Een onpolitiek departement kranten de zoon van Finn ze snakken - er naar - DE DISTRIBUTIE VAN LEVENSMIDDELEN Waterstaat en verkeer Warme waardeering VRIJDAG 15 DECEMBER 1939 OVERZICHT TWEEDE KAMER ütv, Telefoon- en telegraaf- verkeer De getroffen beperkingen Electriciteitsraad INTERDIOCESANE STUDIE DAGEN OP BOUVIGNE Katholieke Actie van Vrouwelijke Jeugd WIJZIGINGEN IN DE LEDER BESCHIKKING IN VRIJHEID STELLING WEL GELAST Centrale Raad ingesteld Verbindendverklaring C.A.O. afgewezen Suriname en de réfugié's Mevr. Kröller-Müller overleden MAN VIEL VAN 7 METER HOOGE STELLING FILIAALHOUDER VERDACHT VAN FRAUDE werpe men niet weg; stuur ze op naar Uw vrienden en kennissen onder de gemobiliseerden; Uitvoerverbod Voor machines voor textiel- confectie-industrie en De rechters van het Hof te Den Haag DE BERUCHTE BOCHT BIJ DE HOLLANDSCHE RADING UIT DE STAATSCOURANT Rechterlijke macht Onderwijs Posterijen Roode Kruis Defensie DOOR A. J. DAWSON ,..Vt en-:' ta te T- 0. (Van onzen parlementairen redacteur) DEN HAAG, 14 December 1939. Waterstaat! Het departement der *oode achterlichtjes, per kruisende en parallel loopende wegen, der al °f niet-geikoppelde electrische den tale, het departement ook van de groote verkeersproblemen, van den strijd tusschen rail en rubber, zooals de heer Diepenhorst het vanmiddag Uitdrukte, van de mijnen en de openbare werken. Gewoonlijk behoort de behandeling van de Ongelegenheden, die onder dit departement «sorteeren, niet tot de meest-interessante 'scussies van den begrootingstijd. De meeste te K^ers bepalen, tot opmerkingen, zoo v^ntsch en zoo verspreid van aard, dat er ÖPt51 geen bjn in het algemeen debat te ont ken valt. Een kanaaltje hier en een brug- De daar, zie maar dat ge er iets van maakt. v Git jaar trof het, dat een nieuwe minister jOtt Waterstaat was opgetreden en men de ge- Senheid kon gebruiken, om dezen bewinds an omtrent enkele problemen eens extra aan tw* tand te voelen, hoofdzakelijk omtrent een setal: de coördinatie van het verkeer en de "oering der openbare werken. k verleden jaar werd op het terrein der ver- erseoördinatie een belangrijke stap gezet j 0t de behandeling van een wetsontwerp, re ende het autovervoer van personen, een ont- 'P, dat na niet onbelangrijk geamendeerd te p, het Staatsblad bereikte. ®en reed's eerder ingediend voorstel tot co- ^ihatie van het goederenvervoer kon het filter net niet tot openbare behandeling bren gt1 en ligt nog onafgedaan. Wat wilde de mi eter daarmede? Wil hij het doorvoeren in tijd? av"Ja". antwoordde minister Albarda heden- °hd. ik vermoed, dat wij, wanneer straks het°orlog ten einde loopt, blij zullen zijn, dat hef Volt°oid is. Stel eens, dat de minister van jur®hsie tegen dien tijd al de gerequireerde to's voor weinig geld van de hand gaat doen dat enkele duizenden in den lande, op die t- dier goedkoop aan een auto gekomen, de cqr bestaande goederenbedrijven gaan becon- reeren. Dan moeten toch maatregelen kun- 0,a Worden getroffen, om een dergelijke wilde, l^/^ijke concurrentie te voorkomen. Afwer- bari dus' °ver de tnvoering van de wet zal wel der worden gesproken. <Werb®r wenschte de minister niet te prelu- o,,,ton op de behandeling van het coördinatie- d'^erp zelf. he^ gin& ook niet in op de beschouwingen, rniddag d00r den beer Bongaerts (R.K.) It d de kwestie van de coördinatie gewijd. Dit '"eh rlid had den minis(er °P bet hart gedrukt h h vooral op enkele punten goed te letten. 11 wel: Zorg te dragen, dat de vrije organisaties, jUI1 111 de coördinatie van het goederenvervoer ve en worden ingeschakeld, inderdaad vrij bjij- 6taaen geen verlengstukken worden van den bfwj' zich ten aanzien dezer organisaties te jplen tot controle en leiding geven. £en rechtvaardiger belastingdruk op het overvoer te bevorderen. av °udleuk beriep minister Albarda zich in zijn fofjdrede wel op een opzet van het Verkeers- v03 dat uit de middelen, door alle verkeers- ^aaren opgebracht, de tekorten wil dekken, deze zitten. Doodleuk zei hij: „Het zou gejj eens kunnen zijn, dat de verhouding om- v&n Cl'd. w°rdt, want ik heb zoo juist bij nota OVgj. wijziging het ickort van de Spoorwegen t%.1939 'weer 2 millioen lager, op 17in ~s vah op 19J-J millioen kunnen ramen. Met hit ®®orw&3en gaat