W7, s*-np ATELIERWERK De familie Steunstok is machtig DE BONTJAS K m m X I ak Erme sloebers LEKO RIJWIELLAMPEN voor gebruik in huis MEISJESPYAMA VOOR DEN LEEFTIJD VAN DRIE JAAR BRABANTSCHE BRIEVEN Oude kranten houden warmte vast en weren de mot TWEE GOEDE RECEPTEN VOOR DE LEZERESSEN Ter verzachting v. spierrheumatiek Dit is een hoestsiroop-recept voor en lendepijn kinderen en volwassenen Knipt deze twee recepten uit en bewaart ze goed «Lljssr jÉbfeMriélfii S »4' i ■wWl'lW.wi J ^aËBGtffil-itr.jllllIlllllM'bsF: Lampekappen, aardewerk, handweefwerk en speelgoed van vrouwelijke ontwerpers KENT Dp. E. HOEKSTRA'S BLOEDZUIVERENDE PILLEN LEKO LICHT - BETER ZICHT Naar aanleiding van de tentoonstelling, be- °ln November in het atelier van mejuffrouw •»nny Kleber gehouden, willen wij hier iets ■beer vertellen van het werk, dat de vier, die "T exposeerden, in haar Amsterdamsche werk- P'aatsen vervaardigen. Reeds schreven wij uitvoerig op deze pagina un (je Tijd van 19 Maart) over het kinder speelgoed van mejuffrouw Bep Lankhout, die y?ans hier tezamen met haar kunstnijverheids- asters haar werk tentoonstelde in het atelier j_an mejuffrouw Anny Kleber (lampekappen) ®et het gewevene door Marise Swets en de Jardewerk-voorwcrpen van mejuffrouw Lucy «akker. De vrouw, wier aesthetische zin ontwikkeld j®> heeft in haar dagelijksche omgeving graag Piooie dingen om zich heen en als gebruiks voorwerpen zal ze bjl voorkeur datgene kiezen, *at een cachet heeft van het ongemeene en o artisticiteit verraadt van maker of maak- Ver. Mag bijvoorbeeld een lamp, behalve te '?ldoen aan den eischte verlichten bij avond, «iet evenzeer de pretentie hebben van een har- "ionieerend ornament te zijn in het milieu? Door de soberheid van materiaal en de goed '■'gedachte combinatie van materiaalsoorten 'Uilen de lampen van mejuffrouw Kleber in I c'er smaak vallen. Inzonderheid de staande piipen met kap van Japansche vezelstof, het 'evendige en lichte materiaal, bij uitstek ge schikt voor de plooilooze kap. De eetkamer- 'a®p, die wij hier afbeelden, werd van deze Petkamentachtige vezelstof vervaardigd en de monstreert tevens de ingenieuze oplossing van J1 probleem, dat zich voor kan doen bij de- ;amp-boven-de-tafel: ofwel de zittende kij- T in het schelle licht, of door afscherming ™ordt de lichtuitstraling te veel getemperd, «et cirkelvormig vlak, zooals hier aangebracht, Bovenwijdte 70 c.M., lengte blouse 30 c.M,, m_ouwlengte 32 c.M., lengte broek 62 c.M., van- f de taille gemeten. Benoodigd: 2.10 meter flanel van 80 c.M. Bteed. 50 c.M. elastiek. Vóór- en rugpand van de blouse wordt uit "eh stofbreedte geknipt (middenvóór en mid denachter aan de vouw), dan is er één hoogte '°°r de mouwen en blijft er nog tweemaal een °°gte voor de broek over. Het kraagje wordt geknipt uit overgebleven stukjes naast de-mou- Ven. Aan de lengte van de blouse knippen we c.M. voor zoom. Het platliggende kraagje Vordt in model geknipt, zooals de teekening aangeeft en is van dubbele stof gemaakt. Mid denvoor knippen we de blouse 10 c.M. in en *c werken deze af met een schuin biesje. Bij de lengte van de mouw knippen we 4 CM. voor zoom. Ook kunnen we de mouwen "h den onderkant van de bróek afwerken met *en brccde bies. De bovenkant van de broek Verken we af met een schuine bies van 3 c.M. Pteed, waardoor we het elastiek rijgen. C. M. ondervangt beide bezwaren. Om uit den over vloed van het tentoongestelde werk van deze ontwerpster nog een