De Russische politiek met zoo duister De historische draad opgevat I In een geheimzinnig HARDNEKKIG WINDHOOS WAAS GEHULD M/cJc z,c<xj U\ ]+xclÜ Indië nader tot ons Buitenlandsch Overzicht Duitsch belang om bij geschil met Finland te bemiddelen <£oó'<4<"e e/- DINSDAG 28 NOVEMBER 1939 PRINSES JULIANA BIJ BIJZONDERE NOODEN Nieuwe Belgische gezant AMERICAN BLEND Een verklaring van Jan Masaryk SCHIPBREUKELINGEN GERED De Messagero over de blokkade Tal van branden in Tokio De Uskmouth gezonken St. Raphaël DE BEDEVAART NAAR MEKKA Chronische verstopping Technische hoogeschool Onze delegatie blijft te Londen Onderhandelingen schijnen nog niet geheel afgebroken Molen zwaar beschadigd ZE HEBBEN EIGENLIJK AL LANG IETS „TE GOED"... De hardnekkigheid, waarmee on danks alle rechtzettingen sommige scheeve voorstellingen van zaken steeds „unverfroren" herhaald worden, is soms zoo verbazingwekkend, dat men bijna aan moedwil en boosaardigen op- Zet zou gaan gelooven. Zoo kan men in het Voorloopig Verslag van de Eerste Kamer betreffende de Algemeene Be schouwingen over de Rijksbegrooting 1940 lezen, dat volgens sommige leden »de eigenlijke oorzaak van het m het Vierde Kabinet-Colijn gerezen conflict" de zich allengs openbarende tegenstel- hng „tusschen hen, die een politiek van een sluitend budget voorstaan, en de zulken, die een vlotte uitgavenpolitiek bepleiten" zou zijn geweest. Ter staving van deze looze, en reeds vele malen dui delijk weerlegde bewering, wordt dan oud-minister Romme als een soort van kroon-getuige aangehaald, oud-minister Romme, die in het interview, dat hij eenigen tijd geleden ook aan ons blad toestond, deze scheeve voorstelling van zaken als juist zou hebben „erkend". De grove onjuistheid van deze opmer king valt te meer op nu zij voorkomt in een officieel staatsstuk en nog wel van de in den goeden zin des woords altijd hog op „deftigheid en waardigheid" aanspraak makende Eerste Kamer. Wat Zouden de hier aan het woord zijnde leden van dit illustre en om zijn beza digdheid en bezonnenheid vermaarde College er wel van zeggen, wanneer de tegenstelling tusschen voor- en tegen standers van de doodstraf werd om schreven als die van een politiek van eer-bied voor het menschelijk leven te genover een politiek van vlotte men- schenslachting? De commissie van rapporteurs uit de Eerste Kamer durft het echter wel aan de voortzetting van een Christelijke werkloosheidspolitiek. met eenstemmigheid door een Christelijk Kabinet gedurende twee jaren gevoerd, te bestempelen als een vlotte uitgaven- Politiek, die zich om het sluitend maken van het budget niet bekommerde. De belangrijke concessies, die minister Romme indertijd juist terwille van het budget aan de richting-Colijn heeft ge daan, worden hier eenvoudig genegeerd, terwijl er muisjesstil over gezwegen Wordt, dat Colijn meer eischte dan een hian als minister Romme op grond van zijn Christelijke sociale beginselen ttieende te kunnen en te mogen toege ven. Heeft de commissie van rappor teurs deze formuleering zóó gekozen om eenerzijds het verwijt van roekelooze crisismakerij tegen den heer Colijn, die thans weer Eerste Kamerlid is, uit te schakelen en anderzijds geen contro verse te scheppen door het feit, dat de Eerste Kamer zich vereenigt met de poli tiek van het Kabinet-de Geer, dat het Werkloosheidsbeleid van het vierde Ka binet-Colijn voortzet juist op die onder- deelen, waar de leider van dat Kabinet den gemeenschappelijk gekozen en ge- Volgden koers al te vlot plotseling wilde i,ombuigen"? In ieder geval ontsiert deze scheeve Voorstelling van zaken het officieele Voorloopig Verslag van de Eerste Kamer als een al te vlotte carnavalsneus het Waardig aanschijn van een eerbiedwaar- digen patriarch. Naar wfj vernemen woonde H. K. H. Prinses Juliana heden de gewone wekelijksche verga dering bij van het dagelijksch bestuur van het Nationaal Fonds voor Bijzondere Nooden. De nieuwe Belgische gezant, de heer L. Nemry, heeft heden zijn opwachting gemaakt bij den minister van