W7, s*-np
ATELIERWERK
De familie Steunstok is machtig
DE BONTJAS
K m m X I ak
Erme sloebers
LEKO RIJWIELLAMPEN
voor gebruik in huis
MEISJESPYAMA VOOR
DEN LEEFTIJD VAN
DRIE JAAR
BRABANTSCHE BRIEVEN
Oude kranten houden warmte
vast en weren de mot
TWEE GOEDE RECEPTEN VOOR DE LEZERESSEN
Ter verzachting v. spierrheumatiek Dit is een hoestsiroop-recept voor
en lendepijn kinderen en volwassenen
Knipt deze twee recepten uit en bewaart ze goed
«Lljssr jÉbfeMriélfii S »4' i ■wWl'lW.wi J ^aËBGtffil-itr.jllllIlllllM'bsF:
Lampekappen, aardewerk, handweefwerk
en speelgoed van vrouwelijke ontwerpers
KENT
Dp. E. HOEKSTRA'S
BLOEDZUIVERENDE PILLEN
LEKO LICHT - BETER ZICHT
Naar aanleiding van de tentoonstelling, be-
°ln November in het atelier van mejuffrouw
•»nny Kleber gehouden, willen wij hier iets
■beer vertellen van het werk, dat de vier, die
"T exposeerden, in haar Amsterdamsche werk-
P'aatsen vervaardigen.
Reeds schreven wij uitvoerig op deze pagina
un (je Tijd van 19 Maart) over het kinder
speelgoed van mejuffrouw Bep Lankhout, die
y?ans hier tezamen met haar kunstnijverheids-
asters haar werk tentoonstelde in het atelier
j_an mejuffrouw Anny Kleber (lampekappen)
®et het gewevene door Marise Swets en de
Jardewerk-voorwcrpen van mejuffrouw Lucy
«akker.
De vrouw, wier aesthetische zin ontwikkeld
j®> heeft in haar dagelijksche omgeving graag
Piooie dingen om zich heen en als gebruiks
voorwerpen zal ze bjl voorkeur datgene kiezen,
*at een cachet heeft van het ongemeene en
o artisticiteit verraadt van maker of maak-
Ver. Mag bijvoorbeeld een lamp, behalve te
'?ldoen aan den eischte verlichten bij avond,
«iet evenzeer de pretentie hebben van een har-
"ionieerend ornament te zijn in het milieu?
Door de soberheid van materiaal en de goed
'■'gedachte combinatie van materiaalsoorten
'Uilen de lampen van mejuffrouw Kleber in
I c'er smaak vallen. Inzonderheid de staande
piipen met kap van Japansche vezelstof, het
'evendige en lichte materiaal, bij uitstek ge
schikt voor de plooilooze kap. De eetkamer-
'a®p, die wij hier afbeelden, werd van deze
Petkamentachtige vezelstof vervaardigd en de
monstreert tevens de ingenieuze oplossing van
J1 probleem, dat zich voor kan doen bij de-
;amp-boven-de-tafel: ofwel de zittende kij-
T in het schelle licht, of door afscherming
™ordt de lichtuitstraling te veel getemperd,
«et cirkelvormig vlak, zooals hier aangebracht,
Bovenwijdte 70 c.M., lengte blouse 30 c.M,,
m_ouwlengte 32 c.M., lengte broek 62 c.M., van-
f de taille gemeten.
Benoodigd: 2.10 meter flanel van 80 c.M.
Bteed. 50 c.M. elastiek.
Vóór- en rugpand van de blouse wordt uit
"eh stofbreedte geknipt (middenvóór en mid
denachter aan de vouw), dan is er één hoogte
'°°r de mouwen en blijft er nog tweemaal een
°°gte voor de broek over. Het kraagje wordt
geknipt uit overgebleven stukjes naast de-mou-
Ven. Aan de lengte van de blouse knippen we
c.M. voor zoom. Het platliggende kraagje
Vordt in model geknipt, zooals de teekening
aangeeft en is van dubbele stof gemaakt. Mid
denvoor knippen we de blouse 10 c.M. in en
*c werken deze af met een schuin biesje.
Bij de lengte van de mouw knippen we 4
CM. voor zoom. Ook kunnen we de mouwen
"h den onderkant van de bróek afwerken met
*en brccde bies. De bovenkant van de broek
Verken we af met een schuine bies van 3 c.M.
