Vereeniging voor R.K. Mulo
in het zilver
kranten
P m A N 1 DAWSON
ze snakken
- er naar -
„Hulp bij militaire
werkzaamheden"
w de zoon van Finn
VRIJDAG 29 DECEMBER 1939
Z. H. Exc. Mgr. A. F. Diepen,
oprichter der vereeniging,
woonde de feestvergade
ring te Utrecht bij
Reden tot dankbaarheid
Feestrede van den voorzitter
Een historisch overzicht
Toespraak Mgr. Diepen
509.000 meer voor
Economische Zaken
Rijksbureau voor
rubber opgericht
Lichamelijke Opvoeding
20-jarig bestaan der R.K. Veree
niging herdacht
Ontaarde moeder
doodde haar kinderen
Vier jaar gevangenisstraf tegen
haar geëischt
Rijksbureau chemische
producten
Dagbladprijsvraag
kinderpostzegels
Saamhoorigheids-
gevoel
DE FRAUDE TE DOORNSPIJK
Een halve eeuw joaurnalist
RECORD-AANVOER VAN
EIEREN
DE OVERSTROOMINGEN OP
SUMATRA
werpe men niet weg;
stow ze op naar Uw
vrienden en kennissen
I onder de gemobiliseerden;
LANDBOUWER VER
ONGELUKT
Vervoer van beendermeel
UIT DE STAATSCOURANT
Landmacht
Raad van Arbeid
Adviescommissie
Ontslag burgemeesters
Onderscheiding
Ontslag veldprediker
Landmacht
Hulpaalmoezeniers
Bekendmaking van den Opper
bevelhebber van Land- en
Zeemacht
Let op postzegelvoorraad
ft DOOR
In het Jaarbeursgebouw te Utrecht werd Don-
derdag te algemeene vergadering van de Ver
eeniging voor R.K. Mulo gehouden, die tevens
baar vijf en twintigjarig bestaan herdacht.
De voorzitter, de heer L. Bot. kantte zich te
gen een brochure van den Ned. Onderwijzers
bond, waarin deze organisatie het monopolie van
het Mulo-onderwijs voor zich opeischt. De exa
mens namens de R.K. M.UL.O.-vereenigingen
behoeven voor de andere in waarde niet onder te
doen. Na veel strijd, aldus spr., hebben wij ver
kregen, waarop wij recht hebben. Ondanks vele
moeilijkheden, zooals salarisverlagingen enz.
moet deze strijd niet verflauwd worden.
Bijzonder werden verwelkomd de heer v. Nes
hoofdinspecteur, mr. Fock en de heer van Loon,
inspecteurs en de heer W. Wiltschut. voorzitter
Van het Katholiek Onderwijzers Verbond.
Medegedeeld werd, dat Z.H.Exc. de Aartsbis-
Schop, mgr. dr. J. de Jong en de Minister van
Onderwijs, de heer Bolkestein, bericht van ver
hindering hadden gestuurd. Ook mgr. dr. van
Gils, voorzitter van de R.K. Mulo-stichting, die
om half tien in de kapel van het ziekenhuis
St. Joan, de Deo" een H. Mis tot intentie der
vereeniging had opgedragen, was verhinderd
aanwezig te zijn.
Het jaarverslag van den secretaris, den heer
H. Mooren, vermeldde, dat het aantal vertegen
woordigende leden op het einde van het vereeni-
gingsjaar bedroeg 283, het aantal belangstellen
de leden 682. Aan het begin van het jaar waren
deze cijfers resp, 280 en 640.
De voorzitter verzocht den leden eventueele
Wenschen omtrent het Mulo-examen of Mulo-
onderwijs in den loop van 1940 bii het bestuur
kenbaar te maken.
Een der leden hield naar aanleiding van de
bestuursverkiezing een uitvoerig betoog, waarin
hij als zijn overtuiging uitsprak, dat het tegen
woordig bestuur niet voor alle behoeften van
het Mulo-onderwijs ontvankelijk is. Z.i. wordt
bij het onderwijs te veel gelet op nuttige kundig
heden en te weinig rekening gehouden met de
psychische verschillen der leerlingen. Door een
groep leden, waartoe spr. behoorde, was daarom
een actie gevoerd en een candidatenlijst inge
diend, die het mogelijk maakte, dat ook vrouwe
lijke leerkrachten in het bestuur worden opge
nomen. Zoowel van bestuurszijde als door enkele
leden werd tegen de uitlatingen van bedoeld lid
geprotesteerd.
Na de werkvergadering des morgens
hield de Vereeniging voor R.K. Mulo Don
derdagmiddag ter gelegenheid van haar
25-jarig bestaan een feestvergadering, die
werd opgeluisterd door de tegenwoordigheid
van Z. H. Exc. Mgr. A. F. Diepen, bisschop
van 's Hertogenbosch.
In zijn welkomstwoord zinspeelde de voorzit
ter, de heer Bot, op den dag van Onnoozele
Kinderen, waarop deze feestviering valt en be
groette hij mgr. Diepen als den vader van de
Vereeniging, welker leden hem als zijn kinderen
omringen. Met dankbaarheid herdacht spr. hoe
mgr. de vereeniging 25 jaar geleden heeft op
gericht. De statuten, welke mgr. destijds heeft
ontworpen, zijn steeds richtsnoer voor het werk
der vereeniging gebleven.
