De nieuwe phase in den zee-oorlog
Wenschen zijn nog
geen feiten
K
ABDIJSIROOP
DE OCEAAN POST
■ïWJEiat
In een geheimzinnig
Duitschland in den
aanval
GR eLuüdi
Begrootingsdebat
begonnen
WAAS GEHULD
Buitenlandsch Overzicht
Vastzittende
slijm
„RADIO-HOLLAND"
HET CHIQUE
HORLOGE
WOENSDAG 29 NOVEMBER 1939
Begrootingsplannen
van Roosevelt
Amerika's vliegtuig-
leveringen
Krijtmassa verspert
spoorbaan
DE HONGAARSCHE
„PIJLKRUISERS"
„FIDELIO" TE ROTTERDAM
Het Nederlandsch Opera
Ensemble
EERSTE KAMER
AKKER'S
V&istèsikte
DIESELT REIN VERSPLINTERT
AUTO
De katholieke fractie brengt hulde
aan de Koningin voor het
vredes-initiatief
EEN
SCHEEPSKRANT!
N.V. „ROTTERD. IL0YD"
N.V. STOOMVAART MIJ.
NEDERLAND"
De verhouding
J apan- Rusland
De Magna Charta in de
Ver. Staten
Vliegtuigen voor
Canada
TWEE POLEN TER DOOD
VEROORDEELD
NAAR HET ENGELSCH
Als men het in officieele legertaal wil uit
drukken, kan men spreken van een camouflage -
oorlog, maar eigenlijk wil dit niets anders zeg
gen dan een oorlog in het geniep. Een ridder
lijk strijden met open vizier is zoo hopeloos
ouderwetsch geworden, dat geen enkele der vijan
dige partijen er ook maar aan denkt, om tegen
deze bedekte wijze van oorlogvoeren te protes
teeren. Wel verwijt men over en weer elkaar
schending van het zeer elastische en dikwijls
uiterst vage internationale recht, speciaal om
genomen represaille-maatregelen te verdedi
gen, waarmee men merkwaardig genoeg zich
zelf ,,recht" wil verschaffen. Maar tot ee:i
openlijken strijd komt het niet. Zelfs daar, waar
een nader treffen zou moeten leiden tot een
zich meer blootgeven, wordt practisch elke
strijd gestaakt. Te land en in de lucht komt
het maar niet tot een echten oorlog. Het nieuwe
luchtwapen, waarvan alles verwacht werd en dat
gedurende de bewapeningsperiode van 1937
1939 het grootste probleem was, de meeste kos
ten en de krachtigste inspanning vergde, blijkt
zelfs, tot op heden althans, een wapen van
secundairen aard te zijn.
Alleen ter zee, daar wordt felle strijd ge
leverd, maar evenmin wordt ook op dit ge
vechtsterrein naar een gelijkwaardigen tegen
stander gezocht. Integendeel, de marine dient
alleen om de handelsvloten te vernietigen
Zoowel de Duitsche als de Engelsche oorlogs
vloot vaart niet in formatie uit, maar blijft
opgeborgen in de havens. Tot tweemaal toe in
deze drie maanden hebben de Duitsche onder
zeeërs de Engelsche vloot wel in haar eigen
havens Scapa Flow en Firth of Forth opge
zocht, daarmee het bewijs leverend, dat moed
en durf zelfs in dezen oorlog nog eigenschappen
zijn, die meetellen, maar dit wijst alleen op een
zekere nonchalance van Engelsche zijde, niet
op een Duitsch overwicht.
De Duitsche pers legt weer met nieuwen ijver
nadruk op de stelling, dat Duitschland thans
de Noordzee en den Atlantischen Oceaan be-
heerscht, zoodat Engeland voor het eerst sinds
eeuwen niet meer onbeperkt meester der zeeën
is, maar deze opvatting is nog niet bewezen.
