De nieuwe phase in den zee-oorlog Wenschen zijn nog geen feiten K ABDIJSIROOP DE OCEAAN POST ■ïWJEiat In een geheimzinnig Duitschland in den aanval GR eLuüdi Begrootingsdebat begonnen WAAS GEHULD Buitenlandsch Overzicht Vastzittende slijm „RADIO-HOLLAND" HET CHIQUE HORLOGE WOENSDAG 29 NOVEMBER 1939 Begrootingsplannen van Roosevelt Amerika's vliegtuig- leveringen Krijtmassa verspert spoorbaan DE HONGAARSCHE „PIJLKRUISERS" „FIDELIO" TE ROTTERDAM Het Nederlandsch Opera Ensemble EERSTE KAMER AKKER'S V&istèsikte DIESELT REIN VERSPLINTERT AUTO De katholieke fractie brengt hulde aan de Koningin voor het vredes-initiatief EEN SCHEEPSKRANT! N.V. „ROTTERD. IL0YD" N.V. STOOMVAART MIJ. NEDERLAND" De verhouding J apan- Rusland De Magna Charta in de Ver. Staten Vliegtuigen voor Canada TWEE POLEN TER DOOD VEROORDEELD NAAR HET ENGELSCH Als men het in officieele legertaal wil uit drukken, kan men spreken van een camouflage - oorlog, maar eigenlijk wil dit niets anders zeg gen dan een oorlog in het geniep. Een ridder lijk strijden met open vizier is zoo hopeloos ouderwetsch geworden, dat geen enkele der vijan dige partijen er ook maar aan denkt, om tegen deze bedekte wijze van oorlogvoeren te protes teeren. Wel verwijt men over en weer elkaar schending van het zeer elastische en dikwijls uiterst vage internationale recht, speciaal om genomen represaille-maatregelen te verdedi gen, waarmee men merkwaardig genoeg zich zelf ,,recht" wil verschaffen. Maar tot ee:i openlijken strijd komt het niet. Zelfs daar, waar een nader treffen zou moeten leiden tot een zich meer blootgeven, wordt practisch elke strijd gestaakt. Te land en in de lucht komt het maar niet tot een echten oorlog. Het nieuwe luchtwapen, waarvan alles verwacht werd en dat gedurende de bewapeningsperiode van 1937 1939 het grootste probleem was, de meeste kos ten en de krachtigste inspanning vergde, blijkt zelfs, tot op heden althans, een wapen van secundairen aard te zijn. Alleen ter zee, daar wordt felle strijd ge leverd, maar evenmin wordt ook op dit ge vechtsterrein naar een gelijkwaardigen tegen stander gezocht. Integendeel, de marine dient alleen om de handelsvloten te vernietigen Zoowel de Duitsche als de Engelsche oorlogs vloot vaart niet in formatie uit, maar blijft opgeborgen in de havens. Tot tweemaal toe in deze drie maanden hebben de Duitsche onder zeeërs de Engelsche vloot wel in haar eigen havens Scapa Flow en Firth of Forth opge zocht, daarmee het bewijs leverend, dat moed en durf zelfs in dezen oorlog nog eigenschappen zijn, die meetellen, maar dit wijst alleen op een zekere nonchalance van Engelsche zijde, niet op een Duitsch overwicht. De Duitsche pers legt weer met nieuwen ijver nadruk op de stelling, dat Duitschland thans de Noordzee en den Atlantischen Oceaan be- heerscht, zoodat Engeland voor het eerst sinds eeuwen niet meer onbeperkt meester der zeeën is, maar deze opvatting is nog niet bewezen. Wel heeft de Duitsche taktiek, om los van elkaar opereerende oorlogsschepen over alle oceanen te zenden, tot gevolg, dat de geallieer den gedwongen zijn hun actieve vlooteenheden te decentraliseeren en dus hun kracht te ver minderen, maar daarmee is geen overwinning behaald. Evenmin door het feit, dat die Duit sche oorlogsbodems als kaperschepen optreden op de vaarroutes der handelsschepen. Want hoe schadelijk voor de scheepvaart de Duitsche torpedeeringen ook zijn, zü beletten nog niet de scheepvaart van den vijand. Zelfs al zou deze oorlog tegen den handel nog heviger worden en zoodanigen omvang aannemen, dat de verbin ding over de oceanen ernstig gestremd zou worden, dan nog is het voorbarig om over een beheersching der zeeën te spreken. Duitschland zou dan terecht aan Engeland de