Voorts werden de vertegenwoordigers van den
R.K. Schoolraad, het Algemeen Schooltoezicht
en van de neutrale Mulo-vereeniging welkom
geheeten.
De geestelijke adviseur, mgr. W. v. d. Hengel,
memoreerde eveneens met groote erkentelijk
heid het aandeel, dat mgr. Diepen in de oprich
ting van de R.K. Mulo-vereeniging heeft ge
had, waarna de vergadering den stichter een
hulde-lied toezong.
Dan was het de beurt aan den voorzitter,
Om mgr. v. d. Hengel, die gedurende 25 jaar
geestelijke adviseur is, te huldigen. Spr. noem
de mgr. den uitbouwer van de organisatie, die
door zijn aanwezigheid aan de vergaderingen
steeds veel cachet gaf.
In een feestrede ging de voorzitter vervol
gens de ontwikkeling van de vereeniging na. Hij
begon met een der harpzangen uit Vondel's
David" te citeeren, om aan te geven de groote
dankbaarheid, die bestuur en leden op dezen
dag bezielen. De oprichting van de vereeniging
had tot doel het godsdienstig element in het
onderwijs vast te leggen en het lag voor de
hand, dat haar bemoeiingen spoedig in de sfeer
Van de kerkelijke overheid werden betrokken.
Veel verdiensten hebben voor haar verworven
2. H. Exc. mgr. A. F. Diepen, mgr. W. v. d.
Hengel, de zeereerw. heer W. R. de Jong en
mgr. dr. P. J. M. van Gils, voorzitter van den
H.K. Schoolraad.
Opvoeding blijft steeds vooraan staan en het
examen mag slechts beschouwd worden als de
natuurlijke bekroning hiervan. Onze school, al-
öus spr., is paedagogisch, omdat wij zelf pae-
dagogen zijn. Spr. wees voorts op den strijd,
die voor het Mulo-onderwijs gevoerd moest
Worden, dat eerst als een „vondelingske" werd
beschouwd, maar meer en meer gewaardeerd
bleek te worden.
Meer dan 100.000 kinderen bezoeken de
Mulo-school. Behalve godsdienstige vorming
streeft de vereeniging ook de opvoeding tot
goede vaderlanders na.
Was bij het binnenkomen van mgr. Diepen
het „Aan U, O Koning der Eeuwen" gezongen,
thans was het een geschikt oogenblik om het
„Wilhelmus" aan te heffen.
De secretaris, de heer H. Mooren, gaf hierna
een historisch overzicht. Op 30 December 1913
werd in een vergadering van den R.K. School
raad besloten, de oprichting van een R.K. Mulo-
vereeniging voor te bereiden. Op 15 November
1914 volgde in hotel „Noord-Brabant" te Den
Bosch de oprichtingsvergadering, waartoe 15
hoofden van scholen waren uitgenoodigd. Op
Driekoningen van 1915 werd de eerste alge
meene 'vergadering gehouden. 77 scholen had
den reeds een vertegenwoordigend lid aange
wezen.
Het werk van de vereeniging in de eerste zes
of zeven jarén kan getypeerd worden door het
streven, het onderwijs aan de M.U.L.O.-school
in katholieken geest te doen zijn. Spr. releveer
de de actie, om te komen tot een eigen R.K.
Mulo-examen. Deze aangelegenheid vormt een
afzonderlijk hoofdstuk in de geschiedenis der
vereeniging. Dit examen bestaat thans 15 jaar
Vervolgens treedt een periode in, die geken
merkt wordt door de opkomst en den groei
van de Mulo-kringen. Ten slotte schetste spr.
de verhouding van de vereeniging met andere
organisaties.
Hierop sprak Z. H. Exc. mgr. Diepen dë ver
gadering toe. Mgr. zei met groote belangstelling
en innig medeleven dezen dag te hebben door
gebracht. Nooit heeft mgr. te midden van zoo
veel onderwijzers en onderwijzeressen vertoefd
als heden. De groote sympathie, die hij altijd
voor het onderwijs en de onderwijzers had, heeft
hij bij het bestijgen van den bisschopszetel nooit
afgelegd.
Ik weet, aldus Z. H. Exc., dat gij nooit
ophoudt, Onzen Lieven Heer aan het kind
en het kind aan God te brengen. Ge hebt
daarbij u zelf niet gespaard. Duizenden
hebt gü voorbereid, om kinderen Gods en
goede kinderen van het vaderland te zijn.
Mgr. wenscht allen met het behaalde succes
van harte geluk, daarbij tevens zijn dank betui
gend voor de groote medehulp, aan den priester
bij de opvoeding van het kind bewezen. Zeker
dankt mgr. hen, die in zijn bisdom hebben ge
werkt, maar hij is er van overtuigd, dat de
andere bisschoppen in erkentelijkheid voor het
geen in hun diocees werd verricht, niet onder
zullen doen. De goede geest voor de degelijke
vorming van de katholieke jeugd moet, volgens
mgr., bij het gewone onderwijs nog beter uit
komen dan by het enkele uurtje godsdienst
onderwijs.
Z. H. Exc. besloot zijn toespraak, met de
vereeniging het beste voor de toekomst te wen
schen en smeekte Gods zegen over haar
werk af.
