Schade aan de leerlingenschaal
In een verlaten wereld van
sneeuw en ijs
Kamer van repetitie
de zoon van Finn
HEINOLA, WAARHEEN DE
FINNEN EVACUEERDEN
EEN LIBERALE MOTIE
DONDERDAG 21 DECEMBER 1939
Op de vlucht voor Stalins horden
Het werkverruimingscrediet
aanvaard
OVERZICHT TWEEDE KAMER
Autobussenvervoer
feestdagen
OVERZICHT EERSTE KAMER
RIJKS-, PROVINCIALE EN
GEMEENTELEENINGEN
De duurtebijslag aan
ondersteunden
100.000ste BOSSCHE KOE
NAAR AMSTERDAM!
HOOFD LUCHTBESCHER-
MINGSDIENST
VEERDIENST HERVAT
VROUW DOODGEREDEN
TE ROTTERDAM
Opleiding katholieke helpsters
Roode Kruis
Audiëntie
Secretaris commissie van advies
Ned. Akkerbouwcentrale
DE ADVENT-REDE IN
ONZE OOST
Jhr. mr. J. C. Stoop overleden
UIT DE STAATSCOURANT
Onderscheiding
Land bouwhoogeschool
Eervol ontslag
Bevorderd
Raad van Beroep
Functie onvereenigbaar met het
raadslidmaatschap
AANBESTEDINGEN VAN
ZUIDERZEEWERKEN
Werkloosheidssubsidiefonds
Ned. kolonie te Belgrado breit
voor marine
Gift voor Alg. Steuncomité 1939
J8LDOOR
m |^|i A. J. DAWSON
■,ween paar meter °P-
^j'n iCes stil> wees stil! Houd vrede!", schenen
j °gge bewegingen te beduiden.
3
(Van onzen specialen verslaggever)
HEINOLA, in Zuid-Centraal Finland
in December
Heinola is een klein Fmsch badplaatsje
aan de oostzijde van het Paijannemeer met
duizend miniatuur-eilanden, „holmen" erin.
Amper zotl het in normale tijden bijzondere
belangstelling kunnen trekken, ofschoon
het idyllisch genoeg is gelegen. Maar nu
is het een der groote toevluchtscentra in
verband met de evacueering in Finland. Dui
zenden menschen uit het grensgebied van
de Zïuid-Karelische landengte, die onder
den rook van Rusland leefden, kregen
reeds in October aanzegging, om de hui
zen en dorpen te ontruimen. Toen reeds
gold het geen vrijwillige evacueering maar
een gedwongen ontruiming. In onafzien
bare lange scharen zijn zij naar Heinola
gekomen, waar zij in schoien, huizen en
kampen werden ondergebracht. De plaat
sen hunner inwoning, die zij nog maar
kortgeleden hebben verlaten, zijn inmiddels
al door de Russen bezet. De bestaansmoge
lijkheden, have en goed van deze eenvou
dige rustige menschen, die niets anders
vragen dan hun dagelijksch brood op eigen
grond, zijn op de meest cynische wijze
vernietigd door den machts- en landhon-
ger .van dictators van het slag van Stalin.
natuur. Men wordt door kouoe en eenzaamheid
bevangen en krijgt ineens het gevoel een goed
eind op weg te zijn naar de Noordpool.
Het donzen dek van meters dikke sneeuw
ligt over de houten boerenbehuizingen opgesta
peld. Er kringelt ook wat rook boven de daken,
die zich dra in de heldere lucht verliest, en
met veel moeite ontwaart men de pijp van
een schoorsteen. Het is alles als op de plaatjes
in een kinderprentenboek, dat in den winter
voor den dag wordt gehaald. Zoo stil en on
zegbaar verwezen het hier is. Hoe kan dit
stadje, dat eigenlijk veel meer den indruk van
een dorp maakt, een toevluchtsoord aan en
kele duizenden kleine luiden bieden en een
der knooppunten van den Finschen ontrui-
mingsdienst zijn?
Maar ook in het uitgestrekte Heinola blijkt
met de ruimte gewoekerd te zijn.
Buiten snijdt de wind en huivert de rijp op
ontbladerde berkentakken. Maar binnen in
elke bescheiden boerenwoning huist niet meer
één gezin als vroeger, maar leven nu vier, vijf,
zes families, die elkaar tevoren nauwelijks of
heelemaal niet kenden, in grooter verband te-
samen. Er is geen kamer meer rof er liggen
matrassen op den vloer en er is geen schuur
in het gansche stadje of jonge Lotta's zijn er
ijverig in de weer met vaten, borden en pan
nen. Een bed beteekent nu een weelde in Hei
nola. De meeste vluchtelingen slapen op den
grond bij hun bundels kleeren, het eenige, dat
zij meestal overhaast hebben kunnen mede-
nemen. De bedden zijn bestemd voor oude
moedertjes, zieken of zwangere vrouwen. Want
zij vooral ook behooren tot de nederigen, wier
rust verstoord zijn door den Russischen kwel
geest en die haar tol hebben moeten betalen
aan Stalin's pas ontluikt doch bloedig impe
rialisme.