Buitenlandsche Zaken. JO VAN AMMERS-KULLER ||P ING. f 2.GEB. f 2.90 Een afwisselende, interessante beschrijving over ons Insnlinde, Welke, ons tegelijkertijd een boeiend beeld geeft van het Indische leven van den Euro peaan. Verlucht met 33 schitte rende afbeeldingen naar kunst foto's. VERKRIJGBAAR BIJ DEN BOEKHANDEL Rusland heet onbegrijpelijk en raadselachtig. De „ziel van moedertje Rusland" schijnt zoo iets geheimzinnigs te zijn, dat romanciers en lite ratoren er maar niet over uitgeschreven raken. Ook in de politiek heeft Rusland, zoowel onder het tsaren-regime als onder den Sovjet-knoet, steeds den naam gehad van voor ons, Westerlin gen, te verheven te zijn. De problemen, waar voor de „Slavisch-Mongoolsche natuur" den nuchteren Europeaan stelt, zouden niet te door gronden zijn. En naar gelang men meer of min der den nadruk legt op het Slavische, of wel op het Mongoolsche karakter van dit groote rijk tracht men de diepere motieven der Russische groote politiek te doorgroryien. Het is voor de politici-langs-den-wal thans een raadsel, Wat de leiders op het Kremlin toch bewogen heeft, om zich op de Oostzee-staten te werpen en om Finland als buit te begeeren, landen, wier onafhankelijkheid het zelf heeft bewerkstelligd. Men heeft als verklaring ge geven, dat, nu de oude communistiscshe propa- ganda-taktiek, om veroveringen van binnen uit voor deze heilsleer te maken, vrijwel overal zon der succes is gebleven, het Kremlin een nieu- wten weg zoekt om het communisme te versprei den. En dat zou dan zijn de verovering en pro pageering te vuur en te zwaard, zooals het Mo hammedanisme zijn verspreiding heeft gevonden. Maar deze theorie komt niet overeen met het feit van de voortdurend toenemende propagan da voor het nationalisme onder de Russische troepen zelf. Tot een neiligen veroverings-oorlog wordt het Roode Leger niet gedrild, veel meer wordt den Sovjet-recruut de verdediging van het Russische vaderland voorgehouden, het ouder- wetsche „kapitalistische" defensie-motief. Maar dat de werkelijke doeleinden van Mos kou, om zich tot eerste Oostzee-mogendheid op te werken, zou berusten op een beveiliging van eigen territorium, dus ter verkrijging van een natuurlijke Westgrens, dat kan het Westen ook niet als waar aannemen. Veiliger ligging dan achter een krans van bufferstaten is niet denk baar. En het ligt ook niet in het communisti sche systeem opgesloten om zich op intense wijze op de uitbreiding van den internationalen handel te werpen of om het onderlinge verkeer tusschen de Russische volkeren en de „kapita listische" landen te bevorderen. Integendeel, zelfs al streeft het communisme naar uitbrei ding, dan neg wil het op zijn terrein een afge sloten en cultureel zelfgenoegzaam „Sovjet paradijs" vormen. Dit is immers een der conse quenties van het beginsel van den klassenhaat. Maar wat is dan het motief, dat Stalin en Molotof tot hun riskante Oostzee-onderneming heeft gevoerd? Want riskant is deze politiek; zij kan Rusland door de ontwikkeling der omstan digheden in de toekomst dwingen tot partij kiezen in conflicten tusschen de „kapitalisti sche" staten, waarmee het toch niets gemeen wil hebben. Voor een zelfde vraag stonden ook de diplomaten, toen het tsaristische Rusland in 1908 den oorlog met Japan begon: wat zoekt Rusland in het Oosten; wat waren de droomen en de verlangens van de regeerders van het machtige Moskou? Was het tsarenrijk nog niet groot genoeg? En op deze vraag is dertig jaar later pas bescheid gegeven dat te vinden is in de mémoires van een Nederlandsch diplomaat in ruste, Z. Exc. W. J. Oudendijk, voormalig H. M.'s gezant in Perzië, China en Rusland. Deze doorknede politicus komt tot de volgende verrassende conclusie: „Jaren later, nadat me nige verschrikking over Rusland en de wereld was gekomen, vond ik een antwoord op mijn vragen uit die dagen (1908)Er stak niets ach ter dit alles! Keizer Nicolaas was alleen be- zéten door een onredelijk verlangen, verre Oos- tersche landen te krijgen." Zou