Vervolgens complimenteerden enkele gasten
het bestuur met het jubileum, te weten de heer
Van Eindhoven namens de neutrale Mulo-ver
eeniging. drs. Gerben namens den R.K. School
raad, de heer Verbeeten, hoofdinspecteur, de
heer Janse van de Chr. Mulovereeniging, de
heer W. Wiltschut, voorzitter van het Katho
liek Onderwijzers Verbond.
De vergadering bleef hierna nog eenigen tijd
in genoeglijke stemming bijeen.
Blijkens het wetsontwerp tot wijziging en ver
hooging van het Xe hoofdstuk der Rijksbegroo-
ting voor 1939 stelt de minister van Economi
sche Zaken voor een verhooging van den gewo
nen dienst met 1.009.000, een vermindering
van den kapitaaldienst met 500.000, alzoo een
verhooging van den geheelen dienst met
509.000.
Verschenen is de ruibberbeschikking 1939 no. 2.
Rubber en rubberartikelen worden aangewezen
als distributiegoederen in den zin van artikel 4
der Distributiewet 1939.
Er wordt ingesteld een Rijksbureau voor rub
ber te Amsterdam.
De dagelijkschc leiding van het Rijksbureau
berust bij een directeur, die bij de uitvoering
van deze regeling optreedt namens den mi
nister.
Als directeur is aangewezen de heer H. van
der Vaart.
Er wordt ingesteld een commissie van bij
stand. Tot voorzitter en leden dezer commissie
zijn benoemd:
Tot lid en voorzitter: jhr. mr. W. J. de Jonge.
Tot leden: drs. G. Brouwers, ir. J. T. Duyvis,
S. de Hoo, dr. ir. R. Houwink, en tot diens
plaatsvervanger prof. dr. ir. A. van Rossem,
R. N. Meyer, M. Nauta, W. F. Pahud de Mor-
tanges, ir. E. L. C. Schiff, alsmede een door
den minister van Defensie en een door den
minister van Koloniën aan te wijzen vertegen
woordiger.
Tot secretaris: mr. J. F. de Jongh.
De voorzitter van de commissie van bijstand
is bevoegd contact-commissies in te stellen,
welke den directeur op diens verzoek voorlich
ten omtrent door dezen te treffen regelingen.
Iedere onderneming is verplicht aan den di
recteur schriftelijk het verzoek te doen, haar
bij het Rijksbureau in te schrijven. Het verzoek
moet geschieden binnen een week na den dag
van in werking treding dezer beschikking.
Artikel 11. lid 1 dezer beschikking luidt:
Het is verboden rubber te bewerken, te ver
werken, te doen bewerken of te doen verwer
ken, zonder daartoe van den directeur verkre
gen schriftelijke vergunning. Indien de bewer
king of de verwerking wordt verricht door of
ten behoeve van de bevoegde militaire autori
teiten en instanties zal de directeur op daar
toe door deze autoriteiten en instanties gedaan
verzoek onverwijld een vergunning verleenen.
Artikel 12, lid 1, luidt:
Het is verboden rubber en autobanden te ver-
koopen of af te leveren, zonder daartoe van
den directeur verkregen schriftelijke vergun
ning.
Artikel 13, lid 1, luidt:
Het is verboden rubber en autobanden te
vervoeren, tenzij het vervoer is gedekt door een
door of namens den directeur afgegeven ver-
voerbewijs.
Op het tijdstip van in werking treding dezer
beschikking vervalt de rubber en rubberartike
len-beschikking 1939 no. 1.
Deze beschikking treedt in werking met in
gang van 1 Januari 1940.
Te 's-Hertogenbosch is het 20-jarig bestaan
gevierd van de Nationale R. K. Vereeniging van
Leeraren en Onderwijzers in de Lichamelijke
Oefening. Na een werkvergadering van internen
aard werd in hotel Noord Brabant de officieele
herdenkingsbijeenkomst gehouden, onder pre
sidium van den heer A. Tervoordt uit Den Bosch.
De geestelijke adviseur, rector A. Vissers uit
Veghel, thans aalmoezenier in het leger, woon
de de bijeenkomst bij.
Mgr. F. N. Hendrikx, vicaris-generaal van den
Bisschop van 's-Hertogenbosch, eere-lid, sprak
de feestrede uit. Hij herinnerde aan de moei
lijke problemen, waarvoor de oprichters zich ge-
plaats hebben gezien, vraagstukken, verband
houdende met de katholieke beginselen. Wars
blijvend van heidensche lichaamscultuur, gold
het beginsel, dat het lichaam een tempel Gods
is. Met groote vrijmoedigheid werd opgekomen
tegen wat de katholieke opvattingen in de sport-
beoefeningen niet gedoogden. Verkeerde begrip
pen en minder juiste toestanden waren doorge
druppeld ook in sommige katholieke kampen,
maar de organisatie aarzelde niet den vinger op
de wondeplekken te leggen. Het bestuur vervul
de geen gemakkelijke, doch een noodzakelijke
taak. Het mag als een bijzondere bladzijde gel
den dat door krachtige medewerking van de
R. K. Leergangen een eigen opleiding tot stand
kwam voor katholieke leeraren. Dat thans in
verschillende bisdommen bloeiende diocesane
gymnastiekbonden bestaan, is op de eerste
plaats te danken aan de initiatiefnemers en stu
wers van de Nationale. De kerkelijke overheid
is daarvoor zeer erkentelijk en bijzonder her
dacht spr. den arbeid der oprichters, die reeds
naar een ander leven zijn overgegaan: de heeren
Nijsten, Verhoeven en pastoor De Groot.