enkel ding naar voren te halen, noemen wij een verstelbaar wand lampje dat over een' rail loopt, en een zeer fraaie staande lamp met kap van geplooid wit cellon, een soort onbrandbaar celluloid. Bewonderenswaardig is de productiviteit der ontwerpster, die het typisch vrouwelijke van dit werk als volgt formuleert: de lichtbron moet in de kamer de intieme sfeer scheppen. Maar pottenbakken, is dat ool^ zulk vrouwe lijk werk, vraagt u misschien. Waarom niet, is ons antwoord. De vrouw gaat dagelijks om met de aarde werk bordjes, kopjes, pullen en potjes, vazen en aschbakjes, waarmee ze haar tafel dekt of de coreert en het is de huisvrouw een plezier, wan neer die kleine voorwerpen het stempel dragen van met kunstzin en toewijding tot stand te zijn gekomen. Hetgeen wij bezichtigden van Lucy Bakker, suggereert zeer zeker deze eigenschap. Wie ge voelig is voor edelheid van lijn en kleur, óók van een doodgewoon artikel des daagschen le vens als een bouillonkop, zal zich met méér welbehagen aan tafel zetten, wanneer de spijs wacht in een fraaie grijs aardewerk kom zie foto dan in een saaien onpersoonlijken wit ten kop. Naast een groote verscheidenheid vaasjes, sierpulletjes en een fraai moccastelletje van blauw aardewerk vroegen haar relieftegels de aandacht, waarop kleurige bloemmotieven ver werkt zijn. Steelsch hadden wij al eens gekeken naar de kortgenagelde, kordate vingers van mejuffrouw Bakker als ze ons een en ander toonde en we waren als een kind zoo nieuwsgierig om eens te zien, hoe dat nu eigenlijk precies gaat, om daarmee uit ruwe klei zoo'n gaaf mooi schoteltje of vaasje of eierdopje te ma ken. „O, wilt u het graag zien, gaat u maar mee, hier boven staat mijn draaibank, waarmee ik demonstreer." Het gaat alles met het gemak van de routine: den witten voorschoot aan, één stap om te klimmen op de hooge bank; pets, een klomp klei, midden op de schijf, de voet, die de schijf aan het draaien brengt, de hand, die, telkens in water gedoopt, den ronddraaien- den kleibal kneedt, vormt, slijpt. Het is héél fas- cineerend als de kleine, beweeglijke duim, die de taaie klei aait en streelt, de ribbels vormt, die we later zien in het bloemvaasje, dat ge bakken, gekleurd, geglazuurd op onze schrijfta fel zal staan. Een zeer vaste hand is wel een eerste vereischte voor iemand, die op deze wij ze met klei wil werken. Mejuffrouw Bakker glazuurt en bakt ln electrischen oven haar voorwerpen ook eigenhandig in haar werkplaats. „Welke mijn opleiding was?" zegt ze, als we haar dit vragen, omdat dit door vrouwen wei nig beoefende „vak" ons boeit: „wel, voor zoo ver het 't aesthetische betreft, de kunstnijver heidsschool en voor het technische gedeelte 't eeuwen beoefend hebben en die evenzeer nij verheid als kunst kan zijn, héél langzamerhand in ons land weer in eere hersteld gaat wor den? Want was de tendenz er niet, dat de vrouw weer wil gaan weven, in de weefschool Rijksproefstation voor de klei-industrie te Gouda." Veel verder dan binnen de grenzen van eigen land heeft mejuffrouw Marise Swets, die hier haar weefwerk exposeerde, moeten reizen, om een zoo bekwaam werkster aan het weefge touw te worden. In Zweden heeft zij zich de techniek en den kunstzin van het weven eigen gemaakt. Voor mejuffrouw Swets hebben 't weefgetouw en zijn mogelijkheden geen geheimen. Ze toon de ons onder meer met de hand geweven plaids, kinderdekentjes, japon- en mantelstof fen, spreien, linnen handdoeken, kleedjes, kus sens