heerschappij ter zee betwisten, omdat het trotsche Albion zijn heerschappij inderdaad niet meer zou Kun nen uitoefenen, maar het zou die pas veroverd hebben, indien Duitschland zelf zijn eigen vaar routes over den oceaan naar Amerika zou kunnen beveiligen. Het gaat niet alleen om het belem meren, maar ook om het positief uitoefenen der macht ter zee. Intusschen zyn de pogingen, die de Duitsche vloot hiertoe aanwendt, voor Engeland niet zonder gevaar. Bij de Britsche admiraliteit is men blijkbaar met op de hoogte met de sterkte en de verrichtingen der Duitsche oorlogsschepen. En dit gebrek aan contróle op de daden van den vyand op den oceaan doet sterke afbreuk aan het oude trotsche devies: „Brittannia rules the waves". De opsporing van den vijand ter zee heeft tot nu toe den Engelschen meer offers dan successen gebracht. Zelfs de ontkenning, die de Britsche admiraliteit geeft op het Duit sche bericht, dat de „held van Scapa Flow", de duikbootcommandant Prien, een Britschen kruiser zou hebben getorpedeerd, is zoodanig gesteld, dat men er van alles uit kan lezen. Mogelijk is b.v., dat de détails van het Duitsche bericht onjuist zijn, maar dat er wel weer een Engelsch oorlogsschip getorpedeerd is; dit zou men best tusschen de regels van de officieele Britsche mededeeling kunnen lezen. Dat de overigens voor Engeland verre van gevaarlooze Duitsche wenschen al te voor barig tot feiten worden verheven, blijkt ook uit den mijnenoorlog. Het valt niet te ontkennen, dat het mijnengevaar voor de Oostkust van Engeland voor de scheepvaart groot is. Het is voor de neutrale landen natuurlijk een groote ergernis, dat zij door dit gevaar even zwaar ge troffen worden als Engeland zelf, maar het besluit van b.v. ons kleine land, om na tech nisch advies te hebben ingewonnen bij marine experts, ondanks het mijnengevaar te blijven varen, ivtjst er op, dat de verscherping van den mijnenoorlog nog niet effectief genoeg is, om te bereiken wat Duitschland wil: een isoleering van Engeland. De mijnenoorlog kan nog in tenser worden, natuurlijk, maar ook hier is de Engelsche marine nog met erg actief tegen op getreden. Nu de neutrale naties mede slacht offer dreigen te worden van aanvallen in dezen geniepigen oorlog, mogen zij van de tegenpartij minstens effectieve tegenmaatregelen verwach ten. Zij zijn nog achterwege gebleven, maar zij zullen eindelijk toch wel eens komen, hoe lang zaam het oorlogsapparaat der geallieerden ook werkt. Tusschen haakjes: de eenige contra actie der geallieerden, de belemmering van den Duitschen export, werkt ook weer ten koste van de belangen der neutralen. Maar het is toch wel zeer voorbarig, om den pogingen tot isoleering van Engeland met zijn zeer lange kusten in de nabije toekomst een kans tot verwezenlijking te geven. Men kan zelfs in deze nieuwe strategie van Duitsche zijde, om met een mijnen-aanval te komen, een bevesti ging van de Engelsche stelling zien, dat Engeland het Duitsche duikbootwapen bedwon gen heeft. Toch is al bij al Duitschland in den aanval in den strijd ter zee, maar daarom is de uitslag nog bij lange na niet beslist. WARMSPRINGS, 29 Nov. (Havas). President Roosevelt heeft in een persconferentie ver klaard, dat hij de begrooting voor de Landsver dediging in twee deelen A en B zal splitsen ten einde een duidelijk verschil te maken tusschen de normale uitgaven en die, welke als gevolg van den oorlog in Europa en het neutraliteits- program der Vereenigde Staten noodzakelijk zijn geworden. In begrooting B zal een aanvullend crediet van 500 millioen dollar worden aangevraagd, welker voteering essentieel wordt geacht, om dat er een oorlog is en de regeering der Veree nigde Staten er naar streeft neutraal te blijven. Overigens wordt