het dus.den goeden kant alles neemt niet weg, gelijk de heer terecht opmerkte en gelijk de mi- te °°k moest erkennen, dat het wegverkeer h^ho tar is belast. Men kan niet «eggen: Het iti0e|ud van de Spoorwegen vergt offers, dus °Pbreïl eebruikers van den weg die offers gaan Wel, engen. In dat „dus" ligt een logische fout, kCci,e de minister, wil hij een duurzame ver- htf^bördinatie tot stand brengen, dient te djrj'jGe minister lette ook hierop, dat hij de lei- j^van de coördinatie toevertrouwt aan het lich orgaan- De Rijksverkeersinspectie ver lig' Uitstekend werk, doch weg en water kun- 5an uicb moeilijk losmaken van de herinnering Ita bet verleden dezer inspectie, die uit den eq b van Toezicht van de Spoorwegen groeide dat aarvan men maar ai te gaarne aanneemt, v Vi> bet mooie groote bedrijf der Ned. Spoor lij®.11 ,een beter hart toedraagt dan den kiemen tej Wjes op den weg en het water. Houdt men, de beer Bongaerts, dit alles goed voor c°ü(.b' dan schept men de juiste sfeer voor de tq vbhatie, de sfeer van onderling vertrouwen 6chenn bereidwilligheid en samenwerking tus- Ver,b de verschillende onderdeelen van het Ij ersaPparaat. ^at't moest minister Albarda echter van het bat de organisaties nog niet voldoende itii ineerd zijn, om haar volledig, zonder 'c°örd [po töe jerking van de overheid, de coördinatie tygf vertrouwen. Hij droeg bovendien de over- e°eÖeS' dat bü een goede regeling van het 'aqgreh vervoer ook zoo groote algemeene be- 11 betrokken zijn, dat de overheid zich daarvan niet ter wille van de organisaties ge heel afzijdig kan houden. Van sociaal-democratische zijde was den mi nister gevraagd: Wat gaat ge nu doen met het Plan van den Arbeid? Gij zijt de bewindsman onder wien de Openbare Werken ressorteeren Moeite met het uitzoeken van deze werken behoeft gij niet te hebben, zij liggen voor u, zoodra gij het Plan van den Arbeid maar op slaat. Daarop antwoordde minister Albarda: Wie zoo spreekt en wie meent,dat de uitvoering van het Plan van den Arbeid in dezen tijd de oplossing van alle moeilijkheden bij het uit voeren van Openbare Werken zou brengen, ver gist zich deerlijk. Moeilijkheden zijn er zeer vele, zoowel ten aanzien van het aanschaffen van materiaal als ten aanzien van terreinen, waarover men beschikken moet, enzoovoott. Het Plan van den Arbeid dacht de uitvoering der Openbare Werken volstrekt niet los van onze verhouding tot het buitenland. Integen deel, men kan er uitdrukkelijk in lezen, dat veel materiaal voor de voorgestelde werken uit het buitenland moet worden betrokken, dat dus onze invoer moet worden verhoogd, doch dat daar tegenover zou staan een vermeerderde uitvoer, door het tot stand komen dezer werken te verkrijgen. Thans zijn de banden met het buitenland, de mogelijkheden, zoowel om materialen uit het buitenland te betrekken als om producten tn het buitenland af te zetten, volkomen onbere kenbaar. Ten aanzien van de politiek der Open bare Werken moet de régeering, of zij wil of niet, van de hand in den tand leven. De om standigheden dwingen haar, om nu eens een plan, waarvan de uitvoering reeds begonnen is, stop te zetten, dan weer een plan te wijzi gen of zich op een heel nieuw te werpen, al naargelang de materiaalvoorziening daartoe dwingt. Doch het wezenlijke van het Plan van den Arbeid lag niet in de uitvoering van bepaalde Openbare Werken, doch in den algemeenen op zet: Openbare Werken uitvoeren, om zooveel mogelijk den Nederlandschen arbeider aan den geesel der werkloosheid te Ontrukken. Tot dat doel hoopte de minister ook in oorlogstijd, te zamen met de Staten-Generaal, een politiek van Openbare Werken voort te zetten. De militaire overheid gaat, bij het vast stellen van regelen voor het telefoon- en telegraafgebruik van het beginsel uit, dat aan het verkeer zoo weinig mogelijk hinder palen in den weg moeten worden gesteld. Waar nochtans beperkingen zijn gemaakt, geschiedde zulks, omdat deze door het mi litair gezag, dat te waken heeft voor de vei ligheid van den staat en de strikte handha ving der neutraliteit, onvermijdelijk werden geacht. En dan'zijn ze eigenlijk alleen voor hen die kwaad willen. Zij die niets te ver bergen hebben, hebben ook voor hun tele graaf- en telefoonverkeer niets te