Maria in >,De Strijdkreet i\ Diagnostiek KONINKLIJKE GIFT VOOR HET ROODE KRUIS 00RL OGSROMANTIEK in de ZONDAG 17 DECEMBER 1939 VAN WEEK TOT WEEK 99 Opleiding voor gedipl. kraamverzorgster MEVRKRÖLLER-MÜLLER BEGRAVEN Trekking Sobriëtasloterij uitgesteld faas Spreeki: Kleinmoedigen, weest vol goeden moed en maakt u niet beangst! Ziet, j onze God zal komen en ons I verlossen! Communio j Autobestuurder reed jongetje dood Meegereden militair ontdekte verdachte te Den Haag HOOGER ONDERWIJSWET Minister bespreekt nader tijdelijke afwijkingen Mocht het ontwierp wet worden, dan stelt hij NIEUWE VOORZITTER VAN NED. JOURNALISTEN KRING Goedkoope Kerstpakketten voor gemobiliseerden Nederlandsche luchtlijn op Noord-Amerika De verbinding ligt nog in ver verschiet Mr. Dr. W. v. WATERSCHOOT VAN DER GRACHT Motorrijtuigenbelasting van gevorderde auto's Telegraaf verkeer met Duitschland Van laadbak gevallen en gedood Audiëntie minister van Sociale Zaken DRAISmvAN-VALKENBURQ c A .*iLE) ZACHT VAN SMAAK -PRUS 70 ct i Gij zijt geen lid van het Leger des Heils. Gij fcijt ook niet ingeteekend op haar officieel or- Eaan „De Strijdkreet". Maar anderzijds veron derstel ik, dat gij niet de kwaadste zult zijn. eh Wanneer des Zaterdagsavonds de colportri- ces van het buitengewoon stichtelijke blad langs telle deuren komen, weer of geen weer, en ook tew huisbel gaat over, dan bedenkt gij toen éven, hoe deze vrouwen er alles voor over heb ben. om haar geestelijke waar te slijten. Een slecht blad is „De Strijdkreet" tenslotte niet. Het is het orgaan eener christengroepeering, daarvan gij part noch deel uitmaakt, maar gij Veet, dat de dames er mede rondgaan langs herbergen en kroegen, dat zij vaak den heeler. avond loopen zonder succes en dat zij het waar- ®chtig toch niet slecht bedoelen. Vooruit dan •haar! Een enkel dubbeltje al wat zij vragen v°or heur weekblad kan er een enkelen keer t'ei eens af. Half uit medelijden, half uit sym pathie voor de offervaardigheid der colportrices, hoopt gij nu en dan aan de deur het blaadje Van het Leger. Men kan er u van vertellen wat ten wil, maar de menschen van het Leger des Heils zijn grootendeels goede, dappere, in'som mige opzichten bewonderenswaardige menschen. £ij helpen vaak zonder aanzien des persoons. Er teordt in onze kringen wel eens meer kwaad Van hen verteld dan zij verdienen. En zeker homt het voor, dat het goede, hetwelk zij doen, °hzerzijds te laag getaxeerd wordt. Gij kunt dan al eens in uw lach schieten bij het aanzien der muzikale straatvertooningen: 'ets anders zou het zijn, indien uwe overtuiging h vroeg, op gelijke wijze het menschelijk op- acht te trotseeren. is de „belijdenis" al eens fan een pakkende onbenulligheid, wanneer een jonge vrouw u in het openbaar de vertroostin gen schetst, die gü zoudt kunnen vinden door h te scharen in de gelederen van generaal George L. Carpenter, misschien zijt gij toch' hiet geheel ongevoelig voor de religieuze bewo genheid, die deze gemoederen aangreep. Gij teeet, dat er "effectiever genademiddelen be- 6taan dan de Turksche trom, maar gij moet het uzelf bekennen: deze zielenijver, overal ter teereld aan den dag gelegd, raakt u toch wel. Hf is in de propaganda van het Leger iets tearms, iets populairs, iets uitnoodigends. Blijft Eij staan luisteren naar wat er wordt verteld. Öan treft u altijd de groote overtuigingskracht daarmee betoogd v.'orat, dat Gods liefde zich teitstrekt tot allen. Juist voor de misdeelden is hie liefde het grootst. Wie nergens meer gene genheid of vergiffenis zoekt, wie ronddoolt vo! Zelfverwijt en schaamte: voor hem is de Heer een vriend Gij weet, dat dit de waarheid is. Het pakt u te>ch altijd, ais gij het zoo op straat hoort be vestigen. En al heeft uw smaak bezwaren tegen dezen propaganda-vorm, al weet gij, dat