Berlijn en het aftreden van Hore Belisha De begrooting van Financiën IJs in de Waal de zoon van Finn „JODEN BEHEERSCHEN ENGELAND" DONDERDAG 11 JANUARI 1940 h Dreigende sociale conflicten Vrachtauto door trein gegrepen Chauffeur om het leven gekomen K.L.M.-verbinding met eilanden REIZEN NAAR BELGIË Jaarvergadering R.K. Gemeente-ambtenaren Actie voor verhooging der salarissen BESLAG OP SALARIS VAN DIENSTPLICHTIGEN Principieele kwestie voor den Haagschen president MONNIKENDAM—MARKEN Eerste Kamerleden critiseeren gestie Beleggingsfront De laatste Staatsleening Bouw Centraal Belasting kantoor PLOTSELINGE DOOD OP HET IJS SECRETARIS INT. OLYMPISCH COMITÉ OVERLEDEN MEINEED UITGELOKT AAN MILTVUUR BEZWEKEN Belgische onderscheiding voor Nederiandsch kunstschilder Paus Pius XII als musicus Geboycotte prijsvraag Het muziekleven in Duitschland Havenverkeer in de Rijn- en Maasdelta UIT DE STAATSCOURANT T uchtrechtspraak Rechterlijke macht RIJDT ZUINIG! ('l<Jseert landsbelang I) A J. DAWSON *^an onzen Berlijnschen correspondent) »Zoo ziet Engeland zijn premier-minis- ^r-Onder dit opschrift brengt de „Völki- °che Beobachter" twee kieken naast el- aar, ontleend aan „Liliput, the Pocket Magazine for everyone." De eene foto geeft lama weer, die op het psnt staat om spuwen en daarnaast ziet men mr. Ne- '"e Chamberlain, die met half geopenden fk>nd beminnelijk glimlacht. En natuurlijk •^staat er een zekere overeenkomst in het ''terlijk van den Engelschen staatsman bij zijn tweetal bezoeken te Berchtes- °aden als een hartelijk welkome gast ge- 'erd werd en den Engelschen minister- resident, die thans als de eigenlijke aarts- tiand van het Derde Rijk wordt bevoch- Voor den Engelschen lezer van ge- ®°*md magazine is dat een grapje zonder Pijnigen politieken bijsmaak. Zonder blks direct te zeggen wil het hoofdorgaan er N. 3. D. A. P. met de weergave van deze •beken aanduiden, hoe men thans in Groot- rittannië over Chamberlain denkt. geven dit als een exempel van de ver- Eerlijkheid in de politieke inzichten in het uiciige Duitschland, zoodra het om buiten- bdsche staatslieden gaat. In hetzelfde l -orgaan zien we een spotprent, 'welke Da- j,„ er in geknielde houding doet zien, naast Ei de hooge kurassierslaarzen van Napoleon fuchtende: „Allons enfants de la patrie!" 'er hem staat een poilu, die zich daarbij Achti ®ckter de ooren krabt en vraagt: „Waarheen? j, ar Leipzig?" Men beschouwt en typeert ^ikrijk als een vazal in dienst van Brittan- flat geeft telkens weer duidelijk te kennen, hien den strijd met den poilu als een on- nigheid beschouwt, maar schuift dan ook t|, volle verantwoordelijkheid van wat we jn Europa beleven op de huidige Engel- e regeering. En men voelt zich thans door het aftre- van Hore Belisha als minister van P°rlog als het ware in het gelijk gesteld, •jy wordt tot de mannen gerekend, die tot J^en prijs een oorlog tegen den nationaal- '^ialistischen eenheidsstaat wenschten. herhaaldelijk bracht men in de Duitsche I-,;8 foto's, welke dezen minister in gewone vT&erkleeding lieten zien in gezelschap van Engelsche officieren op de een of andere 8lJectiereis in Frankrijk of Engeland. Thans Oj men niet zonder leedvermaak vast, dat y^lfde hooge militaire instanties zijn ont- j, by Chamberlain hebben doorgezet. Men (.WU een loopje met de opschudding, welke aftreden in Engeland heeft teweeggebracht, jj Et zoo redeneert men de invloed van Engelsche jodendom op de politiek onder st hierdoor geenerlei wijziging: „Een Jood E? heen, een Jodenvriend kwam." Omtrent de loopbaan van Hore Belisha weet •j.6E allerlei merkwaardige feiten te vertellen. Jt:E jaar geleden moeten er door hem niet jEder dan zeven groote handelsmaatschap- (j JeE zyn opgericht, <Jie dan alweer even snel failliet gingen. Al deze firma's worden H,6' haam en bijzonderheden genoemd, om hier- den lezer een beeld te geven van Hore ilea's „zakelijke handigheid", fijdens zyn werkzaamheid als minister van r'°6 stond hij in nauwe relatie zoo vertelt eE thans verder met de firma Lyons, Enge- t nds grootste restauratiebedrijf en met Mon- Burton's enorme confectie-onderneming, Joodsche firma's, hetgeen voor nationaal- claiistische begrippen iets ondenkbaars is in Politieke samenleving. Op initiatief van Belisha werd Isidore Salomon, een der J^cteuren van de Lyonsonderneming, be- ateEid tot chef van de verzorging der