Een onpolitiek departement
kranten
de zoon van Finn
ze snakken
- er naar -
DE DISTRIBUTIE VAN
LEVENSMIDDELEN
Waterstaat en verkeer
Warme waardeering
VRIJDAG 15 DECEMBER 1939
OVERZICHT TWEEDE KAMER
ütv,
Telefoon- en telegraaf-
verkeer
De getroffen beperkingen
Electriciteitsraad
INTERDIOCESANE STUDIE
DAGEN OP BOUVIGNE
Katholieke Actie van
Vrouwelijke Jeugd
WIJZIGINGEN IN DE LEDER
BESCHIKKING
IN VRIJHEID STELLING
WEL GELAST
Centrale Raad ingesteld
Verbindendverklaring C.A.O.
afgewezen
Suriname en de réfugié's
Mevr. Kröller-Müller
overleden
MAN VIEL VAN 7 METER
HOOGE STELLING
FILIAALHOUDER VERDACHT
VAN FRAUDE
werpe men niet weg;
stuur ze op naar Uw
vrienden en kennissen
onder de gemobiliseerden;
Uitvoerverbod
Voor machines voor textiel-
confectie-industrie
en
De rechters van het Hof
te Den Haag
DE BERUCHTE BOCHT BIJ DE
HOLLANDSCHE RADING
UIT DE STAATSCOURANT
Rechterlijke macht
Onderwijs
Posterijen
Roode Kruis
Defensie
DOOR
A. J. DAWSON
,..Vt en-:'
ta
te
T-
0.
(Van onzen parlementairen redacteur)
DEN HAAG, 14 December 1939.
Waterstaat! Het departement der
*oode achterlichtjes, per kruisende
en parallel loopende wegen, der al
°f niet-geikoppelde electrische den
tale, het departement ook van de
groote verkeersproblemen, van den
strijd tusschen rail en rubber, zooals
de heer Diepenhorst het vanmiddag
Uitdrukte, van de mijnen en de
openbare werken.
Gewoonlijk behoort de behandeling van de
Ongelegenheden, die onder dit departement
«sorteeren, niet tot de meest-interessante
'scussies van den begrootingstijd. De meeste
te K^ers bepalen, tot opmerkingen, zoo
v^ntsch en zoo verspreid van aard, dat er
ÖPt51 geen bjn in het algemeen debat te ont
ken valt. Een kanaaltje hier en een brug-
De daar, zie maar dat ge er iets van maakt.
v Git jaar trof het, dat een nieuwe minister
jOtt Waterstaat was opgetreden en men de ge-
Senheid kon gebruiken, om dezen bewinds
an omtrent enkele problemen eens extra aan
tw* tand te voelen, hoofdzakelijk omtrent een
setal: de coördinatie van het verkeer en de
"oering der openbare werken.
k verleden jaar werd op het terrein der ver-
erseoördinatie een belangrijke stap gezet
j 0t de behandeling van een wetsontwerp, re
ende het autovervoer van personen, een ont-
'P, dat na niet onbelangrijk geamendeerd te
p, het Staatsblad bereikte.
®en reed's eerder ingediend voorstel tot co-
^ihatie van het goederenvervoer kon het
filter net niet tot openbare behandeling bren
gt1 en ligt nog onafgedaan. Wat wilde de mi
eter daarmede? Wil hij het doorvoeren in
tijd?
av"Ja". antwoordde minister Albarda heden-
°hd. ik vermoed, dat wij, wanneer straks
het°orlog ten einde loopt, blij zullen zijn, dat
hef Volt°oid is. Stel eens, dat de minister van
jur®hsie tegen dien tijd al de gerequireerde
to's voor weinig geld van de hand gaat doen
dat enkele duizenden in den lande, op die
t- dier goedkoop aan een auto gekomen, de
cqr bestaande goederenbedrijven gaan becon-
reeren. Dan moeten toch maatregelen kun-
0,a Worden getroffen, om een dergelijke wilde,
l^/^ijke concurrentie te voorkomen. Afwer-
bari dus' °ver de tnvoering van de wet zal wel
der worden gesproken.
<Werb®r wenschte de minister niet te prelu-
o,,,ton op de behandeling van het coördinatie-
d'^erp zelf.
he^ gin& ook niet in op de beschouwingen,
rniddag d00r den beer Bongaerts (R.K.)
It d de kwestie van de coördinatie gewijd. Dit
'"eh rlid had den minis(er °P bet hart gedrukt
h h vooral op enkele punten goed te letten.
11 wel:
Zorg te dragen, dat de vrije organisaties,
jUI1 111 de coördinatie van het goederenvervoer
ve en worden ingeschakeld, inderdaad vrij bjij-
6taaen geen verlengstukken worden van den
bfwj' zich ten aanzien dezer organisaties te
jplen tot controle en leiding geven.
