Heeft
iemand?
DE GEBROEDERS „GOOCHEM"
Mdmbêod mtdm dag
ropenliefde
Kasteel Rodenburg
bij Leiden
So v j et-aanvallen
afgeslagen
^"■n Akkertje
ROEMENIË HANDHAAFT
ZIJN VRIJHEID
Hoofdpijn
DONDERDAG 7 DECEMBER 1939
Waar eens een burcht stond en
later een puinmijn werd ont
gonnen, wordt nu een
zwembad gebouwd
DE VERKIEZINGEN VOOR DE
KAMER VAN KOOPHANDEL
Te Haarlem twee stembureaux
Weer twee schepen
gezonken
ZUIDSLAVISCH STOOMSCHIP
LEKGESLAGEN
Dr. Schieffer's
Stofwisselingszout
WATERPOLO
WINTERCOMPETITIE
Britsche vlucht boven
Noord-Duitschland
Vliegramp eischt
14 dooden
SCHAKEN
St. Bavo
BRIDGE
BRIDGECLUB HAARLEM-N.
l ttiU.il LüiJL&vtL.aU
•-L. itlbwc^. lusvwvnZ-
Vü- cL-cvvvW.
""frfe-r-
Rzbel'Slen dochter Jozef Ringelstein's j
TAFELTENNIS
HerculesWinfried
afd. Tafeltennis
HARINGVANGSTEN
RIJKSVISCHAFSLAG
STAAT VAN BESOMMINGEN
Door Charles Bruce
In de bijeenkomst van de vereeniging ^Oud-
Leiden" in de Lakenhal der Sleutelstad 'sprak
Woensdagavond dr. W. C. Braat, conservator
aan 's Rijks Museum van Oudheden te Leiden,
over opgravingen op het terrein van het voor
malige kasteel Rodenburg, dat bulten de oude
veste lag aan den kant van Zoeterwoude.
Reeds in 1929 waren op bescheiden schaal op
gravingen verricht, maar door de hooge vergoe
dingen, welke voor het omwoelen van het teel-
land gegeven moesten worden, was men er mee
opgehouden, toen men omtrent de hoofdzaak
voldoende meende te zijn ingelicht. Niet lang ge
leden echter kocht de gemeente Leiden de oude
terreinen met de bedoeling daar ter plaatse een
zwembad te stichten. Nu kregen de wroetende
historici een pracht kans welke zij niet on
gebruikt voorbij heten gaan. Met medewerking
der gemeente werd in werkverschaffing het on
derzoek van den bodem, waarop eens een mid-
deleeuwsche burcht stond, aangevat. Het werk
werd zoo economisch mogelijk gedaan: een sleuf
werd gegraven, onderzocht en daarna weer dicht
gegooid, dan werd met een tweede sleuf begon
nen; zoo werd stuk voor stuk het heele terrein
in kaart gebracht.
Dit onderzoek gold Rodenburg, dat men wel
onderscheiden moet van het dicht daarbij ge
legen Roomburg. In de vroegste geschiedenis
onzer gewesten moet op Roomburg een Ro-
meinsch kasteel, een castellum, hebben gestaan;
later werd op dat terrein een klooster gebouwd.
Rodenburg echter was een middeleeuwsche
burcht, over welks type en stichtingsdatum men
gegevens in den bodem hoopte te vinden. De
resultaten, welke men in de opgravingen van
verleden jaar vond, hebben zoowel oplossingen
als raadsels gegeven, maar over het algemeen
mogen de historici tevreden zijn.
Van den ouden ringmuur werd zoo goed als
geen steen meer aangetroffen; wel kon het ver
loop van den muur in den bodem gevolgd wor
den, en werd vastgesteld, dat hij een rechthoek
vormde. Van den zwaren burchttoren, den
donjon, werden echter de fundamenten wel ge
vonden: de onderbouw voor een zwaar steenen
gevaarte. Mede door middel van gevonden scher
ven kon worden aangenomen dat de burcht ge
sticht was in de dertiende eeuw.
Wat het type van het kasteel aangaat meen
de spreker, dat Rodenburg een overgang vorm
de van de'oude ronde kasteelen met den woon
toren in het midden naar de latere vierkante
kasteelen, die geen aparten toren meer hebben.
Die oude ronde kasteeien ontmoet men veel in
Normandië, de z.g. chateaux a la motte, kasteelen
op een heuvel: een lossen toren met een ring
muur er om heen. Tot dit type behoort ook de
Leidsche Burcht, gebouwd op een kunstmatigen
heuvel tusschen den Ouden en den Nieuwen
Rijn, waar zij te Leiaen te zamen vloeien. In
den Burcht bestaat echter geen toren, maar dr.
Holwerda heeft toch in den bodem daar sporen
van een zware fundeering gevonden. Jammer ge
noeg zijn de onderzoekingen daar niet voortge
zet, zoodat men omtrent een Burchttoren nog
geen beslissend uitsluitsel heeft.
