Jan Langedijk kampioen van
Nederland
f 24.-
nu f 10.20
de zoon van Finn
Oorlogspsychiatrie
ANTOON
COOLEN
HERMAN DE MAN
BON
KOOPS SCHITTERT OP
DE 10.000 M.
1840 - 1940
THANS
VOOR
DE ZES BOEKEN TEZAMEN voor slechts f 10.20
VOOR
f 6.8O
f 3.40
ZONDAG 7 JANUARI 1940
SCHAATSEN
De 10.000 meter
De lOe partij
Euwe—Keres
75 K.M. DORPENTOCHT
FIETSENDIEF GEPAKT
VOOR HET SURINAAMSCHE
VOLKSKIND
GOED VOORBEELD DOET
GOED VOLGEN
OUDE VROUW DOODGEREDEN
UIT DE STAATSCOURANT
Hooger Onderwijs
Dep. van Onderwijs
Onderscheiding
De post voor Urk
UITGEBREIDE DIEFSTALLEN
OP HET SPOOR
Zwitsersch oordeel
over Duitschland
Volgens mededeeling van Arnold
Lunn in America
De Britsche controle
op contrabande
Maandagavond een uiteenzetting
over de Engelsche zenders
BELGISCH ACCOORD OVER
OORLOGSCONTRABANDE
CARNAVAL IN LIMBURG
GROOTE MOGELIJKHEDEN
OORSPRONKELIJK
VAN DE
52 BESTE ROMANS VAN
De Kleine Wereld, oorspr. 3.90, NU 1.50 - Maria en haar Timmerman (de roman van een
Poldcrkcrel), oorspr. 3.50, NU 1.90 - TOTAAL GEBONDEN OORSPRONKELIJK 7.40
DOOR
A. J. DAWSON
Jan Langedijk heeft den titel van
Nederlandsch kampioen in het hard
rijden te Groningen veroverd: met
een derde plaats op de 500 meter,
een eerste plaats op de 5000 en
1500 meter en een tweede plaats
op de 10.000 meter wist hij. dank
zij ook zijn goede tijden, het kam
pioenschap te behalen en Dolf van
der Scheer te onttroonen.
Insiders wisten, dat Jan Langedijk in goeden
vorm was. Trouwens, dat had hij op den eersten
dag der kampioenschappen reeds bewezen. Maar
dat hij den sne.sten tijd over dezen afstand zou
maken, had toch niemand verwacht. Het is
voldoende bekend, dat de kracht van Langedijk
cp de lange afstanden ligt, de 5000 en vooral
de 10.000 meter. Nu is het merkwaardig, dat
men tcch over voldoende sprintcapaciteiten moet
beschikken om een der eerste plaatsen m de
rangschikking te kunnen bemachtigen, omdat
1 seconde meer of minder op de 10.000 meter
slechts 1,20 punt voor het klassement scheelt,
maar 1 seconde op de 500 meter een vol punt
en op de 1500 meter 1/3 punt.
Jan Langedijk heeft op den eersten en op
den tweeden dag laten zien, wat met energie
en rctsvasten wil kan worden bereikt.
Zoo kon het gebeuren, dat deze deelnemer
de 1500 meter won, een afstand, waarin Van
der Scheer altijd een specialist is geweest. Lan
gedijk reed tegen Koops. zijn ouden rivaal van
zooveel buitenlandsche wedstrijden. Hij gaf den
Zuid-Larenaar geen kans en bovendien bleek zijn
tijd buitengewoon fraai te zijn. Hij reed den
afstand in 2 min. 33,9 sec., terwijl de beste tijd,
ooit door een Nederlandsch rijder op een baan
in ons land gemaakt, 2 min. 33,4 sec. oedraagt.
Deze laatste tijd staat op naam van Siem Hei
den, een prestatie, welke Heiden verrichtte cp
3 Februari 1929 te Groningen. Langedijk heeft
den tijd van Heiden dus op een halve seconde
benaderd en, behalve aan het uitstekende rij
den, heeft hij dat toch ook wel te danken aan
de prachtige conditie van het ijs en het feit,
dat er practisch geen wind stond.
Van der Scheer reed tegen Roos en nam re
vanche voor zijn nederlaag op de 500 meter.
De beslissing viel pas in de laatste halve ronce,
toen Van der Scheer de binnenbocht kreeg en
daarvan voldoende profiteerde om met bijna 1
seconde verschil als eerste door de finish te
gaan. Buyen verbeterde zijn positie in de a!-
gemeene rangschikking door een goede 1500 M.
Hij kwam tegen Blaisse uit, doch sloeg zijn te
genstander royaal. Zijn tijd van 2 min. 36,8
sec. bezorgde hem de derde plaats op de 1500
meter en de vierde plaats in de rangschikking.