£en rechtvaardiger belastingdruk op het
overvoer te bevorderen.
av °udleuk beriep minister Albarda zich in zijn
fofjdrede wel op een opzet van het Verkeers-
v03 dat uit de middelen, door alle verkeers-
^aaren opgebracht, de tekorten wil dekken,
deze zitten. Doodleuk zei hij: „Het zou
gejj eens kunnen zijn, dat de verhouding om-
v&n Cl'd. w°rdt, want ik heb zoo juist bij nota
OVgj. wijziging het ickort van de Spoorwegen
t%.1939 'weer 2 millioen lager, op 17in
~s vah op 19J-J millioen kunnen ramen. Met
hit ®®orw&3en gaat het dus.den goeden kant
alles neemt niet weg, gelijk de heer
terecht opmerkte en gelijk de mi-
te °°k moest erkennen, dat het wegverkeer
h^ho tar is belast. Men kan niet «eggen: Het
iti0e|ud van de Spoorwegen vergt offers, dus
°Pbreïl eebruikers van den weg die offers gaan
Wel, engen. In dat „dus" ligt een logische fout,
kCci,e de minister, wil hij een duurzame ver-
htf^bördinatie tot stand brengen, dient te
djrj'jGe minister lette ook hierop, dat hij de lei-
j^van de coördinatie toevertrouwt aan het
lich orgaan- De Rijksverkeersinspectie ver
lig' Uitstekend werk, doch weg en water kun-
5an uicb moeilijk losmaken van de herinnering
Ita bet verleden dezer inspectie, die uit den
eq b van Toezicht van de Spoorwegen groeide
dat aarvan men maar ai te gaarne aanneemt,
v Vi> bet mooie groote bedrijf der Ned. Spoor
lij®.11 ,een beter hart toedraagt dan den kiemen
tej Wjes op den weg en het water. Houdt men,
de beer Bongaerts, dit alles goed voor
c°ü(.b' dan schept men de juiste sfeer voor de
tq vbhatie, de sfeer van onderling vertrouwen
6chenn bereidwilligheid en samenwerking tus-
Ver,b de verschillende onderdeelen van het
Ij ersaPparaat.
^at't moest minister Albarda echter van het
bat de organisaties nog niet voldoende
itii
ineerd zijn, om haar volledig, zonder
'c°örd
[po
töe jerking van de overheid, de coördinatie
tygf vertrouwen. Hij droeg bovendien de over-
e°eÖeS' dat bü een goede regeling van het
'aqgreh vervoer ook zoo groote algemeene be-
11 betrokken zijn, dat de overheid zich
daarvan niet ter wille van de organisaties ge
heel afzijdig kan houden.
Van sociaal-democratische zijde was den mi
nister gevraagd: Wat gaat ge nu doen met het
Plan van den Arbeid? Gij zijt de bewindsman
onder wien de Openbare Werken ressorteeren
Moeite met het uitzoeken van deze werken
behoeft gij niet te hebben, zij liggen voor u,
zoodra gij het Plan van den Arbeid maar op
slaat.
Daarop antwoordde minister Albarda: Wie
zoo spreekt en wie meent,dat de uitvoering
van het Plan van den Arbeid in dezen tijd de
oplossing van alle moeilijkheden bij het uit
voeren van Openbare Werken zou brengen, ver
gist zich deerlijk. Moeilijkheden zijn er zeer
vele, zoowel ten aanzien van het aanschaffen
van materiaal als ten aanzien van terreinen,
waarover men beschikken moet, enzoovoott.
Het Plan van den Arbeid dacht de uitvoering
der Openbare Werken volstrekt niet los van
onze verhouding tot het buitenland. Integen
deel, men kan er uitdrukkelijk in lezen, dat
veel materiaal voor de voorgestelde werken uit
het buitenland moet worden betrokken, dat
dus onze invoer moet worden verhoogd, doch
dat daar tegenover zou staan een vermeerderde
uitvoer, door het tot stand komen dezer werken
te verkrijgen.
Thans zijn de banden met het buitenland, de
mogelijkheden, zoowel om materialen uit het
buitenland te betrekken als om producten tn
het buitenland af te zetten, volkomen onbere
kenbaar. Ten aanzien van de politiek der Open
bare Werken moet de régeering, of zij wil of
niet, van de hand in den tand leven. De om
standigheden dwingen haar, om nu eens een
plan, waarvan de uitvoering reeds begonnen
is, stop te zetten, dan weer een plan te wijzi
gen of zich op een heel nieuw te werpen, al
naargelang de materiaalvoorziening daartoe
dwingt.
Doch het wezenlijke van het Plan van den
Arbeid lag niet in de uitvoering van bepaalde
Openbare Werken, doch in den algemeenen op
zet: Openbare Werken uitvoeren, om zooveel
mogelijk den Nederlandschen arbeider aan den
geesel der werkloosheid te Ontrukken. Tot dat
doel hoopte de minister ook in oorlogstijd, te
zamen met de Staten-Generaal, een politiek
van Openbare Werken voort te zetten.
De militaire overheid gaat, bij het vast
stellen van regelen voor het telefoon- en
telegraafgebruik van het beginsel uit, dat
aan het verkeer zoo weinig mogelijk hinder
palen in den weg moeten worden gesteld.
