Engeland binnen
kort ook Duitsche exportladingen in neu
trale schepen op zee in beslag gaat nemen
evenals in den vorigen wereldoorlog bij
wijze van represaille tegen werkelijke of
vermeende Duitsche overtredingen van het
volkenrecht, die zelf ook weer reacties heet
ten op Britsche overtredingen of Britsche
„uithongeringspolitiek" zijn een verdere
benadeeling van neutrale belangen.
Wij hebben in ons ochtendblad van heden
een aanhaling afgedrukt uit een beschou
wing van den Leidschen hoogleeraar in het
volkenrecht, prof. Telders, -die nog eens her
innert aan het criterium uit d^ Declaratie
van Parijs van 1856: „De neutrale vlag dekt
de vijandelijke goederen, behalve oorlogs
contrabande", maar die tevens wijst op ju
ridische pogingen van belanghebbende zij
den om dezen regel te ontzenuwen. Dat dit
moet leiden tot ernstige schade aan de re
delijke welvaartsbelangen van neutrale lan
den als Nederland, welker nationale econo
mie nu juist voor een deel gebaseerd is op
het zee-vervoer van al dan niet verwerkte
buitenlandsche goederen, spreekt vanzelf
Terecht kon prof. Treub in zijn herinnerin
gen aan soortgelijke Engelsche maatregelen
in den vorigen wereldoorlog de roekelooze
vernietiging van menschenlevens door den
duikbootoorlog veroordeelen, maar de gesta
dige vernieling van onderdeelen van het
economisch fundament der menschelijke be
schaving (het onmisbare internationale han
delsverkeer) „niet minder bedenkelijk" ach
ten.
Faciliteiten met bekortingen van het op
onthoud op contróle-punten voor het res-
teerende neutrale handelsverkeer, zooals er
nu wederom worden voorgesteld, kunnen
niet opwegen tegen het feit, dat deze ver
scherpte en wederrechtelijke blokkade-poli
tiek een deel van de legitieme welvaarts
bronnen der neutralen vernietigt. Bovendien
kan geen neutrale regeering zich onderwer
pen aan controle door een oorlogvoerende.
Juist zij, die in de wereld beweren op te
Deze dingen zouden natuurlijk meer dan ge-
hoeg zijn geweest in den vorm van aanbeveling
en introductie voor een hond van rijpe erva
ring. Maar voor 't jonge hondje Jan, (ondanks
zijn gewicht van honderd pond) beteekenden
zij niets. Zijn begroeting was een vroolijke, of
eigenlijk: een eenigszins krakende blaf, een
soort van:
„Hallo, een vreemdeling! Kom maar op! Wat
een pretje!"
En hij ging. steigerend als een hobbelpaard,
de laan verder in, om Grip tegemoet te gaan
er op voorbereid een nieuwen vriend te maken,
te stoeien, of iets anders te doen, wat niet van
ernstige beteekenis was. Maar toevallig was de
onbuigzame Grip dien morgen nog ernstiger
dan gewoonlijk. Door al te groote strengheid bij
het drijven had hij dien dag een lam verloren,
toen hij een kudde over de Downs bijeendreef.
Het diertje was uitgegleden bnder den druk
Van het bijeenjagen, en had op den bodem van
«en diepe groeve zijn beide voorpoot en gebro
ken. Grip had geen driemaal in zijn leven zulk
cok die zijn over de provincie, of misschien
kan ik beter zeggen, over twee provincies ver
deeld.
„We hebben nu schuilplaatsen op het oog in
de duinen, waar het zand, dat op het beton
gestort moet worden, vlak bij de hand is en
waar de kelders in ieder geval nog boven het.
grondwaterpeil zullen liggen. Dus droog en
veilig. Zou daar per ongeluk eens een ver
dwaalde bom vallen, dan kan die nog geen
schade aanrichten, zóó stevig wordt alles ge
maakt!"
