Heeft iemand? DE GEBROEDERS „GOOCHEM" Mdmbêod mtdm dag ropenliefde Kasteel Rodenburg bij Leiden So v j et-aanvallen afgeslagen ^"■n Akkertje ROEMENIË HANDHAAFT ZIJN VRIJHEID Hoofdpijn DONDERDAG 7 DECEMBER 1939 Waar eens een burcht stond en later een puinmijn werd ont gonnen, wordt nu een zwembad gebouwd DE VERKIEZINGEN VOOR DE KAMER VAN KOOPHANDEL Te Haarlem twee stembureaux Weer twee schepen gezonken ZUIDSLAVISCH STOOMSCHIP LEKGESLAGEN Dr. Schieffer's Stofwisselingszout WATERPOLO WINTERCOMPETITIE Britsche vlucht boven Noord-Duitschland Vliegramp eischt 14 dooden SCHAKEN St. Bavo BRIDGE BRIDGECLUB HAARLEM-N. l ttiU.il LüiJL&vtL.aU •-L. itlbwc^. lusvwvnZ- Vü- cL-cvvvW. ""frfe-r- Rzbel'Slen dochter Jozef Ringelstein's j TAFELTENNIS HerculesWinfried afd. Tafeltennis HARINGVANGSTEN RIJKSVISCHAFSLAG STAAT VAN BESOMMINGEN Door Charles Bruce In de bijeenkomst van de vereeniging ^Oud- Leiden" in de Lakenhal der Sleutelstad 'sprak Woensdagavond dr. W. C. Braat, conservator aan 's Rijks Museum van Oudheden te Leiden, over opgravingen op het terrein van het voor malige kasteel Rodenburg, dat bulten de oude veste lag aan den kant van Zoeterwoude. Reeds in 1929 waren op bescheiden schaal op gravingen verricht, maar door de hooge vergoe dingen, welke voor het omwoelen van het teel- land gegeven moesten worden, was men er mee opgehouden, toen men omtrent de hoofdzaak voldoende meende te zijn ingelicht. Niet lang ge leden echter kocht de gemeente Leiden de oude terreinen met de bedoeling daar ter plaatse een zwembad te stichten. Nu kregen de wroetende historici een pracht kans welke zij niet on gebruikt voorbij heten gaan. Met medewerking der gemeente werd in werkverschaffing het on derzoek van den bodem, waarop eens een mid- deleeuwsche burcht stond, aangevat. Het werk werd zoo economisch mogelijk gedaan: een sleuf werd gegraven, onderzocht en daarna weer dicht gegooid, dan werd met een tweede sleuf begon nen; zoo werd stuk voor stuk het heele terrein in kaart gebracht. Dit onderzoek gold Rodenburg, dat men wel onderscheiden moet van het dicht daarbij ge legen Roomburg. In de vroegste geschiedenis onzer gewesten moet op Roomburg een Ro- meinsch kasteel, een castellum, hebben gestaan; later werd op dat terrein een klooster gebouwd. Rodenburg echter was een middeleeuwsche burcht, over welks type en stichtingsdatum men gegevens in den bodem hoopte te vinden. De resultaten, welke men in de opgravingen van verleden jaar vond, hebben zoowel oplossingen als raadsels gegeven, maar over het algemeen mogen de historici tevreden zijn. Van den ouden ringmuur werd zoo goed als geen steen meer aangetroffen; wel kon het ver loop van den muur in den bodem gevolgd wor den, en werd vastgesteld, dat hij een rechthoek vormde. Van den zwaren burchttoren, den donjon, werden echter de fundamenten wel ge vonden: de onderbouw voor een zwaar steenen gevaarte. Mede door middel van gevonden scher ven kon worden aangenomen dat de burcht ge sticht was in de dertiende eeuw. Wat het type van het kasteel aangaat meen de spreker, dat Rodenburg een overgang vorm de van de'oude ronde kasteelen met den woon toren in het midden naar de latere vierkante kasteelen, die geen aparten toren meer hebben. Die oude ronde kasteeien ontmoet men veel in Normandië, de z.g. chateaux a la motte, kasteelen op een heuvel: een lossen toren met een ring muur er om heen. Tot dit type behoort ook de Leidsche Burcht, gebouwd op een kunstmatigen heuvel tusschen den Ouden en den Nieuwen Rijn, waar zij te Leiaen te zamen vloeien. In den Burcht bestaat echter geen toren, maar dr. Holwerda heeft toch in den bodem daar sporen van een zware fundeering gevonden. Jammer ge noeg zijn de onderzoekingen daar niet voortge zet, zoodat men omtrent een Burchttoren nog geen beslissend uitsluitsel heeft. Rodenburg had een rechlhoekigen wal en een lossen toren, weike echter al niet meer precies in het midden stond. Bij latere kasteelen zou de ze toren naar aen ringmuur verhuizen, b.v. bij Teyüngen en er bij wyze van spreken in ver dwijnen, b.v. Brederoae