het Leger zich met een betrekkelijk vaag Chris tendom en een algemeenen zedelijken inkeer tevreden stelt, gij zijt dezen menschen geenszins vhandig gezind. Er is ook geen reden toe. Wie hun meer uitvoerige plechtigheden wel eens bijwoonde, onderging al deze gevoelens met nog Veel aangrijpender hevigheid. Er leeft in het Heger des Heils een groote, onvolgroeide oer nacht van het christendom. Hinnen het Leger is men zich hiervan ten Voile bewust, maar men onthoudt zich van po- tetoiek met andermans inzicht. Leerstellig in hort strikten zin is het Leger des Heils immers hiet. Het laat om zoo te zeggen de catechismus- hUaesties buiten beschouwing en meent, zich hidus te concentreeren op de hoofdzaak. Dit teordt dan: het Evangelie als de Goede Bood- kohap van naastenliefde en inkeer. Gat zulk onvoltogen evangelisme niet aan aÜe religieuze behoeften voldoet, weet men in *te kringen van het Leger en men verdraagt dus eeh meer uitgebreiden geloofsinhoud, maar een ®tekele maal wordt toch duidelijk, dat men de hogniatische belijdenis van het Christendom hiaar matig waardeert. Heel duidelijk werd dit in het Kerstnummer 1839 van „De Strijdkreet", dat over het alge- hteen heel braaf en stichtelijk is, doch waarin éen enkele bijdrage onze aandacht en ook een techtzetting vraagt. Deze bijdrage heet: ,,De °tedste Kerstafbeelding" en luidt in haar geheel hte volgt: i.Ds. Hanns Lilje gaf in het jaar 1938 te Herlijn een Kerstboek uit, waarin hij de af beeldingen van het Kerstfeest in den loop der eeuwen bespreekt. Merkwaardig in zijn boek te. wat hij over de oudste afbeelding, die men Vinden kon, schrijft. Deze oudste afbeelding te in de catacomben te Rome te vinden, de °hderaardsche vergader- en begraafplaats der °tedste Christengemeente te Rome, n.l. in de Grafkamer van Priscilla. De afbeelding moet hit de 2e eeuw stammen. Men ziet op de tee- bening een jonge moeder met haar kind. Haast Maria en het kind staat een krachtige hunnengestalte met opgeneven armen. Boven he afbeelding is een ster aangebracht. Van de h°gmatische opsiering en kunstenaarsverbéel- h'hg van latere jaren is hier nog niets te vin hen. Maria draagt geen enkel teeken van ^venaardsche Waardigheid, gelijk latere eeu- ^etl van Roomsch-Katholieke traditie dit wachten te teekenen. Ze is de eenvoudige hoeder. Welk een verschil, zegt Ds. Hanns Lilje, ®eeft dit met den tegenwoordigen tijd en welk een dringende vermaning ligt daarin aan het hhres van de huidige Christenheid. Wat heb- wij allen van het Kerstfeest gemaakt! r in jaar uit is een heele industrie aan Jaa] bet wferk om met alle mogelijke vormen van 'hdustrieele vaardigheid den eigenlijken zin hh het Kerstfeest te verdonkeren. De een- tedige Kerstvoorstelling, die ons van de wan- etl der catacomben groet, kan ons dringender 11 menige uiteenzetting aan den tijd van ®2tes herinneren, toen de kerk nog niets an- rs op Kerstmis te verkondigen had dan dit: °bs Zoon is gekomen". K vechtstreekschen aanval op de katholieke t^la~vereering bevat dit artikeltje niet, en ban ter verontschuldiging zelfs aanvoeren. dat het de woorden weergeeft van een dominé, die natuurlijk zijn eigen opvatting heeft over de eer, aan Maria verschuldigd. Maar dit neemt niet weg, dat het geheel toch duidelijk genoeg is. Er wordt geïnsinueerd, dat de huidige verkondiging der Kerk niet zuiver meer is en a.ls een voorbeeld hiervan moet gel den de aureool, die „als teeken eener boven- aardsche waardigheid" aan Maria wordt gege ven door vrome katholieke schilders. Het gaat natuurlijk niet om dit picturale détail, maar om de bedoeling. Deze wordt afgekeurd. Zij had niet in de kerkelijke traditie mogen doordrin gen, volgens „De Strijdkreet". Op de hoeken der straten houdt het „Leger des Heils" zijn Kerst-inzameling en wat die