vreezen. De getroffen beperkingen zullen zij in 's lands belang blijmoedig dragen in het be sef, dat men zich nu eenmaal wapenen moet tegen de boozen. Uit den aard der zaak konden daarbij voor de telegraaf de regelen ruimer worden gesteld dan voor de telefoon. A. De Telefoon. Voor het telefoonverkeer, zoowel binnen de landsgrenzen als met het buitenland, geldt thans in het algemeen, dat alleen gesprekken in de Nederlandsche, Duitsche, Engelsche en Fran- sche taal mogen worden gevoerd, voor zoover de invoer daarvan naar het oordeel van het mi litair gezag niet in strijd wordt geacht met de openbare orde of de belangen van den staat. Gesprekken zonder inhoud, of waarvan de in houd geen algemeen verstaanbaren of aanne- melijken zin oplevert, zijn in geen geval toe gelaten. Men zou kunnen zeggen, wat is nu een gesprek zonder inhoud. Het kan veel, het kan van alles zijn: een fluitdeuntje, een geneuried liedje, muziektoonen en allerlei andere gelui den, welke niets schijnen te beteekenen, maar zeer veel kunnen beteekenen en daarom niet worden toegelaten. In het verkeer met het buitenland mogen be halve in de Nederlandsche, Duitsche, Engel sche en Pransche taal ook gesprekken worden gevoerd In het Italiaansch, uitsluitend met Italië van 21 tot 24 uur. In het Spaansch, uitsluitend in het radiote- lefoonverkeer met Zuid-Amerika, van 18 uur tot 20 uur 20. In het Maleisch en Javaansch, uitsluitend in het verkeer met Nederlandsch-Indië van 9 uur 20 tot 15 uur 50. Deze tijden gelden zoowel voor werk- als voor Zon- en feestdagen. De mogelijkheid, nog andere talen in het in ternationaal telefoonverkeer toe te laten, wordt ernstig overwogen. Voor gesprekken, welke in het Italiaansch, Spaansch, Maleisch, Javaansch en andere nog toe te laten talen worden gevoerd, geldt als regel, dat deze door den militairen censor zul len moeten worden medegeluisterd. Het mili tair gezag blijft zich het recht voorbehouden, gesprekken in deze talen zonder voorafgaande waarschuwing en zonder opgaaf van redenen te verbreken. B. De Telegraaf. VOor het binnenlandsch zoowel als het in ternationaal telegraafverkeer geldt als algemee ne regel, dat telegrammen alleen zijn toege laten, voor zoover de inhoud een algemeen ver- staanDaren of aannemelijxen zin oplevert, en deze naar het oordeel van het militair gezag niet in strijd moet worden geacht met de openbare orde of de belangen van den staat. De telegrammen moeten in de Nederlandsche, Duitsche Engelsche of Fransche taal gesteld zijn. Gebruik van andere talen is ook toegelaten, mits een vertaling van dien inhoud in een der eerstgenoemde vier talen wordt overgelegd en men over de middeien beschikt om de vertaling aan den feitelijken inhoud te toetsen. Indien telegrammen geheel of gedeeltelijk gesteld zijn in cijfer- of lettergroepen, welke natuurlijk geen geheime beteekenis mogen heb ben, dient de beteekenis dezer cijfers of letters op het telegraafformulier met een korte aan duiding als „koersbericht effecten", „marktbe richt koffie" te worden toegelicht. Ook telegrammen in code (overeengekomen taal en cijferschrift) zijn toegelaten, echter op voorwaarde, dat op het telegramformulier mel ding wordt gemaakt van het gebezigde code systeem en op eerste aanvraag van het kantooi van afzending of bestemming hier te lande door den afzender, resp. den geadresseerde in zage wordt verleend van het gebruikte sys teem (handels-code, privé-code, enz.). In de Donderdagavondvergadering der Tweede Kamer heeft minister Albarda medegedeeld, dat de Electriciteitsraad a.s. Maandag geïnstalleerd zal worden. Nu de uitbouw van geheel de beweging van de Kath. Actie van Vrouwelijke Jeugd met goedkeuring van H.H. Excellenties de Bisschop pen, in het Aartsbisdom Utrecht en de Bisdom men Roermond en Breda, in een krachtige een heid is voltooid, zullen er Interdiocesane Stu diedagen gehouden worden voor de Zeereerw. Directeuren en de Hoofdleidsters der- beweging op Böuvigne van 2729 December. Op deze studiedagen zal 'zoowel de jeugdbe weging van de Kath. Actie als ook de massale strobmingsbeweging uiteengezet worden. Als inleiders zullen optreden Mgr. F. Frenc- ken, Directeur Janssen, Directeur Jenneskes, en de Eerw. Broeder Dr. Denys van Oostakker, die zal spreken