De Russische politiek met zoo duister
De historische draad
opgevat
I
In een geheimzinnig
HARDNEKKIG
WINDHOOS
WAAS GEHULD
M/cJc z,c<xj U\ ]+xclÜ
Indië nader tot ons
Buitenlandsch Overzicht
Duitsch belang om bij geschil
met Finland te bemiddelen
<£oó'<4<"e e/-
DINSDAG 28 NOVEMBER 1939
PRINSES JULIANA BIJ
BIJZONDERE NOODEN
Nieuwe Belgische gezant
AMERICAN BLEND
Een verklaring van
Jan Masaryk
SCHIPBREUKELINGEN GERED
De Messagero over
de blokkade
Tal van branden
in Tokio
De Uskmouth gezonken
St. Raphaël
DE BEDEVAART NAAR MEKKA
Chronische verstopping
Technische hoogeschool
Onze delegatie blijft
te Londen
Onderhandelingen schijnen nog
niet geheel afgebroken
Molen zwaar
beschadigd
ZE HEBBEN EIGENLIJK
AL LANG IETS „TE GOED"...
De hardnekkigheid, waarmee on
danks alle rechtzettingen sommige
scheeve voorstellingen van zaken
steeds „unverfroren" herhaald worden,
is soms zoo verbazingwekkend, dat men
bijna aan moedwil en boosaardigen op-
Zet zou gaan gelooven. Zoo kan men in
het Voorloopig Verslag van de Eerste
Kamer betreffende de Algemeene Be
schouwingen over de Rijksbegrooting
1940 lezen, dat volgens sommige leden
»de eigenlijke oorzaak van het m het
Vierde Kabinet-Colijn gerezen conflict"
de zich allengs openbarende tegenstel-
hng „tusschen hen, die een politiek van
een sluitend budget voorstaan, en de
zulken, die een vlotte uitgavenpolitiek
bepleiten" zou zijn geweest. Ter staving
van deze looze, en reeds vele malen dui
delijk weerlegde bewering, wordt dan
oud-minister Romme als een soort van
kroon-getuige aangehaald, oud-minister
Romme, die in het interview, dat hij
eenigen tijd geleden ook aan ons blad
toestond, deze scheeve voorstelling van
zaken als juist zou hebben „erkend".
De grove onjuistheid van deze opmer
king valt te meer op nu zij voorkomt in
een officieel staatsstuk en nog wel van
de in den goeden zin des woords altijd
hog op „deftigheid en waardigheid"
aanspraak makende Eerste Kamer. Wat
Zouden de hier aan het woord zijnde
leden van dit illustre en om zijn beza
digdheid en bezonnenheid vermaarde
College er wel van zeggen, wanneer de
tegenstelling tusschen voor- en tegen
standers van de doodstraf werd om
schreven als die van een politiek van
eer-bied voor het menschelijk leven te
genover een politiek van vlotte men-
schenslachting?
De commissie van rapporteurs uit
de Eerste Kamer durft het echter
wel aan de voortzetting van een
Christelijke werkloosheidspolitiek. met
eenstemmigheid door een Christelijk
Kabinet gedurende twee jaren gevoerd,
te bestempelen als een vlotte uitgaven-
Politiek, die zich om het sluitend maken
van het budget niet bekommerde. De
belangrijke concessies, die minister
Romme indertijd juist terwille van het
budget aan de richting-Colijn heeft ge
daan, worden hier eenvoudig genegeerd,
terwijl er muisjesstil over gezwegen
Wordt, dat Colijn meer eischte dan een
hian als minister Romme op grond van
zijn Christelijke sociale beginselen
ttieende te kunnen en te mogen toege
ven. Heeft de commissie van rappor
teurs deze formuleering zóó gekozen om
eenerzijds het verwijt van roekelooze
crisismakerij tegen den heer Colijn, die
thans weer Eerste Kamerlid is, uit te
schakelen en anderzijds geen contro
verse te scheppen door het feit, dat de
Eerste Kamer zich vereenigt met de poli
tiek van het Kabinet-de Geer, dat het
Werkloosheidsbeleid van het vierde Ka
binet-Colijn voortzet juist op die onder-
deelen, waar de leider van dat Kabinet
den gemeenschappelijk gekozen en ge-
Volgden koers al te vlot plotseling wilde
i,ombuigen"?
In ieder geval ontsiert deze scheeve
Voorstelling van zaken het officieele
Voorloopig Verslag van de Eerste Kamer
als een al te vlotte carnavalsneus het
Waardig aanschijn van een eerbiedwaar-
digen patriarch.
Naar wfj vernemen woonde H. K. H. Prinses
Juliana heden de gewone wekelijksche verga
dering bij van het dagelijksch bestuur van het
Nationaal Fonds voor Bijzondere Nooden.
De nieuwe Belgische gezant, de heer L.