Waar nochtans beperkingen zijn gemaakt,
geschiedde zulks, omdat deze door het mi
litair gezag, dat te waken heeft voor de vei
ligheid van den staat en de strikte handha
ving der neutraliteit, onvermijdelijk werden
geacht. En dan'zijn ze eigenlijk alleen voor
hen die kwaad willen. Zij die niets te ver
bergen hebben, hebben ook voor hun tele
graaf- en telefoonverkeer niets te vreezen.
De getroffen beperkingen zullen zij in
's lands belang blijmoedig dragen in het be
sef, dat men zich nu eenmaal wapenen moet
tegen de boozen. Uit den aard der zaak
konden daarbij voor de telegraaf de regelen
ruimer worden gesteld dan voor de telefoon.
A. De Telefoon.
Voor het telefoonverkeer, zoowel binnen de
landsgrenzen als met het buitenland, geldt thans
in het algemeen, dat alleen gesprekken in de
Nederlandsche, Duitsche, Engelsche en Fran-
sche taal mogen worden gevoerd, voor zoover de
invoer daarvan naar het oordeel van het mi
litair gezag niet in strijd wordt geacht met de
openbare orde of de belangen van den staat.
Gesprekken zonder inhoud, of waarvan de in
houd geen algemeen verstaanbaren of aanne-
melijken zin oplevert, zijn in geen geval toe
gelaten. Men zou kunnen zeggen, wat is nu een
gesprek zonder inhoud. Het kan veel, het kan
van alles zijn: een fluitdeuntje, een geneuried
liedje, muziektoonen en allerlei andere gelui
den, welke niets schijnen te beteekenen, maar
zeer veel kunnen beteekenen en daarom niet
worden toegelaten.
In het verkeer met het buitenland mogen be
halve in de Nederlandsche, Duitsche, Engel
sche en Pransche taal ook gesprekken worden
gevoerd
In het Italiaansch, uitsluitend met Italië van
21 tot 24 uur.
In het Spaansch, uitsluitend in het radiote-
lefoonverkeer met Zuid-Amerika, van 18 uur
tot 20 uur 20.
In het Maleisch en Javaansch, uitsluitend in
het verkeer met Nederlandsch-Indië van 9
uur 20 tot 15 uur 50.
Deze tijden gelden zoowel voor werk- als voor
Zon- en feestdagen.
De mogelijkheid, nog andere talen in het in
ternationaal telefoonverkeer toe te laten, wordt
ernstig overwogen.
Voor gesprekken, welke in het Italiaansch,
Spaansch, Maleisch, Javaansch en andere nog
toe te laten talen worden gevoerd, geldt als
regel, dat deze door den militairen censor zul
len moeten worden medegeluisterd. Het mili
tair gezag blijft zich het recht voorbehouden,
gesprekken in deze talen zonder voorafgaande
waarschuwing en zonder opgaaf van redenen
te verbreken.
B. De Telegraaf.
VOor het binnenlandsch zoowel als het in
ternationaal telegraafverkeer geldt als algemee
ne regel, dat telegrammen alleen zijn toege
laten, voor zoover de inhoud een algemeen ver-
staanDaren of aannemelijxen zin oplevert, en
deze naar het oordeel van het militair gezag
niet in strijd moet worden geacht met de
openbare orde of de belangen van den staat.
De telegrammen moeten in de Nederlandsche,
Duitsche Engelsche of Fransche taal
gesteld zijn. Gebruik van andere talen is ook
toegelaten, mits een vertaling van dien inhoud
in een der eerstgenoemde vier talen wordt
overgelegd en men over de middeien beschikt
om de vertaling aan den feitelijken inhoud te
toetsen.
Indien telegrammen geheel of gedeeltelijk
gesteld zijn in cijfer- of lettergroepen, welke
natuurlijk geen geheime beteekenis mogen heb
ben, dient de beteekenis dezer cijfers of letters
op het telegraafformulier met een korte aan
duiding als „koersbericht effecten", „marktbe
richt koffie" te worden toegelicht.
Ook telegrammen in code (overeengekomen taal
en cijferschrift) zijn toegelaten, echter op
voorwaarde, dat op het telegramformulier mel
ding wordt gemaakt van het gebezigde code
systeem en op eerste aanvraag van het kantooi
van afzending of bestemming hier te lande
door den afzender, resp. den geadresseerde in
zage wordt verleend van het gebruikte sys
teem (handels-code, privé-code, enz.).
In de Donderdagavondvergadering der Tweede
Kamer heeft minister Albarda medegedeeld, dat
de Electriciteitsraad a.s. Maandag geïnstalleerd
zal worden.
Nu de uitbouw van geheel de beweging van
de Kath. Actie van Vrouwelijke Jeugd met
goedkeuring van H.H. Excellenties de Bisschop
pen, in het Aartsbisdom Utrecht en de Bisdom
men Roermond en Breda, in een krachtige een
heid is voltooid, zullen er Interdiocesane Stu
diedagen gehouden worden voor de Zeereerw.
Directeuren en de Hoofdleidsters der- beweging
op Böuvigne van 2729 December.
Op deze studiedagen zal 'zoowel de jeugdbe
weging van de Kath. Actie als ook de massale
strobmingsbeweging uiteengezet worden.