De uitslagen luiden:
1 Langedijk 2 min. 33,9 sec.; 2 Van der Scheer
2 min. 36,2 sec.; 3 Buyen 2 min. 36,8 sec.; 4
Roos 2 min. 37,1 sec.; 5 Koops 2 min. 38,3 sec.;
6 Havekotte 2 min. 39,7 sec.; 7 Zwanenburg 2
min. 40,8 sec.; 8 De Jager 2 min. 41,2 sec.
De stand na drie nummers, 500, 5000 en 1500
meter luidde:
1. Langedijk 155.680 punten; 2. Roos 157.207
punten; 3. Van der Scheer 157.787 punten;
4. Buyen 158.387 punten; 5. Koops 158.657 pun
ten.
Uit dezen stand kan men gemakkelijk de
conclusie trekken, dat Langedijk den titel,
nog voor de 10.000 meter gereden was, prac
tisch reeds in zijn bezit had. Immers, het
verschil van ongeveer 1500 punten met Roos
beteekende, dat Roos op de 10.000 meter
reeds zou moeten beginnen met een handi
cap van ongeveer 30 seconden, terwijl van
der Scheer 50 seconden sneller zou moeten
rijden dan Langedijk om nog een kans te
maken op den titel, iets wat dus uitgesloten
mocht worden genoemd.
Niet Roos of van der Scheer waren eenter de
ernstigste concurrenten van Langedijk, doch
Roel Koops, die een prachtige 10.000 meter reed
en zich met een tijd van 19 min. 4 sec. zoo
fraai plaatste, dat hij van de vijfde plaats
naar de tweede klom in de algemeene rang
schikking.
Koops reed tegen Zwanenburg en de Zuid-
Larenaar muntte uit door forsche regelmaat en
uitstekend bochtenwerk. De jonge Zwanenburg
hield echter goed vol en eerst in de laatste
ronden werd hij definitief geslagen. langedijk
en Buyen gaven het elkaar ook niet cadeau.
Buyen zakte na 3 K.M. af en in het laatste
gedeelte was er van strijd geen sprake meer.
waardoor de tijd van Langedijk minder be
ïnvloed werd. Daar kwam nog bij, dat Lange
dijk na zonsondergang reed. waardoor de ijs-
conditie niet zulke snelle tijden toeliet als in
de middaguren. Mede daardoor slaagde Lange
dijk er niet in den tijd van Koops te verbete
ren.
Van der Scheer reed de 10.000 meter kranig
Een prachtig rijdende Jan Langedijk
werd te Groningen kampioen van
Nederland
uit en ook Roos verrichtte goed werk in zijn rit
tegen Havekotte. Zoo kwam dan het einde van
het tweedaagsche ijsfeest, hetwelk bijzonder ge
slaagd is. De organisatie was goed, het weer
en het ijs lieten niets te wenschen over en de
talrijke toeschouwers hebben van echte Holland-
sche sport kunnen genieten.
De uitslag van de 10.000 meter luidt:
1. Koops 19 min. 4 sec.; 2. Langedijk 19 min.
15.1 sec.; 3. Zwanenburg 19 min. 30 sec.; 4. van
der Scheer 19 min. 54.2 sec.; 5. Roos 19 min
59.9 sec.; 6. Havekotte 20 min. 0.4 sec.; 7. Buy
en 20 min. 3.2 sec.; 8. Strijbis 20 min. 5 sec.
De eindrangschikking luidt:
1 en kampioen van Nederland Jan Langedijk
(Rotterdam) 213.435 punten;
2. Roel Koops (Zuid-Laren) 215.867 punten
3. Jan Roos (Amsterdam) 217.202 punten,
4. Dolf van der Scheer (Rotterdam) 217.497
punten;
5. Buyen (Amsterdam); 6. Zwanenburg; 7
Havekotte.
Jan Langedijk kwam met het behalen van
den kampioenstitel in het bezit van den wissei-
prijs voor de kampioenschappen van Nederland,
in het hardrijden, de van Helomaplaquette, in
gesteld in 1910.
In het seizoen 1921-1922 won wijlen Max
Tetzner den prijs, in 1928-1929 Dolf van der
Scheer en in 1932-1933 eveneens Dolf van der
Scheer. In alle andere seizoenen is het kampi
oenschap van Nederland niet verreden.
(Vervolg van pag. 1)
Over het verloop van deze partij, welke werd
gespeeld in hotel Coomans te Amsterdam, het
volgende:
Wit: P. Kef es Zwart: dr. M. Euwe
Nimzo-Indisch
1.
d2d4
Pg8—f6
2.
c2c4
e7e6
3.
Pblc3
Lf8b4
4.
Ddlc2
Pb8c6
5.
e2e3
e6e5
6.
d4xe5
Pc6xe5
7.
Lel—d2
d7d6
8.
a2a3
Ld4xc3
9.
Ld2xc3
0—0
10.
Pgl—f3
Pf6d7
11.
Lf 1e2
Dd8—e7
12.
Tal—dl
Pe5xf3
13.
g2xf3
f7—f5
14.
Thlgl
Tf8—f7
15.