vernomen, dat de president met bevoegde personen gesproken heeft over de mogelijkheid de conventies der democraten en republikeinen zes weken uit te stellen. Op deze conventies worden gewoonlijk de candidaten aangewezen voor het presidentschap en het vice-presidentschap der Vereenigde Staten. Overigens heeft Roosevelt onthuld, dat voor de gewapende macht 2.2 milliard dollar noodig zal zijn. LONDEN, 29 Nov. (Reuter). De Californische correspondent van de Daily Telegraph meldt, dat de 250 verkennings-bombardements-vlieg- tuigen, die het Britsche ministerie voor de Luchtvaart besteld heeft bij de Lockheed Air craft Corporation in Juni jJ. gereed zijn geko men, hetgeen beschouwd wordt als een schitte rende prestatie van de Amerikaansche industrie. De toestellen met reserve-onderdeelen en een speciale uitrusting zijn gebouwd in den record tijd van 42 weken, hetgeen een gemiddelde weekproductie van zes vliegtuigen beteekent. De opdracht is zeven weken voor den contract datum uitgevoerd. De correspondent te Ottawa van hetzelfde blad meldt, dat twee landingsterreinen ter weerszijden van de Canadeesch-Amerikaansche grens aangelegd zijn, verbonden door een spe- cialen weg ter vergemakkelijking van de afle vering van vliegtuigen zonder inbreuk op de Amerikaansche neutraliteitswet. Vijftien oefen toestellen zijn daar reeds afgeleverd. De in de Vereenigde Staten gebouwde vliegtuigen landden op Amerikaansch gebied, taxiden in Noorde lijke richting over het veld en werden over de grenslijn getrokken. Op Canadeesch gebied gingen Canadeesche vliegers aan boord, die ze verder taxiden naar het Canadeesche vlieg veld, vanwaar zij opstegen naar de bases der luchtmacht. Teneinde geheel voor hun gevaarvolle taa k berekend te zijn, krijgen de visschers, die dienst gaan doen op de tot mijnenvegers gemetamorphoseerde trawlers bij onze kustwacht, een zorgvuldige opleiding. Oefeningen in het gebruik van een mitrailleur, waarmede gevonden mijnen onschadelijk worden gemaakt LONDEN, 29 Nov. (Reuter). Enkele minuten voor de aankomst van een trein is in den afge- loopen nacht een groote hoeveelheid krijt geval len op de spoorlijn Dover-Folkestone van de Southern Railway, welke daardoor werd ver sperd. Ongeveer twintigduizend ton is afgegleden van een rots en bedekt de spoorbaan over een lengte van ongeveer 100 meter. Een patrouille, welke voortdurend toezicht houdt op de rotsen, heeft een waarschuwing ge geven. De bergingswerkzaamheden, die onmid dellijk zijn begonnen, zullen wel een week duren. In het begin van den vorigen oorlog was ook een hoeveelheid kalksteen op deze spoorlijn te rechtgekomen als gevolg waarvan toen de lijn voor een aanzienlijken tijd werd geblokkeerd. BOEDAPEST, 29 Nov. (Havas). Tijdens de zitting van de Hongaarsche Kamer is de immu niteit van verscheidene afgevaardigden der „Pijlkruisers" opgeheven. De autoriteiten heb ben vervolgingen tegen hen ingesteld wegens illegaal dragen van uniformen. Dat er in Nederland behoefte is aan opera voorstellingen, dat men vergoeding zoekt nu de Italiaantjes niet zijn gekomen, bewees Dinsdag avond de voorstelling van Beethoven's „Fidelio" te Rotterdam. De Groote Schouwburg was goed bezet en het publiek was uiterst welwillend voor de geleverde prestaties. Deze voorstelling werd gegeven door het Ne- SEKPYLLI werken Uw ademhalingsorganen niet voldoende. Hun werking wordt gehinderd doordat de slijm de lucht- toetreding belemmert en de slijm vliezen prikkelt, waardoor bij het ademhalen benauwdheden ontstaan. Neem die hinderpaal zoo snel mo gelijk weg door het gebruik van Abdijsiroop. De heilzame kruiden, w. o. de zeer actieve Aconitum en Drosera lossen die benauwdheid- veroorzakende slijmlagen op, die Uw slijmvliezen