Britsche tJEee, terwijl de firma Burton alle opdrach- voor militaire kleedij in ontvangst mocht e,Een. gelooft te Berlijn niet, dat er in deze vactiek door Stanley's benoeming tot opvolger £~E Hore Belisha een radicale wijziging zal ^.Eien, want zoo vertelt men de familie tl^EIey, die thans ten derden male een mi- er van Oorlog mag opleveren, was steeds J?. bruikbaar element in de Britsch-Joodsche r 'tiek. zy speelde in den oorlog tegen de dj eö' een rol, stond in nauwe relatie met b6b joodschen staatsman Disraeli en de thans gb°emde minister, Oliver Stanley, zal zichon- ti^ijfeld aan de traditie van zijn familie hou- blen ziet: het is niet slechts Engeland, zyn minstens evenzeer de Engelsche ,aEiiiies en staatslieden van Joodsche af- *0(hst, die voor den huidigen oorlog ver antwoordelijk gesteld worden. De oorlog JEE Engeland wordt beschouwd als een rlog van Juda. En dat we daarbij niet Everdryven, bewyst een zooeven versche- eE boek van dr. Peter Aldag (Nordland- Verlag, Berlin) Joden beheerschen Enge land." Aan de hand van namen en feiten tracht de auteur van dit boek aan te toonen, dat de ge schiedenis van Groot-Brittannië tot op den huidigen dag onafscheidelijk verbonden is met die van het Joodsche volk. „De vermenging, vervlechting, versmeltingen vergroeiing van het Engelsche ras met het pa rasitaire Jodendom heeft een graad bereikt, welke tengevolge heeft, dat de weg, dien Enge land gaat, niet langer door het eigen volk, zelfs niet eens meer door de daar toonaange vende kringen, maar door de Joodsche heer- schers wordt bepaald." En waar men Engeland zulk een stevige beurt meende te moeten ge ven, daar ligt 't voor de hand, dat ook de Joden in Frankrijk een veeg uit de pan krijgen. Zoo heeft dan een zekere Heinz Ballensiefen bij denzelfden uitgever een boekje „Joden in Frankrijk" doen verschijnen. Al staan volgens dezen auteur het Fransche volk en de Fran- sche cultuur niet zoo sterk onder Joodschen invloed als die van Engeland, toch moeten ook de daar wonende Joden als parasieten be schouwd en behandeld worden. Duitschland heeft het zich dus klaarblijkelijk tot taak ge steld, met het Jodendom over de gansche we reld nu eens eindelijk radicaal af te rekenen! De Rijksbemiddelaar, de heer Bloemers, zal Dinsdag 16 Januari in het gemeentehuis te 's-Hertogenbosch een bespreking hebben met partijen, betrokken by het dreigend conflict aan <3e coöperatieve vlasfabriek „Dinteloord" te Steenbergen. Reeds geruimen tijd tracht het hoofdbestuur van den Ned. R. K. Bond van Transportarbei ders „St. Bonifacius" in opdracht van het per soneel, met de beide directies der melkinrich tingen „De Hollandia" N. V. en die Coöp. Wouw- sche Melkinrichting te Wouw, een collectief arbeidscontract af te sluiten. In een dezer dagen te Bergen op Zoom ge houden zeer druk bezochte vergadering wer den de afwijzende antwoorden der beide direc ties besproken. Deze antwoorden hebben bij de betrokken melkbezorgers groote ontstemming verwekt. Aan het hoofdbestuur werd opgedragen, als nog bij de beide directies aan te dringen, de bespreking over het afsluiten van een collec tief contract te openen en by een afwyzend antwoord met alle ten dienste staande mid delen, deze actie voort te zetten, totdat over eenstemming is bereikt. De melkbezorgers der beide melkinrichtingen zijn allen georganiseerd in bovengenoemde or ganisatie. Woensdagavond omstreeks kwart voor zeven is op den onbewaakten spoorwegovergang aan de Stoutenburgerlaan onder Hoevelaken een met meel geladen vrachtauto van de firma Van Galen en Vos te Nijkerk door den diesel- trein, welke om 18.40 uur uit Amersfoort met bestemming Arnhem was vertrokken, gegrepen. De chauffeur van den vrachtwagen kwam bij het ongeluk om het leven. De trein had geruimen tijd vertraging. Vandaag vertrekt wederom een K. L. M.