Als inleiders zullen optreden Mgr. F. Frenc-
ken, Directeur Janssen, Directeur Jenneskes, en
de Eerw. Broeder Dr. Denys van Oostakker, die
zal spreken over de Paedagogiek der Katholieke
Actie.
Tevens zal er op Bouvigne een tentoonstel
ling gehouden worden over de Jeugdbeweging
van de Kath. Actie der Vrouwelijke Jeugd in
Nederland.
De minister van Economische Zaken deelt
mede, dat in den tekst van de Lederbeschikking
1939 een aantal wijzigingen is aangebracht.
In de eerste plaats wordt aan ondernemingen
in den zin van deze beschikking thans de ver
plichting opgelegd zich binnen een week bij het
Rijksbureau voor huiden en leder, Keizersgracht
129131 te Amsterdam, te laten inschrijven.
Van deze verplichting wordt evenwel voorloopig
aan alle ondernemingen dispensatie verleend,
met "uitzondering van lederhandelaren, de leder
importeurs en agenten in leder. Alleen deze
laatstgenoemde drie categorieën moeten zich der
halve ten spoedigste schriftelijk ter inschrijving
bij bovengenoemd rijksbureau aanmelden.
Voorts maakte de driecteur van voornoemd
Rijksbureau gebruik van zijn bevoegdheid, om
algemeene dispensatie te verleenen van het in
de gewijzigde beschikking opgenomen verbod tot
het koopen, verkoopen, be- en verwerken, als
mede tot afleveren van leder en van de ver
plichting ex-artikel 5 tot het doen van opgave
der voorraden leder. Deze dispensaties gelden
tot nadere aankondiging.
Volledigheidshalve wordt er nog op gewezen
dat de directeur de bevoegdheid heeft gekregen,
bij het afgeven van vergunningen een consent-
geld te heffen. Dit kan uiteraard eerst dan ge
schieden, wanneer de hierbovenbedoelde alge
meene dispensaties worden ingetrokken.
Voor een andere beschuldiging
echter in arrest gehouden
Donderdag is voor de raadkamer van de Alk-
maarsche rechtbank het request tot in vrijheid
stelling behandeld, dat mr. J. A. Buiskool in
gediend had voor zijn cliënt M., directeur van
de gemeente-reiniging te Den Helder, die eeni-
gen tijd geleden is gearresteerd, verdacht van
verduistering in dienstbetrekking van benzine
en een oliereiniger.
Na een uitvoerige behandeling in raadkamer
beval de rechtbank de in vrijheid stelling van
verdachte. Toch werd deze in arrest gehouden
in verband met een nieuwe tegen hem inge
brachte beschuldiging, namelijk van het aan
nemen van steekpenningen. Over de al of niet
definitieve invrijheidstelling zal opnieuw beslist
moeten worden.
De minister van Economische Zaken,
overwegende, dat het met het oog op de
buitengewone tijdsomstandigheden ge-
wenscht is een raad in het leven te roe
pen, welke de regeering van voorlichting
en advies zal dienen omtrent onderwerpen,
welke betrekking hebben op de distributie
van levensmiddelen en omtrent de uitvoe
ring van te dier zake van Regeeringswege
te treffen maatregelen, heeft een centra-
len levensmiddelendistributieraad ingesteld.
Tot leden van dezen raad zijn benoemd:
Prof. mr. C. P. M. Romme, oud-minister van
Sociale Zaken, Overveen;
dr. C. van den Berg, directeur-generaal van
de afdeeling volksgezondheid van het depar
tement van Sociale Zaken, 's-Gravenhage;
dr. W. L. Groeneveld Meijer, administrateur,
hoofd van de afdeeling middenstand bij het
departement van Economiscne Zaken;
mr. Th. M. Bautz, secretaris van het rijks
bureau voedselvoorziening in oorlogstijd;
ir. W. H. van Leeuwen, voorzitter van den
Nijverheidsraad, Delft;
N. Arkema, directeur van de vereeniging
van Nederlandsche gemeenten te 's-Graven
hage
dr. H. Molhuysen, secretaris van het Ko
ninklijk Nederlandsch Landbouw-Comité
's-Gravenhage;
mej. L. Hendrickx, leidster van den R. K.
Boerinnenbond van den Limb. Land- en Tuin-
bouwbond te Roermond;
B. Havenaar, lid van het hoofdbestuur van
den Christelijken Boeren- en Tuindersborid in
Nederland, Berkel;
prof. dr. J. F. ten Doesschate, hoogleeraar
aan de Nederlandsche Handelshoogeschool te
Rotterdam, Rotterdam:
mr. F. J. H. Bachg, directeur van het bureau
van den Nederlandschen R. K. Middenstands
bond, 's-Gravenhage;
J. van Es, voorzitter van de Ver. van den
Christelijken Handeldrjjvenden en industriee-
len Middenstand te Rotterdam, Rotterdam;
mr. G. A. J. M. Mutsaerts, secretaris van den
Raad voor het Grootwinkelbedrijf in Neder
land, Amsterdam;
K. de Boer, bestuurslid van den Nationalen
Coöperatieven Raad, 's-Gravenhage;
H. Zoutendijk, voorzitter van den Nederland
schen Bond van Marktkooplieden-vereenigin-
gen, 's-Gravenhage;
S. de la Bella Jr. tweede voorzitter van het
Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen
te Amsterdam;
H. M. Roos, voorzitter van de Nederland
sche Vakcentrale, 's-Gravenhage;
Henri Hermans, bestuurslid van het R. K.