verontreinigen, maken ze los van het weefsel en zorgen dat U ln den koristen tijd weer heerlijk vrij kunt ademhalen. derlandsch Opera Ensemble, dat onder de al- gemeene leiding staat van Chris van Dam. Hij zal wel met groote moeilijkheden hebben te kampen, want het in 't leven roepen van een gezelschap met traditie en routine, met een vas ten stijl, die op peil staat, schijnt in Nederland op zeer hardnekkige weerstanden te stuiten Dat deze Fidelio-voorstelling tegen ernstige critiek bestand was, kan men niet zeggen, al werden er wel enkele verdienstelijke dingen in gedaan. „Fidelio" is het drama van de echte lijke liefde en bovendien van den vrijheids drang, zooals die Beethoven diep in het bloed lag. Maar deze gedachten komen in den tekst op vrij onnoozele wijze tot uiting. Goddank is er de muziek, die, al behoort zij niet tot Beet- hovens schoonste, de naïeve romantische ge vallen opstuwt en verhoogt. Een perfecte ver tolking, zooals men die soms in Duitschland ziet, kan töch mooi zijn.... Te Rotterdam ontbrak er veel. De tekst schijnt her-bewerkt te zijn, maar er kwam toch nog een wonderlijk taaltje voor den dag, dat phonetisch ook geenerlei fraais biedt. Het is af en toe in dezen stijl, letterlijk verstaan: Hij mint mij, dat is klaar. Het bloed stolt mij in d'aar. Eigenlijk kan men een Duitsche opera beter in het Duitsch zingen. De dirigent was Karei Mengelberg, een musi cus met reeds respectabele slagvaardigheid, die er in slaagde van Beethovens muziek zooveel tot zijn recht te brengen, als onder de gegeven omstandigheden mogelijk was. Alleen nam bij sommige tempi in de ensembles te langzaam, waardoor de opera haar tinteling en veer kracht verliest. Zoo'n eerste acte moet voorbij schieten als een mozartesk geval: er zit trou wens heel wat van Mozart in. De musici van de Haarlemsche Orkestvereeniging speelden ove rigens behoorlijk en gaven tusschen het derde en het vierde tafereel een verdienstelijke ver tolking van de Leonore-ouverture. Dat is „mos", bij de opvoering van „Fidelio". De regie was van dr. Kurt Singer, voormalig intendant van de Stadtische Opera te Berlijn. Hij zal wel geen onbeperkte accommodatie heb ben, want de verzorging van het tooneelbeeld was sobertjes en zonder fantasie. Zoo'n opkomst van het koor der gevangenen kan heel mooi zijn, maar dan moeten de celbewoners niet al lemaal gekruiste kniebanden dragen en dan moet het geheel een beetje meer clair-obscur geregisseerd zijn. Het is 'n jaar of twintig geleden, dat Fidelio een der glansrollen was van mevr. Liesbeth Poolman-Meissner. We hebben er herinnerin gen aan. Nu moet men even wennen aan haar travestis en ook heeft de stem natuurlijk niet meer dien glans van vroeger. Toch was hier nog een stuk perfecte opera-cultuur te zien en te hooren. Van den Florestan, gezongen door een zekeren Jac. Turner, kreeg men een min der sterken indruk. Imposant was Chr. van Dam als Don Pizarro. Hij begreep het marqué-karakter goed. Albert Bode was een Rocco die goed speelde; doch minder fraai zong, Francine Bijloos gaf een lieve Marcelline die vocaal ook zeer te genieten was en Chris Taverne secondeerde haar verdienstelijk als Jacquino. Tenslotte valt de Don Fernando van Gerard Holthaus te roemen om de zangcultuur. Maar in dit alles was tenslotte toch tc weinig weelde van stemschoon en geraffineerd bel canto. En gaat men daarvoor niet in de eerste plaats naar de opera? E. tegen hoest, griep, bronchitis, asthma Flacon 90 ct.. f 1.50. f 2.40. f 4.20. Alom verkrijgbaar Maandagmiddag is op den onbewaakten over weg aan den Woudhuizerweg even buiten de Teuge een ernstig ongeluk gebeurd. De heer H. J. V, uit Ernst wilde per auto genoemden over weg passeeren, doch bemerkte te laat de nade rende