Del—d2
Pd7—f6
16.
c4c5
d6^d5
17.
Lc3xf6
de7xf6
18.
Dd2xd5
Lc8e6
19.
Dd5xb7
Ta8—f8
20.
f3—f4
Tf7—e7
21.
Tdl—d2
Le6—f7
22.
Db7xa7
Df6—h4
23.
Da7b7
Te7xe3
24.
Db7g2
g7—g6
25.
Dg2—g5
Te3h3
26.
Dg5xh4
Th3xh4
27.
Td2d4
Th4xh2
28.
Le2—f3
Lf7e8
29.
a3a4
Tf8—f6
30.
Tgl—hl
Th2xhl
31.
Lf3xhl
Kg8—f8
32.
Lhlb7
Le8c6
33.
Lb7xc6
Tf6xc6
34.
b2—b4
Kf8e7
35.
Kei—d2
h7h5
36.
a4a5
Tc6a6
37.
Kd2c3
Ta6a8
38.
c5c6
Ta8h8
39.
b4b5
h5h4
40.
b5b6
c7xb6
41.
a5xb6
h4h3
42.
b6—b7
h3h2
43.
Td4—dl
Th 8d8
44.
Tdlxd8
h2—hl
45.
b7b8 D
Dhl—cl
46.
Kc3b4
Del—b2
47.
Kb4a5
Db2a3t
48.
Ka5b6
Da3b4t
49.
Kb6c7
Zwart geeft op.
Het presidium van den Koninklijken Neder-
landschen Schaatsenrijdersbond verzoekt ons
te willen mededeelen, dat de wedstrijd, ver
bonden aan den z.g. 75 K.M. dorpentocht van
den IJsbond Hollands Noorderkwartier is om
gezet in een z.g. prestatierit. In dit verband
kunnen leden van den K.N.S.B. wel deelnemen
aan den prestatierit, zonder dat disqualificatie
behoeft te worden gevreesd.
Een militair, die Zondag bij een rijwielhan
delaar te Amersfoort een fiets te koop aanbooo
voor het geringe bedrag van drie gulden, werd
door den fietsenmaker verzocht, mee te gaan
naar een politieposthuis. Spoedig bleek, dat de
militair een gefingeerd legeronderdeel, waartoe
hij zou behooren, had opgegeven. Hij voelde
zich dusdanig in het nauw gedreven, dat hij het
politieposthuis uitvluchtte. Een agent zette hem
na en trok zijn revolver, waarop de vluchteling
zich overgaf. De man werd opnieuw naar het
posthuis gebracht en daar bleek, dat hij in de
gemeente Soest de fiets had gestolen Hij is ter
beschikking van den burgemeester van Soest
gesteld.
Van 8 Januari tot 1 Juli 1940 zullen in
Suriname weldadigheidszegels worden uit
gegeven, welke binnenkort eveneens aan de
zgn. philatelisten-loketten hier te lande
verkrijgbaar zullen zijn.
De zegels, welke voor het gebruik gelijk zijn
gesteld met de gewone Surinaamsche frankeer
zegels, zullen worden uitgegeven in vier waarden.
afbeelding frankeerw. kleur verk.prijs
Creoolsche 2% ct. groen 4% ct.
Javaansche 3 ct. terracotta 5 ct.
Hindostaansche 5 ct. blauw 8 ct.
Indiaansche 7t£ ct. roodbruin 12 ti ct.
De extra-baten dezer zegels komen ten voor-
deele van het Surinaamsche volkskind en dit
jaar in het bijzonder van de Vereeniging tot
verpleging van lepra-lijders in Suriname
„Bethesda", het sub-comité voor de Kindervoe
ding van het Surinaamsche Steuncomité en de
vereeniging „Het Groene Kruis" in Suriname.
De ontwerpen zijn door den grafischen kun
stenaar S. Hartz vervaardigd aan de hand van
uit Paramaribo ontvangen fotografische opna
men, terwijl de zegels door de N.V. J0I1. En
schede en Zonen te Haarlem in plaatdruk zijn
uitgevoerd; formaat 22 x 33 m.M.
Het dagelijksch bestuur van het Algemeen
Steuncomité 1939 deelt mede, dat van een con
ducteur der Nederlandsche Spoorwegen een
schenking is ontvangen ten bedrage van een
dag extra-loon. Moge dit voorbeeld zoo voegt
genoemd bestuur er aan toe tot navolging
strekken.
Zaterdagmiddag is op den Ruurloscheweg, te
Groenlo, een doodelijk ongeluk gebeurd. De 73-
jarige mevrouw A. M. J. Weijn, wonende te
Groenlo. weifelde bij het oveisteken van den
weg. Zij werd door een benzine-auto aangere
den en op slag gedood.
Het lijk is naar het St. Vincentiusgasthuis te
Groenlo overgebracht.
Benoemd tot hoogleeraar-directeur der Rijks-
akademie van beeldende kunsten te Amster
dam: W. van den Berg, thans hoogleeraar bij
die instelling.