Werkliedenverbond in Nederland, 's-Graven
hage;
W. de Jong, penningmeester van het Christe
lijk Nationaal Vakverbond in Nederland.
Utrecht;
mevrouw J. van ItersonRotgans, lid van
het hoofdbestuur van de Nederlandsche Ver
eeniging van Huisvrouwen, Heerlen;
mej. M. Romme, Federatie van R. K. Vrou
wenbonden in Nederland, 's-Gravenhage;
mevrouw J. M. WesterbrinkWirtz, Neder
landsche Christen Vrouwenbond, Oegstgeest;
mevrouw A. E. J. de VriesBruins, lid van
de Tweede Kamer der Staten-Generaal, voor
zitster van den Bond van Sociaal Democrati
sche Vrouwenclubs in Nederland, te 's-Gra
venhage.
Aangewezen is als voorzitter van den cen-
tralen levensmiddelenraad prof. ,mr. C. P. M.
Romme voornoemd en als secretaris drs. H. W.
Pleiter, tijdelijk ambtenaar bij het departement
van Economische Zaken.
Op grond, dat de statuten van den Ned. Bond
van Patroons in het Steen-, houtgraniet- en
Kunststeenbedrijf de bevoegdheid tot het aan
gaan van collectieve arbeidersovereenkomsten
niet met name noemen, heeft de minister van
Sociale Zaken afgewezen het verzoek van den
Bedrijfsraad voor het Steen-, Kunststeen- en
Houtgranietbedrijf tot verbindendverklaring van
bepalingen van de collectieve arbeidsovereen
komst, per 1 Mei 1939 afgesloten tusschen de
vereeniging Ned. Bond van Patroons in het
Steen-, Houtgraniet- en Kunststeenbedrijf eener-
zijds en den Alg. Ned. Bouwarbeidersbond, den
R. K. Bouwvakarbeidersbond „St. Joseph" en
den Ned. Chr. Bouwarbeidersbond anderzijds.
Maandagavond om acht uur zal prof. dr. N. H.
Swellengrebel in de aula van het Koloniaal
Instituut een voordracht houden, getiteld „Mijn
reis naar Suriname in verband met 't réfugié's-
probleem", welke met lichtbeelden zal worden
toegelicht.
Tevens zal dien avond een film vertoond wor
den, welke door den heer C. van de Koppel
van de afdeeling handelsmuseum van het Ko
loniaal Instituut ii) 1938 in Suriname en Bra
zilië is vervaardigd en welke door den vervaar
diger zal worden toegelicht.
Nauw'lijks was voor een'ge maanden
't Leger opgecommandeerd,
Of de vrouwen van ons Neerland
Waren óók gemobiliseerd.
Vrouwen zullen mannen volgen.
En ze deden 't, kloek en vief!
Ja, zij gingen verder: weldra
Waren zij in 't offensief,
Maar haar wapen was de breipen
Haar tactiek was noeste vlijt,
Vrouwen gaven wol en moeite
Naast ambitie en naast tijd.
Neerlands vrouwen gingen breien:
Wanten, sokken, zuiver wol,
Mutsen, dassen en nog veel meer.
Heele magazijnen vol
De soldaat bewaakt de grenzen.
Maar de Nederlandsche vrouw
Bond met wol en met de breipen
Nu den strijd aan tegen kout
Door deez' actie van de vrouwen
Is weer goed gedemonstreerd
Dat het werk van onze jongens
Waarlijk warm wordt gewaardeerd!
En ik denk, als nu de wind blaast
En het wordt verduiveld frisch,
Dat de warmte der waardeering
Dan vast wederkeerig is!
HERMAN KRAMER
Op het jachtslot „St. Hubertus" in het na-
tionale-park „De hooge Veluwe" is Donderdag
overleden de bekende kunstkenster, mevrouw
H. E. KröllerMuller, die vooral bekendheid
heeft verworven door het aanleggen van een
der grootste verzamelingen van moderne kunsr,
in ons land, die thans is ondergebracht in het
Kröller-Mtiller-Museum, dat gelegen is in het
nationale-park „De hooge Veluwe', waarvoor
zij den grondslag heeft gelegd.
Woensdagmiddag is de 46-jarige scheeps-
klinker S. D. van Genderen op de scheepswerf
der firma A. Vuyk en Zonen te Capelle a. c.
IJsel van een zeven m. hooge stelling geval
len. De man, die op het hoofd terecht kwam,
was op slag gedood.
Het slachtoffer laat een vrouw en vijf kin
deren achter.
Het stoffelijk overschot is naar de woning
vervoerd.
Op verzoek van de Venlosche gemeentepo
litie heeft de politie te Tilburg aangehouden
een filiaalhouder uit Venlo, die verdacht wordt
zich te hebben schuldig gemaakt aan fraude.