Rodenburg had een rechlhoekigen wal en een
lossen toren, weike echter al niet meer precies in
het midden stond. Bij latere kasteelen zou de
ze toren naar aen ringmuur verhuizen, b.v. bij
Teyüngen en er bij wyze van spreken in ver
dwijnen, b.v. Brederoae en Muiderslot.
hen echt chateau a la motte was het kasteel
van Oostvoorne, waarvan men eenige jaren terug
de fundamenten heeft blootgelegd,
Wat 6e raadsels betreft, die de opgravingen
met zich brachten, zij bestaan in de vraag hoe
het mogelijk is dat gebouwen kunnen verdwij
nen zonder een spoor na te iaten. In een nooit
Uitgegeven boek van een zekeren Schoenmaker,
weik werk in handschrift op de Koninklijke Bi
bliotheek te Den Haag berust, komen teekenin-
gen voor van Rodenburg, die torens in de mu
ren laten zien en een groot woonhuis op de
piaats van den burchttoren, bouwsels, waarvan
men in den bodem geen sporen vind. Men zou
geneigd zijn aan een vergissing of aan een
mystificatie te uenken. Toch hoeft dat niet:
spreker meende de gebouwen op de platen ge
voeglijk aldus „weg te kunnen redeneeren": Bij
de geleidelijke afbraak is voor 't materiaal zoo
veel geld gemaakt ais mogelijk was; heel gron
dig werd de puinmijn geëxploiteerd zonder een
steen over te iaten. Dit geiat voor de torens en
de muren en voor het woonhuis. Nu was waar
schijnlijk de oude burchttoren reeds gesloopt
op de fundamenten na voor den bouw van
het 15de eeuwsche woonhuis, en bij de latere af
braak heeft men wel de muren van dit gebouw
uitgegraven, maar de torenfundamenten verge
ten. Het is wel wat veel gevergd van de fantasie,
maar het kan toch; of zouden de zware fun-
oamenten mogelijk te veel aan sloopersloon ge
kost hebben, zoodat men ze maar liet zitten?
Hoe dan ook, ze bleven er!
Een grootere puzzle vormen echter de talrijke
sporen van een bebouwing uit een periode voor
het kasteel er verrees. Deze sporen waren ech
ter zoo talrijk en verward, dat met geen moge
lijkheid te zeggen was, wat voor bouwsel daar
eerst gestaan had. Mogelijk een bouwwerk uit
den Karollnglschen tijd.
Zoo heeft dus de klei van Rodenburg eenige
geheimen bekend gemaakt, maar andere zorg
vuldig verborgen gehouden.
Donderdag 14 December vindt zooals ge
meld de verkiezing plaats voor de leden
van het Kleinbedrijf der Kamer van Koophan
del en Fabrieken voer Haarlem en Omstre
ken.
De ervaring, die de vorige verkiezing heeft
opgeleverd, bracht het hoofdstembureau er
toe in Haarlem niet meer één, maar twee
stembureaux te oprenen. Men weet, dat de
be'angstelling der kiezers zóó groot was,
dat men op het Nassauplein in de rij stond,
ook nog na sluitingstijd van het bureau.
Nu zal het verloop ordelijker zijn.
Te Haarlem zijn de bureaux in het gebouw
der Kamer aan het Nassauplein en in het
Gymnastieklokaal der H. B. S. A aan de Raaks.
De overige bureaux zijn gevestigd te Heem
stede (cok voor Bennebroek), Zandvoort, Hille-
gen (ook voor Lisse), Aalsmeer, Hoofddorp,
Velsen-Beverwijk.
(Berichten opgenomen in een
deel van onze vorige oplaagj
(Van onzen bijzonderen correspondent)
HELSINKI, Woensdag.
Dinsdag zijn alle aanvallen op de Karelische
Landengte door de Finnen afgeslagen. Bij Val-
kijarvi zijn acht Russische tanks vernield. Tot
en met vijf December heeft men 80 Russische
tanks op de Karelische Landengte vernietigd.
De werkzaamheden van de Finsche luchtmacht
beperkten zich hoofdzakelijk tot verkennings
vluchten. Russische vliegtuigen zijn ten Noorden
van het Ladogameer over het front gevlogen.
Twee van hen zijn naar beneden geschoten. Op
de Karelische landengte zijn in den zak van een
gevallen Russischen sergeant papieren gevon
den, waarin gezegd werd, dat de gewezen minis
ter van Buitenlandsche Zaken van Finland. Erk-
ko, geprobeerd had met een onderzeeër te vluch
ten, bij welke poging tot vluchten hij werd ge
wond. In een uniformzak van een gedooden lui
tenant moet een brief gevonden zijn, gedateerd
op 28 November, waarin hij zegt, dat hij tegen
Finland oorlog voert, omdat reeds vroeger door
de Russen besloten is oorlog tegen de Finnen te
voeren.
LONDEN, 7 Dec. (Reuter). Het Grieksche
stoomschip Paralos (3934 ton), dat een lactfng
Duitsche steenkolen aan boord had, is gisteren
in de monaing van de Theems gezonken. De
eerste officier en twee machinisten zijn gedood
en 22 andere leden der bemanning zijn in een
havenstad aan land gebracht, waar tien hunner
in een ziekenhuis ter verpleging moesten wor-
cen opgenomen.