over de Paedagogiek der Katholieke Actie. Tevens zal er op Bouvigne een tentoonstel ling gehouden worden over de Jeugdbeweging van de Kath. Actie der Vrouwelijke Jeugd in Nederland. De minister van Economische Zaken deelt mede, dat in den tekst van de Lederbeschikking 1939 een aantal wijzigingen is aangebracht. In de eerste plaats wordt aan ondernemingen in den zin van deze beschikking thans de ver plichting opgelegd zich binnen een week bij het Rijksbureau voor huiden en leder, Keizersgracht 129131 te Amsterdam, te laten inschrijven. Van deze verplichting wordt evenwel voorloopig aan alle ondernemingen dispensatie verleend, met "uitzondering van lederhandelaren, de leder importeurs en agenten in leder. Alleen deze laatstgenoemde drie categorieën moeten zich der halve ten spoedigste schriftelijk ter inschrijving bij bovengenoemd rijksbureau aanmelden. Voorts maakte de driecteur van voornoemd Rijksbureau gebruik van zijn bevoegdheid, om algemeene dispensatie te verleenen van het in de gewijzigde beschikking opgenomen verbod tot het koopen, verkoopen, be- en verwerken, als mede tot afleveren van leder en van de ver plichting ex-artikel 5 tot het doen van opgave der voorraden leder. Deze dispensaties gelden tot nadere aankondiging. Volledigheidshalve wordt er nog op gewezen dat de directeur de bevoegdheid heeft gekregen, bij het afgeven van vergunningen een consent- geld te heffen. Dit kan uiteraard eerst dan ge schieden, wanneer de hierbovenbedoelde alge meene dispensaties worden ingetrokken. Voor een andere beschuldiging echter in arrest gehouden Donderdag is voor de raadkamer van de Alk- maarsche rechtbank het request tot in vrijheid stelling behandeld, dat mr. J. A. Buiskool in gediend had voor zijn cliënt M., directeur van de gemeente-reiniging te Den Helder, die eeni- gen tijd geleden is gearresteerd, verdacht van verduistering in dienstbetrekking van benzine en een oliereiniger. Na een uitvoerige behandeling in raadkamer beval de rechtbank de in vrijheid stelling van verdachte. Toch werd deze in arrest gehouden in verband met een nieuwe tegen hem inge brachte beschuldiging, namelijk van het aan nemen van steekpenningen. Over de al of niet definitieve invrijheidstelling zal opnieuw beslist moeten worden. De minister van Economische Zaken, overwegende, dat het met het oog op de buitengewone tijdsomstandigheden ge- wenscht is een raad in het leven te roe pen, welke de regeering van voorlichting en advies zal dienen omtrent onderwerpen, welke betrekking hebben op de distributie van levensmiddelen en omtrent de uitvoe ring van te dier zake van Regeeringswege te treffen maatregelen, heeft een centra- len levensmiddelendistributieraad ingesteld. Tot leden van dezen raad zijn benoemd: Prof. mr. C. P. M. Romme, oud-minister van Sociale Zaken, Overveen; dr. C. van den Berg, directeur-generaal van de afdeeling volksgezondheid van het depar tement van Sociale Zaken, 's-Gravenhage; dr. W. L. Groeneveld Meijer, administrateur, hoofd van de afdeeling middenstand bij het departement van Economiscne Zaken; mr. Th. M. Bautz, secretaris van het rijks bureau voedselvoorziening in oorlogstijd; ir. W. H. van Leeuwen, voorzitter van den Nijverheidsraad, Delft; N. Arkema, directeur van de vereeniging van Nederlandsche gemeenten te 's-Graven hage dr. H. Molhuysen, secretaris van het Ko ninklijk Nederlandsch Landbouw-Comité 's-Gravenhage; mej. L. Hendrickx, leidster van den R. K. Boerinnenbond van den Limb. Land- en Tuin- bouwbond te Roermond; B. Havenaar, lid van het hoofdbestuur van den Christelijken Boeren- en Tuindersborid in Nederland, Berkel; prof. dr. J. F. ten Doesschate, hoogleeraar aan de Nederlandsche Handelshoogeschool te Rotterdam, Rotterdam: mr. F. J. H. Bachg, directeur van het bureau van den Nederlandschen R. K. Middenstands bond, 's-Gravenhage; J. van Es, voorzitter van de Ver. van den Christelijken Handeldrjjvenden en industriee- len Middenstand te Rotterdam, Rotterdam; mr. G. A. J. M. Mutsaerts, secretaris van den Raad voor het Grootwinkelbedrijf in Neder land, Amsterdam; K. de Boer, bestuurslid van den Nationalen Coöperatieven Raad, 's-Gravenhage; H. Zoutendijk, voorzitter van den Nederland schen Bond van Marktkooplieden-vereenigin- gen, 