en Muiderslot. hen echt chateau a la motte was het kasteel van Oostvoorne, waarvan men eenige jaren terug de fundamenten heeft blootgelegd, Wat 6e raadsels betreft, die de opgravingen met zich brachten, zij bestaan in de vraag hoe het mogelijk is dat gebouwen kunnen verdwij nen zonder een spoor na te iaten. In een nooit Uitgegeven boek van een zekeren Schoenmaker, weik werk in handschrift op de Koninklijke Bi bliotheek te Den Haag berust, komen teekenin- gen voor van Rodenburg, die torens in de mu ren laten zien en een groot woonhuis op de piaats van den burchttoren, bouwsels, waarvan men in den bodem geen sporen vind. Men zou geneigd zijn aan een vergissing of aan een mystificatie te uenken. Toch hoeft dat niet: spreker meende de gebouwen op de platen ge voeglijk aldus „weg te kunnen redeneeren": Bij de geleidelijke afbraak is voor 't materiaal zoo veel geld gemaakt ais mogelijk was; heel gron dig werd de puinmijn geëxploiteerd zonder een steen over te iaten. Dit geiat voor de torens en de muren en voor het woonhuis. Nu was waar schijnlijk de oude burchttoren reeds gesloopt op de fundamenten na voor den bouw van het 15de eeuwsche woonhuis, en bij de latere af braak heeft men wel de muren van dit gebouw uitgegraven, maar de torenfundamenten verge ten. Het is wel wat veel gevergd van de fantasie, maar het kan toch; of zouden de zware fun- oamenten mogelijk te veel aan sloopersloon ge kost hebben, zoodat men ze maar liet zitten? Hoe dan ook, ze bleven er! Een grootere puzzle vormen echter de talrijke sporen van een bebouwing uit een periode voor het kasteel er verrees. Deze sporen waren ech ter zoo talrijk en verward, dat met geen moge lijkheid te zeggen was, wat voor bouwsel daar eerst gestaan had. Mogelijk een bouwwerk uit den Karollnglschen tijd. Zoo heeft dus de klei van Rodenburg eenige geheimen bekend gemaakt, maar andere zorg vuldig verborgen gehouden. Donderdag 14 December vindt zooals ge meld de verkiezing plaats voor de leden van het Kleinbedrijf der Kamer van Koophan del en Fabrieken voer Haarlem en Omstre ken. De ervaring, die de vorige verkiezing heeft opgeleverd, bracht het hoofdstembureau er toe in Haarlem niet meer één, maar twee stembureaux te oprenen. Men weet, dat de be'angstelling der kiezers zóó groot was, dat men op het Nassauplein in de rij stond, ook nog na sluitingstijd van het bureau. Nu zal het verloop ordelijker zijn. Te Haarlem zijn de bureaux in het gebouw der Kamer aan het Nassauplein en in het Gymnastieklokaal der H. B. S. A aan de Raaks. De overige bureaux zijn gevestigd te Heem stede (cok voor Bennebroek), Zandvoort, Hille- gen (ook voor Lisse), Aalsmeer, Hoofddorp, Velsen-Beverwijk. (Berichten opgenomen in een deel van onze vorige oplaagj (Van onzen bijzonderen correspondent) HELSINKI, Woensdag. Dinsdag zijn alle aanvallen op de Karelische Landengte door de Finnen afgeslagen. Bij Val- kijarvi zijn acht Russische tanks vernield. Tot en met vijf December heeft men 80 Russische tanks op de Karelische Landengte vernietigd. De werkzaamheden van de Finsche luchtmacht beperkten zich hoofdzakelijk tot verkennings vluchten. Russische vliegtuigen zijn ten Noorden van het Ladogameer over het front gevlogen. Twee van hen zijn naar beneden geschoten. Op de Karelische landengte zijn in den zak van een gevallen Russischen sergeant papieren gevon den, waarin gezegd werd, dat de gewezen minis ter van Buitenlandsche Zaken van Finland. Erk- ko, geprobeerd had met een onderzeeër te vluch ten, bij welke poging tot vluchten hij werd ge wond. In een uniformzak van een gedooden lui tenant moet een brief gevonden zijn, gedateerd op 28 November, waarin hij zegt, dat hij tegen Finland oorlog voert, omdat reeds vroeger door de Russen besloten is oorlog tegen de Finnen te voeren. LONDEN, 7 Dec. (Reuter). Het Grieksche stoomschip Paralos (3934 ton), dat een lactfng Duitsche steenkolen aan boord had, is gisteren in de monaing van de Theems gezonken. De eerste officier en twee machinisten zijn gedood en 22 andere leden der bemanning zijn in een