Vereeniging voor R.K. Mulo in het zilver kranten P m A N 1 DAWSON ze snakken - er naar - „Hulp bij militaire werkzaamheden" w de zoon van Finn VRIJDAG 29 DECEMBER 1939 Z. H. Exc. Mgr. A. F. Diepen, oprichter der vereeniging, woonde de feestvergade ring te Utrecht bij Reden tot dankbaarheid Feestrede van den voorzitter Een historisch overzicht Toespraak Mgr. Diepen 509.000 meer voor Economische Zaken Rijksbureau voor rubber opgericht Lichamelijke Opvoeding 20-jarig bestaan der R.K. Veree niging herdacht Ontaarde moeder doodde haar kinderen Vier jaar gevangenisstraf tegen haar geëischt Rijksbureau chemische producten Dagbladprijsvraag kinderpostzegels Saamhoorigheids- gevoel DE FRAUDE TE DOORNSPIJK Een halve eeuw joaurnalist RECORD-AANVOER VAN EIEREN DE OVERSTROOMINGEN OP SUMATRA werpe men niet weg; stow ze op naar Uw vrienden en kennissen I onder de gemobiliseerden; LANDBOUWER VER ONGELUKT Vervoer van beendermeel UIT DE STAATSCOURANT Landmacht Raad van Arbeid Adviescommissie Ontslag burgemeesters Onderscheiding Ontslag veldprediker Landmacht Hulpaalmoezeniers Bekendmaking van den Opper bevelhebber van Land- en Zeemacht Let op postzegelvoorraad ft DOOR In het Jaarbeursgebouw te Utrecht werd Don- derdag te algemeene vergadering van de Ver eeniging voor R.K. Mulo gehouden, die tevens baar vijf en twintigjarig bestaan herdacht. De voorzitter, de heer L. Bot. kantte zich te gen een brochure van den Ned. Onderwijzers bond, waarin deze organisatie het monopolie van het Mulo-onderwijs voor zich opeischt. De exa mens namens de R.K. M.UL.O.-vereenigingen behoeven voor de andere in waarde niet onder te doen. Na veel strijd, aldus spr., hebben wij ver kregen, waarop wij recht hebben. Ondanks vele moeilijkheden, zooals salarisverlagingen enz. moet deze strijd niet verflauwd worden. Bijzonder werden verwelkomd de heer v. Nes hoofdinspecteur, mr. Fock en de heer van Loon, inspecteurs en de heer W. Wiltschut. voorzitter Van het Katholiek Onderwijzers Verbond. Medegedeeld werd, dat Z.H.Exc. de Aartsbis- Schop, mgr. dr. J. de Jong en de Minister van Onderwijs, de heer Bolkestein, bericht van ver hindering hadden gestuurd. Ook mgr. dr. van Gils, voorzitter van de R.K. Mulo-stichting, die om half tien in de kapel van het ziekenhuis St. Joan, de Deo" een H. Mis tot intentie der vereeniging had opgedragen, was verhinderd aanwezig te zijn. Het jaarverslag van den secretaris, den heer H. Mooren, vermeldde, dat het aantal vertegen woordigende leden op het einde van het vereeni- gingsjaar bedroeg 283, het aantal belangstellen de leden 682. Aan het begin van het jaar waren deze cijfers resp, 280 en 640. De voorzitter verzocht den leden eventueele Wenschen omtrent het Mulo-examen of Mulo- onderwijs in den loop van 1940 bii het bestuur kenbaar te maken. Een der leden hield naar aanleiding van de bestuursverkiezing een uitvoerig betoog, waarin hij als zijn overtuiging uitsprak, dat het tegen woordig bestuur niet voor alle behoeften van het Mulo-onderwijs ontvankelijk is. Z.i. wordt bij het onderwijs te veel gelet op nuttige kundig heden en te weinig rekening gehouden met de psychische verschillen der leerlingen. Door een groep leden, waartoe spr. behoorde, was daarom een actie gevoerd en een candidatenlijst inge diend, die het mogelijk maakte, dat ook vrouwe lijke leerkrachten in het bestuur worden opge nomen. Zoowel van bestuurszijde als door enkele leden werd tegen de uitlatingen van bedoeld lid geprotesteerd. Na de werkvergadering des morgens hield de Vereeniging voor R.K. Mulo Don derdagmiddag ter gelegenheid van haar 25-jarig bestaan een feestvergadering, die werd opgeluisterd door de tegenwoordigheid van Z. H. Exc. Mgr. A. F. Diepen, bisschop van 's Hertogenbosch. In zijn welkomstwoord zinspeelde de voorzit ter, de heer Bot, op den dag van Onnoozele Kinderen, waarop deze feestviering valt en be groette hij mgr. Diepen als den vader van de Vereeniging, welker leden hem als zijn kinderen omringen. Met dankbaarheid herdacht spr. hoe mgr. de vereeniging 25 jaar geleden heeft op gericht. De statuten, welke mgr. destijds heeft ontworpen, zijn steeds richtsnoer voor het werk der vereeniging gebleven. Voorts werden de vertegenwoordigers van den R.K. Schoolraad, het Algemeen Schooltoezicht en van de neutrale Mulo-vereeniging welkom geheeten. De geestelijke adviseur, mgr. W. v. d. Hengel, memoreerde eveneens met groote erkentelijk heid het aandeel, dat