Nemry, heeft heden zijn opwachting gemaakt
bij den minister van Buitenlandsche Zaken.
JO VAN AMMERS-KULLER
||P
ING. f 2.GEB. f 2.90
Een afwisselende, interessante
beschrijving over ons Insnlinde,
Welke, ons tegelijkertijd een
boeiend beeld geeft van het
Indische leven van den Euro
peaan. Verlucht met 33 schitte
rende afbeeldingen naar kunst
foto's.
VERKRIJGBAAR BIJ DEN BOEKHANDEL
Rusland heet onbegrijpelijk en raadselachtig.
De „ziel van moedertje Rusland" schijnt zoo iets
geheimzinnigs te zijn, dat romanciers en lite
ratoren er maar niet over uitgeschreven raken.
Ook in de politiek heeft Rusland, zoowel onder
het tsaren-regime als onder den Sovjet-knoet,
steeds den naam gehad van voor ons, Westerlin
gen, te verheven te zijn. De problemen, waar
voor de „Slavisch-Mongoolsche natuur" den
nuchteren Europeaan stelt, zouden niet te door
gronden zijn. En naar gelang men meer of min
der den nadruk legt op het Slavische, of wel op
het Mongoolsche karakter van dit groote rijk
tracht men de diepere motieven der Russische
groote politiek te doorgroryien.
Het is voor de politici-langs-den-wal thans
een raadsel, Wat de leiders op het Kremlin toch
bewogen heeft, om zich op de Oostzee-staten
te werpen en om Finland als buit te begeeren,
landen, wier onafhankelijkheid het zelf heeft
bewerkstelligd. Men heeft als verklaring ge
geven, dat, nu de oude communistiscshe propa-
ganda-taktiek, om veroveringen van binnen uit
voor deze heilsleer te maken, vrijwel overal zon
der succes is gebleven, het Kremlin een nieu-
wten weg zoekt om het communisme te versprei
den. En dat zou dan zijn de verovering en pro
pageering te vuur en te zwaard, zooals het Mo
hammedanisme zijn verspreiding heeft gevonden.
Maar deze theorie komt niet overeen met het
feit van de voortdurend toenemende propagan
da voor het nationalisme onder de Russische
troepen zelf. Tot een neiligen veroverings-oorlog
wordt het Roode Leger niet gedrild, veel meer
wordt den Sovjet-recruut de verdediging van het
Russische vaderland voorgehouden, het ouder-
wetsche „kapitalistische" defensie-motief.
Maar dat de werkelijke doeleinden van Mos
kou, om zich tot eerste Oostzee-mogendheid op
te werken, zou berusten op een beveiliging van
eigen territorium, dus ter verkrijging van een
natuurlijke Westgrens, dat kan het Westen ook
niet als waar aannemen. Veiliger ligging dan
achter een krans van bufferstaten is niet denk
baar. En het ligt ook niet in het communisti
sche systeem opgesloten om zich op intense
wijze op de uitbreiding van den internationalen
handel te werpen of om het onderlinge verkeer
tusschen de Russische volkeren en de „kapita
listische" landen te bevorderen. Integendeel,
zelfs al streeft het communisme naar uitbrei
ding, dan neg wil het op zijn terrein een afge
sloten en cultureel zelfgenoegzaam „Sovjet
paradijs" vormen. Dit is immers een der conse
quenties van het beginsel van den klassenhaat.
Maar wat is dan het motief, dat Stalin en
Molotof tot hun riskante Oostzee-onderneming
heeft gevoerd? Want riskant is deze politiek; zij
kan Rusland door de ontwikkeling der omstan
digheden in de toekomst dwingen tot partij
kiezen in conflicten tusschen de „kapitalisti
sche" staten, waarmee het toch niets gemeen
wil hebben. Voor een zelfde vraag stonden ook
de diplomaten, toen het tsaristische Rusland
in 1908 den oorlog met Japan begon: wat zoekt
Rusland in het Oosten; wat waren de droomen
en de verlangens van de regeerders van het
machtige Moskou? Was het tsarenrijk nog niet
groot genoeg? En op deze vraag is dertig jaar
later pas bescheid gegeven dat te vinden is in
de mémoires van een Nederlandsch diplomaat
in ruste, Z. Exc. W. J. Oudendijk, voormalig
H. M.'s gezant in Perzië, China en Rusland.
Deze doorknede politicus komt tot de volgende
verrassende conclusie: „Jaren later, nadat me
nige verschrikking over Rusland en de wereld
was gekomen, vond ik een antwoord op mijn
vragen uit die dagen (1908)Er stak niets ach
ter dit alles! Keizer Nicolaas was alleen be-
zéten door een onredelijk verlangen, verre Oos-
tersche landen te krijgen."