- vliegtuig met post naar Schiermonnikoog en Ameland, terwijl tevens de op deze eilanden aanwezige post wordt afgehaald en naar het vasteland terug gebracht. De vertrek- en aankomsturen worden dit maal waarschijnlijk een uur vroeger gesteld. Vertrek van vliegveld Eelde 12 uur 's middags, aankomst en vertrek van Schiermonnikoog resp. 12.20 en 13 uur. Aankomst en vertrek van Ameland resp. 13.15 en 13.45 uur, aankomst te Eelde 14.15 uur, vanwaar weder naar Schip hol wordt doorgevlogen. Biykens mededeeling, verstrekt door de Bel gische douane te Wuestwezel, moeten alle reizigers, alvorens België binnen te komen of dit land te verlaten, een „inlichtingsbu letin" invullen, waarop naam en verdere persooniyke gegevens, alsmede nationaliteit en nummer van het paspoort dienen te worden vermeld. Dit voorschrift geldt met ingang van 9 Ja nuari voor alle vreemdelingen, behalve houders van diplomatieke paspoorten. In Hotel „Noord-Brabant" te Utrecht be gon de Landelijke Groep Gemeenteambtenaren van de A. R. K. A. Woensdagmiddag haar jaarvergadering. De voorzitter, de heer A. H. Teijssen, be groette de afgevaardigden met een „Zalig Nieuwjaar", waarna de heer Marchant namens de afdeeiing Utrecht een kort woord ter ver welkoming sprak. De voorzitter wees in zyn openingsrede op de tijdsomstandigheden, waar by hy dacht aan de gemobiliseerde leden. Nog steeds en niet zonder succes, is in gang de actie, op verschillende plaatsen de salarissen van de gemeente-ambtenaren te verhoogen. Het ledental ging gestadig vooruit. De ledenwinst kon, gezien het aantal katho lieke gemeente-ambtenaren, echter grooter zyn. De landelijke centrale's hebben een actie ingezet, om in verband met de verhooging van den levensstandaard de» salarissen om hoog te brengen. Spr. verwacht, dat hier van binnen afzienbaren tyd de resultaten zullen blijken en Donderdag hoopte spr in een huishoudelijke vergadering daarover nadere mededeelingen te doen. By de bespreking van het bestuursbeleid, werd verzocht aan te dringen op een spoedige wijziging van de Pensioenwet. Het werk van het bestuur ondervond in het algemeen veel waardeering. Evenwel waren er enkele afdeeiingen, die er over klaagden, dat het bondsbestuur met de afwikkeling van sommige zaken zoo lang had gewacht. De heeren W. J. van Dijck, A. van Griensven, J Koot en W. H. Michels, werden als be stuursleden herkozen. De vice-voorzitter, dr. mr. J. B. Sens, hield een inleiding over ,,De rechtspositie van den ambtenaar in tijden van oorlog en oorlogs gevaar", waarna de vergadering werd geschorst tot hedenmorgen. Door de mobilisatie zyn tal van toestanden geschapen, waarmee men voordien nauwelijks rekening hield en het is ook niet te verwonde ren, dat in deze tijden een of andere leemte in de wet ontdekt wordt. Zoo klaagde eenigen tyd geleden een gemo biliseerde, een gewoon dienstplichtig sergeant majoor, er over, dat, nu hy geroepen was voor de beveiliging van onze grenzen en hy zyn ge zin en zaak in den steek moest laten, een cre diteur, juist één dag voor de uitbetaling van zijn jaarwedde, op deze jaarwedde derden be slag onder den staat had gelegd, zoodat de ser geant-majoor geen cent uitbetaald kreeg en zich slechts tot het burgerlijk armbestuur kon wen den. De gewone ambtenaren, alsmede beroepsmili tairen en leden van het reservepersoneel, hebben tenminste nog de zekerheid, dat beslag slechts op een deel van hun salaris mogelijk is, zoodat zij nog iets overhouden, doch deze regeling geldt ten aanzien van gewoon dienstplichtigen niet. Blijkbaar heeft men bij de tot stand koming van de betreffende wetten deze gewoon dienstplich tigen verwaarloosd, omdat bij hen het salaris in normale tijden nauwelijks in aanmerking voor beslag kwam. By de mobilisatie is de zaak ech ter geheel anders komen te liggen. Tal van ge- mobiliseerden staan thans bloot aan de moge lijkheid dat oude vorderingen, welke zij uit hun loopende zaak betalen, plotseling worden op- geëischt en dat op de vergoeding, welke zy van het Rijk voor hun diensten als landsverdedigers genieten, voor honderd procent beslag wordt gelegd. Zulk een regeling wordt in de algemeene over tuiging onbillijk geacht en om hierin tegemoet te zien, heeft de Staat ingegrepen, niet door een wetswijziging, doch door voorloopig 'n geheele of gedeeltelijke opheffing van dit beslag in kort geding bij den president van de Haagsche recht bank te vragen. Woensdagmiddag zyn in deze zaak voor den vice-president, mr. A. M. Kiihn, de pleidooien gehouden. Voor den Staat trad op jhr. mr. P. Th. Six. Mr. H. P. van Heyst trad op voor den ge daagde, die het beslag heeft gelegd De president zal Maandag 15 Januari uit spraak doen. De IJsvereeniging Olympia te Monnikendam bericht, dat de baan naar Marken verlengd is, waarbij profijt is getrokken van de beste ge deelten ijs. Het ijs is in prima conditie. Blijkens het voorloopig verslag der Eerste Kamer over de