De „soldaten met sterren" de zoon van Finn ZN DE „BOVENTALLIGEN" DE REGISTRATIE VAN MOTOREN VRIJDAG 22 DECEMBER 1939 OVERZICHT TWEEDE KAMER van Nederlandsch fabrikaat Openingsrede van dr. ir. M. H. Damme Het verdwenen meisje De politie onderzoekt tivee speciale gevallen C.A.O. SCHILDERSBEDRIJF VERBINDEND VERKLAARD OPTREDEN VAN RESERVE- VELDPREDIKER IJSBREKER MAAKT DE VAART VRIJ DE „SLAMAT" IN GENUA Nadere beschikking van den mi nister van Economische Zaken Werkloosheid gestegen S.S. „VEGA" LIEP OP MIJN Zeventien schipbreukelingen in IJmuiden aangekomen In de week van 4 t/m 9 December Geen luchtgevecht boven Utrecht MILTVUUR TE PIJN ACKER Prins Bernhard ten paleize Soestdijk RANGEERDER GEDOOD ERNSTIGE AUTOBOTSING BIJ DE BILT Wijziging der Indische Staatsregeling Nederlandsch-Indisch Fabrikaat Ongeoorloofde prijsopdrijving in Indië Retributie voor vergunningen Van valsche aandeelen gebruik gemaakt UIT DE STAATSCOURANT Onderwijs P.T.T. Onderscheiding Burgemeesters Ondervoorzitter Defensie Opvoedingswezen Directeur huis van bewaring DOOR A. J. DAWSON (Van onzen parlementairen redacteur) DEN HAAG, 21 December. „Waarde collega van defensie! Mag ik U een goeden raad geven. Gij staat voor enorme uitgaven. Enkelen duiz'enden officieren moet gij tijdens de mobilisatie hooge Vergoedingen uitkeeren. Daarop kunt gij millioenen besparen. Doe aldus: laat al deze menschen ge hoon in hun functie, doch geef hun de vergoeding van een gewoon soldaat. Dat heeft vele voordeelen. Deze jongelui hebben dan iets om Handen; zij verdienen toch iets en zij Houden hun geoefendheid op peil. Wat meent ge? Ge zijt gebonden aan allerlei bepalingen nopens de Vergoedingen? Dat is „Onderwijs" ook. De onderwijzerssalarissen lig gen óók in de wet vast. En wat doet „Onderwijs?" Het benoemt Jonge rmenjchen, laat hen voor de klas staan, precies als een gewoon onderwijzer, geeft hun echter een Vergoeding, ongeveer gelijk aan die Van een gewoon soldaat en dat alles door dit eenvoudige kunstje: Het noemt hen geen „onderwijzer", doch „kweekeling met acte". Doe evenzoo, waarde collega, noem de officieren „soldaat met sterren" en gij zijt onder uw bepalingen uit. Gjj Hespaart millioenen. Dit schertsende beeld van een Erasmiaansche ^öienspraak, zooals de minister het later i^emde, tusschen de ministers van onderwijs en T^ensie, werd hedenmiddag opgehangen door heer Suring (R.K.) en het oogst groot sue* "e3 bij de heele Kamer en bij den minister, 'e dezen humor zeer wel kon apprecieeren en ,aderhand even droogleuk antwoordde, dat hij 5 heeren Suring's voorstel ter kennis zou bren- ^en van zijn ambtgenoot. Doch in ernst. bi het Nederlandsche onderwijs wordt mis lik gemaakt van den zoogenaamden „kwee kling met acte". Dat kan niet worden goedge- ™aat. Nóch als overgangs-verschijnsel, nóch in j h wettelijke regeling. Kan de minister niets :atl den financieelen toestand dezer jongelui (^anderen, laat hij dan tenminste eenige ver dringen in hun vooruitzichten brengen. Laat pi bijvoorbeeld hun kweekelmg-met-acte-jaren ^n meetellen bij de berekening van hun pen den of bij hun eventueele sollicitatie voor ^hoollioofd. Aldus de heer Suring, die in dit ^toog terzijde werd gestaan door tal van an- ere afgevaardigden. ^Daar was nog een kwestie, waar de heer vl)ring het zijne van moest hebben. De kwestie art. 56, tweede lid Lager Onderwijswet. Dit „!'*kel schenkt den minister de bevoegdheid lii ui bijzondere gevallen buiten de bepalingen de leerlingenschaal om een extra-onder- ^'JZer, een „boventallige" aan een school toe lijzen. De toepassing van dit artikel vergt minder dan 2.5 millioen. Nu heeft het de- ®rtement wel eenige richtlijnen vastgesteld, Sens welke die 2.5 millioen worden verdeeld ®&r wordt bijvoorbeeld een boventallig onder- 'JZer toegestaan wanneer een school een aan- ^bgsklas heeft met meer dan 50 leerlingen, l^new zij een gecombineerde klasse met twee jjjtjaren heeft. Doch wat is dat voor een rege- Wat houdt dit eigenlijk in? 0 at is een klein leerlingenschaaltje! Niet [i ar> waar het thuis hoort: in de wet, doch arbuiten! Objectieve normen, graag, maar in de wet! Minister Bolkestein stelde zich lh zijn antwoord op het standpunt, dat Voorzoover het aanbrengen van verbetering geld kost, er een be paalde volgorde in acht moet wor- d«en genomen. Wat het zwaarst is, 'boet het zwaarst wegen. Het *Waarst is de kwestie van de leer- khgenschaal. Deze