opbrengt, wordt liefdadig besteed. Het Leger doet veel goed. Wij willen dit gaarne erkennen. Maar de oudste Kerstafbeelding was aange bracht boven een Roomsch altaar, dat de reli- quieën van een Roomsche heilige bevat en op dit altaar werd de Roomsche Mis opgedragen door een Roomschen priester. Deze „dogmati sche opsiering" is aan de redactie van „De Strijdkreet" bij het beschouwten der afbeelding ontgaan. Voor wie de Christelijke traditie wér kelijk wil kennen, is ze nochtans van belang. Goed doen is goed, maar niet altijd genoeg. Soms moet men ook goed wéten! A. v. D. Van officieele zijde meldt men ons, dat door H. M. de Koningin een bedrag van f 1500 is verstrekt aan het hoofdbestuur van het Ned. Roode Kruis als blijk van Hoogst- derzelver belangstelling in de hulp van het Roode Kruis aan Finland op humanitair gebied. De R. K. Kraamverzorging te Rotterdam opent Maart a.s. haar jaarlijkschen cursus tot op leiding van katholieke meisjes voor het Kraam- verzorgstersdiploma. De ongeschoolde en daarom onbevoegde en ongeschikte helpsters aan het kraambed beginnen gelukkig langzamerhand te verdwijnen en daarvoor treden in de plaats de gediplomeerde krachten. De beteekenis van het Kraamverzorgsters diploma' moge blijken uit de opleiding, uit het lesrooster, de voorwaarden van toelating tot den cursus, en den ernst, waarmee de leerling kraamverzorgsters zich aan een examen hebben te onderwerpen. 1 De candidate mag niet jonger zijn dan 19 en niet ouder dan 40 jaar. 2 Zij moet in het bezit zijn van een ge neeskundige verklaring ten genoege van de commissie inzake Kraamhulp, waaruit blijkt dat: zij lichamelijk en geestelijk gezond is, en lichamelijk in staat wordt geacht, de taak van kraamverzorgsters te vervullen. 3 Zij wordt niet tot den cursus toegelaten, alvorens de opleidende organisatie de noodige inlichtingen heeft ingewonnen naar haar zedelijk gedrag en zich op de hoogte heeft ge steld van de verstandelijke ontwikkeling van de candidate. De geheele opleiding duurt 1% jaar, waar van y, jaar moet worden doorgebracht in een erkende inrichting voor kraamvrouwen. Verder omvat zij naast den theoretischen cursus nog lessen in kook- en huishoudon- derricht, een verblijf van 2 maanden aan een consultatiebureau voor zuigelingen, en verder verpleging in de wijk onder toezicht van een kraamverpleegster of verloskundige. Na afloop van den theoretischen en practi- schen cursus moeten de leerlingen een examen afleggen ten overstaan van een commissie, welk examen zal worden bijgewoond door een door de „Commissie inzake Kraamhulp" aan te wijzen gedelegeerde. Op het eerste gezicht zou misschien de studie zwaar kunnen lijken, wat voor meisjes en jonge vrouwen met gezond verstand en een flinke dosis toewijding niet het geval is. Wel blijkt uit het bovenstaande allerduide lijkst dat alleen bekwame krachten als gedi plomeerde kraamverzorgsters haar verantwoor delijke taak mogen uitoefenen. Gelegenheid tot opleiding biedt de R. K. Kraamverzorging te Rotterdam in haar Cen traal Bureau, Goudschesingel 203, alwaar ver dere inlichtingen kunnen worden bekomen. Toelatingsexamen 10 Januari as. Zaterdagmorgen 9 uur is in het nationale park de Hooge Veluwe het stoffelijk overschot van mevrouw H. E. L. J. KröllerMüller, in leven honorair directrice van het Rijksmuseum Kröller-Müller, in den grafkelder van de fa milie Kröller bijgezet. Deze plechtigheid ge schiedde op verlangen van de overledene in grooten eenvoud en alleen in tegenwoordigheid van de familie en het personeel. Het- stoffelijk overschot was in het museum opgebaard. Vandaar begaf de rouw-stoet zich naar de eigen begraafplaats der familie Kröl ler, welke op een plateau van een heuvel in het museumpark ten oosten van den Franschen berg is aangelegd, een paar kilometers verwij