Bij de periodieke controle in een Venlosche
zaak van een bekend filiaalbedrijf bleek, dat
fraude was gepleegd, waardoor de firma voor
een aanzienlijk bedrag was opgelicht. Daar de
filiaalhouder spoorloos verdwenen was tijdens
het bezoek van den accountant, werd aangifte
van fraude gedaan bij de Venlosche politie, die
het signalement van den voortvluchtige per
radio liet omroepen en zijn opsporing verzocht
In den nacht van Woensdag op Donderdag volg
de in een der straten van Tilburg de aanhou
ding. De man is overgebracht naar Venlo. Van
daag wordt de man naar Roermond overge
bracht en ter beschikking van de justitie ge
steld.
Uit overweging, dat het der regeering tei
bescherming van de levensbelangen van het
Rijk noodzakelijk voorkomt, is bij K.B. bepaald,
dat de uitvoer van machines voor de textiel-
en confectie-industrie, voor- en nabewerking
inbegrepen, zoomede onderdeelen en toe be-
hooren daarvan, is verboden.
Zooals bekend heeft de Volkenbondsvergade
ring besloten, dat zij geen verkiezingen zal hou
den voor de 31 December as. vervallende 15 ze
tels in het permanente hof van internationale
justitie te Den Haag;. In verband hiermede zul
len de thans zittende rechters voor onbepaalden
tijd aanblijven. Het Hof heeft besloten, dat de
tegenwoordige president en vice-president, M.
J. G. Goerrero en Sir Cecil J. B. Hurst, hun
functies zullen behouden tot zij zullen worden
vervangen. Hetzelfde is besloten ten opzichte
van de leden en plaatsvervangende leden van
de kamers van het Hof.
Naar aanleiding van de vele auto-ongevallen
in de bocht bij de Hollandsche Rading in den
weg UtrechtHilversum, heeft de A.N.W3.
zich met klem tot de gemeentebesturen van
Maartensdijk en Hilversum gewend met net
verzoek, spoedig voorzieningen te willen treffen.
De A.N.W.B. raadt aan, een des avonds dui
delijk in het oog loopende as-verkeersstreep op
het wegdek in de bocht en over eenige lengte
op de aansluitende rechte wegvakken aan te
brengen, om aldus het verkeer in de goede
richting te leiden.
Het plaatsen van een rood-witte seinplank
aan de Hilversumsche zijde en het vervangen
van de waarschuwingsborden door een grooter
formaat borden, welke tevens duiden op het
gevaarlijke kruispunt ter plaatse, zou voorts
volgens den A.N.W.B. de veiligheid van
het verkeer ten goede komen.
Ten slotte wordt aangedrongen op het ver
dwijnen van een zicht benemende beplanting.
Aan mr. R. J. J. Lam boo y is op zijn verzoek
eervol ontslag verleend als kantonrechter
plaatsvervanger in het kanton Neuzen, onder
dankbetuiging voor de als zoodanig bewezen
diensten.
Aan mr. G. M. H. Sassen, op zijn verzoek,
met ingang van 1 Januari 1940 eervol ont
slag verleend als griffier van de arrondisse
mentsrechtbank te Brerda, onder dankbetui
ging voor voor de in rechterlijke betrekkingen
bewezen diensten.
Benoemd tot voorzitter van het college van
regenten over het Huis van Bewaring te Zut-
phen mr. J. H. C. M. van der Kun, lid van
voornoemd college.
Benoemd tot lid van den voogdijraad te
Breda K. J. A. M. van Spaandonck, directeur
van het bijkantoor der N.V. Rotterdamsche
Bankvereeniging te Tilburg, wonende aldaar.
Burgemeester
Aan J. H. Roosen, op zijn verzoek, met in
gang van 26 Januari 1940, eervol ontslag ver
leend als burgemeester der gemeente Rijckholt.
Met ingang van 1 Maart 1940 aan dr. J. P.
Bakker, op zijn verzoek, eervol ontslag ver
leend als leeraar aan de R- H. B. S. te Breda.
Bij beschikking van den directeur-generaal
der P. T. en T. is met ingang van 1 Februari
1940 als adjunct-directeur van het postkantoor
te 's-Gravenhage aangewezen de refefendaris
der PTT J. P. G. van Holthoon te Amsterdam
(postkantoor).
Benoemd tot eerelid van het Nederlandsche
Roode Kruis mevrouw de Douairière C. J. Baro
nesse Clifford, geb. van der Oudermeulen te
's Gravenhage.
Voor den tijd van vijf jaren zijn benoemd tot:
Hoofdcommissaris voor het Transportwezen van
het Neder 1. Roode Kruis W. J. Lucardie, gep.
kol.-tit. van het Kon. Nederl. Ind. leger, zulks
onder gelijktijdige verleening van eervol ontslag
als Hoofdcommissaris van het Ned. Roode Kruis;
Hoofdcommissaris voor het Ziekenhuiswezea van
het Ned. Roode Kruis dr.*H. K. Offerhaus, zulks
onder gelijktijdige verleening van eervol ontslag
als lid van het dag. bestuur van het Ned. Roode
Kruis.