(Van onzen parlementairen redacteur)
DEN HAAG, 20 December 1939
Financieele moeiKjkheden ver
hinderen de Regeering gevolg te ge
ven aan haar aanvankelijk voor
nemen een verbetering in de leerlin
genschaal aan te brengen. Bezuinig
nog meer, roepen de liberalien wel
haast iederen dag En zie: van
daag golden eensklaps geen finan
cieele bezwaren meer. De leerlin
genschaal moest verbeterd worden
Nu!
Het was de heer Wendelaar, die aldus het
standpunt verdedigde: Wanneer de Regeering
ëeid uitgeeft aan dingen, die zij noodzakelijk
acht, dan willen wij ook, dat geld wordt uitge
geven aan dingen, die wij noodzakelijk achten.
Precies dezelfde redeneering, die zij bij de
sociaal-democraten verwerpen. Wanneer een
sociaal-democraat zegt; de Regeering geeft
Zóóveel en zóóveel uit aan defensie, zóó- en
sóóveel voor slagschepen misschien, dan moet
óók maar geld zijn voor de bestrijding van
Öe werkloosheid, wanneer iemand als de heer
Houten zegt; de mobilisatie kost bijna
twee millioen per dag, waarom dan geen cent
voor ouderdomspensioen, dan zijn de liberalen
er als de kippen bij om te zeggen: zie nu die
vcrworden democratie sinds wij niet meer de
^eerderheid hebben. Die menschen denken
Wet! Het spreekt toch vanzelf: als er al zoo-
Veei wordt uitgegeven, dan blijft er des te
Winder over voor andere belangen. Men schept
öe staatsfinanciën niet uit een eeuwigen put!
kunnen toch niet potverteren. Maar nau
welijks komt er iets, waar de liberalen warm
l'oor loopen werkloosheidsbestrijding en zoo,
dat wil hun rechte sympathie niet trekken
°f zij redeneeren precies als de eerste de beste
•>potverteerder" in onze politiek. Daar wordt al
Jóóveel uitgegevener kan dus nog wel wat
bij!
De liberalen staan dus óók al op het stand-
bunt: als twee hetzelfde doen
Of ziet de heer Wendelaar zich als een
"fipiter. Quod licet Iovidat mag zoo'n
W'dinaire sociaal- of christen-democraat zich
h°g niet veroorloven.
De kwestie was dan deze:
De heer Wendelaar wilde met alle geweld in
^n motie uitgedrukt zien, dat de Kamer een
J'&rlaging van de leerlingenschaal in het Lager
Onderwijs wenscht. De Kamer daarentegen, de
Overwegende meerderheid, voelde niet de ge-
rWgste behoefte aan zulk een motie. De Kamer
Weet hoe de Regeering over de kwestie denkt,
ue Regeering weet hoe de Kamer erover denkt.
aei dr. Moller (R.K.). Waartoe dan een motie.
^Üeen de sociaal-democraten, die nu eenmaal
verzot zijn op moties, die om den haverklap zoo'n
uing indienen, onverschillig of het een kans
Waakt, zegden hun steun toe. Het was dus
2cker, dat de motie zou kelderen als een hak
keen. De heeren Tilanus (C.H.) en Joekes (V.D
drongen er bij den heer Wendelaar dan ook
'Pstantelijk op aan, haar in te trekken. Wat
'filmers zal de buitenwacht meenen, wanneer
de verwerping aanvaardt. Vermoedelijk al-
óén, dat de liberalen de voorvechters pa"
Excellence zijn van een betere schaal en dat
We andere „kerels" de heer Joekes liet zich
Wt ontvallen en moest er onder gehamer van
den president „heeren" van maken zich
Wets aan het onderwijs gelegen laten liggen
Dat is een flagrante oneerlijkheid en dat kan
zaak van de leerlingenschaal zelf alléén
Waar schaden!
Dan maar schaden, dacht de heer Wendelaar!
De motie werd verworpen met 48 tegen 22
hemmen.
Ambtenaren kunnen koppige
heeren zijn, die hun zin dóórzetten,
desnoods tegen de Kamer in. Voor
al aan „onderwijs" schijnen er te
zitten, die rondweg maling hebben
aan het Parlement en die niet vol
doende geleerd hebben uit den ge-
Voeligen tik, verleden jaar door de
Kamer op de vingers van de leiding
der Artillerie-inrichtingen gegeven.
Voorloopig bleef die tik uit. Hoewel er reden
n°eg was om er een te geven.
Werleden jaar immers nam de Kamer een
°orstel van Dr. Moller aan, waardoor werd
ltgesproken, dat de Rijks H.B.S. in Leeuwar-
eh geen A-afdeeling noodig had, aangezien
,e gemeente Leeuwarden reeds een H.B.S.-A
het leven hield. In dezen tijd, nu er geld te
«inig is voor alles, hoeft daar geen geld aan
Worden uitgegeven. Twee A-afdeelingen in
11 stad het kan heusch minder. Maar de
Wbtenaren van het departement hadden een-
/Wal besloten. Waar bemoeide de Tweede Ka-
s W zich mee! Van het kortstondig minister-
j hap van den heer Schriecke, die nota bene
het bezuinigings-kabinet-Colijn zat, maak-
zij gebruik om opnieuw de Rijks-H.B.S. te
e®UWarden met een A-afdeeling te verblijden.
°e heeren Moller (R.K.), Van Dijken (AR.)