De Paralos, welke haar lading te Antwerpen
had ingenomen, was op weg naar Piraeus. On
geveer een uur na het aanbreken van den dag
stoomde het schip op naar de Duins, toen het
of op een mijn is geloopen of werd getorpedeerd
en doormidden brak.
Tien leden eer bemanning werden door het
omvallen van schoorsteen en masten gewond.
Een Britsch stoomschip heeft de overlevenden
aan boord genomen.
Uit Oslo verneemt Reuter, dat het Noorsche
stoomschip Primula (1024 ton) Maandagmid
dag na een ontploffing op de Noordzee is ge
zonken. Het schip is in twee minuten gezonken.
Acht leden eer bemanning worden vermist. Men
vreest, dat zij zijn omgekomen. De overige zeven
leden der bemanning weraen door een Deensch
schip opgepikt.
MIAMI, 6 Dec. (Havas). Het Zuid-Slavische
stoomschip Drava (3500 ton), dat op weg was
naar Haiti, heeft geseind, lek te zijn geslagen.
Het schip vroeg onmiddellijk hulp. Het Ne-
derlandsche stoomschip Flora begeeft zich ter
assistentie naar de Drava.
(ast van verstopping, slechte
spijsvertering, overmatige vet-
vorming o( de schadelijke gevol
gen er van: aambeien, onzuiver
bloed en vale onreine huid,
dan zuivere men bloed en inge
wanden met
De betrouwbare en aangename
werking hiervan Is een weldaad
voor het geheele organisme.
Flacon f 1.05. Dubbele flacon fl.75
bij apotheker! en vakdrogisten.
Na een korte onderbreking zal Zondagavond
de wintercompetitie weer worden voortgezet met
een 5-tal wedstrijden te Velsen. Voor de 1ste
afdeeling is de wedstrijd V. Z. V. 1H. P. C. 2
van het grootste belang. Daar de Velsenaren
verleden week met 5—3 van H. V. G. B. 1 won
nen, is het ranglijstje van de 1ste afdeeling nu
als volgt:
Haarlem 1
H. V. G. B 1
V. Z. V. I
Nereus 1
H. P. C. 2
10—7
7—8
7—7
5—5
3—5
BOEKAREST, 6 Dec. (Reuter), Het
agentschap Rador verklaart: Er wordt hier
de nadruk op gelegd, dat Roemenië, indien
het zou worden aangevallen, zich zeer
zeker zal verdedigen en zal vechten met
zijn twee en een half millioen soldaten.
De geheele bevolking van 20 millioen staat
vastberaden achter zijn Koning bij de
voortzetting van deze politiek.
Deze verklaring van Rador werd Woens,
dagavond gepubliceerd, na net artikel in net
nummer van de Communistische Internatio
nale, waarin werd verklaard, dat de belangen
van Roemenië de onmiddellijke afsluiting van
een pact van wederzijdschen bijstand zouden
vereischen. Er wordt evenwel aan toegevoegd,
dat welingelichte kringen niet geneigd zijn,
het artikel in de Communistische Internatio
nale te somber te bezien, temeer daar men
van meening is, dat de Komintern niet ver
eenzelvigd kan worden met de Sovjetregeering.
Er wordt uiteengezet, dat, zooals reeds bij
verscheidene gelegenheden werd verklaard
Roemenië nimmer agressieve bedoelingen heeft
gehad, noch zal hebben tegenover een na-
buurstaat, doch integendeel steeds gestreefd
heeft naar vriendschappelijke betrekkingen
met zijn buren.
BERLIJN, 6 Dec. (D.N.B.) Britsche vliegtuigen
hebben Woensdagavond boven de Friesche eilan
den en Sleeswijk-Holstein gevlogen. De iucht-
doelartillerie is op tal van plaatsen, op de eilan
den en langs de kust, in actie gekomen en heeft
de Engelschen gedwongen koers te zetten naar
het Noorden.
De vijand vloog, naar op ondubbelzinnige wijze
is vastgesteld, ten Noorden van Flensburg over
Deensch souverein gebied en zette daarmede de
reeks neutraliteitsschendingen zonder scrupules
voort. Boven Duitsch rechtsgebied werden geen
bommen uitgeworpen.
ROME, 6 Dec. (Havas). Bij Lucca heeft
zich een ernstig vliegongeluk voorgedaan, waar
bij 14 personen om het leven zijn gekomen. Drie
bombardementsvliegtuigen, welke van Miiaan
op weg waren naar Rome, zijn in de buurt van
Lucca verongelukt. Van de in het geheel 18
personen tellende bemanningen der vliegtuigen
'tonden 5 met hun valschermen behouden da
len. De 13 anderen werden op slag gedood. De
oorzaken van het ongeluk zijn niet bekend. Een
der vliegtuigen heeft in zijn val een boer ge
dood.
Winnen de Velsenaren Zondagavond, dan ko
men zij gelijk met Haarlem, dat thans de lei
ding heeft. Ook de dameswedstrijd tusschen
V. Z. V. en D. W. R. 2 is voor het ranglij.stje
van groot belang. Hier gaan momenteel de Haar
lemdames aan den kop.