en acht en twintig meter crème geweven behangstof, waarmee een achterkamer van een oud grachtenhuis in een vrooüjk, licht vertrek herschapen was. Typisch Scandinaafsch waren de zoogenaamde „voddenkleedjes" („fille"- weefsel, zooals dat in Scandinavië heet), ge maakt van aan lange, smalle reepen geknipte oude lappen. In het practische Zwfeden weet men, dat er geen sterker en goedkooper mate riaal is om onverslijtbare vloerkleedjes van te weven. Het stoffen weven leerde mejuffrouw Swets in Parijs en behalve het onderricht geven en het uitvoeren van de vele particuliere bestel lingen, ziet ze ook nog kans, het materiaal voor eigen kleeren te weven, getuige de onver slijtbare wintermantel, welken ze ons toon de. IJzersterk, dat zijn ook de huishouddoeken, waarop de leerlingen die veelal haar eigen uitzet weven haar krachten plegen te be proeven en die in alle pretentieloosheid zóó decoratief zijn, dat men ze graag een edeler bestemming zou willen geven. Sierweefwerk zagen wij echter in overvloed: kussens, kleeden, loopers en een geweven wand tapijt met gestyleerde bloemen naar eigen ontwerp. Dat Marise Swets een vaardig weefster is, getuigt de groote verscheidenheid van 't door haar gewevene, dat ze ons in vogelvlucht toonde. Haar kundigheid en kunstzin liggen be sloten in het feit, dat haar werk een vergelij king met het Scandinaafsche weefwerk, waar van wij veel gezien en bewonderd hebben, kan doorstaan. „Het is jammer," zegt mejuffrouw Swets, „dat de vrouwen in Marken en Volendam, die de kleurige dasjes verkoopen, die niet zelf we ven, het zou daar een bloeiende tak van huis vlijt kunnen worden." Van de vierde der exposanten, Bep Lank hout, zagen wij weer tal van oolijke „Kikker land" speelgoedbeesten, van het zachte wollen materiaal en in de perfecte afwerking, die wij van haar kennen: konijntjes, giraffen, eenden, olifanten, ongevaarlijk ook voor den kleinsten kleuter, omdat er nimmer met hard materiaal gewerkt wordt. Deze pillen bezitten een zacht-laxeerende, versterkende kracht, zuiveren het bloed van alle onreinheden zonder in het minste te schaden en bevorderen de natuurlijke ver richtingen des lichaams. 55 ct., 90 ct. of 1.56 per doos met gebruiksaanwijzing. Verkrijgbaar in Apotheken en Drogisterijen. NEEMT EENS PROEF! Knip deze adv. uit en zend ze met 13 ct. in postzegels aan Mij. Hoekstra, Heerengracht 33, Amsterdam. U ontvangt een doosje inh. 30 pillen met gebruiksaanwijzing. Ulvenhout, 23 Nov. 1939 Amico, Als ik mee den ploeg deur den akker trok, "e blanke ijzers deur den eerde klaauwden, den Pkker tot vette kluiters bouwgrond ondersten- Poven wierd gekeerd, dan kan ik na den arbeid, Pis heel den akker openligt, toch wel op m'n ''en vingers natellen, dat hier en daar nog bon-' Pen eerde schuilen, die eigenlijk nie „los" ge nogt zijn. Ook, al heb ik dan, onder 't ploegen, Plee de teuten van m'n zware klompen, men igten eerdekluiter in stukken geschupt. Maar op deus eerste bewerking van 't stuk itid volgt den tweede, den na-ploeg. Dan bijten ijzeren tanden van de eg deur dieën taaien Pkker, dat, waarschijnlijk, gin handsvol grond ieer „dicht zit." Staat ge dan bezijen dieën open akker, over eet ge den zwarten, gebroken grond, die te j^eeten ligt onder den dag, dan kunt ge'r vcur "staan, dat daar gin spaai onbekwamen zaai- "ctde meer tusschenzit! En toch.... toch vergist g'oew eigen daarin, *"Uco! .Dag den ploegakker enkele dagen zoo open *fder den wind, is den vetten