mgr. Diepen in de oprich ting van de R.K. Mulo-vereeniging heeft ge had, waarna de vergadering den stichter een hulde-lied toezong. Dan was het de beurt aan den voorzitter, Om mgr. v. d. Hengel, die gedurende 25 jaar geestelijke adviseur is, te huldigen. Spr. noem de mgr. den uitbouwer van de organisatie, die door zijn aanwezigheid aan de vergaderingen steeds veel cachet gaf. In een feestrede ging de voorzitter vervol gens de ontwikkeling van de vereeniging na. Hij begon met een der harpzangen uit Vondel's David" te citeeren, om aan te geven de groote dankbaarheid, die bestuur en leden op dezen dag bezielen. De oprichting van de vereeniging had tot doel het godsdienstig element in het onderwijs vast te leggen en het lag voor de hand, dat haar bemoeiingen spoedig in de sfeer Van de kerkelijke overheid werden betrokken. Veel verdiensten hebben voor haar verworven 2. H. Exc. mgr. A. F. Diepen, mgr. W. v. d. Hengel, de zeereerw. heer W. R. de Jong en mgr. dr. P. J. M. van Gils, voorzitter van den H.K. Schoolraad. Opvoeding blijft steeds vooraan staan en het examen mag slechts beschouwd worden als de natuurlijke bekroning hiervan. Onze school, al- öus spr., is paedagogisch, omdat wij zelf pae- dagogen zijn. Spr. wees voorts op den strijd, die voor het Mulo-onderwijs gevoerd moest Worden, dat eerst als een „vondelingske" werd beschouwd, maar meer en meer gewaardeerd bleek te worden. Meer dan 100.000 kinderen bezoeken de Mulo-school. Behalve godsdienstige vorming streeft de vereeniging ook de opvoeding tot goede vaderlanders na. Was bij het binnenkomen van mgr. Diepen het „Aan U, O Koning der Eeuwen" gezongen, thans was het een geschikt oogenblik om het „Wilhelmus" aan te heffen. De secretaris, de heer H. Mooren, gaf hierna een historisch overzicht. Op 30 December 1913 werd in een vergadering van den R.K. School raad besloten, de oprichting van een R.K. Mulo- vereeniging voor te bereiden. Op 15 November 1914 volgde in hotel „Noord-Brabant" te Den Bosch de oprichtingsvergadering, waartoe 15 hoofden van scholen waren uitgenoodigd. Op Driekoningen van 1915 werd de eerste alge meene 'vergadering gehouden. 77 scholen had den reeds een vertegenwoordigend lid aange wezen. Het werk van de vereeniging in de eerste zes of zeven jarén kan getypeerd worden door het streven, het onderwijs aan de M.U.L.O.-school in katholieken geest te doen zijn. Spr. releveer de de actie, om te komen tot een eigen R.K. Mulo-examen. Deze aangelegenheid vormt een afzonderlijk hoofdstuk in de geschiedenis der vereeniging. Dit examen bestaat thans 15 jaar Vervolgens treedt een periode in, die geken merkt wordt door de opkomst en den groei van de Mulo-kringen. Ten slotte schetste spr. de verhouding van de vereeniging met andere organisaties. Hierop sprak Z. H. Exc. mgr. Diepen dë ver gadering toe. Mgr. zei met groote belangstelling en innig medeleven dezen dag te hebben door gebracht. Nooit heeft mgr. te midden van zoo veel onderwijzers en onderwijzeressen vertoefd als heden. De groote sympathie, die hij altijd voor het onderwijs en de onderwijzers had, heeft hij bij het bestijgen van den bisschopszetel nooit afgelegd. Ik weet, aldus Z. H. Exc., dat gij nooit ophoudt, Onzen Lieven Heer aan het kind en het kind aan God te brengen. Ge hebt daarbij u zelf niet gespaard. Duizenden hebt gü voorbereid, om kinderen Gods en goede kinderen van het vaderland te zijn. Mgr. wenscht allen met het behaalde succes van harte geluk, daarbij tevens zijn dank betui gend voor de groote medehulp, aan den priester bij de opvoeding van het kind bewezen. Zeker dankt mgr. hen, die in zijn bisdom hebben ge werkt, maar hij is er van overtuigd, dat de andere bisschoppen in erkentelijkheid voor het geen in hun diocees werd verricht, niet onder zullen doen. De goede geest voor de degelijke vorming van de katholieke jeugd moet, volgens mgr., bij het gewone onderwijs nog beter uit komen dan by het enkele uurtje godsdienst onderwijs. Z. H. Exc. besloot zijn toespraak, met de vereeniging het beste voor de toekomst te wen schen en smeekte Gods zegen over haar werk af. Vervolgens complimenteerden enkele gasten het bestuur met het jubileum, te weten de heer Van Eindhoven namens de neutrale Mulo-ver eeniging. drs. Gerben namens den R.K. School raad, de heer Verbeeten, hoofdinspecteur, de heer Janse van de Chr. Mulovereeniging, de heer W. Wiltschut, voorzitter van het Katho liek Onderwijzers Verbond. De