Zou dit antwoord ook niet kunnen gelden voor
onze dagen? Zou die heele geheimzinnige groote
politiek van het Kremlin alleen berusten op
bruten machtswellust, alleen op een drang tot
overheersching? En zou men er verder niets
achter moeten zoeken, dan alleen onwetendheid
en gewetenloosheid? Zou die geheimzinnige,
niet te doorgronden Slavische of Mongoolsche
ziel niet anders zijn dan sluwheid en hebzucht?
Het is heel goed mogelijk, maar helaas kan
alleen de historie pas later het definitieve ant
woord geven.
Intusschen wijst de geschiedenis wel uit, dat
het lijden der Finnen onder Russische onder
drukking pas begonnen is, toen de geest van het
imperialisme onder de tsaren wakker werd. De
„Prawda" heeft zich boos gemaakt, omdat pre
sident Kaj ander onlangs in 'n rede zich eenigszins
prijzend heeft uitgelaten over het bewind, dat
de tsaren Alexander I en II in Finland uit
oefenden. En inderdaad, toen in 1809 de Fin
nen van Zweedsche onder Russische heerschap
pij kwamen, hadden zij het, zeker vergeleken
met het eigenlijke Rusland, niet zoo kwaad. Het
was een periode van rust, terwijl zij een groote
mate van zelfbestuur bezaten en practisch niet
veel meer dan een personeele unie hen aan
Rusland bond. Doch later is een kentering in
getreden, die tot verzet leidde. Het daardoor
gewekte nationale bewustzijn heeft geleid tot
de onafhankelijke republiek Finland, die dooi
de Sovjets is erkend. Maar die onaantastbaar
heid schijnt Moskou al weer vergeten te zijn.
Door het hardnekkig verzet gedwongen, trach
ten de Sovjets hun zin bij beetjes en brokjes
te krijgen. Waarschijnlijk door Duitsche bemid
deling zou Finland tot wederzijds terug
trekken der troepen bereid zijn. Bovendien wil
Helsinki het „geval" aan de arbitrage-commissie
voorleggen, die is ingesteld volgens het Finsch-
Russisch non-agressiepact van 1932, waarbij
partijen zich verplicht hebben, alle kwesties,
welke tusschen haar mochten rijzen en die niet
binnen redelijken tijd langs den gebruikelijken
diplomatieken weg kunnen worden bijgelegd, te
onderwerpen aan arbitrage.
Het zou niet zonder reden zijn, dat Duitsch-
land zich met het door Rusland veroorzaakte
incident zou bemoeien. Het is bekend, dat onder
het Duitsche volk een levendige sympathie voor
de Finnen bestaat, voor wier ridderlijk en held
haftig verzet de Duitscher, die zelf meent
te worden aangevallen, bewondering heeft. Van
den anderen kant moet de officieele Duitsche
politiek natuurlijk partij trekken voor den nieu
wen vriend, dien het van Von Ribbentrop gekre
gen heeft. Bemiddeling en bijlegging van het
conflict liggen dus wel in de lijn van de Duit
sche diplomatie.
LONDEN, 28 Nov. (Reuter). De vroegere
Tsjecho-Slowaaksche gezant in Londen, Jan
Masaryk, heeft Maandagavond de door de
nationaal-socialfsten tegen hem gerichte be
schuldiging tegengesproken, dat hij en anderen
in Engeland een revolutie in Tsjecho-Slowakije
aanstookten. Integendeel, zoo zeide Maseryk,
Tsjecho-Slowakije wordt de raad gegeven, zijn
tijd af te wachten, want heel zijn krachtinspan
ning zou spoedig noodig zijn.
Sprekende over de oorlogsdoelstellingen zeide
Masaryk te denken, dat groot belang wordt ge
hecht aan de voorbereiding van een economi
sche federatie, waarop een nieuwe politieke
structuur zou kunnen worden opgebouwd, wan
neer de oorlog teneinde zou zijn. Indien dit ver
wezenlijkt werd en werd voorbereid, zou er een
einde komen aan de Europeesche beschaving.
Masaryk zeide: „Ik ben niet anti-Duitsch,
maar ik geloof, dat Duitschland psychologisch
zeer geschokt is. De Duitschers staan onder in
vloed van een duivelsche leer en Duitschland
moet een verschrikkelijke beproeving doorma
ken. Wij zijn in oorlog met een heel krankzinni
gengesticht. Wij moeten terugkeeren naar indi-
vidueele behoorlijkheid, wij moeten weer op
onze beide beenen staan en nederig zijn in te
genstelling met de huidige nationaal-socialisti-
sche arrogantie".
JERUZALEM, 28 Nov. (Havas). Zeelieden
uit Tel Aviv hebben zeven mannen gered, die
deel uitmaakten van de equipage van een schip,
dat uit Egypte was gekomen en voor de Pales-
tijnsche kust was gezonken.