Haarlem 3 2 1 0 5 7—1
Nereus 2 1 1 0 3 6—1
V. Z. V. 2 10 12 2—5
H. P. C. 2 10 12 4—3
D. W. R. 2 1 0 0 1 0 02
Haarlem 2 2 0 0 2 0 18
■Het volledig programma te Velsen is als
volgt:
Velserend—K. Z.; de Ham—H.V.G.B. 3;
D.W.R. 3—Haarlem 3; V.Z.V. 1—H. P. C. 2;
V. Z. V.—D. W. R. 2 (dames).
Voor de 2de afdeeling worden Maandag en
Dinsdag ook nog twee wedstrijden gespeeld,
n.l. Maandagavond V. Z. V. 2Haarlem 2 te
Velsen en Dinsdagavond H. V. G. B. 2—D.W.R. 2
Ook in deze afdeeling is het een Haarlemzeven
tal, dat bovenaan staat:
Haarlem 2
D. W. R. 2
V. Z. V. 2
H. P. C. 3
H. V. G. B. 2
0 4 10—3
0 2 3—1
1 2 4—5
1 0 1—4
2 0 4—D
Vrijdag j.l. werden voor de R. K. Schaakclub
„St. Bavo" de volgende wedstrijden gespeeld:
C. Weber—B. v. d. Meer yVt
F. TütoorW. Bosland 10
L. Schreursw. de Boer 10
L. StevensL. v. Kessel 1—o
L. SchreursB. v. d. Meer 10
F. PutsJ. P. v. d. Meer 1o
FilippiakG. Mathot 10
W. de BoerC. Bottelier 01
W. Nooy—Th. Vogels afgebr.
Evenals vorige jaren heeft H. N. op groote
schaal viertallen-wedstrijden georganiseerd en
worden met andere vereenigingen onderhande
lingen gevoerd om te komen tot officieels
districtswedstrijden voor dit speltype. Intus-
schen hebben de voorwedstrijden een aanvang
genomen, waarin een twaalftal teams elkander
bekampen, volgens het door den competitieleider
Wiegmink voor dit doel bewerkte „Koster
systeem" Tot op heden hebben de deelnemende
teams zich als volgt gerangschikt:
Team Captain
gesp.
sc.pnt. c.pnt
RI Klaseboer
2
82
4
IV Kabel
2
64
3
X v. Alphen
2
61
3
II Keur
2
62
2
VI Veenings
2
60
2
I Walter Jr.
2
50
2
XII Dekker
2
41
1
V Schreuder
1
45
2
VII Pigge
1
29
1
IX Meiboom
1
26
1
VIII Koeyers
1
14
0
Team R I bestaat uit de heeren Klaseboer-
WiegminkBrouwerBeijer.
Team IV bestaat uit de dames Wiegmink-
Mulder—Kabelhr. Kabel.
mmu
UOfi. riOKV*- oU-
Pit jammerde luid over de kuren van zijn broer. Het leek
er veel op, dat het op een tweegevecht zou uitdraaien, maar
toen koos Pit toch de verstandigste party en overreedde de
eigenwyze Pat om toch met hun eigengemaakte karretje op
stap te gaan. En wrijvend over zijn pijnlijke builen, gaf Pat
toe.
Alles goed en wel, maar we kunnen toch zoo maar niet
van huis gaan, zonder toeten of blazen, meende opeens de
zorgzame Pat. Vader en Moeder worden natuurhjk doodelijk
ongerust als ze ons vanavond missen. Weet je wat, we zullen
een briefje achterlaten. Als jy nou schrijft zal Ut cUcteeren.
Des avbnds half elf ontwaakte Jozef Ringel-
stein met een stekende pijn in 't hart, en niet
zooals gewoonlijk, om 8 uur 's morgens. Hij was
wakker geworden door een stem misschien
had hij wel gedroomd die hem toeriep: „Gij
zult sterven, één uur vóór de dageraad aan
breekt."
De schatrijke Ringelstein zat rechtop in z'n
bed en draaide het licht aan om te onderzoeken,
Maar niemand was in de ruime slaapkamer. De
stekende pyn was weg en hij kon weer helder
denken. Intens dacht hy na over die stem, maar
hij kwam er niet verder mee. Hij stond op en
begon een havana-sigaar te rooken. Wat zou
Dr. van Haegen daarvan wel zeggen, vroeg hy
zich glimlachend af, die hem 't rooken ver
boden had?
Hij peinsde verder. Op welke manier zou de
dood tot hem komen? Misschiendoor een an
deren hartsteek, erger dan de vorigen, en dan?
Met schrik dacht Jozef Ringelstein er aan,
dat hij de laatste jaren had vergeten, dat hij
een ziel bezat. Waar zou die heengaan?
Hij nam de huistelefoon. „Mevrouw is naai
den schouwburg", antwoordde zijn bediende.
,.En juffrouw Anna?"
„Ze zou in de stad dineeren en zal laat thuis
komen, mijnheer."