havenstad aan land gebracht, waar tien hunner in een ziekenhuis ter verpleging moesten wor- cen opgenomen. De Paralos, welke haar lading te Antwerpen had ingenomen, was op weg naar Piraeus. On geveer een uur na het aanbreken van den dag stoomde het schip op naar de Duins, toen het of op een mijn is geloopen of werd getorpedeerd en doormidden brak. Tien leden eer bemanning werden door het omvallen van schoorsteen en masten gewond. Een Britsch stoomschip heeft de overlevenden aan boord genomen. Uit Oslo verneemt Reuter, dat het Noorsche stoomschip Primula (1024 ton) Maandagmid dag na een ontploffing op de Noordzee is ge zonken. Het schip is in twee minuten gezonken. Acht leden eer bemanning worden vermist. Men vreest, dat zij zijn omgekomen. De overige zeven leden der bemanning weraen door een Deensch schip opgepikt. MIAMI, 6 Dec. (Havas). Het Zuid-Slavische stoomschip Drava (3500 ton), dat op weg was naar Haiti, heeft geseind, lek te zijn geslagen. Het schip vroeg onmiddellijk hulp. Het Ne- derlandsche stoomschip Flora begeeft zich ter assistentie naar de Drava. (ast van verstopping, slechte spijsvertering, overmatige vet- vorming o( de schadelijke gevol gen er van: aambeien, onzuiver bloed en vale onreine huid, dan zuivere men bloed en inge wanden met De betrouwbare en aangename werking hiervan Is een weldaad voor het geheele organisme. Flacon f 1.05. Dubbele flacon fl.75 bij apotheker! en vakdrogisten. Na een korte onderbreking zal Zondagavond de wintercompetitie weer worden voortgezet met een 5-tal wedstrijden te Velsen. Voor de 1ste afdeeling is de wedstrijd V. Z. V. 1H. P. C. 2 van het grootste belang. Daar de Velsenaren verleden week met 5—3 van H. V. G. B. 1 won nen, is het ranglijstje van de 1ste afdeeling nu als volgt: Haarlem 1 H. V. G. B 1 V. Z. V. I Nereus 1 H. P. C. 2 10—7 7—8 7—7 5—5 3—5 BOEKAREST, 6 Dec. (Reuter), Het agentschap Rador verklaart: Er wordt hier de nadruk op gelegd, dat Roemenië, indien het zou worden aangevallen, zich zeer zeker zal verdedigen en zal vechten met zijn twee en een half millioen soldaten. De geheele bevolking van 20 millioen staat vastberaden achter zijn Koning bij de voortzetting van deze politiek. Deze verklaring van Rador werd Woens, dagavond gepubliceerd, na net artikel in net nummer van de Communistische Internatio nale, waarin werd verklaard, dat de belangen van Roemenië de onmiddellijke afsluiting van een pact van wederzijdschen bijstand zouden vereischen. Er wordt evenwel aan toegevoegd, dat welingelichte kringen niet geneigd zijn, het artikel in de Communistische Internatio nale te somber te bezien, temeer daar men van meening is, dat de Komintern niet ver eenzelvigd kan worden met de Sovjetregeering. Er wordt uiteengezet, dat, zooals reeds bij verscheidene gelegenheden werd verklaard Roemenië nimmer agressieve bedoelingen heeft gehad, noch zal hebben tegenover een na- buurstaat, doch integendeel steeds gestreefd heeft naar vriendschappelijke betrekkingen met zijn buren. BERLIJN, 6 Dec. (D.N.B.) Britsche vliegtuigen hebben Woensdagavond boven de Friesche eilan den en Sleeswijk-Holstein gevlogen. De iucht- doelartillerie is op tal van plaatsen, op de eilan den en langs de kust, in actie gekomen en heeft de Engelschen gedwongen koers te zetten naar het Noorden. De vijand vloog, naar op ondubbelzinnige wijze is vastgesteld, ten Noorden van Flensburg over Deensch souverein gebied en zette daarmede de reeks neutraliteitsschendingen zonder scrupules voort. Boven Duitsch rechtsgebied werden geen bommen uitgeworpen. ROME, 6 Dec. (Havas). Bij Lucca heeft zich een ernstig vliegongeluk voorgedaan, waar bij 14 personen om het leven zijn gekomen. Drie bombardementsvliegtuigen, welke van Miiaan op weg waren naar Rome, zijn in de buurt van Lucca verongelukt. Van de in het geheel 18 personen tellende bemanningen der vliegtuigen 'tonden 5 met hun valschermen behouden da len. De 13 anderen werden op slag gedood. De oorzaken van het ongeluk zijn niet bekend. Een der vliegtuigen heeft in zijn val een boer ge dood. Winnen de Velsenaren Zondagavond, dan ko men zij gelijk met Haarlem, dat thans de lei ding heeft. Ook de dameswedstrijd tusschen V. Z. V. en D. W. R. 2 is voor het ranglij.stje van groot belang. Hier gaan momenteel de Haar lemdames aan den kop. Haarlem 3 2 1 0 5 7—1 Nereus 2 1 1 0 3 6—1 V. Z. V. 2 10 12 2—5 H. P. C. 2 10 12 4—3 D. W. R. 2 1 0 0 1 0 02 Haarlem 2 2 0 0 2 0 18 ■Het volledig programma te Velsen is als volgt: Velserend—K. Z.; de Ham—H.V.G.B. 3; D.W.R. 3—Haarlem 3; V.Z.V. 1—H. P. C. 2; V. Z. V.