Voor den tijd van 5 jaren zijn benoemd tot
kringcommissaris van het Ned. Roode Kruis in
den kring Drenthe mr. A. W. L. Bondam, lid
van de arr.-rechtbank te Assen, zulks met 14
Dec. 1939.
Benoemd tot adj.-secretaris van bet Ned.
Roode Kruis de heeren jhr. G. M. Verspeyck en
W. J. D. Philipse.
Aan den res.-majoor voor Speciale Diensten L.
A. van Gunsteren, van het Vrijw. Landstorm-
korps Vaartuigendienst is eervol ontslag ver
leend.
6j. leider „Bill," zooals hij genoemd werd,
Va als 6611 flinke werker en was de eeni-
h'et Br den troep (behalve de achterste), die
eid mde> toen Jan naar hen toe gebracht
Nbtet5e bonden stond Jake, met een hooge
muts tot diep over de ooren getrok-
hield in een hand een karwats met
j on bandvat en een leeren riem, waarmee
hen pas afstand precies een hond kon
h Joa>i xer er uit en zet hem achter Bill,"
°be n' „We zullen Jan vóór ouden Blackfoot
,'iïte bj^as niet zonder bijgedachte, en vriende-
0«W6i ledachte, dat Jean dit zoo regelde, want
k 'ackfoot oud en vol litteekens, een ve-
j5Jb trel!Vas' bad hij geen enkelen onvriendelij-
veiV{0 In zijn karakter. Hij was de hond met
°ercjei. dland-bloed, die, evenals Bill, de aan-
j. niet zooals de rest van den troep, te-
gegromd hacL Hij stak zelfs vriend
schappelijk zijn snoet als welkom vooruit, toen
Jan zich nog al aarzelend naar zijn plaats vóór
Blackfoot liet leiden. De husky, die er naast
stond ingespannen, keerde zich, voor zoover de
strengen dat toelieten, om en hapte nijdig naar
Jan.
„O, Snip," zei Jean, heel vriendelijk. Maar
terwijl hij zoo vriendelijk sprak, suisde de
zweep, die hij had opgepakt, door de lucht sn
deze kwam, dubbelgevouwen, midden in Snip's
gezicht terecht, zoodat hij jankend naar zijn
plaats terugging.
Jan begon juist te denken, dat hij nu genoeg
van dit soort gedoe verdragen had en dat hij
maar van die mannen en honden zou weggaan,
toen hij een kort bevel van Jean hoorde en
voorover werd getrokken door middel van het
tuig, dat hij om had. Op hetzelfde oogenblik
hapten Blackfoot's tanden hem van achteren in
zijn hielen, niet vinnig, maar toch scherp, en
hij sprong vooruit tot hij niet verder kon, door
dat Snip vóór hem was. Hij wilde Snip liever
niet aanraken. Maar Snip sprong ook al voor
uit, naar het scheen. Daarom zette Jan zich
schap. Onmiddellijk gebeurden er twee dingen.
De slag van 'n zweep krulde zich pijnlijk om zijn
linkerschouder, over een van zijn pas-geheelde
wonden heen. En weer kwam er een hap naar
zijn hielen; dezen keer wat harder, zoodat er
twee droppels bloed te voorschijn kwamen.
„Vooruit! Jan!, vooruit!", zei Jean ernstig,
maar niet boos, en weer kronkelde de zweep
zich om Jan's schouders en Jan deed een sprong
naar voren, verbaasd, vernederd en beleedigd,
en hoorde Jean mompelen:
„Goede hond, die Jan, ademachtige, goede
hond!"
Zoo begon het nieuwe leven, het leven van
hard werken voor Jan, den zoon van Finn en
Desdemona.
HOOFDSTUK XVI
De wet van tuig en zweep
Van nu af begon er voor Jan een leven, zóó
vreemd, zóó geheel verschillend van alles wat
hij tot nu toe gekend had, of waarvan hij het
bestaan zelfs vermoed had, dat alleen een hond
met buitengewone kracht en uithoudingsvermo
gen, zoowel wat karakter als gesteldheid van
het lichaam betreft, die verandering na de aan
gename sleur, welke Jan tot nu toe had gekend,
had kunnen doorstaan. x
In de eerste plaats was het een leven, waarin
alle dagen vol zwaren, geregelden, onafgebroken
arbeid waren. En vóórdat het begon had Jan
nooit een enkel uur gewerkt.
In Engeland brachten alle honden, behalve
de broederschap der herdershonden, en enkele
rassen van jachthonden, hun leven al spelende
en boemelende door, terwijl zij bovendien bui
tengewoon veel sliepen.
Maar dit, hoe belangrijk en van vèr-reiken-
den invloed het mocht zijn, was toch maar een
deel van de verandering. Jan en zijn tegen
woordige metgezellen waren gedwongen, zóó
scherp en ingespannen op te letten zelfs wan
neer zij sliepen dat vergelijkenderwijze veel
van Jan's vroeger leven beschreven zou kunnen
worden als een soort van slaapziekte. In dien
betrekkelijk droomerigen toestand werd een
hond zich, meer of minder belangstellend, eerst
van de dingen bewust, als zij gebeurden. In dit
tegenwoordig gespannen, moeilijk leven op de
sneeuw behoorden de dingen al tot het verle
den, als zij gebeurden. Door hun innerlijk be
wustzijn verwachtten ze de gebeurtenissen, en
richtten hun handelen daarnaar in. Een hond
had zijn leven te leiden, in plaats van het te
volgen. Een momenteele verslapping van dit in
gespannen, vooruitziend leven veroorzaakte bij
na altijd pijn. Iets dat op aanhoudende ver
slapping geleek, beteekende „een stellige dood".
