Berlijn en het aftreden van
Hore Belisha
De begrooting van
Financiën
IJs in de Waal
de zoon van Finn
„JODEN BEHEERSCHEN
ENGELAND"
DONDERDAG 11 JANUARI 1940
h
Dreigende sociale
conflicten
Vrachtauto door trein
gegrepen
Chauffeur om het leven gekomen
K.L.M.-verbinding met
eilanden
REIZEN NAAR BELGIË
Jaarvergadering R.K.
Gemeente-ambtenaren
Actie voor verhooging
der salarissen
BESLAG OP SALARIS VAN
DIENSTPLICHTIGEN
Principieele kwestie voor den
Haagschen president
MONNIKENDAM—MARKEN
Eerste Kamerleden critiseeren
gestie Beleggingsfront
De laatste Staatsleening
Bouw Centraal Belasting
kantoor
PLOTSELINGE DOOD
OP HET IJS
SECRETARIS INT. OLYMPISCH
COMITÉ OVERLEDEN
MEINEED UITGELOKT
AAN MILTVUUR BEZWEKEN
Belgische onderscheiding voor
Nederiandsch kunstschilder
Paus Pius XII als musicus
Geboycotte prijsvraag
Het muziekleven in Duitschland
Havenverkeer in de
Rijn- en Maasdelta
UIT DE STAATSCOURANT
T uchtrechtspraak
Rechterlijke macht
RIJDT ZUINIG!
('l<Jseert landsbelang I)
A J. DAWSON
*^an onzen Berlijnschen correspondent)
»Zoo ziet Engeland zijn premier-minis-
^r-Onder dit opschrift brengt de „Völki-
°che Beobachter" twee kieken naast el-
aar, ontleend aan „Liliput, the Pocket
Magazine for everyone." De eene foto geeft
lama weer, die op het psnt staat om
spuwen en daarnaast ziet men mr. Ne-
'"e Chamberlain, die met half geopenden
fk>nd beminnelijk glimlacht. En natuurlijk
•^staat er een zekere overeenkomst in het
''terlijk van den Engelschen staatsman
bij zijn tweetal bezoeken te Berchtes-
°aden als een hartelijk welkome gast ge-
'erd werd en den Engelschen minister-
resident, die thans als de eigenlijke aarts-
tiand van het Derde Rijk wordt bevoch-
Voor den Engelschen lezer van ge-
®°*md magazine is dat een grapje zonder
Pijnigen politieken bijsmaak. Zonder
blks direct te zeggen wil het hoofdorgaan
er N. 3. D. A. P. met de weergave van deze
•beken aanduiden, hoe men thans in Groot-
rittannië over Chamberlain denkt.
geven dit als een exempel van de ver-
Eerlijkheid in de politieke inzichten in het
uiciige Duitschland, zoodra het om buiten-
bdsche staatslieden gaat. In hetzelfde
l -orgaan zien we een spotprent, 'welke Da-
j,„ er in geknielde houding doet zien, naast
Ei de hooge kurassierslaarzen van Napoleon
fuchtende: „Allons enfants de la patrie!"
'er hem staat een poilu, die zich daarbij
Achti
®ckter de ooren krabt en vraagt: „Waarheen?
j, ar Leipzig?" Men beschouwt en typeert
^ikrijk als een vazal in dienst van Brittan-
flat
geeft telkens weer duidelijk te kennen,
hien den strijd met den poilu als een on-
nigheid beschouwt, maar schuift dan ook
t|, volle verantwoordelijkheid van wat we
jn Europa beleven op de huidige Engel-
e regeering.
En
men voelt zich thans door het aftre-
van Hore Belisha als minister van
P°rlog als het ware in het gelijk gesteld,
•jy wordt tot de mannen gerekend, die tot
J^en prijs een oorlog tegen den nationaal-
'^ialistischen eenheidsstaat wenschten.
herhaaldelijk bracht men in de Duitsche
I-,;8 foto's, welke dezen minister in gewone
vT&erkleeding lieten zien in gezelschap van
Engelsche officieren op de een of andere
8lJectiereis in Frankrijk of Engeland. Thans
Oj men niet zonder leedvermaak vast, dat
y^lfde hooge militaire instanties zijn ont-
j, by Chamberlain hebben doorgezet. Men
(.WU een loopje met de opschudding, welke
aftreden in Engeland heeft teweeggebracht,
jj Et zoo redeneert men de invloed van
Engelsche jodendom op de politiek onder
st hierdoor geenerlei wijziging: „Een Jood
E? heen, een Jodenvriend kwam."