—D. W. R. 2 (dames). Voor de 2de afdeeling worden Maandag en Dinsdag ook nog twee wedstrijden gespeeld, n.l. Maandagavond V. Z. V. 2Haarlem 2 te Velsen en Dinsdagavond H. V. G. B. 2—D.W.R. 2 Ook in deze afdeeling is het een Haarlemzeven tal, dat bovenaan staat: Haarlem 2 D. W. R. 2 V. Z. V. 2 H. P. C. 3 H. V. G. B. 2 0 4 10—3 0 2 3—1 1 2 4—5 1 0 1—4 2 0 4—D Vrijdag j.l. werden voor de R. K. Schaakclub „St. Bavo" de volgende wedstrijden gespeeld: C. Weber—B. v. d. Meer yVt F. TütoorW. Bosland 10 L. Schreursw. de Boer 10 L. StevensL. v. Kessel 1—o L. SchreursB. v. d. Meer 10 F. PutsJ. P. v. d. Meer 1o FilippiakG. Mathot 10 W. de BoerC. Bottelier 01 W. Nooy—Th. Vogels afgebr. Evenals vorige jaren heeft H. N. op groote schaal viertallen-wedstrijden georganiseerd en worden met andere vereenigingen onderhande lingen gevoerd om te komen tot officieels districtswedstrijden voor dit speltype. Intus- schen hebben de voorwedstrijden een aanvang genomen, waarin een twaalftal teams elkander bekampen, volgens het door den competitieleider Wiegmink voor dit doel bewerkte „Koster systeem" Tot op heden hebben de deelnemende teams zich als volgt gerangschikt: Team Captain gesp. sc.pnt. c.pnt RI Klaseboer 2 82 4 IV Kabel 2 64 3 X v. Alphen 2 61 3 II Keur 2 62 2 VI Veenings 2 60 2 I Walter Jr. 2 50 2 XII Dekker 2 41 1 V Schreuder 1 45 2 VII Pigge 1 29 1 IX Meiboom 1 26 1 VIII Koeyers 1 14 0 Team R I bestaat uit de heeren Klaseboer- WiegminkBrouwerBeijer. Team IV bestaat uit de dames Wiegmink- Mulder—Kabelhr. Kabel. mmu UOfi. riOKV*- oU- Pit jammerde luid over de kuren van zijn broer. Het leek er veel op, dat het op een tweegevecht zou uitdraaien, maar toen koos Pit toch de verstandigste party en overreedde de eigenwyze Pat om toch met hun eigengemaakte karretje op stap te gaan. En wrijvend over zijn pijnlijke builen, gaf Pat toe. Alles goed en wel, maar we kunnen toch zoo maar niet van huis gaan, zonder toeten of blazen, meende opeens de zorgzame Pat. Vader en Moeder worden natuurhjk doodelijk ongerust als ze ons vanavond missen. Weet je wat, we zullen een briefje achterlaten. Als jy nou schrijft zal Ut cUcteeren. Des avbnds half elf ontwaakte Jozef Ringel- stein met een stekende pijn in 't hart, en niet zooals gewoonlijk, om 8 uur 's morgens. Hij was wakker geworden door een stem misschien had hij wel gedroomd die hem toeriep: „Gij zult sterven, één uur vóór de dageraad aan breekt." De schatrijke Ringelstein zat rechtop in z'n bed en draaide het licht aan om te onderzoeken, Maar niemand was in de ruime slaapkamer. De stekende pyn was weg en hij kon weer helder denken. Intens dacht hy na over die stem, maar hij kwam er niet verder mee. Hij stond op en begon een havana-sigaar te rooken. Wat zou Dr. van Haegen daarvan wel zeggen, vroeg hy zich glimlachend af, die hem 't rooken ver boden had? Hij peinsde verder. Op welke manier zou de dood tot hem komen? Misschiendoor een an deren hartsteek, erger dan de vorigen, en dan? Met schrik dacht Jozef Ringelstein er aan, dat hij de laatste jaren had vergeten, dat hij een ziel bezat. Waar zou die heengaan? Hij nam de huistelefoon. „Mevrouw is naai den schouwburg", antwoordde zijn bediende. ,.En juffrouw Anna?" „Ze zou in de stad dineeren en zal laat thuis komen, mijnheer." Ringelstein lachte zuur. Zou, als hij stierf, z'n vrouw Cato hem betreuren? En Anna, z'n dochter? Z'n dood zou den eenigen hinderpaal uit den weg ruimen, die haar belette Frits Ermeling te trouwen. Hij zuchtte, want hij wist, dat hij z'n vrouw en dochter, door z'n geldzucht, van zich