gevaarlijke expansie
Manuscripten van
Beethoven
De dagen van het Japansche kabinet
schijnen geteld
ERWTEN EN BOONEN N
Amerikaansche troef van
het handelsverdrag
Evacuatie
■£ooïé:lit,/uusf
Vondst in een Moskousch
archief
Buitenlandsch Overzicht
Twee lastposten voor Tokio:
Tsjang en Wang
Kerkelijk leven
WOENSDAG 10 JANUARI 1940
De vredespogingen van
Roosevelt
Herstelwerkzaamheden
in Spanje
Dooden van de ,,Bar-
sac" ter aarde besteld
Aanslagen in Amoy
HANDELSBESPREKINGEN
FRANKRIJK—SPANJE
SCHOUWBURG INGESTORT
Zoo verkouden
als een snip?
Bruckner-cyclus van
den K.R.O.
Karl Böhm dirigeert de vijfde
Symphonie
Duurtetoeslag in de
sigarenindustrie
Vlekken op de zon
waargenomen
PASTOOR VERSCHRAAGE t
Het lijdt geen twijfel, dat de dicta
toriaal geregeerde landen op het
oogenblik de meest expansieve
jjijn. Maar het lijdt evenmin twijfel,
at de aanvankelijke successen van hun
®xPansiezucht juist voor hen op den
Uur in bijzondere mate gevaarlijk
unnen worden, gevaarlijker dan ex-
Pansiesuccessen voor landen met een
^tijer régime ooit zouden kunnen wor-
ei1- De meeste dictatoriaal gere-
j>eei"de landen, vooral Duitschland en
island, zijn een soort hermetisch ge-
s °ten ijskasten, waar het volk kunst
matig op de door de overheid ge-
j^bschte en voorgeschreven geestelijke
ernperatuur „koel en liggend" wordt
eWaard, onbereikbaar voor invloeden
Vab buitenaf. Zet men een ijskast
^eri. zoodat de temperatuur van bui-
etl binnen kan doordringen, dan is er
wat electrische energie voor noodig
01 het inwendige, indien dat tenminste
°gelijk is, in dezelfden staat van koel-
te houden of terug te brengen,
men een gedeelte van den inhoud
**gt
VS„
n een ijskast daarbuiten, dan neemt
de buitentemperatuur aan en kan
atl zooveel warmte absorbeeren, dat
et Weer terug in de ijskast de tempe
ruur daarbinnen, althans tijdelijk, in
Cneewenschte mate verhoogt. Deze ver
slijking tusschen dictatuurstaten en
ljskasten gaat echter niet heelemaal op,
0tbdat ijskasten tot doel hebben gave
^aren voor bederf te bewaren, terwijl
V' een dictatuur als van de Sovjet-
hie er naar streeft de menschen in
I ^eb staat van bederf te conserveeren.
ij Willen met deze vergelijking alleen
*aar duidelijk maken, dat de „kracht"
j liever gezegd de zwakheid van opge-
egde dictaturen veelal bestaat in hun
s°lement. Zoolang men alle invloeden
buiten af weert, kan men in een
ePa.ald land het volk wijsmaken wat
^eb wil en zelfs doen gelooven, dat
er een paradijs is vergeleken bij
bdere landen, ook al is het er in wer-
jehjkhejd een hel. Zendt men echter
gers over de grenzen, dan kunnen ook
e bieest geraffineerde en de strengste
^htrnaatregelen niet verhinderen, dat
flie
legers met eigen oogen waarnemen,
het buiten de grenzen in werkelijk-
e'h gesteld is en daaruit zelfstandig
Jhgen conclusies trekken. Bovendien
ab men dan in andere landen aan die
gers zien, wat er waar is van de
Ooggestemde verhalen, die over den
Paradijselijken staat van het land van
üb herkomst officieel worden opge-
'5cht. zoo hebben niet alleen de oor-
,°g met Finland, maar ook de bezet-
'"g van een deel van Polen en de in
rit van Russische troepen in de Bal-
Ische landen in menig opzicht verhel
pend gewerkt op de opvattingen en
^onderstellingen ten aanzien van
°viet-Rusland en de daar heerschende
^tanden, niet enkel bij het buiten-
^d, maar ook bij de Russische solda-
eb zelf.
Ib dit verband hebben twee uit Polen
gevluchte Jezuïeten aan de „Msb."
belangwekkende bijzonderheden ver-
h over hun ontmoetingen en ervarin-
etl met de Russische troepen, die een
j,eel van Polen kwamen bezetten. In
rest-Litowsk kwamen zij voor 't eerst
de Russen in contact, maar die lie—
11 hen evenals de vele duizenden an-
,ere vluchtelingen ongemoeid. De Rus-
fl'Sche troepen gedroegen zich de eerste
agen zeer correct tegenover de Polen.