's-Gravenhage; S. de la Bella Jr. tweede voorzitter van het Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen te Amsterdam; H. M. Roos, voorzitter van de Nederland sche Vakcentrale, 's-Gravenhage; Henri Hermans, bestuurslid van het R. K. Werkliedenverbond in Nederland, 's-Graven hage; W. de Jong, penningmeester van het Christe lijk Nationaal Vakverbond in Nederland. Utrecht; mevrouw J. van ItersonRotgans, lid van het hoofdbestuur van de Nederlandsche Ver eeniging van Huisvrouwen, Heerlen; mej. M. Romme, Federatie van R. K. Vrou wenbonden in Nederland, 's-Gravenhage; mevrouw J. M. WesterbrinkWirtz, Neder landsche Christen Vrouwenbond, Oegstgeest; mevrouw A. E. J. de VriesBruins, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, voor zitster van den Bond van Sociaal Democrati sche Vrouwenclubs in Nederland, te 's-Gra venhage. Aangewezen is als voorzitter van den cen- tralen levensmiddelenraad prof. ,mr. C. P. M. Romme voornoemd en als secretaris drs. H. W. Pleiter, tijdelijk ambtenaar bij het departement van Economische Zaken. Op grond, dat de statuten van den Ned. Bond van Patroons in het Steen-, houtgraniet- en Kunststeenbedrijf de bevoegdheid tot het aan gaan van collectieve arbeidersovereenkomsten niet met name noemen, heeft de minister van Sociale Zaken afgewezen het verzoek van den Bedrijfsraad voor het Steen-, Kunststeen- en Houtgranietbedrijf tot verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereen komst, per 1 Mei 1939 afgesloten tusschen de vereeniging Ned. Bond van Patroons in het Steen-, Houtgraniet- en Kunststeenbedrijf eener- zijds en den Alg. Ned. Bouwarbeidersbond, den R. K. Bouwvakarbeidersbond „St. Joseph" en den Ned. Chr. Bouwarbeidersbond anderzijds. Maandagavond om acht uur zal prof. dr. N. H. Swellengrebel in de aula van het Koloniaal Instituut een voordracht houden, getiteld „Mijn reis naar Suriname in verband met 't réfugié's- probleem", welke met lichtbeelden zal worden toegelicht. Tevens zal dien avond een film vertoond wor den, welke door den heer C. van de Koppel van de afdeeling handelsmuseum van het Ko loniaal Instituut ii) 1938 in Suriname en Bra zilië is vervaardigd en welke door den vervaar diger zal worden toegelicht. Nauw'lijks was voor een'ge maanden 't Leger opgecommandeerd, Of de vrouwen van ons Neerland Waren óók gemobiliseerd. Vrouwen zullen mannen volgen. En ze deden 't, kloek en vief! Ja, zij gingen verder: weldra Waren zij in 't offensief, Maar haar wapen was de breipen Haar tactiek was noeste vlijt, Vrouwen gaven wol en moeite Naast ambitie en naast tijd. Neerlands vrouwen gingen breien: Wanten, sokken, zuiver wol, Mutsen, dassen en nog veel meer. Heele magazijnen vol De soldaat bewaakt de grenzen. Maar de Nederlandsche vrouw Bond met wol en met de breipen Nu den strijd aan tegen kout Door deez' actie van de vrouwen Is weer goed gedemonstreerd Dat het werk van onze jongens Waarlijk warm wordt gewaardeerd! En ik denk, als nu de wind blaast En het wordt verduiveld frisch, Dat de warmte der waardeering Dan vast wederkeerig is! HERMAN KRAMER Op het jachtslot „St. Hubertus" in het na- tionale-park „De hooge Veluwe" is Donderdag overleden de bekende kunstkenster, mevrouw H. E. KröllerMuller, die vooral bekendheid heeft verworven door het aanleggen van een der grootste verzamelingen van moderne kunsr, in ons land, die thans is ondergebracht in het Kröller-Mtiller-Museum, dat gelegen is in het nationale-park „De hooge Veluwe', waarvoor zij den grondslag heeft gelegd. Woensdagmiddag is de 46-jarige scheeps- klinker S. D. van Genderen op de scheepswerf der firma A. Vuyk en Zonen te Capelle a. c. IJsel van een zeven m. hooge stelling geval len. De man, die op het hoofd terecht kwam, was op slag gedood. Het slachtoffer laat een vrouw en vijf kin deren achter. Het stoffelijk overschot is naar de woning vervoerd. Op verzoek van de Venlosche gemeentepo litie heeft de politie te Tilburg aangehouden een filiaalhouder uit Venlo, die verdacht wordt zich te hebben schuldig gemaakt aan fraude. Bij de periodieke controle in een Venlosche zaak van een bekend filiaalbedrijf bleek, dat fraude was gepleegd, waardoor de firma voor een aanzienlijk bedrag was opgelicht. Daar de filiaalhouder spoorloos verdwenen was tijdens