„Hoe lang geleden is men al begonnen met
al die maatregelen voor te bereiden?"
„Wel, na het vorige jaar September is men
al in de meeste Rijksgebouwen beschermende
maatregelen gaan nemen. Dat kon niet véél
zijn, omdat er toen nog geen geld voor was.
Zelf heb ik over het vraagstuk der bescher
ming van onze kunstschatten in December een
rapport uitgebracht, dat vanzelfsprekend eerst
diverse instanties moest doorloopen, maar ge
lukkig heb ik dan toch, nu ongeveer een
goede maand geleden, de noodige credieten
gekregen om aan den slag te kunnen gaan.
Zooals u weet, zijn wij echter met de bestu
deering van de verschillende maatregelen al
geruimen tijd bezig. Zoo geschiedde de voor
bereiding van de bescherming van die 108 ge
bouwen door architecten, leden van den B.N.A.
die zich onmiddellijk bereid hebben verklaard,
in antwoord op een oproep in het Bondsor
gaan, om voorloopig kosteloos de noodige
plannen uit te werken- Dat is wel een heel
gewaardeerde steun gebleken.
Het is ook begrijpelijk, dat de Regeering niet
dadelijk het noodige geld ter uitvoering van
de voorstellen beschikbaar kon stellen. Daar
zijn enorme sommen mee gemoeid. En in ieder
geval ben ik overtuigd, dat het bedrag, dat mij
thans toegestaan is, wel voldoende zal zijn.
Daar ben ik erg blij om!"
In den loop van het gesprek blijkt voorts, dat
een aantal schilderijen wel op echt-Hollandschs
wijze is geborgen, n.l. in.... schepen. Het ge-
heele gemeentelijk bezit van Amsterdam in het
Rijksmuseum is geladen op vier ijzeren lich
ters, die op veilige plaatsen zijn verankerd.
Het voordeel is, dat alles gemakkelijk ver
plaatst kan worden en, nis het eens noodig
mocht zijn, ook betrekkelijk snel. Wel staat
daar tegenover, dat de handhaving van de
temperatuur en den juisten vochtigheidsgraad
speciale moeilijkheden meebrengt.
komen voor de rechten der kleine naties,
mogen zich daarvan extra rekenschap geven.
Zal de nieuwe actie tegen Duitsche la
dingen of goederen van Duitschen oorsprong
in neutrale schepen zich tot de kleine West-
Europeesche zeevarende landen beperken, of
zullen ook grootere zooals Italië en Rusland,
die een deel van het Duitgche export-ver-
keer verzorgen of zouden kunnen verzorgen,
eronder vallen? Er is onlangs sprake ge
weest van Italiaansche, Russische en Spaan
sche stappen in Londen om tegen de belem
mering der neutrale handelsvaart te protes
teeren. In Antwerpen heeft burggraaf Ter
linden dezer dagen aangedrongen op overleg
tusschen de neutralen om voor hun zeerech
ten beter op te komen. Of al deze belangen
hier voldoende evenwijdig loopen (met zoo
vele politieke doorkruisingen) is evenwel
twijfelachtig. Wat het neutrale Amerika be
treft, dat heeft door zijn „cash and carry"-
voorschriften zijn eigen koopvaardijschepen
eigenlijk reeds uit de onvrije oorlogszeeën
teruggetrokken.
Wanneer echter de kleine West-Europee-
sche landen den hoofdlast van den nieuwen
zee-oorlog zouden ondervinden, zou dit de
onbillijkheid nóg duidelijker in het oog doen
springen. Een land als Nederland kan zonder
zijn scheepvaart ternauwernood leven. „Na-
vigare necesse est". Voor ons geldt dat als
voor weinig anderen. Wij willen alsnog ho
pen, dat Engeland aan dit levensrecht van
een bevrienden onzijdige den eerbied zal be-
toonen welken het voor de internationale
samenleving als geheel zoo plechtig ver
klaard heeft te willen beschermen.