Ükbaar hadden zij daartoe van hoo-
erhand het consigne gekregen. Na een
eek echter begonnen de terechtstellin-
van Poolsche militairen, politiebe
ambten en ook wel van geestelijken.
„°eh de paters in Wilna kwamen was
e2e stad reeds door de Russische troe-
®h bezet. Die Russen maakten over het
gemeen een meer dan armzaligen in-
bk. Teekenend voor de uitrusting van
roode leger is bijvoorbeeld, dat van
y h groep soldaten van dertig man er
öe°hts twee waren, die dezelfde uniform
ör°egen. Allen zonder uitzondering
^r°egen hun geweren aan touwen op
Cn rug. Alleen de aanvoerders aaten
°e|3 in de kleeren. De soldaten waren
®b slecht gekleed als gevoed. Voor vele
'haten was de Poolsche veldtocht een
^bbaring. Zij zagen daarbij namelijk
te°r de eerste maal van hun leven bo-
U en vroegen verbaasd, wat dat wel
s* Een worst hadden zij evenmin ooit
(j v°ben gezien. Uit de gesprekken van
k26 soldaten met de bevolking bleek
°bWens, dat er onder de Russische
bbschappen groote ontevredenheid
JTschte en dat de menschen langza-
t Phand begonnen te begrijpen, dat zij
b 'ntig jaar lang door hun machtheb-
Cj6rs waren misleid. Een offi-
Van het roode leger, die van dit in-
in een restaurant blijk gaf en er
y blijk voor uitkwam, dat de ster op
helm hem in twintig jaar nooit eenig
t hk had gebracht, werd op de plaats
t door een spion neergeschoten. De
ssische soldaten bedelden langs de
v l2en der burgers om wat eten. Ook
zJ|egen zij meermalen burgerkleeding en
hra zij die in handen hadden, deser-
q 6tden zij. In Wilna werd nog een an-
^aaltje van de ontberingen der Rus-
Verteld. Een bolsjewistische vrouw,
U'het het leger was meegekomen, zag
Wilna voor de eerste maal een nacht-
°ven het recht op eigendom gaat
I recht op leven en beide rech-
liggen verankerd in de natuurwet
hemd. Zij vond het zulk een fraai klee-
dingstuk, waarvan het gebruik haar ove
rigens niet heel duidelijk bleek te zijn,
dat zij zich in nachthemd naar den
schouwburg begaf.
Deze mededeelingen der twee ge
vluchte Poolsche Jezuïeten vormen
een wel treffend contrast met de
verslagen over de zelfs buitenlandsche
militair-deskundigen imponeerende pa
rades van het roode leger voor het
Kremlin te Moskou bij verschillende ge
legenheden. Het wordt steeds meer
waarschijnlijk, dat voor die parades
steeds weer dezelfde extra-uitgeruste en
extra-geoefende troepenafdeelingen wer
den gebruikt om de „burgers te verba
zen" en hun den valschen indruk te ge
ven, dat geheel het immense roode leger
van dezelfde kwaliteit was. Wat het
Russische leger, als het van paradeeren
ernst wordt, waard is, toont ons de veld
tocht in Finland. Hoe de wereld er bui
ten Rusland uitziet en hoe de toestand
in Rusland beoordeeld moet worden,
worden thans ook Russische soldaten ge
waar en daaruit zouden e eeniger tijd
wel eens grootere gevaren voor het Sov
jet-regime kunnen worden geboren dan
uit de tot nu toe grandioos falende ex
pansie-expeditie tegen Finland, dat in
dit jaargetijde een werkelijke en natuur
lijke ijskast is, ofschoon het er heet toe
gaat.
WASHINGTON, 10 Jan. Op een conferen
tie van protestantsche geestelijken heeft presi
dent Roosevelt uitdrukking gegeven aan de
hoop, dat het streven naar vrede in de lente
aangemoedigd zal worden.
Een der geestelijken had den indruk, dat
Roosevelt zeker niet Myron Taylor als zijn ver
tegenwoordiger bij het Vaticaan benoemd zou
hebben, indien hij niet verwachtingen in die
richting gekoesterd had. De geestelijken ver
tegenwoordigen een aantal groepen, die critiek
op de aanstelling van Myron Taylor geoefend
hebben.