Pteed, waardoor we het elastiek rijgen.
C. M.
ondervangt beide bezwaren. Om uit den over
vloed van het tentoongestelde werk van deze
ontwerpster nog een enkel ding naar voren
te halen, noemen wij een verstelbaar wand
lampje dat over een' rail loopt, en een zeer
fraaie staande lamp met kap van geplooid wit
cellon, een soort onbrandbaar celluloid.
Bewonderenswaardig is de productiviteit der
ontwerpster, die het typisch vrouwelijke van
dit werk als volgt formuleert: de lichtbron
moet in de kamer de intieme sfeer scheppen.
Maar pottenbakken, is dat ool^ zulk vrouwe
lijk werk, vraagt u misschien. Waarom niet, is
ons antwoord.
De vrouw gaat dagelijks om met de aarde
werk bordjes, kopjes, pullen en potjes, vazen en
aschbakjes, waarmee ze haar tafel dekt of de
coreert en het is de huisvrouw een plezier, wan
neer die kleine voorwerpen het stempel dragen
van met kunstzin en toewijding tot stand te
zijn gekomen.
Hetgeen wij bezichtigden van Lucy Bakker,
suggereert zeer zeker deze eigenschap. Wie ge
voelig is voor edelheid van lijn en kleur, óók
van een doodgewoon artikel des daagschen le
vens als een bouillonkop, zal zich met méér
welbehagen aan tafel zetten, wanneer de spijs
wacht in een fraaie grijs aardewerk kom zie
foto dan in een saaien onpersoonlijken wit
ten kop.
Naast een groote verscheidenheid vaasjes,
sierpulletjes en een fraai moccastelletje van
blauw aardewerk vroegen haar relieftegels de
aandacht, waarop kleurige bloemmotieven ver
werkt zijn.
Steelsch hadden wij al eens gekeken naar de
kortgenagelde, kordate vingers van mejuffrouw
Bakker als ze ons een en ander toonde en
we waren als een kind zoo nieuwsgierig om
eens te zien, hoe dat nu eigenlijk precies
gaat, om daarmee uit ruwe klei zoo'n gaaf
mooi schoteltje of vaasje of eierdopje te ma
ken.
„O, wilt u het graag zien, gaat u maar mee,
hier boven staat mijn draaibank, waarmee ik
demonstreer." Het gaat alles met het gemak
van de routine: den witten voorschoot aan, één
stap om te klimmen op de hooge bank; pets,
een klomp klei, midden op de schijf, de voet,
die de schijf aan het draaien brengt, de hand,
die, telkens in water gedoopt, den ronddraaien-
den kleibal kneedt, vormt, slijpt. Het is héél fas-
cineerend als de kleine, beweeglijke duim, die
de taaie klei aait en streelt, de ribbels vormt,
die we later zien in het bloemvaasje, dat ge
bakken, gekleurd, geglazuurd op onze schrijfta
fel zal staan. Een zeer vaste hand is wel een
eerste vereischte voor iemand, die op deze wij
ze met klei wil werken.
Mejuffrouw Bakker glazuurt en bakt ln
electrischen oven haar voorwerpen ook
eigenhandig in haar werkplaats.
„Welke mijn opleiding was?" zegt ze, als we
haar dit vragen, omdat dit door vrouwen wei
nig beoefende „vak" ons boeit: „wel, voor zoo
ver het 't aesthetische betreft, de kunstnijver
heidsschool en voor het technische gedeelte 't
eeuwen beoefend hebben en die evenzeer nij
verheid als kunst kan zijn, héél langzamerhand
in ons land weer in eere hersteld gaat wor
den? Want was de tendenz er niet, dat de
vrouw weer wil gaan weven, in de weefschool
Rijksproefstation voor de klei-industrie te
Gouda."
Veel verder dan binnen de grenzen van eigen
land heeft mejuffrouw Marise Swets, die hier
haar weefwerk exposeerde, moeten reizen, om
een zoo bekwaam werkster aan het weefge
touw te worden. In Zweden heeft zij zich de
techniek en den kunstzin van het weven eigen
gemaakt.