het bezoek van den accountant, werd aangifte van fraude gedaan bij de Venlosche politie, die het signalement van den voortvluchtige per radio liet omroepen en zijn opsporing verzocht In den nacht van Woensdag op Donderdag volg de in een der straten van Tilburg de aanhou ding. De man is overgebracht naar Venlo. Van daag wordt de man naar Roermond overge bracht en ter beschikking van de justitie ge steld. Uit overweging, dat het der regeering tei bescherming van de levensbelangen van het Rijk noodzakelijk voorkomt, is bij K.B. bepaald, dat de uitvoer van machines voor de textiel- en confectie-industrie, voor- en nabewerking inbegrepen, zoomede onderdeelen en toe be- hooren daarvan, is verboden. Zooals bekend heeft de Volkenbondsvergade ring besloten, dat zij geen verkiezingen zal hou den voor de 31 December as. vervallende 15 ze tels in het permanente hof van internationale justitie te Den Haag;. In verband hiermede zul len de thans zittende rechters voor onbepaalden tijd aanblijven. Het Hof heeft besloten, dat de tegenwoordige president en vice-president, M. J. G. Goerrero en Sir Cecil J. B. Hurst, hun functies zullen behouden tot zij zullen worden vervangen. Hetzelfde is besloten ten opzichte van de leden en plaatsvervangende leden van de kamers van het Hof. Naar aanleiding van de vele auto-ongevallen in de bocht bij de Hollandsche Rading in den weg UtrechtHilversum, heeft de A.N.W3. zich met klem tot de gemeentebesturen van Maartensdijk en Hilversum gewend met net verzoek, spoedig voorzieningen te willen treffen. De A.N.W.B. raadt aan, een des avonds dui delijk in het oog loopende as-verkeersstreep op het wegdek in de bocht en over eenige lengte op de aansluitende rechte wegvakken aan te brengen, om aldus het verkeer in de goede richting te leiden. Het plaatsen van een rood-witte seinplank aan de Hilversumsche zijde en het vervangen van de waarschuwingsborden door een grooter formaat borden, welke tevens duiden op het gevaarlijke kruispunt ter plaatse, zou voorts volgens den A.N.W.B. de veiligheid van het verkeer ten goede komen. Ten slotte wordt aangedrongen op het ver dwijnen van een zicht benemende beplanting. Aan mr. R. J. J. Lam boo y is op zijn verzoek eervol ontslag verleend als kantonrechter plaatsvervanger in het kanton Neuzen, onder dankbetuiging voor de als zoodanig bewezen diensten. Aan mr. G. M. H. Sassen, op zijn verzoek, met ingang van 1 Januari 1940 eervol ont slag verleend als griffier van de arrondisse mentsrechtbank te Brerda, onder dankbetui ging voor voor de in rechterlijke betrekkingen bewezen diensten. Benoemd tot voorzitter van het college van regenten over het Huis van Bewaring te Zut- phen mr. J. H. C. M. van der Kun, lid van voornoemd college. Benoemd tot lid van den voogdijraad te Breda K. J. A. M. van Spaandonck, directeur van het bijkantoor der N.V. Rotterdamsche Bankvereeniging te Tilburg, wonende aldaar. Burgemeester Aan J. H. Roosen, op zijn verzoek, met in gang van 26 Januari 1940, eervol ontslag ver leend als burgemeester der gemeente Rijckholt. Met ingang van 1 Maart 1940 aan dr. J. P. Bakker, op zijn verzoek, eervol ontslag ver leend als leeraar aan de R- H. B. S. te Breda. Bij beschikking van den directeur-generaal der P. T. en T. is met ingang van 1 Februari 1940 als adjunct-directeur van het postkantoor te 's-Gravenhage aangewezen de refefendaris der PTT J. P. G. van Holthoon te Amsterdam (postkantoor). Benoemd tot eerelid van het Nederlandsche Roode Kruis mevrouw de Douairière C. J. Baro nesse Clifford, geb. van der Oudermeulen te 's Gravenhage. Voor den tijd van vijf jaren zijn benoemd tot: Hoofdcommissaris voor het Transportwezen van het Neder 1. Roode Kruis W. J. Lucardie, gep. kol.-tit. van het Kon. Nederl. Ind. leger, zulks onder gelijktijdige verleening van eervol ontslag als Hoofdcommissaris van het Ned. Roode Kruis; Hoofdcommissaris voor het Ziekenhuiswezea van het Ned. Roode Kruis dr.*H. K. Offerhaus, zulks onder gelijktijdige verleening van eervol ontslag als lid van het dag. bestuur van het Ned. Roode Kruis. Voor den tijd van 5 jaren zijn benoemd tot kringcommissaris van het Ned. Roode Kruis in den kring Drenthe mr. A. W. L. Bondam, lid van de arr.-rechtbank te Assen, zulks met 14 Dec. 1939. Benoemd tot adj.