Dieseltrein. Het gevolg was dat de auto door den trein werd gegrepen en totaal ver nield. De heer V. werd ernstig gewond opgeno men en op medisch advies vervoerd. In de hftden gehouden vergadering van de Eerste Kamer waren aan de orde de algemeene beschouwingen over de Rijksbegrooting voor 1940. De heer VAN LANSCHOT (R.K.) spreekt namens de R.K. Kamerfractie een woord van hulde aan onze Vredeskoningin, die samen met den Belgischen koning opnieuw een poging heeft gedaan om den vrede te behouden en verder bloed vergieten te voorkomen. Voorts komt spr. aan het optre den van het nieuwe kabinet, waar van hij de breede basis in de tegen woordige omstandigheden een lands belang acht. Spr. wijst af het verwijt van sommigen, dat de minister-president de opdracht tot vorming van een kabinet niet had mogen aanvaarden, omdat hij een van de voorstellers van de motie- Deckers de kans daartoe had moeten geven. Want met dat verwijt komt men op het terrein van de Kroon. Maar wel mogen we aan den heer D6 Geer vragen, waarom hij heeft ge meend die opdracht te mogen aanvaarden en hoe hij is gekomen tot de formatie van het tegenwoordige kabinet. Spr. meent, dat de heer De Geer onder de tegenwoordige omstandigheden op gelukkige wijze zijn poging om het waarachtig landsbe lang te dienen bekroond heeft gezien en dat de formatie,van zijn kabinet als volkomen ge rechtvaardigd moet worden beschouwd, al zou spr. het. ookniet hebben betreurd, wanneer daarin een volbloed Vryheidsbonder zou zijn opgenomen. Wat betreft de motie-Deckers geeft spr. als zijn meening te kennen, dat deze motie volkomen volgens het parlementaire stelsel was. Er was een ernstige misgreep gebeurd en het parlement heeft zeer zeker het recht daarover verantwoording tc vragen. Hier was ingrijpen plicht, hoe onaange naam die plicht dan ook mocht zijn. Men zou kunnen vragen, waarom de katho lieken wel hun steun hebben gegeven aan dit kabinet, en niet aan het vorige, want, zegt men, de samenstelling is ongeveer dezelfde en het program is ook niet veel gewijzigd. Volgens spr. is er wel eenig verschil en voorts komt het niet alleen aan op het program, maar veeleer op de personen. Persoonlijk zou spr. ook voor de motie-Deckers hebben gestemd, al zou hij dat hebben beschouwd als een zware, moeilijke taak, omdat de motie gericht was tegen een hoog staand man, aan wien het vaderland zeer veel heeft te danken en met wien spr. zoo vele jaren op prettige wijze heeft samengewerkt. Spr. vraagt of de ontstane breuk onher stelbaar is. De toekomst zal dit moeten leeren, doch de katholieke fractie zal een spoedig herstel op prijs stellen. Spr. is ten aanzien van zoodanig herstel meer optimis tisch gestemd dan de heer Colijn.' Ten aanzien van het nieuwe kabinet merkt spr. nog op, dat de heer De Geer dit kabinet heeft genoemd een extra-parlementair nood- kabinet. Deze betiteling acht spr. juist, aange zien het kabinet politiek onaantastbaar is. Komende tot eenige afzonderlijke punten vraagt spr. of de regeering wil overwegen om de bevoegdheid, inzake vrijheid van drukpers, welke zij thans heeft voor het gebied dat in staat van beleg Is verklaard, ook uit te breiden tot het ln staat van oorlog verklaarde gebied. Verder vraagt spr. den verkoop van militaire uniformen in winkels aan contróle te onder werpen. Wat aangaat de jongste maatregelen van Engeland volstaat spr. met de vraag, of de re geering wellicht eenige nadere mededeelingen kan doen, welke mqer inzicht openen in den stand van zaken. Ten aanzien van het leeningfonds dringt spr. er op aan, dat de aflossingen en rente niet uit buitengewoon zullen worden bekostigd, doch uit de gewone middelen. Van een oorlogswinstbelasting verwacht spr. niet zoo heel veel. De financieele