begrooting van Financiën ducht ten eenige leden, naar mate de oorlogstoestand voortduurt, een verdere verarming en verla ging van den levensstandaard in alle lagen der maatschappij. Onder zoodanige omstan digheden nu is het, dus betoogden zy, meer dan ooit gewenscht, dat de financieele politiek aller eerst wordt gericht op vermindering van de niet strikt noodzakelijke uitgaven. In de tweede plaats bepleitten deze leden, dat zooveel mogelijk de hand worde gehouden aan dekking met belastinggelden van de jaarlijks terugkeerende uitgaven, alsmede van die uit gaven, voor welke een equivalente economische waarde niet wordt verkregen. Huns inziens wordt van dergelijke uitgaven de laatste acht jaren reeds een te hoog bedrag, namelijk f 500 millioen, met leengeld gedekt. In de derde plaats zouden deze leden, indien aan verhooging van belasting niet kon worden ontkomen, die bij voorkeur willen zien toege past ten aanzien van de groep der directe be lastingen. Zij oordeelden het namelijk nood zakelijk, dat het prijspeil zoo laag mogelijk worde gehouden; zulks mede ter voorkoming van een voor de sociale rust gevaarlijke spi raalbeweging opwaarts van prijzen, loonen en kosten. Sommige leden waren van oordeel, dat in zonderheid de druk, welken de indirecte heffin gen op de bevolking leggen, dient te worden verlicht. Ettelijke leden achtten, met het oog op de aanstaande herziening van de wettelijke rege ling van de inkomstenbelasting, het huidige moment minder geschikt, om te treden in een uitvoerige bespreking van de belastingpolitiek der regeering. Mitsdien bepaalden zij zich er toe, de hoop uit te spreken, dat bij het ontwer pen van de desbetreffende voorstellen meer dan tot dusverre geschiedt rekening zou worden gehouden met den ongelijken druk, dien de persoonlijke belastingen, raar het inkomen en het verteerde geheven, leggen op de schouders van jonggezellen, gehuwden zonder kinderen en gehuwden met kinderen. Verscheidene leden achtten het noodza kelijk, dat weldra bijzondere maatregelen worden getroffen, ten einde den belasting druk, waaraan de groote gezinnen bloot staan, althans eenigermate te verlichten. Eenige leden verklaarden, zeer te zijn te leurgesteld door het standpunt, dat de minister in de Tweede Kamer heeft ingenomen ten aan zien van de gesties van het zoogenaamde Be leggingsfront. Deze leden achtten het onoorbaar, dat de beheerders van de Rijksfondsen in zekeren zin stelling nemen tegen de belangen van de schatkist. Opdrijving van den rente voet behoorde evenzeer te worden verboden als opdrijving van de prijzen. Het is, dus betoogden zy, een bekend feit, dat de meeste verzekeringsmaatschappijen zich hebben gericht naar een rentevoet van 3, ten hoogste 3 yt pet. Zulks hadden h.l. ook de be heerders van de Ryksfondsen moeten doen. Naar hun gevoelen ware de algeheele ophef fing van de Rijksfondsen nog veel beter ge weest. Verscheidene leden spraken hun leedwezen uit over de mislukking van de uitgifte der laat ste Staatsleening, al hadden ook zii de lee- ningsvoorwaarden niet in alle opzichten geluk kig geacht. Gaarne zouden zij vernemen, welke groote institutioneele beleggers niet hebben ingeschre ven. Andere leden spraken de hoop uit, dat de in schrijvers op de 4 pct.-leening, in geval eerlang mocht worden overgegaan tot een gedwongen leening, het bedrag, waarvoor zij hebben inge schreven, in aftrek zullen mogen brengen op hun verplicht quotum in die gedwongen lee ning. Vele leden achtten het tijdstip nog niet ge komen, eenigerlei decisie te nemen omtrent de mogelijke goudwinst der Nederlandsche Bank, zulks in verband met het Egalisatiefonds. Bij de financiering der schatkistpromessen door mid del van de Ned. Bank achtten zij de boven bedoelde goudwinst een waarborg, weshalve zij van oordeel waren, dat over die winst thans nog niet mocht worden beschikt. Enkele leden toonden zich niet geheel gerust over de politiek van de Ned. Bank ten aan zien van de positie van onzen gulden in ver band met den slechten stand onzer betalings balans. Immers, onze goudvoorraad vermindert, de geldmarkt wordt krapper en het is de vraag, of door een en ander de rentestand niet zal worden verhoogd. Enkele leden zouden de vraag willen stel len, of de uitgave voor den bouw van een Centraal Belastingkantoor te Amsterdam, gelet op het zeer hooge bedrag, dat er mede gemoeid zal