Tilanus (C.H.) protesteerden tegen zulk
1 wijze van handelen. En minister Bolke-
stein verzekerde, dat hij de zaak ernstig zou
onderzoeken en bij het treffen van een nieuwe
beslissing ten volle rekening zou houden met
de verleden jaar gevallen uitspraak van de
Kamer.
Als minister Bolkestein een krachtig man
is, zit er wat op voor den hoofdambtenaar, die
hem deze poets heeft gebakken. Gelukkig!
Tusschen deze bedrijven door heeft de Ka
mer reeds drie belangrijke afdeelingen van de
Ond'erwijsbegrooting afgedaan.
Eerst Hooger Onderwijs, waarbij de heer
Duymaer van Twist zijn jaarlijksche num
mertje over de erkenning der homoeopathie
aan de Universiteit weer met nieuwe toezeg
gingen van onderzoek bekroond zag en waarbij
de minister meedeelde eenige wijzigingen te
overwegen in het reeds door den heer Slote-
maker de Bruine ingediende ontwerp tot her
ziening der college-gelden.
Bij Middelbaar en Voorbereidend Hooger
onderwijs kwamen de salarissen der leeraren
ter sprake en de subsidies aan scholen, die
nadeelige gevolgen ondervonden van de zooge
naamde stopwet-1920. Verbetering kost in beide
gevallen geld en geld is er niet. Steeds het
zelfde liedje.
Bij Nijverheidsonderwijs kwam de kwestie
van de tweede-, of de drie-jarige Ambachts
school aan de orde. De vraag is eenvoudig, of
men met hetzelfde geld minder leerlingen drie
jaren lang kan laten profiteeren, dan wel meer
leerlingen een behoorlijke twee-jaarlijksche
opleiding zal geven. Merkwaardigerwijze stel
de zich daarbij de sociaal-democratische heer
Van Sleen op het standpunt der drie-jarige
ambachtsschool.
Wat ware de wereld zonder inconsequenties!
Tenslotte deelde de minister nog mede, dat hij
met den minister van Sociale Zaken overleg
heeft geopend om al wat door het departement
van den laatstgenoemde aan Nijverheidscur
sussen wordt onderhouden, naar Onderwijs
over te hevelen. Minister van den Tempel zal
blij zijn van cultureele zórgen op die manier
af te komen. Die liggen hem nu eenmaal niet.
(Van onzen parlementairen redacteur.)
DEN HAAG, 20 December 1939
Betracht de Tweede Kamer reeds groote so
berheid bij haar beschouwingen over de ver
schillende wetsontwerpen, van de beschouwingen
in de Eerste Kamer blijft heelemaal niet veel
over.
Een belangrijke serie wetsontwerpen werd in
een vergadering, die met een onderbreking van
een half uur van elf uur in den ochtend tot
vier uur des namiddags duurde, aanvaard.
Daarbij het 30-millioen crediet vOor de werk
verruiming, naar aanleiding waarvan de heeren
Hiemstra (S.D.A.P.) en Fleskens (R.K.) de be
kende voordeelen van de werkverruiming ont
wikkelden, daarin gesteund door den minister.
De minister kon mededeelen, dat de werk
loosheidscijfers een gunstig beeld vertoonen.
Waren er November 1938 nog 200.000 werk-
loozen „in zorg", thans bedraagt dit aantal
150.000 en daarvan zijn er 54.000 dat is
36 pet. in de werkverschaffing.
Het crediet werd goedgekeurd.
Een aanvang werd voorts gemaakt met het
ontwerp kinderbijslagverzekering, waarover
Vrijdag de beslissing valt.
Dien dag iets over de debatten.
In de elfde aflevering van 1939 van het
maandschrift publiceert het Centraal Bureau
voor de Statistiek wederom enkele bijzonder
heden omtrent de kaspositie en de leeningen
van rijk, provincies en gemeenten.
De kaspositie van het Rijk in het tijdvak van
1 October 1938 tot 1 October 1939 is 250 mil
lioen ongunstiger geworden. Voor de gezamen
lijke provinciën werd de kaspositie in hetzelfde
jaar 3 millioen en voor de gezamenlijke ge
meenten 1 millioen gunstiger.
Door het Rijk werden in het. tijdvak van 1
October 1938 tot 1 October 1939 geen leeningen
aangegaan.
Door de gezamenlijke provinciën werd in het
zelfde tijdvak opgenomen in totaal 45 mil
lioen. Van dit bedrag was 33 millioen of 73
pet. voor conversiedoeleinden bestemd. Bij
Rijksinstellingen werd door bemiddeling van
den Centralen Beleggingsraad 14 millioen of
30 pet. van genoemd totaalbedrag opgenomen.
Door de gezamenlijke gemeenten werd in het
tijdvak van 1 October 1938 tot 1 October 1939
in totaal opgenomen 213 millioen.
Van dit bedrag was 108 millioen of 51 pet.
voor conversiedoeleinden bestemd. Bij Rijksin
stellingen werd door bemiddeling.van den Cen
tralen Beleggingsraad 87 millioen of 41 pet.
van genoemd totaalbedrag opgenomen.
Bovendien heeft het Rijk in den vorm van
voorschotten uit het werkfonds, ingevolge de
woning- en de landarbeiderswet enz., aan de
gemeenten gedurende het tijdvak van 1 Octo
ber 1938 tot 1 October 1939 verstrekt een be
drag van in totaal 23 millioen.