ROME, 28 Nov. (Stefani) Het Italiaansche
blad Messagero behandelt in een hoofdartikel
de kwestie der blokkade, welke het blad een
geweldige operatie tegen Duitschland noemt.
Sedert den wereldoorlog heeft Engeland de con
trabande-lijst uitgebreid tot bijna alle artikelen.
In den tegenwoordigen oorlog zou men kunnen
betoogen, dat een contrabande-lijst onnoodig is,
daar alle voor Duitschland bestemde artikelen,
hetzij voor de strijders, hetzij voor de burgers,
door decreten van Londen en Parijs verboden
zijn. Iedereen Is vrij te beoordeelen, of dit be
sluit min of meer gerechtvaardigd is en of het
al dan niet in strijd is met het internationale
recht. Het is evenwel zeker, dat de neutrale sta
ten er onder lijden, hetzij door een zeer gevoelige
vermindering van hun handel, hetzij door het
schaarsch v'orden van de voor hun landen be
stemde voorraden. De Engelschen contingentee
ren de neutrale landen, en het is niet minder
vreemd, dat onafhankelijke en souvereine sta
ten onderworpen worden aan de rantsoeneering
door een oorlogvoerende. De vraag blijft dan
nog, of de blokkade doeltreffend is. De voordee-
len, welke Duitschland zich heeft verzekerd
door het bondgenootschap met Rusland en de
met andere landen aan de Baltische Zee ge
sloten overeenkomst, ongerekend zijn politiek
van autarkie, zullen het in staat stellen den
aanvoer, welke uit zee werd ontvangen, te hand
haven. Engeland daarentegen kan niet leven
zonder de zee, en zijn koopvaardijvloot is zelfs
niet voldoende om te voorzien in zijn ravitaii-
léering en moet een beroep doen op de koop
vaardijvloot van de neutrale landen. Een
Duitsch tegenbiok zou dus meer effect hebben
dan de Engelsche blokkade. Het stelsel der con-
vooien, indien het al uitstekend moge zijn te
genover duikbooten, blijft onwerkzaam tegen
over vliegtuigen. Teneinde de Engelsche con-
vooien te beschermen zou de Britsche vloot zee
moeten kiezen en er blootgesteld worden aan de
aanvallen van. Duitsche duikbooten en vliegtui
gen. De blokkade, aldus besluit de „Messagero",
beteekent een belegering van Duitschland, doch
ook een belegering van de geallieerden.
TOKIO, 28 Nov. (Domei). Volgens uit ver
schillende deelen van Japan ontvangen berich
ten, hebben gedurende het weekeind vele bran
den gewoed. Zondagavond zijn in de stad Ne-
moera (Hokkaido), bijna tachtig huizen ver
woest en vier personen levend verbrand.
Vroeger op den dag was de beroemde Nihor-
tempel, op den Nokogiriberg in de provincie
Chiba, door een brand, welke ongeveer te vier
uur des middags was uitgebroken, tot op den
grond toe afgebrand. Een ruim houten gebouw
te Okayama, dat als gemeentegebouw dienst
deed, is Maandagochtend in de asch gelegd on
danks de inspanning van de brandweer en het
garnizoen.
NEWPORT, 28 Nov. (Reuter). Het 2483 ton
metende Britsche stoomschip Uskmouth is ge
zonken. Drie van de vijfentwintig leden der be
manning worden vermist.
Kapitein-luitenant ter zee Crossley, de com
mandant van den Britschen torpedojager
Gipsy, welke Dinsdag op een mijn is geloopen,
is overleden.
Maandag werd in Unitas te Nijmegen de Raac,
van Afgevaardigden van Sint Raphaël in den
middag geopend door den bondsvoorzitter, den
heer L. H. Wigman uit Amersfoort.
Spr. kon in de met Bondsvlaggen getooide
zaal o.m. verwelkomen den bondsadviseur Pas
toor Mutsaert, den wethouder van Sociale Za
ken, den heer E. G. Kalwey, den heer J. Velt-
man, vertegenwoordiger van het R.K.W.V. en
meerdere geestelijke adviseurs der afdeelingen.
In meest zorgvolle omstandigheden komen
wij hier bijna om ons program van actie vast
te stellen, aldus spr. Nog slechts enkele maanden
woedt de oorlog en reeds laten zich de ge
volgen ook in ons land gevoelen.
Welvaart en cultuur worden reeds ernstig be
dreigd Volkeren, met eigen beschaving, eigen
geloof werden overrompeld door andere regimes.