Omtrent de loopbaan van Hore Belisha weet
•j.6E allerlei merkwaardige feiten te vertellen.
Jt:E jaar geleden moeten er door hem niet
jEder dan zeven groote handelsmaatschap-
(j JeE zyn opgericht, <Jie dan alweer even snel
failliet gingen. Al deze firma's worden
H,6' haam en bijzonderheden genoemd, om hier-
den lezer een beeld te geven van Hore
ilea's „zakelijke handigheid",
fijdens zyn werkzaamheid als minister van
r'°6 stond hij in nauwe relatie zoo vertelt
eE thans verder met de firma Lyons, Enge-
t nds grootste restauratiebedrijf en met Mon-
Burton's enorme confectie-onderneming,
Joodsche firma's, hetgeen voor nationaal-
claiistische begrippen iets ondenkbaars is in
Politieke samenleving. Op initiatief van
Belisha werd Isidore Salomon, een der
J^cteuren van de Lyonsonderneming, be-
ateEid tot chef van de verzorging der Britsche
tJEee, terwijl de firma Burton alle opdrach-
voor militaire kleedij in ontvangst mocht
e,Een.
gelooft te Berlijn niet, dat er in deze
vactiek door Stanley's benoeming tot opvolger
£~E Hore Belisha een radicale wijziging zal
^.Eien, want zoo vertelt men de familie
tl^EIey, die thans ten derden male een mi-
er van Oorlog mag opleveren, was steeds
J?. bruikbaar element in de Britsch-Joodsche
r 'tiek. zy speelde in den oorlog tegen de
dj eö' een rol, stond in nauwe relatie met
b6b joodschen staatsman Disraeli en de thans
gb°emde minister, Oliver Stanley, zal zichon-
ti^ijfeld aan de traditie van zijn familie hou-
blen ziet: het is niet slechts Engeland,
zyn minstens evenzeer de Engelsche
,aEiiiies en staatslieden van Joodsche af-
*0(hst, die voor den huidigen oorlog ver
antwoordelijk gesteld worden. De oorlog
JEE Engeland wordt beschouwd als een
rlog van Juda. En dat we daarbij niet
Everdryven, bewyst een zooeven versche-
eE boek van dr. Peter Aldag (Nordland-
Verlag, Berlin) Joden beheerschen Enge
land."
Aan de hand van namen en feiten tracht de
auteur van dit boek aan te toonen, dat de ge
schiedenis van Groot-Brittannië tot op den
huidigen dag onafscheidelijk verbonden is met
die van het Joodsche volk.
„De vermenging, vervlechting, versmeltingen
vergroeiing van het Engelsche ras met het pa
rasitaire Jodendom heeft een graad bereikt,
welke tengevolge heeft, dat de weg, dien Enge
land gaat, niet langer door het eigen volk,
zelfs niet eens meer door de daar toonaange
vende kringen, maar door de Joodsche heer-
schers wordt bepaald." En waar men Engeland
zulk een stevige beurt meende te moeten ge
ven, daar ligt 't voor de hand, dat ook de Joden
in Frankrijk een veeg uit de pan krijgen. Zoo
heeft dan een zekere Heinz Ballensiefen bij
denzelfden uitgever een boekje „Joden in
Frankrijk" doen verschijnen. Al staan volgens
dezen auteur het Fransche volk en de Fran-
sche cultuur niet zoo sterk onder Joodschen
invloed als die van Engeland, toch moeten ook
de daar wonende Joden als parasieten be
schouwd en behandeld worden. Duitschland
heeft het zich dus klaarblijkelijk tot taak ge
steld, met het Jodendom over de gansche we
reld nu eens eindelijk radicaal af te rekenen!
De Rijksbemiddelaar, de heer Bloemers, zal
Dinsdag 16 Januari in het gemeentehuis te
's-Hertogenbosch een bespreking hebben met
partijen, betrokken by het dreigend conflict aan
<3e coöperatieve vlasfabriek „Dinteloord" te
Steenbergen.
Reeds geruimen tijd tracht het hoofdbestuur
van den Ned. R. K. Bond van Transportarbei
ders „St. Bonifacius" in opdracht van het per
soneel, met de beide directies der melkinrich
tingen „De Hollandia" N. V. en die Coöp. Wouw-
sche Melkinrichting te Wouw, een collectief
arbeidscontract af te sluiten.
In een dezer dagen te Bergen op Zoom ge
houden zeer druk bezochte vergadering wer
den de afwijzende antwoorden der beide direc
ties besproken.
Deze antwoorden hebben bij de betrokken
melkbezorgers groote ontstemming verwekt.