Wel heeft de Duitsche taktiek, om los van
elkaar opereerende oorlogsschepen over alle
oceanen te zenden, tot gevolg, dat de geallieer
den gedwongen zijn hun actieve vlooteenheden
te decentraliseeren en dus hun kracht te ver
minderen, maar daarmee is geen overwinning
behaald. Evenmin door het feit, dat die Duit
sche oorlogsbodems als kaperschepen optreden
op de vaarroutes der handelsschepen. Want
hoe schadelijk voor de scheepvaart de Duitsche
torpedeeringen ook zijn, zü beletten nog niet de
scheepvaart van den vijand. Zelfs al zou deze
oorlog tegen den handel nog heviger worden en
zoodanigen omvang aannemen, dat de verbin
ding over de oceanen ernstig gestremd zou
worden, dan nog is het voorbarig om over een
beheersching der zeeën te spreken. Duitschland
zou dan terecht aan Engeland de heerschappij
ter zee betwisten, omdat het trotsche Albion
zijn heerschappij inderdaad niet meer zou Kun
nen uitoefenen, maar het zou die pas veroverd
hebben, indien Duitschland zelf zijn eigen vaar
routes over den oceaan naar Amerika zou kunnen
beveiligen. Het gaat niet alleen om het belem
meren, maar ook om het positief uitoefenen der
macht ter zee.
Intusschen zyn de pogingen, die de Duitsche
vloot hiertoe aanwendt, voor Engeland niet
zonder gevaar. Bij de Britsche admiraliteit is
men blijkbaar met op de hoogte met de sterkte
en de verrichtingen der Duitsche oorlogsschepen.
En dit gebrek aan contróle op de daden van den
vyand op den oceaan doet sterke afbreuk aan
het oude trotsche devies: „Brittannia rules the
waves". De opsporing van den vijand ter zee
heeft tot nu toe den Engelschen meer offers
dan successen gebracht. Zelfs de ontkenning,
die de Britsche admiraliteit geeft op het Duit
sche bericht, dat de „held van Scapa Flow",
de duikbootcommandant Prien, een Britschen
kruiser zou hebben getorpedeerd, is zoodanig
gesteld, dat men er van alles uit kan lezen.
Mogelijk is b.v., dat de détails van het Duitsche
bericht onjuist zijn, maar dat er wel weer een
Engelsch oorlogsschip getorpedeerd is; dit zou
men best tusschen de regels van de officieele
Britsche mededeeling kunnen lezen.
Dat de overigens voor Engeland verre van
gevaarlooze Duitsche wenschen al te voor
barig tot feiten worden verheven, blijkt ook
uit den mijnenoorlog. Het valt niet te ontkennen,
dat het mijnengevaar voor de Oostkust van
Engeland voor de scheepvaart groot is. Het is
voor de neutrale landen natuurlijk een groote
ergernis, dat zij door dit gevaar even zwaar ge
troffen worden als Engeland zelf, maar het
besluit van b.v. ons kleine land, om na tech
nisch advies te hebben ingewonnen bij marine
experts, ondanks het mijnengevaar te blijven
varen, ivtjst er op, dat de verscherping van den
mijnenoorlog nog niet effectief genoeg is, om
te bereiken wat Duitschland wil: een isoleering
van Engeland. De mijnenoorlog kan nog in
tenser worden, natuurlijk, maar ook hier is de
Engelsche marine nog met erg actief tegen op
getreden. Nu de neutrale naties mede slacht
offer dreigen te worden van aanvallen in dezen
geniepigen oorlog, mogen zij van de tegenpartij
minstens effectieve tegenmaatregelen verwach
ten. Zij zijn nog achterwege gebleven, maar zij
zullen eindelijk toch wel eens komen, hoe lang
zaam het oorlogsapparaat der geallieerden ook
werkt. Tusschen haakjes: de eenige contra
actie der geallieerden, de belemmering van den
Duitschen export, werkt ook weer ten koste van
de belangen der neutralen.
Maar het is toch wel zeer voorbarig, om den
pogingen tot isoleering van Engeland met zijn
zeer lange kusten in de nabije toekomst een kans
tot verwezenlijking te geven. Men kan zelfs in
deze nieuwe strategie van Duitsche zijde, om
met een mijnen-aanval te komen, een bevesti
ging van de Engelsche stelling zien, dat
Engeland het Duitsche duikbootwapen bedwon
gen heeft. Toch is al bij al Duitschland in
den aanval in den strijd ter zee, maar daarom
is de uitslag nog bij lange na niet beslist.
WARMSPRINGS, 29 Nov. (Havas). President
Roosevelt heeft in een persconferentie ver
klaard, dat hij de begrooting voor de Landsver
dediging in twee deelen A en B zal splitsen ten
einde een duidelijk verschil te maken tusschen
de normale uitgaven en die, welke als gevolg
van den oorlog in Europa en het neutraliteits-
program der Vereenigde Staten noodzakelijk
zijn geworden.
In begrooting B zal een aanvullend crediet
van 500 millioen dollar worden aangevraagd,
welker voteering essentieel wordt geacht, om
dat er een oorlog is en de regeering der Veree
nigde Staten er naar streeft neutraal te blijven.