Voor mejuffrouw Swets hebben 't weefgetouw
en zijn mogelijkheden geen geheimen. Ze toon
de ons onder meer met de hand geweven
plaids, kinderdekentjes, japon- en mantelstof
fen, spreien, linnen handdoeken, kleedjes, kus
sens en acht en twintig meter crème geweven
behangstof, waarmee een achterkamer van een
oud grachtenhuis in een vrooüjk, licht vertrek
herschapen was. Typisch Scandinaafsch waren
de zoogenaamde „voddenkleedjes" („fille"-
weefsel, zooals dat in Scandinavië heet), ge
maakt van aan lange, smalle reepen geknipte
oude lappen. In het practische Zwfeden weet
men, dat er geen sterker en goedkooper mate
riaal is om onverslijtbare vloerkleedjes van te
weven.
Het stoffen weven leerde mejuffrouw Swets
in Parijs en behalve het onderricht geven en
het uitvoeren van de vele particuliere bestel
lingen, ziet ze ook nog kans, het materiaal voor
eigen kleeren te weven, getuige de onver
slijtbare wintermantel, welken ze ons toon
de. IJzersterk, dat zijn ook de huishouddoeken,
waarop de leerlingen die veelal haar eigen
uitzet weven haar krachten plegen te be
proeven en die in alle pretentieloosheid zóó
decoratief zijn, dat men ze graag een edeler
bestemming zou willen geven.
Sierweefwerk zagen wij echter in overvloed:
kussens, kleeden, loopers en een geweven wand
tapijt met gestyleerde bloemen naar eigen
ontwerp.
Dat Marise Swets een vaardig weefster is,
getuigt de groote verscheidenheid van 't door
haar gewevene, dat ze ons in vogelvlucht
toonde.
Haar kundigheid en kunstzin liggen be
sloten in het feit, dat haar werk een vergelij
king met het Scandinaafsche weefwerk, waar
van wij veel gezien en bewonderd hebben, kan
doorstaan.
„Het is jammer," zegt mejuffrouw Swets,
„dat de vrouwen in Marken en Volendam, die
de kleurige dasjes verkoopen, die niet zelf we
ven, het zou daar een bloeiende tak van huis
vlijt kunnen worden."
Van de vierde der exposanten, Bep Lank
hout, zagen wij weer tal van oolijke „Kikker
land" speelgoedbeesten, van het zachte wollen
materiaal en in de perfecte afwerking, die wij
van haar kennen: konijntjes, giraffen, eenden,
olifanten, ongevaarlijk ook voor den kleinsten
kleuter, omdat er nimmer met hard materiaal
gewerkt wordt.
Deze pillen bezitten een zacht-laxeerende,
versterkende kracht, zuiveren het bloed van
alle onreinheden zonder in het minste te
schaden en bevorderen de natuurlijke ver
richtingen des lichaams. 55 ct., 90 ct. of
1.56 per doos met gebruiksaanwijzing.
Verkrijgbaar in Apotheken en Drogisterijen.
NEEMT EENS PROEF! Knip deze adv. uit
en zend ze met 13 ct. in postzegels aan
Mij. Hoekstra, Heerengracht 33, Amsterdam.
U ontvangt een doosje inh. 30 pillen met
gebruiksaanwijzing.
Ulvenhout, 23 Nov. 1939
Amico,
Als ik mee den ploeg deur den akker trok,
"e blanke ijzers deur den eerde klaauwden, den
Pkker tot vette kluiters bouwgrond ondersten-
Poven wierd gekeerd, dan kan ik na den arbeid,
Pis heel den akker openligt, toch wel op m'n
''en vingers natellen, dat hier en daar nog bon-'
Pen eerde schuilen, die eigenlijk nie „los" ge
nogt zijn. Ook, al heb ik dan, onder 't ploegen,
Plee de teuten van m'n zware klompen, men
igten eerdekluiter in stukken geschupt.
Maar op deus eerste bewerking van 't stuk
itid volgt den tweede, den na-ploeg. Dan bijten
ijzeren tanden van de eg deur dieën taaien
Pkker, dat, waarschijnlijk, gin handsvol grond
ieer „dicht zit."
Staat ge dan bezijen dieën open akker, over
eet ge den zwarten, gebroken grond, die te
j^eeten ligt onder den dag, dan kunt ge'r vcur
"staan, dat daar gin spaai onbekwamen zaai-
"ctde meer tusschenzit!