Aan het hoofdbestuur werd opgedragen, als
nog bij de beide directies aan te dringen, de
bespreking over het afsluiten van een collec
tief contract te openen en by een afwyzend
antwoord met alle ten dienste staande mid
delen, deze actie voort te zetten, totdat over
eenstemming is bereikt.
De melkbezorgers der beide melkinrichtingen
zijn allen georganiseerd in bovengenoemde or
ganisatie.
Woensdagavond omstreeks kwart voor zeven
is op den onbewaakten spoorwegovergang aan
de Stoutenburgerlaan onder Hoevelaken een
met meel geladen vrachtauto van de firma
Van Galen en Vos te Nijkerk door den diesel-
trein, welke om 18.40 uur uit Amersfoort met
bestemming Arnhem was vertrokken, gegrepen.
De chauffeur van den vrachtwagen kwam
bij het ongeluk om het leven. De trein had
geruimen tijd vertraging.
Vandaag vertrekt wederom een K. L. M.-
vliegtuig met post naar Schiermonnikoog en
Ameland, terwijl tevens de op deze eilanden
aanwezige post wordt afgehaald en naar het
vasteland terug gebracht.
De vertrek- en aankomsturen worden dit
maal waarschijnlijk een uur vroeger gesteld.
Vertrek van vliegveld Eelde 12 uur 's middags,
aankomst en vertrek van Schiermonnikoog
resp. 12.20 en 13 uur. Aankomst en vertrek van
Ameland resp. 13.15 en 13.45 uur, aankomst
te Eelde 14.15 uur, vanwaar weder naar Schip
hol wordt doorgevlogen.
Biykens mededeeling, verstrekt door de Bel
gische douane te Wuestwezel, moeten alle
reizigers, alvorens België binnen te komen of
dit land te verlaten, een „inlichtingsbu letin"
invullen, waarop naam en verdere persooniyke
gegevens, alsmede nationaliteit en nummer
van het paspoort dienen te worden vermeld.
Dit voorschrift geldt met ingang van 9 Ja
nuari voor alle vreemdelingen, behalve houders
van diplomatieke paspoorten.
In Hotel „Noord-Brabant" te Utrecht be
gon de Landelijke Groep Gemeenteambtenaren
van de A. R. K. A. Woensdagmiddag haar
jaarvergadering.
De voorzitter, de heer A. H. Teijssen, be
groette de afgevaardigden met een „Zalig
Nieuwjaar", waarna de heer Marchant namens
de afdeeiing Utrecht een kort woord ter ver
welkoming sprak.
De voorzitter wees in zyn openingsrede op
de tijdsomstandigheden, waar by hy dacht aan
de gemobiliseerde leden.
Nog steeds en niet zonder succes, is in
gang de actie, op verschillende plaatsen de
salarissen van de gemeente-ambtenaren te
verhoogen.
Het ledental ging gestadig vooruit. De
ledenwinst kon, gezien het aantal katho
lieke gemeente-ambtenaren, echter grooter
zyn.
De landelijke centrale's hebben een actie
ingezet, om in verband met de verhooging
van den levensstandaard de» salarissen om
hoog te brengen. Spr. verwacht, dat hier
van binnen afzienbaren tyd de resultaten
zullen blijken en Donderdag hoopte spr in
een huishoudelijke vergadering daarover
nadere mededeelingen te doen.
By de bespreking van het bestuursbeleid,
werd verzocht aan te dringen op een spoedige
wijziging van de Pensioenwet.
Het werk van het bestuur ondervond in het
algemeen veel waardeering.
Evenwel waren er enkele afdeeiingen, die er
over klaagden, dat het bondsbestuur met de
afwikkeling van sommige zaken zoo lang had
gewacht.
De heeren W. J. van Dijck, A. van Griensven,
J Koot en W. H. Michels, werden als be
stuursleden herkozen.
De vice-voorzitter, dr. mr. J. B. Sens, hield
een inleiding over ,,De rechtspositie van den
ambtenaar in tijden van oorlog en oorlogs
gevaar", waarna de vergadering werd geschorst
tot hedenmorgen.
Door de mobilisatie zyn tal van toestanden
geschapen, waarmee men voordien nauwelijks
rekening hield en het is ook niet te verwonde
ren, dat in deze tijden een of andere leemte in
de wet ontdekt wordt.