toestand is buitengewoon ernstig en daarom moeten we een zeer voorzichtig financieel beleid voeren. Spr. vraagt of de regeering het nog eens wil probeeren met een leening, welke van belasting wordt vrijgesteld. Aan het welslagen van zoo danige leening twijfelt spr. niet. Voorts vraagt spr. bijzondere aandacht van dc regeering voor de groote gezinnen, WAARIN HET DAGELIJKSCHE NIEUWS, VERSCHIJNT TIJDENS DE REIS OP DE MAILSCHEPEN VAN: EN MET ADVERTEEREN BEREIKT MEN ALLE VERLOFGANGERS. REPATRIEERENDEN EN TOERISTEN Vraagt proefnummer en tarleve* aan: Keizersgracht 562 Amsterdam-O. welke zeer zwaar zijn belast, ook door de indirecte belastingen. Tenslotte brengt spr. namens zijn fractie een woord van waardeering en groote hul de aan onze weermacht, die zich in deze dagen met opgewektheid en onvolprezen plichtsbetrachting kwijt van haar vader- landsche taak. TOKIO, 29 Nov. (Domei) Het onderhoud, dat de Japansche minister van Buitenlandsche Zaken, Nomoera, gisteren met den ambassa deur der Sovjet-Unie, Smetanin, heeft gehad tot regeling van verschillende tusschen beide landen hangende kwesties, heeft den woord voerder van het ministerie van Buitenlandsche zaken aanleiding gegeven te zeggen, dat de pessimistische toon in de ochtendbladen niet gegrond is. De woordvoerder verklaarde, dat de minister zelve geenszins pessimistisch ge stemd is. Smetanin en Nomoera hebben verschillende kwesties, om. die betreffende de visscherij, be sproken en ook de kwesties van een handels verdrag onder oogen gezien. De onderhande lingen vinden voortgang, hoewel het stadium, waarin een overeenkomst zou kunnen worden gesloten, nog niet is bereikt. WASHINGTON, 29 Nov. Lord Lothian, de Britsche ambassadeur, heeft Dinsdag de Magna Charta, de in 1215 door Jan zonder Land uit gevaardigde oorkonde, welke de oorsprong is van de Engelsche grondwet, ln een luchtdicht afgesloten bronzen koker gedeponeerd bij de bibliotheek van het Congres der V. S„ waar het vergeelde document voor den duur van den oorlog bewaard zal blijven. In een plechtigheid, welke door de rechters van het opperste gerechtshof als gasten werd bijgewoond, heeft Archibald MacLcish, de bi bliothecaris van het Congres, dit reliquie van den strijd om de menschelijke vrijheden in be waring genomen. OTTAWA, 28 Nov. (Havas). Tien Amerikaan sche Harvardtoestellen, voor oefendoeleinden, zullen spoedig aan de Canadeesche luchtmacht worden geleverd aan de grens tusschen Montana en Alberta, zoo deelt het Canadeesche minis terie van landsverdediging mede. Het zal de eerste leverantie zijn sedert de opheffing van het embargo. BROMBERG, 29 Nov. (D.N.B.) Voor een speciale rechtbank te Bromberg zijn twee Po len wegens moord op twee Duitschers ter dood en tot duurzaam verlies der burgerrechten ver oordeeld. ZWITSERSCH ANKERHORLOGE PRIJZEN VANAF f. 10.— 23 Barbara staat mij even duidelijk voor den geest als mijn ouders. Ze was altijd om en bij ons, dag en nacht, waakte over ons met een soort naijverige liefde en was doodongelukkig, als ze ons even uit het oog verloor Ik weet niet meer, wanneer het precies ge weest is, maar op een goeden dag begon ik het idee te krijgen, dat Barbara meer genegenheid voelde voor mijn zusje dan voor mij, en dat omgekeerd Vera ook meer gesteld was op het gezelschap van onze nurse dan ik. Dit was dan Pok het eenige verschil tusschen ons. Heel kalm gingen onze kinderjaren voorbij Wij waren omringd door iedere zorg en weelde die maar denkbaar is eh het leven was één en al zonneschijn, tot we bijna veertien waren. Daar vader veel eigen paarden bezat, waren We van onze vroegste jeugd af gewoon aan rij den en mennen en zoo gingen we op een och tend uit in het wagentje, bespannen met twee kastanjebruine veulens. We