zyn, onder de huidige omstan digheden wel verantwoord moet worden ge acht. Andere leden konden dit standpunt niet vol komen deelen. Zy wezen allereerst op de on miskenbare voordeelen, welke een centraal ge legen belastingkantoor voor de belastingplich tigen biedt en voorts op het feit. dat centra lisatie niet zelden vermindering van de alge meene onkosten tot gevolg heeft. Bij beoordee ling van de vraag, of de bedoelde uitgave ver antwoord is, moet h.i. zoowel met het een als met het ander rekening worden gehouden. Verscheidene leden verklaarden, met teleur stelling kennis te hebben genomen van het be scheid der regeering op den aandrang, in de Tweede Kamer geoefend, over te gaan tot op heffing van het bankgeheim. Deze leden zouden gaarne vernemen, of het rapport van den Economischen Raad ter zake is uitgebracht en, zoo ja, of de regeering bereid is den Staten-Generaal daarvan inzage te geven. Op de Purmerringvaart te Monnikendam heeft een plotseling sterfgeval groote conster natie onder de vele schaatsenrijders gewekt. Het personeel der firma Valk uit Westzaan maakte een tochtje op de schaats naar Marken. De heer K. de Boer begon op een gege en moment zachter te rijden en plotseling zakte hij ineen. Men droeg hem een naburige wo ning binnen, doch reeds waren de levensgeesten geweken. De doktoren van Ilpendam en Monnikendam, die onmiddellijk ter plaatse waren, constateer den dood door hartverlamming. In den ouderdom van 60 jaar is te zijnen huize te Lausanne overleden de secretaris van het Internationaal Olympisch Comité, luit.-kol A. G. Berdez. De rechtbank te Leeuwarden heeft behandeld de zaak tegen den 49-jarigen koopman G. S„ thans gedetineerd, ter zake van het uitlokken van meineed, door twee mannen, die als ge tuigen in een zaak van brandstichting tegen verdachte's broer waren opgeroepen, te bewe gen voor de rechtbank een valsche verklaring af te leggen. De officier van Justitie vorderde twee jaar gevangenisstraf. De verdediger mr. Koopmans achtte niet be wezen, dat een strafbaar feit is gepleegd. Maandagmorgen is te Harfsen, gemeente Laren (Geld.), by den landbouwer H. Nyman plotseling een koe gestorven. Na bloedonderzoek is gebleken, dat het dier aan miltvuur is be- geweken. Er zullen uitgebreide maatregelen genomen worden, om uitbreiding van de ziekte te voor komen. De afdeeiing schoone kunsten van de Ko ninklijke Belgische Academie heeft benoemd tot lid van de afdeeiing schilderkunst den heer W. van Konijnenburg te 's-Gravenhage. Het Fransche blad „Europe Nouvelle" bericht, dat de H. Vader een uitstekend muziekkenner is en zelf goed viool speelt. In zijn jeugd zou hij reeds viool hebben leeren spelen. Toen hij nog nuntius was te München, speelde hij regel matig Werken van klassieke meesters. Het blad voegt er aan toe, dat Bruno Walter hiervan goed op de hoogte is. In het U.V.I.V.-maandblad is een prijsvraag geannonceerd welke niet voldoet aan de bepa lingen van de Algemeene Nederlandsche Prys- vraag-Regelen. De Permanente Prijsvraag- Commissie, die is samengesteld uit afgevaardig den van architectenvereenigingen, acht zich verplicht hiertegen te protesteeren en ontraadt den kunstenaars, daaraan mede te werken. De dirigent van het Berlijnsch Philharmo- nisch Ork®t, generalmusikdirektor dr. Furt- waengler, die voor een gastconcert te Kopen hagen aangekomen is, heeft in een persconfe rentie ook over het muziekleven in Duitschland gesproken. De Deensche bladen verklaren naar aanleiding hiervan, dat het muziekleven in Duitschland in langen tijd niet zulk een bloei gekend heeft als thans, dat het Duitsche volk zelfs een behoefte gevoelt goede muziek te hoo- ren en dat alle Philharmonie-concerten voor uitverkochte zalen gegeven worden. Men meldt ons uit Nijmegen: Woensdagmorgen was de Waal te Nyu egen voor de helft met drijfijs bedekt. Des avonds was de ijsgang afgenomen en was de breede rivier voor de stad nog slechts voor 4/10 met tamelijk licht ijs bedekt. Keulen had des mor gens zelfs geseind, dat de Rijn aldaar ijsvrij was. By doorgaande vorst kan men natuurlijk op den Rijn en de Waal de vorming van grond ijs verwachten, doch dat geschiedt eerst bij 9 graden vorst en Woensdagavond wees de thermometer te Nijmegen 4 a 5 graden vorst aan. Dien dag zijn nog zeven Duitsche sleep- booten van den Bovenrijn de Waal gepasseerd alsmede twee Duitsche sleepen, alle