staat dan ook voórop. Daarna volgen na elkander de kwestie der boventalligen en dan eerst die der kweekelingen-met *cte. ^Peciaal over de boventalligen sprak de vaster. Daar wordt inderdaad 2lA mnlioen w' Uitgetrokken, doch trekt men daarvan af ]f.ern°°k bij een eventueele verbetering van de ^°Ucl al moefc worden uitgegeven, dan eenenmalê onvoldoende voor een verbetering van de schaal. Ook ontkende de minister, dat hier normen buiten de wet waren gegroeid. Deze normen vormen geen „klein leerlingenschaaltje" doch wijzen slechts aan in welke gevallen van een bij zondere omstandigheid kan worden gesproken Voor het overige ook ook voor een herzie ning van de positie der kweekelingen-met-acte is het wachten zoo niet op een verbetering, dan toch op het opdoemen van eenige zekerheid in den financieelen toestand des Rijks. Bij de onderwijsdebatten bracht de heer Truyen (R.K.) nog de z.g. „vernieuwing van het onderwijs" ter sprake. In allerlei landen houdt men zich bezig met paedagogische ver nieuwing. Men verwerpt het klassikale systeem meer en meer om er een meer op de persoon lijkheid van den leerling en meer op de practijk van het leven gerichte methode voor in de plaats te stellen. De heer Truyen wenschte de ontwikkeling van deze nieuwe onderwijsmethoden in ons land blijkbaar actief te stimuleeren. Hij was ten minste teleurgesteld door het aarzelend ant woord van den minister te dezen aanzien. Was dat wel heelemaal juist? De heer Truyen zelf moest erkennen, dat men veel te weinig in ons land beseft, dat de bestaande wet een groote mate van vrijheid in de inrichting van het onderwijs laat. Van die vrijheid wordt in hooge mate gebruik gemaakt door de stichting van Montessori-, Decrolij- en andere scholen van individueel onderwijs. Behoort het tot de taak der overheid te dien aanzien stimuleerend op te treden? Moet op dit subtiele terrein, waar nog zoo véél in het stadium van het experi ment verkeert de overheid stimuleerend op treden? Is de vrijheid, die ook de heer Truyen in voldoende mate aanwezig acht niet voldoende? De Kamer heeft haar werkzaamheden beëin digd. in een kort en krachtig speechje heeft de voorzitter uitdrukking gegeven aan zijn te vredenheid en die der heele Kamer kan men wei zeggen over de snelheid, waarmee men dit jaar de begrooting heeft afgehandeld, met slechts drie avOnd- en in het geheel geen morgen- vergaderingen. en over de goede verhouding, die bestond tusschen Kamer en Regeering. Hij sprak zijn leedwezen uit over de omstandigheid, dal wij Kerstmis dit jaar onder zoo weinig vrede lievende omstandigheden vieren en wenschte zijn medeleden een Zalig Kerstmis en een Zalig Nieuwjaar. men goed 9 ton over en dat is ten Donderdagmiddag heeft de vereeniging „Ne derlandsch Fabrikaat" haar algemeene winter ledenvergadering in het gebouw Excelsior te 's-Gravenhage gehouden. De voorzitter der vereeniging, dr. ir. M. H. Damme, wees er in zijn openingsrede op, dat in tweeërlei opzicht zich min of meer belang rijke veranderingen aan ons voordoen. De eene is, dat de belangstelling voor vraag stukken, die onze welvaart en onze economi sche weerbaarheid raken, belangrijk is toege nomen, omdat iedereen voelt, dat alles ons dreigt te ontzinken, wanneer wij niet de aller uiterste krachten inspannen. Daarvan profiteert onze vereeniging in dien zin, dat de bodem daardoor vruchtbaar is voor al datgene, wat op verbetering van onze eco nomische omstandigheden is gericht. Zoo komt men vanzelf tot de tweede bijzondere omstan digheid, dat de verhouding tusschen den Ne- derlandschen producent en zün binnenlgndsche afnemers thans zoodanig is gewijzigd, dat °°k onze actie daar den weerslag van moet onder vinden. Het aantal gevallen, waarin er van keuze en dus van voorkeur gesproken kan zijn, is veel geringer dan vroeger, in die mate zelfs, dat het aanbevelen tot bet geven van voorkeur irreëel kan gaan schjjnen. Over de ontwikkeling der vereeniging spre kende, deelde de heer Damme mede, dat de netto toeneming van het ledental, vergeleken bij 1938 ruim 500 leden bedraagt. De stijging van de jaarlijksche bijdrage, in vergelijking met het vorig jaar bedraagt ongeveer f 6700. De belangstelling voor het nationaliteitsken- merk, het bekende V.N.F.