Zoo klaagde eenigen tyd geleden een gemo
biliseerde, een gewoon dienstplichtig sergeant
majoor, er over, dat, nu hy geroepen was voor
de beveiliging van onze grenzen en hy zyn ge
zin en zaak in den steek moest laten, een cre
diteur, juist één dag voor de uitbetaling van
zijn jaarwedde, op deze jaarwedde derden be
slag onder den staat had gelegd, zoodat de ser
geant-majoor geen cent uitbetaald kreeg en zich
slechts tot het burgerlijk armbestuur kon wen
den.
De gewone ambtenaren, alsmede beroepsmili
tairen en leden van het reservepersoneel, hebben
tenminste nog de zekerheid, dat beslag slechts
op een deel van hun salaris mogelijk is, zoodat
zij nog iets overhouden, doch deze regeling geldt
ten aanzien van gewoon dienstplichtigen niet.
Blijkbaar heeft men bij de tot stand koming van
de betreffende wetten deze gewoon dienstplich
tigen verwaarloosd, omdat bij hen het salaris in
normale tijden nauwelijks in aanmerking voor
beslag kwam. By de mobilisatie is de zaak ech
ter geheel anders komen te liggen. Tal van ge-
mobiliseerden staan thans bloot aan de moge
lijkheid dat oude vorderingen, welke zij uit hun
loopende zaak betalen, plotseling worden op-
geëischt en dat op de vergoeding, welke zy van
het Rijk voor hun diensten als landsverdedigers
genieten, voor honderd procent beslag wordt
gelegd.
Zulk een regeling wordt in de algemeene over
tuiging onbillijk geacht en om hierin tegemoet
te zien, heeft de Staat ingegrepen, niet door
een wetswijziging, doch door voorloopig 'n geheele
of gedeeltelijke opheffing van dit beslag in kort
geding bij den president van de Haagsche recht
bank te vragen.
Woensdagmiddag zyn in deze zaak voor den
vice-president, mr. A. M. Kiihn, de pleidooien
gehouden.
Voor den Staat trad op jhr. mr. P. Th. Six.
Mr. H. P. van Heyst trad op voor den ge
daagde, die het beslag heeft gelegd
De president zal Maandag 15 Januari uit
spraak doen.
De IJsvereeniging Olympia te Monnikendam
bericht, dat de baan naar Marken verlengd is,
waarbij profijt is getrokken van de beste ge
deelten ijs. Het ijs is in prima conditie.
Blijkens het voorloopig verslag der Eerste
Kamer over de begrooting van Financiën ducht
ten eenige leden, naar mate de oorlogstoestand
voortduurt, een verdere verarming en verla
ging van den levensstandaard in alle lagen
der maatschappij. Onder zoodanige omstan
digheden nu is het, dus betoogden zy, meer dan
ooit gewenscht, dat de financieele politiek aller
eerst wordt gericht op vermindering van de niet
strikt noodzakelijke uitgaven.
In de tweede plaats bepleitten deze leden, dat
zooveel mogelijk de hand worde gehouden aan
dekking met belastinggelden van de jaarlijks
terugkeerende uitgaven, alsmede van die uit
gaven, voor welke een equivalente economische
waarde niet wordt verkregen. Huns inziens
wordt van dergelijke uitgaven de laatste acht
jaren reeds een te hoog bedrag, namelijk f 500
millioen, met leengeld gedekt.
In de derde plaats zouden deze leden, indien
aan verhooging van belasting niet kon worden
ontkomen, die bij voorkeur willen zien toege
past ten aanzien van de groep der directe be
lastingen. Zij oordeelden het namelijk nood
zakelijk, dat het prijspeil zoo laag mogelijk
worde gehouden; zulks mede ter voorkoming
van een voor de sociale rust gevaarlijke spi
raalbeweging opwaarts van prijzen, loonen en
kosten.
Sommige leden waren van oordeel, dat in
zonderheid de druk, welken de indirecte heffin
gen op de bevolking leggen, dient te worden
verlicht.
Ettelijke leden achtten, met het oog op de
aanstaande herziening van de wettelijke rege
ling van de inkomstenbelasting, het huidige
moment minder geschikt, om te treden in een
uitvoerige bespreking van de belastingpolitiek
der regeering. Mitsdien bepaalden zij zich er
toe, de hoop uit te spreken, dat bij het ontwer
pen van de desbetreffende voorstellen meer dan
tot dusverre geschiedt rekening zou worden
gehouden met den ongelijken druk, dien de
persoonlijke belastingen, raar het inkomen en
het verteerde geheven, leggen op de schouders
van jonggezellen, gehuwden zonder kinderen
en gehuwden met kinderen.
Verscheidene leden achtten het noodza
kelijk, dat weldra bijzondere maatregelen
worden getroffen, ten einde den belasting
druk, waaraan de groote gezinnen bloot
staan, althans eenigermate te verlichten.