En toch.... toch vergist g'oew eigen daarin,
*"Uco!
.Dag den ploegakker enkele dagen zoo open
*fder den wind, is den vetten zwarten grond
~tis gedroogd, zijn de „leste" kluiters uiteen
|®Vallen tot korrels, dan wordt 't goed zaaien.
zaailingen zijn, handsvolleke veur hands-
Qlleke, gekeurd; alle blusters en onkruidkiemen
P^ggeblazen ge kunt er mee heel oew hebben-
'h-houwen veur instaan, dat eiken zaaikorrel
"'jen zal, gin onkruid wassen zal tusschen oew
^aisel op dieën beurs-geploegden akker.
En toch.... toch vergist g'oew daarin, amico.
Neeë als ik dan na ennigte weken, op 'nen
Zondagmiddag, na den eten m'n pijp opsteek
en den akker 'ns rustig schouwen gaai, als dan
'nen groenen waas gedaauwd ligt over dieën
jongen, ontkiemden akker, zoodat ge 'r geren
veur in zou staan dat gin zaaike verrot, gin
spaai eerde onbevrucht is, dan dan blijkt bij
'nen sjecuren schouw, dat ge hier en daar wel
'ns meugt gaan inzaaien! Allee, nie veur dieën
meter grond, man, die daar anders vruchtloos
zou blijven liggen, maar wél om 't ontkiemde
gewas langs die kale plekken, daar 't straks an
ders zijnen natuurlijken steun zou missen. Want
ge kunt bezwaarlijk bij eiken aar 'n opbind-
stokske gaan zetten! 't Boerenbedrijf is gin proef
station; den akker ginnen proeftuin.
Maar genogt. Ik wou dan gezeed hebben g'had:
Mee den prontst-geakkerden grond, ondanks t
edelste zaaigoed bij den eersten Zondagmid-
dagschouw mankeert er nog wel iets aan den
jongen akker!
Denk nie, amico, dat deus „misrekening" (veur
den onervaren boer tenminste) „erg" is. Ook
al zou 'k de open plekken vruchtloos laten, tóch
zal d'n akker, na dieën deugdelijken ploeg en
zaai, 'nen rijken oogst geven. En daarom was 't
toch begonnen, waar of nie?
Geef oew beste zurgen en krachten, wil ik zeg
gen, dan kunde de rest mee vertrouwen aan
Onzenlievenheer overlaten!
Zoo gaat 't in den akker! Maar zoo gaat 't
toch ook in 't hecle leven! En lijk den akker
ginnen proeftuin is, zoo is toch ook 't leven
gin proefstation!
Zooals ik op den akker eiken aar nie langs
'n steunstokske lei, zoo mot, naar mijn boeren-
gedacht ook op den levensakker niet ieder „ding"
langs 'n steunstokske worden gebonden.
Den „wetenschappelijken boer", daar in den
proeftuin, zijn taak is toch 'gaar anders dan
die van den landbouwenden boer.
En dat wordt, naar mijn goesting, te veul ver
geten!
Den eerste probeert misschient 'nen appel
en perenlèèr samen te kruisen om, na jaren, één
nuuwe vrucht te oogsten.
Waar en dat tusschen haakskes 'nen Adam
wellicht nie zoo rap z'n tanden in zou zetten
Maar versta me goed, amico: dit is gin critiek
op den arbeid van dieën geleerden Doctor Boer.
Enneeigenlijk evenmin op den Adam, want
witte gij wat ge gedaan zou hebben in zijn
plekIkke nie!
Maar om dan verom te komen op dat gekleu-
ter mee die steunstokskes: daar wordt me
mee den dag erger maar te veul „geproef-
tuind" op den menschenakker. 't Is me of men
op dieën akker wel eiken „korenaar" wil op
binden langs 'n stokske! Als ik de kranten zie
en veurnamelijk de prentekes, daarin wordt
iets minder gelogen dan in de rest dan denk
ik veul aan korengewag-langs-steunstokskesDe
menschenmassa's staan overal ter weareld,
man lijk 't gewas in 'nen proeftuin. Geleid
en gebonden langs stokskes. Ze hoeven niks an
ders te doen dan zoo maar mooi te staan. Lijk
de tulpen in de bollenvelden, b.v. geel bij geel,
rood bij rood, afijn: soort bij soort. Doctor Boer
doet de rest wel; die zurgt veur huilie, die denkt
veur huilie, ja die stelt den dag vast dat 't
gewas lang genogt heeft mooi-gestaan, dat 't
nou maar „uit" mot.