Overigens wordt vernomen, dat de president
met bevoegde personen gesproken heeft over
de mogelijkheid de conventies der democraten
en republikeinen zes weken uit te stellen.
Op deze conventies worden gewoonlijk de
candidaten aangewezen voor het presidentschap
en het vice-presidentschap der Vereenigde
Staten.
Overigens heeft Roosevelt onthuld, dat voor
de gewapende macht 2.2 milliard dollar noodig
zal zijn.
LONDEN, 29 Nov. (Reuter). De Californische
correspondent van de Daily Telegraph meldt,
dat de 250 verkennings-bombardements-vlieg-
tuigen, die het Britsche ministerie voor de
Luchtvaart besteld heeft bij de Lockheed Air
craft Corporation in Juni jJ. gereed zijn geko
men, hetgeen beschouwd wordt als een schitte
rende prestatie van de Amerikaansche industrie.
De toestellen met reserve-onderdeelen en een
speciale uitrusting zijn gebouwd in den record
tijd van 42 weken, hetgeen een gemiddelde
weekproductie van zes vliegtuigen beteekent. De
opdracht is zeven weken voor den contract
datum uitgevoerd.
De correspondent te Ottawa van hetzelfde
blad meldt, dat twee landingsterreinen ter
weerszijden van de Canadeesch-Amerikaansche
grens aangelegd zijn, verbonden door een spe-
cialen weg ter vergemakkelijking van de afle
vering van vliegtuigen zonder inbreuk op de
Amerikaansche neutraliteitswet. Vijftien oefen
toestellen zijn daar reeds afgeleverd. De in de
Vereenigde Staten gebouwde vliegtuigen landden
op Amerikaansch gebied, taxiden in Noorde
lijke richting over het veld en werden over
de grenslijn getrokken. Op Canadeesch gebied
gingen Canadeesche vliegers aan boord, die ze
verder taxiden naar het Canadeesche vlieg
veld, vanwaar zij opstegen naar de bases der
luchtmacht.
Teneinde geheel voor hun gevaarvolle taa k berekend te zijn, krijgen de visschers,
die dienst gaan doen op de tot mijnenvegers gemetamorphoseerde trawlers bij
onze kustwacht, een zorgvuldige opleiding. Oefeningen in het gebruik van een
mitrailleur, waarmede gevonden mijnen onschadelijk worden gemaakt
LONDEN, 29 Nov. (Reuter). Enkele minuten
voor de aankomst van een trein is in den afge-
loopen nacht een groote hoeveelheid krijt geval
len op de spoorlijn Dover-Folkestone van de
Southern Railway, welke daardoor werd ver
sperd.
Ongeveer twintigduizend ton is afgegleden
van een rots en bedekt de spoorbaan over een
lengte van ongeveer 100 meter.
Een patrouille, welke voortdurend toezicht
houdt op de rotsen, heeft een waarschuwing ge
geven. De bergingswerkzaamheden, die onmid
dellijk zijn begonnen, zullen wel een week duren.
In het begin van den vorigen oorlog was ook
een hoeveelheid kalksteen op deze spoorlijn te
rechtgekomen als gevolg waarvan toen de lijn
voor een aanzienlijken tijd werd geblokkeerd.
BOEDAPEST, 29 Nov. (Havas). Tijdens de
zitting van de Hongaarsche Kamer is de immu
niteit van verscheidene afgevaardigden der
„Pijlkruisers" opgeheven. De autoriteiten heb
ben vervolgingen tegen hen ingesteld wegens
illegaal dragen van uniformen.
Dat er in Nederland behoefte is aan opera
voorstellingen, dat men vergoeding zoekt nu de
Italiaantjes niet zijn gekomen, bewees Dinsdag
avond de voorstelling van Beethoven's „Fidelio"
te Rotterdam.
De Groote Schouwburg was goed bezet en het
publiek was uiterst welwillend voor de geleverde
prestaties.
Deze voorstelling werd gegeven door het Ne-
SEKPYLLI
werken Uw ademhalingsorganen
niet voldoende. Hun werking wordt
gehinderd doordat de slijm de lucht-
toetreding belemmert en de slijm
vliezen prikkelt, waardoor bij het
ademhalen benauwdheden ontstaan.
