Jan Langedijk kampioen van Nederland f 24.- nu f 10.20 de zoon van Finn Oorlogspsychiatrie ANTOON COOLEN HERMAN DE MAN BON KOOPS SCHITTERT OP DE 10.000 M. 1840 - 1940 THANS VOOR DE ZES BOEKEN TEZAMEN voor slechts f 10.20 VOOR f 6.8O f 3.40 ZONDAG 7 JANUARI 1940 SCHAATSEN De 10.000 meter De lOe partij Euwe—Keres 75 K.M. DORPENTOCHT FIETSENDIEF GEPAKT VOOR HET SURINAAMSCHE VOLKSKIND GOED VOORBEELD DOET GOED VOLGEN OUDE VROUW DOODGEREDEN UIT DE STAATSCOURANT Hooger Onderwijs Dep. van Onderwijs Onderscheiding De post voor Urk UITGEBREIDE DIEFSTALLEN OP HET SPOOR Zwitsersch oordeel over Duitschland Volgens mededeeling van Arnold Lunn in America De Britsche controle op contrabande Maandagavond een uiteenzetting over de Engelsche zenders BELGISCH ACCOORD OVER OORLOGSCONTRABANDE CARNAVAL IN LIMBURG GROOTE MOGELIJKHEDEN OORSPRONKELIJK VAN DE 52 BESTE ROMANS VAN De Kleine Wereld, oorspr. 3.90, NU 1.50 - Maria en haar Timmerman (de roman van een Poldcrkcrel), oorspr. 3.50, NU 1.90 - TOTAAL GEBONDEN OORSPRONKELIJK 7.40 DOOR A. J. DAWSON Jan Langedijk heeft den titel van Nederlandsch kampioen in het hard rijden te Groningen veroverd: met een derde plaats op de 500 meter, een eerste plaats op de 5000 en 1500 meter en een tweede plaats op de 10.000 meter wist hij. dank zij ook zijn goede tijden, het kam pioenschap te behalen en Dolf van der Scheer te onttroonen. Insiders wisten, dat Jan Langedijk in goeden vorm was. Trouwens, dat had hij op den eersten dag der kampioenschappen reeds bewezen. Maar dat hij den sne.sten tijd over dezen afstand zou maken, had toch niemand verwacht. Het is voldoende bekend, dat de kracht van Langedijk cp de lange afstanden ligt, de 5000 en vooral de 10.000 meter. Nu is het merkwaardig, dat men tcch over voldoende sprintcapaciteiten moet beschikken om een der eerste plaatsen m de rangschikking te kunnen bemachtigen, omdat 1 seconde meer of minder op de 10.000 meter slechts 1,20 punt voor het klassement scheelt, maar 1 seconde op de 500 meter een vol punt en op de 1500 meter 1/3 punt. Jan Langedijk heeft op den eersten en op den tweeden dag laten zien, wat met energie en rctsvasten wil kan worden bereikt. Zoo kon het gebeuren, dat deze deelnemer de 1500 meter won, een afstand, waarin Van der Scheer altijd een specialist is geweest. Lan gedijk reed tegen Koops. zijn ouden rivaal van zooveel buitenlandsche wedstrijden. Hij gaf den Zuid-Larenaar geen kans en bovendien bleek zijn tijd buitengewoon fraai te zijn. Hij reed den afstand in 2 min. 33,9 sec., terwijl de beste tijd, ooit door een Nederlandsch rijder op een baan in ons land gemaakt, 2 min. 33,4 sec. oedraagt. Deze laatste tijd staat op naam van Siem Hei den, een prestatie, welke Heiden verrichtte cp 3 Februari 1929 te Groningen. Langedijk heeft den tijd van Heiden dus op een halve seconde benaderd en, behalve aan het uitstekende rij den, heeft hij dat toch ook wel te danken aan de prachtige conditie van het ijs en het feit, dat er practisch geen wind stond. Van der Scheer reed tegen Roos en nam re vanche voor zijn nederlaag op de 500 meter. De beslissing viel pas in de laatste halve ronce, toen Van der Scheer de binnenbocht kreeg en daarvan voldoende profiteerde om met bijna 1 seconde verschil als eerste door de finish te gaan. Buyen verbeterde zijn positie in de a!- gemeene rangschikking door een goede 1500 M. Hij kwam tegen Blaisse uit, doch sloeg zijn te genstander royaal. Zijn tijd van 2 min. 36,8 sec. bezorgde hem de derde plaats op de 1500 meter en de vierde plaats in de rangschikking. De uitslagen luiden: 1 Langedijk 2 min. 33,9 sec.; 2 Van der Scheer 2 min. 36,2 sec.; 3 Buyen 2 min. 36,8 sec.; 4 Roos 2 min. 37,1 sec.; 5 Koops 2 min. 38,3 sec.; 6 Havekotte 2 min. 39,7 sec.; 7 Zwanenburg 2 min. 40,8 sec.; 8 De Jager 2 min. 41,2 sec. De stand na drie nummers, 500, 5000 en 1500 meter luidde: 1. Langedijk 155.680 punten; 2. Roos 157.207 punten; 