-merk, beweegt zich ook in stijgende lijn, zooals uit de geregelde maandelijksche opgave in ons maandblad „Ne derlandsch Fabrikaat" blijkt. De propaganda, die door de vereeniging is ge voerd om de aandacht op dit merk te vestigen, heeft doel getroffen en het is dan ook de be doeling, met dezij bijzonderen vorm van propa ganda in 1940 krachtig voort te gaan. Spr. bracht de Nederlandsche Fabrikaatweek in herinnering. Binnenkort, n.l. op 31 Maart a.s. zal het 25- jarig bestaan herdacht worden. Wanneer spr. een vergelijking maakt tusschen de omstandig heden, waaronder de vereeniging werd opge richt in 1915 en nu, kan hij erop wijzen, dat op beide tijdstippen Nederland gebukt ging en gaat onder zeer zware economische moeilijkheden, maar tegelijkertijd, dat de toestanden van nu bijkans 25 jaar geleden en nu in velerlei op zichten gelukkig geheel verschillend zijn. Toen stond de Nederlandsche industrie nog lang niet op het Peü> dat zij thans heeft be reikt. Toen was de belangstelling van onze land- genooten voor hetgeen de Nederlandsche in dustrie beteekent en het groote belang dat zij voor de algemeene Nederlandsche welvaart heeft, nog vrijwel niet ontwaakt. Deze beide omstandigheden hebben zich ge lukkig in deze afgeloopen kwart-eeuw op zeer gunstige wijze verbeterd, mede dank zij het werken der vereeniging. Spr. besluit met de opwekking tot medewer king aan de instandhouding van onze econo mische kracht, mede als voorwaarde voor het behoud van onze onafhankelijkheid. Het geval van het meisje Joh. de Nigtere, dat sinds Zaterdagmiddag 18 November, tben zij er op uit ging om bij een firma aan het Singel te Amsterdam te solliciteeren, spoorloos is verdwenen, is voor de politie nog niet hopeloos. Talloöze gegevens omtrent het 18-jarige meis je. van wie herhaaldelijk een signalement met portret werd verspreid, kwamen in het bezit van de politie en het was voor commissaris W. H. Schreuder, die het onderzoek naar de vermiste leidt, zaak al deze gegevens, wanneer zij ook maar eenigszins naar een spoor zouden kunnen leiden, nauwkeurig te Onderzoeken. Thans resten de politie twee mysterieuze ge vallen, voorgekomen 22 en 23 November, waarin met medewerking van de betrokkenen licht zou kunnen worden gebracht. In de eerste plaats heeft een meisje dat veel op Joh. de Nigtere leek, in den avond van 23 November om half 12, loopende op den weg van Breda naar Dordrecht, ter hoogte van Ze- venbergschehoek den bestuurder van een mili tairen auto aangehouden en dezen gevraagd of hij ook naar Rotterdam reed. Op zijn ontken nend antwoord heeft zij hem den weg naar Rot terdam gevraagd. Omdat het toen echter al laat was. heeft het meisje voor dien nacht on derdak gezocht in de buurt. Den volgenden Ochtend, Donderdagochtend, tegen negen uur is zij, zooals degenen, bij wie zij den nacht heeft doorgebracht, hebben verklaard, met een vrachtauto met rooden motorkap in de richting Dordrecht gereden. De commissaris der 2e sectie te Amsterdam, bureau Marnixstraat 148, verzoekt den bestuur der van dezen vrachtauto zich tot het geven van nadere inlichtingen bij hem bekend te willen maken. Ook het meisje, dat met dezen vrachtauto is meegereden, en dat, naar de politie ter oore is gekomen, een groote gelijkenis vertoont met het vermiste meisje, van wie men echter veronder stelt, dat zij Jo de Nigtere niet is, wordt ver zocht zich bij de politie te willen melden: Mar nixstraat 148. Het tweede geval betreft een meisje, dat Woensdag 22 November, des middags ongeveer 4 uur, waarschijnlijk in een telefooncel in Den Haag of naaste omgeving, Loet C. Barnstijn's Filmstad heeft opgebeld. De telefoniste dezer onderneming deelde de politie mede, dat een vrouwestem had gevraagd of men iemand kon gebruiken voor de film. Zij meende een naam die klonk als „Annie van Nigte" te hebben ver staan. Daarop hoorde de telefoniste, dat de stem tijdens dit telefoongesprek tegen een derde zeide: „Waarom vind je het stom, dat ik mijn naam heb genoemd? Ze hebben hem toch niet verstaan." Ook deze vrouw of dit meisje verzoekt de commissaris der tweede sectie te Amsterdam, bureau Marnixstraat 148, zich bij hem te willen aanmelden tot het verstrekken van nadere in lichtingen. In de Nederlandsche Staatscourant van Don derdag is opgenomen een beschikking van den minister van Sociale Zaken van 21 Dec., waarbij een aantal bepalingen van de collectieve ar beidsovereenkomst voor hef schildersbedrijf al gemeen verbindend-zijn verklaard voor de werk gevers in dat bedrijf. De verbindendverklaring is geschied voor het tijdvak van 1 Januari tot en