waren mijlen ver van huis, toen er ineens een onweer kwam op zetten, dat in de tropische gewesten angstwek kend kan zijn. De beide Jonge dieren sloegen op hol; ik herinner mij er niets meer van, dan dat ik bijkwam in de kamer van mijn moeder en dat ik haar met ontdaan gelaat over mij heengebogen vond staan. ,Vera?" vroeg ik; maar er volgde geen antwoord. Na dien tijd vroeg ik steeds als ik wakker was, naar Vera en kreeg dan altijd dien onbegrijpelijken blik ten antwoord. Ik geloof, dat dit ten slotte een vage vrees in mij wekte, dat er Iets verschrikkelijks met mijn tweelingzusje moest gebeurd zijn. Dit vertraag de mijn herstel natuurlijk aanmerkelijk, maar toch overwon mijn gezond gestel.... Wat was nu echter het leven voor mij zonder mijn „we derhelft" kan ik gerust zeggen. Gedurende vele dagen, nadat ik weer geheel 'hersteld was, durfde ik niet de vraag te stellen, die mij op de lippen zweefde en toen ik die eindelijk uit sprak, werd mi) meegedeelddat Vera dood was en ofschoon Ik dit wel vermoed had, greep deze mededeeling mij zoozeer aan, dat ik in een groote neerslachtigheid verviel. De dokter waarschuwde mijn ouders, dat, als er niets ge daan werd, om mij op te wekken, ik zou weg kwijnen. Het leven zonder mijn zusje leek mi) ondraaglijk en ik was nog te jong, om mij te gen dit verlies te verzetten, al zou ik dit dan maar gedaan hebben om mijn ouders te troos ten. Op een dag kwam moeder bij mij en vertelde, dat zij en vader besloten hadden, mij naar En geland te sturen, onder de hoede van moeaers eenigen broer, een dominee en weduwnaar zon der kinderen, die in een zeer afgelegen gedeel te van het graafschap Devon woonde. Hij zou mij opnemen als zijn eigen kind en zorgen, dat ik een goede opvoeding kreeg, terwijl ik mij in een geheel nieuwe omgeving gelukkiger zou voelen, dan wanneer ik alleen thuis was. Natuurlijk bad en smeekte ik, om thuis te mogen blijven, maar mijn ouders bleven flink op hun stuk staan. Ik vroeg, of Barbara met mij mee zou gaan, maar mijn moeder ant woordde: „Neen, de oude Barbars, is nog altijd zoozeer van streek door den dood van Vera, dat we haar naar den anderen kant van het eiland hebben gfestuurd voor eenige afleiding." Ik had wel opgemerkt, dat Barbara nooit meer bij mij kwam, maar ik had mij te loom en te onverschillig gevoeld, om te vragen, hoe dit kwam. Vóór ik vertrok gaf moeder mi) een vreemde opdracht, waaraan ik beloofde te gehoorzamen, zonder die te begrijpen. Ze zei mij, dat ik nooit met iemand over mijn tweelingzuster moest spreken, nooit aan mogelijke nieuwe vrienden moest vertellen, dat lk een zusje had gehad. Oom, zei ze, zou ook nooit over haar spreken en ik moest nu maar aannemen, dat het zoo werkelijk beter was. Ik hield mijn belofte, of schoon mij heel wat leed bespaard zou zijn ge bleven, als ik wél had mogen spreken." Vera keek naar Leslie, die dezen blik be greep, en onmiddellijk antwoordde hij: „Als ik geweten had, dat Je een tweelingzus ter had, die sprekend je evenbeeld.... Met een gebaar legde ze hem het zwijgen op: „Misschien zou het dan heel anders zijn ge- loopen, en toch zou je, net als ik, geloofd hebben, dat ze in haar jeugd gestorven was. Dus dat zou ons niet veel geholpen hebben." Ze wachtte even en vatte toen den draad van het verhaal weer op: „Ik nam afscheid van mijn ouders en van mijn ouderlijk huis en kwam in Engeland aan bij mijn oom, bij wien ik in die geheel nieuwe omgeving weer veel gezonder werd, zoowel naar lichaam als naar geest. Gaandeweg ver langde ik niet eens meer om terug te keeren. Mijn ouders hadden immers ook beloofd, dat ze mij in Engeland zouden komen opzoeken; maar ook hierin zou ik wreed teleurgesteld worden; zü stierven namelijk, toen lk ongeveer twintig