3. Van der Scheer 157.787 punten; 4. Buyen 158.387 punten; 5. Koops 158.657 pun ten. Uit dezen stand kan men gemakkelijk de conclusie trekken, dat Langedijk den titel, nog voor de 10.000 meter gereden was, prac tisch reeds in zijn bezit had. Immers, het verschil van ongeveer 1500 punten met Roos beteekende, dat Roos op de 10.000 meter reeds zou moeten beginnen met een handi cap van ongeveer 30 seconden, terwijl van der Scheer 50 seconden sneller zou moeten rijden dan Langedijk om nog een kans te maken op den titel, iets wat dus uitgesloten mocht worden genoemd. Niet Roos of van der Scheer waren eenter de ernstigste concurrenten van Langedijk, doch Roel Koops, die een prachtige 10.000 meter reed en zich met een tijd van 19 min. 4 sec. zoo fraai plaatste, dat hij van de vijfde plaats naar de tweede klom in de algemeene rang schikking. Koops reed tegen Zwanenburg en de Zuid- Larenaar muntte uit door forsche regelmaat en uitstekend bochtenwerk. De jonge Zwanenburg hield echter goed vol en eerst in de laatste ronden werd hij definitief geslagen. langedijk en Buyen gaven het elkaar ook niet cadeau. Buyen zakte na 3 K.M. af en in het laatste gedeelte was er van strijd geen sprake meer. waardoor de tijd van Langedijk minder be ïnvloed werd. Daar kwam nog bij, dat Lange dijk na zonsondergang reed. waardoor de ijs- conditie niet zulke snelle tijden toeliet als in de middaguren. Mede daardoor slaagde Lange dijk er niet in den tijd van Koops te verbete ren. Van der Scheer reed de 10.000 meter kranig Een prachtig rijdende Jan Langedijk werd te Groningen kampioen van Nederland uit en ook Roos verrichtte goed werk in zijn rit tegen Havekotte. Zoo kwam dan het einde van het tweedaagsche ijsfeest, hetwelk bijzonder ge slaagd is. De organisatie was goed, het weer en het ijs lieten niets te wenschen over en de talrijke toeschouwers hebben van echte Holland- sche sport kunnen genieten. De uitslag van de 10.000 meter luidt: 1. Koops 19 min. 4 sec.; 2. Langedijk 19 min. 15.1 sec.; 3. Zwanenburg 19 min. 30 sec.; 4. van der Scheer 19 min. 54.2 sec.; 5. Roos 19 min 59.9 sec.; 6. Havekotte 20 min. 0.4 sec.; 7. Buy en 20 min. 3.2 sec.; 8. Strijbis 20 min. 5 sec. De eindrangschikking luidt: 1 en kampioen van Nederland Jan Langedijk (Rotterdam) 213.435 punten; 2. Roel Koops (Zuid-Laren) 215.867 punten 3. Jan Roos (Amsterdam) 217.202 punten, 4. Dolf van der Scheer (Rotterdam) 217.497 punten; 5. Buyen (Amsterdam); 6. Zwanenburg; 7 Havekotte. Jan Langedijk kwam met het behalen van den kampioenstitel in het bezit van den wissei- prijs voor de kampioenschappen van Nederland, in het hardrijden, de van Helomaplaquette, in gesteld in 1910. In het seizoen 1921-1922 won wijlen Max Tetzner den prijs, in 1928-1929 Dolf van der Scheer en in 1932-1933 eveneens Dolf van der Scheer. In alle andere seizoenen is het kampi oenschap van Nederland niet verreden. (Vervolg van pag. 1) Over het verloop van deze partij, welke werd gespeeld in hotel Coomans te Amsterdam, het volgende: Wit: P. Kef es Zwart: dr. M. Euwe Nimzo-Indisch 1. d2d4 Pg8—f6 2. c2c4 e7e6 3. Pblc3 Lf8b4 4. Ddlc2 Pb8c6 5. e2e3 e6e5 6. d4xe5 Pc6xe5 7. Lel—d2 d7d6 8. a2a3 Ld4xc3 9. Ld2xc3 0—0 10. Pgl—f3 Pf6d7 11. Lf 1e2 Dd8—e7 12. Tal—dl Pe5xf3 13. g2xf3 f7—f5 14. Thlgl Tf8—f7 15. Del—d2 Pd7—f6 16. c4c5 d6^d5 17. Lc3xf6 de7xf6 18. Dd2xd5 Lc8e6 19. Dd5xb7 Ta8—f8 20. f3—f4 Tf7—e7 21. Tdl—d2 Le6—f7 22. Db7xa7 Df6—h4 23. Da7b7 Te7xe3 24. Db7g2 g7—g6 25. Dg2—g5 Te3h3 26. Dg5xh4 Th3xh4 27. Td2d4 Th4xh2 28. Le2—f3 Lf7e8 29. a3a4 Tf8—f6 30. Tgl—hl Th2xhl 31. Lf3xhl Kg8—f8 32. Lhlb7 Le8c6 33. Lb7xc6 Tf6xc6 34. b2—b4 Kf8e7 35. Kei—d2 h7h5 36. a4a5 Tc6a6 37. Kd2c3 Ta6a8 38. c5c6 Ta8h8 39. b4b5 h5h4 40. b5b6 c7xb6 41. a5xb6 h4h3 42. b6—b7 h3h2 43. Td4—dl Th 8d8 44. Tdlxd8 h2—hl 45. b7b8 D Dhl—cl 46. Kc3b4 Del—b2 47. Kb4a5 Db2a3t 48. Ka5b6 Da3b4t 49. Kb6c7 Zwart geeft op. Het presidium van den Koninklijken