Sprekende over bovenbedoelde ontmoeting
met de geestelijken zeide Roosevelt in een pers
conferentie, dat hij niet wenschte, dat de ge
deelten van zijn bespreking, die over vrede lie
pen, beschouwd zouden worden als iets in den
trant van Wilson's yeertien punten en dat hij
daarom den predikanten had verzocht niets te
zeggen over het gesprek. Roosevelt voegde hier
aan toe, dat hij slechts een uitnoodiging had
gestuurd aan de leiders van de Kerk, om uit
drukking te geven aan zjjn geloof, dat alle
Kerken ter wereld contact met elkaar moeten
vinden, in de hoop, dat, wanneer de tijd komt
voor een bespreking over vrede, de invloed der
kerken op nuttige wijze aangewend zou kunnen
worden.
Roosevelt deelde mede, dat Taylor te Flo
rence zal wonen en zich, wanneer het noodig is,
naar het Vaticaan zal begeven.
WASHINGTON, 9 Jan. (Reuter). President
Roosevelt heeft het woord gevoerd aan het diner
van de Democratische Partij waarbij hij ver
klaarde: „De bevolking der Vereenigde Staten
erkent twee feiten: het eerste is, dat de we
reld buiten ons halfrond er werkelijk slecht
aan toe is. Dit is geen kwestie van pessimisme
of optimisme, doch een van realisme. Het is
een feit, zoo voornaam, dat weinig menschen
de beteekenis ervan begrijpen, een feit, zoo be
langrijk in zijn uitwerking voor de toekomst
der wereld, dat al ons kleine partijgedoe in
het licht daarvan beschamend is.
Het tweede feit is, wat wij in het binnen
land wat betreft onze eigen economische wel
vaart en de veiligheid van onze burgers er
sterk op vooruit zijn gegaan.
MADRID, 9 Jan. (Reuter). De regeering
heeft het tweede gedeelte van het programma
der openbare herstelwerken goedgekeurd. Met
dit programma is een bedrag van 4.200.000.000
peseta's gemoeid. Daarvan is 1500 millioen be
stemd voor de wegen, eenzelfde bedrag voor
electrische waterkrachtstations en 1200 millioen
voor havenverbeteringen. Het is de bedoeling
dat de werkzaamheden in tien jaar voltooid
worden.
VIGO, 10 Januari (Havas) De stoffelijke
overblijfselen der zes opvarenden van het Fran-
sche patrouillevaartuig „Barsac", dj}t op de rot
sen van Dislaons is vergaan, zijn gisteren met
militaire eer te Vigo ter aarde besteld. Vijf en
veertig opvarenden van het schip konden gered
worden
AMOY, 9 Jan. (Domei) De Japansche mari
ne-autoriteiten hebben het verkeer tusschen de
internationale nederzetting Koelangsoe en
Amoy aan krachtige beperkingen onderworpen.
De aanleiding hiertoe is een revolveraanslag op
het gemeenteraadslid Hwang Lienfang uit
Amoy en op den vroegeren vertegenwoordiger
der provincie Foekien in het nationale congres
der Kwomintang, Lioe Peiying, gepleegd door
verscheidene Chineezen. Beiden werden zwaar
gewond.
BILBAO, 9 Jan. (Havas). De besprekin
gen tusschen de handelsdelegaties van Frank
rijk en Spanje, welke onderbroken werden om
wederkeerig ruggespraak te houden met de
regeeringen, zijn te Madrid op het ministerie
van Handel hervat.
De Fransche delegatie is versterkt door een
inkoopcommissie van drie leden onder leiding
van Alphand.
LISSABON, 9 Jan. (Havas) Te Taide, nabij
Povoalanhoso, is een geïmproviseerde schouw
burg, waarin de Katholieke Arbeidersjeugd een
voorstelling gaf, ingestort. 150 kinderen liepen
lichte verwondingen op.
Had dan ook bijtijds Aspirin geno
men! Zorg steeds Aspirin bij de
band te hebben, het onovertroffen
middel bij verkoudheid en griep.
Men zegt niet te veel, als men van de uitzen
ding, die de K.R.O. gisterenavond gaf van
Bruckner's vijfde symphonie door het Rotter-
damsch Philharmonisch Orkest onder leiding
van Karl Böhm uit Dresden getuigt, dat de K.R.