Na het dankwoord van den voorzitter werd
de bijeenkomst gesloten en bleef men in ge
noeglijk samenzijn bijeen.
Dr. de Haas, de heer Weynen, secretaris der
Kath. Onderwijzers Ver., Mgr. Dr. Van Gils es.
boden gelukwenschen aan.
Voor de Rotterdamsche rechtbank stond
Donderdag terecht de 32-jarige werkster F. B.
de V., uit Ridderkerk, beschuldigd, dat zij in
Maart 1935 en in December 1938 haar pasge
boren kind door middel van wurging om het
leven had gebracht. Zij had de eerste maal het
kindje begraven onder een kachel in de schuur.
Het tweede kindje had zij in een zak gestopt
en in een boonenveld "begraven.
De Officier van Justitie, mr. F. M. Wilbren-
ninck, noemde het gebeurde afschuwelijk en de
verdachte een afgestompte, gevoellooze vrouw.
De eisch luidde vier jaar gevangenisstraf.
Uitspraak 11 Januari.
Blijkens een wijziging van de Chemische Pro
ducten Beschikking 1939 heeft de minister van
Economische Zaken ingesteld een Rijksbureau
voor Chemische Producten, waarvan het secre
tariaat is gevestigd te 's-Gravenhage, Bezuiden-
houtscheweg 64.
De leiding van het Rijksbureau berust bij een
bestuur, dat bij de uitvoering optreedt namens
den minister.
Tot voorzitter en leden van vorenbedoeld be
stuur worden benoemd:
Tot lid en vooratter: Prof. ir. I. P. de Vooys;
tot leden: ir. P. Doyer, mr. E. D. M. Koning,
ir. D. P. Ross van Lennep, ir. F. G. Waller, ir.
E. Ruempol; tot secretaris: mr. A. Steinhauser.
Het bestuur kan belast worden met de uit
voering van een distributieregeling voor een of
meer als distributiegoed aangewezen chemische
producten.
Vanmiddag is te 's Gravenha^e de beslissing
gevallen in zake de dagbladprijsvraag ten be
hoeve van de kinderpostzegels. Den prijs, wel
ken H. K. H. Prinses Juliana beschikbaar heeft
gesteld, heeft de heer A. Fey, te Rotterdam,
gewonnen.
Er waren in totaal 60.000 inzendingen ont
vangen.
De mobilisatie heeft naast de vele kwade
ook nog goede zijden. Reeds eerder konden
mooie staaltjes van goed aangevoeld saam-
hoorigheidsgevoel en daadwerkelijke onderlinge
naastenliefde worden geconstateerd, zoowel tus-
schen militairen onderling, als tusschen mili
tairen en burgerbevolking of tusschen burgers
onderling. Een mooi voorbeeld moge hier niet
onvermeld blijven.
Een tweetal katholieke soldaten, „ergens in
ons land", moest tijdens den Kernstnacht op
schildwacht staan. De eene van 3 tot 5 uur, de
andere van 5 tot 7- uur. Beiden zouden gaarne,
zooals zij dat jaarlijks plachten te doen, de
Nachtmis van 5 uur hebben bijgewoond. Dit
jaar zou dat echter niet gaan.... Doch geen
nood! Een wapenbroeder, tot de Gereformeerde
Kerk of den Ned. Herv. godsdienst behoorende,
(dit is ons niet precies bekend, maar doet er
ook niet toe) ontdekte op eenigerlei wijze de
stille verlangens van zijn collega's. Ofschoon hij
dien nacht zelf geen wacht had, sprong hij om
kwart over vier zijn bed uit, knapte een ge
deelte van de wacht van no. 1 op, daarna van
no. 2 en gaf zoo zijn beiden collega's gelegenheid
tot het bijwonen van de Nachtmis. Een eenvou
dige, doch zeer sympathieke daad van naasten
liefde.
Dergelijke feiten van wederzijdsche hulp, ook
in kleine dingen, zijn er veel meer tè signaieeren
in het militaire leven. Zoo vernamen wij dezer
dagen uit Brabant, dat in plaatsen waar de
gelegenheid tot gebruik van een kerkgebouw of
anderszins voor aldaar gelegerde militairen van
protestantsche huize ontbreekt, de katholieken
op gezette tijden hun parochiehuizen aan hen
afstaan tot het houden van godsdienstoefenin
gen. Zoo moet het zijn!
Moge uit dezen geest van wedérzijdsehe hulp
en bijstand nog wat worden geleerd, als een
maal de mobilisatie tot het verleden zal behoo-
ren. Het is vruchtbaarder elkander hulp te ver
leenen dan elkander te bestrijden. Zóó alleen
kan het vrede op aarde worden voor allen, die
van goeden wille zijn!