vergadering bleef hierna nog eenigen tijd in genoeglijke stemming bijeen. Blijkens het wetsontwerp tot wijziging en ver hooging van het Xe hoofdstuk der Rijksbegroo- ting voor 1939 stelt de minister van Economi sche Zaken voor een verhooging van den gewo nen dienst met 1.009.000, een vermindering van den kapitaaldienst met 500.000, alzoo een verhooging van den geheelen dienst met 509.000. Verschenen is de ruibberbeschikking 1939 no. 2. Rubber en rubberartikelen worden aangewezen als distributiegoederen in den zin van artikel 4 der Distributiewet 1939. Er wordt ingesteld een Rijksbureau voor rub ber te Amsterdam. De dagelijkschc leiding van het Rijksbureau berust bij een directeur, die bij de uitvoering van deze regeling optreedt namens den mi nister. Als directeur is aangewezen de heer H. van der Vaart. Er wordt ingesteld een commissie van bij stand. Tot voorzitter en leden dezer commissie zijn benoemd: Tot lid en voorzitter: jhr. mr. W. J. de Jonge. Tot leden: drs. G. Brouwers, ir. J. T. Duyvis, S. de Hoo, dr. ir. R. Houwink, en tot diens plaatsvervanger prof. dr. ir. A. van Rossem, R. N. Meyer, M. Nauta, W. F. Pahud de Mor- tanges, ir. E. L. C. Schiff, alsmede een door den minister van Defensie en een door den minister van Koloniën aan te wijzen vertegen woordiger. Tot secretaris: mr. J. F. de Jongh. De voorzitter van de commissie van bijstand is bevoegd contact-commissies in te stellen, welke den directeur op diens verzoek voorlich ten omtrent door dezen te treffen regelingen. Iedere onderneming is verplicht aan den di recteur schriftelijk het verzoek te doen, haar bij het Rijksbureau in te schrijven. Het verzoek moet geschieden binnen een week na den dag van in werking treding dezer beschikking. Artikel 11. lid 1 dezer beschikking luidt: Het is verboden rubber te bewerken, te ver werken, te doen bewerken of te doen verwer ken, zonder daartoe van den directeur verkre gen schriftelijke vergunning. Indien de bewer king of de verwerking wordt verricht door of ten behoeve van de bevoegde militaire autori teiten en instanties zal de directeur op daar toe door deze autoriteiten en instanties gedaan verzoek onverwijld een vergunning verleenen. Artikel 12, lid 1, luidt: Het is verboden rubber en autobanden te ver- koopen of af te leveren, zonder daartoe van den directeur verkregen schriftelijke vergun ning. Artikel 13, lid 1, luidt: Het is verboden rubber en autobanden te vervoeren, tenzij het vervoer is gedekt door een door of namens den directeur afgegeven ver- voerbewijs. Op het tijdstip van in werking treding dezer beschikking vervalt de rubber en rubberartike len-beschikking 1939 no. 1. Deze beschikking treedt in werking met in gang van 1 Januari 1940. Te 's-Hertogenbosch is het 20-jarig bestaan gevierd van de Nationale R. K. Vereeniging van Leeraren en Onderwijzers in de Lichamelijke Oefening. Na een werkvergadering van internen aard werd in hotel Noord Brabant de officieele herdenkingsbijeenkomst gehouden, onder pre sidium van den heer A. Tervoordt uit Den Bosch. De geestelijke adviseur, rector A. Vissers uit Veghel, thans aalmoezenier in het leger, woon de de bijeenkomst bij. Mgr. F. N. Hendrikx, vicaris-generaal van den Bisschop van 's-Hertogenbosch, eere-lid, sprak de feestrede uit. Hij herinnerde aan de moei lijke problemen, waarvoor de oprichters zich ge- plaats hebben gezien, vraagstukken, verband houdende met de katholieke beginselen. Wars blijvend van heidensche lichaamscultuur, gold het beginsel, dat het lichaam een tempel Gods is. Met groote vrijmoedigheid werd opgekomen tegen wat de katholieke opvattingen in de sport- beoefeningen niet gedoogden. Verkeerde begrip pen en minder juiste toestanden waren doorge druppeld ook in sommige katholieke kampen, maar de organisatie aarzelde niet den vinger op de wondeplekken te leggen. Het bestuur vervul de geen gemakkelijke, doch een noodzakelijke taak. Het mag als een bijzondere bladzijde gel den dat door krachtige medewerking van de R. K. Leergangen een eigen opleiding tot stand kwam voor katholieke leeraren. Dat thans in verschillende bisdommen bloeiende diocesane gymnastiekbonden bestaan, is op de eerste plaats te danken aan de initiatiefnemers en stu wers van de Nationale. De kerkelijke overheid is daarvoor zeer erkentelijk en bijzonder her dacht spr. den arbeid der oprichters, die reeds naar een ander leven zijn overgegaan: de heeren Nijsten, Verhoeven en