Ik zie deus eigenste verschijnsels op de pren
tekes van z.g. nieuwbouw in de stejen. De eigen
ste „steunstokskescultuur"! Ieder huizeke heeft
zijnen meter „voortuin", zijn draairaamke, zijn
balconneke, zijn vier-uitsteekseltje, zijn.,., ja,
werendig zijn gelijkvurmig boomke!
En de familie Steunstok, de bewoners van
zoo'n huizeke, hebben 't „Pretty Home",
„Vluchtheuvel"' „Zonneke" en hoe zoo'n rij
spulgoed-„villa's" gedoopt meugen zijn, sjuust
zoo ingericht als de familie Tulp hiernaast, de
familie Narcis daarnaast, de families Steunstok,
Tulp en Narcis aan den overkant van 't.... ja,
't is 'n gek woord van 't „villastraatje". Ze
hebben allemaal den eigensten loojen kabel on
der de goot van de radio-distributie, dus Guust
Weitsel, Kobus Kuch en Petrus Pech staan
allemaal in denzelfden hoek van de huizekes
resp. te klasjeneeren over 128.000; te murmeree-
ren „Oh, sergeant, ze hebben m'n schoenen ge
pikt"; den nood te klagen over Kenelia. En in
al die huizekes lachen uniform-rooie mondekes
op één en 't zelfde moment om 't één en 't zelfde
mopke, dat 't leste halfjaar aan de beurt is, om
eiken dag tien keer deurgezaagd te worden!
Ik kan me veurstellen, amico, dat op 'nen,
winderigen regenavond meneer Steunstok thuis
komend, zijnen sleutel in de verkeerde deur stikt,
binnengaat, zijnen natten hoed en jas weghangt
zooals alty, op dezelfde plek, de kamer binnen
komt, die te schemeren staat mee 't welbekende
schemerlampke, de hel-roode lipkes kust lijk ie
dat gewoon is en pas merkt dat ie aan 't ver
keerde adres is binnengeloopen, wanneer ie z'n
pantoffels krijgt, die'm te groot of te klein
zijn. Want Onzenlievenheer schept al z'n men-
schenkinders, dus ook huilie voeten, altij anders»
Draagt meneer Steunstok gin pantoffels, is ie
'n bietje slordig-van-thuiskomen, dan....
Nouja, de rest hoef ik nie meer te ver
zinnen; over 'n paar weken luister ik de rest
wel af van den een of anderen radio-humorist.
Die kunnen alles gebruiken.
Zóó staat den menschenakker, amico, lijk
korenaren langs steunstokskes geleid en gebon
den; zoo staan de menschen in 't gelid als ge-
poote bloembollen; zóó staan ze kleur bij kleur
denzelfden kant op „ja" te knikken als 'n win-
deke over 't bollenveld vaart.
Eli deus blommencultuur is dan „de" moderne
cultuur, waarop veul zoo trotsch zijn. Ik ge
meug 't weten ik.ik schaam er m'n eigen
'n bietje veur.
We ver-achten daarmee éen van God's gaven-
aan-den-mensch, waardeur ie ook weer supe
rieur wierd aan 't dier: de gave van onzen
Vrijen Wil. We zondigen mee die steunstokskes
cultuur teugen heel den geest der Schepping,
waarin gin twee blaaikes, gin twee (of we 't ook
góed weten!) gin twee vingerafdrukken gelijk
zijn! Of wü 't ook goed weten, wij, fokkers van
gelijkvurmige modehondjes en zoo! Erme sloe
ber, die nou en dan 'n paar steunstokskes onder-
stenboven loopt!! Wat ge al doet mee te zeggen:
„neutraliteit is goed, maar Vrede is veul beter!"
Erme sloeber, die beu is van 't eigenaardige
schoon van blommenvelden, van dat natuur-
schoon-op-kaartsysteem, lijk 'nen ouwen kame
raad van me dat noemt.