Ringelstein lachte zuur. Zou, als hij stierf,
z'n vrouw Cato hem betreuren? En Anna, z'n
dochter? Z'n dood zou den eenigen hinderpaal
uit den weg ruimen, die haar belette Frits
Ermeling te trouwen.
Hij zuchtte, want hij wist, dat hij z'n vrouw
en dochter, door z'n geldzucht, van zich ver
vreemd had. In de zakenwereld was dit anders.
Daar zou men nog jaren na z'n dood met eer
bied aan hem denken. Het talrijke personeel
op z'n kantoor zou dit kunnen getuigen. Maar
en die gedachte deed hem pijn waarom
had hij dezen morgen, omdat hij slecht gehu
meurd was, den ouden klerk Passens ontslagen?
De man was wel langzaam en een zeurkous,
maar hij deed z'n werk nauwkeurig.
Ringelstein nam opnieuw de telefoon op.
De oude Passens antwoordde in de donkere
gang van z'n kosthuis.
.Passens", zei Ringelstein, „ik was vanmor
gen me zelf niet. Zeg den procuratiehouder, dat
je blyft. en dat de volgende maand je salaris
verhoogd wordt."
„Zoo, dat is dat", mompelde de finanoier
vergenoegd.
Er klonk een zachte klop op de slaapkamer
deur en Ringelstein's bediende kwam binnen.
Toen z'n meester hem zei, dat hij de stad
uitging, keek hij angstig. Had Dr. van Haegen
mijnheer Ringelstein dan geen absolute rust
voorgeschreven?
„Is er iets, dat ik voor doen kan, mijnheer?"
vroeg hij.
„Is mevrouw al thuis gekomen, Borgmans?"
„Ik geloof, dat mevrouw na den schouwburg
naar een souper zou gaan, mijnheer."
„En juffrouw Anna?"
„Ook niet thuis, 't Zou vanavond laat worden,
ifteeft de juffrouw gezegd."
„Zoo, zeker uit met mijnheer Ermeling, is f
iniet?"
Borgmans aarzelde even en zweeg toen.
„Ontken het niet", hernam z'n patroon on
geduldig. „Je weet toch, dat hij iemand is, die
'alleen op m'n geld loert. Waarom mag je dien
man, Borgmans?"
De bediende wist niet wat hem overkwam.
Nooit tijdens z'n dienstjaren had Ringeistein
naar z'n meening gevraagd.
„Ik heb u altijd goed gediend, mijnheer," ant
woordde hij.
„Dat vraag ik je niet. Nog eens, waarom mag
(jij dien jongen Ermeling zoo graag?"
„Omdat juffrouw Anna van hem houdt, mijn
heer. Ik ben het niet met u eens, dat hij op
uw geld loert. Ik ben overtuigd dat mijnheer
[Ermeling eens een hooge plaats in de maat
schappij zal innemen, en dat hy uw dochter
gelukkig zal maken."
Ringelstein dacht even na en sprak toen:
„t Is toch grappig, dat jij zooveel gezien hebt
en ik zoo weinig."
„U hadt het te druk, mynheer, en ik ben hier
den heelen dag. Het spijt me dat...."
„Ja, ik had het te druk," bekende de financier.
„Nog een vraag, Borgmans, is juffrouw Anna
met mijnheer Ermeling naar de party van
Oorver?"
„Ja, mijnheer."
„Ik ga ze opzoeken. Je mag ze absoluut niet
(waarschuwen; denk er aan."
„U hebt het me afgedwongen," protesteerde
de oude man.
Jozef Ringelstein glimlachte. Borgmans vroeg
zich af, wat er toch met hem was gebeurd. Gis
teren nog was hij een strenge patroon, die niets
door de vingers zag, en vandaag scheer, hy
demand te zyn, die begreep, dat landers men-
schen ook gevoel bezaten.
•IHHIHHIIIIIIlUIIHIUIIIIIIIlï
„Juffrouw Anna zal jou nooit de schuld geven,"
lachte Ringelstein.
Op de partij van Corver was men juist aan
het dansen, toen Ringelstein binnen swam.
Spoedig had hij het paar ontdekt, dat hy zocht.
„Daar heb je vader I" riep Anna opgewekt, of
schoon ze met moeite haar angst bedwong. „U
is de laatste, dien ik in een danszaal zou hebben
gezocht. U moest al een paar uren in bed liggen."
„Ik sloeg jullie daar juist gade, toen je aan
het dansen was," begon Ringelstein. „Ik heb
nog nooit een paar zoo keurig zien dansen,"
„Ik dacht, dat u een hekel aan dansen had,"
zei Frits Ermeling.
,Dat dacht ik zelf ook,'' sprak de financier.
„Je hebt al heel wat met Anna gedanst. Het
begon al toen jullie kinderen waren."
„Vader," begon Anna nu, „u zou ons veel
narigheid besparen, als u het wilde opgeven ons
te scheiden."
De oude heer deed alsof hij niet gehoord had
wat zijn dochter te berde bracht en wendde zich
tot den jongen man.
„Je hebt zeker een hekel aan me, is t niet?"
„Tot op zekere hoogte, mijnheer. Zoolang u
me van Anna wilt scheiden, terwijl we alles
voor elkaar zijn, wél."