pastoor De Groot. Na het dankwoord van den voorzitter werd de bijeenkomst gesloten en bleef men in ge noeglijk samenzijn bijeen. Dr. de Haas, de heer Weynen, secretaris der Kath. Onderwijzers Ver., Mgr. Dr. Van Gils es. boden gelukwenschen aan. Voor de Rotterdamsche rechtbank stond Donderdag terecht de 32-jarige werkster F. B. de V., uit Ridderkerk, beschuldigd, dat zij in Maart 1935 en in December 1938 haar pasge boren kind door middel van wurging om het leven had gebracht. Zij had de eerste maal het kindje begraven onder een kachel in de schuur. Het tweede kindje had zij in een zak gestopt en in een boonenveld "begraven. De Officier van Justitie, mr. F. M. Wilbren- ninck, noemde het gebeurde afschuwelijk en de verdachte een afgestompte, gevoellooze vrouw. De eisch luidde vier jaar gevangenisstraf. Uitspraak 11 Januari. Blijkens een wijziging van de Chemische Pro ducten Beschikking 1939 heeft de minister van Economische Zaken ingesteld een Rijksbureau voor Chemische Producten, waarvan het secre tariaat is gevestigd te 's-Gravenhage, Bezuiden- houtscheweg 64. De leiding van het Rijksbureau berust bij een bestuur, dat bij de uitvoering optreedt namens den minister. Tot voorzitter en leden van vorenbedoeld be stuur worden benoemd: Tot lid en vooratter: Prof. ir. I. P. de Vooys; tot leden: ir. P. Doyer, mr. E. D. M. Koning, ir. D. P. Ross van Lennep, ir. F. G. Waller, ir. E. Ruempol; tot secretaris: mr. A. Steinhauser. Het bestuur kan belast worden met de uit voering van een distributieregeling voor een of meer als distributiegoed aangewezen chemische producten. Vanmiddag is te 's Gravenha^e de beslissing gevallen in zake de dagbladprijsvraag ten be hoeve van de kinderpostzegels. Den prijs, wel ken H. K. H. Prinses Juliana beschikbaar heeft gesteld, heeft de heer A. Fey, te Rotterdam, gewonnen. Er waren in totaal 60.000 inzendingen ont vangen. De mobilisatie heeft naast de vele kwade ook nog goede zijden. Reeds eerder konden mooie staaltjes van goed aangevoeld saam- hoorigheidsgevoel en daadwerkelijke onderlinge naastenliefde worden geconstateerd, zoowel tus- schen militairen onderling, als tusschen mili tairen en burgerbevolking of tusschen burgers onderling. Een mooi voorbeeld moge hier niet onvermeld blijven. Een tweetal katholieke soldaten, „ergens in ons land", moest tijdens den Kernstnacht op schildwacht staan. De eene van 3 tot 5 uur, de andere van 5 tot 7- uur. Beiden zouden gaarne, zooals zij dat jaarlijks plachten te doen, de Nachtmis van 5 uur hebben bijgewoond. Dit jaar zou dat echter niet gaan.... Doch geen nood! Een wapenbroeder, tot de Gereformeerde Kerk of den Ned. Herv. godsdienst behoorende, (dit is ons niet precies bekend, maar doet er ook niet toe) ontdekte op eenigerlei wijze de stille verlangens van zijn collega's. Ofschoon hij dien nacht zelf geen wacht had, sprong hij om kwart over vier zijn bed uit, knapte een ge deelte van de wacht van no. 1 op, daarna van no. 2 en gaf zoo zijn beiden collega's gelegenheid tot het bijwonen van de Nachtmis. Een eenvou dige, doch zeer sympathieke daad van naasten liefde. Dergelijke feiten van wederzijdsche hulp, ook in kleine dingen, zijn er veel meer tè signaieeren in het militaire leven. Zoo vernamen wij dezer dagen uit Brabant, dat in plaatsen waar de gelegenheid tot gebruik van een kerkgebouw of anderszins voor aldaar gelegerde militairen van protestantsche huize ontbreekt, de katholieken op gezette tijden hun parochiehuizen aan hen afstaan tot het houden van godsdienstoefenin gen. Zoo moet het zijn! Moge uit dezen geest van wedérzijdsehe hulp en bijstand nog wat worden geleerd, als een maal de mobilisatie tot het verleden zal behoo- ren. Het is vruchtbaarder elkander hulp te ver leenen dan elkander te bestrijden. Zóó alleen kan het vrede op aarde worden voor allen, die van goeden wille zijn! Tijdens de behandeling der begrooting van de gemeente Doornspijk heeft de burgemeester, de heer U. de Vries, medegedeeld, dat het te kort op den gewonen dienst voor 1940, tenge volge van de malversaties, gepleegd door den oneervol ontslagen gemeente-ontvanger, is be groot op f 32.000. Daar komen nog bij de kosten van rechtskundigen bijstand en van het onder zoek naar den toestand der gemeentelijke ad ministratie. Men zal trachten, het fraude-tekort, dat f 135.000 bedraagt, in tien jaar in de begroo tingen te verwerken. Tot gemeente-ontvanger is benoemd de heer W. J. van