-secretaris van bet Ned. Roode Kruis de heeren jhr. G. M. Verspeyck en W. J. D. Philipse. Aan den res.-majoor voor Speciale Diensten L. A. van Gunsteren, van het Vrijw. Landstorm- korps Vaartuigendienst is eervol ontslag ver leend. 6j. leider „Bill," zooals hij genoemd werd, Va als 6611 flinke werker en was de eeni- h'et Br den troep (behalve de achterste), die eid mde> toen Jan naar hen toe gebracht Nbtet5e bonden stond Jake, met een hooge muts tot diep over de ooren getrok- hield in een hand een karwats met j on bandvat en een leeren riem, waarmee hen pas afstand precies een hond kon h Joa>i xer er uit en zet hem achter Bill," °be n' „We zullen Jan vóór ouden Blackfoot ,'iïte bj^as niet zonder bijgedachte, en vriende- 0«W6i ledachte, dat Jean dit zoo regelde, want k 'ackfoot oud en vol litteekens, een ve- j5Jb trel!Vas' bad hij geen enkelen onvriendelij- veiV{0 In zijn karakter. Hij was de hond met °ercjei. dland-bloed, die, evenals Bill, de aan- j. niet zooals de rest van den troep, te- gegromd hacL Hij stak zelfs vriend schappelijk zijn snoet als welkom vooruit, toen Jan zich nog al aarzelend naar zijn plaats vóór Blackfoot liet leiden. De husky, die er naast stond ingespannen, keerde zich, voor zoover de strengen dat toelieten, om en hapte nijdig naar Jan. „O, Snip," zei Jean, heel vriendelijk. Maar terwijl hij zoo vriendelijk sprak, suisde de zweep, die hij had opgepakt, door de lucht sn deze kwam, dubbelgevouwen, midden in Snip's gezicht terecht, zoodat hij jankend naar zijn plaats terugging. Jan begon juist te denken, dat hij nu genoeg van dit soort gedoe verdragen had en dat hij maar van die mannen en honden zou weggaan, toen hij een kort bevel van Jean hoorde en voorover werd getrokken door middel van het tuig, dat hij om had. Op hetzelfde oogenblik hapten Blackfoot's tanden hem van achteren in zijn hielen, niet vinnig, maar toch scherp, en hij sprong vooruit tot hij niet verder kon, door dat Snip vóór hem was. Hij wilde Snip liever niet aanraken. Maar Snip sprong ook al voor uit, naar het scheen. Daarom zette Jan zich schap. Onmiddellijk gebeurden er twee dingen. De slag van 'n zweep krulde zich pijnlijk om zijn linkerschouder, over een van zijn pas-geheelde wonden heen. En weer kwam er een hap naar zijn hielen; dezen keer wat harder, zoodat er twee droppels bloed te voorschijn kwamen. „Vooruit! Jan!, vooruit!", zei Jean ernstig, maar niet boos, en weer kronkelde de zweep zich om Jan's schouders en Jan deed een sprong naar voren, verbaasd, vernederd en beleedigd, en hoorde Jean mompelen: „Goede hond, die Jan, ademachtige, goede hond!" Zoo begon het nieuwe leven, het leven van hard werken voor Jan, den zoon van Finn en Desdemona. HOOFDSTUK XVI De wet van tuig en zweep Van nu af begon er voor Jan een leven, zóó vreemd, zóó geheel verschillend van alles wat hij tot nu toe gekend had, of waarvan hij het bestaan zelfs vermoed had, dat alleen een hond met buitengewone kracht en uithoudingsvermo gen, zoowel wat karakter als gesteldheid van het lichaam betreft, die verandering na de aan gename sleur, welke Jan tot nu toe had gekend, had kunnen doorstaan. x In de eerste plaats was het een leven, waarin alle dagen vol zwaren, geregelden, onafgebroken arbeid waren. En vóórdat het begon had Jan nooit een enkel uur gewerkt. In Engeland brachten alle honden, behalve de broederschap der herdershonden, en enkele rassen van jachthonden, hun leven al spelende en boemelende door, terwijl zij bovendien bui tengewoon veel sliepen. Maar dit, hoe belangrijk en van vèr-reiken- den invloed het mocht zijn, was toch maar een deel van de verandering. Jan en zijn tegen woordige metgezellen waren gedwongen, zóó scherp en ingespannen op te letten zelfs wan neer zij sliepen dat vergelijkenderwijze veel van Jan's vroeger leven beschreven zou kunnen worden als een soort van slaapziekte. In dien betrekkelijk droomerigen toestand werd een hond zich, meer of minder belangstellend, eerst van de dingen bewust, als zij gebeurden. In dit tegenwoordig gespannen, moeilijk leven op de sneeuw behoorden de dingen al tot het verle den, als zij gebeurden. Door hun innerlijk be wustzijn verwachtten ze de gebeurtenissen, en richtten hun handelen daarnaar in. Een