Neem die hinderpaal zoo snel mo
gelijk weg door het gebruik van
Abdijsiroop. De heilzame kruiden,
w. o. de zeer actieve Aconitum en
Drosera lossen die benauwdheid-
veroorzakende slijmlagen op, die
Uw slijmvliezen verontreinigen,
maken ze los van het weefsel en
zorgen dat U ln den koristen tijd
weer heerlijk vrij kunt ademhalen.
derlandsch Opera Ensemble, dat onder de al-
gemeene leiding staat van Chris van Dam. Hij
zal wel met groote moeilijkheden hebben te
kampen, want het in 't leven roepen van een
gezelschap met traditie en routine, met een vas
ten stijl, die op peil staat, schijnt in Nederland
op zeer hardnekkige weerstanden te stuiten
Dat deze Fidelio-voorstelling tegen ernstige
critiek bestand was, kan men niet zeggen, al
werden er wel enkele verdienstelijke dingen in
gedaan. „Fidelio" is het drama van de echte
lijke liefde en bovendien van den vrijheids
drang, zooals die Beethoven diep in het bloed
lag. Maar deze gedachten komen in den tekst
op vrij onnoozele wijze tot uiting. Goddank is
er de muziek, die, al behoort zij niet tot Beet-
hovens schoonste, de naïeve romantische ge
vallen opstuwt en verhoogt. Een perfecte ver
tolking, zooals men die soms in Duitschland
ziet, kan töch mooi zijn....
Te Rotterdam ontbrak er veel. De tekst
schijnt her-bewerkt te zijn, maar er kwam toch
nog een wonderlijk taaltje voor den dag, dat
phonetisch ook geenerlei fraais biedt. Het is
af en toe in dezen stijl, letterlijk verstaan:
Hij mint mij, dat is klaar.
Het bloed stolt mij in d'aar.
Eigenlijk kan men een Duitsche opera beter
in het Duitsch zingen.
De dirigent was Karei Mengelberg, een musi
cus met reeds respectabele slagvaardigheid, die
er in slaagde van Beethovens muziek zooveel
tot zijn recht te brengen, als onder de gegeven
omstandigheden mogelijk was. Alleen nam bij
sommige tempi in de ensembles te langzaam,
waardoor de opera haar tinteling en veer
kracht verliest. Zoo'n eerste acte moet voorbij
schieten als een mozartesk geval: er zit trou
wens heel wat van Mozart in. De musici van de
Haarlemsche Orkestvereeniging speelden ove
rigens behoorlijk en gaven tusschen het derde
en het vierde tafereel een verdienstelijke ver
tolking van de Leonore-ouverture. Dat is
„mos", bij de opvoering van „Fidelio".
De regie was van dr. Kurt Singer, voormalig
intendant van de Stadtische Opera te Berlijn.
Hij zal wel geen onbeperkte accommodatie heb
ben, want de verzorging van het tooneelbeeld
was sobertjes en zonder fantasie. Zoo'n opkomst
van het koor der gevangenen kan heel mooi
zijn, maar dan moeten de celbewoners niet al
lemaal gekruiste kniebanden dragen en dan
moet het geheel een beetje meer clair-obscur
geregisseerd zijn.
Het is 'n jaar of twintig geleden, dat Fidelio
een der glansrollen was van mevr. Liesbeth
Poolman-Meissner. We hebben er herinnerin
gen aan. Nu moet men even wennen aan haar
travestis en ook heeft de stem natuurlijk niet
meer dien glans van vroeger. Toch was hier
nog een stuk perfecte opera-cultuur te zien en
te hooren. Van den Florestan, gezongen door
een zekeren Jac. Turner, kreeg men een min
der sterken indruk. Imposant was Chr.
van Dam als Don Pizarro. Hij begreep het
marqué-karakter goed. Albert Bode was een
Rocco die goed speelde; doch minder fraai
zong, Francine Bijloos gaf een lieve Marcelline
die vocaal ook zeer te genieten was en Chris
Taverne secondeerde haar verdienstelijk als
Jacquino. Tenslotte valt de Don Fernando van
Gerard Holthaus te roemen om de zangcultuur.
Maar in dit alles was tenslotte toch tc weinig
weelde van stemschoon en geraffineerd bel
canto. En gaat men daarvoor niet in de eerste
plaats naar de opera?
E.
tegen hoest, griep, bronchitis, asthma
Flacon 90 ct.. f 1.50. f 2.40. f 4.20. Alom verkrijgbaar
Maandagmiddag is op den onbewaakten over
weg aan den Woudhuizerweg even buiten de
Teuge een ernstig ongeluk gebeurd. De heer H.