met 31 December 1940. Het Tweede Kamerlid Tilanus heeft aan den minister van Defensie gevraagd, of het op 12 December toegezegde onderzoek naar het op treden van den reserve-veldprediker dr. L. D. Terlaak Poot reeds is beëindigd? Zoo ja, is de minister bereid de resultaten van dit onderzoek mede te deelen? De ijsbreker „Harüngen" is Donderdagmorgen van Groningen naar Lemmer vertrokken en heeft op dezen weg de vaart vrij gemaakt. Ook tusschen Leeuwarden en Lemmer en Groningen en Leeuwarden kan weer gevaren worden. De Rotterdamsche Lloyd deelt mede, dat het ss. „Slamat" Donderdag te Genua is aange komen. De Rotterdam-Lloyd-Rapide, welke in aansluiting hierop rijdt, zal Zaterdagochtend om 6.16 uur te Roosendaal, 7.10 uur te Rotter dam D.P. en 7.33 uur te Den Haag H.S.M. aan komen. Bij beschikking van 21 December heeft de minister van Economische Zaken zijn beschik king van 1 December j.l., waarbij aan houders van benzine- en benzolmotoren, dienende tot andere doeleinden dan het voortbewegen van voertuigen, de verplichting werd opgelegd aan het Rijksbureau voor aardolieproducten opgave te doen inzake het gebruik van den motor en het verbruik van motorbrandstoffen en smeer olie, gewijzigd en aangevuld. De verplichting tot het doen van bedoelde opgave rust thans ook op hen. die na 2 De cember j.l. een dergelijken motor hebben aan geschaft. Zij, die in het tijdvak van 3 Decem ber t/m 21 December een motor hebben aan geschaft, moeten vóór 29 December as. hier van opgave doen aan het Rijksbureau en zij. die na 21 December een motor aanschaffen, moeten deze opgave doen binnen acht dagen na den dag, waarop de aanschaffing plaats vond. De opgave moet geschieden door invulling van een formulier, dat verkrijgbaar is bij liet Rijksbureau voor aardolieproducten. Met nadruk wordt er op gewezen, dat het hiet geen motorrijtuigen betreft, doch deze beschik king geldt uitsluitend motoren, welke dienen voor andere doeleinden dan het voortbe wegen van motorrijtuigen, zooals bootmotoren en motoren voor aandrijving van werktuigen Zij, die reeds aan deze verplichting hebben vol daan, behoeven vanzelfsprekend niet opnieuw een opgave in te dienen, tenzij de verstrekte gegevens betreffende den persoon van den hou der, of den motor, of wel het gebruik daarvan, inmiddels zijn gewijzigd, bijv.: door verhuizing van den houder, vervanging van den motor buiten gebruikstelling van den motor, enz. In deze en soortgelijke gevallen moet binnen acht dagen na den dag, waarop de wijziging plaats vond, hiervan schriftelijk kennis worden gege ven aan voornoemd Rijksbureau. Zoonoodig ontvangt de houder dan een nieuw formulier ter invulling. V., werd uit den wagen geslingerd en bleef hevig aan het hoofd bloedend bewusteloos liggen. Ver moedelijk heeft hij een schedelbasisfractuur be komen. Na door een officier van gezondheid te zijn be handeld, werd het slachtoffer in zorgwekkenden toestand naar het Stads- en Academisch Zieken huis te Utrecht vervoerd ert daar opgenomen. De personenauto werd totaal vernield. Gisternacht is op de Westergronden 't Zweed- sche, met hout geladen stoomschip „Vega", groot 1073 ton, gestrand. Het schip is in 1912 gebouwd en behoort thuis te Stockholm. Nader is gebleken, dat de „Vega" alvorens op de Westergronden te zijn gestrand, op een mijn is geloopen. Dif is reeds Woensdagavond om zes uur gebeurd. Het schip werd daarbij van voren getroffen. Onmiddellijk begaven de zeventien leden der be manning zich in de sloepen, waarna zij werden opgepikt door de „Venern", welk schip op en kele honderden meters achter de „Vega" voer. De „Vega" bleef op zijn lading, welke uit hout bestond, drijven en strandde later op den avond in de Westergronden. De, Zweedsche consul te IJmuiden, de heer L. Dijksen, was bij de aan komst van de „Venern" aanwezig, ten einde zich over de schipbreukelingen te ontfermen. Een ambulance-auto van het Roode Kruis stond gereed om de drie ernstig gewonden naar het Antonius-Ziekenhuis te Beverwijk over te bren gen. De drie lichtgewonde opvarenden werden, alvorens zij van boord gingen, door een genees heer behandeld. Vervolgens gingen zij met de ongedeerd gebleven leden der bemanning naar een hotel, ten einde wat op hun verhaal te ko men. De „Venern", die op weg was Van Pitea naar Antwerpen, zou hedenochtend om 4 uur haar reis vervolgen. Ik zelf stond in de pentry-room, aldus ver telde de stuurman aan een