Hoe de gezagondermijnende invloed van liet
gedoe van dr. Colijn en „de Telegraaf" door
werkt, bewijst een brief van een soldaat in de
„Limburger Koerier":
„Jan soldaat is paraat, hij doet in de Peel-
vlakten of elders zijn dienst en weet maar
amper wat er in den lande gebeurt. Daarom
grijpt hij in zijn kwartier, in de cantine,
naar de dagbladen, ook naarde „Tele
graaf", het lijfblad van vele officieren. Deze
laatsten roemen vaak het blad, omdat het
zoo „bij" zou zijn en daarom laten ze het
vaak liggen ten gerieve van de soldaten.
Ten gerieve of ten grieve?
„Het spande. We wisten het, we snoven
het. Het werd groot alarm. Weet een burger
wat dat zeggen wil? De soldaten hadden
zich op het ergste voor te bereiden. De ver
loven werden ingetrokken, de wachten ex
tra versterkt en verzwaard. Laatste orders
werden uitgedeeld. Begrijpelijkerwijze vroe
gen de soldaten aan hun officieren of het
meenens was. Vertrouwde stemmen gaven te
verstaan, dat de toestand inderdaad kritiek
was en dus aanvaardden de soldaten, dat
het ernst was. Berustend in dien ernst,
deden ze hun plicht....
Maar, daar komt de „Telegraaf": „De ge
beurtenissen hebben duidelijk bewezen, dat
de algemeeene leiding der staatszaken veel
te wenschen overliet."
Wie slaat hier een modderfiguur? De re
geering? Of die officieren, die de zoo goed
bij zijnde „Telegraaf" lezen, eerst aan de
soldaten voorhouden dat het bittere ernst
is en dan door hun „Telegraaf" laten zeg
gen dat onnoodig ongerustheid gekweekt is?
„Een gewoon soldaat heeft gelukkig ook
onderscheidingsvermogen. Hij begrijpt heel
goed, waarom de „Telegraaf" ditmaal weer
eens een keer in de oppositie is. Maar laten
de heeren in Amsterdam wel weten, dat
niets meer ontzenuwend werkt, dan dat
twijfel wordt gezaaid...."
De „Limburger Koerier" teekent hierbij aan:
Deze soldatenklacht wijst op een gevolg
van de aanmatigende bedilzucht in de „Te
legraaf", welke ook wel eens belicht mag
worden. De schrijver heeft een paar puntige
waarheden gezegd. Vooral voor wat de hou
ding van vele officieren ten opzichte van de
„Telegraaf" betreft. Zullen zij nu nog zoo
erop roemen, nu het blad om speculatieve
redenen, en in de verwaande zucht om deze
regeering door een ander bewind te vervan
gen, zelfs het heilige goed van het vertrou
wen, het vertrouwen dat elkeen, zeker de
soldaat, in de leiding des lands moet hebben,
op het spel durft te zetten?
De secretaris der samenwerkende metaalbe
werkersbonden deelt mede:
De samenwerkende organisaties hebben zich
tot de werkgevers in de metaalnijverheid in
Rotterdam, Hillegersberg, Schiedam, Vlaardin-
gen, Overschie, Capelle aan den IJsel, Krim
pen aan den IJsel en Bolnes-Slikkerveer ge
wend met een schrijven inzake de duurte.
Hierin wordt gewezen op de stijging van de
prijzen van levensbehoeften voor arbeidersge
zinnen, sinds Augustus j.l„ zooals deze geble
ken is uit de publicatie van het statistisch bu
reau der gemeente Amsterdam.
De aandacht is er op gevestigd, dat de stij
ging zich nog voortzet en gevraagd is een zoo
danige duurtetoeslag toe te kennen, dat daar
door de stijging der prijzen wordt gecompen
seerd.
Op dit schrijven, dat werd verzonden aan
alle werkgevers, die niet zijn aangesloten bij
den metaalbond, of betrokken zijn bij een col
lectieve arbeidsovereenkomst, is spoedig ant
woord gevraagd.