O. hiermee een der hoogtepunten van zijn sei
zoen bereikt heeft. Het zou een avond kunnen
worden dien men nog eens als een historischen
datum zal aanmerken. Het was de eerste keer,
dat Karl Böhm in ons land dirigeerde. Dis
eophielen hebben hem reeds lang leeren kennen
als een man, die met elke gramofoonopname,
wélke hij afleverde, opnieuw de belofte deed een
der belangrijkste dirigenten van onzen tijd te
kunnen worden en wij hebben dan ook reeds bij
herhaling de aandacht van onze lezers voor zijn
gramofoonopnamen gevraagd. Maar tusschen
een gramofoonplaat en een optreden „in natura"
is verschil, en wat op de plaat zeer voortreffelijk
lijkt kan, zonder de tusschenkomst van electro-
acoustische instrumenten waargenomen, afwij
kende indrukken geven. Daarom was het op de
zen avond geboden om de behaaglijke combinatie
van werkkamer, gemakkelijke stoel en radiotoe
stel prijs te geven en in de K.R.O.-studio te Hil
versum zelf te gaan luisteren.
De gramofoonplaht heeft de waarheid verkon
digd: Karl Böhm heeft zich in Nederland geïn
troduceerd als een meester met een schier vlek-
kelooze uitvoering van een der moeilijkste
Bruckner-partituren, waarvan hij met het Rot-
terdamsch Philharmonisch Orkest een grandioze
verklanking gegeven heeft, monumentaal en
stralend ontheven aan het materieele: recht op
den geest van dit- onvergelijkelijke werk af.
Het was een krachtproef, waaraan Böhm zich
onderwierp door met een hem geheel vreemd or
kest juist deze symphonie te reproduceeren. Zij
behoort met de achtste tot de meest ongenaak
bare van Bruckner's scheppingen, maar biedt de
achtste symphonie den luisteraar nog een zekere
gereede mogelijkheid om er het contact mee te
vinden, doordat zij hem verschijnt als een vol
maakt uitgebalanceerde bekroning, als een
synthese van al wat eraan ^ooraf gaat, de vijfde
is in dat opzicht nog minder ver gevorderd. Zij
is eenzijdiger en zij richt zich juist naar een ge
bied van den geest, waar de aardsche lucht zeer
ijl wordt en waarin de menschelijke affecties
bijna niet meer doordringen. Bruckner's dichter
lijke biograaf Ernst Decsey merkt naar aanlei
ding van deze symphonie terecht op, dat er ook
een zekere Bruckner-koelheid bestaat, waarmee
hij iets als een ascetische schraalheid aanduidt,
die op een hoog en beslissend stadium van een
geestelijk rijpingsproces schijnt te wijzen. Het is
alsof deze symphonie, beheerscht door haar ont
zagwekkend koraal-thema, in al haar Satzen ge
kenmerkt door haar pizzicati en een scherp ge
profileerd rhythmisch motief, een afgekeerdheid
van het menschelijke ademt, of waar zij tot het
menschelijke toch terugkeert, het dan vertoont
in zulk een reusachtige oer-gestalte, dat men
moet denken aan het verschrikkelijke „raak mij
niet aan".
Er is weinig of niets, dat den toehoorder tege
moet komt, even weinig als wat den interpreta
tor een gemakkelijk houvast geeft. Alles is hier
geheven in de sfeer van het abstracte, in den
stijl van een genadeloos absolute muziek, zooals
slechts de heel grooten in hun allerrijpste wer
ken een enkele maal hebben vermogen te rea-
liseeren.
Bij zulk een werk gaat het erom een muzikant
van uitzonderlijke gaven te zijn, die, meester in
zijn vak, de noten en hun onderlinge relatie tot
op hun diepste geheim doorvorscht. Als men alle
moeilijkheden overwonnen heeft, dan is in laat
ste instantie zulk een partituur weer een heel
eenvoudige aangelegenheid: men kan haar be
handelen als een klankstuk en heeft met geen
enkel bij-oogmerk nog rekening te houden. Maar
vóór men tot deze hoogte is gekomen!
Karl Böhm heeft ons gisterenavond de sym
phonie in zulk een congeniale herschepping ge
geven. Hij heeft het werk gemusiceerd als een
klankstuk met inachtneming van het geringste
detail, met een zeldzaam subtiel uitwegen der
klankverhoudingen, uitzonderlijk licht van vo
lume en doorzichtig in passages van de inge
wikkeldste stemvoering, en dit resultaat verkreeg
hij geenszins ten koste van het tempo, van den
grooten greep en de machtige lijn. Integendeel,
deze heele vertolking kenmerkte zich door een
waarlijk grootsche visie, die zich als door een
natuurlijke aandrift gestuwd realiseerde. Nog
zelden werd men er zich van bewust, dat het
Bruckner-orkest zoo soepel is, dat deze muziek
zoo natuurlijk vloeit en dat al die duizenderlei
accenten in zulk een partituur zoo precies op
hun plaats, zoo pijnlijk nauwkeurig in de juiste
mate gerealiseerd kunnen worden en toch zoo,
alsof het allemaal vanzelf gebeurde. Inzonder
heid dit enorme bouwsel van de finale, het moei
lijkste stuk van alles, werd een dramatische ge
beurtenis, zoo spannend, zoo meesleepend tot in
onfeilbare hoogten, dat de toehoorder er tot het
einde toe ademloos van werd. En nergens werd
men een oogenblik gewaar, dat hier een inter
pretator zich schoof tusschen het werk en den
toehoorder. Het was uitsluitend het werk dat
klonk, maar dan ook bijkans alles van het werk.