Van genoemd bedrag werd 17 millioen ren
teloos verstrekt.
De minister van Sociale Zaken heeft een cir
culaire gericht tot de gemeentebesturen, waar
aan wij het volgende ontleenen:
Ik kan u thans mededeelen, dat de regeering
heeft besloten goed te keuren, dat aan alle on
dersteunden en bij de werkverruiming geplaat-
seen een duurtetoeslag mag worden gegeven van
5 pet. der netto-uitkeeringen met inbegrip van
den brandstoffenbijslag. Het bedrag der Kerst-
gave telt in deze niet mede, zoodat daarover
geen extra bedrag mag worden berekend.
Aangezien de duurtebijslag een percentage
vormt van de netto uitkeeringen, moet het loon,
c.q. de steun, eerst op de normale wijze worden
berekend. Op het uitgerekende bedrag mag dan
een bijslag van 5 pet. worden gegeven. Personen
die zonder toekenning van den duurtebijslag niet
voor opneming in de steunregeling of plaatsing
bij de werkverruiming in aanmerking kunnen
komen, komen er ook thans niet voor in aan
merking. Ook over den extra bijslag, welke aan
inwonende zoons mag worden verstrekt, kan een
duurtetoeslag van 5 pet. worden verleend.
Bij de berekening van de maximum steunuit-
keerlng moet deze in het vrije bedrijf toege
kende duurtetoeslag worden opgeteld bij het
geldende loon. Verder moet de normale aftrek,
welke voor loon geldt, ook hier toepassing vin
den.
Bij het toekennen van den duurtebijslag! van
5 pet. geldt deze restrictie, dat de uitgekeerde
loonen, c.q. steunbedragen, vermeerderd met 5
pet. in het algemeen niet mogen uitgaan boven
de loonen, welke door de betrokkenen in het
vrije bedrijf kunnen worden verdiend. Zou zulks
wel het geval zijn, dan moet het bedrag van
den duurtebijslag dienovereenkomstig worden
verminderd, respectievelijk in het geheel niet
worden uitgekeerd.
Woensdag is het voor den populairen burge
meester van Den Bosch, mr. F. J. van Lanschot,
een groote dag geweest, want door de poor
ten van de Bossche veemarkt werd de 100.000ste
koe of juister gezegd, het 100,000ste stuk rund
vee van dit jaar binnen gevoerd.
Nadat de burgemeester den veekoopman A.
van Mierlo, die de koe had aangevoerd, harte
lijk had toegesproken, overhandigde hü hem
een zilveren medaille en een, premie van tien
gulden. Warme woorden van sympathie en hul
de aan het adres van burgemeester van Lan
schot, die zooveel voor den groei en bloei van
de Bossche veemarkt heeft geijverd, werden
gesproken door den heer van de Mortel, voor
zitter van de Bossche afdeeling van de R. K.
Slagerspatroons en door den heer Van der
Stoel, voorzitter van den Nederlandschen bond
van veehandelaren. Interessant is het te ver
nemen, dat de 100.000ste koe een prachtbeest
bleek te zijn en onmiddellijk na aankomst werd
verkocht en naar Amsterdam vervoerd.
dijk en tot het Balgzandkanaal tussdhen van
Ewijcksluis en Oostoever.
3. De Rijkshavenwerken op Wieringen, den
Rijksweg 10a en gedeelten van de Rijkswegen
no. 7 en 9. Raming: 1. f 19.300; 2. f 29.350 en
3. f 17.750.
De laagste inschrijfster was de N.V. P. Daal-
der's Aann. Bedrijf te Alkmaar in massa voor
f 53.479.
De veerdienst OostmahornSchiermonnikoog
is Woensdag hervat. De postboot is reeds om
elf uur 's ochtends van Oostmahorn vertrokken
en niet om 14.20 uur zooals Op Woensdag ge
bruikelijk is. Dit hield verband met den lan-
geren tijd, welke het schip noodig heeft om
Schiermonnikoog te bereiken. Ook heden, Don
derdag, zal de veerboot wegens den ijsgang om
8 uur Oostmahorn verlaten in plaats van om
13.50 uur. Gemiddeld duurt de reis thans een
uur langer dan normaal, hetgeen neerkomt op
ruim twee uur.
Op de Gelderschekade te Rotterdam is Woens
dagmiddag de 24-jarige vrouw W. Olie, uit de
Jericholaan aldaar, met haar fiets geslipt en
onder het achterwiel van den aanhangwagen
van een tractor terecht gekomen. Zij was op
slag dood. Het stoffelijk overschot is naar het
ziekenhuis aan den Coolsingel gebracht.