Daarop sprak Ringelstein tot z'n dochter:
„En jij bent zeker ook liever onterfd en straat
arm dan Ermeling op te geven?"
„Wat beteekent geld, vader? 't Brengt meer
ongeluk dan geluk. Ziet u maar eens naar ons
huiselijk leven."
„Je moeder hield ook veel van dansen, toen
ze op jouw leef
tijd was," peinsde V"""""""
keek hem aan. Ze I
dacht, dat hij zie- i be keer mg I
ker was dan dr. i
VT—l INNHH1
van Haegen be
weerde.
„Een uur voor dat de dageraad aanbreekt,
hoorde zij hem eensklaps zeggen.
„Zoo laat ls het nog niet, vader. Maar vertelt
u me eens, wat bracht u eigeniyk hier?"
Hij streelde haar krullen, zooals hy jaren ge
leden gedaan had en zei:
„Ik kwam hier om je te vragen niet zoo slecht
over me te denken, als je eens gedaan hebt. Hier,
Ermeling, neem m'n hand. Ik heb veel onaan
gename dingen gezegd, indertijd, waartoe ik niet
het recht had. Vergeef me."
Ringelstein kuste z'n dochter. Daarna zagen
zc hem verdwijnen; hij liep rechtop, als een
man die van een last bevrijd is.
Mevrouw Ringelstein vond het licht in de
huiskamer aan, toen ze thuis kwam en was niet
weinig verwonderd, haar echtgenoot daar te
vinden. Man en vrouw keken elkander eenige
o ogenblikken sprakeloos aan.
Jozef!" riep ze eindelijk, „Je bent zie*!"
„Ik kon niet slapen, daarom ben ik uitge
gaan."
„Maar dat was toch onverstandig."
„Dat was misschien het verstandigste wat ik
in langen tijd gedaan heb. Je ziet er schit -erend
uit, Cato. Waarom kijk je zoo verschrikt?"
„Alles is zoo vreemd, zoo ongewoon met je,
Jozef," ze liet zich op een stoel neervallen. ,,Je
oogen hebben niet dien harden blik van de laat
ste jaren. Waar bij je heen geweest?"
„Naar de partij van Corver."
Mevrouw Ringelstein fronste haar wenk
brauwen.
„Om Anna en Frits te zien?" vroeg ze. „Waar
om wil je niet begrypen, dat die bij eikaar
hooren? Ben je dan je eigen jeugd vergeten?"
„Ik had die vergeten," bekende hij, „ten min
ste tot vanavond."
„Wat heeft je dan zoo veranderd?" drong
ze aan.
„Cato, lieve vrouw," sprak hij, „van avond
heb ik veel dingen gezien, waarvoor ik vele jaren
blind ben geweest. Ik heb gedacht aan m'n
vroegere liefde voor je, aan m'n eerste succes in
de maatschappij, aan m'n geldzucht, waarvoor
ik vrouw en kind heb vergeten. Ik heb nu m'n
medemenschen gezien door menschelyke oogen:
ik zag Anna en Frits Ermeling, zooals wij eens
geweest zijn, en m'n oogen gingen open. Ik ben
bekeerd."
Hy lachte z'n vrouw vriendelijk toe en ging
naar zijn kamer.
Den volgenden dag ontwaakte Jozef Ringelstein
tegen den middag. Met een ruk sprong hy over
eind. Hij leefde dus nog. Een groote dankbaar
heid vervulde hem. Hij dacht weer aaa z'n
vrouw en z'n dochter, en dankte God, dat hem
de oogen waren open gegaan. Wat goed te
maken was, zou hij direct doen en slechts een
vurig verlangen sprak in hem, om alles te her
stellen wat hij door z'n gelddorst bedorven had.
(Nadruk verboden)
Uitslagen der wedstrycien van 30 November tot
Z December:
le klas: GTTC I—Winfried III 4—6.
2e klas: SOS 2—Winfried 4 3—7, IVO 2—Win
fried 4 64, Winfried 5DOK I 64.
SCHEVENINGEN, 7 Dec. Haringvangsten. Met
vcrsche visch waren heden aan a'e markt 5 schok
kers met tezamen f 102.besomming.
De binnengekomen schokkers hadden heden
morgen zeer weinig visch. Vanwege het mijnenge-
vaar wordt alleen gedurende den dag geviseht.
IJMUIDEN, 7 Deo. Versche visch. Tarbot 2.00,
Tong 2.00, Heilbot 1.321.50 per kg. Bot 25.00
30, Schar 7.4012.50, Tongschar 27.0046, Poon
tjes 6,0012, middel Schelvisch 35.0036, kleine
middel SchelriscL 19.5035, kleine Schelvisch 9.30
—19.50, groote Gullen 19.0021, kleine Gullen
10.5018, Wijting 3.60—4, Makreel 16.50—18, ver
sche Haring 1215.50 per 50 kg. Kabeljauw 44.00
—90 per 125 kg. Vleet 2.15—4.40, Leng 1.80—2.10,
Koolvisch 0.501.16 per stuk.