Deze symphonie werd niet gemusiceerd: zij
speelde zichzelf.
Men mag den K.R.O. gelukwenschen met de
zen avond, die een meesterwerk in een even
waardige reproductie deed herboren worden. Na
tuurlijk in de origineele lezing, zoodat het ook
in dit opzicht volledig tot leven kwam. En een
eere-saluut aan het Rotterdamsch Philharmo
nisch Orkest mag hierbij niet achterwege blijven.
Het overtrof zichzelf, hetgeen intusschen geen
gering compliment inhoudt voor de basis, die
door Eduard Flipse gelegd is.
Men moet na dit Nederlandsche debuut hopen,
dat Karl Böhm spoedig op een Nederlandsch
concertpodium mag verschijnen. En ten aanzien
van den K.R.O. wenscht men hem een spoedig
„tot weerziens" toe. Niet later dan het volgend
seizoen. L. H.
Vakblad bestaat 50 jaar
Het Vakblad voor de Meubel-Industrie en
Binnenhuiskunst „Onze Gids" bestaat vijftig
jaar.
Het jubileumnummer bevat o.a. de geluk
wenschen van minister Steenberghe, wethouder
Franke, van Amsterdam eenige veteranen uit
het meubelmakersvak en de bestuurderen van
de drie patroonsbonden, waarvan dit vakblad
het officieele orgaan is. Dit nummer bevat een
bijdrage van den binnenhuisarchitect Bromberg
over verlichting, van architect Hoosemans over
open haarden en verder een aantal technische
bijdragen van de vaste medewerkers.
In een archief in Moskou is een ma
nuscript van Ludwig van Beethoven gevon
den, dat ontwerpen bevat van de „Kreut-
zersonate", „De Eroica". het Oratorium
„Jezus op den Olijfberg", de Sonate in Es-
dur. opus 31 en schetsen van zes liederen.
Het manuscript is voor de Beethoven-vor-
sehing van ongemeen belang. Het bevat aan-
teekeningen op gebonden muziekpapier, dat bij
elkaar honderd vier en zeventig pagina's om
vat. De eerste aanteekeningen zijn uit het jaar
1203, het begin van den componist. Hoewel de
notities bijna honderdvijftig jaar oud zijn. is
liet bewogen, fijne schrift van Beethoven voor
treffelijk bewaard gebleven. Aan de hand van
deze aanteekeningeit kan men het geheele ver
loop van Beethoven's scheppingsarbeid in zijn
werken nagaan. De veelvuldige doorhalingen in
het handschrift, de talrijke bantteekeningen. de
opengelaten plaatsen, die kennelijk bestemd wa
ren voor latere invoeging van enkele muziek-
maten en geheele phrasen. toonen aan hoe
nauwkeurig en intensief Beethoven aan zijn
composities werkte. Vele bladen laten sporen
zien van kaarsen, bij het licht waarvan Beet
hoven werkte.
De authenticiteit van het manuscript is door
een professor van het Staatsconservatorium te
Moskou, A. Goldenweiser. een voortreffelijk
Beethovenkenner. vastgesteld. De muziekge
leerden van de Sovjet-Unie hebben nu voor een
grondig onderzoek foto-copieën van het ma
nuscript genomen. Deze buitengewone vondst
zal in de manuscript-afdeeling van het Staats
conservatorium te Moskou bewaard worden.
Een nieuw regeeringspersbericht
Maakt heel wat menschen blij:
De boonen komen op den bon,
Maar erwten zijn weer vrij!
Er valt een heel zwaar pak van 't hart
Der vrouwen van ons land,
Dat die artikelen er weer zijn
Helpt velen uit den brand.
De boonen waren weliswaar
Tot heden toe nog vrij,
Maar daar er geen te krijgen was
Ging toch dat feest voorbij.
Nu er dan distributie kamt
Wordt alles goed en fijn,
Men zal niet in de boonen, maar
Die zullen in ons zijn!
De erwten worden nu weer vrij,
Het lijkt wel overvloed!