onzer medewerkers, toen de explosie zich voordeed, werd tegen den grond gesleurd en zag een flitsend wit licht voor mij. Direct begreep ik, dat wij op een mijn geloopen waren. Het is niet bekend of dit een Nederlandsche of een Duitsche mijn is geweest. Binnen enkele minuten lag het schip slagzij en moest men van den hoogen kant trachten het veege lijf te redden, om te voor komen, dat de deklast zou gaan rollen. De' zee was op dat moment erg ruw. Vooral het trans port van de gewonden veroorzaakte veel moei lijkheden. De bemanning heeft alles verloren. Aan boord van de „Venern" vernamen de ge redden per radio, dat nog een ander schip van dezelfde reederij in de Oostzee op een mijn was geloopen. Ook hiervan werd de bemanning ge red. De geredden zullen per trein naar Zweden terugkeeren. Wij ontvingen van den directeur van den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling eenige resultaten van de verzameling door het Centraal Bureau voor de Statistiek van de voorloopige gegevens over de week van 4 tPt en met 9 December 1939. Op 9 December 1939 waren bij de organen der Openbare Arbeidsbemiddeling ingeschre ven 293.392 werkzoekenden (276.436 mannen en 16.956 vrouwen). Hiervan waren 221.436 (209.940 mannen en 11.496 vrouwen) werkloos en waren 55.161 per sonen door overheidshulp tewerkgesteld bij cultuur-technische en administratief daarmede gelijkgestelde werken. Blijkbaar waren er 16.795 personen als werkzoekenden ingeschreven, die in het vrije bedrijf werkten, doch ander werk zochten. In de week van 4 tot en met 9 December 1939 waren bij gesubsidieerde vereenigingen met werkloozenkas aangesloten 590.762 personer onder wie 75.192 landarbeiders. Van de 515.570 verzekerden buiten de landarbeiders was het werkloosheidspercen tage 19.1 (in de vorige verslagweek van 20° tot en met 25 November 1939 was dit percentage 18.3). Voor de 590.762 verzekerden, met inbegrip van de landarbeiders, was het werkloosheids percentage 18.2. In de overeenkomstige verslagweek van De cember was het werkloosheidspercentage voor alle verzekerden in de laatste jaren als volgt (tusschen haakjes zijn vermeld de percentages, indien de landarbeiders buiten beschouwing wor den gelaten: 1932: 30.7 (30.7); 1933: 35.2 (32.1), 1934: 30.4 (30.6); 1935: 34.0 (34.2); 1936: 31.7 (31.6); 1937: 28.3 (28.8); 1938: 24.9 (25.2); 1939: 18.2 (19.1). De regeeringspersdienst meldt: Een der avondbladen heeft een bericht verspreid volgens hetwelk Donderdag boven Utrecht een luchtgevecht tusschen vreemde en Nederlandsche vliegtuigen zou zijn ge leverd. Dit bericht mist eiken reëelen grond. In de gemeente Pijnacker is onder het vee van den landbouwer J. W. de gevreesde be smettelijke veeziekte miltvuur uitgebroken. Maatregelen zijn genomen om verdere besmet ting te voorkomen. Z.K.H. Prins Bernhard, die sedert Woensdag ten paleize Soestdijk vertoeft, zal, naar wij ver nemen, heden naar Den Haag terugkeeren. Donderdagavond is op het stations-emplace ment te Delft de 43-jarige rangeerder J. Bok, vermoedelijk doordat hij struikelde, onder een rijdenden goederenwagen geraakt. De man was op slag dood. Hij laat een vrouw en twee kin deren achter. Donderdagmorgen te tien uur botste 'n kleine ne personenauto op den Rijksweg, welke buiten het dorp De Bilt om loopt, tegen een rechts van den weg geparkeerd staanden militairen vracht auto. De bestuurder van den personenauto, de heer BATAVIA, 21 Dec. (Aneta). Den Volksraad is om advies verzocht over een wetsontwerp tót wijziging van een aantal artikelen der Staats regeling, onder andere ter verruiming van ver schillende bevoegdheden van den Gouverneur- Generaal en van het College van gedelegeerden. Verder bevat dit -ontwerp een voorstel tot- verschuiving der zittingsperioden van den Volksraad en wel naar den termijn van 1 Sep tember tot en met uiterlijk 30 November en van 20 Maart tot en met uiterlijk 1 Mei. Tevens zal dan voortaan worden gesproken van hoofd zitting en van aanvullende zitting, inplaats van eerste-zitting en tweede-zitting Deze verschuiving wordt raadzaam geacht, in verband met het nog steeds gevoelde be zwaar tegen een te vroege behandeling van ds Indische begrooting. De uitbreiding van de bevoegdheden van den Gouverneur-Generaal omvat een verruiming van de mogelijkheid tot overdracht van het dagelijksch beleid, alsmede de opening van credieten ten laste van het eerste hoofdstuk (Uitgaven in