Eenige leden verklaarden, zeer te zijn te
leurgesteld door het standpunt, dat de minister
in de Tweede Kamer heeft ingenomen ten aan
zien van de gesties van het zoogenaamde Be
leggingsfront.
Deze leden achtten het onoorbaar, dat de
beheerders van de Rijksfondsen in zekeren
zin stelling nemen tegen de belangen van
de schatkist. Opdrijving van den rente
voet behoorde evenzeer te worden verboden
als opdrijving van de prijzen.
Het is, dus betoogden zy, een bekend feit,
dat de meeste verzekeringsmaatschappijen zich
hebben gericht naar een rentevoet van 3, ten
hoogste 3 yt pet. Zulks hadden h.l. ook de be
heerders van de Ryksfondsen moeten doen.
Naar hun gevoelen ware de algeheele ophef
fing van de Rijksfondsen nog veel beter ge
weest.
Verscheidene leden spraken hun leedwezen
uit over de mislukking van de uitgifte der laat
ste Staatsleening, al hadden ook zii de lee-
ningsvoorwaarden niet in alle opzichten geluk
kig geacht.
Gaarne zouden zij vernemen, welke groote
institutioneele beleggers niet hebben ingeschre
ven.
Andere leden spraken de hoop uit, dat de in
schrijvers op de 4 pct.-leening, in geval eerlang
mocht worden overgegaan tot een gedwongen
leening, het bedrag, waarvoor zij hebben inge
schreven, in aftrek zullen mogen brengen op
hun verplicht quotum in die gedwongen lee
ning.
Vele leden achtten het tijdstip nog niet ge
komen, eenigerlei decisie te nemen omtrent de
mogelijke goudwinst der Nederlandsche Bank,
zulks in verband met het Egalisatiefonds. Bij de
financiering der schatkistpromessen door mid
del van de Ned. Bank achtten zij de boven
bedoelde goudwinst een waarborg, weshalve zij
van oordeel waren, dat over die winst thans
nog niet mocht worden beschikt.
Enkele leden toonden zich niet geheel gerust
over de politiek van de Ned. Bank ten aan
zien van de positie van onzen gulden in ver
band met den slechten stand onzer betalings
balans. Immers, onze goudvoorraad vermindert,
de geldmarkt wordt krapper en het is de vraag,
of door een en ander de rentestand niet zal
worden verhoogd.
Enkele leden zouden de vraag willen stel
len, of de uitgave voor den bouw van een
Centraal Belastingkantoor te Amsterdam,
gelet op het zeer hooge bedrag, dat er mede
gemoeid zal zyn, onder de huidige omstan
digheden wel verantwoord moet worden ge
acht.
Andere leden konden dit standpunt niet vol
komen deelen. Zy wezen allereerst op de on
miskenbare voordeelen, welke een centraal ge
legen belastingkantoor voor de belastingplich
tigen biedt en voorts op het feit. dat centra
lisatie niet zelden vermindering van de alge
meene onkosten tot gevolg heeft. Bij beoordee
ling van de vraag, of de bedoelde uitgave ver
antwoord is, moet h.i. zoowel met het een als
met het ander rekening worden gehouden.
Verscheidene leden verklaarden, met teleur
stelling kennis te hebben genomen van het be
scheid der regeering op den aandrang, in de
Tweede Kamer geoefend, over te gaan tot op
heffing van het bankgeheim.
Deze leden zouden gaarne vernemen, of het
rapport van den Economischen Raad ter zake
is uitgebracht en, zoo ja, of de regeering bereid
is den Staten-Generaal daarvan inzage te
geven.
Op de Purmerringvaart te Monnikendam
heeft een plotseling sterfgeval groote conster
natie onder de vele schaatsenrijders gewekt.
Het personeel der firma Valk uit Westzaan
maakte een tochtje op de schaats naar Marken.
De heer K. de Boer begon op een gege en
moment zachter te rijden en plotseling zakte
hij ineen. Men droeg hem een naburige wo
ning binnen, doch reeds waren de levensgeesten
geweken.
De doktoren van Ilpendam en Monnikendam,
die onmiddellijk ter plaatse waren, constateer
den dood door hartverlamming.
In den ouderdom van 60 jaar is te zijnen
huize te Lausanne overleden de secretaris van
het Internationaal Olympisch Comité, luit.-kol
A. G. Berdez.
De rechtbank te Leeuwarden heeft behandeld
de zaak tegen den 49-jarigen koopman G. S„
thans gedetineerd, ter zake van het uitlokken
van meineed, door twee mannen, die als ge
tuigen in een zaak van brandstichting tegen
verdachte's broer waren opgeroepen, te bewe
gen voor de rechtbank een valsche verklaring
af te leggen.