dit antwoord ook niet kunnen gelden voor onze dagen? Zou die heele geheimzinnige groote politiek van het Kremlin alleen berusten op bruten machtswellust, alleen op een drang tot overheersching? En zou men er verder niets achter moeten zoeken, dan alleen onwetendheid en gewetenloosheid? Zou die geheimzinnige, niet te doorgronden Slavische of Mongoolsche ziel niet anders zijn dan sluwheid en hebzucht? Het is heel goed mogelijk, maar helaas kan alleen de historie pas later het definitieve ant woord geven. Intusschen wijst de geschiedenis wel uit, dat het lijden der Finnen onder Russische onder drukking pas begonnen is, toen de geest van het imperialisme onder de tsaren wakker werd. De „Prawda" heeft zich boos gemaakt, omdat pre sident Kaj ander onlangs in 'n rede zich eenigszins prijzend heeft uitgelaten over het bewind, dat de tsaren Alexander I en II in Finland uit oefenden. En inderdaad, toen in 1809 de Fin nen van Zweedsche onder Russische heerschap pij kwamen, hadden zij het, zeker vergeleken met het eigenlijke Rusland, niet zoo kwaad. Het was een periode van rust, terwijl zij een groote mate van zelfbestuur bezaten en practisch niet veel meer dan een personeele unie hen aan Rusland bond. Doch later is een kentering in getreden, die tot verzet leidde. Het daardoor gewekte nationale bewustzijn heeft geleid tot de onafhankelijke republiek Finland, die dooi de Sovjets is erkend. Maar die onaantastbaar heid schijnt Moskou al weer vergeten te zijn. Door het hardnekkig verzet gedwongen, trach ten de Sovjets hun zin bij beetjes en brokjes te krijgen. Waarschijnlijk door Duitsche bemid deling zou Finland tot wederzijds terug trekken der troepen bereid zijn. Bovendien wil Helsinki het „geval" aan de arbitrage-commissie voorleggen, die is ingesteld volgens het Finsch- Russisch non-agressiepact van 1932, waarbij partijen zich verplicht hebben, alle kwesties, welke tusschen haar mochten rijzen en die niet binnen redelijken tijd langs den gebruikelijken diplomatieken weg kunnen worden bijgelegd, te onderwerpen aan arbitrage. Het zou niet zonder reden zijn, dat Duitsch- land zich met het door Rusland veroorzaakte incident zou bemoeien. Het is bekend, dat onder het Duitsche volk een levendige sympathie voor de Finnen bestaat, voor wier ridderlijk en held haftig verzet de Duitscher, die zelf meent te worden aangevallen, bewondering heeft. Van den anderen kant moet de officieele Duitsche politiek natuurlijk partij trekken voor den nieu wen vriend, dien het van Von Ribbentrop gekre gen heeft. Bemiddeling en bijlegging van het conflict liggen dus wel in de lijn van de Duit sche diplomatie. LONDEN, 28 Nov. (Reuter). De vroegere Tsjecho-Slowaaksche gezant in Londen, Jan Masaryk, heeft Maandagavond de door de nationaal-socialfsten tegen hem gerichte be schuldiging tegengesproken, dat hij en anderen in Engeland een revolutie in Tsjecho-Slowakije aanstookten. Integendeel, zoo zeide Maseryk, Tsjecho-Slowakije wordt de raad gegeven, zijn tijd af te wachten, want heel zijn krachtinspan ning zou spoedig noodig zijn. Sprekende over de oorlogsdoelstellingen zeide Masaryk te denken, dat groot belang wordt ge hecht aan de voorbereiding van een economi sche federatie, waarop een nieuwe politieke structuur zou kunnen worden opgebouwd, wan neer de oorlog teneinde zou zijn. Indien dit ver wezenlijkt werd en werd voorbereid, zou er een einde komen aan de Europeesche beschaving. Masaryk zeide: „Ik ben niet anti-Duitsch, maar ik geloof, dat Duitschland psychologisch zeer geschokt is. De Duitschers staan onder in vloed van een duivelsche leer en Duitschland moet een verschrikkelijke beproeving doorma ken. Wij zijn in oorlog met een heel krankzinni gengesticht. Wij moeten terugkeeren naar indi- vidueele behoorlijkheid, wij moeten weer op onze beide beenen staan en nederig zijn in te genstelling met de huidige nationaal-socialisti- sche arrogantie". JERUZALEM, 28 Nov. (Havas). Zeelieden uit Tel Aviv hebben zeven mannen gered, die deel uitmaakten van