Wilt U voor U zelf de onmisbaarheid van dit boek
vaststellen, dan moet U eens nagaan of U de volgende -jhi
vragen alle volledig en juist kunt beantwoorden
Wat is Rozenzondag Wat is de Oxford-beweging en
waaruit is zij ontstaan Wat is het verschil tusschen
de kerkelijke straffen van excommunicatie, interdict en
suspensie Wat wordt tverstaan onder Pauselijke
Familie Waarin bestaat de dwaling der Oud
katholieken Waarin ligt het onderscheid tusschen
een Accoord, een Modusvidendi en een Concordaat,
gesloten tusschen een staat en den Apostolischen Stoel
Wat dient op een ziekentafeitje te staan bij de be
diening van een zieke Wot houdt het processieverbod
in? Wat is de Liberale of Vrij-Katholieke kerk
Welke is de symbolische beteekenis van attributen
zooals appel, duif, pauw, regenboog, bijenkorf, enz.
Met welk attribuut wtrdt de H. Dorothea, de H. Lode-
wijk, de HMargaretha afgebeeld Wat beteekenen
afkortingen als O.E.S.A., C.s.s.R., M-S.F., O-C.R., O.S.F.S.
achter namen? Wat is het befaamde artikel 177 van
de Indische Staatsregeling Hoe worden de graden
van bloedverwantschap in het Kerkelijk Recht berekend?
Waarin verschilt de Pausmis van de gewone ponti
ficale misWat is een votief mis Wat houdt de
eeretitel assistent-bisschop bij den pauselijken troon in
Hoe staat de Kerk tegenover de Rotary-beweging en
het Soroptimisme Wat is een half dubbel feest en
wat een enkelvoudig Wat is de beteekenis van de
devotie van den Priesterzaterdag Mag een kerkelijke
begrafenis ook in den namiddag plaats hebben Waar
komt het woord Paschen vandaan Wat is de Gulden
Mis Heeft de Kerk zich ooit uitgesproken over het
bovennatuurlijk karakter der genezingen te Lourdes
Wat is de juiste inhoud van het begrip Katholieke
Actie Wat is een quadrageen Wat bedoelt men
met Zondagsletter Wat is een statiekerk Welke
zijn de vereischten voor het verdienen van een vollen
aflaat Wat is de Portiuncula-aflaat, een Toties
Quoties-aflaat en hoe kunnen zij worden verdiend
Op deze en talloos vele andere vragen geeft het Ency
clopaedisch Kerkelijk Woordenboek het juiste antwoord.
Onderwerpen als Liturgisch Vaatwerk en gewaden - De
Pausen van Petrus tot Pius XII - Heilig- en Zalig
verklaring - Het kerkgebouw - De Mis - Het altaar
- Kerkelijk jaar - Pauselijke kanselarij - Titelatuur enz.
enz. zijn afzonderlijk uitvoerig behandeld.
Foto's van de kleeding van de verschillende klooster
orden - de Vaticaansche stad met al haar gebouwen
- de Heilige Lijkwade van Turijn en talloos vele
illustraties in lijnteekening zooals die in geen enkele
andere uitgave bijeen voorkomen, verduidelijken den
tekst.
De Limburger Koerier schreef:
„Het beste middel om een
dergelijk boek op zijn bruik
baarheid te beproeven is het
nemen van een aantal steek
proeven. Wij constateerden
daarbij, dat bij iedere proef
de volledigste gegevens ver
strekt werden, beter dan men
ze in een algemeene encyclo-
paedie kan vinden".
De Maasbode: „Men zal in dit
werk niet spoedig op een te
stellen vraag, rakende het
Katholieke leven in den uit-
gebreidsten zin, vergeefs een
antwoord zoeken".