Bij beschikking van den minister van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen is bij zijn de
partement benoemd tot, acijunct-commies; H
J. W. M. Michael, thans tijdelijk werkzaam.
Aan E. Tange, gemeente-veldwachter, te
Rilland-Bath, is de zilveren eere-medaille, ver
bonden aan de orde van Oranje-Nassau, toe
gekend.
Menigeen zal zich afvragen, wat de gevolgen
van den oorlog zullen zijn voor wat men de
geestelijke volksgezondheid noemt. Dit is een
vraag, die heel moeilijk is te beantwooiden. O-p
de eerste plaats verbeeldt men zich onwille
keurig, dat de tijd vóór 1914 een normale, ge
zonde en voorspoedige tijd was. In elk geval
was het een tijd, die daardoor gekenmerkt was,
dat het geloof aan den vooruitgang overal
heerschte. Vooruitgang wil zeggen, dat alles
van zelf beter wordt. Het geloof daarin was zoo
sterk, dat vele geloovigen zich begonnen af te
vragen, waarvoor het geloof eigenlijk diende,
want in deze wereld ging immers alles van zelf
beter. Hoe dwaas dit geloof is. werd juist door
den oorlog bewezen. Daarom werden de men-
schen van den vooruitgang boos en zeiden, dat
de oorlog door de reactionnairen gemaakt was.
Het is thans nog moeilijk uit te maken,
welke diepere effecten op den mensch door den
vorigen oorlog gemaakt zijn. Maar één ding is
zeker, en wel dat de strijders van den grooten
oorlog en vooral de overwinnaars niet zoo heel
trotsch meer zijn op hun oorlog. Dat is een groot
verschil met b.v. de Napoleontische oorlogen.
Zelfs de Nederlanders, die onder Napoleon
vochten, dachten met genoegen aan die veld
tochten terug. Maar wat is het doel van dezen
obrlog? Moeten de strijders niet later tot de
ontdekking komen, dat hun leiders niet zeer
moreel, maar wel incompetent zijn, en dat die
oorlog niets goeds uitwerkt?
Daar zijn er evenwel, die zeggen, dat de oor
log een versterkende werking heeft op den
mensch; en daarin ligt in 't algemeen gespro
ken een zekere waarheid. Maar ten eerste is
het evenzeer waar, dat de oorlog ook de uit
laatklep is van onedele hartstochten en door
velen wordt begrepen en gewaardeerd als de
zegepraal van macht op recht; anderszijds is
het zeer wel mogelijk, dat de verschrikkingen
van den modernen oorlog voor verreweg de
meesten geestelijk ongezond zijn. En dit schijnt
ook de meening der staatslieden in de oorlog
voerende landen te zijn, want het is duidelijk,
dat zij terugschrikken voor den totalen oorlog,
zooals die toch mogelijk is, en waartoe de strij
ders zich hebben voorbereid. Blijkbaar vreest
men den totalen oorlog, omdat men het effect
daarvan zoowel op strijders als op burgerbevol
king onmogelijk kan voorspellen, of liever om
dat men die werking maar al te goed kan voor
spellen.
Men vreest blijkbaar, dat de menschen in een
troep verschrikte schapen, in verward en weer
loos slachtvee zullen veranderd worden, of dat
zij, van den weeromstuit vermetel geworden, de
leiding zullen wegvagen.
Men kan niet anders zeggen, dan dat de psy
chiaters van de meeste landen zich heel wat
moeite gegeven hebben de menschen van
den oorlogswaan te genezen. Zij hebben met
geduchte scherpte de geheime drijfveeren van
de menschheid blootgelegd; en zij hebben ge
wezen op de schoonheid en de wenschelijkheid
van een harmonisch leven, gewijd aan de wer
ken des vredes. Ook hebben zij en zeer te
recht er herhaaldelijk op gewezen, dat er
meer rust en toewijding ligt in de verheffing
van het eigen volk, dan in den noodeloozen aan
val tegen andere volkeren. Maar een vechtjas
wordt eerder een groot staatsman genoemd, dan
een goed huisvader, die voor zijn volk zorgt. Dat
heeft reeds Thomas More in zijn Utopia op
ironisóhe wijze te kennen gegeven.
Maar men behoeft geen groot psycholoog te
zijn, om in te zien, dat er massa's menschen zijn,
voor wie deze beschouwingen geen waarde heb
ben. Ten eerste is dat zoo voor de cholerischen
en de enthousiasten, ten tweede voor de jeugd
in het algemeen. „Er zullen oorlogen zijn, zoo
lang er jonge menschen zijn. Zouden die groote
slachtingen mogelijk zijn zonder hun medeplich
tigheid?" Zoo spreekt Francois Mauriac.
Want de psychiaters weten hun vermaning
tot vredelievendheid en harmonie niet op een
vaste basis te doen steunen. Wanneer zij, tot
wie de psychiaters hun vermaningen richten,
antwoorden, dat zij den strijd verkiezen, wat
dan? Dan weten de psychiaters daarop geen
antwoord.