Nu verschillende cursussen tot opleiding van
helpsters voor het Nederlandsche Roode Kruis,
welke georganiseerd werden in samenwerking
tusschen het Wit-Gele Kruis en de Kath. Vrou
welijke Jeugdorganisaties, beëindigd zijn en an
dere reeds Vergevorderd, kan een overzicht wor
den gegeven van het bereikte resultaat. Zooals
men zich zal herinneren, werd in den afgeloo-
pen zomer door de Nationale Federatie Het
Wit-Gele Kruis en de Besturen van de Vrou
welijke Jeugdorganisaties aan het Hoofdbestuur
van het Nederlandsche Roode Kruis het aan
bod gedaan helpsters op te leiden, om aldus het
bestaande tekort op te heffen. Dank zij veler
medewerking kunnen binnenkort niet minder
dan 3000 katholieke helpsters ter beschikking
van het Roode Kruis worden gesteld. Bedenkt
men, dat bovendien nog onder auspiciën van
de Veréeniging van Katholieke Ziekenhuizen
eenige duizenden religieuzen werden opgeleid,
dan mag met voldoening geconstateerd worden,
dat dit initiatief van katholieke zijde met vol
ledig welslagen beloond is.
Getracht zal worden in die plaatsen, waar
nog een tekort bestaat, alsnog eenige cursusgen
te organiseeren, terwijl het in de bedoeling ligt
de helpsters, die werden opgeleid, regelmatig te
laten oefenen.
De eerstvolgende gewone audiëntie van den
minister van Justitie zal gehouden worden Vrij
dag 5 Januari 1940.
De minister van Economische Zaken heeft
benoemd tot secretaris van de commissie var.
advies voor de Nederlandsche Akkerbouwcen
trale mr. H. Craandijk te Rotterdam.
Men moet in Heinola zijn geweest, om de
ontwrirchte levens te zien van poovere, hard
slovende boeren, van grijze oude vrouwtjes,
die op haar levensavond nog van huis verdre
ven werden, van jonge moeders met baby's
op den arm en hummels ran kinderen, die nog
niets begrijpen. Zij zijn het, die in eerste in
stantie den hoogen, harden prijs moeten be
talen van Leningrads aangevochten beveili
ging....
Hard kraakt de vorst en grimmig houden de
kale besneeuwde boomen hun takken overeind,
als bij het eerste daglicht een kleine auto
colonne Helsinki verlaat en een groepje bui-
tenlandsche journalisten aldus in staat wordt
gesteld, om Heinola en zijn tijdelijke bewoners
te leeren kennen. Dat eerste daglicht is nog
héél vaag en héél onwezenlijk. Moeizaam schijnt
de schemering van den nacht boven de ver
laten Finsche hoofdstad, waar de fabrieks
schoorstenen niet meer rooken, op te willen
trekken. Een nieuwe dag vangt aan, een nieu
we dag van strijdMet pijnigende beklem
ming wordt hij door honderdduizenden afge
wacht, maar de gevaren van dezen dag zijn
ook de gevaren van morgen. En het heeft geen
zin in een oorlogshaard als deze de momen
ten van vertwijfeling en ongewisheid te tellen.
De dreunende orkaan van geschutvuur over
stemt den angstschreeuw van den brozen men-
schelijken mond en het metaal spreekt een
taal, die nog rauwer is dan die van het bloed.
Als de laatste nevels van den nacht zich heb
ben opgelost, is Helsinki weer de witte stad
van het Noorden geworden, zooals men haar
het liefste kent. Alleen de sneeuw is wat ijler
geworden, de straten leeger en de menschen
nog zwijgzamer. Maar ook de sneeuw, die neer
dwarrelt onder den spelenden cadans der vlok
ken kan niet de bloedende wonden verhullen,
die bommen daar hebben opengescheurd.
Slechts heel zelden komen wij onderweg een
voorbijgonger of een anderen passeerenden auto
tegen. Menschen en benzine zijn schaarsch in
de contreien, die tusschen Helsinki en Heinola
liggen. Hoe verder de hoofdstad achter ons is,
des te smaller de landweg dreigt te worden,
waarover glibberend en slippend de auto's zich
een weg banen. Er kan slechts betrekkelijk
langzaam worden gereden, zoodat het minstens
een uur of vijf zal duren vóór wij in Heinola
belanden. Het eenige verkeer, waarop men in
deze wereld van sneeuw, ijs en isolatie stuit,
schijnen de volwassenen en kinderen te zijn,
die op verkleinde ski's een sleetje voor zich
uit duwen. Zóó worden ook de boodschappen
gedaan in deze afgelegen gehuchten, die een
klein onzegbaar droef en stil wereldje op zich
zelf vormen.
Even voor Heinola houden we stil in het
stadje Lahti, dat in normale tijden 25.000 in
woners telt, maar nu ook grootendeels verla-
tenis. Een Russisch bombardementsvliegtuig
heeft ook dit stedeke willen treffen. Op een
afstand van 50 meter van het station en het
spoorwegviaduct werd daar op een eenvoudig
boerenhuis een last van 250 Kg., bommen neer
geworpen. Het huis werd in letterlijken zin in
elkaar gedrukt. De bommen, die voor het sta
tion of het viaduct waren bestemd, vernielden
niet de spoorwegverbindingen, doch het leven,
have en goed van een Finschen boer, die daar
heel alleen was achtergebleven. Kort tevoren
hadden zijn vrouw en kinderen deze ongeluks
plaats verlaten. Ook hij had tot de velen be
hoord die tot het laatst optimistisch waren ge
bleven.