De Standaard: „Een pracht-
vjerk De verklaring van R.K.
termen en begrippen is kern
achtig en fundamenteel"
U kunt deze uitgave, welke eeri rijk bezit is, bestollen
bij Uw boekhandelaar of bij Uitgeverij De Gemeenschap,
Bilthovcn,
BESTELBILJET. Ondergeteekende wenscht te ontvangen
Encyclopaedisch Kerkelijk Woordenboek a f 4.50 geb.
NAAM
Van Britsche zijde werd thans de
uitvoerige regeling betreffende cer
tificaten van oorsprong en belangen
voor exporten naar het vereenigd
koninkrijk gepubliceerd.
1. Alle goederen (met uitzondering van die
voorkomen op de lijst van vrijstellingen hier
beneden genoemd), welke uit een neutraal land
worden uitgevoerd naar het Vereenigd Konink
rijk, moeten vergezeld gaan van een certificaat
van oorsprong en belangen, in den vorm als
goedgekeurd door het Britsche Handelsminis
terie, en de hanöteekening dragend van een
Britsch consulair ambtenaar.
2. Het certificaat moet, indien aanwezig, het
percentage aangeven van den kostprijs der in
hetzelve beschreven goederen, welke de waarde
uitdrukt der grondstoffen, die zijn gegroeid
of vervaardigd of bewerkt op vijandelijk gebied
maar dit mag in geen geval de 25 procent te
boven gaan. Uit het certificaat moet tevens blij
ken, dat geen vijand eenig belang, welk ook,
heeft bij de goederen, die er door worden ge
dekt.
3. In deze kennisgeving zijn onder „vijand"
te verstaan:
1. Iedere staat, in oorlog met zijn Britsche
Majesteit, en agenten van de regeering ervan;
2. Iedere inwoner, individueel en firma, ge
vestigd in vijandelijk gebied;
3. Ieder filiaal, in welk land ook, waarvan
de hoofdzetel op vijandelijk territoir geves
tigd is.
4. Iedere vennootschap of andere combinatie
van personen, opgericht of samengevoegd onder
de vigeur van 's vijands wetten.
5. Iedere persoon of firma, voorkomende op
de zwarte lijst.
De uitdrukking „vijandelijk gebied" omvat alle
gebied onder vijandelijke souvereiniteit of dat
door den vijand bezet is.
4. Goederen, die grootelijks of voor een deel
van neutrale herkomst zijn en een behandeling
hebben ondergaan, enz., op vijandelijk territoir,
worden beschouwd als te zijn van vijandelijken
oorsprong, zoo zij later gezonden worden naar
hetzelfde neutrale land of een ander neutraal
land voor her-export.
5. Het percentage der vijandelijke herkomst
moet worden berekend op de basis van de ver
houding tusschen:
(a) De totale kosten, waarop aan het neu
trale land de vervaardiging, inbegrepen de
grondstoffen, neerkomt, maar onder aftrek van
de neutrale verpakking, en
(b) Hetgeen den neutralen fabrikant de vij
andelijke grondstoffen en het in vijandelijk
gebied verrichte werk heeft gekost, het bedrag
omgerekend in de valuta van het neutrale land
naar den koers van den dag van koop of beta
ling. De bedragen, door een neutraal fabrikant
betaald aan een vijand wegens fabricage-licen-
tie, en wegens verpakking in kisten, wanneer
deze op kosten is geschied van den vijand.
De uitdrukking „verpakking" omvat niet al
leen de verpakking die noodig is voor het ver
voer van de goederen, maar ook materialen als
flesschen, kartonnen doozen en hulzen, enz., die
om de goederen heenblijven tot in de winkels
van den kleinhandel.
6. Het woord „belangen" in het certificaat
voorkomende, is meer omvattend dan „eigen
dom" of „bezit". Het duidt een zoodanige di
recte of indirecte relatie aan van een vijand
van Groot-Brittannië met de goederen in
kwestie dat de voorgenomen transactie hem
voordeel of winst kan brengen.