Erme sloeber, die den kop nie buigt veur alle
geleerdheid om 'm henen, omdat ie ziet, hoe
daarmee z'n weareld verwordt tot éenen saaien
proeftuin van gewas langs steunstokskes. Want
die „geleerdheid" wit alles beter, dan Onzen
lievenheer en dus wordt alles gecorrigeerd tot
eenvormigheid! Want niks is zoo erm van geest,
zoo dor van scheppingskracht, zoo fantasieloos
als sjuust de geleerdheid, ('t intellectualisme!),
dat 'n boek nie beoordeelen kan op schoonheid
van gedachten en 't dus beoordeelt op vergeten
komma's ofzielkundige dingen. Want ziel
kunde is te leeren, tot 'n professoraat toe, in
vastgelegde wetten in geleerde boeken (steun
stokskes)
Erme sloeber, die zulke steunstokskes veurbij
gaat, soms omver loopt, want hij ziet ze nie, als
ie 't oog keert naar den eeuwig wisselenden wol
kenhemel, daar waar alle kleuren der Schepping
lichten in duuzenderlei gouwen glans. Daar waar
de machtige stemmingen leven, in duuzenderlei
diffrentie, maar altij in overeenstemming mee
de roersels in z'n ziel!
Erme sloeber, die z'n grage oogen gulzig deugd
doet aan den blonden korenakker, die rijp te
wuiven staat onder den endeloos blaauwen he
mel, overglansd mee 't trillende goud van de
zon, ik zeg: erme sloeber, als ie dan weer de
steunstokskes vergit omdat ie die korenblom
men, die klaprozen en die pinksterblommen zoo
schoon vindt daar langs den rand van de
blonde korengolving.
Erme sloeber, die dankbaar z'n eigen wegeltje
gaat over de schoone schepping, die hum zoo-
veul meer te zeggen heeft, dan nou, dan al
die prentekes in de kranten, die allemaal gelijk
zijn weer en zoo stom, zoo stom vervelend! Rus
sische soldaten, Finsche soldaten, Engelsche
soldaten, Fransche soldaten, Hollandsche sol
daten, soldaten, soldaten altij soldaten die
over de heele weareld percies gelijkvurmig
zijn, van de pliesiemuts af, tot de puttees toe.
Alles eender, eender, sjuust als die gewassen
langs de steunstokskes in den proeftuin. Sjuust
als in die huizekes van de familie Blombol, waar
mevrouw, mee de eender rooie lipkes als me
vrouw hiernaast, mee den eigensten krullenkop
en 't dito hondje, te lachen zit op denzelfden
oogenblik als mevrouw hiernaast, omdat daar in
dieën zelfden kamerhoek als hiernaast, Kobus
Kuch
Laat ik ophouwen.
Erme sloeber, zee ik. Ja, want in zijn onschuld
loopt ie wel 'ns'nsteunstokske omver. Enne....
de familie Steunstok is machtig (in aantal) en
weinig vergevingsgezind. Daarom: enne sloeber!
Maar genogt. Ik gaai nou efkes naar mijnen
stal, naar m'n bonte runders, die daar te glan
zen staan onder 't rosse licht van den stallan-
teern, dat daar schemert in 'nen bruinen gloei
of Rembrandt eigens 't geschilderd heeft.
Ik schei er af.
Veul groeten van Trui, Dré III, den Eeker en
als altij gin horke minder van oewen
t. a. v.
PRÉ
Bij vriezend weer behoeden we de
■planten op de vensterbank tegen
den schadelijken invloed van de
vorst, door kranten aan te brengen
tusschen vensterbank en plant. Van
afgesneden „planten in rust" in
kelder of op zolder weggezet, om
wikkelen we ter bescherming tegen
vorst den bloempot met een laag
krantenpapier. Tochtende kieren
en reten aan deuren, ramen en
drempels kunnen we hermetisch
afsluiten door er dubbelgestikte
reepen stof langs te bevestigen,
welke gevuld zijn met krantensnip-
pers.
Bij vriezend weer voriiien losjes
gespreide kranten een vorstvrije
dekking over aardappelen, peren,
appelen, alsook voor groenten, die
hiervoor in aanmerking komen.
Warme voeten houdt men door
een zooltje, van een vierdubbele
krantenlaag geknipt, in den schoen
te leggen.
Dun geworden wollen dekens vor
men een warme dekking, wanneer
men ze met een laag krantenpapier
er tusschen in op elkaar vaststikt.