De officier van Justitie vorderde twee jaar
gevangenisstraf.
De verdediger mr. Koopmans achtte niet be
wezen, dat een strafbaar feit is gepleegd.
Maandagmorgen is te Harfsen, gemeente
Laren (Geld.), by den landbouwer H. Nyman
plotseling een koe gestorven. Na bloedonderzoek
is gebleken, dat het dier aan miltvuur is be-
geweken.
Er zullen uitgebreide maatregelen genomen
worden, om uitbreiding van de ziekte te voor
komen.
De afdeeiing schoone kunsten van de Ko
ninklijke Belgische Academie heeft benoemd
tot lid van de afdeeiing schilderkunst den heer
W. van Konijnenburg te 's-Gravenhage.
Het Fransche blad „Europe Nouvelle" bericht,
dat de H. Vader een uitstekend muziekkenner
is en zelf goed viool speelt. In zijn jeugd zou
hij reeds viool hebben leeren spelen. Toen hij
nog nuntius was te München, speelde hij regel
matig Werken van klassieke meesters. Het blad
voegt er aan toe, dat Bruno Walter hiervan goed
op de hoogte is.
In het U.V.I.V.-maandblad is een prijsvraag
geannonceerd welke niet voldoet aan de bepa
lingen van de Algemeene Nederlandsche Prys-
vraag-Regelen. De Permanente Prijsvraag-
Commissie, die is samengesteld uit afgevaardig
den van architectenvereenigingen, acht zich
verplicht hiertegen te protesteeren en ontraadt
den kunstenaars, daaraan mede te werken.
De dirigent van het Berlijnsch Philharmo-
nisch Ork®t, generalmusikdirektor dr. Furt-
waengler, die voor een gastconcert te Kopen
hagen aangekomen is, heeft in een persconfe
rentie ook over het muziekleven in Duitschland
gesproken. De Deensche bladen verklaren naar
aanleiding hiervan, dat het muziekleven in
Duitschland in langen tijd niet zulk een bloei
gekend heeft als thans, dat het Duitsche volk
zelfs een behoefte gevoelt goede muziek te hoo-
ren en dat alle Philharmonie-concerten voor
uitverkochte zalen gegeven worden.
Men meldt ons uit Nijmegen:
Woensdagmorgen was de Waal te Nyu egen
voor de helft met drijfijs bedekt. Des avonds
was de ijsgang afgenomen en was de breede
rivier voor de stad nog slechts voor 4/10 met
tamelijk licht ijs bedekt. Keulen had des mor
gens zelfs geseind, dat de Rijn aldaar ijsvrij
was. By doorgaande vorst kan men natuurlijk
op den Rijn en de Waal de vorming van grond
ijs verwachten, doch dat geschiedt eerst bij
9 graden vorst en Woensdagavond wees de
thermometer te Nijmegen 4 a 5 graden vorst
aan. Dien dag zijn nog zeven Duitsche sleep-
booten van den Bovenrijn de Waal gepasseerd
alsmede twee Duitsche sleepen, alle geladen
met steenkool. Des avonds is zelfs de Nijmeeg-
sche boot er nog in geslaagd, van Rotterdam
uit Nijmegen te bereiken," zonder emstigen hin
der te ondervinden. Het drijfijs was vrij dun.
Een benzineboot van Sacco trachtte van Nij
megen uit Venlo nog te bereiken maar had
moeite, om ce Nijmeegsche haven te verlaten,
waarvoor zich drijfijs had vastgezet.
Men verwacht heden nog een koiens. hip uit
Lobith, om kolen te lossen voor de Nijmeegsche
gasfabriek. Voor deze schepen bestaat geen ge
vaar bij eventueelen zwaarderen ijsgang, daar
zij stroomafwaarts de Nijmeegsche haven kun
nen bereiken, welke voor 2/3 gevuld is met on
geveer 75 schepen. Ook het zoogenaamde
Grintgat lag Woensdag vol met schepen.
Op het Maas. en Waalkanaal werd het ys
voortdurend gebroken door zware sieepbocten.
Men wil oogenblikkelijk bij eventueelen inval
lenden dooi de vaart tusschen Maas en Waal
weer vrij hebben.