de equipage van een schip, dat uit Egypte was gekomen en voor de Pales- tijnsche kust was gezonken. ROME, 28 Nov. (Stefani) Het Italiaansche blad Messagero behandelt in een hoofdartikel de kwestie der blokkade, welke het blad een geweldige operatie tegen Duitschland noemt. Sedert den wereldoorlog heeft Engeland de con trabande-lijst uitgebreid tot bijna alle artikelen. In den tegenwoordigen oorlog zou men kunnen betoogen, dat een contrabande-lijst onnoodig is, daar alle voor Duitschland bestemde artikelen, hetzij voor de strijders, hetzij voor de burgers, door decreten van Londen en Parijs verboden zijn. Iedereen Is vrij te beoordeelen, of dit be sluit min of meer gerechtvaardigd is en of het al dan niet in strijd is met het internationale recht. Het is evenwel zeker, dat de neutrale sta ten er onder lijden, hetzij door een zeer gevoelige vermindering van hun handel, hetzij door het schaarsch v'orden van de voor hun landen be stemde voorraden. De Engelschen contingentee ren de neutrale landen, en het is niet minder vreemd, dat onafhankelijke en souvereine sta ten onderworpen worden aan de rantsoeneering door een oorlogvoerende. De vraag blijft dan nog, of de blokkade doeltreffend is. De voordee- len, welke Duitschland zich heeft verzekerd door het bondgenootschap met Rusland en de met andere landen aan de Baltische Zee ge sloten overeenkomst, ongerekend zijn politiek van autarkie, zullen het in staat stellen den aanvoer, welke uit zee werd ontvangen, te hand haven. Engeland daarentegen kan niet leven zonder de zee, en zijn koopvaardijvloot is zelfs niet voldoende om te voorzien in zijn ravitaii- léering en moet een beroep doen op de koop vaardijvloot van de neutrale landen. Een Duitsch tegenbiok zou dus meer effect hebben dan de Engelsche blokkade. Het stelsel der con- vooien, indien het al uitstekend moge zijn te genover duikbooten, blijft onwerkzaam tegen over vliegtuigen. Teneinde de Engelsche con- vooien te beschermen zou de Britsche vloot zee moeten kiezen en er blootgesteld worden aan de aanvallen van. Duitsche duikbooten en vliegtui gen. De blokkade, aldus besluit de „Messagero", beteekent een belegering van Duitschland, doch ook een belegering van de geallieerden. TOKIO, 28 Nov. (Domei). Volgens uit ver schillende deelen van Japan ontvangen berich ten, hebben gedurende het weekeind vele bran den gewoed. Zondagavond zijn in de stad Ne- moera (Hokkaido), bijna tachtig huizen ver woest en vier personen levend verbrand. Vroeger op den dag was de beroemde Nihor- tempel, op den Nokogiriberg in de provincie Chiba, door een brand, welke ongeveer te vier uur des middags was uitgebroken, tot op den grond toe afgebrand. Een ruim houten gebouw te Okayama, dat als gemeentegebouw dienst deed, is Maandagochtend in de asch gelegd on danks de inspanning van de brandweer en het garnizoen. NEWPORT, 28 Nov. (Reuter). Het 2483 ton metende Britsche stoomschip Uskmouth is ge zonken. Drie van de vijfentwintig leden der be manning worden vermist. Kapitein-luitenant ter zee Crossley, de com mandant van den Britschen torpedojager Gipsy, welke Dinsdag op een mijn is geloopen, is overleden. Maandag werd in Unitas te Nijmegen de Raac, van Afgevaardigden van Sint Raphaël in den middag geopend door den bondsvoorzitter, den heer L. H. Wigman uit Amersfoort. Spr. kon in de met Bondsvlaggen getooide zaal o.m. verwelkomen den bondsadviseur Pas toor Mutsaert, den wethouder van Sociale Za ken, den heer E. G. Kalwey, den heer J. Velt- man, vertegenwoordiger van het R.K.W.V. en meerdere geestelijke adviseurs der afdeelingen. In meest zorgvolle omstandigheden komen wij hier bijna om ons program van actie vast te stellen, aldus spr. Nog slechts enkele maanden woedt de oorlog en reeds laten zich de ge volgen ook in ons land gevoelen. Welvaart en cultuur worden reeds ernstig be dreigd Volkeren, met eigen beschaving, eigen geloof werden overrompeld door andere regimes. De meest elementaire rechten worden geschon den. Tusschen groote strijdende