Neder- landschen Schaatsenrijdersbond verzoekt ons te willen mededeelen, dat de wedstrijd, ver bonden aan den z.g. 75 K.M. dorpentocht van den IJsbond Hollands Noorderkwartier is om gezet in een z.g. prestatierit. In dit verband kunnen leden van den K.N.S.B. wel deelnemen aan den prestatierit, zonder dat disqualificatie behoeft te worden gevreesd. Een militair, die Zondag bij een rijwielhan delaar te Amersfoort een fiets te koop aanbooo voor het geringe bedrag van drie gulden, werd door den fietsenmaker verzocht, mee te gaan naar een politieposthuis. Spoedig bleek, dat de militair een gefingeerd legeronderdeel, waartoe hij zou behooren, had opgegeven. Hij voelde zich dusdanig in het nauw gedreven, dat hij het politieposthuis uitvluchtte. Een agent zette hem na en trok zijn revolver, waarop de vluchteling zich overgaf. De man werd opnieuw naar het posthuis gebracht en daar bleek, dat hij in de gemeente Soest de fiets had gestolen Hij is ter beschikking van den burgemeester van Soest gesteld. Van 8 Januari tot 1 Juli 1940 zullen in Suriname weldadigheidszegels worden uit gegeven, welke binnenkort eveneens aan de zgn. philatelisten-loketten hier te lande verkrijgbaar zullen zijn. De zegels, welke voor het gebruik gelijk zijn gesteld met de gewone Surinaamsche frankeer zegels, zullen worden uitgegeven in vier waarden. afbeelding frankeerw. kleur verk.prijs Creoolsche 2% ct. groen 4% ct. Javaansche 3 ct. terracotta 5 ct. Hindostaansche 5 ct. blauw 8 ct. Indiaansche 7t£ ct. roodbruin 12 ti ct. De extra-baten dezer zegels komen ten voor- deele van het Surinaamsche volkskind en dit jaar in het bijzonder van de Vereeniging tot verpleging van lepra-lijders in Suriname „Bethesda", het sub-comité voor de Kindervoe ding van het Surinaamsche Steuncomité en de vereeniging „Het Groene Kruis" in Suriname. De ontwerpen zijn door den grafischen kun stenaar S. Hartz vervaardigd aan de hand van uit Paramaribo ontvangen fotografische opna men, terwijl de zegels door de N.V. J0I1. En schede en Zonen te Haarlem in plaatdruk zijn uitgevoerd; formaat 22 x 33 m.M. Het dagelijksch bestuur van het Algemeen Steuncomité 1939 deelt mede, dat van een con ducteur der Nederlandsche Spoorwegen een schenking is ontvangen ten bedrage van een dag extra-loon. Moge dit voorbeeld zoo voegt genoemd bestuur er aan toe tot navolging strekken. Zaterdagmiddag is op den Ruurloscheweg, te Groenlo, een doodelijk ongeluk gebeurd. De 73- jarige mevrouw A. M. J. Weijn, wonende te Groenlo. weifelde bij het oveisteken van den weg. Zij werd door een benzine-auto aangere den en op slag gedood. Het lijk is naar het St. Vincentiusgasthuis te Groenlo overgebracht. Benoemd tot hoogleeraar-directeur der Rijks- akademie van beeldende kunsten te Amster dam: W. van den Berg, thans hoogleeraar bij die instelling. Bij beschikking van den minister van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen is bij zijn de partement benoemd tot, acijunct-commies; H J. W. M. Michael, thans tijdelijk werkzaam. Aan E. Tange, gemeente-veldwachter, te Rilland-Bath, is de zilveren eere-medaille, ver bonden aan de orde van Oranje-Nassau, toe gekend. Menigeen zal zich afvragen, wat de gevolgen van den oorlog zullen zijn voor wat men de geestelijke volksgezondheid noemt. Dit is een vraag, die heel moeilijk is te beantwooiden. O-p de eerste plaats verbeeldt men zich onwille keurig, dat de tijd vóór 1914 een normale, ge zonde en voorspoedige tijd was. In elk geval was het een tijd, die daardoor gekenmerkt was, dat het geloof aan den vooruitgang overal heerschte. Vooruitgang wil zeggen, dat alles van zelf beter wordt. Het geloof daarin was zoo sterk, dat vele geloovigen zich begonnen af te vragen, waarvoor het geloof eigenlijk diende, want in deze wereld ging immers alles van zelf beter. Hoe dwaas dit geloof is. werd juist door den oorlog bewezen. Daarom werden de men- schen van den vooruitgang boos en