Aangevoerd aan den afslag: 775 kg. geconsig
neerde snoekbaars 3948 cent per kg. 100 kisten
versche haring.
van de heden aangekomen
TRAWLERS
Bergen IJm. 16 400 manden 4780.Adelante
IJm. 19 760 manden 7650.
logger met versche haring
K.W. 176 1284.—.
KOTTERS
T.X. 19 260.—, T.X. 20 260.—.
HOOFDSTUK II
„Half vyf! Is dat een uur om iemand wakker
te maken!" knorde Musgrave den volgenden
morgen, toen hij zich lui op zijn matras uit
strekte, onbehoorlijk lang geeuwde, het mus
kietengaas verwijderde en zich nog eens lui
uitrekte. Het geluld van de politie en de
dragers, die het kleine kampgerei weer inpak
ten en alvast hun eenvoudigen middagmaaltyd
van gekookte ryst aan het bereiden waren, was
voldoende om allen twyfel te overwinnen. Mus
grave kroop dan ook slaapdronken uit zyn
lakens.
„Vooruit Baby, sta op, lui varken. Over twee
seconden komen ze met het ontbijt. Als een
blanke zijn prestige wil verliezen moet hy nog
in bed ligjen als de koelies zyn ontbyt al ge
reed gemaakt hebben. Schiet op knul, ik ver
zeker je, dat ik geen seconde wacht hoor. Je
komt ons maar achterop."
„Schei uit. snertvent," riep de ander, toen hy
water over zijn gezicht voelde loepen. „Wat ben
je een gezellige reiskameraad, Carruthers."
„Kan met niet schelen, wat je allemaal ligt
te vloeken. Vooruit! Hier is je thee. Toe, spring
er nu uit en kleed je aan," antwoordde Des-
mond. „Jij zult nog wel eens tot de ontdekking
komen, dat ik het by het rechte eind heb. Dan
behoef ik je geen lesje meer te geven."
Een primitief geplas in een kom water verving
het „baden". In een jungle moet ook de Euro
peaan zich weten te behelpen. In ieder geval
was het 'n voldoende inleiding tot het morgen
toilet. Desmond deed erg lang over zijn witte
pak, zijn sokken en bruine schoenen. Toen be
gon hy aan zijn gebakken eieren en zyn choco
lade die zijn onveranderlijk Jungleontbijt uit
maakten. Een verkreukt geïllustreerd blad was
voldoende verontschuldiging voor zyn zwijcen.
Nadat hy ten slotte een sigaret had aangestoken
bepaalde hy zich tot een:
„Tot ziens, Baby, ik smeer hem. Let op je zelf
en blyf kalm, wat er ook gebeuren moge. Bel
me van tijd tot tyd even op en laat me in
ieder geval weten als er iets belangrijks aan de
hand is."
Een paar korte woorden tegen Baji, zijn kok
en bediende, een kort afscheid van Pulangga
en Desmond vertrok naar de bergen. Een
glimp licht uit Jiet Oosten was voldoende om
hem den weg te wijzen. Een politieman, uit zyn
eigen escorte, liep zoekend en tastend voor
hem uit, terwijl een drager, dien men onder de
bekende loopers had uitgezocht volgde met een
mand, waarin een blik biscuits, een flesch en
een glas waren verpakt. Zy hadden een uur of
zeven van stevig doorwandelen voor den boeg.
voordat zy het kleine station van Bunan zouden
hebben Dereikt. Terwyl Desmond voortstapte
over het slingerpad en telkens probeerde de
dikke wortels te ontwyken, die kniestig uit den
grond opstaken, begon hy over de kwestie van
Tiang en de laatste berichten over de scalp
jagers na te denken.
„Vervloekte geschiedenis, volgende week is het
Kerstmis en ik vermoed, dat Temple me vast
en zeker op zyn nederzetting verwacht. Ik zal
dien Tiang tot zoolang maar aan zyn lot over
laten. Dat geeft hem tevens een beetje ver
trouwen, in myn lankmoedigheid natuurlijk, en
dan.
Van links kwam er uit een diepe geul, die
door zacht voortstroomend water tot 'n hoorn
van kalme ochtendmuziek was geworden, een
gefluister:
„Saiamt jalan, Tuan, goede reis, Tuan."
„Wie is daar?" vroeg hy, verschrikt.
„Ik ben het, Tuan. Ik heb me gebaad. Ik
hoorde den Tuan voorbijkomen en daarom wilde
ik hem goede reis wenschen."
„Ha, Simuk! Wat ben jij vroeg! Het beste
hoor!"
„Vaarwel, Tuan. Ik hoop, dat u nog eens
erug zal komen, om ons op te zoeken."
„Dat zal nog wel eens gebeuren, hoop ik."
„Een verbazend aardig kind," dacht hij.
„Och ze zal vandaag of morgen wel uitge-
huwelykt worden aan den snaak die kan be
talen wat Pulangga voor haar vraagt en
dan.... Groote God wat een leven. Over enkele
jaren zal ze oud en afgetakeld zijn. Dan
worden d'r tanden zwart door het kouwen van
de arecanoten en kan ze varkens voeren. Och,
wy ambtenaren moeten ook werken om een be
hoorlijk stukje brood te verdienen, maar ik ben
toch nog liever ambtenaar dan een vrouw van
een Salong. Arme kleine meid!"