volkeren ligt ons dierbaar Nederland, dat gedwongen wordt bovenmenschelijke offers te brengen om zijn zelfstandigheid te bewaren en economisch zich te kunnen handhaven. Onder wel groote moei lijkheden moet onze Bond werken. Toch zet hij de actie in aller belang met kracht door. Veie leden zijn gemobiliseerd, maar hun wordt de Bondscourant toegezonden, opdat het contact met den Bond behouden blijve. Door den per- soneelraad tóerden mobilisatie-gevolgen als be scherming tegen lucht- en gasaanvallen, vergoe ding voor derven van inkomsten in behandeling genomen. Ook in deze omstandigheden werden de personeelsbelangen niet verwaarloosd. Dit jaar werd de bondsdag te Tilburg gehou den en daar tegelijk de bondsadviseur, pastoor Mutsaert, gehuldigd. Met groote saamhoorigheid heeft het perso neel het eeuwfeest van de Ned. Spoorwegen gevierd. Uit dit feest sprak de sterke eenheid tus schen bedrijfsleiding en personeel. Tot blijheid stemde, dat bij deze feestviering de bondssecre- taris, de sociale werker, de heer Timmermans, benoemd wterd tot Ridder in de Oranjé-Nassau- orde. Naast hem werden zes leden begiftigd met de eere-medaiile van Oranje-Nassau. Het ideaal voor de Nieuwe Gemeenschap beving den geheelen bond. Eerste eisch is hier: be ginnen bij onszelf en in eigen organisatie. Als in de geheele R.K.W.V.-beweging in dezen geest gewerkt wordt, can bouwen wij aan een betere gemeenschap en verhoogen het geluk der menschheid. Bij de behandeling van het jaarverslag bleek het ledental gestegen te zijn tot 10.037, terwijl er 152 leden gemobiliseerd waren. Deze leden zijn vrijgesteld van contributie. De actie voor de Nieuwe Gemeenschap wterd met kracht ge steund. De actie voor verbetering der pensioenen zal binnenkort met succes bekroond worden. De directie overweegt de stichting van een be lastingspaarfonds voor het personeel der N.S. Nu de kosten voor het levensonderhoud stijgen, is een actie ingezet voor duurtetoeslag of loons verhoging, vooral voor het tramwegpersoneel, dat het laagst wordt betaald. Vele tramwegen werden gesaneerd, wat ver zekering medebracht voor de pensioenfondsen 4336 leden bleven aangesloten bij Onderlinge Hulp. De jaarverslagen werden goedgekeurd. Met algemeene stemmen werd tot voorzitter herkozen de heer L. H. Wigman uit Amersfoort Tot leden van het hoofdbestuur werden gekozen de heeren L. F. Dubois, klerk N.T. te Terneu- zen, J. S. Goossens, teekenaar te Utrecht en J. B. Veltman, ploegbaas w.pl. te Haarlem, allen aftredend. Gekozen werden tot lid van de controle-com missie (art. 40 ,van het H. R.) de heer H. Hoo- geveen, stationschef te Borne en tot plaatsver vangende leden de heeren P. H. L. Oorninck. commies te Utrecht en Q. W. M. Smeets, sta tionsambtenaar te Nijmegen. Tot lid en twee plaatsvervangende leden van de controle-commissie werden gekozen C. M. Groves, H. Hoogeveen Borne en W. Maassen Utrecht. Tot lid van de commissie van beheer van het fonds „Onderlinge Hulp" werd gekozen de heer J. L. A. H. Goffen, bureelambtenaar te Maas tricht. Door verschillende afdeelingen werd nog aan gedrongen om de actie voor duurtetoeslagen en loonsverhoogdngen zooveel mogelijk te bespoe digen. De begrooting voor 1940, sluitende in inkomster en uitgaven met 88133.60, werd goedgekeurd. Besloten werd den bondsdag in 1940 te Arn hem te houden. De vergadering van den Raad van Afgevaar digden zal in 1940 te 's-Bosch worden gehouden. Vervolgens wterd overgegaan tot de behande ling van verschillende voorstellen. Afgewezen werd een voorstel-Nijmegen om aan leden, die nog geen drie maanden lid zijn, geen rechts kundigen bijstand, geen bijstand bij scheidsge recht of commissie van advies te verleenen. Het bestuur deelde mede, dat de rechtskundige bijstand is geregeld bij art. 18 H.H. Tegen zessen werd de vergadering gesloten tot Donderdagochtend, welke begonnen worde met een H. Mis. De afd. Nijmegen bood des avonds den con gressisten een feestbyeenkomst aan. BATAVIA, 28 Nov. (Aneta) Terwijl het aantal bedevaartgangers dit