ver vreemd had. In de zakenwereld was dit anders. Daar zou men nog jaren na z'n dood met eer bied aan hem denken. Het talrijke personeel op z'n kantoor zou dit kunnen getuigen. Maar en die gedachte deed hem pijn waarom had hij dezen morgen, omdat hij slecht gehu meurd was, den ouden klerk Passens ontslagen? De man was wel langzaam en een zeurkous, maar hij deed z'n werk nauwkeurig. Ringelstein nam opnieuw de telefoon op. De oude Passens antwoordde in de donkere gang van z'n kosthuis. .Passens", zei Ringelstein, „ik was vanmor gen me zelf niet. Zeg den procuratiehouder, dat je blyft. en dat de volgende maand je salaris verhoogd wordt." „Zoo, dat is dat", mompelde de finanoier vergenoegd. Er klonk een zachte klop op de slaapkamer deur en Ringelstein's bediende kwam binnen. Toen z'n meester hem zei, dat hij de stad uitging, keek hij angstig. Had Dr. van Haegen mijnheer Ringelstein dan geen absolute rust voorgeschreven? „Is er iets, dat ik voor doen kan, mijnheer?" vroeg hij. „Is mevrouw al thuis gekomen, Borgmans?" „Ik geloof, dat mevrouw na den schouwburg naar een souper zou gaan, mijnheer." „En juffrouw Anna?" „Ook niet thuis, 't Zou vanavond laat worden, ifteeft de juffrouw gezegd." „Zoo, zeker uit met mijnheer Ermeling, is f iniet?" Borgmans aarzelde even en zweeg toen. „Ontken het niet", hernam z'n patroon on geduldig. „Je weet toch, dat hij iemand is, die 'alleen op m'n geld loert. Waarom mag je dien man, Borgmans?" De bediende wist niet wat hem overkwam. Nooit tijdens z'n dienstjaren had Ringeistein naar z'n meening gevraagd. „Ik heb u altijd goed gediend, mijnheer," ant woordde hij. „Dat vraag ik je niet. Nog eens, waarom mag (jij dien jongen Ermeling zoo graag?" „Omdat juffrouw Anna van hem houdt, mijn heer. Ik ben het niet met u eens, dat hij op uw geld loert. Ik ben overtuigd dat mijnheer [Ermeling eens een hooge plaats in de maat schappij zal innemen, en dat hy uw dochter gelukkig zal maken." Ringelstein dacht even na en sprak toen: „t Is toch grappig, dat jij zooveel gezien hebt en ik zoo weinig." „U hadt het te druk, mynheer, en ik ben hier den heelen dag. Het spijt me dat...." „Ja, ik had het te druk," bekende de financier. „Nog een vraag, Borgmans, is juffrouw Anna met mijnheer Ermeling naar de party van Oorver?" „Ja, mijnheer." „Ik ga ze opzoeken. Je mag ze absoluut niet (waarschuwen; denk er aan." „U hebt het me afgedwongen," protesteerde de oude man. Jozef Ringelstein glimlachte. Borgmans vroeg zich af, wat er toch met hem was gebeurd. Gis teren nog was hij een strenge patroon, die niets door de vingers zag, en vandaag scheer, hy demand te zyn, die begreep, dat landers men- schen ook gevoel bezaten. •IHHIHHIIIIIIlUIIHIUIIIIIIIlï „Juffrouw Anna zal jou nooit de schuld geven," lachte Ringelstein. Op de partij van Corver was men juist aan het dansen, toen Ringelstein binnen swam. Spoedig had hij het paar ontdekt, dat hy zocht. „Daar heb je vader I" riep Anna opgewekt, of schoon ze met moeite haar angst bedwong. „U is de laatste, dien ik in een danszaal zou hebben gezocht. U moest al een paar uren in bed liggen." „Ik sloeg jullie daar juist gade, toen je aan het dansen was," begon Ringelstein. „Ik heb nog nooit een paar zoo keurig zien dansen," „Ik dacht, dat u een hekel aan dansen had," zei Frits Ermeling. ,Dat dacht ik zelf ook,'' sprak de financier. „Je hebt al heel wat met Anna gedanst. Het begon al toen jullie kinderen waren." „Vader," begon Anna nu, „u zou ons veel narigheid besparen, als u het wilde opgeven ons te scheiden." De oude heer deed alsof hij niet gehoord had wat zijn dochter te berde bracht en wendde zich tot den jongen man. „Je hebt zeker een hekel aan me, is t niet?" „Tot op zekere hoogte, mijnheer. Zoolang u me van Anna wilt scheiden, terwijl we alles voor elkaar zijn, wél." Daarop sprak Ringelstein tot z'n dochter: „En jij bent zeker ook liever onterfd en straat arm dan Ermeling op te geven?" „Wat beteekent geld, vader? 