In elk geval: bij zulk koud weer
Doet erwtensoep je goed!
Ons Neerland zou geen Neerland zijn
Als voor dien winterkost
Ook nog zoo groote moeilijkheid
Niet snel was opgelost;
Want wat is Neerland zonder snert?
Dat gaat niet, stel u voor!
Maar niet getreurdze zijn er weer,
Dus: smakelijk eten, hoor!
HERMAN KRAMER
Na twee en een half jaar begint Japan in te
zien, dat het niet in staat is het „Chineesche
incident" te regelen. De strafexpeditie tegen de
ongehoorzame „zuster" China is tot een oorlog
uitgegroeid, waarin de Japanners weliswaar tal
rijke successen hebben behaald, veel gebied
hebben veroverd, maar toch hun doel, de in
schakeling van China in de door Japan voor
het Verre Oosten geschapen „nieuwe orde" niet
hebben kunnen bereiken. Tokio richtte schijn-
regeeringen op in Kalgan, Peking en Nanking,
maar het resultaat was nihil. Noch de Chinee
zen, noch het buitenland namen deze regeerin
gen au sérieux, zij wakkerden alleen den haat
bij het Chineesche volk aan tegen de Japansche
indringers. Toen in Januari 1939 tusschen
Tsjang Kai Sjek en zijn minister van Buiten -
landsche Zaken Wang Tsjing Wei oneenigheia
ontstond omdat deze laatste de Japansche
eischen wilde inwilligen, en hij tenslotte uit den
Kwomintang werd gestooten, maakte Tokio zich
onmiddellijk van dezen invloedrijken Chinees
meester, omdat het in hem een prachtig instru
ment zag om verwarring onder het Chineesche
volk te stichten.
Was Wang Tsjing Wei destijds niet de vriend
van Sun Yat Sen, was hij niet meermalen mi
nister-president van China geweest en was hij
nog niet kort geleden vice-president der Kwo
mintang? Er zou een centrale Chineesche regee
ring gevormd worden onder leiding van Wang
en dan zou Tsjang Kai Sjek's bewind wel spoe
dig in elkander storten, aldus stelden de Ja
panners zich den gang van zaken voor. Maanden
verliepen, maar er kwam geen regeering-Wang
en Tsjang Kai Sjek handhaafde zich, al was
hij gedwongen den zetel zijner regeering steeds
dieper naar het binnenland te verplaatsen. Lang
zaam drong het tot het Japansche volk door,
dat de onderwerping van China een taak was.
welke boven zijn kracht ging; de eerste onte
vreden stemmen werden gehoord, eerst schuch
ter, toen luider en luider.
De basis van Japans heele buitenlandsche
politiek werd vernietigd door het Russisch-
Duitsche samengaan in Augustus j.l. De maat
was vol en de regeering Hiranoema moest plaats
maken voor de tegeering Abe, welke zoo spoedig
mogelijk een einde scheen te willen maken aan
het Chineesche incident. Maar ook dit zou haar
niet gelukken, zonder den steun, hetzij van een
der oorlogvoerende partijen in Europa, hetzij
van een machtige neutrale mogendheid. Een
oogenblik scheen de balans door te zullen slaan
naar den kant van een meer of minder verkap
te alliantie met Rusland, doch de nederlagen
in Finland maakten Moskou tot een minder
gewenschten bondgenoot.
Abe, bekend als de meest americanophiele
van de Japansche staatslieden, trachtte hierop
met de Ver. Staten tot overeenstemming te ko
men. Japan was bereid heel wat concessies te
doen aan de buitenlandsche mogendheden, die
belangen hadden in China. De Jangtse en de
havens van het bezette China zouden weer voor
de buitenlandsche schepen geopend worden,
doch een accoord zou tevens be teekenen, dat
de nieuwe stand van zaken, door Japan in China
geschapen, erkend werd.
Tot dusver heeft Amerika dan ook nog niet
geantwoord op de suggesties van Nomoera,
den Japanschen minister van Buitenlandsche
Zaken. Amerika kan de Japanners nog tot veel
verdergaande concessies dwingen. Het niet her
nieuwen van het handelsverdrag tusschen de
Ver. Staten en Japan, dat in Juli van het vorig
jaar werd opgezegd en den 26sten van deze
maand afloopt, hangt als een zwaard van Da
mocles boven de regeering te Tokio.