jaar 10.000 minder bedraagt dan het vorige jaar, blijkt overigens uit de in Nederlandsch-Indië ontvangen be richten, dat de Nederlandsch-Indische kolonie in het Heilige Land in goeden welstand verkeert. De levensstandaard is iets hooger dan vroeger. De hadj vindt ongeveer half Januari plaats, zoodat de terugkeer van de ruim 6000 pelgrims eerst in Februari of Maart kan worden ver wacht. In geval van adviseeren doktoren: „Geen ruw-reinigende laxeermiddelen". Deze geven wel tijdelijk opluchting, maar bij chronische verstopping is het gebruik er van nut teloos. De oorzaak der kwaal nemen zij n.l. niet weg, terwijl bovendien de darmen onnoodig sterk worden geprikkeld. De oorzaak van chronische verstopping ligt in een gebrek aan massa in de darmen. De spijsverteringsresten uit het voedsel, de z.g. ballaststoffen vormen daar een natuurlijke massa. Alleen wanneer deze groot genoeg is om voldoen den weerstand uit te oefenen, kunnen de darm- spieren zich samentrekken en zoodoende de darm beweging veroorzaken. De moderne sterk gecon centreerde spijzen zijn evenwel arm aan spijsver teringsresten, zoodat een tekort aan massa dus aan weerstand - in de darmen ontstaat. Dit heeft een verslapping der darmspieren tot gevolg. Normacol neemt de oorzaak weg. De kleine zuiver plantaardige korrels Normacol zwellen in den darminhoud gelatineus op tot een sponsachtige massa, die de plaats inneemt det ontbrekende balaststoffen. Nu kunnen de darm- spieren weer hun normale werking uitoefenen. Neem nog heden een proef met Normacol.^ Het is een onschadelijk natuurlijk werkend middel, dat chronische verstopping opheft en een gezon den stoelgang bevordert. DELFT. Geslaagd voor het prop. examen na tuurkundig ingenieur H. J. van Raalte, 's-Gra- venhage. Het blijkt, dat de Nederlandsche delegatie te Londen, die onderhandelingen- voerde over een mogelijke overeenkomst met En geland, Zaterdag nog niet is teruggekeerd, ofschoon haar vertrek naar Nederland was aangekondigd. Het vermoeden is dan ook gewettigd, dat de onderhandelingen nog niet geheel zijn afgebroken. In officieele kringen weigert men echter vooralsnog eeni- ge mededeelingen over den stand van za ken te doen. Maandagmiddag is de steenen watermolen in den Bosch- en Gasthuispolder, gelegen tus schen Voorschoten en Leiden, tijdens een storm vlaag zeer ernstig beschadigd en daardoor voor geruimen tijd onbruikbaar geworden. Daar het loon van den molenaar zeer laag is. was de man aoor Maatschappelijk Hulpbe toon in de werkverschaffing te Valkenburg ge plaatst en werd de molen bediend door zijn vrouw, moeder van zeven kinderen. Blijkbaar heeft zij den molen, die met vier volle zeilen Graaide, niet meer op tijd kunnen vangen, waardoor hij ronddraaide, zooals oog getuigen vertelden, als de propeller van een vliegtuig. Toen de wieken tot stilstand waren gebracht, was een der hekken met het zeil enkele hon derden meters het weiland ingeslagen en de kap met ijzeren spil en wieken nagenoeg een meter achteruit gezet, waardoor ook het met selwerk werd ontzet. De vrouw was zoo ga- schrokken, dat zü met haar kinderen in allerijl het terrein heeft verlaten en verder op het land een onderdak heeft gezocht. Maar wat zult gij ze geven? De keus is niet zo gemakkelijk. Voor speel goed zijn ze te groot, nietwaar? En boeken, boeken zijn zo duurPar don, boeken voor jongens en meisjes WAREN vaak duur. Maar nu de is verschenen, dat heerlijke jaarboek voor Katholieke jongens en meisjes, kunt gij toch niet meer van duur spre ken? 95 cent voor een in prachtband gebonden boek van 416 bladzijden, vól verhalen, gedichten, platen, raad sels, uiteenzettingen, heiligenlevens, romantiek en avontuur. Geef ze dat boek nu eens, en kijk hoe dan Uw huiskamer eensklaps rustig wordt! Die er in leest, weet niet eens meer dat er een huiskamer bestaat en de anderen zijn stil omdat anders hun beurt, om het ook te mogen lezen, wordt over geslagen. Koop het spoedig, want gij zult toch al betreuren het niet meteen te hebben gekocht! UW