Tijdens de behandeling der begrooting van
de gemeente Doornspijk heeft de burgemeester,
de heer U. de Vries, medegedeeld, dat het te
kort op den gewonen dienst voor 1940, tenge
volge van de malversaties, gepleegd door den
oneervol ontslagen gemeente-ontvanger, is be
groot op f 32.000. Daar komen nog bij de kosten
van rechtskundigen bijstand en van het onder
zoek naar den toestand der gemeentelijke ad
ministratie.
Men zal trachten, het fraude-tekort, dat
f 135.000 bedraagt, in tien jaar in de begroo
tingen te verwerken.
Tot gemeente-ontvanger is benoemd de heer
W. J. van Bruggen, thans tijdelijk ontvanger.
De heer J. J. de Roode, een bekende per
soonlijkheid in de kringen der dagbladschrij
vers, zal op 1 Januari gedurende vijftig jaren
zijn journalistieke werkzaamheden hebben
verricht. Hij is nog steeds „in het vak", en le
vert zijn deel aan de buitenlandsche beschou
wingen in het dagblad, t}at hij jarenlang heeft
gediend, „Het Volk".
Van 1920 tot 1926 was de heer De Roode
verbonden aan het Internationaal Arbeidsbu
reau van den Volkenbond te Genève en ver
vulde hij de eveneens aan de journalistiek ver
wante functie van chef der afdeeling sociale
verzekering en van leider van den dienst voor
de verbinding met de arbeidersorganisaties in
de verschillende landen.
Op de eierenmarkt te Bameveld, de laatste
markt van dit jaar, zijn over 1939 ruim hon
derd millioen eieren aangevoerd, hetgeen circa
17 millioen meer is dan in 1938 en 34 millioen
meer dan in 1937.
Dit aantal van honderd millioen is in den
tijd van het bestaan der eierenmarkt te Bax-
neveld nimmer bereikt.
MEDAN, 28 Dec. (Aneta) Voortdurende
regens veroorzaken steeds meer overstroomingen,
waardoor het wegverkeer zoowel naar Tand
jongBalei en vierder Zuidwaarts, als naar
Atjeh geheel is gestremd. Het treinverkeer
ondervindt vertragingen door verzakking van
dijken.
Nabjj Kwalsimpang staat het water 1.40 M.
hoog en bp den weg nabij Kisaran 30 centi
meter.
Bjj Siboga kwamen in den Fadanglawas-weg
zware aardschuivingen voor, waardoor het ver
keer aldaar minstens twee weken is gestremd.
De regens houden aan over de geheele Oost
kust en Atjeh.
Te Staphorst is de 63-jarige landbouwer T.
v. d. Veen, toen hij op zijn fiets reed, bekneld
geraakt tusschen een hem achterop rijdenden
auto, die door de gladheid van den weg slipte, en
een lantaarnpaal.
De man yas vrijwel op slag dood.
Blijkens een beschikking van den minister van
Economische Zaken is met ingang van 28 De
cember 1939 tot wederopzegging verboden het
vervoeren of doen vervoeren van dierlijk been
dermeel en bloedmeel, benevens van de produc
ten, welke dierlijk beendermeel en (of) bloed
meel bevatten, uit de perceelen van „De
Utrechtsche krachtvoerhandel „De Adelaar", te
De Bilt.
Ontheffing van dit verbod kan geschieden
door den minister van Economische Zaken.
Aan den reserve-majoor voor speciale diensten
G. van Sitteren, van het vrijwillige landstorm
korps motordienst, alsmede den reserve-officier
van gezondheid der tweede klasse A. Schultz en
den reserve-officier-tandarts der tweede klasse
A. I. T. Overtveld, beiden van den geneeskundi
gen dienst der landmacht, is eervol ontslag ver
leend.
Benoemd tot werkgever-lid van den Raad van
Arbeid te Dordrecht J. M. Redelé te Dordrecht
en tot plaatsvervangend-arbeider-lid van den
Raad van Arbeid te Breda P. A. Veraart te
Breda.
Aan de heeren A. Hartog te Rotterdam en E.
J. Weenink te Amsterdam is op verzoek eervol
ontslag verleend als lid van de commissie van
advies inzake de uitvoering van de zee- en
luchtvaartverzekeringswet 1939.
Tot leden van deze commissie zijn benoemd de
heeren N. A. J. v. Zanten, secretaris van Lever
Brothers en Unilever N.V. te Rotterdam en Chr.
Rueb J.Gzn., oud-beheerend vennoot van de
commanditaire vennootschap Jacobson, van den
Bergh en Co. te Rotterdam, wonende te Wasse
naar.
Aan jhr. P. B. J. Vegelin van Claerbergen is
op verzoek met 1 Januari 1940 eervol ontslag
verleend als burgemeester der gem. Haskerland,
onder dankbetuiging voor de langdurige dien
sten, door hem in zijn betrekking bewezen.
Aan P. Bergmeijer is op zijn verzoek met 31
December 1939 eervol ontslag verleend als bur
gemeester der gemeente Onstwedde.
Aan A. G. J. Mastboom is op verzoek met 1
Januari 1940 eervol ontslag verleend als burge
meester der gemeente Oud- en Nieuw-Gastel,
onder dankbetuiging voor de langdurige dien
sten, door hem als zoodanig bewezen,
vereenigingen.
Benoemd tot ridder in de orde van Oranje-
Nassau: P. Kaptein, secretaris der gemeente
Aalsmeer.