De lange dalende tocht door het vlakke land
was eindelijk afgeloopen. Desmond was nu aan
een voortrazenden bergstroom gekomen. Onmid
dellijk ontdekte hij het platgetrapte spoor, dat
een mogelijkheid bood om den overkant te
bereiken, waar ze de jungle zouden vinden. Hy
nam zijn speer, die hij meer als bergstok dan
als wapen gebruikte en begon voorzichtig tas
tend het water te doorwaden. Hij was al tot
zijn knieën doornat van den ochtenddauw en
van het vele lage gewas, dat telkens ver over
de paden heen hing, maar toen hy midden in
den stroom kwam en het water hem tot aan zijn
borst stond, kreeg hy een rilling: „Verdikkeme,
wat is dat koud!"
Even een kleine klautering tegen den anderen
oever op en hy stond zich boven uit te schud
den. Het smalle, kronkelende pad lag duidelijk
voor hem, daar hij zich aan den voet van den
heuvel bevond. Het volgend oogenblik had hy
den langzamen, langen, gelijkmatigen pas ge
vonden, die iemand het beste over de halfbe-
gaanbare paden van het Borneosche hoogland
brengt. Vlak boven hem hoorde hij den piepen
den edem van zijn drager en geleider, die tegen
den steilen heuvel opklommen. Desmond haalde
hen spoedig in en met een scherp „Niet achter-
blyven!" ging hy hen voorby en maakte zich
gereed voor een stevigen klimtocht. Het pad
was hoogstens een voet breed. Niet meer dan
een in de mulle aarde door de bloote voeten
der koelies platgetrapte band aarde, die met vele
wendingen zich spiraalde naar den heuveltop.
Het smalle lint van geelbruine aarde stak
duideiyk af tegen de verschillende soorten
groen van de jungleranden, die aan belde zijden
als een muur naderden. Van tijd tot tijd bracht
de zon, die nog erg laag in het Oosten hing,
wat vlekken op de bladeren. De zware dauw,
die tijdens den nacht op het landschap was ge
vallen, hief ze als een met diamanten en kleu
rige edelsteenen bestikten sluier op.
Na een nog steiler klim kwam Desmond op
den top van den berg. Een naakte, open plaats,
waar twee of drie jungleboomen karige schaduw
boden. De zware vlekken en half verkoolde
boomstronken wezen er op, dat dit een ge
wild rustpunt was voor de vermoeide dragers.
Het scheen het eerste oponthoud te zijn, als
men Pulangga's dorp had verlaten. Desmond
ging even op een boomstronk zitten en zag aan
dachtig naar het panorama. Wending na wen
ding lag in het landschap door de telkens op
duikende heuvels, die tot aan den horizon hun
golvenspel doorzetten. In de diepe dalen, waar
de zon nog niet was doorgedrongen, lagen zware
mistbanken, als vermoeide werkers tegen den
grond geslagen. Maar in de verte, naarhet
Oosten toe, steeg een kleurige lofzang rond de
paarsgetinte heuvels. Heel kalme buigingen
waren in het opstygen der dauwwolken te her
kennen. Hij zag ze zich welven van den eenen
hoogen boom naar den anderen. Voor zoo'n
hindernis stegen ze dan weer hooger tot ze ein
delijk zich verloren in de ylte, zoo dun werden,
dat liet menschelyk oog ze niet meer zien kan,
en de domme mensch beweert, dat ze er niet
meer zijn. Dan worden ze droomen van ver
liefde dichters, dan worden ze hoop.... Vlak
by hem werd een zware laag dauw door de
aanstuivende hitte opgejaagd, ze vluchtte in
haar angst tegen den heuvel op, maar toen
deed de zon er nog een schepje op, en zij die
kilte en beklemming had gebracht, werd door
warmte en licht verdreven. Op den voorgrond,
ginds in het dal, lag het groote huis van
Pulangga, verkort, daar het van den heuvel
naar hem afdaalde. Het diepbruine dak was
een aangename onderbreking van het groen en
blauw en wit dat hem overal in het rond tegen
kwam. De kant van den heuvel, waar de man
nen van Pulangga dit jaar hun aanplantingen
hadden gemaakt, toonde vlekken bruin en oranje
tusschen het groen van het gras. Resten van
boomtronken, die niet verbrand waren, toen zy
het vuur in de jungle hadden gezet, stonden
nu als ivoren staafjes tusschen het lage nieuwe
gewas. De steile heuvelkant, met zyn slinge
rende wortels om de rijzige stammen van de
Jungle, was versneden tot rechte vlakken. De
bruine onderlaag was overal zichtbaar.
Desmond liet eindelijk af van al die wonden
een wreede ingrijpingen van den mensch op het
wonderwerk der natuur! Alleen op zijn bergtop
was nog, zoover hy tenminste vanuit zyn uit-
kykpost het terrein kon verkennen, de onge
repte jungle bewaard gebleven.
(Wordt vervolgd)