J. V, uit Ernst wilde per auto genoemden over
weg passeeren, doch bemerkte te laat de nade
rende Dieseltrein. Het gevolg was dat de auto
door den trein werd gegrepen en totaal ver
nield. De heer V. werd ernstig gewond opgeno
men en op medisch advies vervoerd.
In de hftden gehouden vergadering
van de Eerste Kamer waren aan de
orde de algemeene beschouwingen
over de Rijksbegrooting voor 1940.
De heer VAN LANSCHOT
(R.K.) spreekt namens de R.K.
Kamerfractie een woord van hulde
aan onze Vredeskoningin, die samen
met den Belgischen koning opnieuw
een poging heeft gedaan om den
vrede te behouden en verder bloed
vergieten te voorkomen.
Voorts komt spr. aan het optre
den van het nieuwe kabinet, waar
van hij de breede basis in de tegen
woordige omstandigheden een lands
belang acht.
Spr. wijst af het verwijt van sommigen, dat
de minister-president de opdracht tot vorming
van een kabinet niet had mogen aanvaarden,
omdat hij een van de voorstellers van de motie-
Deckers de kans daartoe had moeten geven.
Want met dat verwijt komt men op het terrein
van de Kroon. Maar wel mogen we aan den
heer D6 Geer vragen, waarom hij heeft ge
meend die opdracht te mogen aanvaarden en
hoe hij is gekomen tot de formatie van het
tegenwoordige kabinet.
Spr. meent, dat de heer De Geer onder de
tegenwoordige omstandigheden op gelukkige
wijze zijn poging om het waarachtig landsbe
lang te dienen bekroond heeft gezien en dat
de formatie,van zijn kabinet als volkomen ge
rechtvaardigd moet worden beschouwd, al zou
spr. het. ookniet hebben betreurd, wanneer
daarin een volbloed Vryheidsbonder zou zijn
opgenomen.
Wat betreft de motie-Deckers geeft spr.
als zijn meening te kennen, dat deze motie
volkomen volgens het parlementaire stelsel
was. Er was een ernstige misgreep gebeurd
en het parlement heeft zeer zeker het
recht daarover verantwoording tc vragen.
Hier was ingrijpen plicht, hoe onaange
naam die plicht dan ook mocht zijn.
Men zou kunnen vragen, waarom de katho
lieken wel hun steun hebben gegeven aan dit
kabinet, en niet aan het vorige, want, zegt men,
de samenstelling is ongeveer dezelfde en het
program is ook niet veel gewijzigd. Volgens spr.
is er wel eenig verschil en voorts komt het niet
alleen aan op het program, maar veeleer op de
personen. Persoonlijk zou spr. ook voor de
motie-Deckers hebben gestemd, al zou hij dat
hebben beschouwd als een zware, moeilijke taak,
omdat de motie gericht was tegen een hoog
staand man, aan wien het vaderland zeer veel
heeft te danken en met wien spr. zoo vele jaren
op prettige wijze heeft samengewerkt.
Spr. vraagt of de ontstane breuk onher
stelbaar is. De toekomst zal dit moeten
leeren, doch de katholieke fractie zal een
spoedig herstel op prijs stellen. Spr. is ten
aanzien van zoodanig herstel meer optimis
tisch gestemd dan de heer Colijn.'
Ten aanzien van het nieuwe kabinet merkt
spr. nog op, dat de heer De Geer dit kabinet
heeft genoemd een extra-parlementair nood-
kabinet. Deze betiteling acht spr. juist, aange
zien het kabinet politiek onaantastbaar is.
Komende tot eenige afzonderlijke punten
vraagt spr. of de regeering wil overwegen om
de bevoegdheid, inzake vrijheid van drukpers,
welke zij thans heeft voor het gebied dat in
staat van beleg Is verklaard, ook uit te breiden
tot het ln staat van oorlog verklaarde gebied.
Verder vraagt spr. den verkoop van militaire
uniformen in winkels aan contróle te onder
werpen.
Wat aangaat de jongste maatregelen van
Engeland volstaat spr. met de vraag, of de re
geering wellicht eenige nadere mededeelingen
kan doen, welke mqer inzicht openen in den
stand van zaken.
Ten aanzien van het leeningfonds dringt spr.
er op aan, dat de aflossingen en rente niet uit
buitengewoon zullen worden bekostigd, doch
uit de gewone middelen.
Van een oorlogswinstbelasting verwacht spr.
niet zoo heel veel. De financieele toestand is
buitengewoon ernstig en daarom moeten we
een zeer voorzichtig financieel beleid voeren.