Benoemd tot ridder in de orde van Oranje
Nassau F. van de Walle te Amsterdam, lid van
het dag. bestuur van het Ned. Verbond van Vak-
Aan ds. J. Fokkema, predikant te Delft, is op
verzoek eervol ontslag verleend als reserve
veldprediker voor den tijd van oorlog bij het
leger te velde.
In zijn rang is weder in dienst gesteld de
gepensionneerde kolonel der artillerie G. L. M.
H. Higlij.
Met 1 Januari 1940 is aan den weleerw. heer
C. A. van Duyse te 's-Gravenhage op verzoek
eervol ontslag verleend als hulpaalmoezenier
voor den tijd van oorlog bjj het leger te velde.
De weleerw. heer A. S. A. A. van Lierop te
Utrecht is benoemd tot hulpaalmoezenier voor
den tijd van oorlog bij het leger te velde.
De Opperbevelhebber van Land- en Zee
macht, aangewezen voor de uitoefening van
het militair gezag in elk in staat van oorlog
verklaard gedeelte van het grondgebied des
Rijks, heeft thans (waarover onlangs reeds
is bericht) in overleg met het betrokken
burgerlijk gezag, voor alle gemeenten des
Rijks een verordening vastgesteld, waaraan
wij het volgende ontleenen:
Inwoners van elke gemeente des Rijks
kunnen worden opgeroepen of aangewezen
tot het verrichten van persoonlijke diensten,
voor hulp bij militaire werkzaamheden.
Onder militaire werkzaamheden worden be
grepen werkzaamheden:
a. tot het herstellen van de schade aan we
gen, bruggen en soortgelijke werken, veroorzaakt
door militaire operatiën, luchtbombardementen
of militaire transporten;
b. tot het aanleggen en opruimen van ver
sterkingen;
c. tot het aanbrengen en opruimen van hin
dernissen en versperringen;
d. tot het aanleggen, herstellen en afgraven
van waterkeeringen, daaronder begrepen strand
en oeververdedigingen.
Ieder mannelijk inwoner, als boven be
doeld, die den 18-jarigen leeftijd heeii bereikt
en het 59ste levensjaar nog niet heeft volbracht,
en naar het oordeel van de in het volgende lid
te vermelden autoriteit geschikt is om
bovenbedoelde persoonlijke diensten te ver
richten, is verplicht om op het eerste bevel,
op tijd 'en plaats bij dat bevel bepaald, aanwezig
te zijn en de hem alsdan op te dragen werk
zaamheden, overeenkomstig de daarbij te stellen
eischen, te verrichten.
Het bevel en de opdracht kunnen worden ge
geven:
a. door den officier, die met de uitvoering
van de hierboven omschreven werkzaamheden
is belast;
b. namens de onder a bedoelde autoritei;
door den burgemeester der betrokken gemeente.
Het bevel en de opdracht worden in de eerste
plaats gegeven aan die personen, die uit hoofde
van hun beroep, voor zoover dat uit de gemeen
telijke administratie blijkt, bijzondere geschikt
heid bezitten tot het verrichten der» werkzaam
heden. Indien op deze wijze niet de beschikking
over het benoodigde aantal personen wordt ver
kregen, zullen de verdere oproepingen zooveel
mogelijk geschieden in volgorde van den leef
tijd, aanvangende met de jongsten.
In het bevel wordt vermeld, of het rijwiel van
den opgeroepenen, zoo mogelijk, dient te worden
medegebracht en van welk gereedschap hij, zoo
mogelijk, moet voorzien zijn.
Leden van de algemeene rekenkamer, hoofden
van departementen van algemeen bestuur, leden
van den Raad van State, leden van de Staten-
Generaal, leden van de dagelijksche besturen
van overheids- en semi-overhendslichamen, ge
neeskundigen, apothekers en veeartsen, geestelij
ken en bedienaren van den godsdienst, militairen
in werkelijken dienst, personen, deel uitmakende
van de Rijks- en Gemeentepolitie of van een
gemeentelijk brandweerkorps en personen, die
een verklaring van een geneeskundige overleg
gen, waaruit blijkt, 'dat zij wegens ziekte, ziels-
of lichaamsgebreken blijvend ongeschikt zijn om
diensten te verrichten, zijn van deze werkzaam
heden vrijgesteld.
Slechts bij noodzaak, indien geen voldoend
aantal andere personen beschikbaar is, worden
het bevel en de opdracht, gegeven aan: perso
nen, die een functie hebben te vervullen bij een
luchtbeschermingsdienst, personen, die lid zijn
van een vrijwillige burgerwacht, welke als zoo
danig is toegelaten ingevolge de wet op de weer
korpsen, personen, in dienst van een bedrijf,
hetwelk opdrachten uitvoert ten behoeve van
defensie-organen, voorzoover vanwege den minis
ter van Defensie wordt verklaard, dat deze per
sonen voor de uitvoering dier opdrachten in t be
trokken bedrijf niet kunnen worden gemist, per
sonen die werkzaam zijn bij een destructiebe
drijf en personen, die lid zijn van een der trans
portcolonnes van de Nederlandsche Vereeniging
,,Het Roode Kruis".