De meest elementaire rechten worden geschon
den. Tusschen groote strijdende volkeren ligt ons
dierbaar Nederland, dat gedwongen wordt
bovenmenschelijke offers te brengen om zijn
zelfstandigheid te bewaren en economisch zich
te kunnen handhaven. Onder wel groote moei
lijkheden moet onze Bond werken. Toch zet hij
de actie in aller belang met kracht door. Veie
leden zijn gemobiliseerd, maar hun wordt de
Bondscourant toegezonden, opdat het contact
met den Bond behouden blijve. Door den per-
soneelraad tóerden mobilisatie-gevolgen als be
scherming tegen lucht- en gasaanvallen, vergoe
ding voor derven van inkomsten in behandeling
genomen. Ook in deze omstandigheden werden
de personeelsbelangen niet verwaarloosd.
Dit jaar werd de bondsdag te Tilburg gehou
den en daar tegelijk de bondsadviseur, pastoor
Mutsaert, gehuldigd.
Met groote saamhoorigheid heeft het perso
neel het eeuwfeest van de Ned. Spoorwegen
gevierd.
Uit dit feest sprak de sterke eenheid tus
schen bedrijfsleiding en personeel. Tot blijheid
stemde, dat bij deze feestviering de bondssecre-
taris, de sociale werker, de heer Timmermans,
benoemd wterd tot Ridder in de Oranjé-Nassau-
orde. Naast hem werden zes leden begiftigd
met de eere-medaiile van Oranje-Nassau. Het
ideaal voor de Nieuwe Gemeenschap beving
den geheelen bond. Eerste eisch is hier: be
ginnen bij onszelf en in eigen organisatie. Als
in de geheele R.K.W.V.-beweging in dezen
geest gewerkt wordt, can bouwen wij aan een
betere gemeenschap en verhoogen het geluk der
menschheid.
Bij de behandeling van het jaarverslag bleek
het ledental gestegen te zijn tot 10.037, terwijl er
152 leden gemobiliseerd waren. Deze leden zijn
vrijgesteld van contributie. De actie voor de
Nieuwe Gemeenschap wterd met kracht ge
steund. De actie voor verbetering der pensioenen
zal binnenkort met succes bekroond worden.
De directie overweegt de stichting van een be
lastingspaarfonds voor het personeel der N.S.
Nu de kosten voor het levensonderhoud stijgen,
is een actie ingezet voor duurtetoeslag of loons
verhoging, vooral voor het tramwegpersoneel,
dat het laagst wordt betaald.
Vele tramwegen werden gesaneerd, wat ver
zekering medebracht voor de pensioenfondsen
4336 leden bleven aangesloten bij Onderlinge
Hulp.
De jaarverslagen werden goedgekeurd.
Met algemeene stemmen werd tot voorzitter
herkozen de heer L. H. Wigman uit Amersfoort
Tot leden van het hoofdbestuur werden gekozen
de heeren L. F. Dubois, klerk N.T. te Terneu-
zen, J. S. Goossens, teekenaar te Utrecht en
J. B. Veltman, ploegbaas w.pl. te Haarlem, allen
aftredend.
Gekozen werden tot lid van de controle-com
missie (art. 40 ,van het H. R.) de heer H. Hoo-
geveen, stationschef te Borne en tot plaatsver
vangende leden de heeren P. H. L. Oorninck.
commies te Utrecht en Q. W. M. Smeets, sta
tionsambtenaar te Nijmegen.
Tot lid en twee plaatsvervangende leden van
de controle-commissie werden gekozen C. M.
Groves, H. Hoogeveen Borne en W. Maassen
Utrecht.
Tot lid van de commissie van beheer van het
fonds „Onderlinge Hulp" werd gekozen de heer
J. L. A. H. Goffen, bureelambtenaar te Maas
tricht.
Door verschillende afdeelingen werd nog aan
gedrongen om de actie voor duurtetoeslagen en
loonsverhoogdngen zooveel mogelijk te bespoe
digen.
De begrooting voor 1940, sluitende in inkomster
en uitgaven met 88133.60, werd goedgekeurd.
Besloten werd den bondsdag in 1940 te Arn
hem te houden.
De vergadering van den Raad van Afgevaar
digden zal in 1940 te 's-Bosch worden gehouden.
Vervolgens wterd overgegaan tot de behande
ling van verschillende voorstellen. Afgewezen
werd een voorstel-Nijmegen om aan leden, die
nog geen drie maanden lid zijn, geen rechts
kundigen bijstand, geen bijstand bij scheidsge
recht of commissie van advies te verleenen.
Het bestuur deelde mede, dat de rechtskundige
bijstand is geregeld bij art. 18 H.H.
Tegen zessen werd de vergadering gesloten
tot Donderdagochtend, welke begonnen worde
met een H. Mis.
De afd. Nijmegen bood des avonds den con
gressisten een feestbyeenkomst aan.
BATAVIA, 28 Nov. (Aneta) Terwijl het
aantal bedevaartgangers dit jaar 10.000 minder
bedraagt dan het vorige jaar, blijkt overigens
uit de in Nederlandsch-Indië ontvangen be
richten, dat de Nederlandsch-Indische kolonie in
het Heilige Land in goeden welstand verkeert.