zwarten grond ~tis gedroogd, zijn de „leste" kluiters uiteen |®Vallen tot korrels, dan wordt 't goed zaaien. zaailingen zijn, handsvolleke veur hands- Qlleke, gekeurd; alle blusters en onkruidkiemen P^ggeblazen ge kunt er mee heel oew hebben- 'h-houwen veur instaan, dat eiken zaaikorrel "'jen zal, gin onkruid wassen zal tusschen oew ^aisel op dieën beurs-geploegden akker. En toch.... toch vergist g'oew daarin, amico. Neeë als ik dan na ennigte weken, op 'nen Zondagmiddag, na den eten m'n pijp opsteek en den akker 'ns rustig schouwen gaai, als dan 'nen groenen waas gedaauwd ligt over dieën jongen, ontkiemden akker, zoodat ge 'r geren veur in zou staan dat gin zaaike verrot, gin spaai eerde onbevrucht is, dan dan blijkt bij 'nen sjecuren schouw, dat ge hier en daar wel 'ns meugt gaan inzaaien! Allee, nie veur dieën meter grond, man, die daar anders vruchtloos zou blijven liggen, maar wél om 't ontkiemde gewas langs die kale plekken, daar 't straks an ders zijnen natuurlijken steun zou missen. Want ge kunt bezwaarlijk bij eiken aar 'n opbind- stokske gaan zetten! 't Boerenbedrijf is gin proef station; den akker ginnen proeftuin. Maar genogt. Ik wou dan gezeed hebben g'had: Mee den prontst-geakkerden grond, ondanks t edelste zaaigoed bij den eersten Zondagmid- dagschouw mankeert er nog wel iets aan den jongen akker! Denk nie, amico, dat deus „misrekening" (veur den onervaren boer tenminste) „erg" is. Ook al zou 'k de open plekken vruchtloos laten, tóch zal d'n akker, na dieën deugdelijken ploeg en zaai, 'nen rijken oogst geven. En daarom was 't toch begonnen, waar of nie? Geef oew beste zurgen en krachten, wil ik zeg gen, dan kunde de rest mee vertrouwen aan Onzenlievenheer overlaten! Zoo gaat 't in den akker! Maar zoo gaat 't toch ook in 't hecle leven! En lijk den akker ginnen proeftuin is, zoo is toch ook 't leven gin proefstation! Zooals ik op den akker eiken aar nie langs 'n steunstokske lei, zoo mot, naar mijn boeren- gedacht ook op den levensakker niet ieder „ding" langs 'n steunstokske worden gebonden. Den „wetenschappelijken boer", daar in den proeftuin, zijn taak is toch 'gaar anders dan die van den landbouwenden boer. En dat wordt, naar mijn goesting, te veul ver geten! Den eerste probeert misschient 'nen appel en perenlèèr samen te kruisen om, na jaren, één nuuwe vrucht te oogsten. Waar en dat tusschen haakskes 'nen Adam wellicht nie zoo rap z'n tanden in zou zetten Maar versta me goed, amico: dit is gin critiek op den arbeid van dieën geleerden Doctor Boer. Enneeigenlijk evenmin op den Adam, want witte gij wat ge gedaan zou hebben in zijn plekIkke nie! Maar om dan verom te komen op dat gekleu- ter mee die steunstokskes: daar wordt me mee den dag erger maar te veul „geproef- tuind" op den menschenakker. 't Is me of men op dieën akker wel eiken „korenaar" wil op binden langs 'n stokske! Als ik de kranten zie en veurnamelijk de prentekes, daarin wordt iets minder gelogen dan in de rest dan denk ik veul aan korengewag-langs-steunstokskesDe menschenmassa's staan overal ter weareld, man lijk 't gewas in 'nen proeftuin. Geleid en gebonden langs stokskes. Ze hoeven niks an ders te doen dan zoo maar mooi te staan. Lijk de tulpen in de bollenvelden, b.v. geel bij geel, rood bij rood, afijn: soort bij soort. Doctor Boer doet de rest wel; die zurgt veur huilie, die denkt veur huilie, ja die stelt den dag vast dat 't gewas lang genogt heeft mooi-gestaan, dat 't nou maar „uit" mot. Ik