geladen met steenkool. Des avonds is zelfs de Nijmeeg- sche boot er nog in geslaagd, van Rotterdam uit Nijmegen te bereiken," zonder emstigen hin der te ondervinden. Het drijfijs was vrij dun. Een benzineboot van Sacco trachtte van Nij megen uit Venlo nog te bereiken maar had moeite, om ce Nijmeegsche haven te verlaten, waarvoor zich drijfijs had vastgezet. Men verwacht heden nog een koiens. hip uit Lobith, om kolen te lossen voor de Nijmeegsche gasfabriek. Voor deze schepen bestaat geen ge vaar bij eventueelen zwaarderen ijsgang, daar zij stroomafwaarts de Nijmeegsche haven kun nen bereiken, welke voor 2/3 gevuld is met on geveer 75 schepen. Ook het zoogenaamde Grintgat lag Woensdag vol met schepen. Op het Maas. en Waalkanaal werd het ys voortdurend gebroken door zware sieepbocten. Men wil oogenblikkelijk bij eventueelen inval lenden dooi de vaart tusschen Maas en Waal weer vrij hebben. Blijkens aan de Kamer van Koophandel door den directeur der directe belastingen, invoer rechten en accijnzen verstrekte gegevens, heeft het havenverkeer in de havens van de Rijn en Maas-delta in December bedragen voor Rotter dam 379 schepen (1240) metende 607.834 (1564.862) ton, Hoek van Holland, geen (45), Maassluis 14 (9) en 2015 (10.391) ton, Vlaar- dingen 13 (93) en 32.466 (179573) ton, Schie dam 33 (70) en 66.964 (206.750) ton, Dordrecht en Zwijndrecht 71 (46) en 2493 (16.023) ton. Over het afgeloopen jaar waren de cijfers: Rotterdam 12.026 (15.366) metende 19.392.128 (24.744.472) ton, Hoek van Holland 348 (543) en 764.323 1.153.555) ton, Maassluis 86 (61) en 53537 (89.787) ton, Vlaardingen 630 (931) en 1.325.751 (1.961.012) ton, Schiedam 682 (876) en 1.899.681 (2.484.817) ton, Dordrecht en Zwyn- aracht 500 (577) en 248.326 (169 570) ton. De minister van Economische Zaken heeft den heer K. W. L. Bezemer te 's Gravenhage be noemd tot lid van de centrale commissie voor de crisis-tuchtrechtspraak te 's Gravenhage, en mr. dr. J. P. Hoogland te Leeuwarden tot lid van de commissie voor de crisis-tuchtrechtspraak te Groningen. De arrondissements-rechtbank te Maastricht heeft de volgende alphabetische aanbevelingslijst opgemaakt voor de vervulling van de vacature van rechter in die rechtbank: mr. W. A. Brou wers, subst.-griffier bij de arr.-rechtbank te Maastricht; mr. A. J. Ph. M. Rubbens, subst.- griffier bij de arr.-rechtbank te 's Hertogenbosch; mr. J. F. I. M. Tielens, adv.-proc. en kanton- rechter-pl.verv. te Amsterdam. Met het lot is tegen een van bovengenoemde candidaten afgevallen: mr. K. L. Langemeijer, rechter-pl-verv. in de arr.-rechtbank te Maas tricht. Bij het stijgen von uw snelheid gaat het benzineverbruik met sprongen omhoog! Denkt daar aan, vóórdat u het „gas op de plank trapt". Rijdt niet sneller dan 70 K.M. per uur. DOOR Ho'foep je hond terug, sergeant, of hij wordt Bedood," riep Dick. Vj 1geftnt Moore zei geen woord. Zijn vreemde to6fr, Was vervuld met bitterheid over Dick's maar niet met zooveel bitterheid als over kijieit, dat Jan in de kazerne was terugge- Hij was er zelf zeker van, dat de ge- k(w 8e Sourdough ongetwijfeld iederen hond «ojbbden. En daarom zei hij niets, toen Sour- Jfu op jan aanvloog, bijvt» wat Jan betreft —toen hy de donkere li(>l(j?eri van zijn ouden vijand zag, rezen zijn ''tb, len steil omhoog, en trokken zijn hang- dreigend samen. Jan wist heel goed, dat 0|)i doodeenvoudige zaak voor hem zou zijn JUtdcmgh of welken hond ook, dien hij ge- te (j lad sedert hij naar de steden terugkeerde, tijjj °°den. Dat zou het voor bijna eiken hond ti3(j Geweest, die zijn ervaring van de wildernis Vefs,°Pgedaan. En daar zijn eenvoudig honden- %Q'ahd geen enkele reden wist om Sourdough tet) a"e schepselen, die er bestonden, te spa- \;*an men begrijpen dat Jan trilde van het juicht. ving hem op met een eigenaardige, ge- ?6>i r, stootbeweging van zyn linkerschouder; j^bruikelijken slag bij vechtende honden uit t5a]°°rden, maar waarop de oude Sourdough niet voorbereid scheen, zoodat hij ook 'Maatregelen trof om die te weerstaan. Het ^kelijke gevolg was dan ook dat hij, door zijn eigen onstuimige vaart, op zijn rug tegen den grond rolde. Een en ander maakte, dat Sourdough nog maar enkele seconden zou heb ben te leven. Zijn keel lag onbeschermd; geen hond, die ademde kon Jan ontkomen. Maar op dat oogenblik hoorde men de stem van Dick op dringenden en