De levensstandaard is iets hooger dan vroeger.
De hadj vindt ongeveer half Januari plaats,
zoodat de terugkeer van de ruim 6000 pelgrims
eerst in Februari of Maart kan worden ver
wacht.
In geval van
adviseeren doktoren:
„Geen ruw-reinigende laxeermiddelen".
Deze geven wel tijdelijk opluchting, maar bij
chronische verstopping is het gebruik er van nut
teloos. De oorzaak der kwaal nemen zij n.l. niet
weg, terwijl bovendien de darmen onnoodig sterk
worden geprikkeld.
De oorzaak van chronische verstopping
ligt in een gebrek aan massa in de darmen.
De spijsverteringsresten uit het voedsel, de z.g.
ballaststoffen vormen daar een natuurlijke massa.
Alleen wanneer deze groot genoeg is om voldoen
den weerstand uit te oefenen, kunnen de darm-
spieren zich samentrekken en zoodoende de darm
beweging veroorzaken. De moderne sterk gecon
centreerde spijzen zijn evenwel arm aan spijsver
teringsresten, zoodat een tekort aan massa dus
aan weerstand - in de darmen ontstaat. Dit heeft
een verslapping der darmspieren tot gevolg.
Normacol neemt de oorzaak weg.
De kleine zuiver plantaardige korrels Normacol
zwellen in den darminhoud gelatineus op tot een
sponsachtige massa, die de plaats inneemt det
ontbrekende balaststoffen. Nu kunnen de darm-
spieren weer hun normale werking uitoefenen.
Neem nog heden een proef met Normacol.^ Het
is een onschadelijk natuurlijk werkend middel,
dat chronische verstopping opheft en een gezon
den stoelgang bevordert.
DELFT. Geslaagd voor het prop. examen na
tuurkundig ingenieur H. J. van Raalte, 's-Gra-
venhage.
Het blijkt, dat de Nederlandsche delegatie
te Londen, die onderhandelingen- voerde
over een mogelijke overeenkomst met En
geland, Zaterdag nog niet is teruggekeerd,
ofschoon haar vertrek naar Nederland was
aangekondigd. Het vermoeden is dan ook
gewettigd, dat de onderhandelingen nog
niet geheel zijn afgebroken. In officieele
kringen weigert men echter vooralsnog eeni-
ge mededeelingen over den stand van za
ken te doen.
Maandagmiddag is de steenen watermolen in
den Bosch- en Gasthuispolder, gelegen tus
schen Voorschoten en Leiden, tijdens een storm
vlaag zeer ernstig beschadigd en daardoor voor
geruimen tijd onbruikbaar geworden.
Daar het loon van den molenaar zeer laag
is. was de man aoor Maatschappelijk Hulpbe
toon in de werkverschaffing te Valkenburg ge
plaatst en werd de molen bediend door zijn
vrouw, moeder van zeven kinderen.
Blijkbaar heeft zij den molen, die met vier
volle zeilen Graaide, niet meer op tijd kunnen
vangen, waardoor hij ronddraaide, zooals oog
getuigen vertelden, als de propeller van een
vliegtuig.
Toen de wieken tot stilstand waren gebracht,
was een der hekken met het zeil enkele hon
derden meters het weiland ingeslagen en de
kap met ijzeren spil en wieken nagenoeg een
meter achteruit gezet, waardoor ook het met
selwerk werd ontzet. De vrouw was zoo ga-
schrokken, dat zü met haar kinderen in allerijl
het terrein heeft verlaten en verder op het land
een onderdak heeft gezocht.
Maar wat zult gij ze geven? De keus
is niet zo gemakkelijk. Voor speel
goed zijn ze te groot, nietwaar? En
boeken, boeken zijn zo duurPar
don, boeken voor jongens en meisjes
WAREN vaak duur. Maar nu de
is verschenen, dat heerlijke jaarboek
voor Katholieke jongens en meisjes,
kunt gij toch niet meer van duur spre
ken? 95 cent voor een in prachtband
gebonden boek van 416 bladzijden,
vól verhalen, gedichten, platen, raad
sels, uiteenzettingen, heiligenlevens,
romantiek en avontuur. Geef ze dat
boek nu eens, en kijk hoe dan Uw
huiskamer eensklaps rustig wordt! Die
er in leest, weet niet eens meer dat er
een huiskamer bestaat en de anderen
zijn stil omdat anders hun beurt, om
het ook te mogen lezen, wordt over
geslagen. Koop het spoedig, want gij
zult toch al betreuren het niet meteen
te hebben gekocht!
UW BOEKHANDELAAR HEEFT EEN
EXEMPLAAR VOOR U IN VOORRAAD
En gij zelf, gij hebt toch zeker de
nieuwe ZONNEWIJZER reeds?