zie deus eigenste verschijnsels op de pren tekes van z.g. nieuwbouw in de stejen. De eigen ste „steunstokskescultuur"! Ieder huizeke heeft zijnen meter „voortuin", zijn draairaamke, zijn balconneke, zijn vier-uitsteekseltje, zijn.,., ja, werendig zijn gelijkvurmig boomke! En de familie Steunstok, de bewoners van zoo'n huizeke, hebben 't „Pretty Home", „Vluchtheuvel"' „Zonneke" en hoe zoo'n rij spulgoed-„villa's" gedoopt meugen zijn, sjuust zoo ingericht als de familie Tulp hiernaast, de familie Narcis daarnaast, de families Steunstok, Tulp en Narcis aan den overkant van 't.... ja, 't is 'n gek woord van 't „villastraatje". Ze hebben allemaal den eigensten loojen kabel on der de goot van de radio-distributie, dus Guust Weitsel, Kobus Kuch en Petrus Pech staan allemaal in denzelfden hoek van de huizekes resp. te klasjeneeren over 128.000; te murmeree- ren „Oh, sergeant, ze hebben m'n schoenen ge pikt"; den nood te klagen over Kenelia. En in al die huizekes lachen uniform-rooie mondekes op één en 't zelfde moment om 't één en 't zelfde mopke, dat 't leste halfjaar aan de beurt is, om eiken dag tien keer deurgezaagd te worden! Ik kan me veurstellen, amico, dat op 'nen, winderigen regenavond meneer Steunstok thuis komend, zijnen sleutel in de verkeerde deur stikt, binnengaat, zijnen natten hoed en jas weghangt zooals alty, op dezelfde plek, de kamer binnen komt, die te schemeren staat mee 't welbekende schemerlampke, de hel-roode lipkes kust lijk ie dat gewoon is en pas merkt dat ie aan 't ver keerde adres is binnengeloopen, wanneer ie z'n pantoffels krijgt, die'm te groot of te klein zijn. Want Onzenlievenheer schept al z'n men- schenkinders, dus ook huilie voeten, altij anders» Draagt meneer Steunstok gin pantoffels, is ie 'n bietje slordig-van-thuiskomen, dan.... Nouja, de rest hoef ik nie meer te ver zinnen; over 'n paar weken luister ik de rest wel af van den een of anderen radio-humorist. Die kunnen alles gebruiken. Zóó staat den menschenakker, amico, lijk korenaren langs steunstokskes geleid en gebon den; zoo staan de menschen in 't gelid als ge- poote bloembollen; zóó staan ze kleur bij kleur denzelfden kant op „ja" te knikken als 'n win- deke over 't bollenveld vaart. Eli deus blommencultuur is dan „de" moderne cultuur, waarop veul zoo trotsch zijn. Ik ge meug 't weten ik.ik schaam er m'n eigen 'n bietje veur. We ver-achten daarmee éen van God's gaven- aan-den-mensch, waardeur ie ook weer supe rieur wierd aan 't dier: de gave van onzen Vrijen Wil. We zondigen mee die steunstokskes cultuur teugen heel den geest der Schepping, waarin gin twee blaaikes, gin twee (of we 't ook góed weten!) gin twee vingerafdrukken gelijk zijn! Of wü 't ook goed weten, wij, fokkers van gelijkvurmige modehondjes en zoo! Erme sloe ber, die nou en dan 'n paar steunstokskes onder- stenboven loopt!! Wat ge al doet mee te zeggen: „neutraliteit is goed, maar Vrede is veul beter!" Erme sloeber, die beu is van 't eigenaardige schoon van blommenvelden, van dat natuur- schoon-op-kaartsysteem, lijk 'nen ouwen kame raad van me dat noemt. Erme sloeber, die den kop nie buigt veur alle geleerdheid om 'm henen, omdat ie ziet, hoe daarmee z'n weareld verwordt tot éenen saaien proeftuin van gewas langs steunstokskes. Want die „geleerdheid" wit alles beter, dan Onzen lievenheer en dus wordt alles gecorrigeerd tot eenvormigheid! Want niks is zoo erm van geest, zoo dor van scheppingskracht, zoo fantasieloos als sjuust