Zeer merkwaardig in dit opzicht is het laat
ste internationale congres voor geestelijke volks
gezondheid, in Zwitserland gehouden. Daar zijn
vele redevoeringen uitgesproken en is veel ge
discussieerd over het belang van het elkaar be
grijpen, het elkaar verstaan voor de wereld
orde. Men gaat er dus „stilzwijgend" van uit,
dat, indien de menschen elkaar maar begrepen,
er vrede zou heerschen.
In zekeren zin is dit waar: indien ik iemand
onredelijk en afstootend vind, maar hem toch
gaarne zou willen waardeeren en ik probeer
een redelijk motief voor zijn handelingen te
vinden, of althans 'n aanvaardbaar excuus, dan
ben ik reeds op den goeden weg tot een behoor
lijke verstandhouding. Eigenlijk gezegd bemin
ik hem reeds, terwijl ik hem niet begrijp en
niet versta. En daar komt het nu juist op aan.
Ja, men kan de zaak ook andersom stellen
en zoo ver gaan, dat men zegt: wie alleen in
vrede kan leven met menschen, die hij begrijpt,
is arrogant. Men kan een practisch voorbeeld
uit de politiek vinden in het gedrag der Neder
landers tegenover de Chineezen in Ned.-Indië.
Men moet zich niet voorstellen, dat de Neder
landers de Chineezen begrijpen: neen, zij aan
vaarden in 't algemeen, dat de Chineezen an
ders zijn, en daarom is de verstandhouding goed.
Maar stel, dat de Nederlanders tot de Chineezen
zeiden„Zoolang uw gedrag in ons oog niet rede
lijk is, kunnen wij geen vrede met u hebben,'
dan zouden de Chineezen daarop kunnen vra
gen, met welk recht.de Nederlanders zuik een
eisch stellen. Die eisch is arrogant.
Ja, menigeen zou nog verder gaan en zeggen,
dat het mogelijk is met de menschen in vrede
te leven, zoolang men ze niet geheel doorziet.
In elk geval, het elkaar begrijpen is niet ge
noeg om vrede te hebben.
Wil men vrede hebben, dan moet men bewust
en beslist boven de „natuur" uitgaan, d. w. z.
men moet aannemen, dat er zedewetten zijn,
die niet door den mensch zelf, maar door God
gegeven zijn. Want in zekeren zin zijn alle men-
schelijke wetten in waarde aan elkaar gelijk;
waarom zou een strijder, menschelijk gesproken,
minder waard zijn dan iemand die rustig leeft?
En dat is ook het antwoord op de vraag, waar
de strijdlust van de jeugd dan blijven moet.
Overwin u zelf, blijft steeds de grootste en
moeilijkste taak.
Dat neemt niet weg, dat de psychiaters het
goed bedoelen, maar hun pogingen zijn mijns
inziens tot onvruchtbaarheid gedoemd; men be
denke slechts, wat die schoone menschelijke
vermaningen tot harmonie en vredelievendheid
waard zijn in omstandigheden, die nijpen. Als
er dan geen hooger, geen goddelijk beginsel is,
waaraan de mensch zich onderwerpt, dan wor
den die vermaningen ter zijde geschoven.
Het zou kunnen zijn, dat dit inzicht zich baan
breekt als uitwerking van den oorlog. Want
inderdaad, hooger kan het nationalisme met
meer stijgen: er moet een ontnuchtering komen,
maar tegelijk daarmede een inzicht, dat de
menschelijke voorzienigheid niet in staat is, om
het leven levenswaardig te maken. Dat komt
mij voor zoo duidelijk te zijn, als iets wat men
voor zich in de hand ziet leggen.
Dr. TH. H. SCHLICHTING
De postboot „Von Geusau" kon Zaterdag
ochtend voor het eerst niet uitvaren. Maandag
ochtend half tien zal een KL.M.-vliegtuig met
de post van Schiphol naar Urk vertrekken.
Te Groningen is aangehouden de 29-jarige
meubelmaker-kermisreiziger P. H. van Z., wo
nende te Nijmegen, die sinds eemge weken te
Groningen verblijf hield. Hij wordt er van ver
dacht zich te hebben schuldig gemaakt aan
diefstal van groote partijen sigaren en siga
retten bij een expeditiebedrijf. Deze goederen
heeft de recherche in beslag genomen in de
woning van Van D., die eveneens is aangehou
den, verdacht van medeplichtigheid en heling.
Gebleken is dat dit tweetal reeds meer ge
stolen goederen heeft verhandeld. Zoo werden
groote partijen goederen gestolen bij de spoor
wegen en de Lemmer boot.
Beiden zullen voor den Officier van Justitie
worden geleid.