zeiden, dat de oorlog door de reactionnairen gemaakt was. Het is thans nog moeilijk uit te maken, welke diepere effecten op den mensch door den vorigen oorlog gemaakt zijn. Maar één ding is zeker, en wel dat de strijders van den grooten oorlog en vooral de overwinnaars niet zoo heel trotsch meer zijn op hun oorlog. Dat is een groot verschil met b.v. de Napoleontische oorlogen. Zelfs de Nederlanders, die onder Napoleon vochten, dachten met genoegen aan die veld tochten terug. Maar wat is het doel van dezen obrlog? Moeten de strijders niet later tot de ontdekking komen, dat hun leiders niet zeer moreel, maar wel incompetent zijn, en dat die oorlog niets goeds uitwerkt? Daar zijn er evenwel, die zeggen, dat de oor log een versterkende werking heeft op den mensch; en daarin ligt in 't algemeen gespro ken een zekere waarheid. Maar ten eerste is het evenzeer waar, dat de oorlog ook de uit laatklep is van onedele hartstochten en door velen wordt begrepen en gewaardeerd als de zegepraal van macht op recht; anderszijds is het zeer wel mogelijk, dat de verschrikkingen van den modernen oorlog voor verreweg de meesten geestelijk ongezond zijn. En dit schijnt ook de meening der staatslieden in de oorlog voerende landen te zijn, want het is duidelijk, dat zij terugschrikken voor den totalen oorlog, zooals die toch mogelijk is, en waartoe de strij ders zich hebben voorbereid. Blijkbaar vreest men den totalen oorlog, omdat men het effect daarvan zoowel op strijders als op burgerbevol king onmogelijk kan voorspellen, of liever om dat men die werking maar al te goed kan voor spellen. Men vreest blijkbaar, dat de menschen in een troep verschrikte schapen, in verward en weer loos slachtvee zullen veranderd worden, of dat zij, van den weeromstuit vermetel geworden, de leiding zullen wegvagen. Men kan niet anders zeggen, dan dat de psy chiaters van de meeste landen zich heel wat moeite gegeven hebben de menschen van den oorlogswaan te genezen. Zij hebben met geduchte scherpte de geheime drijfveeren van de menschheid blootgelegd; en zij hebben ge wezen op de schoonheid en de wenschelijkheid van een harmonisch leven, gewijd aan de wer ken des vredes. Ook hebben zij en zeer te recht er herhaaldelijk op gewezen, dat er meer rust en toewijding ligt in de verheffing van het eigen volk, dan in den noodeloozen aan val tegen andere volkeren. Maar een vechtjas wordt eerder een groot staatsman genoemd, dan een goed huisvader, die voor zijn volk zorgt. Dat heeft reeds Thomas More in zijn Utopia op ironisóhe wijze te kennen gegeven. Maar men behoeft geen groot psycholoog te zijn, om in te zien, dat er massa's menschen zijn, voor wie deze beschouwingen geen waarde heb ben. Ten eerste is dat zoo voor de cholerischen en de enthousiasten, ten tweede voor de jeugd in het algemeen. „Er zullen oorlogen zijn, zoo lang er jonge menschen zijn. Zouden die groote slachtingen mogelijk zijn zonder hun medeplich tigheid?" Zoo spreekt Francois Mauriac. Want de psychiaters weten hun vermaning tot vredelievendheid en harmonie niet op een vaste basis te doen steunen. Wanneer zij, tot wie de psychiaters hun vermaningen richten, antwoorden, dat zij den strijd verkiezen, wat dan? Dan weten de psychiaters daarop geen antwoord. Zeer merkwaardig in dit opzicht is het laat ste internationale congres voor geestelijke volks gezondheid, in Zwitserland gehouden. Daar zijn vele redevoeringen uitgesproken en is veel ge discussieerd over het belang van het elkaar be grijpen, het elkaar verstaan voor de wereld orde. Men gaat er dus „stilzwijgend" van uit, dat, indien de menschen elkaar maar begrepen, er vrede zou heerschen. In zekeren zin is dit waar: indien ik iemand onredelijk en afstootend vind, maar hem toch gaarne zou willen waardeeren en ik probeer een redelijk motief voor zijn handelingen te vinden, of althans 'n aanvaardbaar excuus, dan ben ik reeds op den goeden weg tot een behoor lijke verstandhouding. Eigenlijk gezegd bemin ik hem reeds, terwijl ik hem niet begrijp en niet versta. En daar komt het nu juist op aan. Ja, men kan de zaak ook andersom stellen en zoo ver gaan, dat men zegt: wie alleen in vrede kan leven met menschen, die hij begrijpt, is arrogant. Men kan een practisch voorbeeld uit de politiek vinden in het gedrag der Neder landers tegenover de Chineezen in Ned.