Spr. vraagt of de regeering het nog eens wil
probeeren met een leening, welke van belasting
wordt vrijgesteld. Aan het welslagen van zoo
danige leening twijfelt spr. niet.
Voorts vraagt spr. bijzondere aandacht
van dc regeering voor de groote gezinnen,
WAARIN HET DAGELIJKSCHE
NIEUWS, VERSCHIJNT TIJDENS
DE REIS OP DE MAILSCHEPEN
VAN:
EN
MET ADVERTEEREN BEREIKT
MEN ALLE VERLOFGANGERS.
REPATRIEERENDEN EN
TOERISTEN
Vraagt proefnummer en tarleve*
aan:
Keizersgracht 562 Amsterdam-O.
welke zeer zwaar zijn belast, ook door de
indirecte belastingen.
Tenslotte brengt spr. namens zijn fractie
een woord van waardeering en groote hul
de aan onze weermacht, die zich in deze
dagen met opgewektheid en onvolprezen
plichtsbetrachting kwijt van haar vader-
landsche taak.
TOKIO, 29 Nov. (Domei) Het onderhoud,
dat de Japansche minister van Buitenlandsche
Zaken, Nomoera, gisteren met den ambassa
deur der Sovjet-Unie, Smetanin, heeft gehad
tot regeling van verschillende tusschen beide
landen hangende kwesties, heeft den woord
voerder van het ministerie van Buitenlandsche
zaken aanleiding gegeven te zeggen, dat de
pessimistische toon in de ochtendbladen niet
gegrond is. De woordvoerder verklaarde, dat de
minister zelve geenszins pessimistisch ge
stemd is.
Smetanin en Nomoera hebben verschillende
kwesties, om. die betreffende de visscherij, be
sproken en ook de kwesties van een handels
verdrag onder oogen gezien. De onderhande
lingen vinden voortgang, hoewel het stadium,
waarin een overeenkomst zou kunnen worden
gesloten, nog niet is bereikt.
WASHINGTON, 29 Nov. Lord Lothian, de
Britsche ambassadeur, heeft Dinsdag de Magna
Charta, de in 1215 door Jan zonder Land uit
gevaardigde oorkonde, welke de oorsprong is
van de Engelsche grondwet, ln een luchtdicht
afgesloten bronzen koker gedeponeerd bij de
bibliotheek van het Congres der V. S„ waar
het vergeelde document voor den duur van den
oorlog bewaard zal blijven.
In een plechtigheid, welke door de rechters
van het opperste gerechtshof als gasten werd
bijgewoond, heeft Archibald MacLcish, de bi
bliothecaris van het Congres, dit reliquie van
den strijd om de menschelijke vrijheden in be
waring genomen.
OTTAWA, 28 Nov. (Havas). Tien Amerikaan
sche Harvardtoestellen, voor oefendoeleinden,
zullen spoedig aan de Canadeesche luchtmacht
worden geleverd aan de grens tusschen Montana
en Alberta, zoo deelt het Canadeesche minis
terie van landsverdediging mede. Het zal de
eerste leverantie zijn sedert de opheffing van
het embargo.
BROMBERG, 29 Nov. (D.N.B.) Voor een
speciale rechtbank te Bromberg zijn twee Po
len wegens moord op twee Duitschers ter dood
en tot duurzaam verlies der burgerrechten ver
oordeeld.
ZWITSERSCH ANKERHORLOGE
PRIJZEN VANAF f. 10.—
23
Barbara staat mij even duidelijk voor den
geest als mijn ouders. Ze was altijd om en bij
ons, dag en nacht, waakte over ons met een
soort naijverige liefde en was doodongelukkig,
als ze ons even uit het oog verloor
Ik weet niet meer, wanneer het precies ge
weest is, maar op een goeden dag begon ik het
idee te krijgen, dat Barbara meer genegenheid
voelde voor mijn zusje dan voor mij, en dat
omgekeerd Vera ook meer gesteld was op het
gezelschap van onze nurse dan ik. Dit was dan
Pok het eenige verschil tusschen ons.
Heel kalm gingen onze kinderjaren voorbij
Wij waren omringd door iedere zorg en weelde
die maar denkbaar is eh het leven was één en
al zonneschijn, tot we bijna veertien waren.