Ter tegemoetkoming in de kosten van levens
onderhoud van zichzelf en van degenen, voor
wier levensonderhoud hij aansprakelijk is, wordt
aan dengene, die persoonlijke diensten in den
zin van deze verordening verricht, door den of
ficier, in overleg met den burgemeester der ge
meente, warin de werkzaamheden worden ver
richt, een bedrag toegekend, berekend naar de
normen, welke gelden voor het loon, hetwelk
wordt betaald voor overeenkomstigen arbeid ter
plaatse, waar de werkzamheden worden ver
richt.
Voor het eventueel gebruik van rijwiel en ge
reedschap wordt een vergoeding toegekend.
Het niet voldoen aan de bevelen, fordt ge
straft met hechtenis van ten hoogste drie
maanden.
Ten aanzien van de werkzaamheden, in deze
verordening bedoeld, worden de voorschriften
der Arbeidswet buiten werking gesteld.
De verordening kan worden aangehaald onder
den titel „verordening hulp bij militaire werk
zaamheden".
Er wordt aan herinnerd, dat met ingang van
1 Januari as. de volgende postzegels buiten
gebruik komen en dus waardeloos worden voor
frankeering: de weldadigheidspostzegels (kin
derpostzegels), uitgegeven in 1934, de herden
kingspostzegels 40-jarig regeeringsjubileum H.
M. de Koningin, de Willibrordherdenkingspost-
zegels en de Spoorwegpostzegels.
33
Ze hadden geen handelsgoederen bij zich,
aUeen het noodzakelijke hondenvoedsel en
""Ut tot het gerief der beidemannen
diende; toch liep hun slede een
extra groote anderhalf maal zoo zwaar als
öie van Jean, niettegenstaande de tien in uit
rekende conditie verkeerende honden van Bee
ching's span.
De ochtend was meestal al vergevorderd,
^anneer Beeching en Harry de wanorde van
"Un amateurskamp begonnen op te ruimen;
alle onmogelijke rommel van bedden, kookgerei
(altijd vuil) en andere overbodige pakkage, die
^iemand in het Noorderland ooit meesleept. De
dag was meestal half voorbij, eer ze eindelijk
'het hun praktische toebereidselen klaar waren.
Dikwijls voegde een van de mannen dan nog
niet onbelangrijk gewicht bij dat van de
"alfbepakte en toch overladen slede; en Harry
^as op zijn zachtst uitgedrukt als baanbreker
spoorzoeker van evenveel dienst als een
"iihde kat. Een dozijn malen per dag werd er
stilgehouden om de slecht geladen vracht der
slede over te pakken en werd er dan meteen
nog tijd verspild om sterke drank of andere
versnaperingen te nuttigen. Er waren tijden,
dat ze over een uitstekend pad niet meer dan
twintig mijlen per dag aflegden; er waren tij
den van slechte paden, dat Jean zelfs meer dan
vijf en twintig mijl zou gedaan hebben en deze
stoethaspels vorderden, met hun span van tien
honden, nauwelijks acht of negen mijlen.
Het was even onmogelijk voor Jan om zich
onder deze omstandigheden trotsch op zijn lei
derschap te gevoelen, als het voor eenig lid van
het span was om tevreden of trotsch te zijn
op zijn aandeel in het werk. Maar dat was het
ergste niet. Gedurende de eerste twee dagen
van den tocht merkte Jan met ontsteltenis, dat
deze nieuwe meesters geen flauw begrip had
den van het afmeten van het rantsoen honden
voer, van het voeren op geregelde tijden, van de
porties of de hoeveelheid. Ze voederden sommi
ge honden, of allemaal, op elk uur van den dag
en op elke onberedeneerde manier, die hun in
viel. Bij den eersten en tweeden keer, dat ze
rustten, gooiden ze bijvoorbeeld genoeg voedsel
voor 3 dagen voor 't span op den grond, alsof
het een kudde schapen of varkens was; daarbij
kwam dan nog de afval van hun eigen maal en
het gewone rantsoen hondenvoer, en alles lag
op een slordigen hoop.
Als ze op een fatsoenlijke manier gevoerd
werden, zou Jan er wel op gelet hebben, dat de
orde bewaard werd en dat er niet gestolen
werd. Elke hond zou zijn eigen portie gehad
hebben en geen een zou gehinderd worden.
Maar met al zijn gevoel voor orde en discipline
kon Jan toch geen wonderen doen. Hij kon on
mogelijk een wanordelijke vuilnishoop in sma
kelijke porties verdeelen. Hij moest zelf zijn
aandeel veroveren en 't onvermijdelijk gevolg
was, dat de zwakkere leden van het span te
weinig of niets kregen.
's Avonds volgde ongehoorde losbandigheid
nog een even ongeregelde uitdeeling en soms
nog een in den morgen in den morgen, met
de dagtaak nog vóór hen.
Het gevolg er van was dit; dat er op deze reis
geen hondenmaaltijden waren: alleen dagelijk
sche hondengevechten, grauwen, twisten, wor-
stellingen om eten, die bloed kostten en haat
verwekten; schandelijke voorvallen, op zichzelf
reeds voldoende om alle hoop op discipline van
het span op te geven.