De bekende Engelsche bekeerling Arnold
Lunn maakte onlangs een reis door Zwitser
land, en gaf daarover indrukken ten beste
in het katholieke weekblad „America". Wij
citeeren daaruit een en ander over toestan
den in Duitschland, zooals Lunn deze hoorde
beschrijven door vooraanstaande vrienden,
die dit land goed kennen.
De oorlog tegen Polen vond onder de Duit-
schers veel instemming en werd als een middel
beschouwd om onrecht te herstellen. Dat daarna
de oorlog nog moest voortduren wordt vooral
aan de houding van Engeland geweten.
Men behoeft verder geen spoedige revolutie
vanuit het volk in Duitschland te verwachten,
zoowel wegens de macht der Gestapo als door
Hitler's succes. De groote vraag is echter of de
populariteit van den Führer bijvoorbeeld
bestand zou zijn tegen het verlies van een half
miilioen manschappen, als de Maginot-linie zou
moeten worden geforceerd. Toch lijkt het er op
of het ongeduldige temperament van den Rijks
kanselier hem er toe zal brengen daar binnen
een half jaar een beslissing te forceeren.
In nationaal-socialistische kringen bestaan
duidelijk verschillende stroomingen. Een vriend
van Lunn dineerde onlangs te Berlijn met een
vooraanstaand nazi-man, en deze zeide hem dat
Goering slecht te spreken is over de Russische
actie om de Oostzee. „De maarschalk gelooft, dat
de eenige redding van Europa te vinden is in
een Engelsch-Duitsch verbond tegen Moskou."
De Duitsche voedselvoorziening was volgens
genoemde zegslieden voldoende voor meerdere
oorlogsjaren, maar er waren groote economische
en financieele moeilijkheden. Het leek hun on
waarschijnlijk, dat de oorlog meer dan één win
ter zou beleven.
Maandagavond a.s. om 9.35 Amsterdam-
schen tijd zal voor de B.B.C. over alle En
gelsche zenders spreken Prof. J. L. Brierley
over „Contrabande-controle".
Scheepvaartvertegenwoordigers te New York
verklaren, dat de Britsche contrabande-autoritei
ten de aanhouding gelast hebben van 't Ameri-
kaansche s.s. Manhattan, wanneer dit in Gibral
tar aankomt. Het vaartuig zal op contrabande
onderzocht worden. De Manhattan is op 30 De
cember uit New York naar Genua vertrokken.
BRUSSEL, 6 Jan. Onlangs zijn in Parijs en
Londen onderhandelingen gevoerd betreffende
de oorlogscontrabande, welke met een gedeelte
lijk accoord besloten werden. Evenwel moest nog
over een bepaald aantal producten overeenstem
ming verkregen worden.
Volgens de inlichtingen van het agentschap
Belga is zulk een accoord nu voor verscheidenen
van die producten tot stand gekomen, doch is
er nog geen algemeen accoord gesloten.
Wij vernemen, dat door de hoofdredacties van
de bladen in Limburg is besloten geen enkel
bericht over de (eventueele) Camavalviering in
Limburg te plaatsen zoolang de oorlog duurt.
De herdenking van het EEUW
FEEST van de Parochiekerk „St.
Jacobus de Meerdere" te SCHIP
LUIDEN zal 'n waar PAROCHIE-
FEEST worden, als vele weldoe
ners een kleine bijdrage zenden
voor het
BOUWFONDS DER NIEUWE
KERK
De oude kerk is te klein, te oud
en veel te ver van de Kath. school
en het dorp.
Deze nieuwe kerk is noodzakelijk
voqr een goed parochieleven, maar
onmogelijk voor de onder de
crisis lijdende bevolking.
Uw 1.of 2.50 kunnen wij
niet missen.
Pastoor H. J. A. THEISSEN
Giro 353901. R. K. Kerkbestuur
Schipluiden.
Vergeet joist in deze kwade tijden
ow goede werken niet!
Het Ameublement is gevallen op:
No. 4979.
worden U geboden door advertentie
reclame ln de rubriek „Omroepers'
Laat die U niet ontglippen. De prij:
kan geen bezwaar zijn, want vooi
slechts 50 cent per regel komt Uw
Zaken-Omroeper onder de aandacht
van 90.000 gezinnen.
VAN DE
BESTE ROMANS VAN
Kinderen van ons Volk, oorspr. 3.90, NU 1.50 - De Schoone voleinding, oorspr. 3.90, NU 1.50
Peelwerkers, oorspr. 4.90, NU 1.90 - De goede Moordenaar, oorspr. 3.90, NU 1.90 - OOR
SPRONKELIJK TOTAAL GEBONDEN 16.68.
ALLE BOEKEN APART
GEBONDEN TOTAAL FRANCO
■nu H MC BEIDE BOEKEN APART
A EX A IV .3 GEBONDEN TOTAAL FRANCO
Afzonderlijk besteld franco 20 ct, per boek hooger.
Betaling kan desgew. geschieden met 1.— of méér per maand. Zend onderst, bon rechtstreeks
aan BOEK- en KUNSTHANDEL H. NELISSEN, Prinsengracht 627, A'dam, Giro 60092, Telef. 31791.