Daar vader veel eigen paarden bezat, waren
We van onze vroegste jeugd af gewoon aan rij
den en mennen en zoo gingen we op een och
tend uit in het wagentje, bespannen met twee
kastanjebruine veulens. We waren mijlen ver
van huis, toen er ineens een onweer kwam op
zetten, dat in de tropische gewesten angstwek
kend kan zijn. De beide Jonge dieren sloegen
op hol; ik herinner mij er niets meer van, dan
dat ik bijkwam in de kamer van mijn moeder
en dat ik haar met ontdaan gelaat over mij
heengebogen vond staan.
,Vera?" vroeg ik; maar er volgde geen
antwoord. Na dien tijd vroeg ik steeds als ik
wakker was, naar Vera en kreeg dan altijd dien
onbegrijpelijken blik ten antwoord.
Ik geloof, dat dit ten slotte een vage vrees in
mij wekte, dat er Iets verschrikkelijks met mijn
tweelingzusje moest gebeurd zijn. Dit vertraag
de mijn herstel natuurlijk aanmerkelijk, maar
toch overwon mijn gezond gestel.... Wat was
nu echter het leven voor mij zonder mijn „we
derhelft" kan ik gerust zeggen. Gedurende
vele dagen, nadat ik weer geheel 'hersteld was,
durfde ik niet de vraag te stellen, die mij op
de lippen zweefde en toen ik die eindelijk uit
sprak, werd mi) meegedeelddat Vera dood
was en ofschoon Ik dit wel vermoed had, greep
deze mededeeling mij zoozeer aan, dat ik in
een groote neerslachtigheid verviel. De dokter
waarschuwde mijn ouders, dat, als er niets ge
daan werd, om mij op te wekken, ik zou weg
kwijnen. Het leven zonder mijn zusje leek mi)
ondraaglijk en ik was nog te jong, om mij te
gen dit verlies te verzetten, al zou ik dit dan
maar gedaan hebben om mijn ouders te troos
ten.
Op een dag kwam moeder bij mij en vertelde,
dat zij en vader besloten hadden, mij naar En
geland te sturen, onder de hoede van moeaers
eenigen broer, een dominee en weduwnaar zon
der kinderen, die in een zeer afgelegen gedeel
te van het graafschap Devon woonde. Hij zou
mij opnemen als zijn eigen kind en zorgen, dat
ik een goede opvoeding kreeg, terwijl ik mij
in een geheel nieuwe omgeving gelukkiger zou
voelen, dan wanneer ik alleen thuis was.
Natuurlijk bad en smeekte ik, om thuis te
mogen blijven, maar mijn ouders bleven flink
op hun stuk staan. Ik vroeg, of Barbara met
mij mee zou gaan, maar mijn moeder ant
woordde: „Neen, de oude Barbars, is nog altijd
zoozeer van streek door den dood van Vera,
dat we haar naar den anderen kant van het
eiland hebben gfestuurd voor eenige afleiding."
Ik had wel opgemerkt, dat Barbara nooit meer
bij mij kwam, maar ik had mij te loom en te
onverschillig gevoeld, om te vragen, hoe dit
kwam.
Vóór ik vertrok gaf moeder mi) een vreemde
opdracht, waaraan ik beloofde te gehoorzamen,
zonder die te begrijpen. Ze zei mij, dat ik nooit
met iemand over mijn tweelingzuster moest
spreken, nooit aan mogelijke nieuwe vrienden
moest vertellen, dat lk een zusje had gehad.
Oom, zei ze, zou ook nooit over haar spreken
en ik moest nu maar aannemen, dat het zoo
werkelijk beter was. Ik hield mijn belofte, of
schoon mij heel wat leed bespaard zou zijn ge
bleven, als ik wél had mogen spreken."
Vera keek naar Leslie, die dezen blik be
greep, en onmiddellijk antwoordde hij:
„Als ik geweten had, dat Je een tweelingzus
ter had, die sprekend je evenbeeld....
Met een gebaar legde ze hem het zwijgen op:
„Misschien zou het dan heel anders zijn ge-
loopen, en toch zou je, net als ik, geloofd
hebben, dat ze in haar jeugd gestorven was.
Dus dat zou ons niet veel geholpen hebben."
Ze wachtte even en vatte toen den draad van
het verhaal weer op:
„Ik nam afscheid van mijn ouders en van
mijn ouderlijk huis en kwam in Engeland aan
bij mijn oom, bij wien ik in die geheel nieuwe
omgeving weer veel gezonder werd, zoowel
naar lichaam als naar geest. Gaandeweg ver
langde ik niet eens meer om terug te keeren.