vermanenden toon: „Terug, Jan! Dood hem niet. Hij is veel te oud. Terug hier Jan!" De kaken van Jan waren reeds geopend voor den doodelijken gr.eep. Hij had reeds volkomen de houding aangenomen voor den doodelijken aanval, waaraan geen hond, die in de benarde positie verkeerde van Sourdough, zou kunnen ontkomen. Een lichte siddering ging door hem heen, alsof de woorden van zijn baas een koude wind waren; en met stijve pooten, verbaasd, zijn schouderharen opgezet, zijn kaken nog ge opend voor den buit, trok Jan zich aan Dick's zijde terug. „Je zult dat oude dier achter je aan moeten houden, indien je hem tenminste wilt redden," zei kapitein Arnuth. „Je verwacht toch niet, dat Jan hem zal moeten onderliggen? Waarom laat je hem niet achter je aan loopen?" De sergeant ging heen en groette zonder een woord te spreken. Zonder twijfel had hij veel liever gehad, dat kapitein Arnuth hem een klap in zyn gezicht had gegeven. Maar geen woor den zouden dezen vreemden monomaan nu kunnen kwetsen, na hetgeen hij met zijn eigen oogen had gezien en wat hij nu zag. In een ondeelbaar oogenblik was voor den ouden Sour dough een licht opgegaan. Op het oogenblik, dat hfj den grond raakte op zijn rug, tengevolge van de van te voren berekende gedraaide stoot beweging van Jan's zwaren schouder, wist Sourdough, dat zijn rijk uit was. Hij ver wachtte niets anders dan op dat oogenblik te sterven, en was daartoe ook bereid. Die aanra king met Jan had hem, vlug als een bliksem straal, dingen verteld, die niet op één bladzijde konden worden geschreven. Op dat oogenblik voelde hy de koude, meedoogenlooze kracht van de Noordelijke wildernis, en besefte, dat hij de zen nieuwen Jan evenmin kon weerstaan als een vertroeteld schoothondje het hem zou kun nen doen. Toen zijn pooten geen grond raakten, was zijn leven geëindigd; zóó zag Sourdough het in. En toen was gekomen Jan's geheel onver klaarbaar wonderbaar, huiverend terugtrekken, om het hart te doen verkillen door het geheim zinnige onverwachte. Werktuigelijk stond Sour dough weer op, en sloop met hangenden kop, den staart tusschen de pooten, en met gedoken schouders, achter zijn bitter teleurgestelden baas weg. Die instorting van dezen ouden over- winnelijke binnen een paar seconden was een verschrikkelijk schouwspel, dat hem zeer ont stelde. Van dat uur af werd Sourdough niet meer gezien op het terrein van de K.N.W.B.F.-ka- zerne en, ofschoon velen verbaasd waren over het verdwijnen van den ouden hond, heeft nooit iemand geweten wat er van hem werd. De sergeant was al sinds eenigen tijd gerech tigd om den dienst te verlaten. Dien avond kreeg hij van zijn chef de toestemming daar toe. HOOFDSTUK XXXI Naar huis! Kapitein Arnuth toonde zich inderdaad een vriend van Dick Vaughan. Toen hij eenmaal Dick Vaughan's toestand begreep, kon hij vol komen in diens wensch treden om dadelijk den dienst te verlaten en naar Engeland terug te keeren. Dien wensch zette hy om in de daad en binnen de maand had sergeant-inspecteur Dick Vaughan zijn ontslag gekregen en was zijn passage naar Engeland geboekt met Jan. Ondanks zijn opgetogenheid over het voor uitzicht dat hem wachtte, viel Dick het af scheid van zijn vrienden erg moeilijk. Zij hiel den veel van hem en van Jan, en waren op bei den trotsch. En Dick bemerkte, toen zijn koffers gepakt stonden en met het afscheid een aanvang werd gemaakt, dat deze mannen een diepe plaats in zijn leven hadden gekregen. Het waren allen beste kerels, deze geharde, magere, schrale rui ters der prairiën, en zij en de B.P. hadden van Dick, die nu afscheid van hen nam, een man gemaakt, die in honderd dingen lijnrecht ver schilde van den zorgeloozen, onverantwoordelij- ken, luchthartigen Dick, die een paar jaar ge leden regelrecht uit het vriendelijke, rustige Sussex bij hen was gekomen. Dick was een geschikt deel geworden van de westersche omgeving en had het er goed in ge maakt. De menschen van ons doen graag dat gene wat we goed doen. In het Westen was Dick tot man gerijpt. Dat zou hij nooit meer verliezen, al reisde hij nu nog zoo ver naar het Oosten. Maar het bleek, dat het Westen en zijn goede bewoners hem na aan het hart lagen, toen hij op het achterste balkon stond van den trein, die zich naar het Oosten richtte, en het wui ven van de stijfgeronde hoeden zyner mak kers zag. en iets later de daken van Saskat chewan's