Ook over Heinola hangt, als wij daar even
later aankomen, de stilte van een afgezonderd
winteroord het doodsche zwijgen van de
Omtrent het passagiersvervoer met autobus
sen op de a.s. Kerstdagen en Oud- en Nieuw
jaarsdag deelt de Regeeringspersdienst mede
zulks in verband met een onjuist dagbladbericht
dat voor zoover in verband met de bijzondere
tijdsomstandigheden de Nederlandsche Spoor
wegen of andere openbare vervoerdiensten, niet
voldoende in de vervoerbehoefte kunnen voor
zien, door het verleenen van toestemming voor
ongeregeld vervoer krachtens de wet Autover
voer Personen desgevraagd de noodige verrui
ming van vervoergelegenheid zal worden ver
schaft.
BATAVIA, 20 Dec. (Aneta). De advent-rede
van H. M. de Koningin is in Indië met groote
belangstelling beluisterd.
De gemeenteraad, welke juist bezig was aan
een begroertingsvergadering, schorste de zitting
om de leden en het publiek in de gelegenheid
te stellen de rede te beluisteren. Dit geschied
de ook in een vergadering van de vereeniging
„Groot Batavia".
In den ouderdom van 72 jaar is te 'e-Gra-
venhage overleden Jhr. mr. J. C. Stoop, oud
directeur van de Twentsche Bank te Dordrecht.
De eere-medaille der orde van Oranje-Nassau
in goud is toegekend aan J- H. van Vianen,
employé bij de Ned. Ind. Mij. tot voortzetting
der zaken van der Linde en Teves en R. S.
Stokvis en Zonen Ltd. N.V. te Soerabaja.
Voor het tijdvak van 1 Januari tot 1 Juni
1940 is weder benoemd tot tijdelijk assistent aan
de Landbouwhoogeschool, te Wageningen, C.
Mastenbroek, aldaar.
Aan W. J. Hoogteyling, referendaris aan de
Algemeene Rekenkamer, is met ingang van 1
December 1939 eervol ontslag als zoodanig ver
leend.
Met ingang van 1 Januari 1940 zijn bü het
departement van Financiën bevorderd:
Tot hoofdcommies J. P. Wx. Kuin, thans
commies en tot commies A. T. M. Blankhart,
thans adjunct-commies.
Benoemd is tot (tweeden) secretaris van den
Raad van Beroep voor de directe belastingen
te Alkmaar, mr. A. Prins, advocaat en procu
reur te Alkmaar.
Op grond, dat de heer J. P. te Buitenpost,
hoofd van den luchtbeschermingsdienst aldaar
is hebben Ged. Staten van Friesland hem niet
toegelaten als lid van den raad der gemeente
Achtkarspelen, waaronder Buitenpost ressor
teert.
De heer P. kwam voor dit besluit in beroep
bij de Kroon.
Bij K.B. is thans dit beroep ongegrond ver
klaard uit overweging, dat de heer P. onderge
schikt is aan den burgemeester en moet wor
den aangemerkt als ambtenaar in den zin der
wét.
De hoofdingenieur-directeur van den Rijks
waterstaat, belast met de uitvoering van den
dienst der Zuiderzeewerken heeft aanbesteed
het onderhoud gedurende het jaar 1940 van:
le. Den Afsluitdijk van de Zuiderzee tusschen
Wieringen en de Friesche kust nabij Zurig, met
bijbehoorend hoofd, aansluitende terreinen, ha
vens en havendammen te Kornwerderzand,
Breezand en Den Oever, en van de aanwezige
Rijksgebouwen met bijkomende werken;
lb. De kunstwerken in den afsluitdijk te Den
Oever en Kornwerderzand met bijkomende
werken;
2. Het op den Afsluitdijk gelegen gedeelte van
Rijksweg no. 9.
De laagste inschrijver bleek te zijn de firma
J. G. en M. J. van Oordt te Utrecht en Werken
dam, in massa voor f 210.461.
Voorts heeft deze hoofdingenieur aanbesteed:
Het onderhoud gedurende 1940 van:
1. De Rijkszeewerken op Wieringen.
2. De Noorder- en Zuiderhaven nabij Den
Oever en andere voltooide Zuiderzeewerken al
daar, de nieuwe haven te De Houkes. alsmede
verschillende grond- en kunstwerken, behoo-
rende tot den Amsteldiepdijk, den Balgzand-
Aan de memorie van antwoord aan üe Tweede
Kamer inzake het wetsontwerp tot verlenging
en wijziging van de wet van 4 Maart 1935 is
het volgende ontleend:
Naar aanleiding van het door verscheidene
leden in het voorloopig verslag naar voren
gebrachte bezwaar- tegen de met verlenging
van de wet van 4 Maart 1935 gepaard gaande
wijziging, hierin gelegen, dat daardoor de po
sitie van de gemeenten met betrekking tot de
z.g.n. extra- en belastingbijdragen wordt ver
zwakt, wijst de regeering er op, dat ingevolge
de artikelen 9, lid 2 en 12, lid 3, van het thans
van kracht zijnde uitvoeringsbesluit de toeken
ning van de bijzondere bijdragen evenzeer
langs den weg van subjectieve beoordeeling
plaats heeft. Dat de gemeente momenteel een
bepaalde aanspraak op zoodanige bijdragen
zouden kunnen doen gelden, zooals de hier aan
het woord zijnde leden van meening zijn, is dan
ook niet in overeenstemming met de huidige
voorschriften. De voorgestelde wijziging zal dan
ook geen wezenlijke verandering brengen in de
toekenning van de verleende hulp.