BOEKHANDELAAR HEEFT EEN EXEMPLAAR VOOR U IN VOORRAAD En gij zelf, gij hebt toch zeker de nieuwe ZONNEWIJZER reeds? UITGEVERIJ HET SPECTRUM UTRECHT NAAR HET ENGELSCH 22 „Dat zou ik u niet kunnen zeggen. U moet het maar eens probeeren. Ik geloof niet, dat zij lichamelijk ziek is; ze schrijft even flink als altijd. Ik heb haar nog niet weergezien. Zij houdt zich meer afgezonderd dan ooit; maar vanmiddag heb ik een briefje van haar gehad, waarin ze zegt, dat ze beter is en mij nu weldra hoopt te ontvangen. Wat nu ook de reden moge zijn geweest van die strenge afzondering ik ge loof, dat die nu tot het einde is gekomen." „Dan zal ik met Leslie spreken. Ik geloof, dat ik Leston moest zeggen, maar onwillekeu rig gebruik ik dien naam. We zullen samen naar haar toegaan, maar, mijns inziens, zal het een vergeefsch bezoek wezen. Ik geloof niet, dat zü ons zal willen ontvangen.'" Den volgenden dag begaven beide heeren zich Op weg naar Tarnside. Mrs. Leslie was thuis, kregen ze onmiddellijk te hooren, maar zij was niet in staat, om be zoek te ontvangen. „Ik denk toch wel, dat ze ons te woord wil staan," zei Philip Leslie vol overtuiging tegen de bediende. „Als u nog maar eens even zeggen wilt, dat hier twee heeren zijn, die dringend om een kort onderhoud verzoeken." Even later werden ze in den salon gelaten; ze hoorden het ritselen van vrouwenkleeren en daar stond Vera voor hen in haar kalme, lief lijke schoonheid. Ze zag zeer bleek en haar lang, zwart gewaad liet de bevalligheid van haar slank figuur sterk tot haar recht komen. Toen zü tegenover de bezoekers stond, trilde haar gelaat en zij strekte met een kreet van geluk de hand uit naar Philip Leslie. Op dat moment leek het wel, of ze enkel oog had voor hem, zich niet bewust was van de tegenwoor digheid van die andere kalme gedaante, die zich eenigszins teruggetrokken had. „O, liefste, liefste!" riep ze op juichenden toon. „Ben je daar eindelyk tot mij teruggekomen?" Ze trad nog dichter naar hem toe, en gedre ven door een onweerstaanbare ingeving, sloot hü haar handen in de zijne en keek met groote teederheid in het lieflijk gelaat, dat zoo smee- kend naar hem opgeheven werd. Maar hij trok haar niet naar zich toe, zooals zijn hart hem dit ingaf, maar leidde haar enkele schreden dichter naar den kolonel en vroeg kalm en dui- delük: „Vera, ken je dien heer?" Ze keek hem aan, niet verschrikt of ontsteld, maar eerder met een uitdrukking van triomf. „Het is kolonel Egremont. Dacht je, dat ik bevreesd zou zijn, hem te ontmoeten? Neen, nü niet meer!" Een vreemde blik, dien ze geen van beiden konden verklaren, verscheen op haar gelaat. Ze maakte de rechterhand los uit die van Philip Leslie en stak ze den kolonel toe, terwyl ze zei: „Kolonel Egremont, ik heet u welkom, ein delijk dan toch, op Tarnside! Ik kon dit niet eerder doen, ofschoon u zeker het recht had, hier te komen; maar u wist niet.... u wist niet!" „Vera!" zei hü heesch, „ken je mii? xk ben je echtgenoot." „Eischt u mij op?" „Ja." Toen wierp ze Leslie een blik toe vol trots en vertrouwen en sprak: „Kolonel Egremont, dit is mün echtgenoot. Philip, zeg hem, dat ik je rechtmatige vrouw ben," Ze keek naar hem met een uitdrukking, die Philip Leslie het hart brak; hü wendde het gelaat af, maar liet haar hand niet los. „Wat kan ik zeggen, Vera?" Het peinzende in haar blik keerde terug en droevig vroeg zij: „JÜ ook al, Philip? Ik geloof, dat geen man ooit kan liefhebben met volledig vertrouwen in de vrouw van zijn keuze. Dat is alleen een vrouw gegeven; maar het is haar vloek tegelük." Ze maakte haar hand los uit die van Leslie en wendde zich tot den kolonel: „Is u op Tarnside gekomen om uw vrouw te zoeken, kolonel Egremont?" «Ja.» Op dit oogenblik was hü niet in staat, om meer te zeggen, zóó zeer was hü onder den indruk van allerlei overstelpende gevoelens. Haar schoon heid trof hem niet zoozeer: zü had haar liefde aan een ander geschonken, maar hèm stond ook een ander gelaat voor oogen. „TT is dus gekomen, om uw vrouw te