Bij kouden wind op de fiets of op
de schaats geeft een krant onder
de bovenkleeren vastgespeld (op
borst en rug) afdoende bescher
ming.
Om te koken in kranten neemt
men er ongeveer een tiental, welke
men kruiselings over elkaar legt
met in het midden een platte prop
van krant, waarop de pan gezet
wordt. De kranten worden dan stuk
voor stuk om de pan gevouwen,
zoodat deze er aan alle kanten in
gewikkeld is, tenslotte worden bo
venop eenige in vieren gevouwen-
kranten gelegd en wordt het pak
stevig dichtgebonden, desnoods in
een doek geknoopt. De spijs in de
pan, die op gewone wijze aan de
kook is gebracht en die we gedu
rende een vijfde van den norma
len kooktijd hebben laten doorko
ken, kan in de drie uren. die de
kranten de warmte vasthouden,
gaar worden. Is de pan-inhoud na
drie uur niet geheel gaar, dan
wordt de pan nog even op het vuur
gezet.
In sommige gezinnen is het ge
woonte, havermout (géén vlugko-
kende) of gort des avonds in de
kranten te zetten. De pap is voor
het ontbijt gaar, maar moet even
gewarmd worden en op het vuur
goed worden doorgeroerd om te
binden.
Zoudt V ook dit niet uitknippen?
Commissie tot Voorlichting
op Huishoudelijk gebied.
Van de oudste en meest bekende
fabriek in Nederland. Pr. fabrik.
VRAAGT UWEN WINKELIER
Mevrouw Charlotte Despard, een der voor
vechters voor vrouwenkiesrecht, zuster van
den graaf van leper, is te Whitehead (Ierland)
op 95-jarigen leeftijd overleden.
Met mevrouw Pankhurst heeft zij in 1908
deelgenomen aan den marsch naar het Lager
huis. In de eerste jaren van haar campagne
werd zij vier malen in de gevangenis opgeslo
ten.
Zeer populaire bontsoorten zijn, behalve de
reeds genoemde, Indisch lam, dat grijs is, veu
len, geit en de gevlekte tijger- en luipaardhui
den, welke laatste ik op het dier zelf aanmer
kelijk flatteuzer vind, dan aan het menschelijk
lichaam. Maar het staat ieder vrij, daar anders
over te denken.
De mantel op de foto is een creatie in gei
tenhuid, aardig met wollen stof afgewerkt. De
ze combinatie is zeer geliefd tegenwoordig.
Over het algemeen is het wel geraden niet
al te nonchalant met een bontjas om te sprin
gen. Bont kan wel veel hebben, maar het is
Lamp van Anny Kleber, aardewerk van
Lucy Bakker, handgeweven linnen kleed
van Marise Swets
De minder dure bontsoorten zijn over het
algemeen ook minder sterk. Zij zijn onderhevig
aan kaalworden en afscheuren. Om bij bont
van „echt" en „niet echt" te spreken is natuur
lijk onzin, een dierenhuid is altijd „echt". Maar
,de vraag is slechts of de huid ook onder haar
eigen naam verkocht wordt. Zoo is bijvoor
beeld echt seal, zeehond dus, zeer sterk en
duur. Het seal electric echter is konijn en als
zoodanig heelemaal niet sterk, maar wel goed
koop. Ook is er onderscheid tusschen de rug-
en de buikvellen van een dier, zooals bijvoor
beeld bij bisam, waarvan de rug aanmerkelijk
sterker is dan de buik.
Deze wijdvallende bontmantel is van
geitenhuid. De insteekzakken en de
breede kraag zijn afgewerkt met wollen
stof, een combinatie, die tegenwoordig
graag wordt toegepast
Dat wij over bont niet gauw uitgepraat ra
ken is niet verwonderlijk, als men ziet hoeveel
verschillende soorten bont er wel bestaan en
welk een geliefkoosde dracht bont is. Maar wij
zullen het nu speciaal hebben over dat heer
lijk warme kleedingstuk, de bontjas. Wij we
ten allemaal wel, dat er bontjassen en bont
jassen bestaan. Er zijn bijna onbetaalbaar dure
bontsoorten en naar verhouding zeer goedkoo-
pe met een oneindig aantal variaties daartus-
schen. De kunst van het verwerken van bont
is echter door de jaren heen zoo geperfection-
neerd, dat zelfs een mantel van de gewoonste
soort er nog aantrekkelijk uit kan zien. De
behandeling die het bont ondergaat, vóór het
als jas kant en klaar in de étalage of op de
hangers van een winkel komt, is zóó ingewik
keld, dat er bijna geen beschrijven aan is en
dat iemand, die het nooit gezien heeft, er zich
geen voorstelling van kan vormen. De dieren
huiden ondergaan een welhaast eindeloos pro
ces van bevochtigen, rekken, drogen, stoomen
en in reepen snijden, voordat zij het model
krijgen, waarin wij ze zoo graag zien.