Nederland). Aan het College van gedelegeerden wordt de bevoegdheid toegekend tot behandeling van aanvullende begrootingen, het slot van reke ningen,, geldleeningen ten laste van Neder- landsch-ïndië en tot uitoefening van het recht van petitie en van interpellatie, ook tijdens de extra-zittingen van den volledigen Volks raad. Voorts wordt de mogelijkheid geopend om le den van den Raad van Nederlandsch-Indië te belasten met opdrachten buiten Nederlandsch- Indië, terwijl bij ordonnantie aan locale raden de bevoegdheid zal kunnen worden toegekend tegen overtreding hunner verosdeningen met straf te bedreigen. De leeftijdsgrens van den president, den vice- president en de leden van het Hoog Gerechts hof, zal worden verlaagd tot zestig Jaar. BATAVIA, 21 Dec. (Aneta) Gisteren zijn kantoor en toonzaal te Batavia van de Ver eeniging Nederlandsch-Indisch Fabrikaat" geopend. De heer Heuterman, voorzitter der vereeni ging, sprak een kort woord bij de opening. BATAVIA, 21 Dec. (Aneta)/A.N.P.). De of ficier van Justitie te Batavia eischte tegen den heer K., agent van de Borneo Sumatra Handel Mij., drie boeten van respectievelijk f 1500, f 1125 en f 375, subsidair een hechtenis van resp. vier, drie weken en een week, wegens ongeoorloofde prijs-opdrijving. De uitspraak is op 27 December bepaald. BATAVIA, 21 Dec. (Aneta). Bij den Volks raad is een ontwerp-ordonnantie ingediend tot nadere aanvulling van de crisis-uitvoerordon- nantie, waardoor het mogelijk wordt gemaakt voor de afgifte van vergunningen retributie te heffen. De Rotterdamsche rechtbank heeft een 39-ja- gen vertegenwoordiger uit de hoofdstad veroor deeld tot een jaar en zes maanden gevangenis straf wegens het gebruik maken van valsche aan deelen. Van de vervalsching werd verdachte vrij gesproken. De rechtbank gelastte vernietiging van de aandeelen en teruggave van de schrijfmachine. Met ingang van 1 Maart 1940 is aan H. A. Vermeer, op zijn verzoek, eervol ontslag ver leend als leeraar aan de R.H.B.S. te Enkhui zen. Aan F. H. Maschhaupt is, op zijn verzoek, eer vol ontslag verleend als leeraar aan de R.H.B.S te Alkmaar en Enkhuizen. Met ingang van 16 Januari 1940 is aangewe zen als directeur van het P.T.T.-kantoor te Den Helder M. N. D. Augustijn, thans aange wezen als directeur van het Post- en Telegraaf kantoor te Wormerveer. Bevorderd is tot officier in de orde van Oranje-Nassau, dr. J. van der Hoeven, arts te Eefde, gemeente Gorssel Opnieuw zijn benoemd: Met ingang van 1 Januari 1940, tot burge meester der gemeente Engelen, A. P. J. Willem- se; met ingang van 15 Januari 1940. tot burge meester der gemeente 's-Gravenmoer. D. Smits; met ingang van 1 Januari 1940, tot burgemees ter der gemeente Olsterwijk, J. J. L. M. Ver- wiel; met ingang van 23 Januari 1940. tot bur gemeester der gemeente Putte, F. J. van de Ven; met ingang van 1 Januari 1940. tot bur gemeester der gemeente Rozendaal, D. M. M. ü'Hangest baron d'Yvoy van Mijdrecht; met in gang van 21 Januari 1940, tot burgemeester der gemeente Monster, G. W. Kampschoer; met in gang van 29 Januari 1940. tot burgemeester der gemeenten Oudenhoorn en Zuidland, G. van Andel; met ingang van 15 Januari 1940, tot burgemeester der gemeente Alkmaar, jhr. mr. F. H. van Kinschot; met ingang van 15 Januari 1940, tot burgemeester der gemeente Barsinger- horn, G. G. Loggers; met ingang van 4 Janu ari 1940, tot burgemeester der gemeente Schore, H. D, Trimpe; met ingang van 15 Januari 1940, tot burgemeester der gemeente Utrecht, mr, dr. G. A. W. ter Pelkwjjk; met Ingang van 31 Januari 1940 tot burgemeester der gemeente Loppersum, J. D. van der Munnik; met ingang van 17 Januari 1940, tot burgemeester der ge meente Kerkrade, G H. A. Habets; met in gang van 1 Januari 1940, tot burgemeester der gemeente Spaubeek, J. H. J. Visschers. Aangewezen is als ondervoorzitter van de commissie bedoeld in artikel 12 van de wet op het algemeen verbindend en onverbindend ver klaren van ondernemersovereenkomsten 1935 het lid dier commissie, prof, dr. N. J. Polak, te Rotterdam, Met ingang van 21 December 1939 is benoemd en aangesteld bij het reserve-personeel der landmacht, bij den generalen staf, tot reserve majoor voor speciale diensten, de reserve-kapi tein voor speciale diensten A. A. Lind, van dien staf. Te rekenen van 1 December 1939 is toege voegd als secretaris aan het algemeen college van toezicht, bijstand en advies voor het rijks