Zooals gewoonlijk in de beschaafde wereld
met honden het geval is, was Jan niet kieskeu
rig geweest, wat zijn voedsel betrof. Maar bij
Mill, Mixer, Snip, Blackfoot, Tough, Crit, Spee
dy en huns gelijken vergeleken, was hij altijd
een ongeloofelijke lekkerbek geweest. Nu hij
zich zoo snel en volkomen in zijn nieuwe leven
schikte, bewees hij zijn geschiktheid om te blij
ven leven, waar wellicht negen van de tien hon
den, die evenals hij waren opgevoed, bezweken
zouden zijn.
Lady Desdemona, zijn moeder, bijvoorbeeld,
zou stellig geen maand, misschien geen week
Jan's tegenwoordig leven uitgehouden hebben.
Finn zou het veel langer verdragen hebben,
door zijn ervaringen in Australië, en zijn be
kendheid met de wilde verwanten en hun ma
nieren. Maar zelfs Finn, ondanks zijn groote
kracht en zijn bijzondere kennis, zou deze vuur
proef niet zoo goed doorgemaakt hebben als
Jan, tenzij hij, even jong als Jan, dit leven had
moeten leiden. En zelfs dan zou het twijfelach
tig geweest zijn, of hij niet bezweken was. Het
verschil tusschen het klimaat van Australië en
het Noord-Westelijk grondgebied is niet veel
grooter dan het verschil in hardheid en inspan
ning tusschen Finn's leven in de Tinnaburger-
bergen als leider van een troep dingo's, en Jan's
leven in Noord-West-Canada, als leerling in een
span voor een slede.
De physieke kracht van Finn, den wolfshond,
in wiens aderen het onvermengde bloed van vele
geslachten van eerste klasse wolfshonden vloei
de, zou gelijk hebben kunnen staan met de
inspanning van Jan's nieuwe leven; maar zijn
trots, zijn hoofsche manieren, zijn fijne be
schaafdheid zouden waarschijnlijk oorzaak ge
weest zijn, dat hij het niet had kunnen uithou
den. Hij zou op waardige wijze zijn gestorven,
daar kunt gij zeker van zijn; maar het zou hem
den dood hebben gekost. In Jan's geval nu,
terwijl hij veel van de hoffelijkheid van zijn
vader geërfd had, ook veel van de edele waar
digheid van zijn moeder, behoorden toch die
eigenschappen niet zoo tot zijn wezen als dat
met zijn ouders het geval was. Zij maakten een
deel van zijn karakter uit, en zij hadden zijn
wijze van handelen gevormd. Maar zij waren
nog niet „Jan".
De eigenlijke „Jan" was een bijzonder krach
tige jachthond van gemengd bloed, met zorg
opgevoed, met verstand afgericht, en van zijn
geboorte af begiftigd met een ontzaglijk grooten
levenslust, veel grooter dan een wolfshond of
bloedhond van echt ras gewoonlijk bezit. Jan
had meer van een „heer" dan den „edelman";
in de eerste plaats was hij een hond, een jacht
hond, en in de allereerste plaats had hij zijn
leven hef, en voelde hij er zich meester vau.
En nu hij, volgens de schikkingen van sergeant
Moore, Tom Smith, Jean en Jake, zijn plaats
tusschen Snip en Blackfoot in een sledespan
moest innemen, was het goed. buitengewoon
goed voor Jan, dat dit alles zóó was, en niet
anders.
Jan's avondeten, nadat hij den eersten dag in
het tuig had geloopen, was een maal, dat hij
nooit vergat. Het stukje gedroogde visch, dat
Jean hem toewierp, was anderhalf maal zoo
groot als wat de andere honden kregen. Want
Jean een rechtvaardig en niet onvriendelijk
man in alle dergelijke gevallen erkende te
recht, dat Jan veel grooter en zwaarder was
dan de doorsnee-huskies (Jan had drie en een
halven duim meer schofthoogte en was veertig
vijftig pond zwaarder dan een van zijn mak
kers van het span). Zijn eten van den vorigen
avond had Jan dien morgen pas verorberd.
Toch, het werk van den middag, in een koude
van dertig of veertig graden vorst, had hem
heel erg hongerig gemaakt, en hij verslond de
visch die hij twee dagen tevoren versmaad
zou hebben met graagte.
Hü had één hap ingeslikt, en was op het punt
een tweede af te scheuren, toen Snip met een
angstwekkenden snauw zich tusschen Jan en
zijn voedsel plaatste. Jan, die hard aan het
leeren was, beantwoordde dezen aanval met een
vreeselijk gebrom, terwijl hü trachtte Snip's
slagtanden af te weren,
(Wordt vervólgd)