-Indië. Men moet zich niet voorstellen, dat de Neder landers de Chineezen begrijpen: neen, zij aan vaarden in 't algemeen, dat de Chineezen an ders zijn, en daarom is de verstandhouding goed. Maar stel, dat de Nederlanders tot de Chineezen zeiden„Zoolang uw gedrag in ons oog niet rede lijk is, kunnen wij geen vrede met u hebben,' dan zouden de Chineezen daarop kunnen vra gen, met welk recht.de Nederlanders zuik een eisch stellen. Die eisch is arrogant. Ja, menigeen zou nog verder gaan en zeggen, dat het mogelijk is met de menschen in vrede te leven, zoolang men ze niet geheel doorziet. In elk geval, het elkaar begrijpen is niet ge noeg om vrede te hebben. Wil men vrede hebben, dan moet men bewust en beslist boven de „natuur" uitgaan, d. w. z. men moet aannemen, dat er zedewetten zijn, die niet door den mensch zelf, maar door God gegeven zijn. Want in zekeren zin zijn alle men- schelijke wetten in waarde aan elkaar gelijk; waarom zou een strijder, menschelijk gesproken, minder waard zijn dan iemand die rustig leeft? En dat is ook het antwoord op de vraag, waar de strijdlust van de jeugd dan blijven moet. Overwin u zelf, blijft steeds de grootste en moeilijkste taak. Dat neemt niet weg, dat de psychiaters het goed bedoelen, maar hun pogingen zijn mijns inziens tot onvruchtbaarheid gedoemd; men be denke slechts, wat die schoone menschelijke vermaningen tot harmonie en vredelievendheid waard zijn in omstandigheden, die nijpen. Als er dan geen hooger, geen goddelijk beginsel is, waaraan de mensch zich onderwerpt, dan wor den die vermaningen ter zijde geschoven. Het zou kunnen zijn, dat dit inzicht zich baan breekt als uitwerking van den oorlog. Want inderdaad, hooger kan het nationalisme met meer stijgen: er moet een ontnuchtering komen, maar tegelijk daarmede een inzicht, dat de menschelijke voorzienigheid niet in staat is, om het leven levenswaardig te maken. Dat komt mij voor zoo duidelijk te zijn, als iets wat men voor zich in de hand ziet leggen. Dr. TH. H. SCHLICHTING De postboot „Von Geusau" kon Zaterdag ochtend voor het eerst niet uitvaren. Maandag ochtend half tien zal een KL.M.-vliegtuig met de post van Schiphol naar Urk vertrekken. Te Groningen is aangehouden de 29-jarige meubelmaker-kermisreiziger P. H. van Z., wo nende te Nijmegen, die sinds eemge weken te Groningen verblijf hield. Hij wordt er van ver dacht zich te hebben schuldig gemaakt aan diefstal van groote partijen sigaren en siga retten bij een expeditiebedrijf. Deze goederen heeft de recherche in beslag genomen in de woning van Van D., die eveneens is aangehou den, verdacht van medeplichtigheid en heling. Gebleken is dat dit tweetal reeds meer ge stolen goederen heeft verhandeld. Zoo werden groote partijen goederen gestolen bij de spoor wegen en de Lemmer boot. Beiden zullen voor den Officier van Justitie worden geleid. De bekende Engelsche bekeerling Arnold Lunn maakte onlangs een reis door Zwitser land, en gaf daarover indrukken ten beste in het katholieke weekblad „America". Wij citeeren daaruit een en ander over toestan den in Duitschland, zooals Lunn deze hoorde beschrijven door vooraanstaande vrienden, die dit land goed kennen. De oorlog tegen Polen vond onder de Duit- schers veel instemming en werd als een middel beschouwd om onrecht te herstellen. Dat daarna de oorlog nog moest voortduren wordt vooral aan de houding van Engeland geweten. Men behoeft verder geen spoedige revolutie vanuit het volk in Duitschland te verwachten, zoowel wegens de