Nu Abe in de ruim vier maanden, dat hij aan
het bewind is, geen kans heeft gezien eenig
politiek succes te boeken, laait de ontevreden
heid weer op. Meer dan de helft van de leden
van den Landdag heeft een motie ondertee
kend waarin zij haar wantrouwen uitspreek',
tegen de regeering. De dagen van het kabinet-
Abe schijnen geteld, al doet het dan ook zijn
uiterste best om nog een goede beurt te maken,
hetzij door met Amerika tot een accoord te
komen, hetzij door alsnog een regeering-Wang
Tsjing Wei in het leven te roepen, die op eenig
gezag kan bogen. Tokio heeft reeds alle wen-
schen van Wang, die den laatsten tijd steeds
veeleischender werd, omdat hij niet als marionet
van de Japanners wil fungeeren, ingewilligd. Bo
vendien schijnt Wang langs een omweg geregeld
contact te onderhouden met Tsjang Kai Sjek.
Het is dus niet onmogelijk, dat Wang Tsjing
Wei de trait d'union moet vormen tusschen
Tokio en de Chineesche Centrale regeering te
Tsjoengking. De Japanners beweren thans, dat
de volgende maand een regeering-Wang defini
tief zal tot stand komen.
Nomoera, de Japansche minister van Buiten
landsche Zaken, zal dezer dagen opnieuw een
onderhoud hebben met den Amerikaanschen
ambassadeur Grew, die, naar men zich herin
nert, een paar maanden geleden den Japanners
zoo geducht de les heeft gelezen. Nomoera zal
trachten Amerika over te halen tot het sluiten
van een overgangsverdrag. Of het hem zal
lukken? Het parlement schijnt er weinig ver
trouwen in te hebben. Men wenscht een nieuwe
regeering en reeds hoort men den naam van
den eventueelen premier, generaal Oegaki, noe
men. Maar ook het nieuwe kabinet zal voor
dezelfde taak komen te staan: op de voordee-
ligste wijze het Chineesche incident te liqui
deeren. Het zal den Japanners niet meevallen
„hun gezicht te redden" in China.
Tsjang Kai Sjek
(links) en Wang
Tsjing Wei, vroe
ger twee vrienden
thans twee vijan
den. Tsjang zegt:
strijd tot't bitte
re einde. Wang's
parool is: 'n eer
volle vrede met
Japan
Wij gelooven. dat er aan de oorlogsop
voeding van ons volk nog wel het een en
ander ontbreekt. Zoo het leeren ontruimen
van een door den vijand bedreigd gebied of
van een landstreek, die plotseling voor de
fensieve inundatie noodig is. Evacueeren,
wat men ook een ander woord voor orde
lijk vluchten zou kunnen noemen, is een
kunst, een groote kunst, welke een bevol
king niet vanzelf aanwaait. Tot wat een
ellende een niet voorbereide evacuatie lei
den kan, hebben wij herhaaldelijk op foto's
uit Spanje, Polen. Abessynië en andere
landen kunnen zien en zij. die in October
1914 den vluchtelingenvloed uit België naar
ons land hebben meegemaakt, weten uit
ervaring te spreken. Wij hebben het niet
over de lang van te voren aangekondigde
en degelijk geregelde ontruimingen, zooals
wij die onlangs in het voor de proefinun-
datie bestemde gebied in de provincie
Jtrecht hebben gezien, waarbij heele ba
taljons gerequireerde soldaten de behulp
zame hand boden, maar over de door oor-
iogsnoodzaak afgedwongen, plotseling be
volen evacuaties, waarbij ieder op zichzelf
zal zijn aangewezen en oprukkende en af
trekkende legerafdeelingen den goeden
gang van zaken eer zullen belemmeren
dan bevorderen. Er wordt van Overheids
wege al wat aan gedaan. Aan burgers van
streken, die voor evacuatie in aanmerking
kunnen komen, is in vele gevallen medege
deeld, waar zij in dat geval van nood naar
toe zullen moeten. En in de meeste ge
meenten, die geëvacueerden zullen herber
gen, is men zelfs al gereed met het vormen
van commissies en het opnemen van de lo-
geergelegenheid bij de verschillende inwo
ners. Het gaat soms wat stroef en 't duurt
wat lang voordat de ambtelijke molen in-
geloopen is, maar dat kan, als 't urgent is,
ook vlugger en het komt vast in orde. Doch
dat is maar de buitenkant. Van het aller
grootste belang zal het zijn, dat de vluch
telingen, als het zoover mocht komen, zoo
goed mogelijk toegerust in het evacuatie
oord aankomen. Dat zij niets te weinig,
maar vooral ook niets te veel bij zich heb
ben. Het zou de zorgen van de besturen der
ontvangende gemeenten waarschijnlijk
zeer verlichten als ieder van voldoende lijf
goed was voorzien en vogelkooitjes zooveel
mogelijk thuis liet. Maar is dat den be
langhebbenden overal wel in voldoende
mate bijgebracht?