Bruggen, thans tijdelijk ontvanger. De heer J. J. de Roode, een bekende per soonlijkheid in de kringen der dagbladschrij vers, zal op 1 Januari gedurende vijftig jaren zijn journalistieke werkzaamheden hebben verricht. Hij is nog steeds „in het vak", en le vert zijn deel aan de buitenlandsche beschou wingen in het dagblad, t}at hij jarenlang heeft gediend, „Het Volk". Van 1920 tot 1926 was de heer De Roode verbonden aan het Internationaal Arbeidsbu reau van den Volkenbond te Genève en ver vulde hij de eveneens aan de journalistiek ver wante functie van chef der afdeeling sociale verzekering en van leider van den dienst voor de verbinding met de arbeidersorganisaties in de verschillende landen. Op de eierenmarkt te Bameveld, de laatste markt van dit jaar, zijn over 1939 ruim hon derd millioen eieren aangevoerd, hetgeen circa 17 millioen meer is dan in 1938 en 34 millioen meer dan in 1937. Dit aantal van honderd millioen is in den tijd van het bestaan der eierenmarkt te Bax- neveld nimmer bereikt. MEDAN, 28 Dec. (Aneta) Voortdurende regens veroorzaken steeds meer overstroomingen, waardoor het wegverkeer zoowel naar Tand jongBalei en vierder Zuidwaarts, als naar Atjeh geheel is gestremd. Het treinverkeer ondervindt vertragingen door verzakking van dijken. Nabjj Kwalsimpang staat het water 1.40 M. hoog en bp den weg nabij Kisaran 30 centi meter. Bjj Siboga kwamen in den Fadanglawas-weg zware aardschuivingen voor, waardoor het ver keer aldaar minstens twee weken is gestremd. De regens houden aan over de geheele Oost kust en Atjeh. Te Staphorst is de 63-jarige landbouwer T. v. d. Veen, toen hij op zijn fiets reed, bekneld geraakt tusschen een hem achterop rijdenden auto, die door de gladheid van den weg slipte, en een lantaarnpaal. De man yas vrijwel op slag dood. Blijkens een beschikking van den minister van Economische Zaken is met ingang van 28 De cember 1939 tot wederopzegging verboden het vervoeren of doen vervoeren van dierlijk been dermeel en bloedmeel, benevens van de produc ten, welke dierlijk beendermeel en (of) bloed meel bevatten, uit de perceelen van „De Utrechtsche krachtvoerhandel „De Adelaar", te De Bilt. Ontheffing van dit verbod kan geschieden door den minister van Economische Zaken. Aan den reserve-majoor voor speciale diensten G. van Sitteren, van het vrijwillige landstorm korps motordienst, alsmede den reserve-officier van gezondheid der tweede klasse A. Schultz en den reserve-officier-tandarts der tweede klasse A. I. T. Overtveld, beiden van den geneeskundi gen dienst der landmacht, is eervol ontslag ver leend. Benoemd tot werkgever-lid van den Raad van Arbeid te Dordrecht J. M. Redelé te Dordrecht en tot plaatsvervangend-arbeider-lid van den Raad van Arbeid te Breda P. A. Veraart te Breda. Aan de heeren A. Hartog te Rotterdam en E. J. Weenink te Amsterdam is op verzoek eervol ontslag verleend als lid van de commissie van advies inzake de uitvoering van de zee- en luchtvaartverzekeringswet 1939. Tot leden van deze commissie zijn benoemd de heeren N. A. J. v. Zanten, secretaris van Lever Brothers en Unilever N.V. te Rotterdam en Chr. Rueb J.Gzn., oud-beheerend vennoot van de commanditaire vennootschap Jacobson, van den Bergh en Co. te Rotterdam, wonende te Wasse naar. Aan jhr. P. B. J. Vegelin van Claerbergen is op verzoek met 1 Januari 1940 eervol ontslag verleend als burgemeester der gem. Haskerland, onder dankbetuiging voor de langdurige dien sten, door hem in zijn betrekking bewezen. Aan P. Bergmeijer is op zijn verzoek met 31 December 1939 eervol ontslag verleend als bur gemeester der gemeente Onstwedde. Aan A. G. J. Mastboom is op verzoek met 1 Januari 1940 eervol ontslag verleend als burge meester der gemeente Oud- en Nieuw-Gastel, onder dankbetuiging voor de langdurige dien sten, door hem als zoodanig bewezen, vereenigingen. Benoemd tot ridder in de orde van Oranje- Nassau: P. Kaptein, secretaris der gemeente Aalsmeer. Benoemd tot ridder in de orde van Oranje Nassau F. van de Walle te Amsterdam, lid van het dag. bestuur van het Ned. Verbond van Vak- Aan ds. J. Fokkema, predikant te Delft, is op verzoek eervol ontslag verleend als reserve veldprediker voor den tijd van oorlog bij het leger te velde. In zijn rang is weder in dienst gesteld de gepensionneerde kolonel der artillerie G. L. M. H. Higlij. Met 1 Januari 1940 is aan den weleerw. heer C. A. van Duyse te 's-Gravenhage op verzoek eervol ontslag