hoofdstad in de verte verdwenen. Velen vinden het een ruw land; ruw was het in menig opzicht voor Dick geweest; de K.N.W. BP. had zyn geest opgewekt en krachtiger ge maakt, en hem tot een man gevormd; evenzoo goed als de Noordelijke wildernissen van Jan dien merkwaardigen hond hadden gemaakt, die hij nu was. Dick liet dit alles met een vol ge moed achter: hij deed het niet gedwopgen, want hij ging naar een groot, beloofd geluk; maar loch met een vol gemoed en eenigszins vochtige oogen, die voor een groot deel toe te schrijven waren aan den echten eerbied, de oprechte dankbaarheid, die hij voelde voor het land, het leven en de menschen, die hem geholpen had den om van hem een flinker en beter mensch te maken. De winter regeerde nog in het land en zoo was de veel gebruikte reede van Halifax en niet de breede St. Laurenshaven het eindpunt van de treinreis van Dick en Jan. Maar voor Jan was de gedwongen afsluiting gedurende de reis voor een groot deel verzacht door regelmatige, dagelijksche bezoeken van zijn baas. En in Halifax konden zij twee en een halven dag onafgebroken van eikaars gezel schap genieten, voordat de stoomboot vertrok. Deze thuisreis was voor Jan geheel verschillend van zijn uitreis. Het is waar: hij dacht nog niet aan Engeland, maar hy begreep het goed, het algemeene denkbeeld van reizen. Hij wist, dat hij en zijn baas samen op reis waren; dat tijde lijke scheiding tot de onvermijdelijke dingen van dit soort behoorde en dat zy weer bij el kander zouden komen, zoodra de reis achter den rug was. Jan verfoeide dat opgesloten leven op zee, maar toch kwam hy er niet tegen in opstand, en zelfs was hij er niet neerslachtig onder. Hij wist, dat het niet meer was dan een kort in termezzo en hij begreep heel goed dat, ofschoon de menschen tot zijn verdriet de zaken zoo ge regeld hadden, dat hij uit het gezicht van zijn meester bleef, uitgezonderd die heerlijke uurtjes waarin Dick hem in zijn hok naast den slager opzocht, zijn baas op hetzelfde schip was als hy, en niet zoo ver van hem vandaan, en naar dezelfde plaats van bestemming moest. Hij wist. dat hij en Dick hetzelfde spoor volgden. En eindelijk brak, na al hun gedeelde om zwervingen gedurende dien nacht dat zij el kander ontmoet hadden op het pad naast de Peace River, de morgen aan, dat Jan weer naast zijn baas stond, onder den open hemel, op het dek van de stoomboot, starend naar de mei dichtbij komende Engelsche kust. Menige herinnering kwam Jan voor den geest, gedeeltelijk ingegeven door de gedachte aan het intens ingespannen leven, dat hij achter zich had gelaten in Canada, maar de meeste dier herinneringen hadden als achtergrond onder werpen van handelingen, welke hij zich her innerde uit zijn leven in Sussex, aan de zee.' De stoomboot bevond zich nu in geel water, met land dicht om haar heen. Toen Jan het open dek betrad, had hij eerst eens toen nog eens, en nog eens, bevend, diep adem gehaald, die, gaande door zijn pneindig fyne reageerbuis jes van zijn merkwaardige neusgaten, in zijn hersenen indrukken brachten. In deze atmos feer, zoo veel zachter en vochtiger dan hij in lang had ingeademd, waren teere, duidelijk merkbare hoedanigheden, die dadelijk door Jan werden herkend. Nu kende hij de bedoeling van deze reis. Nu wist hij, dat dit Engeland was. Het was deze kennis nu, die hem zyn snuit deed oplichten en Dicks linkerhand met zijn tong deed aanraken. In de andere hand hield Dick zijn verrekijker, waardoor hij strak keek naar de lijn van werven, die ze nu naderden. „Wel, ouwe jongen." zeide hij, als antwoord op de veelbeteekenende aanraking, ,5e weet er alles van, niet? Ik geloof het zeker; wel laat eens zien of je dat verstaat Daar op de kade, waar we binnen een paar minuten zullen zijn, daar wachten ons de oude Finn, je vader, en de baas en de vrouw en daar is Betty ook. Jan, jongen! Daar staat de lieve Betty op jou en mij te wachten. Zij wacht daar op ons, Jan, mijn jongen, en nooit gaan we weer van haar weg nooit weer zoolang als we leven!" En als Jan alles niet dadelijk begreep, deed hij dat toch gauw daarna, toen hy Betty Mur doch's armen om zijn nek voelde en de voor name, gryze, oude Finn vriendschappelijk zijn ziiden besnuffelde. Toen begreep Jan ten volle dat hij, na al zijn zwerftochten, ten laatste thuis was gekomen. EINDE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 3