de geleerdheid, ('t intellectualisme!), dat 'n boek nie beoordeelen kan op schoonheid van gedachten en 't dus beoordeelt op vergeten komma's ofzielkundige dingen. Want ziel kunde is te leeren, tot 'n professoraat toe, in vastgelegde wetten in geleerde boeken (steun stokskes) Erme sloeber, die zulke steunstokskes veurbij gaat, soms omver loopt, want hij ziet ze nie, als ie 't oog keert naar den eeuwig wisselenden wol kenhemel, daar waar alle kleuren der Schepping lichten in duuzenderlei gouwen glans. Daar waar de machtige stemmingen leven, in duuzenderlei diffrentie, maar altij in overeenstemming mee de roersels in z'n ziel! Erme sloeber, die z'n grage oogen gulzig deugd doet aan den blonden korenakker, die rijp te wuiven staat onder den endeloos blaauwen he mel, overglansd mee 't trillende goud van de zon, ik zeg: erme sloeber, als ie dan weer de steunstokskes vergit omdat ie die korenblom men, die klaprozen en die pinksterblommen zoo schoon vindt daar langs den rand van de blonde korengolving. Erme sloeber, die dankbaar z'n eigen wegeltje gaat over de schoone schepping, die hum zoo- veul meer te zeggen heeft, dan nou, dan al die prentekes in de kranten, die allemaal gelijk zijn weer en zoo stom, zoo stom vervelend! Rus sische soldaten, Finsche soldaten, Engelsche soldaten, Fransche soldaten, Hollandsche sol daten, soldaten, soldaten altij soldaten die over de heele weareld percies gelijkvurmig zijn, van de pliesiemuts af, tot de puttees toe. Alles eender, eender, sjuust als die gewassen langs de steunstokskes in den proeftuin. Sjuust als in die huizekes van de familie Blombol, waar mevrouw, mee de eender rooie lipkes als me vrouw hiernaast, mee den eigensten krullenkop en 't dito hondje, te lachen zit op denzelfden oogenblik als mevrouw hiernaast, omdat daar in dieën zelfden kamerhoek als hiernaast, Kobus Kuch Laat ik ophouwen. Erme sloeber, zee ik. Ja, want in zijn onschuld loopt ie wel 'ns'nsteunstokske omver. Enne.... de familie Steunstok is machtig (in aantal) en weinig vergevingsgezind. Daarom: enne sloeber! Maar genogt. Ik gaai nou efkes naar mijnen stal, naar m'n bonte runders, die daar te glan zen staan onder 't rosse licht van den stallan- teern, dat daar schemert in 'nen bruinen gloei of Rembrandt eigens 't geschilderd heeft. Ik schei er af. Veul groeten van Trui, Dré III, den Eeker en als altij gin horke minder van oewen t. a. v. PRÉ Bij vriezend weer behoeden we de ■planten op de vensterbank tegen den schadelijken invloed van de vorst, door kranten aan te brengen tusschen vensterbank en plant. Van afgesneden „planten in rust" in kelder of op zolder weggezet, om wikkelen we ter bescherming tegen vorst den bloempot met een laag krantenpapier. Tochtende kieren en reten aan deuren, ramen en drempels kunnen we hermetisch afsluiten door er dubbelgestikte reepen stof langs te bevestigen, welke gevuld zijn met krantensnip- pers. Bij vriezend weer voriiien losjes gespreide kranten een vorstvrije dekking over aardappelen, peren, appelen, alsook voor groenten, die hiervoor in aanmerking komen. Warme voeten houdt men door een zooltje, van een vierdubbele krantenlaag geknipt, in den schoen te leggen. Dun geworden wollen dekens vor men een warme dekking, wanneer men ze met een laag krantenpapier er tusschen in op elkaar vaststikt. Bij kouden wind op de fiets of op de schaats geeft een krant onder de bovenkleeren vastgespeld (op borst en rug) afdoende bescher ming. Om te koken in