verleend als hulpaalmoezenier voor den tijd van oorlog bjj het leger te velde. De weleerw. heer A. S. A. A. van Lierop te Utrecht is benoemd tot hulpaalmoezenier voor den tijd van oorlog bij het leger te velde. De Opperbevelhebber van Land- en Zee macht, aangewezen voor de uitoefening van het militair gezag in elk in staat van oorlog verklaard gedeelte van het grondgebied des Rijks, heeft thans (waarover onlangs reeds is bericht) in overleg met het betrokken burgerlijk gezag, voor alle gemeenten des Rijks een verordening vastgesteld, waaraan wij het volgende ontleenen: Inwoners van elke gemeente des Rijks kunnen worden opgeroepen of aangewezen tot het verrichten van persoonlijke diensten, voor hulp bij militaire werkzaamheden. Onder militaire werkzaamheden worden be grepen werkzaamheden: a. tot het herstellen van de schade aan we gen, bruggen en soortgelijke werken, veroorzaakt door militaire operatiën, luchtbombardementen of militaire transporten; b. tot het aanleggen en opruimen van ver sterkingen; c. tot het aanbrengen en opruimen van hin dernissen en versperringen; d. tot het aanleggen, herstellen en afgraven van waterkeeringen, daaronder begrepen strand en oeververdedigingen. Ieder mannelijk inwoner, als boven be doeld, die den 18-jarigen leeftijd heeii bereikt en het 59ste levensjaar nog niet heeft volbracht, en naar het oordeel van de in het volgende lid te vermelden autoriteit geschikt is om bovenbedoelde persoonlijke diensten te ver richten, is verplicht om op het eerste bevel, op tijd 'en plaats bij dat bevel bepaald, aanwezig te zijn en de hem alsdan op te dragen werk zaamheden, overeenkomstig de daarbij te stellen eischen, te verrichten. Het bevel en de opdracht kunnen worden ge geven: a. door den officier, die met de uitvoering van de hierboven omschreven werkzaamheden is belast; b. namens de onder a bedoelde autoritei; door den burgemeester der betrokken gemeente. Het bevel en de opdracht worden in de eerste plaats gegeven aan die personen, die uit hoofde van hun beroep, voor zoover dat uit de gemeen telijke administratie blijkt, bijzondere geschikt heid bezitten tot het verrichten der» werkzaam heden. Indien op deze wijze niet de beschikking over het benoodigde aantal personen wordt ver kregen, zullen de verdere oproepingen zooveel mogelijk geschieden in volgorde van den leef tijd, aanvangende met de jongsten. In het bevel wordt vermeld, of het rijwiel van den opgeroepenen, zoo mogelijk, dient te worden medegebracht en van welk gereedschap hij, zoo mogelijk, moet voorzien zijn. Leden van de algemeene rekenkamer, hoofden van departementen van algemeen bestuur, leden van den Raad van State, leden van de Staten- Generaal, leden van de dagelijksche besturen van overheids- en semi-overhendslichamen, ge neeskundigen, apothekers en veeartsen, geestelij ken en bedienaren van den godsdienst, militairen in werkelijken dienst, personen, deel uitmakende van de Rijks- en Gemeentepolitie of van een gemeentelijk brandweerkorps en personen, die een verklaring van een geneeskundige overleg gen, waaruit blijkt, 'dat zij wegens ziekte, ziels- of lichaamsgebreken blijvend ongeschikt zijn om diensten te verrichten, zijn van deze werkzaam heden vrijgesteld. Slechts bij noodzaak, indien geen voldoend aantal andere personen beschikbaar is, worden het bevel en de opdracht, gegeven aan: perso nen, die een functie hebben te vervullen bij een luchtbeschermingsdienst, personen, die lid zijn van een vrijwillige burgerwacht, welke als zoo danig is toegelaten ingevolge de wet op de weer korpsen, personen, in dienst van een bedrijf, hetwelk opdrachten uitvoert ten behoeve van defensie-organen, voorzoover vanwege den minis ter van Defensie wordt verklaard, dat deze per sonen voor de uitvoering dier opdrachten in t be trokken bedrijf niet kunnen worden gemist, per sonen die werkzaam zijn bij een destructiebe drijf en personen, die lid zijn van een der trans portcolonnes van de Nederlandsche Vereeniging ,,Het Roode Kruis". Ter tegemoetkoming in de kosten van levens onderhoud van zichzelf en van degenen, voor wier levensonderhoud hij aansprakelijk is, wordt aan dengene, die persoonlijke diensten in den zin van deze verordening verricht, door den of ficier, in overleg met den burgemeester der ge meente, warin de werkzaamheden worden ver richt, een bedrag toegekend, berekend naar de normen, welke gelden voor het loon, hetwelk wordt betaald voor