derd van het museum. De overledene is de eer ste der familie Kröller, die in dezen grafkelder wordt bijgezet. Bjj het graf werd een aantal bloemstukken neergelegd. In verband met het overlijden is het museum Kröller-Müller tot en met vandaag gesloten. De familie ontving een zeer groot aantal schriftelijke bewijzen van deelneming uit bin nen- en buitenland, vooral uit kunstenaars kringen. Het bestuur van het Centraal Bureau van So- briëtas te 's Hertogenbosch heeft zich verplicht gezien aan den minister van Justitie uitstel te vragen voor de trekking van zijn nationale loterij. De trekking moet nu geschieden vóór 1 Juli 1940. Allen, die sympathiseeren met het werk en streven van Sobriëtas, of zij, die willen meeloten om de duizend schitterende prijzen, die op de gelukkigs winnaars staan .te wachten, worden nog eens opgewekt, haar actie te willen steu nen. Zij, die reeds een trekkingslijst hebben aan gevraagd, krijgen die na den trekkingsdag thuis gezonden; de lotendepots gratis. F Het is de politie gelukt den bestuurder aan te houden van den auto, welke Zondag 10 De cember een 8-jarigen jongen op den Kleiweg te Rijswijk heeft doodgereden. Het bleek de 25-jarige G. P. V. uit Wateringen te zijn. Toen de militair, zoo vertelt het Vad. over deze zaak, die met den bewusten auto was meegereden, zich bij de politie had gemeld, had men groote zekerheid omtrent den wagen en kon men met behulp van getuigenverklaringen de eerste drie cijfers van het nummer van den auto vaststellen. De militair had van zijn com mandant verlof verkregen de politie bij hare nasporingen behulpzaam te zijn en iederen dag trok hij er met den rechercheur op den motor met zijspanwagen op uit, om verschillende ga rages in omliggende plaatsen te bezoeken. Ook Vrijdag werden verschillende plaatsen als Vlaardingen, Schiedam, Maassluis e. a. door kruist, doch zonder succes. Tegen het middag uur ging de militair naar zijn kwartier in Den Haag, om te eten. Plotseling herkende hij in een bakkers knecht op een bakfiets den bestuurder van den outo. Hij volgde hem tot Wateringen, waar hij thuishoort en waar hij de politie waarschuwde, die den man toen kon arres teeren. By het eerste verhoor bekende hij reeds de bestuurder te zijn geweest. Bij een garage te Zoetermeer had hij den wagen gehuurd. Hij verklaarde bij het nemen van de bocht den auto niet meer te hebben kunnen houden, met het gevolg, dat deze ge heel links van den weg kwam. Daar hij geen rijbewijs had, was hij om een bekeuring te voorkomen, doorgereden. Ook verklaarde hij niet vermoed te hebben, dat de aanrijding zul ke tragische gevolgen had gehad. V. is naar het politiebureau te Rijswijk overgebracht, ter wijl de auto te Zoetermeer in beslag genomen is. Aan de memorie van antwoord aan de Twee de Kamer inzake het wetsontwerp betreffende tijdelijke afwijking van enkele bepalingen der Hooger-Onderwijswet is het volgende ontleend: Niet alleen de omstandigheid, dat de behan deling van eht ontwerp langeren tijd heeft ge vraagd dan werd voorzien, maar ook, en vooral, de nadere overweging dat het, bij langen duur der mobilisatie, geWenscht kan zijn de moge lijkheid te scheppen om tegemoet te komen aan gemobiliseerde studenten, die een studieverlof van enkele maanden krijgen of in de gelegen heid worden gesteld enkele dagen per week college te loopen, heeft den minister aanleiding gegeven de oorspronkelijke redactie van het ont werp te wijzigen en het een wijdere strekking te geven. Zou de nieuwe redactie worden aanvaard, dan zou het den minister mogelijk worden ge maakt de moeilijkheden te verlichten, zoowel van de studenten, die thans reeds onder de wa penen zijn, als van hen, die tengevolge van de buitengewone omstandigheden vervroegd onder de wapenen worden geroepen. De minister meent, dat