't Brengt meer ongeluk dan geluk. Ziet u maar eens naar ons huiselijk leven." „Je moeder hield ook veel van dansen, toen ze op jouw leef tijd was," peinsde V""""""" keek hem aan. Ze I dacht, dat hij zie- i be keer mg I ker was dan dr. i VT—l INNHH1 van Haegen be weerde. „Een uur voor dat de dageraad aanbreekt, hoorde zij hem eensklaps zeggen. „Zoo laat ls het nog niet, vader. Maar vertelt u me eens, wat bracht u eigeniyk hier?" Hij streelde haar krullen, zooals hy jaren ge leden gedaan had en zei: „Ik kwam hier om je te vragen niet zoo slecht over me te denken, als je eens gedaan hebt. Hier, Ermeling, neem m'n hand. Ik heb veel onaan gename dingen gezegd, indertijd, waartoe ik niet het recht had. Vergeef me." Ringelstein kuste z'n dochter. Daarna zagen zc hem verdwijnen; hij liep rechtop, als een man die van een last bevrijd is. Mevrouw Ringelstein vond het licht in de huiskamer aan, toen ze thuis kwam en was niet weinig verwonderd, haar echtgenoot daar te vinden. Man en vrouw keken elkander eenige o ogenblikken sprakeloos aan. Jozef!" riep ze eindelijk, „Je bent zie*!" „Ik kon niet slapen, daarom ben ik uitge gaan." „Maar dat was toch onverstandig." „Dat was misschien het verstandigste wat ik in langen tijd gedaan heb. Je ziet er schit -erend uit, Cato. Waarom kijk je zoo verschrikt?" „Alles is zoo vreemd, zoo ongewoon met je, Jozef," ze liet zich op een stoel neervallen. ,,Je oogen hebben niet dien harden blik van de laat ste jaren. Waar bij je heen geweest?" „Naar de partij van Corver." Mevrouw Ringelstein fronste haar wenk brauwen. „Om Anna en Frits te zien?" vroeg ze. „Waar om wil je niet begrypen, dat die bij eikaar hooren? Ben je dan je eigen jeugd vergeten?" „Ik had die vergeten," bekende hij, „ten min ste tot vanavond." „Wat heeft je dan zoo veranderd?" drong ze aan. „Cato, lieve vrouw," sprak hij, „van avond heb ik veel dingen gezien, waarvoor ik vele jaren blind ben geweest. Ik heb gedacht aan m'n vroegere liefde voor je, aan m'n eerste succes in de maatschappij, aan m'n geldzucht, waarvoor ik vrouw en kind heb vergeten. Ik heb nu m'n medemenschen gezien door menschelyke oogen: ik zag Anna en Frits Ermeling, zooals wij eens geweest zijn, en m'n oogen gingen open. Ik ben bekeerd." Hy lachte z'n vrouw vriendelijk toe en ging naar zijn kamer. Den volgenden dag ontwaakte Jozef Ringelstein tegen den middag. Met een ruk sprong hy over eind. Hij leefde dus nog. Een groote dankbaar heid vervulde hem. Hij dacht weer aaa z'n vrouw en z'n dochter, en dankte God, dat hem de oogen waren open gegaan. Wat goed te maken was, zou hij direct doen en slechts een vurig verlangen sprak in hem, om alles te her stellen wat hij door z'n gelddorst bedorven had. (Nadruk verboden) Uitslagen der wedstrycien van 30 November tot Z December: le klas: GTTC I—Winfried III 4—6. 2e klas: SOS 2—Winfried 4 3—7, IVO 2—Win fried 4 64, Winfried 5DOK I 64. SCHEVENINGEN, 7 Dec. Haringvangsten. Met vcrsche visch waren heden aan a'e markt 5 schok kers met tezamen f 102.besomming. De binnengekomen schokkers hadden heden morgen zeer weinig visch. Vanwege het mijnenge- vaar wordt alleen gedurende den dag geviseht. IJMUIDEN, 7 Deo. Versche visch. Tarbot 2.00, Tong 2.00, Heilbot 1.321.50 per kg. Bot 25.00 30, Schar 7.4012.50, Tongschar 27.0046, Poon tjes 6,0012, middel Schelvisch 35.0036, kleine middel SchelriscL 19.5035, kleine Schelvisch 9.30 —19.50, groote Gullen 19.0021, kleine Gullen 10.5018, Wijting 3.60—4, Makreel 16.50—18, ver sche Haring 1215.50 per 50 kg. Kabeljauw 44.00 —90 per 125 kg. Vleet 2.15—4.40, Leng 1.80—2.10, Koolvisch 0.501.16 per stuk. Aangevoerd aan den afslag: 775 kg. geconsig neerde snoekbaars 3948 cent per kg. 100 kisten versche haring. van de heden aangekomen TRAWLERS Bergen IJm. 16 400 manden 4780.Adelante IJm. 19 760 manden 7650. logger met versche haring K.W. 176 1284.—. KOTTERS T.X. 19 260.—, T.X. 20 260.