De Engelsche onderwijzerstijdschriften
hebben eenigen tijd geleden vol gestaan
met interessante mededeelingen over de,
door de onderwijzers en onderwijzeressen
bij de in September van verleden jaar in
Engeland plaats gehad hebbende evacua
ties van Engelsche schoolkinderen opge
dane ervaringen. Wie met evacuatie te
doen kan krijgen zij de lezing van deze en
dergelijke vakkundige dagboeken warm
aanbevolen. Er blijkt b.v. uit, dat de school
kinderen reeds een week lang vóór den
dag der evacuatie iederen morgen met al
hun bagage op school moesten komen. De
verscheidenheid van pakken spraken boek-
deelen over huiselijke toestanden, maar
ook over onverwachte naïveteit. Er was 'n
vijfjarig meisje met al haar hebben en
houden in een bruin papier op haar rug ge
bonden. Er zou een zeeman noodig zijn ge
weest om al de knoopen los te maken. An
deren hadden een zoo'n overdadige uit
rusting, dat een millionnairszoontje er zich
niet voor behoefde te schamen. Op den
dag van vertrek bleek alles tot de juiste
proporties teruggebracht. Politie-agenten,
verkenners, verplegers en verpleegsters
verleenden hulp, maar desondanks liep in
vele gevallen de zaak gedeeltelijk mis,
doordat tijdens de inkwartiering bleek, dat
huizen, soms zelfs waar men zich had op
gegeven om kinderen te verzorgen, geslo
ten waren en de bewoners afwezig.
De actieve en passieve bescherming te
gen aanvallen uit de lucht heeft sinds Sep
tember van het vorige jaar in ons land
groote vorderingen gemaakt. De luchtbe
schermingsoefeningen zijn niet alleen voor
de brandweer-, eerste-hulp-bij-ongelukken
en antigif vrijwilligerscorpsen leerzaam ge
weest, doch de heele burgerbevolking weet
nu wel zoowat, dat het in een stad aarde
donker kan zijn als alle straatverlichting
gedoofd is en tegen welke gevaren en
moeilijkheden dan maatregelen genomen
moeten worden. Het is echter ook noodig,
meer aandacht te schenken aan het prac-
tisch vóóroefenen voor evacuatie, een oor-
logsnoodzaak even urgent als de lucht
bescherming.
Op een drukbezochte vergadering van sigt,
renfabrikanten, aangesloten bij 't Verbond te
A'dam en de Vereen, te Eindhoven, is besloten,
5 pCt. toeslag op de loonen te .betalen in de
tweede week, nadat het index- cijfer het getal
146 heeft bereikt. De werkgevers hebben zich
tevens verplicht, collectief <Je kosten te dra
gen van de pensioen-premie van de gemobili
seerde werknemers, zoodat door de mobilisatie
geen pensioenrechten zullen verloren gaan.
Aangenomen werd verder, dat de minimum
prijs voor senoritas 234 cent zal bedragen.
Ten aanzien van de verdere verhooging der
prijzen zal het resultaat van het overleg worden
afgewacht, dat de crisis-commissie zal openen
met de voornaamste belanghebbenden.
Een beslissing zal echter op korten termijn
worden genomen.
Uit verschillende plaatsen des lands ontving
het Meteorologisch Instituut te De Bilt bericht
over de waarneming van twee zwarte vlekken
op de zon op 5 en 6 Januari. Dit waren twee
bijzonder groote zonnevlekken, die door de gun
stige weersomstandigheden met het bloote oog
zichtbaar waren. Op 5 en 6 Januari bevonden
de vlekken zich ongeveer midden op de zonne
schijf; ze werden te De Bilt het eerst waarge
nomen op 2 Januari.
Zooals men weet draait de zon in ongeveer
27 dagen om haar as; de vlekken draaien mee
en ondergaan daarbij geleidelijke vormverande
ringen. Op 9 Januari waren de vlekken dicht bij
den rand der zon gekomen; ze zullen bij gun-
stigen weerstoestand nog een of twee dagen
zichtbaar zijn, daarvan verdwijnen en wellicht
omstreeks 26 Januari weer aan den anderen
rand der zon te zien zijn.
In den ouderdom van bijna 84 jaar is in het
gasthuis te Oudenbosch overleden de rustend
pastoor van Alfen (N. Br.) de Zeereerw. Heer
J. F. P. Verschraage. De overledene was Ridder
in de orde van Oranje Nassau.