macht der Gestapo als door Hitler's succes. De groote vraag is echter of de populariteit van den Führer bijvoorbeeld bestand zou zijn tegen het verlies van een half miilioen manschappen, als de Maginot-linie zou moeten worden geforceerd. Toch lijkt het er op of het ongeduldige temperament van den Rijks kanselier hem er toe zal brengen daar binnen een half jaar een beslissing te forceeren. In nationaal-socialistische kringen bestaan duidelijk verschillende stroomingen. Een vriend van Lunn dineerde onlangs te Berlijn met een vooraanstaand nazi-man, en deze zeide hem dat Goering slecht te spreken is over de Russische actie om de Oostzee. „De maarschalk gelooft, dat de eenige redding van Europa te vinden is in een Engelsch-Duitsch verbond tegen Moskou." De Duitsche voedselvoorziening was volgens genoemde zegslieden voldoende voor meerdere oorlogsjaren, maar er waren groote economische en financieele moeilijkheden. Het leek hun on waarschijnlijk, dat de oorlog meer dan één win ter zou beleven. Maandagavond a.s. om 9.35 Amsterdam- schen tijd zal voor de B.B.C. over alle En gelsche zenders spreken Prof. J. L. Brierley over „Contrabande-controle". Scheepvaartvertegenwoordigers te New York verklaren, dat de Britsche contrabande-autoritei ten de aanhouding gelast hebben van 't Ameri- kaansche s.s. Manhattan, wanneer dit in Gibral tar aankomt. Het vaartuig zal op contrabande onderzocht worden. De Manhattan is op 30 De cember uit New York naar Genua vertrokken. BRUSSEL, 6 Jan. Onlangs zijn in Parijs en Londen onderhandelingen gevoerd betreffende de oorlogscontrabande, welke met een gedeelte lijk accoord besloten werden. Evenwel moest nog over een bepaald aantal producten overeenstem ming verkregen worden. Volgens de inlichtingen van het agentschap Belga is zulk een accoord nu voor verscheidenen van die producten tot stand gekomen, doch is er nog geen algemeen accoord gesloten. Wij vernemen, dat door de hoofdredacties van de bladen in Limburg is besloten geen enkel bericht over de (eventueele) Camavalviering in Limburg te plaatsen zoolang de oorlog duurt. De herdenking van het EEUW FEEST van de Parochiekerk „St. Jacobus de Meerdere" te SCHIP LUIDEN zal 'n waar PAROCHIE- FEEST worden, als vele weldoe ners een kleine bijdrage zenden voor het BOUWFONDS DER NIEUWE KERK De oude kerk is te klein, te oud en veel te ver van de Kath. school en het dorp. Deze nieuwe kerk is noodzakelijk voqr een goed parochieleven, maar onmogelijk voor de onder de crisis lijdende bevolking. Uw 1.of 2.50 kunnen wij niet missen. Pastoor H. J. A. THEISSEN Giro 353901. R. K. Kerkbestuur Schipluiden. Vergeet joist in deze kwade tijden ow goede werken niet! Het Ameublement is gevallen op: No. 4979. worden U geboden door advertentie reclame ln de rubriek „Omroepers' Laat die U niet ontglippen. De prij: kan geen bezwaar zijn, want vooi slechts 50 cent per regel komt Uw Zaken-Omroeper onder de aandacht van 90.000 gezinnen. VAN DE BESTE ROMANS VAN Kinderen van ons Volk, oorspr. 3.90, NU 1.50 - De Schoone voleinding, oorspr. 3.90, NU 1.50 Peelwerkers, oorspr. 4.90, NU 1.90 - De goede Moordenaar, oorspr. 3.90, NU 1.90 - OOR SPRONKELIJK TOTAAL GEBONDEN 16.68. ALLE BOEKEN APART GEBONDEN TOTAAL FRANCO ■nu H MC BEIDE BOEKEN APART A EX A IV .3 GEBONDEN TOTAAL FRANCO Afzonderlijk besteld franco 20 ct, per boek hooger. Betaling kan desgew. geschieden met 1.— of méér per maand. Zend onderst, bon rechtstreeks aan BOEK- en KUNSTHANDEL H. NELISSEN, Prinsengracht 627, A'dam, Giro 60092, Telef. 