overeenkomstigen arbeid ter plaatse, waar de werkzamheden worden ver richt. Voor het eventueel gebruik van rijwiel en ge reedschap wordt een vergoeding toegekend. Het niet voldoen aan de bevelen, fordt ge straft met hechtenis van ten hoogste drie maanden. Ten aanzien van de werkzaamheden, in deze verordening bedoeld, worden de voorschriften der Arbeidswet buiten werking gesteld. De verordening kan worden aangehaald onder den titel „verordening hulp bij militaire werk zaamheden". Er wordt aan herinnerd, dat met ingang van 1 Januari as. de volgende postzegels buiten gebruik komen en dus waardeloos worden voor frankeering: de weldadigheidspostzegels (kin derpostzegels), uitgegeven in 1934, de herden kingspostzegels 40-jarig regeeringsjubileum H. M. de Koningin, de Willibrordherdenkingspost- zegels en de Spoorwegpostzegels. 33 Ze hadden geen handelsgoederen bij zich, aUeen het noodzakelijke hondenvoedsel en ""Ut tot het gerief der beidemannen diende; toch liep hun slede een extra groote anderhalf maal zoo zwaar als öie van Jean, niettegenstaande de tien in uit rekende conditie verkeerende honden van Bee ching's span. De ochtend was meestal al vergevorderd, ^anneer Beeching en Harry de wanorde van "Un amateurskamp begonnen op te ruimen; alle onmogelijke rommel van bedden, kookgerei (altijd vuil) en andere overbodige pakkage, die ^iemand in het Noorderland ooit meesleept. De dag was meestal half voorbij, eer ze eindelijk 'het hun praktische toebereidselen klaar waren. Dikwijls voegde een van de mannen dan nog niet onbelangrijk gewicht bij dat van de "alfbepakte en toch overladen slede; en Harry ^as op zijn zachtst uitgedrukt als baanbreker spoorzoeker van evenveel dienst als een "iihde kat. Een dozijn malen per dag werd er stilgehouden om de slecht geladen vracht der slede over te pakken en werd er dan meteen nog tijd verspild om sterke drank of andere versnaperingen te nuttigen. Er waren tijden, dat ze over een uitstekend pad niet meer dan twintig mijlen per dag aflegden; er waren tij den van slechte paden, dat Jean zelfs meer dan vijf en twintig mijl zou gedaan hebben en deze stoethaspels vorderden, met hun span van tien honden, nauwelijks acht of negen mijlen. Het was even onmogelijk voor Jan om zich onder deze omstandigheden trotsch op zijn lei derschap te gevoelen, als het voor eenig lid van het span was om tevreden of trotsch te zijn op zijn aandeel in het werk. Maar dat was het ergste niet. Gedurende de eerste twee dagen van den tocht merkte Jan met ontsteltenis, dat deze nieuwe meesters geen flauw begrip had den van het afmeten van het rantsoen honden voer, van het voeren op geregelde tijden, van de porties of de hoeveelheid. Ze voederden sommi ge honden, of allemaal, op elk uur van den dag en op elke onberedeneerde manier, die hun in viel. Bij den eersten en tweeden keer, dat ze rustten, gooiden ze bijvoorbeeld genoeg voedsel voor 3 dagen voor 't span op den grond, alsof het een kudde schapen of varkens was; daarbij kwam dan nog de afval van hun eigen maal en het gewone rantsoen hondenvoer, en alles lag op een slordigen hoop. Als ze op een fatsoenlijke manier gevoerd werden, zou Jan er wel op gelet hebben, dat de orde bewaard werd en dat er niet gestolen werd. Elke hond zou zijn eigen portie gehad hebben en geen een zou gehinderd worden. Maar met al zijn gevoel voor orde en discipline kon Jan toch geen wonderen doen. Hij kon on mogelijk een wanordelijke vuilnishoop in sma kelijke porties verdeelen. Hij moest zelf zijn aandeel veroveren en 't onvermijdelijk gevolg was, dat de zwakkere leden van het span te weinig of niets kregen. 's Avonds volgde ongehoorde losbandigheid nog een even ongeregelde uitdeeling en soms nog een in den morgen in den morgen, met de dagtaak nog vóór hen. Het gevolg er van was dit; dat er op deze reis geen hondenmaaltijden waren: alleen dagelijk sche hondengevechten, grauwen, twisten, wor- stellingen om eten, die bloed kostten en haat verwekten; schandelijke voorvallen, op zichzelf reeds voldoende om alle hoop op discipline van het span op te geven. De onvermijdelijke schok kwam op den twaalfden avond. Beeching had voor de heele reis met zijn kostbare span luchthartig op vijf tien dagen gerekend en in plaats daarvan duur de zij vijf en dertig. Het eenige gunstige punt van dien gedenkwaardigen dag was, dat hij het einde bracht aan Beeching's whisky-voorraad. Toevallig was dit tevens het eind van