kranten neemt men er ongeveer een tiental, welke men kruiselings over elkaar legt met in het midden een platte prop van krant, waarop de pan gezet wordt. De kranten worden dan stuk voor stuk om de pan gevouwen, zoodat deze er aan alle kanten in gewikkeld is, tenslotte worden bo venop eenige in vieren gevouwen- kranten gelegd en wordt het pak stevig dichtgebonden, desnoods in een doek geknoopt. De spijs in de pan, die op gewone wijze aan de kook is gebracht en die we gedu rende een vijfde van den norma len kooktijd hebben laten doorko ken, kan in de drie uren. die de kranten de warmte vasthouden, gaar worden. Is de pan-inhoud na drie uur niet geheel gaar, dan wordt de pan nog even op het vuur gezet. In sommige gezinnen is het ge woonte, havermout (géén vlugko- kende) of gort des avonds in de kranten te zetten. De pap is voor het ontbijt gaar, maar moet even gewarmd worden en op het vuur goed worden doorgeroerd om te binden. Zoudt V ook dit niet uitknippen? Commissie tot Voorlichting op Huishoudelijk gebied. Van de oudste en meest bekende fabriek in Nederland. Pr. fabrik. VRAAGT UWEN WINKELIER Mevrouw Charlotte Despard, een der voor vechters voor vrouwenkiesrecht, zuster van den graaf van leper, is te Whitehead (Ierland) op 95-jarigen leeftijd overleden. Met mevrouw Pankhurst heeft zij in 1908 deelgenomen aan den marsch naar het Lager huis. In de eerste jaren van haar campagne werd zij vier malen in de gevangenis opgeslo ten. Zeer populaire bontsoorten zijn, behalve de reeds genoemde, Indisch lam, dat grijs is, veu len, geit en de gevlekte tijger- en luipaardhui den, welke laatste ik op het dier zelf aanmer kelijk flatteuzer vind, dan aan het menschelijk lichaam. Maar het staat ieder vrij, daar anders over te denken. De mantel op de foto is een creatie in gei tenhuid, aardig met wollen stof afgewerkt. De ze combinatie is zeer geliefd tegenwoordig. Over het algemeen is het wel geraden niet al te nonchalant met een bontjas om te sprin gen. Bont kan wel veel hebben, maar het is Lamp van Anny Kleber, aardewerk van Lucy Bakker, handgeweven linnen kleed van Marise Swets De minder dure bontsoorten zijn over het algemeen ook minder sterk. Zij zijn onderhevig aan kaalworden en afscheuren. Om bij bont van „echt" en „niet echt" te spreken is natuur lijk onzin, een dierenhuid is altijd „echt". Maar ,de vraag is slechts of de huid ook onder haar eigen naam verkocht wordt. Zoo is bijvoor beeld echt seal, zeehond dus, zeer sterk en duur. Het seal electric echter is konijn en als zoodanig heelemaal niet sterk, maar wel goed koop. Ook is er onderscheid tusschen de rug- en de buikvellen van een dier, zooals bijvoor beeld bij bisam, waarvan de rug aanmerkelijk sterker is dan de buik. Deze wijdvallende bontmantel is van geitenhuid. De insteekzakken en de breede kraag zijn afgewerkt met wollen stof, een combinatie, die tegenwoordig graag wordt toegepast Dat wij over bont niet gauw uitgepraat ra ken is niet verwonderlijk, als men ziet hoeveel verschillende soorten bont er wel bestaan en welk een geliefkoosde dracht bont is. Maar wij zullen het nu speciaal hebben over dat heer lijk warme kleedingstuk, de bontjas. Wij we ten allemaal wel, dat er bontjassen en bont jassen bestaan. Er zijn bijna onbetaalbaar dure bontsoorten en naar verhouding zeer goedkoo- pe met een oneindig aantal variaties daartus- schen. De kunst van het verwerken van bont is echter door de jaren heen zoo geperfection- neerd, dat