NAAM;
Ondergeteekende wenscht franco te ontvangen
Het bedrag ad de maand, termijn van
is door mij verzonden/wordt met 10 ct. extra voor rembours bij ontvangst 2ending
door mij betaald. Doorslaan wat niet wordt verlangd.
ADRES: 88
40
HOOFDSTUK XXVIII
„Tot ziens, Jan".
De manier, waarop Jan dien morgen Jim
Willis en Dick Vaughan te zamen bracht, was
merkwaardig en vreemd.
Toen Jan Dick weer had gevonden, had hij
alles wat hij van het leven verlangde. Maar hij
had een onbestemd gevoel van plicht om Willis
zoo mogelijk ailes te laten weten. Deze kon on
getwijfeld groote rechten op den leider van zijn
span doen gelden en de gedisciplineerde Jan
was er in dit stadium van zijn leven de hond
niet naar om die rechten te ontkennen. Hij
wilde, dat Jim Willis het wist en hem vergeven
zou. Daarom begon hij de zaak in orde te ma
ken. zonder Dick uit het oog te verliezen
een stap. dien men door geen dreigement, geen
enkele overreding zonder zijn wil van hem ge
daan zou hebben gekregen.
De uitvoering van zijn besluit veroorzaakte
veel oponthoud. Toen hij, ondanks allerlei spel
letjes Dick eindelijk niet meer van het pad af
kon lokken, trachtte hij hem door trekken en
grappen weer den weg, dien hij den vorigen
dag gekomen was, te laten inslaan. Nu had
Dick veel te veel verstand van hondenmanieren
om de fout te begaan van te veronderstellen,
dat Jan alleen zijn speelschheid liet botvieren.
Hij wist te goed, dat dit niet iets voor Jan was.
„H'm, oude jongen, je kunt niet, zooals ik
gisterenavond zei, uit de lucht zijn gevallen. Er
moet dus nog iemand anders op de plaats zijn
vanwaar je vandaan bent gekomen. Ik zie de
voren van 't tuig nog op je schouders, goeierd!
Wat zou Betty daar wel van zeggen, oude jon
gen? Wind je maar niet op. We zullen afwach
ten en zien wat er gebeurt. Ik kon de hulp
van een span best gebruiken, dat verzeker ik
je, want mijn eigen schouder is tot op het been
gekneusd door de strengen. Geloof me, Jan, één
man en één ..husky" vormen geen span neen,
jongen, een span van niets. Ga zitten, jongen,
en laat ik mijn pijp eens vullen."
Het was natuurlijk, dat de uitkomst van
Dick's overpeinzingen hierin bestond, dat hij
afwachtte wat de weg, dien Jan had afgelegd,
hem wel brengen zou. Maar toch zou hij niet
gewacht hebben, als Jan er niet zoo handig op
aangedrongen had. Soms, niet heel dikwijls,
wordt een hond in de beschaafde wereld listig.
Maar in de wildernis worden ze dat veel ge
makkelijker en sneller; zelfs dieren, die lang
niet Jan's buitengewoon verstand en rijke ver
beeldingskracht bezitten.
Dick had nog niet lang gewacht, toen zijn
ooren en die van Jan het geluid en het suizen
van een zweep opvingen. Blijkbaar hadden
Jan's makkers zich in de afwezigheid van hun
leider niet bijzonder ingespannen. In de verte
kon men nu en dan het gehuil van een wolf
hooren.
Jim Willis toonde geen verbazing, toen hij, op
een wenk van Dick's hand, zijn span deed stil
staan naast een KN.W.B.P.-man, en zijn eigen
vermisten aanvoerder. In het bijzijn van ande
ren toonde Jim nooit eenige verbazing. Hij
knikte begrijpend, toen Dick hem het verhaal
van Jan's verschijning op den vorigen avond
vertelde en van zijn verdwijning, vele maanden
geleden, uit Lambert's Siding in Saskatche
wan.
„Het grenst aan het wonderbare, dat ik hem
hier terugvind of liever, dat hij mij terug
vond niet waar?", sprak Dick.
„Ja, een slimme hond, die Jan," zei de kalme
Jim.
Hij merkte op men kan het niet nagaan
met welke vreemde aandoeningen in de stille
diepten van zijn natuur dat. hoewel Jan
vriendelijk zijn tong uit den bek liet hangen en
met zijn staart zwaaide, als Jim sprak, hij
toch als vastgelijmd zijn kop tegen sergeant
Vaughan's knie bleef drukken.
De twee mannen leunden tegen Jim's slee en
boden elkaar tabak aan, terwijl Dick in het
kort vertelde hoe hij met den krankzinnigen
man van een eenzaam kamp bij een zilvermijn
bij het Great Slave Meer gekomen was. Het
bleek, dat Dick's vrees gegrond was geweest,
dat in dit eenzame land, waar hij doorheen
moest reizen, een afschuwelijke epidemie van
dolheid had geheerscht. Een van het span van
zeven „huskies" was tenminste in de eerste da
gen van de reis dol geworden en moest worden
doodgeschoten.