het niet noodig is aan het ontwerp van wet terugwerkende kracht te verleenen. Aan de studenten, die in April on der de wapenen zijn geroepen, is reeds tegemoet gekomen, door hun in het uitzicht te stellen, dat zij in een volgend jaar zonder betaling van collegegeld tot de lessen zullen worden toege laten. zich voor van de hem gegeven machtiging ge bruik te maken door het college-geld te doen terugbetalen tot een bedrag gelijk aan dat, het welk de belanghebbende student geacht kan worden te hebben betaald voor de niet door hem gevolgde lessen. Een ontwerp van wet ten behoeve van de stu denten van de Landbouwhoogeschool van ge lijke strekking als het onderhavige, is in voor bereiding. Er is nog oorlogsromantiek: De wereld leeft fel mee Met wat in Zuid-Amerika Gebeurt met de „Graf Spee". Daar zit tenminste spanning in, Dat was tenminste strijd, Nu maak je staaltjes mee van moed En van koelbloedigheid! Daar zegt een Engelschman zelfs van Den Duitschen kapitein: „Hij is een echte gentleman" Zóóiets dat vindt men fijn. Dat is nog eens wat anders dan Dat dagelijksch bericht. Dat zooveel handelsschepen weer Ten gronde zijn gericht Nee, dan zoo'n daverend zeegevecht, Dat is pas romantiek! Dat is tenminste leesb're kost, Dat pakt het groot publiek! De Britten loeren voor de kust, Men wacht op zijn gemak, Maar heeft dat vestzakslagschip toch Nog zoo niet in zijn zak Ach, ja, dat is nou romantiek, Die eind'lijk d'oorlog bood, Maar zooveel menschen zijn gewond, En zooveel zijn weer dood Die romantiek is werk'lijkheid, Een werk'lijkheid, zóó wreed, Dat d' oorlogsromantiek verdwijnt Bij zóóveel oorlogsleed! HERMAN KRAMER In een Zaterdagmiddag te Rotterdam gehou den algemeene vergadering van den Nederland- sche Journalisten Kring heeft de vice-voorzitter. de heer G. Polak Daniels in gevoelvolle bewoor dingen den overleden president van den Neder- landschen Journalisten Kring, den heer Henri Dekking, herdacht. Met 99 van de 117 uitgebrachte stemmen heeft de vergadering daarop den heer G. Polak Daniels als voorzitter gekozen. In de bestuursvacature, ontstaan door het overlijden van den heer Henri Dekking, werd gekozen de heer M. van Vooren Sr., te Rotter dam. Wie van de gelegenheid gebruik wil maken, te gen het goedkoope tarief een kerstpostpakket aan gemobiliseerde vrienden of verwanten te zenden, zij er aan herinnerd, dat deze pakket ten 18, 19 of 20 December ter post dienen te worden bezorgd. Wie na den 20sten zijn pakket ter verzending aanbiedt, moet het volle tarief betalen en riskeert bovendien, dat zijn pakket den geadresseerde niet tijdig voor Kerstmis be reik^ Naar aanleiding van de mededeeling van mi nister Albarda in de Tweede Kamer ten aan zien van de mogelijkheid van een Nederland sche luchtlijn op Noord-Amerika, kan worden medegedeeld, dat een dergelijke verbinding, mocht zij tot stand komen, begrijpelijkerwijze nog in een ver verschiet ligt. De voorbereiding vereischt enkele jaren en de huidige interna tionale omstandigheden vormen uiteraard een belemmering, doch voor de K.L.M. is juist thans vooruitziendheid in de plannen geboden om, wanneer de omstandigheden weden normaal zijn, terstond gereed te zijn om de vleugels ■wijder uit te slaan. Naar de L. Koerier verneemt, heeft de In specteur-Generaal der Mijnen, mr. dr. W. A. J. M. van Waterschoot van der Gracht, die, in ver band met de reeds twee jaren overschreden leef tijdsgrens op 15 Mei 1940 de leiding van den dienst van het Staatstoezicht op de Mijnen zou neerleggen, in overleg met de Regeering reeds tegen 15 Januari a.s. ontslag gevraagd. Dit houdt verband met het voornemen der Regeering aan den heer van Waterschoot van. der Gracht nog eenige opdrachten te verstrekken. De minister van Financiën heeft afwijzend beschikt op een verzoek van cé