Mijn ouders hadden immers ook beloofd, dat ze
mij in Engeland zouden komen opzoeken; maar
ook hierin zou ik wreed teleurgesteld worden;
zü stierven namelijk, toen lk ongeveer twintig
jaar was en heel gauw daarna verloor lk mijn
tweeden vader, mijn oom. Deze had mij een
mooi fortuin nagelaten, zoodat ik mij ruim be
wegen kon.
Laat mq nu nog even teruggaan tot den dag,
waarop mün zuster en ik dat ongeluk kregen.
Toen de half-dolle veulens thuiskwamen met
de overblijfselen van het rütuig achter zich
begreep men onmiddellijk, dat ons een ongeluk
was overkomen. Een groep arbeiders ging, met
mijn vader aan het hoofd, op zoek. Wij werden
op korten afstand van elkaar gevonden.
In het eerst was het niet eens zeker, of wü
leefden; nog minder, of wij zouden herstellen
van de bekomen kwetsuren. Men meende, dat
ik er nog het ergste aan toe was, want ik had
verscheidene ribben en een sleutelbeen gebro
ken. terwiil Vera seen ernstige lichamelijke let
sels scheen te hebben. Wij hadden beiden een
hersenschudding opgeloopen, maar, terwül dit
in mijn geval een gewone hersenschudding was,
waarvan ik weer geheel genezen zou, Werd het
bü haar een zeer langdurig proces; en toen er
eenige verandering ten goede intrad in haar
heelen toestand, werd het duidelük, dat haar
geest ernstig geleden had.
Wij lagen in geheel verschillende deelen van
het groote huls. Doordat zü betrekkelük maar
kleine uitwendige letsels had gekregen, die
haar niet verhinderden te loopen, kon zü al
weer spoedig opstaan, Zü had ook niet de hooge
koortsen, die mij zoo lang aan bed gebonden
hielden. Haar lichamelüke gezondheid werd
snel beter, maar haar geestestoestand bleef on
veranderd.
De dokter keek ernstig, maar hoopte nog, dat
de tüd heelend zou werken. Eerst toen zü, ter
wijl ik sliep op een goeden dag bü mü op de
kamer werd gevonden met een scherp mes in
de hand en een moorddadige uitdrukking in de
mooie oogen, bleek het duidelük, dat zü in een
gevaarlüke waanvoorstelling verkeerde, waar
door zü noodzakelijk van huis gestuurd moest
worden. De dokter was van meening, dat die
gevaarlüke symptomen ook wel spoedig verdwü-
nen zouden, maar intusschen moest Vera ver
bannen worden en dit gebeurde dan ook. Bar
bara werd haar meegegeven, om voor haar te
zorgen en haar op te passen.
Spoedig daarop deed zich een andere moei-
lükheid voor: Ik begon geheel tot bewustzün te
komen, maar telkens als ik «prak, vroeg ik
naar Vera. Er moest mü toch iets geantwoord
worden, maar w&t zou dit zijn?.... De dokter
verklaarde, dat het 't beste zou zün, mü te
doen gelooven, dat mün tweelingzusje dood-
was. Dit zou voor mü de eenige oplossing we
zen, hield hij vol. Als ik ooit te weten kwam.
dat Vera in leven was, zou geen macht ter we
reld mü van haar af kunnen houden en als ik
ooit ontdekte, waar zij was, dan bedreigde mü
dubbel gevaar: van den eenen kant zou Vera mij
in een waanzinnige bui het leven kunnen bene
men, van van de andere kant zou het niet uit
gesloten zijn, dat het zien van mijn zuster ln
een dergelijken toestand ook allernoodlottigst
kon werken op mijn geestestoestand.
Toen mij dan verteld was, dat mijn zuster
gestorven was, waren de schikkingen voor mijn
vertrek gauw genoeg genomen. Ik zou er nooit
in toegestemd hebben, om weg te gaan, als lk
alles geweten hgd, want ik had een vasten wil.
De reden, waarom mün moeder mij de opdracht
had gegeven, om te verzwügen, dat ik ooit een
zuster had gehad, was dat zü en vader nu al
vol verlangen uitkeken naar den dag, waarop
lk ten huwelük gevraagd zou worden; het be
staan van een waanzinnige tweelingzuster zou
den pretendent echter kunnen afschrikken.
Sommigen zal dit misschien wat ver gezocht
lijken, omdat Vera's geestesziekte toch niet er-
felük was; maar het gevolg van een ongeval;
doch misschien dat de schok mün moeder over
dit geheele geval wat zlekelük heeft doen den
ken,
jWordt yervolgd.)