jaar was en heel gauw daarna verloor lk mijn tweeden vader, mijn oom. Deze had mij een mooi fortuin nagelaten, zoodat ik mij ruim be wegen kon. Laat mq nu nog even teruggaan tot den dag, waarop mün zuster en ik dat ongeluk kregen. Toen de half-dolle veulens thuiskwamen met de overblijfselen van het rütuig achter zich begreep men onmiddellijk, dat ons een ongeluk was overkomen. Een groep arbeiders ging, met mijn vader aan het hoofd, op zoek. Wij werden op korten afstand van elkaar gevonden. In het eerst was het niet eens zeker, of wü leefden; nog minder, of wij zouden herstellen van de bekomen kwetsuren. Men meende, dat ik er nog het ergste aan toe was, want ik had verscheidene ribben en een sleutelbeen gebro ken. terwiil Vera seen ernstige lichamelijke let sels scheen te hebben. Wij hadden beiden een hersenschudding opgeloopen, maar, terwül dit in mijn geval een gewone hersenschudding was, waarvan ik weer geheel genezen zou, Werd het bü haar een zeer langdurig proces; en toen er eenige verandering ten goede intrad in haar heelen toestand, werd het duidelük, dat haar geest ernstig geleden had. Wij lagen in geheel verschillende deelen van het groote huls. Doordat zü betrekkelük maar kleine uitwendige letsels had gekregen, die haar niet verhinderden te loopen, kon zü al weer spoedig opstaan, Zü had ook niet de hooge koortsen, die mij zoo lang aan bed gebonden hielden. Haar lichamelüke gezondheid werd snel beter, maar haar geestestoestand bleef on veranderd. De dokter keek ernstig, maar hoopte nog, dat de tüd heelend zou werken. Eerst toen zü, ter wijl ik sliep op een goeden dag bü mü op de kamer werd gevonden met een scherp mes in de hand en een moorddadige uitdrukking in de mooie oogen, bleek het duidelük, dat zü in een gevaarlüke waanvoorstelling verkeerde, waar door zü noodzakelijk van huis gestuurd moest worden. De dokter was van meening, dat die gevaarlüke symptomen ook wel spoedig verdwü- nen zouden, maar intusschen moest Vera ver bannen worden en dit gebeurde dan ook. Bar bara werd haar meegegeven, om voor haar te zorgen en haar op te passen. Spoedig daarop deed zich een andere moei- lükheid voor: Ik begon geheel tot bewustzün te komen, maar telkens als ik «prak, vroeg ik naar Vera. Er moest mü toch iets geantwoord worden, maar w&t zou dit zijn?.... De dokter verklaarde, dat het 't beste zou zün, mü te doen gelooven, dat mün tweelingzusje dood- was. Dit zou voor mü de eenige oplossing we zen, hield hij vol. Als ik ooit te weten kwam. dat Vera in leven was, zou geen macht ter we reld mü van haar af kunnen houden en als ik ooit ontdekte, waar zij was, dan bedreigde mü dubbel gevaar: van den eenen kant zou Vera mij in een waanzinnige bui het leven kunnen bene men, van van de andere kant zou het niet uit gesloten zijn, dat het zien van mijn zuster ln een dergelijken toestand ook allernoodlottigst kon werken op mijn geestestoestand. Toen mij dan verteld was, dat mijn zuster gestorven was, waren de schikkingen voor mijn vertrek gauw genoeg genomen. Ik zou er nooit in toegestemd hebben, om weg te gaan, als lk alles geweten hgd, want ik had een vasten wil. De reden, waarom mün moeder mij de opdracht had gegeven, om te verzwügen, dat ik ooit een zuster had gehad, was dat zü en vader nu al vol verlangen uitkeken naar den dag, waarop lk ten huwelük gevraagd zou worden; het be staan van een waanzinnige tweelingzuster zou den pretendent echter kunnen afschrikken. Sommigen zal dit misschien wat ver gezocht lijken, omdat Vera's geestesziekte toch niet er- felük was; maar het gevolg van een ongeval; doch misschien dat de schok mün moeder over dit geheele geval wat zlekelük heeft doen den ken, jWordt yervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 10