De regeering is niet voornemens andere
maatstaven bij de toekenning van de bijdragen
uit bedoelden begrootingspost aan te leggen,
dan tot nu toe hebben gegolden bij het ver
leenen van bijdragen uit meergenoemd fonds.
Door bemiddeling 'van den Nederlandschen
zaakgelastigde te Belgrado is aan den com
mandant der marine te Willemsoord een pak
ket toegezonden, inhoudende wollen wanten en
oorbeschermers, welke eigenhandig eenige da
mes van de kleine Nederlandsche kolonie te Bel
grado ten bate van onze marine hebben gebreid.
Het dagelijksch bestuur van het Algemeen
Steuncomité 1939 deelt mede, dat het een gift
van f 5000 heeft ontvangen van Wessanen s
Koninklijke Fabrieken N.V. te Wormerveer.
V0f°ein8' tot moord zou woedend oproer ten ge-
b<Jïe hebben en oproer moest ten gevolge heb-
!?°eing tot redding; een poging tot redding,
W "icht bij het kamp, zou Bill kunnen beroo-
•fiüe Van het Ieven van Jan> waarop hij recht
hej.'lf6 hebben; Jan zou in het leven kun-
\t 'hijven en hij misschien met een knots lam
®n geslagen. Het helder verlichte brein van
hej. omvatte den heelen toestand en hij nam
?iin sluit geen kans te wagen nu het betrof
Smotsten vijand te dooden. En zoo ging hij
over met de grootste omzichtigheid, de
Vtp Idigste berekening, den vadsigen Jan te
<ii6 h. Die vadsigheid was zóó intens, dat hij,
uren tevoren woedend zou zijn gewor
dt: o°r een onbeschaamden blik van Bill, zich
s niet verroerde als deze zijn halsspieren
ÊrDfi.'e' Hh schoof alleen met een gerekt ge-
v*ede! Terwijl in Bill's verlichte hersenen
het geloei van gloeiende ovens en het meedoo-
genloos gedraai van snel gedreven machines
nagonsde. Met de grondelooze verachting, die
de zich steeds beheerschende asceet voor den
dronken losbol koestert, vervolgde Bill koelbloe
dig zijn taak om Jan uit zijn veilige plek naar
de wildernis te dringen. Na enkele oogenblikken
waagde hij het de zaak te verhaasten door een
van Jan's achterpooten met zijn tanden te ra
ken. Maar met welk een omzichtigheid! Hoe
heerlijk zou het zijn geweest zijn slagtanden er
zoo diep in te zetten, totdat hij been en spier
hoorde kraken. Maar dat zou den dood niet ten
gevolge hebben, doch wel redding kunnen bren
gen.
Het was prachtig, het was een triomf van
zelfbeheersching en fijn overlegde taktiek. Jan
stond snel doch met loome beweging op, terwijl
hij vinnig maar zacht gromde; het bracht hem
gemelijk twintig of dertig schreden nader bij
zijn vonnis en verder van het kamp. Een dozijn
schreden volgde Bill hem dreigend, steeds hem
opdringend om de juiste richting aan te geven.
Toen stond Bill stil, daar hij de kans niet wilde
loopen, dat Jan opzijde zou springen en terug
zou keeren naar het kamp. En daar zijn vervol
ger bleef staan, als hij het ook deed, bood Jan
weinig weerstand, en bewoog hij zich log voort,
de helling af en het diepe bosch in. Hij ging
nog twintig schreden verder, voor hij weer ging
liggen met een grom om te rusten. Die rust was
hem nu in zijn groote luiheid nog meer waard
dan al het vleesch ter wereld, en van nog groo
ter gewicht dan al zijn waardigheid, dan al zijn
trots als leider.
Met een geduld, dat geen Roodhuid overtrof
fen zou hebben, herhaalde Bill deze taktiek
twintig, dertig maal; maar altijd met dezelfde
wel overwogen nauwkeurigheid, met ruime tus-
schenpoozen tusschen elk nieuw begin, met be
rekening van de juiste uittartingen, die noodig
waren om Jan steeds verder de wildernis in te
drijven zonder gevaar te loopen de in hem sla
pende eigenschappen te wekken.
Maar, ofschoon hij het zelf niet wist en Bill
het bij geen mogelijkheid kon vermoeden, was
het toch een feit, dat er een zekere waakzaam
heid bleef bstaan, die aangroeide bij iedere tus-
schenpoos van Jan's gedwongen marschen. Het
scheen, dat, ofschoon hij onwillig zich voortbe
woog op Bill's listige aansporingen, Jan nau
welijks uit zijn zwaren slaap was gewekt, waar
in hij telkens gedompeld werd, als hij zijn lig
gende houding hernam. Zoo scheen het ten
minste. Zoo zag Bill de uitwerking van zijn dui-
velsch vernuftige taktiek. En indien Jan die
taktiek kon hebben begrepen, dan zou hij toe
gegeven hebben dat dit de uitwerking was. Zelfs
Bill met zijn helder doorzicht der gebeurtenis
sen van dezen nacht, wist niets omtrent het
onbewust geestelijk proces van een hond; of
schoon het waar is, dat het onbewuste ik een
grooter en voornamer rol speelt in een honden-
dan in een menschenleven.