zijn goed humeur. Tot ontsteltenis van een reeds geheel gedemoraliseerd span bracht het tevens weer 't slordig toedienen van voedsel; evenals te vo ren werd het op een hoop gesmeten en bestond nu uit een voorraad, het halve dagr.antsoen van een hond. Deze wreede en vuile gewoonte toon de meer dan iets anders de ellendige luiheid en onbekwaamheid van de mannen, eigenschap pen die meestal een wreeder uitwerking hebben dan hardheid of overstrengheid. De drie volgende dagen brachten een zelfde uitdeeling voor de honden; niets meer. Nu was de avondvoering der dieren oorzaak van een af schuwelijken, bloedigen slag geworden. „Akelige, wilde beesten!", zei de Kruiperige Harry. „Bloed verloochent zich nooit," merkte Bee ching gewichtig op; hijzelf heette iemand van goeden huize te zijn. „Het zijn allemaal maar straathonden." De zoon van den deftigen Finn en de konink lijke Desdemona hechtte natuurlijk geen betee- kenis aan deze woorden, maar zonder het ge voel voor discipline, dat hem door vele geslach ten heen in het bloed zat. zou hij deze twee stoethaspels wel hebben kunnen wurgen om hun domheid en luiheid. Toen de mannen zelf honger begonnen te krijgen, spanden ze zich niet in om die ellende moedig te dragen, maar sloegen integendeel hun verzwakt span op erbarmelijke wijze, wanneer de dieren veilig ingespannen waren; en gingen op andere tijden als echte lafaards voor de arme dieren uit den weg. Harry wierp met zichtbare vrees den honden hun karig kwart of half rantsoen toe; als Beeching er niet geweest was, zouden de stumperds misschien van hon ger zijn omgekomen, terwijl er nog voedsel in de slede was. Misschien behoedde het feit, dat Beeching nooit zoo laag gezonken was als Harry, hen voor deze misdaad. Maar hij hd niet veel reden om trotsch op zichzelf te zijn, want men heeft daarginds nooit het feit vergeten, dat toen hij eindelijk met zijn droevig verminderd span de kust bereikte, de honden een week lang niet uit het tuig waren geweest. Meneer Beeching en zijn waardige compagnon waren bang geweest om de beesten uit te spnnen en ze zoo buiten 't veilig bereik van hun zweepen te laten. De noodlottig onverstandige Gutty was de eerste, die bezweek. Fish versloeg hem voor een stukje voedsel, dat hij gepakt had en toen het span de plek, waar hij gevallen was, verliet, was er eenvoudig geen Gutty meer over. Poll, de kleinste der twee teven, stierf onder Harry's zweep onder het handvat anders had ze, evenals Jinny, de zee nog wel bereikt, want haar geslacht had de karaktertrek haar mede honden te beschermen en niet de nu half ver hongerde en krankzinnige clowns, die haar voortdreven. Langzamerhand was alle onnoodige ballast, uitgezonderd de magere overblijfselen van het voedsel voor de mannen, overboord geworpen. De honden maakten een maal van de mooie, waterdichte lakens, en Jan at Beeching's mooi ste Indiaansche schoenen op. De heele geschie denis is een ellendig en schandelijk verhaal, dat niet gerekt behoeft te worden. Eerlijkheidshalve moet worden vermeld, dat Beeching te voet was (bezig op Jan's uitste kende schonken te hameren), toen ze op den avond van den vijf en dertigsten dag het stadje binnenstrompelden. Harry lag te kreunen op de slede, te mank volgens zijn zeggen om te loopen en te verachtelijk misschien, dat de dood hem zou opmerken. Hij had daar al drie dagen gelegen. Het span van tien prachtige honden van vijf weken tevoren bestond nu uit zeven magere, waggelende schepsels, elk was een bee- nig geraamte, bedekt met geronnen bloed en wonden, en leed ongelooflijke pijnen bij eiken waggelenden stap En gezamenlijk waren ze misschien (volgens de marktprijs) voor een zeer speculatieven hondendokter tien dollar waard. Ze hadden den betreurenswaardigen Beeching drieduizend gekost. Het is een feit, dat Pad stierf, toen ze slil hielden, en twee van zijn makkers wejden ver lost, terwijl ze nog in het tuig stonden. Jan, Jinny en twee anderen leefden nog aan het bittere einde van dezen tocht, die vermoedelijk wel de ellendigste, slechtst georganeseerde tocht was, die ooit over dat beroemde pad was ge maakt. HOOFDSTUK XXIII Jan gehoorzaamt bij de poort des doods Mannen van ervaring waren het er over eens, dat het alleropvallendste van Chechaquo Bee ching per slot niet bleek te zijn ongelooflijke luiheid of misdadige domheid, maar zijn voort durend geluk. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1939 | | pagina 3