De onvermijdelijke schok kwam op den
twaalfden avond. Beeching had voor de heele
reis met zijn kostbare span luchthartig op vijf
tien dagen gerekend en in plaats daarvan duur
de zij vijf en dertig. Het eenige gunstige punt
van dien gedenkwaardigen dag was, dat hij het
einde bracht aan Beeching's whisky-voorraad.
Toevallig was dit tevens het eind van zijn goed
humeur. Tot ontsteltenis van een reeds geheel
gedemoraliseerd span bracht het tevens weer
't slordig toedienen van voedsel; evenals te vo
ren werd het op een hoop gesmeten en bestond
nu uit een voorraad, het halve dagr.antsoen van
een hond. Deze wreede en vuile gewoonte toon
de meer dan iets anders de ellendige luiheid
en onbekwaamheid van de mannen, eigenschap
pen die meestal een wreeder uitwerking hebben
dan hardheid of overstrengheid.
De drie volgende dagen brachten een zelfde
uitdeeling voor de honden; niets meer. Nu was
de avondvoering der dieren oorzaak van een af
schuwelijken, bloedigen slag geworden.
„Akelige, wilde beesten!", zei de Kruiperige
Harry.
„Bloed verloochent zich nooit," merkte Bee
ching gewichtig op; hijzelf heette iemand van
goeden huize te zijn. „Het zijn allemaal maar
straathonden."
De zoon van den deftigen Finn en de konink
lijke Desdemona hechtte natuurlijk geen betee-
kenis aan deze woorden, maar zonder het ge
voel voor discipline, dat hem door vele geslach
ten heen in het bloed zat. zou hij deze twee
stoethaspels wel hebben kunnen wurgen om
hun domheid en luiheid.
Toen de mannen zelf honger begonnen te
krijgen, spanden ze zich niet in om die ellende
moedig te dragen, maar sloegen integendeel hun
verzwakt span op erbarmelijke wijze, wanneer
de dieren veilig ingespannen waren; en gingen
op andere tijden als echte lafaards voor de
arme dieren uit den weg. Harry wierp met
zichtbare vrees den honden hun karig kwart of
half rantsoen toe; als Beeching er niet geweest
was, zouden de stumperds misschien van hon
ger zijn omgekomen, terwijl er nog voedsel in
de slede was.
Misschien behoedde het feit, dat Beeching
nooit zoo laag gezonken was als Harry, hen
voor deze misdaad. Maar hij hd niet veel reden
om trotsch op zichzelf te zijn, want men heeft
daarginds nooit het feit vergeten, dat toen hij
eindelijk met zijn droevig verminderd span de
kust bereikte, de honden een week lang niet uit
het tuig waren geweest. Meneer Beeching en
zijn waardige compagnon waren bang geweest
om de beesten uit te spnnen en ze zoo buiten 't
veilig bereik van hun zweepen te laten.
De noodlottig onverstandige Gutty was de
eerste, die bezweek. Fish versloeg hem voor een
stukje voedsel, dat hij gepakt had en toen het
span de plek, waar hij gevallen was, verliet,
was er eenvoudig geen Gutty meer over. Poll,
de kleinste der twee teven, stierf onder Harry's
zweep onder het handvat anders had ze,
evenals Jinny, de zee nog wel bereikt, want
haar geslacht had de karaktertrek haar mede
honden te beschermen en niet de nu half ver
hongerde en krankzinnige clowns, die haar
voortdreven.
Langzamerhand was alle onnoodige ballast,
uitgezonderd de magere overblijfselen van het
voedsel voor de mannen, overboord geworpen.
De honden maakten een maal van de mooie,
waterdichte lakens, en Jan at Beeching's mooi
ste Indiaansche schoenen op. De heele geschie
denis is een ellendig en schandelijk verhaal, dat
niet gerekt behoeft te worden.
Eerlijkheidshalve moet worden vermeld, dat
Beeching te voet was (bezig op Jan's uitste
kende schonken te hameren), toen ze op den
avond van den vijf en dertigsten dag het stadje
binnenstrompelden. Harry lag te kreunen op de
slede, te mank volgens zijn zeggen om te
loopen en te verachtelijk misschien, dat de dood
hem zou opmerken. Hij had daar al drie dagen
gelegen. Het span van tien prachtige honden
van vijf weken tevoren bestond nu uit zeven
magere, waggelende schepsels, elk was een bee-
nig geraamte, bedekt met geronnen bloed en
wonden, en leed ongelooflijke pijnen bij eiken
waggelenden stap En gezamenlijk waren ze
misschien (volgens de marktprijs) voor een zeer
speculatieven hondendokter tien dollar waard.
Ze hadden den betreurenswaardigen Beeching
drieduizend gekost.
Het is een feit, dat Pad stierf, toen ze slil
hielden, en twee van zijn makkers wejden ver
lost, terwijl ze nog in het tuig stonden. Jan,
Jinny en twee anderen leefden nog aan het
bittere einde van dezen tocht, die vermoedelijk
wel de ellendigste, slechtst georganeseerde tocht
was, die ooit over dat beroemde pad was ge
maakt.
HOOFDSTUK XXIII
Jan gehoorzaamt bij de poort des doods
Mannen van ervaring waren het er over eens,
dat het alleropvallendste van Chechaquo Bee
ching per slot niet bleek te zijn ongelooflijke
luiheid of misdadige domheid, maar zijn voort
durend geluk.
(Wordt vervolgd)