Jan's bewustzijn werd geplaagd door een reeks
dingen, die zijn geest prikkelden en zijn rust
verstoorden. Zijn onderbewustzijn werkzaam
gedurende de tusschenpoozen, die hij oordeelkun
dig steeds meer verlengde, werd voortdurend
verontrust, steeds weer gewekt en telkens aan
houdend aangezet tot volkomen waakzaamheid.
Hij meende, dat Bill slechts een spelletje met
hem dreef, nu hij te veel gegeten had en daar
door slaperig was. Maar Bill met zijn helderen
kop en zijn gloeienden haat Bill wist beter.
En nu, nadat Jan met horten en stooten twin
tig of dertig malen gerust had en weer was
voortgegaan, zijn bewustzijn hem een gewaar
wording van voortdurende, onheilspellende on
behaaglijkheid bezorgde, terwijl nog altijd zijn
bewustzijn nauwelijks toeliet, dat hij zijn zware
oogleden ophièf, nu spande Bill, die incarnatie
van berekenende waakzaamheid, zijn prachtige
spieren op voor de daad, die den eersten ter
mijn van zijn belooning zou brengen, de be
looning voor zijn bewijs van superieure honden-
zelfbeheersching. Over enkele seconden zou Jan
weer in slaap vallen. Bill gromde noch knorde.
Hij had geen trortipet-signaal noodig. Hij maak
te niet meer geraas dan een kat, die op een
vogel toespringt. Toch sprong hij op den knip-
oogenden, half door slaap bevangen Jan toe.
alsof hij uit den mond van een kanon geperst
werd. Het was niet mogelijk, dat Jan in den
toestand, waarin hij zich dat oogenblik bevond,
den schok van dien woedenden aanval zou
weerstaan; hij deed het ook niet. Met zijn poo-
ten omhoog, draaide hij als een tol door de
lucht, en Bill wist, terwijl in zijn oogen een
flikkering van opgetogenheid lichtte, dat, raak
te Jan den grond, het enkel zijn zou om hem,
Bill, gelegenheid te geven hem in de keel te
grijpen, het doel van alle vechtende honden, en
om den dood te sterven, dien Bill den overwel
diger van zijn ambt zoo lang reeds had toege
dacht.
HOOFDSTUK XX
Het gevecht In het bosch
Het eenige, waar Bill niet op gerekend had,
was iets, wat hij ook onmogelijk had kunnen
weten; namelijk de kracht van Jan's onbewus
te ik, dat sinds eenigen tijd geheel ontwaakt
was.
Gedurende het oogenblik, dat Jan's lichaam
in de lucht zweefde, verrichtte deze bewuste ik
heid verscheiden wonderen tegelijkertijd. Ze
schokte Jan's bewustzijn geheel wakker. Ze
maakte hem de meening van verscheidene din
gen duidelijk, die voorgevallen waren sinds Jean
den eland geschoten had. Gebruik makend van
een spierstelsel, dat gedurende de laatste zes
weken bijna volmaakt geworden was, slaagde de
ikheid er in Jan bijna rechtop neer te laten
komen, in ieder geval op alle vier zijn pooten
en met een open bek naar Bill gekeerd in
plaats van hem op zijn rug te laten belanden,
zooals Bill zeer natuurlijk en logisch ver
wachtte.
Toen begon het gevecht tusschen Bill en Jan,
ex-leider en leider; de veteraan van een hond
uit het Noorderland, met een bijna leege maag,
precies in de goede houding en voorbereid, en
de nieuweling uit de buitenwereld, met een volle
maag, zwaar en onvoorbereid. Alles, of bijna
alles, was uitgekomen zooals Bill het uitgedacht
had. Ze waren op een veiligen afstand van het
kamp; Jan was opgeblazen en hij, Bill, was in
een uitstekende vech tconditie. Eén ding was
verkeerd: Jan behoorde, volgens de berekenin
gen van zijn vijand, met de pooten in de lucht te
liggen, zoodat hij zijn hals bloot gaf; in plaats
daarvan stond hij overeind, nog wel op een
kleine hoogte en wachtte met druipende kaken
Bill's aanval af. Bill kende geen vrees. Zijn
brein was even helder, zijn haat even vurig als
altijd. Maar het gegrom van den ontwaakten
Jan was ontzettend, en, zooals hij daar stond,
rechtop, met overeind staande nekharen, te
ruggetrokken lippen en zijn pooten als een
muur op den grond "geplant, was zijn omvang
geweldig. „Kom maar op," scheen zijn brullend
gegrom te zeggen. De vurige Bill sprong als een
bokser heen en weer. Woede vervulde hem,
maar geen enkel oogenblik benevelde ze zijn
gezicht. Jan's instinct zeide hem, zich stil te
houden en waarschuwde hem, dat hij nu te
zwaar was voor de bliksemsnelle vlugheid der
wolven; dat zijn eenige kans lag in zijn kracht
en dat hij die daarom dus sparen moest.
Woef! Ttsss!
Jan's rechteroor hing in twee stukken. Hij
trachtte een bestraffing uit te deelen met zijn
massieven schouder en een beet van zijn slag
tanden. Maar BUI scheen op het oogenblik van
den aanval alweer twee lengtes ver weg te zijn.
Jan ademde zwaar met een uitdagend gegrom.
Hup! Grrr!
(Wordt vervolgd.)