Blijkens aan de Kamer van Koophandel door
den directeur der directe belastingen, invoer
rechten en accijnzen verstrekte gegevens, heeft
het havenverkeer in de havens van de Rijn en
Maas-delta in December bedragen voor Rotter
dam 379 schepen (1240) metende 607.834
(1564.862) ton, Hoek van Holland, geen (45),
Maassluis 14 (9) en 2015 (10.391) ton, Vlaar-
dingen 13 (93) en 32.466 (179573) ton, Schie
dam 33 (70) en 66.964 (206.750) ton, Dordrecht
en Zwijndrecht 71 (46) en 2493 (16.023) ton.
Over het afgeloopen jaar waren de cijfers:
Rotterdam 12.026 (15.366) metende 19.392.128
(24.744.472) ton, Hoek van Holland 348 (543)
en 764.323 1.153.555) ton, Maassluis 86 (61) en
53537 (89.787) ton, Vlaardingen 630 (931) en
1.325.751 (1.961.012) ton, Schiedam 682 (876) en
1.899.681 (2.484.817) ton, Dordrecht en Zwyn-
aracht 500 (577) en 248.326 (169 570) ton.
De minister van Economische Zaken heeft den
heer K. W. L. Bezemer te 's Gravenhage be
noemd tot lid van de centrale commissie voor de
crisis-tuchtrechtspraak te 's Gravenhage, en mr.
dr. J. P. Hoogland te Leeuwarden tot lid van de
commissie voor de crisis-tuchtrechtspraak te
Groningen.
De arrondissements-rechtbank te Maastricht
heeft de volgende alphabetische aanbevelingslijst
opgemaakt voor de vervulling van de vacature
van rechter in die rechtbank: mr. W. A. Brou
wers, subst.-griffier bij de arr.-rechtbank te
Maastricht; mr. A. J. Ph. M. Rubbens, subst.-
griffier bij de arr.-rechtbank te 's Hertogenbosch;
mr. J. F. I. M. Tielens, adv.-proc. en kanton-
rechter-pl.verv. te Amsterdam.
Met het lot is tegen een van bovengenoemde
candidaten afgevallen: mr. K. L. Langemeijer,
rechter-pl-verv. in de arr.-rechtbank te Maas
tricht.
Bij het stijgen von uw snelheid
gaat het benzineverbruik met
sprongen omhoog! Denkt daar
aan, vóórdat u het „gas op
de plank trapt". Rijdt niet
sneller dan 70 K.M. per uur.
DOOR
Ho'foep je hond terug, sergeant, of hij wordt
Bedood," riep Dick.
Vj 1geftnt Moore zei geen woord. Zijn vreemde
to6fr, Was vervuld met bitterheid over Dick's
maar niet met zooveel bitterheid als over
kijieit, dat Jan in de kazerne was terugge-
Hij was er zelf zeker van, dat de ge-
k(w 8e Sourdough ongetwijfeld iederen hond
«ojbbden. En daarom zei hij niets, toen Sour-
Jfu op jan aanvloog,
bijvt» wat Jan betreft —toen hy de donkere
li(>l(j?eri van zijn ouden vijand zag, rezen zijn
''tb, len steil omhoog, en trokken zijn hang-
dreigend samen. Jan wist heel goed, dat
0|)i doodeenvoudige zaak voor hem zou zijn
JUtdcmgh of welken hond ook, dien hij ge-
te (j lad sedert hij naar de steden terugkeerde,
tijjj °°den. Dat zou het voor bijna eiken hond
ti3(j Geweest, die zijn ervaring van de wildernis
Vefs,°Pgedaan. En daar zijn eenvoudig honden-
%Q'ahd geen enkele reden wist om Sourdough
tet) a"e schepselen, die er bestonden, te spa-
\;*an men begrijpen dat Jan trilde van het
juicht.
ving hem op met een eigenaardige, ge-
?6>i r, stootbeweging van zyn linkerschouder;
j^bruikelijken slag bij vechtende honden uit
t5a]°°rden, maar waarop de oude Sourdough
niet voorbereid scheen, zoodat hij ook
'Maatregelen trof om die te weerstaan. Het
^kelijke gevolg was dan ook dat hij, door
zijn eigen onstuimige vaart, op zijn rug tegen
den grond rolde. Een en ander maakte, dat
Sourdough nog maar enkele seconden zou heb
ben te leven. Zijn keel lag onbeschermd; geen
hond, die ademde kon Jan ontkomen.
Maar op dat oogenblik hoorde men de stem
van Dick op dringenden en vermanenden toon:
„Terug, Jan! Dood hem niet. Hij is veel te oud.
Terug hier Jan!"