zelfs een mantel van de gewoonste soort er nog aantrekkelijk uit kan zien. De behandeling die het bont ondergaat, vóór het als jas kant en klaar in de étalage of op de hangers van een winkel komt, is zóó ingewik keld, dat er bijna geen beschrijven aan is en dat iemand, die het nooit gezien heeft, er zich geen voorstelling van kan vormen. De dieren huiden ondergaan een welhaast eindeloos pro ces van bevochtigen, rekken, drogen, stoomen en in reepen snijden, voordat zij het model krijgen, waarin wij ze zoo graag zien. toch niet raadzaam nat bont neer te leggen of bij de kachel te drogen. Trek ook uw bontjas niet zoo uit ijskoude gang of kast aan, maar haal hem eerst een tijdje in de warmte. Bont houdt niet alleen de warmte vast, maar ook de kou. Deze raad dient niet ten gerieve van het bont, maar van de draagster. CLARA. Dat een bontjas altijd en overal een elegante dracht is, kan niet gezegd worden. Inderdaad zou wel haast iedereen in staat zijn er in een schreeuwend dure persianer jas van uitsteken de coupe goed uit te zien, maar zoo iets kun nen wij ons nu eenmaal lang niet altijd per- mitteeren. En verder maakt èen bontmantel ontegenzeglijk dik. Een euvel dat tegenwoor dig echter aardig ondervangen wordt door het scheren van het bont en door de zorg die aan de modellen wordt besteed. Ei Dit huismiddeltje tegen rheu- I matiek, dat U zelf kunt klaar maken, zal U snel verlichting van Uw pijnen brengen. Het is eenvoudig maar doeltreffend Neemt een schoone flesch en vermengt hierin, door goed te schudden, 85 gram terpentijn of, indien niet verkrijgbaar, 85 gram brand spiritus, en 15 gram Rheumagic-olie (gecon centreerd), die U beiden bij Uw apotheker of drogist kunt koopen. Een 15-grams fleschje Rheumagic-olie (geconcentreerd) kost maai 65 cent, dus met de terpentijn of brand spiritus bent U voor ongeveer drie kwartjes klaar. Bevochtigt de pijnlijke plaatsen mei de aldus verkregen olie. Vooral niet wrijven of masseeren. Het geheim ligt in de Rheu magic-olie, die vijf krachtige, pijndoodende bestanddeelen bevat, welke snel in de huid doordringen. Dit middeltje zal eiken lijdei aan spier- of gewrichtsrheumatiek goed be vallen. Het is zoo gemakkelijk klaar te ma ken, dat het in elk geval de moeite van het probeeren waard is. 85 gram terpentijn ot brandspiritus en 15 gram Rheumagic-olie (geconcentreerd) is alles wat U noodig heeft Haalt het in huis. Als een kind erg hoest, wordt r het lastig en neemt het niet ■p-Tj A ffl gemakkelijk iets in. Een kind 1? beeft van nature een hekel I aan medicijnen. Daarom zult U blij zijn met het recept van een heerlijk smakende hoestsiroop, die U zelf thuis kunt klaarmaken. In een kwart liter heet water lost U een eetlepel suiker op. Na afkoeling voegt U hieraan toe 30 gram dub bel geconcentreerde Vervus, die U bij eiken apotheker of drogist kunt koopen (vastge- stelden prijs 75 cent). Uw hoestsiroop is dan gereed. De kinderen nemen het graag in en de heerlijke verzachtende bestanddeelen van Vervus doen direct den hoest ophouden. De dosis voor kinderen van 8 tot 12 jaar is: een dessertlepel na de drie voornaamste maai tijden; voor kinderen van 3 tot 8 jaar, tel kens een theelepel en voor volwassenen telkens een eetlepel. Niets is beter voor hoest of verkoudheid dan dit Vervus-middeltje; by kinkhoest doet het wonderen- Vergeet niet een 30-grams fleschje Vervus (dubbel gecon centreerd) in huis te halen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 11