toch niet raadzaam nat bont neer te leggen
of bij de kachel te drogen.
Trek ook uw bontjas niet zoo uit ijskoude
gang of kast aan, maar haal hem eerst een
tijdje in de warmte. Bont houdt niet alleen
de warmte vast, maar ook de kou. Deze raad
dient niet ten gerieve van het bont, maar van
de draagster.
CLARA.
Dat een bontjas altijd en overal een elegante
dracht is, kan niet gezegd worden. Inderdaad
zou wel haast iedereen in staat zijn er in een
schreeuwend dure persianer jas van uitsteken
de coupe goed uit te zien, maar zoo iets kun
nen wij ons nu eenmaal lang niet altijd per-
mitteeren. En verder maakt èen bontmantel
ontegenzeglijk dik. Een euvel dat tegenwoor
dig echter aardig ondervangen wordt door het
scheren van het bont en door de zorg die aan
de modellen wordt besteed.
Ei Dit huismiddeltje tegen rheu-
I matiek, dat U zelf kunt klaar
maken, zal U snel verlichting
van Uw pijnen brengen. Het is
eenvoudig maar doeltreffend
Neemt een schoone flesch en
vermengt hierin, door goed te
schudden, 85 gram terpentijn
of, indien niet verkrijgbaar, 85 gram brand
spiritus, en 15 gram Rheumagic-olie (gecon
centreerd), die U beiden bij Uw apotheker of
drogist kunt koopen. Een 15-grams fleschje
Rheumagic-olie (geconcentreerd) kost maai
65 cent, dus met de terpentijn of brand
spiritus bent U voor ongeveer drie kwartjes
klaar. Bevochtigt de pijnlijke plaatsen mei
de aldus verkregen olie. Vooral niet wrijven
of masseeren. Het geheim ligt in de Rheu
magic-olie, die vijf krachtige, pijndoodende
bestanddeelen bevat, welke snel in de huid
doordringen. Dit middeltje zal eiken lijdei
aan spier- of gewrichtsrheumatiek goed be
vallen. Het is zoo gemakkelijk klaar te ma
ken, dat het in elk geval de moeite van het
probeeren waard is. 85 gram terpentijn ot
brandspiritus en 15 gram Rheumagic-olie
(geconcentreerd) is alles wat U noodig heeft
Haalt het in huis.
Als een kind erg hoest, wordt
r het lastig en neemt het niet
■p-Tj A ffl gemakkelijk iets in. Een kind
1? beeft van nature een hekel
I aan medicijnen. Daarom zult
U blij zijn met het recept van
een heerlijk smakende hoestsiroop, die U zelf
thuis kunt klaarmaken. In een kwart liter
heet water lost U een eetlepel suiker op. Na
afkoeling voegt U hieraan toe 30 gram dub
bel geconcentreerde Vervus, die U bij eiken
apotheker of drogist kunt koopen (vastge-
stelden prijs 75 cent). Uw hoestsiroop is dan
gereed. De kinderen nemen het graag in en
de heerlijke verzachtende bestanddeelen van
Vervus doen direct den hoest ophouden. De
dosis voor kinderen van 8 tot 12 jaar is: een
dessertlepel na de drie voornaamste maai
tijden; voor kinderen van 3 tot 8 jaar, tel
kens een theelepel en voor volwassenen
telkens een eetlepel. Niets is beter voor hoest
of verkoudheid dan dit Vervus-middeltje; by
kinkhoest doet het wonderen- Vergeet niet
een 30-grams fleschje Vervus (dubbel gecon
centreerd) in huis te halen.