„Ik had niet gemerkt of het dier een van de
anderen ook gebeten had, maar den volgenden
dag waren er reeds twee aangetast, en voor ik
hen kon neerschieten, hadden ze een ander
span gebeten. Den volgenden dag moest ik dat
paar afmaken en verwachtte elk oogenblik, dat
de teef, de eenige overgeblevene, ook dol zou
worden. Maar ze schijnt het gevaar ontsnapt
te zijn."
Dick repte niet over de vermoeiende volgende
dagen, toen hij zelf uren lang in het tuig ge
zwoegd had, loopende vóór zijn eigen hond, ter
wijl de krankzinnige man in dekens gewikkeld
boven op de lading van de slee gebonden zat.
Maar Jim Willis wist het wel, zonder dat het
hem verteld werd. Hij zag de striemen van het
tuig op de schouders van Dick's jas en hij be
greep. hoe precies daaronder een schrijnende
plek moest zijn.
„Nu, zeg," merkte hij vol bewondering op, „je
schijnt het hard te verantwoorden gehad te
hebben."
Dick legde heel kort, alsof de zaak nauwe
lijks de moeite waard was, uit, waarom hij den
krankzinnige als een baal goed moest ver
voeren.
Het bleek, dat hij den man had laten loopen,
teen zijn span ingekrompen was tot slechts één
hond van middelmatige grootte. De waanzin
nige had listig de gelegenheid afgewacht en
evenals een wolf Dick later van achteren be
sprongen, en zijn tanden in diens nek gezet.
Hoewel Dick er weinig over sprak, was dit het
begin van een zeldzamen en vreeselijken strijd
geweest, waarvan de eenige toeschouwer een
enkele sledehond was.
De twee mannen hadden ruim een kwartier
lang in de platgetrapte sneeuw, al worstelend
heen en weer gezwaaid, vóórdat Dick den waan
zinnige eindelijk overmeesterd en aan handen
en voeten gebonden had. Deze was groot en
krachtig gebouwd, terwijl zijn krankzinnigheid
zijn natuurlijke vechterseigenschappen nog
sterk vermeerderd had. De verbonden nek van
Dick Vaughan zou, evenals zijn tot op het been
toe doorgebeten rechterduim, voor altijd de
kenmerken dragen van de woestheid van den
armen stakkerd in die eenzame worsteling ovei
het sledepad.
„Dat lijkt me toch niet in orde," merkte
Jim Willis op. „Als ik jou was, zou ik hem een
kogel gegeven hebben."
„O, neen, dat zou heelemaal niet goed zijn,"
zei Dick.
Hij trachtte niet uit te leggen, waarom hij zoo
dacht; misschien zou hij het niet gekund heb
ben, en zouden de tradities van het corps, waar
bij hij diende, vervallen zijn; en daarover wordt
zelden gesproken door degenen, die ze het best
begrijpen en die er het meest door beïnvloed
worden.
„Waar ga je nu naar toe?", vroeg Jim.
„Naar Edmonton. Maar sinds ik alleen maar
deze ééne kleine „husky" over heb, is het
mijn plan om naar Fort Vermilion te gaan en
te trachten daar een nieuw span te koopen."
„Ja, ik was ook op weg naar Edmonton, en
ik wilde ook naar Fort Vermilion, sinds ik mijn
geweer verloren héb," zei Jim. „Ik heb er meer
dan genoeg van om zonder eenig wapen den
weg voor die heertjes achter me te banen" (het
gehuil der wolven was nu en dan hoorbaar.)
„Het lijkt me, dat we elkaar op het goede
oogenblik ontmoet hebben," zei Dick glim
lachend, „want ik heb noodig wat jij hebt en
jij hebt noodig wat ik heb."
„Dat dacht ik ook zoo," gaf Jim toe. „Als je
het goedvindt, konden we het best met jouw
Jan en mijn honden samen tot Edmonton bren
gen."
Ten slotte werd de zaak aldus geregeld: twee
der honden van Jim Willis werden met Jan
als leider voor Dick's slede gespannen beladen
met den krankzinnige en Dick's dekens. De
rest van Dick's lading werd op Jim's slede ge
pakt en getrokken door de drie andere honden
van Jim, bijgestaan door de eenig overgeble
vene van Dick's span. Zoo werd de reis van
vijfhonderd mijlen naar Edmonton aangevan
gen.
Deze regeling beviel Jan bijzonder goed, daar
ze hem gelegenheid verschafte zijn baas te too-
nen, wat hij als aanvoerder presteerde. Er lag
een onuitsprekelijk genot voor Jan in het feit,
dat hij van oe lippen van zijn eigen baas de
bevelen „Halt" of „Vooruit weer' kreeg.
(Wordt vervolgd),