31791. NAAM; Ondergeteekende wenscht franco te ontvangen Het bedrag ad de maand, termijn van is door mij verzonden/wordt met 10 ct. extra voor rembours bij ontvangst 2ending door mij betaald. Doorslaan wat niet wordt verlangd. ADRES: 88 40 HOOFDSTUK XXVIII „Tot ziens, Jan". De manier, waarop Jan dien morgen Jim Willis en Dick Vaughan te zamen bracht, was merkwaardig en vreemd. Toen Jan Dick weer had gevonden, had hij alles wat hij van het leven verlangde. Maar hij had een onbestemd gevoel van plicht om Willis zoo mogelijk ailes te laten weten. Deze kon on getwijfeld groote rechten op den leider van zijn span doen gelden en de gedisciplineerde Jan was er in dit stadium van zijn leven de hond niet naar om die rechten te ontkennen. Hij wilde, dat Jim Willis het wist en hem vergeven zou. Daarom begon hij de zaak in orde te ma ken. zonder Dick uit het oog te verliezen een stap. dien men door geen dreigement, geen enkele overreding zonder zijn wil van hem ge daan zou hebben gekregen. De uitvoering van zijn besluit veroorzaakte veel oponthoud. Toen hij, ondanks allerlei spel letjes Dick eindelijk niet meer van het pad af kon lokken, trachtte hij hem door trekken en grappen weer den weg, dien hij den vorigen dag gekomen was, te laten inslaan. Nu had Dick veel te veel verstand van hondenmanieren om de fout te begaan van te veronderstellen, dat Jan alleen zijn speelschheid liet botvieren. Hij wist te goed, dat dit niet iets voor Jan was. „H'm, oude jongen, je kunt niet, zooals ik gisterenavond zei, uit de lucht zijn gevallen. Er moet dus nog iemand anders op de plaats zijn vanwaar je vandaan bent gekomen. Ik zie de voren van 't tuig nog op je schouders, goeierd! Wat zou Betty daar wel van zeggen, oude jon gen? Wind je maar niet op. We zullen afwach ten en zien wat er gebeurt. Ik kon de hulp van een span best gebruiken, dat verzeker ik je, want mijn eigen schouder is tot op het been gekneusd door de strengen. Geloof me, Jan, één man en één ..husky" vormen geen span neen, jongen, een span van niets. Ga zitten, jongen, en laat ik mijn pijp eens vullen." Het was natuurlijk, dat de uitkomst van Dick's overpeinzingen hierin bestond, dat hij afwachtte wat de weg, dien Jan had afgelegd, hem wel brengen zou. Maar toch zou hij niet gewacht hebben, als Jan er niet zoo handig op aangedrongen had. Soms, niet heel dikwijls, wordt een hond in de beschaafde wereld listig. Maar in de wildernis worden ze dat veel ge makkelijker en sneller; zelfs dieren, die lang niet Jan's buitengewoon verstand en rijke ver beeldingskracht bezitten. Dick had nog niet lang gewacht, toen zijn ooren en die van Jan het geluid en het suizen van een zweep opvingen. Blijkbaar hadden Jan's makkers zich in de afwezigheid van hun leider niet bijzonder ingespannen. In de verte kon men nu en dan het gehuil van een wolf hooren. Jim Willis toonde geen verbazing, toen hij, op een wenk van Dick's hand, zijn span deed stil staan naast een KN.W.B.P.-man, en zijn eigen vermisten aanvoerder. In het bijzijn van ande ren toonde Jim nooit eenige verbazing. Hij knikte begrijpend, toen Dick hem het verhaal van Jan's verschijning op den vorigen avond vertelde en van zijn verdwijning, vele maanden geleden, uit Lambert's Siding in Saskatche wan. „Het grenst aan het wonderbare, dat ik hem hier terugvind of liever, dat hij mij terug vond niet waar?", sprak Dick. „Ja, een slimme hond, die Jan," zei de kalme Jim. Hij merkte op men kan het niet nagaan met welke vreemde aandoeningen in de stille diepten van zijn natuur dat. hoewel Jan vriendelijk zijn tong uit den bek liet hangen en met zijn staart zwaaide, als Jim sprak, hij toch als vastgelijmd zijn kop tegen sergeant Vaughan's knie bleef drukken. De twee mannen leunden tegen Jim's slee en boden elkaar tabak aan, terwijl Dick in het kort vertelde hoe hij met den krankzinnigen man van een eenzaam kamp bij een zilvermijn bij het Great Slave Meer gekomen was. Het bleek, dat Dick's vrees gegrond was geweest, dat in dit eenzame land, waar hij doorheen moest reizen, een afschuwelijke epidemie van dolheid had geheerscht. Een van het span van zeven „huskies" was tenminste in de eerste da gen van de reis dol geworden en moest worden doodgeschoten. „Ik had niet gemerkt of het dier een van de anderen ook gebeten had, maar den volgenden