—. HOOFDSTUK II „Half vyf! Is dat een uur om iemand wakker te maken!" knorde Musgrave den volgenden morgen, toen hij zich lui op zijn matras uit strekte, onbehoorlijk lang geeuwde, het mus kietengaas verwijderde en zich nog eens lui uitrekte. Het geluld van de politie en de dragers, die het kleine kampgerei weer inpak ten en alvast hun eenvoudigen middagmaaltyd van gekookte ryst aan het bereiden waren, was voldoende om allen twyfel te overwinnen. Mus grave kroop dan ook slaapdronken uit zyn lakens. „Vooruit Baby, sta op, lui varken. Over twee seconden komen ze met het ontbijt. Als een blanke zijn prestige wil verliezen moet hy nog in bed ligjen als de koelies zyn ontbyt al ge reed gemaakt hebben. Schiet op knul, ik ver zeker je, dat ik geen seconde wacht hoor. Je komt ons maar achterop." „Schei uit. snertvent," riep de ander, toen hy water over zijn gezicht voelde loepen. „Wat ben je een gezellige reiskameraad, Carruthers." „Kan met niet schelen, wat je allemaal ligt te vloeken. Vooruit! Hier is je thee. Toe, spring er nu uit en kleed je aan," antwoordde Des- mond. „Jij zult nog wel eens tot de ontdekking komen, dat ik het by het rechte eind heb. Dan behoef ik je geen lesje meer te geven." Een primitief geplas in een kom water verving het „baden". In een jungle moet ook de Euro peaan zich weten te behelpen. In ieder geval was het 'n voldoende inleiding tot het morgen toilet. Desmond deed erg lang over zijn witte pak, zijn sokken en bruine schoenen. Toen be gon hy aan zijn gebakken eieren en zyn choco lade die zijn onveranderlijk Jungleontbijt uit maakten. Een verkreukt geïllustreerd blad was voldoende verontschuldiging voor zyn zwijcen. Nadat hy ten slotte een sigaret had aangestoken bepaalde hy zich tot een: „Tot ziens, Baby, ik smeer hem. Let op je zelf en blyf kalm, wat er ook gebeuren moge. Bel me van tijd tot tyd even op en laat me in ieder geval weten als er iets belangrijks aan de hand is." Een paar korte woorden tegen Baji, zijn kok en bediende, een kort afscheid van Pulangga en Desmond vertrok naar de bergen. Een glimp licht uit Jiet Oosten was voldoende om hem den weg te wijzen. Een politieman, uit zyn eigen escorte, liep zoekend en tastend voor hem uit, terwijl een drager, dien men onder de bekende loopers had uitgezocht volgde met een mand, waarin een blik biscuits, een flesch en een glas waren verpakt. Zy hadden een uur of zeven van stevig doorwandelen voor den boeg. voordat zy het kleine station van Bunan zouden hebben Dereikt. Terwyl Desmond voortstapte over het slingerpad en telkens probeerde de dikke wortels te ontwyken, die kniestig uit den grond opstaken, begon hy over de kwestie van Tiang en de laatste berichten over de scalp jagers na te denken. „Vervloekte geschiedenis, volgende week is het Kerstmis en ik vermoed, dat Temple me vast en zeker op zyn nederzetting verwacht. Ik zal dien Tiang tot zoolang maar aan zyn lot over laten. Dat geeft hem tevens een beetje ver trouwen, in myn lankmoedigheid natuurlijk, en dan. Van links kwam er uit een diepe geul, die door zacht voortstroomend water tot 'n hoorn van kalme ochtendmuziek was geworden, een gefluister: „Saiamt jalan, Tuan, goede reis, Tuan." „Wie is daar?" vroeg hy, verschrikt. „Ik ben het, Tuan. Ik heb me gebaad. Ik hoorde den Tuan voorbijkomen en daarom wilde ik hem goede reis wenschen." „Ha, Simuk! Wat ben jij vroeg! Het beste hoor!" „Vaarwel, Tuan. Ik hoop, dat u nog eens erug zal komen, om ons op te zoeken." „Dat zal nog wel eens gebeuren, hoop ik." „Een verbazend aardig kind," dacht hij. „Och ze zal vandaag of morgen wel uitge- huwelykt worden aan den snaak die kan be talen wat Pulangga voor haar vraagt en dan.... Groote God wat een leven. Over enkele jaren zal ze oud en afgetakeld zijn. Dan worden d'r tanden zwart door het kouwen van de arecanoten en kan ze varkens voeren. Och, wy ambtenaren moeten ook werken om een be hoorlijk stukje brood te verdienen, maar ik ben toch nog liever ambtenaar dan een vrouw van een Salong. Arme kleine meid!" De lange dalende tocht door het vlakke land was eindelijk afgeloopen. Desmond was nu aan een voortrazenden bergstroom gekomen. Onmid dellijk ontdekte hij het platgetrapte spoor, dat een mogelijkheid bood om den overkant te bereiken, waar ze de jungle zouden vinden. Hy nam zijn speer, die hij meer als