tucht- en opvoedingswezen mr. M. B. van de Werk, thans tijd. Met 1 Januari 1940 is aan D. Roos, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als directeur van het huis van bewaring te Winschoten. Met ingang van 16 Januari 1940 is benoemd tot directeur van het huis van bewaring te Win schoten S. M. Greveüng, commies ter directie bij het hui» van bewaring te 's-Gravenhage. .he Massieve schouder, die zijn stoot gemist Hè„!'as tot aan liet been toe opengereten, een m Van vler duim en ln hetzelfde oogenblik •-'Cf, pals een kat twee lengten weggespron- tyf etl stak zijn roode tong tartend naar Jan *iZou Bil1 veel 'waard zijn geweest, indien %iE boos had gemaakt. Het was zelfs de Ntif Vvensci1 van den ex-leider, en op het mo- Cf, j^iin eenig doel om Jan's drift op te wek- *1$óarom schuifelde zijn puntige roode tong HejT? vlam heen en weer; telkens daar tus- °°r hoorde men zijn gegrom als een '"V, vaa onbeschaamde, spottende uitdaging. ?|üiat,VarKen! Jij bent heelemaal opgeblazen! lat keest, ik kan je wanneer en waar ik bloeden. Pak maar aan!", gromde Bill, iibè f. keen en weer en scheurde éen stukje k uit Jan's halskwabbé, daar waar hij 'tilt u afstamming van desdemona slechts t v» aard was- (B'j óen bloedhond is het ihi, fe" Óen kop tot de halskwabbé, zeer los en Jan was het al heel gauw op zijn nek harder geworden, toen zijn dichte vacht zwaar der werd.) Steeds weer, wel een dozijn malen, genoot Bill met volle teugen, terwijl hij als een weer licht op Jan afschoot en hem eiken keer tot bloedens toe verwondde, enkele malen tot op het been toe, om daarna weer terug te sprin gen, zonder er een haar bij in te boeten. Daarna overschatte Bill zich. Hij wilde twee maal bijten in één aanval en kreeg daardoor den vollen schok van Jan's bloedigen rechter schouder, zoodat hij viel, zooals het koren on der den sikkel valt. Tot zoo ver ging alles goed voor Jan hij had door dien stoot de overwin ning moeten behalen. Maar de waarheid is, dat Jan te veel elandsvleesch gegeten had. Hij dook voorover om Bill bij de keel te pakken was echter veel te laat en verloor meer bloed en haar uit zijn zijde op het oogenblik, toen Bill hem weer onverwacht aanviel, daar deze zich onhoorbaar in de zachte sneeuw had omgerold. Zoo zwaar als een stier ademde Jan, uoen hij zijn verdedigende houding weer aannam, en als een stier hield hij den kop slingerend en laag, alsof hij zijn moeilijke ademhaling daar- n ee wilde vergemakkelijken en zijn kaken be vrijden van het schuim, dat ze vulde. Hij bloed de nu uit ruim een dozijn wonden, die staken door de felle vorst. De vastgestampte sneeuw om hem heen zag rood van bloed en schuim. Bill bleef ongedeerd ên blijkbaar even kóel be rekenend als altijd. Op dit tijdstip zou iemand, die op Jan wedde 'als er zulk een roekeloos persoon had bestaan) gemakkelijk honderd tegen een hebben kunnen wedden tegen den grooten hond, wanneer er een publiek van ervaren Noorderland-bewoners bij dezen interessanten strijd tegenwoordig ge weest was. Het leek een spannend feit, dat geen enkel oogenblik om na te denken toeliet. Maar toch was Jan's geest vervuld met een aantal wonderlijke beelden, terwijl zijn massieve kop heen en weer zwaaide met een beweging, die Bill's haat nog aanwakkerde. Er was veel onderscheid tusschen Jan en den gewonden hond in doorsnee: het voorafgaande dient tot bewijs. Terwijl hij stond te zwaaien om aan Bill's bliksemsnelle aanvallen te ont komen, trokken allerlei beelden door een bloe dig waas aan zijn geestesoog voorbij; beelden, die dit heele gevecht veel verschrikkelijker voor hem maakten dan het voor de meeste honden geweest zou zijn. Het meest overheerschende beeld dat Jan zag, het beeld dat zich boven alle andere steeds weer op 't doek van zijn verbeelding bleef ver- toonen, was het beeld van hemzelf, liggend op zijn rug in de plat getreden sneeuw. Op dit beeld had Bill zijn kaken in Jan's strot en diens bloed vloeide weg, een vreeselijke stroom, die de sneeuw, zoover als hij zien kon, rood kleurde. Dan veranderde het beeld en toonde hem Bill, tevreden en triomfeerend, terwijl hij trotsch naar het kamp terugliep om zijn herwonnen leider-plaats weer in te nemen, en hijzelf. Jan, lag stijf, hulpeloos en dood op dat verlaten plekje in 't bosch, terwijl alleen het Noorder licht hem gezelschap hield. Een ander beeld toonde hem het kale ge raamte van den eland en zijn eigen ondoor