dag waren er reeds twee aangetast, en voor ik hen kon neerschieten, hadden ze een ander span gebeten. Den volgenden dag moest ik dat paar afmaken en verwachtte elk oogenblik, dat de teef, de eenige overgeblevene, ook dol zou worden. Maar ze schijnt het gevaar ontsnapt te zijn." Dick repte niet over de vermoeiende volgende dagen, toen hij zelf uren lang in het tuig ge zwoegd had, loopende vóór zijn eigen hond, ter wijl de krankzinnige man in dekens gewikkeld boven op de lading van de slee gebonden zat. Maar Jim Willis wist het wel, zonder dat het hem verteld werd. Hij zag de striemen van het tuig op de schouders van Dick's jas en hij be greep. hoe precies daaronder een schrijnende plek moest zijn. „Nu, zeg," merkte hij vol bewondering op, „je schijnt het hard te verantwoorden gehad te hebben." Dick legde heel kort, alsof de zaak nauwe lijks de moeite waard was, uit, waarom hij den krankzinnige als een baal goed moest ver voeren. Het bleek, dat hij den man had laten loopen, teen zijn span ingekrompen was tot slechts één hond van middelmatige grootte. De waanzin nige had listig de gelegenheid afgewacht en evenals een wolf Dick later van achteren be sprongen, en zijn tanden in diens nek gezet. Hoewel Dick er weinig over sprak, was dit het begin van een zeldzamen en vreeselijken strijd geweest, waarvan de eenige toeschouwer een enkele sledehond was. De twee mannen hadden ruim een kwartier lang in de platgetrapte sneeuw, al worstelend heen en weer gezwaaid, vóórdat Dick den waan zinnige eindelijk overmeesterd en aan handen en voeten gebonden had. Deze was groot en krachtig gebouwd, terwijl zijn krankzinnigheid zijn natuurlijke vechterseigenschappen nog sterk vermeerderd had. De verbonden nek van Dick Vaughan zou, evenals zijn tot op het been toe doorgebeten rechterduim, voor altijd de kenmerken dragen van de woestheid van den armen stakkerd in die eenzame worsteling ovei het sledepad. „Dat lijkt me toch niet in orde," merkte Jim Willis op. „Als ik jou was, zou ik hem een kogel gegeven hebben." „O, neen, dat zou heelemaal niet goed zijn," zei Dick. Hij trachtte niet uit te leggen, waarom hij zoo dacht; misschien zou hij het niet gekund heb ben, en zouden de tradities van het corps, waar bij hij diende, vervallen zijn; en daarover wordt zelden gesproken door degenen, die ze het best begrijpen en die er het meest door beïnvloed worden. „Waar ga je nu naar toe?", vroeg Jim. „Naar Edmonton. Maar sinds ik alleen maar deze ééne kleine „husky" over heb, is het mijn plan om naar Fort Vermilion te gaan en te trachten daar een nieuw span te koopen." „Ja, ik was ook op weg naar Edmonton, en ik wilde ook naar Fort Vermilion, sinds ik mijn geweer verloren héb," zei Jim. „Ik heb er meer dan genoeg van om zonder eenig wapen den weg voor die heertjes achter me te banen" (het gehuil der wolven was nu en dan hoorbaar.) „Het lijkt me, dat we elkaar op het goede oogenblik ontmoet hebben," zei Dick glim lachend, „want ik heb noodig wat jij hebt en jij hebt noodig wat ik heb." „Dat dacht ik ook zoo," gaf Jim toe. „Als je het goedvindt, konden we het best met jouw Jan en mijn honden samen tot Edmonton bren gen." Ten slotte werd de zaak aldus geregeld: twee der honden van Jim Willis werden met Jan als leider voor Dick's slede gespannen beladen met den krankzinnige en Dick's dekens. De rest van Dick's lading werd op Jim's slede ge pakt en getrokken door de drie andere honden van Jim, bijgestaan door de eenig overgeble vene van Dick's span. Zoo werd de reis van vijfhonderd mijlen naar Edmonton aangevan gen. Deze regeling beviel Jan bijzonder goed, daar ze hem gelegenheid verschafte zijn baas te too- nen, wat hij als aanvoerder presteerde. Er lag een onuitsprekelijk genot voor Jan in het feit, dat hij van oe lippen van zijn eigen baas de bevelen „Halt" of „Vooruit weer' kreeg. (Wordt vervolgd),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 6