UITGEVERIJ HET SPECTRUM UTRECHT
NAAR HET ENGELSCH
22
„Dat zou ik u niet kunnen zeggen. U moet
het maar eens probeeren. Ik geloof niet, dat
zij lichamelijk ziek is; ze schrijft even flink als
altijd. Ik heb haar nog niet weergezien. Zij
houdt zich meer afgezonderd dan ooit; maar
vanmiddag heb ik een briefje van haar gehad,
waarin ze zegt, dat ze beter is en mij nu weldra
hoopt te ontvangen. Wat nu ook de reden moge
zijn geweest van die strenge afzondering ik ge
loof, dat die nu tot het einde is gekomen."
„Dan zal ik met Leslie spreken. Ik geloof,
dat ik Leston moest zeggen, maar onwillekeu
rig gebruik ik dien naam. We zullen samen
naar haar toegaan, maar, mijns inziens, zal het
een vergeefsch bezoek wezen. Ik geloof niet, dat
zü ons zal willen ontvangen.'"
Den volgenden dag begaven beide heeren zich
Op weg naar Tarnside.
Mrs. Leslie was thuis, kregen ze onmiddellijk
te hooren, maar zij was niet in staat, om be
zoek te ontvangen.
„Ik denk toch wel, dat ze ons te woord wil
staan," zei Philip Leslie vol overtuiging tegen
de bediende. „Als u nog maar eens even zeggen
wilt, dat hier twee heeren zijn, die dringend
om een kort onderhoud verzoeken."
Even later werden ze in den salon gelaten;
ze hoorden het ritselen van vrouwenkleeren en
daar stond Vera voor hen in haar kalme, lief
lijke schoonheid.
Ze zag zeer bleek en haar lang, zwart gewaad
liet de bevalligheid van haar slank figuur sterk
tot haar recht komen.
Toen zü tegenover de bezoekers stond, trilde
haar gelaat en zij strekte met een kreet van
geluk de hand uit naar Philip Leslie. Op dat
moment leek het wel, of ze enkel oog had voor
hem, zich niet bewust was van de tegenwoor
digheid van die andere kalme gedaante, die
zich eenigszins teruggetrokken had.
„O, liefste, liefste!" riep ze op juichenden toon.
„Ben je daar eindelyk tot mij teruggekomen?"
Ze trad nog dichter naar hem toe, en gedre
ven door een onweerstaanbare ingeving, sloot
hü haar handen in de zijne en keek met groote
teederheid in het lieflijk gelaat, dat zoo smee-
kend naar hem opgeheven werd. Maar hij trok
haar niet naar zich toe, zooals zijn hart hem
dit ingaf, maar leidde haar enkele schreden
dichter naar den kolonel en vroeg kalm en dui-
delük:
„Vera, ken je dien heer?"
Ze keek hem aan, niet verschrikt of ontsteld,
maar eerder met een uitdrukking van triomf.
„Het is kolonel Egremont. Dacht je, dat ik
bevreesd zou zijn, hem te ontmoeten? Neen,
nü niet meer!"
Een vreemde blik, dien ze geen van beiden
konden verklaren, verscheen op haar gelaat. Ze
maakte de rechterhand los uit die van Philip
Leslie en stak ze den kolonel toe, terwyl ze zei:
„Kolonel Egremont, ik heet u welkom, ein
delijk dan toch, op Tarnside! Ik kon dit niet
eerder doen, ofschoon u zeker het recht had,
hier te komen; maar u wist niet.... u wist
niet!"
„Vera!" zei hü heesch, „ken je mii? xk ben je
echtgenoot."
„Eischt u mij op?"
„Ja."
Toen wierp ze Leslie een blik toe vol trots en
vertrouwen en sprak:
„Kolonel Egremont, dit is mün echtgenoot.
Philip, zeg hem, dat ik je rechtmatige vrouw
ben,"
Ze keek naar hem met een uitdrukking, die
Philip Leslie het hart brak; hü wendde het gelaat
af, maar liet haar hand niet los.
„Wat kan ik zeggen, Vera?"
Het peinzende in haar blik keerde terug en
droevig vroeg zij:
„JÜ ook al, Philip? Ik geloof, dat geen man
ooit kan liefhebben met volledig vertrouwen in
de vrouw van zijn keuze. Dat is alleen een vrouw
gegeven; maar het is haar vloek tegelük."
Ze maakte haar hand los uit die van Leslie en
wendde zich tot den kolonel:
„Is u op Tarnside gekomen om uw vrouw te
zoeken, kolonel Egremont?"
«Ja.»
Op dit oogenblik was hü niet in staat, om meer
te zeggen, zóó zeer was hü onder den indruk van
allerlei overstelpende gevoelens. Haar schoon
heid trof hem niet zoozeer: zü had haar liefde
aan een ander geschonken, maar hèm stond ook
een ander gelaat voor oogen.