K.N>A.C. en den A.N.W.B. om aan houders van motorrij tuigen, welke in de periode van 13 tot 16 No vember 1.1. werden gevorderd, restitutie van motorrijtuigenbelasting te verleenen van 15 No vember af, inplaats van 1 December af, zooais thans op grond van vroegere ministerieele be schikkingen geschiedt. Diegenen, wier motorrijtuigen in November werden gevorderd, kunnen dierhalve slechts restitutie verkrijgen voorzooveel de motorrij- tuigenbelastingkaart nog geldig is voor de maand December 1939 en volgende maanden. De restitutie geschiedt, onder overlegging der belastingkaart, op de kantoren, waar de beta ling heeft plaats gevonden. Telegrammen met betaald antwoord, be stemd voor Duitschland, zijn tot nader order niet meer toegelaten. Zaterdagmiddag is in de gemeente Gronin gen een doodelijk ongeval gebeurd. Met toe stemming van den chauffeur was de negen jarige K. R. op den laadbak vap een vracht auto geklommen. Tijdens den rit viel hij echter van den auto af, met het gevolg, dat het lin kerachterwiel van den wagen over het lichaam van den jongen reed. In zorgwekkenden toe stand is hij naar het Academisch Ziekenhuis te Groningen overgebracht, waar hij kort na aan komst is overleden. Het is werkelijk een genot, te zien, hoe de ge neeskundigen steeds vooruitgaan in het vast stellen van een ziekte; en van de vaststelling van den aard der ziekte hangt natuurlijk de behandeling af. Dit is de kunst der diagnostiek. De medici zijn nooit tevreden, evenmin als de automobiel-constructeurs. Maar er is een groot verschil; de bouwer van automobielen maakt het gebruik steeds gemakkelijker, en dit kan niet gezegd worden van de geneeskundigen. De methoden van onderzoek worden soms zóó veel vuldig en zóó omslachtig, dat zij teveel tijd en moeite eischen, en daaronder lijdt de kunst. Want het is natuurlijk veel wenschelijker, dat men met enkele eenvoudige onderzoekings methoden een ziekte kan vaststellen, dan dat men daartoe een ingewikkelde methodiek van noode heeft. Zoo is er dus eenerzijds een be weging, om steeds nieuwe methoden van onder zoek te vinden, anderzijds is er een streven, aan de methoden te vereenvoudigen en zóó zeker t-e maken, dat men met een of enkele methoden kan volstaan. De ingewikkeldste en meest veelvuldige me thoden worden wel bij het onderzoek van her senen- en ruggemergsziekten aangewend. Dat is niet zonder reden; want vele van de gewone methoden kunnen bij deze ziekten niet worden aangewend. Men kan de hersenen en het rug- gemerg niet zien, niet betasten, niet beluisteren, en ook het bekloppen heeft weinig te beteeke- nen. Voor zeer vele van deze ziekten is ook het onderzoek met Röntgenstralen nutteloos. Dat is één oorzaak, die het onderzoek bemoeilijkt. Een andere oorzaak is, dat er zoovele soorten ziek ten in het centrale zenuwstelsel kunnen gezeteld zijn. Eigenlijk zijn er maar weinige van die ziek ten, die een volkomen duidelijk ziektebeeld geven; moest men alleen op de klinische ver schijnselen afgaan, zooals koorts, verlammin gen, krampen, contracturen (verkorting der spie ren) pijnen, bewusteloosheid, dan is het heel vaak onmogelijk, om den aard der ziekte vast te stellen. Iedereen heeft wel eens gehoord vau meningitis; deze kan worden veroorzaakt door de microben van de longontstekingen door tu berkelbacillen; zij gaat soms uit van een ver ettering van het oor; soms zijn er in het geheel geen microben en is er toch etter. Een der belangrijkste methoden is het onder zoek van het lumbaalvocht; dat is het vocht, dat zich bevindt in het ruggemergkanaal en in de hersenen. Wanneer men een holle naald steekt tusschen den vierden en vijfden lenden wervel, vloeit daaruit, in normale gevallen in den regel langzaam, het z.g. lumbaalvocht. Een eerste conclusie wordt getrokken uit de snel