Het omvat bijgevolg alle gevallen, waarin een
eenigerlei commissie aan den vijand zou kunnen
toevallen.
7. Certificaten zijn noodig. voor alle zendin
gen, hoe klein ook, en zijn zelfs van toepassing
op voorwerpen, per pakketpost verzonden. Zij zijn
echter niet noodig vbor de volgende categorieën
van goederen:
Dagbladen, tijdschriften en andere drukwer
ken als boeken of gedeelten ervan, muziek, cata
logi, tractaatjes, brochures, vliegende bladon,
formulieren, en ook alle advertentie-materiaal,
goederen, bona fide persoonlijk bezit zijnde of
tot het huishouden behoorend, van menschen,
die "net land binnenkomen,
monsters zonder handelswaarde,
bona fide geschenken door particulieren aan
particulieren toegezonden,
goederen, uit het Vereenigd Koninkrijk af
komstig en na geëxposeerd te zijn, daarheen te-
rugkeerend,
goederen onder voorwaarden van transito of
verscheping geïmporteerd en behoorlijk opnieuw
geëxporteerd,
goederen, geadresseerd of rechtstreeks gecon
signeerd aan regeeringsdepartementen,
goederen, waarvan de invoer gedekt is door
een licentie, afgegeven door het handelsminis
terie onder vigeur van den handel met den
vijand wet van 1939.
8. Een lijst van goederen, waarvoor geen
certificaat van oorsprong en belangen vereischt
wordt, is door het Handelsministerie opgesteld
en kan op elk Britsch consulaat worden ge-
rradpleegd. Het omvat alle voedingsmiddelen
en voer voor dieren en een zeker aantal grond
stoffen.
9. De tijdsduur, gedurende welken een certifi
caat geldig blijft, is de tijdsduur, waarbinnen
de goederen verscheept moeten worden en niet
den tijd te dekken, dien de reis duurt.
10. Certificaten worden niet uitgereikt aan
expediteurs.
11. Den exporteurs zij ernstig aanbevolen, en
dit in hun eigen belang en om onnoodig opont
houd te vermijden, hun aanvragen met zorg en
nauwkeurigheid in te vullen, alle terzake die
nende facturen en andere betrouwbare docu
menten ter ondersteuning van hun verklarin
gen aan den consul te zijner informatie er bij te
voegen en gereed te zijn om alle verdere inlich
tingen te verstrekken, die hij zou mogen ver
langen.
De Minister van Economische Zaken maakt
bekend, dat krachtens de verbandmiddelcnbe-
schikking 1939 no. 1 ondernemingen. d.w.z. na
tuurlijke of rechtspersonen, die van den import,
de vervaardiging, de bewerking, de verwerking
of de verpakking van verbandmiddelen hun nor
maal bedrijf maken, verplicht zijn zich te laten
inschrijven bij het Rijksbureau voor genees- en
verbandmiddelen. Vondelstraat 9. Amsterdam
(W.) Onder verbandmiddelen worden verstaan:
verbandwatten, vette watten, houtwolwatten,
Weener watten, hydrophile gaas en cambric
gaas, zoowel bewerkt als onbewerkt, benevens
samenstellingen hiervan, met uitzondering van
maandverband.
Bij deze beschikking is het verkoopen of af
leveren van verbandmiddelen door bedoelde on
dernemingen verboden, zonder een daartoe van
den directeur van het Rijksbureau verkregen
schriftelijke vergunning.
De directeur van het Rijksbureau heeft even
wel dispensatie van dit verbod verleend voor het
tijdvak van 27 November 1939 tot en met 26
December 1939. mits in dit tijdvak van elk der
hierboven genoemde soorten verbandmiddelen
geen grootere hoeveelheid wordt verkocht of af
geleverd dan overeenkomt met een zesde ge
deelte van de in het- eerste halfjaar van 1939
verkochte of afgeleverde hoeveelheid verband
middelen.