dachte smulpartij met de rest van den troep, terwijl Bill, de meedoogenlooze, helderziende Bill, toekeek en niet meedeed. Jan begreep nu alles en verkropte zijn verbittering, toen hij be sefte, hoe listig alles bedacht was geweest en waardoor het kwam, dat zijn vijand van stalen veeren gemaakt scheen te zijn, die door elec- triciteit bewogen werden, terwijl hij, Jan, dik en onhandig was als een Engelsche huishond. Zoo zou het dus met deze bloedige geschif- denis gaan, dacht Jan, toen Bill, sneller dan een kogel, weer zijn druipenden rechterschou der aanviel. Er was nu geen spoor meer te vin den van die eigenaardige, koppige zegepraal, aan den buldog, die Jan gedurende de eerste zes aanvallen getoond had. Hij stond nog recht op en zijn nekharen stonden haast even steil overeind als voorheen. Maar de vlam in zijn diepliggende en nu omfloerste oogen was een dof roodsmeulende gloed geworden; hij verspil de geen adem meer met grommen en de be wegingen van zijn kop en zijn lichaam waren langzamer geworden. Langs de heldere beelden in zijn geest van deze gebeurtenissen schoten allerlei silhouetten van personen en voorvallen uit het verleden heen. Hij zag Dick Vaughan in zijn roode tu niek en broek met gele strepen, die op een kist zat met zijn, Jan's kop tusschen zijn knieën, terwijl zijn handen de lange ooren streelden die nu zoo vreeselijk gescheurd en bloedig wa ren. Hij zag den grooten grijzen, deftigen Finn, bedaard wandelend naast den baas en Betty Murdoch op de Downs van Nuthill, terwijl hij zelf heen en weer draafde van Betty naar den edelen hond, die zijn vader was. Hij hoorde Dick Vaughan's langgerekt gefluit en daarna den welbekenden roep: „Jan, jongen! Ja-an!" Toen hij deze roepstem hoorde, waaraan hij immer gehoor had gegeven, ontsloeg een ge heime kracht, die in Jan werkte, hem van den keten, die hem als het ware gevangen hield aan de gevolgen van zijn gulzigheid. Zijn hart zwol als antwoord» toen hij in gedachte den roep van zijn meester hoorde, totdat het nieuw vurig bloed door al zijn aderen tot in zijn verste ledematen scheen te zenden. Zijn zware kop schudde niet langer heen en weer. Hij was nu opgericht en een brullende, blaffende kreet ont snapte hem; hij wist niet waarom. Dat was wat men het psychologische moment noemt; juist op dat groote moment van Jan's werkelijk ont waken, deed Bill een nieuwe, geheel andere soort van aanval. Al eenige minuten had Bill, terwijl hij heen en weer schoot en zijn prooi steeds meer bloed deed verliezen, voordat hij den laatsten aanval deed, met ijskoud genot die zwaaiende beweging van Jan's kop gadegesla gen. Hij wist, dat het een beweging is, die aan duidt, dat een dier in het uiterste nauw gedre ven is, en hoe lager de kop hing, hoe hooger de vlammen van Bill's haat oplaaiden, want dit schuddende kop, zoo laag bij den grond, was het bewijs, dat het einde, waarnaar hij zoo lang en listig gestreefd had, nabij was. Op het oogenblik, dat Jan Dick's roepstem meende te hooren, spande Bill zijn spieren voor den doodelijken aanval. (De stier had genoeg gebloed. Nu kwam het staal in den nek?. Bill nam zijn sprong, terwijl het roode schuim van zijn slagtanden spatte. Onder dien sprong drong Jan's vreemd, blaffend gebrul tot hem door en gaf hem een huiveringwekkend voor gevoel. Hij was natuurlijk onkundig van de roepstem, die den eigenlijken Jan uit zijn suf heid had gewekt. Maar dat gebrul beteekende een doodvonnis en Bill schrok: hij aarzelde in zijn aanval, zooals een paard aarzelt bij een hoogen sprong. Dat gevaar had van voorbij- gaanden aard kunnen zijn. Maar hij maakte een tweede fout. De sprong was niet juist be rekend. Hij kwam te vroeg. De springer, die zich bewust was van een fout, bleef steken; hij was zich tevens vaag bewust van een geweldige verandering in Jan, aangekondigd door zijn schrikaanjagenden kreet. Bill smakte met een schok neer, vlak vóór zijn doel, zijn pooten verkeerd geplaatst en nu veranderde de heele toestand. Op dat oogenblik kwam de groote hond op hem neer als een steen, die int de lucht viel; de zonderlingste aanval, die ooit gedaan werd, zoo kwam het tenminste Bill voor, den vechtersbaas uit het Noorderland, die alleen den ontzettenden nek- greep kende, en die nooit den doodelijken greep had gezien, dien Jan's enorme vader, Finn, de wolfshond, altijd in praktijk bracht. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 3