bergstok dan als wapen gebruikte en begon voorzichtig tas tend het water te doorwaden. Hij was al tot zijn knieën doornat van den ochtenddauw en van het vele lage gewas, dat telkens ver over de paden heen hing, maar toen hy midden in den stroom kwam en het water hem tot aan zijn borst stond, kreeg hy een rilling: „Verdikkeme, wat is dat koud!" Even een kleine klautering tegen den anderen oever op en hy stond zich boven uit te schud den. Het smalle, kronkelende pad lag duidelijk voor hem, daar hij zich aan den voet van den heuvel bevond. Het volgend oogenblik had hy den langzamen, langen, gelijkmatigen pas ge vonden, die iemand het beste over de halfbe- gaanbare paden van het Borneosche hoogland brengt. Vlak boven hem hoorde hij den piepen den edem van zijn drager en geleider, die tegen den steilen heuvel opklommen. Desmond haalde hen spoedig in en met een scherp „Niet achter- blyven!" ging hy hen voorby en maakte zich gereed voor een stevigen klimtocht. Het pad was hoogstens een voet breed. Niet meer dan een in de mulle aarde door de bloote voeten der koelies platgetrapte band aarde, die met vele wendingen zich spiraalde naar den heuveltop. Het smalle lint van geelbruine aarde stak duideiyk af tegen de verschillende soorten groen van de jungleranden, die aan belde zijden als een muur naderden. Van tijd tot tijd bracht de zon, die nog erg laag in het Oosten hing, wat vlekken op de bladeren. De zware dauw, die tijdens den nacht op het landschap was ge vallen, hief ze als een met diamanten en kleu rige edelsteenen bestikten sluier op. Na een nog steiler klim kwam Desmond op den top van den berg. Een naakte, open plaats, waar twee of drie jungleboomen karige schaduw boden. De zware vlekken en half verkoolde boomstronken wezen er op, dat dit een ge wild rustpunt was voor de vermoeide dragers. Het scheen het eerste oponthoud te zijn, als men Pulangga's dorp had verlaten. Desmond ging even op een boomstronk zitten en zag aan dachtig naar het panorama. Wending na wen ding lag in het landschap door de telkens op duikende heuvels, die tot aan den horizon hun golvenspel doorzetten. In de diepe dalen, waar de zon nog niet was doorgedrongen, lagen zware mistbanken, als vermoeide werkers tegen den grond geslagen. Maar in de verte, naarhet Oosten toe, steeg een kleurige lofzang rond de paarsgetinte heuvels. Heel kalme buigingen waren in het opstygen der dauwwolken te her kennen. Hij zag ze zich welven van den eenen hoogen boom naar den anderen. Voor zoo'n hindernis stegen ze dan weer hooger tot ze ein delijk zich verloren in de ylte, zoo dun werden, dat liet menschelyk oog ze niet meer zien kan, en de domme mensch beweert, dat ze er niet meer zijn. Dan worden ze droomen van ver liefde dichters, dan worden ze hoop.... Vlak by hem werd een zware laag dauw door de aanstuivende hitte opgejaagd, ze vluchtte in haar angst tegen den heuvel op, maar toen deed de zon er nog een schepje op, en zij die kilte en beklemming had gebracht, werd door warmte en licht verdreven. Op den voorgrond, ginds in het dal, lag het groote huis van Pulangga, verkort, daar het van den heuvel naar hem afdaalde. Het diepbruine dak was een aangename onderbreking van het groen en blauw en wit dat hem overal in het rond tegen kwam. De kant van den heuvel, waar de man nen van Pulangga dit jaar hun aanplantingen hadden gemaakt, toonde vlekken bruin en oranje tusschen het groen van het gras. Resten van boomtronken, die niet verbrand waren, toen zy het vuur in de jungle hadden gezet, stonden nu als ivoren staafjes tusschen het lage nieuwe gewas. De steile heuvelkant, met zyn slinge rende wortels om de rijzige stammen van de Jungle, was versneden tot rechte vlakken. De bruine onderlaag was overal zichtbaar. Desmond liet eindelijk af van al die wonden een wreede ingrijpingen van den mensch op het wonderwerk der natuur! Alleen op zijn bergtop was nog, zoover hy tenminste vanuit zyn uit- kykpost het terrein kon verkennen, de onge repte jungle bewaard gebleven. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 10