„TT is dus gekomen, om uw vrouw te zoeken?
Nu, u zult haar zien. U kunt haar nu toch
geen leed meer toebrengen."
Ze ging naar de deur, maar beide mannen
bleven roerloos staan: zou zü weer een plotse
linge aanval van verstandsverbü'stering hebben?
„Komt nu," noodde zü en ging hen voor.
„Laten wij het maar doen," fluisterde Leslie
en beiden volgden ze haar en gingen het ver
trek uit.
Vera ging Leslie voor, de trap op, naar een ge
deelte van het huis, dat met zware, dubbele deu
ren van de rest van de woning was afgesloten.
„Dit is de vleugel, waar het spookt," zei Vera.
Dit zeggende deed ze een deur open en het
vertrek, waarin ze nu kwamen, leek wel een ka
pel: de verlichting bestond daar uit kaarsen;
in het midden stond een wit gedrapeerde tafel
en daarin lag, overdekt met witte bloesems, een
gedaante met den dood op het gelaat; het
leek wel het lijk van Vera zelf!
De levende Vera wierp zich eerst op de knieën
naast die „dubbelgangster"; toen hief ze zich op
en op de doode wüzend. sprak ze:
„Kolonel Egremont, daar is uw vrouw, mün
geliefde tweeling-zuster, die krankzinnig was!"
HOOFDSTUK XIV.
„Ja, ik zal u de heele geschiedenis vertellen. U
heeft er recht op, ze te hooien. Kolonel Egre
mont, het is wel eigenaardig, dat u juist vandaag
hier gekomen is, want vanochtend had ik willen
laten vragen, of u uw vrouw nog wilde zien, eer
wü haar voor goed ter ruste legden."
„Waarom heeft u mij niet eerder geroepen?"
vroeg de kolonel op zachten toon. „Waarom werd
voor mü verborgen gehouden, dat mijn vrouw
in mün nabijheid was? Ook al was zij waanzin
nig, ik was toch haar echtgenoot."
„Als u de geschiedenis heeft gehoord, zult u
alles begrijpen," luidde het kalme antwoord.
Vera zat naast Philip Leslie, die trachtte, uit
eerbied voor de doode, zijn gevoel van vreugde
te bedwingen, doch het was hem onmogelijk.
Ze waren nu in het boudoir van Mrs. Leslie
en ook kolonel Egremont, die op eenigen afstand
in de schaduw zat, had een gewaarwording, als
of een groot leed van hem weggenomen was, of
schoon hü toch ook medelüden en droefheid ge
voelde.
„Ja, u zult alles te hooren krygen," zei Vera,
nu met droomerigen klank in den toon van haar
stem. „Er is nu ook geen reden meer om langer
te zwijgen. De dood heeft die verplichting opge
heven".
Ze hield een oogenblik stil, blijkbaar aange
daan, en begon toen haar geschiedenis.
„Wü werden geboren op vaders plantage in
West-Indië; wü waren tweelingen, de eenige
kinderen, die onze ouders ooit gehad hebben.
Van onze geboorte af hebben we zoozeer op el
kaar geleken, dat we niet te onderscheiden wa
ren. Wij werden Vera en Veronica gedoopt en
we hadden ieder een verschillend gekleurd ket
tinkje aan; maar, toen wü eens we waren
nog geen jaar oud samen op den grond aan
het spelen waren, trokken wij elkaar het ket
tinkje af en nu was onze identiteit geheel ver
loren; niemand wist meer, wie Vera en wie
Veronica was. We werden nu maar beiden bi)
de afkorting Vera genoemd en het was ook,
alsof wij in alles geheel één waren; we verston
den elkaar zonder te spreken; we hadden, toen
we wat grooter werden, denzelfden smaak, de
zelfde opvattingen, dezelfde gewoonten. Kort
om, het is onmogelijk, om den eigenaardigen
band te beschrijven, die ons feitelijk één deed
zijn. We konden eenvoudig niet buiten elkaar
en ik geloof, dat het idéé van een mogelijke
scheiding ook nooit bij onze ouders was opge
komen.
Na onze moeder droegen we onze nurse en
voedster. Barbara, de meeste genegenheid toe.
Zü was moeders speciale hulp; meer een vrien
din dan een dienstbode. Zij was twee jaar te
voren met een bediende op de plantage ge
trouwd, maar was haar taak bij moeder blüven
waarnemen. Haar man was gedood bij een on
geluk, een paar dagen voordat wü geboren
werden. Haar eigen kind was juist omtren" den
tijd van het ongeval geboren en heeft slechts
een week geleefd en zijn moeder vond alleen
haar troost in het verzorgen van ons, een plicht,
dien zij waarnam met bü'na moederlijke toe
wijding.
(Wordt veno&fe)