zoeken? Nu, u zult haar zien. U kunt haar nu toch geen leed meer toebrengen." Ze ging naar de deur, maar beide mannen bleven roerloos staan: zou zü weer een plotse linge aanval van verstandsverbü'stering hebben? „Komt nu," noodde zü en ging hen voor. „Laten wij het maar doen," fluisterde Leslie en beiden volgden ze haar en gingen het ver trek uit. Vera ging Leslie voor, de trap op, naar een ge deelte van het huis, dat met zware, dubbele deu ren van de rest van de woning was afgesloten. „Dit is de vleugel, waar het spookt," zei Vera. Dit zeggende deed ze een deur open en het vertrek, waarin ze nu kwamen, leek wel een ka pel: de verlichting bestond daar uit kaarsen; in het midden stond een wit gedrapeerde tafel en daarin lag, overdekt met witte bloesems, een gedaante met den dood op het gelaat; het leek wel het lijk van Vera zelf! De levende Vera wierp zich eerst op de knieën naast die „dubbelgangster"; toen hief ze zich op en op de doode wüzend. sprak ze: „Kolonel Egremont, daar is uw vrouw, mün geliefde tweeling-zuster, die krankzinnig was!" HOOFDSTUK XIV. „Ja, ik zal u de heele geschiedenis vertellen. U heeft er recht op, ze te hooien. Kolonel Egre mont, het is wel eigenaardig, dat u juist vandaag hier gekomen is, want vanochtend had ik willen laten vragen, of u uw vrouw nog wilde zien, eer wü haar voor goed ter ruste legden." „Waarom heeft u mij niet eerder geroepen?" vroeg de kolonel op zachten toon. „Waarom werd voor mü verborgen gehouden, dat mijn vrouw in mün nabijheid was? Ook al was zij waanzin nig, ik was toch haar echtgenoot." „Als u de geschiedenis heeft gehoord, zult u alles begrijpen," luidde het kalme antwoord. Vera zat naast Philip Leslie, die trachtte, uit eerbied voor de doode, zijn gevoel van vreugde te bedwingen, doch het was hem onmogelijk. Ze waren nu in het boudoir van Mrs. Leslie en ook kolonel Egremont, die op eenigen afstand in de schaduw zat, had een gewaarwording, als of een groot leed van hem weggenomen was, of schoon hü toch ook medelüden en droefheid ge voelde. „Ja, u zult alles te hooren krygen," zei Vera, nu met droomerigen klank in den toon van haar stem. „Er is nu ook geen reden meer om langer te zwijgen. De dood heeft die verplichting opge heven". Ze hield een oogenblik stil, blijkbaar aange daan, en begon toen haar geschiedenis. „Wü werden geboren op vaders plantage in West-Indië; wü waren tweelingen, de eenige kinderen, die onze ouders ooit gehad hebben. Van onze geboorte af hebben we zoozeer op el kaar geleken, dat we niet te onderscheiden wa ren. Wij werden Vera en Veronica gedoopt en we hadden ieder een verschillend gekleurd ket tinkje aan; maar, toen wü eens we waren nog geen jaar oud samen op den grond aan het spelen waren, trokken wij elkaar het ket tinkje af en nu was onze identiteit geheel ver loren; niemand wist meer, wie Vera en wie Veronica was. We werden nu maar beiden bi) de afkorting Vera genoemd en het was ook, alsof wij in alles geheel één waren; we verston den elkaar zonder te spreken; we hadden, toen we wat grooter werden, denzelfden smaak, de zelfde opvattingen, dezelfde gewoonten. Kort om, het is onmogelijk, om den eigenaardigen band te beschrijven, die ons feitelijk één deed zijn. We konden eenvoudig niet buiten elkaar en ik geloof, dat het idéé van een mogelijke scheiding ook nooit bij onze ouders was opge komen. Na onze moeder droegen we onze nurse en voedster. Barbara, de meeste genegenheid toe. Zü was moeders speciale hulp; meer een vrien din dan een dienstbode. Zij was twee jaar te voren met een bediende op de plantage ge trouwd, maar was haar taak bij moeder blüven waarnemen. Haar man was gedood bij een on geluk, een paar dagen voordat wü geboren werden. Haar eigen kind was juist omtren" den tijd van het ongeval geboren en heeft slechts een week geleefd en zijn moeder vond alleen haar troost in het verzorgen van ons, een plicht, dien zij waarnam met bü'na moederlijke toe wijding. (Wordt veno&fe)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 9