heid, waarmede het vocht wegloopt, of liever uit den druk, die er op staat en gemeten wordt met een manometer. Een tweede conclusie wordt getrokken uit de- helderheid van de vloeistof; men weet immers- uit ervaring, ip welke toestanden dit vocht hel der. in welke andere toestanden het troebel is. De troebele toestand kan van verschillenden aard zijn; hu kan etterig zijn of bloederig; dat is van groot belang voor de diagnostiek. Ook de kleur is van belang; een geel vocht vindt men b.v, bij geelzucht, maar de gele kleur kan ook voortkomen uit het feit, dat er kleine bloedin gen hebben plaats gehad. Daarmede is echter het onderzoek nog pas in het beginstadium; thans begint het schei kundig en microscopisch onderzoek. Vooreerst is van belang het eiwitgehalte: dit is in bepaalde ziekelijke toestanden verhoogd. Vooral wanneer het eiwitgehalte niet verhoogd is, is de conclu sie belangrijk; men kan dan met groote zeker heid elke meningitis, van welken aard ook, uit sluiten. Ook het suikergehalte is, zooals men gevonden heeft, een waardevol teeken; de suiker verdwijnt bij de meeste gevallen van de acute meningitis, die door een infectie veroorzaakt wordt. Men weet ook, in welke gevallen het suikergehalte verhoogd of normaal is. Door al deze methoden wordt de keus steeds kleiner; want men moet wel bedenken, dat teekenen, die „eindeutig" of „pathognomisch" zijn, d.w.z. die op zich zelf, zonder andere teekenen, met zekerheid één be paalde ziekte aanwijzen, zoo goed als niet be staan. Het microscopisch onderzoek is eveneens van belangrijke waarde. In het lumbaalvocht wordt geteld hoeveel bloedcellen van elke soort er aanwezig zijn, en door de ervaring heeft men geleerd, dat bij de eene ziekte meer roode en de andere meer witte bloedlichaampjes worden aangetroffen, waarbij het onderscheid van de verschillende soorten witte bloedlichaampjes van groot belang is. Verder wordt het lumbaalvocht onderzocht op microben; indien men deze vindt, is het oordeel natuurlijk beslist. Maar het direct microscopisch onderzoek is vaak niet voldoende; dan neemt men zijn toevlucht tot het aanleggen van een cultuur, d.w.z. men kweekt de bacteriën op een daarvoor geschikten voedingsbodem en uit den aard van den groei en de veranderingen in den voedingsbodem en tenslotte uit het direct mi croscopisch onderzoek van deze cultuur kan men dan dikwijls den aard der bacteriën vaststellen. Maar sommige microben, in 't bijzonder de tu berkelbacil laten zich niet (of uitermate moei lijk) kweeken; dan neemt men zijn toevlucht tot de proef met een marmotje; dit wordt inge spoten met het vocht en na zes weken is het diertje dan duidelijk tuberculeus of niet. Tenslotte heeft men nog de serologische reac ties in den engeren zin van het woord; daartoe behoort in de eerste plaats de reactie van Was- sermann voor het onderzoek op syphilis. Dit is een vrij ingewikkelde reactie, die in enkele woor den niet uiteen te zetten is. Ik heb er reeds op gewezen, dat zoo goed als geen enkel teeken op zich zelf beslissend is; men moet ze dus combineeren en in vele gevallen toch nog wikken en wegen, want zonder een goed oordeel is ook het beste laboratorium niet heel veel waard. Het is, in deze tijden, nu er zooveel verwoest wordt, toch troostrijk te bedenken, dat door vreedzame samenwerking (soms natuurlijk met min of meer heftige discussie gepaard) uit Ja- renlangen arbeid een zoo groot systeem van diag nostiek is opgebouwd, dat werkelijk tot de wer ken des vredes behoort. Maar om dit alles ge regeld uit te voeren, is een zekere welvaart noodig, die door den oorlog dreigt te verdwijnen. Dr. TH. H. SCHLICHHNG De gewone audiëntie van den minister van Sociale Zaken zal op Woensdag 20 December niet plaats hebben.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 5