hond had zijn leven te leiden, in plaats van het te volgen. Een momenteele verslapping van dit in gespannen, vooruitziend leven veroorzaakte bij na altijd pijn. Iets dat op aanhoudende ver slapping geleek, beteekende „een stellige dood". Zooals gewoonlijk in de beschaafde wereld met honden het geval is, was Jan niet kieskeu rig geweest, wat zijn voedsel betrof. Maar bij Mill, Mixer, Snip, Blackfoot, Tough, Crit, Spee dy en huns gelijken vergeleken, was hij altijd een ongeloofelijke lekkerbek geweest. Nu hij zich zoo snel en volkomen in zijn nieuwe leven schikte, bewees hij zijn geschiktheid om te blij ven leven, waar wellicht negen van de tien hon den, die evenals hij waren opgevoed, bezweken zouden zijn. Lady Desdemona, zijn moeder, bijvoorbeeld, zou stellig geen maand, misschien geen week Jan's tegenwoordig leven uitgehouden hebben. Finn zou het veel langer verdragen hebben, door zijn ervaringen in Australië, en zijn be kendheid met de wilde verwanten en hun ma nieren. Maar zelfs Finn, ondanks zijn groote kracht en zijn bijzondere kennis, zou deze vuur proef niet zoo goed doorgemaakt hebben als Jan, tenzij hij, even jong als Jan, dit leven had moeten leiden. En zelfs dan zou het twijfelach tig geweest zijn, of hij niet bezweken was. Het verschil tusschen het klimaat van Australië en het Noord-Westelijk grondgebied is niet veel grooter dan het verschil in hardheid en inspan ning tusschen Finn's leven in de Tinnaburger- bergen als leider van een troep dingo's, en Jan's leven in Noord-West-Canada, als leerling in een span voor een slede. De physieke kracht van Finn, den wolfshond, in wiens aderen het onvermengde bloed van vele geslachten van eerste klasse wolfshonden vloei de, zou gelijk hebben kunnen staan met de inspanning van Jan's nieuwe leven; maar zijn trots, zijn hoofsche manieren, zijn fijne be schaafdheid zouden waarschijnlijk oorzaak ge weest zijn, dat hij het niet had kunnen uithou den. Hij zou op waardige wijze zijn gestorven, daar kunt gij zeker van zijn; maar het zou hem den dood hebben gekost. In Jan's geval nu, terwijl hij veel van de hoffelijkheid van zijn vader geërfd had, ook veel van de edele waar digheid van zijn moeder, behoorden toch die eigenschappen niet zoo tot zijn wezen als dat met zijn ouders het geval was. Zij maakten een deel van zijn karakter uit, en zij hadden zijn wijze van handelen gevormd. Maar zij waren nog niet „Jan". De eigenlijke „Jan" was een bijzonder krach tige jachthond van gemengd bloed, met zorg opgevoed, met verstand afgericht, en van zijn geboorte af begiftigd met een ontzaglijk grooten levenslust, veel grooter dan een wolfshond of bloedhond van echt ras gewoonlijk bezit. Jan had meer van een „heer" dan den „edelman"; in de eerste plaats was hij een hond, een jacht hond, en in de allereerste plaats had hij zijn leven hef, en voelde hij er zich meester vau. En nu hij, volgens de schikkingen van sergeant Moore, Tom Smith, Jean en Jake, zijn plaats tusschen Snip en Blackfoot in een sledespan moest innemen, was het goed. buitengewoon goed voor Jan, dat dit alles zóó was, en niet anders. Jan's avondeten, nadat hij den eersten dag in het tuig had geloopen, was een maal, dat hij nooit vergat. Het stukje gedroogde visch, dat Jean hem toewierp, was anderhalf maal zoo groot als wat de andere honden kregen. Want Jean een rechtvaardig en niet onvriendelijk man in alle dergelijke gevallen erkende te recht, dat Jan veel grooter en zwaarder was dan de doorsnee-huskies (Jan had drie en een halven duim meer schofthoogte en was veertig vijftig pond zwaarder dan een van zijn mak kers van het span). Zijn eten van den vorigen avond had Jan dien morgen pas verorberd. Toch, het werk van den middag, in een koude van dertig of veertig graden vorst, had hem heel erg hongerig gemaakt, en hij verslond de visch die hij twee dagen tevoren versmaad zou hebben met graagte. Hü had één hap ingeslikt, en was op het punt een tweede af te scheuren, toen Snip met een angstwekkenden snauw zich tusschen Jan en zijn voedsel plaatste. Jan, die hard aan het leeren was, beantwoordde dezen aanval met een vreeselijk gebrom, terwijl hü trachtte Snip's slagtanden af te weren, (Wordt vervólgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 3