De kaken van Jan waren reeds geopend voor
den doodelijken gr.eep. Hij had reeds volkomen
de houding aangenomen voor den doodelijken
aanval, waaraan geen hond, die in de benarde
positie verkeerde van Sourdough, zou kunnen
ontkomen. Een lichte siddering ging door hem
heen, alsof de woorden van zijn baas een koude
wind waren; en met stijve pooten, verbaasd,
zijn schouderharen opgezet, zijn kaken nog ge
opend voor den buit, trok Jan zich aan Dick's
zijde terug.
„Je zult dat oude dier achter je aan moeten
houden, indien je hem tenminste wilt redden,"
zei kapitein Arnuth. „Je verwacht toch niet, dat
Jan hem zal moeten onderliggen? Waarom laat
je hem niet achter je aan loopen?"
De sergeant ging heen en groette zonder een
woord te spreken. Zonder twijfel had hij veel
liever gehad, dat kapitein Arnuth hem een klap
in zyn gezicht had gegeven. Maar geen woor
den zouden dezen vreemden monomaan nu
kunnen kwetsen, na hetgeen hij met zijn eigen
oogen had gezien en wat hij nu zag. In een
ondeelbaar oogenblik was voor den ouden Sour
dough een licht opgegaan. Op het oogenblik,
dat hfj den grond raakte op zijn rug, tengevolge
van de van te voren berekende gedraaide stoot
beweging van Jan's zwaren schouder, wist
Sourdough, dat zijn rijk uit was. Hij ver
wachtte niets anders dan op dat oogenblik te
sterven, en was daartoe ook bereid. Die aanra
king met Jan had hem, vlug als een bliksem
straal, dingen verteld, die niet op één bladzijde
konden worden geschreven. Op dat oogenblik
voelde hy de koude, meedoogenlooze kracht van
de Noordelijke wildernis, en besefte, dat hij de
zen nieuwen Jan evenmin kon weerstaan als
een vertroeteld schoothondje het hem zou kun
nen doen. Toen zijn pooten geen grond raakten,
was zijn leven geëindigd; zóó zag Sourdough
het in.
En toen was gekomen Jan's geheel onver
klaarbaar wonderbaar, huiverend terugtrekken,
om het hart te doen verkillen door het geheim
zinnige onverwachte. Werktuigelijk stond Sour
dough weer op, en sloop met hangenden kop,
den staart tusschen de pooten, en met gedoken
schouders, achter zijn bitter teleurgestelden
baas weg. Die instorting van dezen ouden over-
winnelijke binnen een paar seconden was een
verschrikkelijk schouwspel, dat hem zeer ont
stelde.
Van dat uur af werd Sourdough niet meer
gezien op het terrein van de K.N.W.B.F.-ka-
zerne en, ofschoon velen verbaasd waren over
het verdwijnen van den ouden hond, heeft nooit
iemand geweten wat er van hem werd.
De sergeant was al sinds eenigen tijd gerech
tigd om den dienst te verlaten. Dien avond
kreeg hij van zijn chef de toestemming daar
toe.
HOOFDSTUK XXXI
Naar huis!
Kapitein Arnuth toonde zich inderdaad een
vriend van Dick Vaughan. Toen hij eenmaal
Dick Vaughan's toestand begreep, kon hij vol
komen in diens wensch treden om dadelijk den
dienst te verlaten en naar Engeland terug te
keeren. Dien wensch zette hy om in de daad
en binnen de maand had sergeant-inspecteur
Dick Vaughan zijn ontslag gekregen en was
zijn passage naar Engeland geboekt met Jan.
Ondanks zijn opgetogenheid over het voor
uitzicht dat hem wachtte, viel Dick het af
scheid van zijn vrienden erg moeilijk. Zij hiel
den veel van hem en van Jan, en waren op bei
den trotsch.
En Dick bemerkte, toen zijn koffers gepakt
stonden en met het afscheid een aanvang werd
gemaakt, dat deze mannen een diepe plaats in
zijn leven hadden gekregen. Het waren allen
beste kerels, deze geharde, magere, schrale rui
ters der prairiën, en zij en de B.P. hadden van
Dick, die nu afscheid van hen nam, een man
gemaakt, die in honderd dingen lijnrecht ver
schilde van den zorgeloozen, onverantwoordelij-
ken, luchthartigen Dick, die een paar jaar ge
leden regelrecht uit het vriendelijke, rustige
Sussex bij hen was gekomen.
Dick was een geschikt deel geworden van de
westersche omgeving en had het er goed in ge
maakt. De menschen van ons doen graag dat
gene wat we goed doen. In het Westen was
Dick tot man gerijpt. Dat zou hij nooit meer
verliezen, al reisde hij nu nog zoo ver naar het
Oosten.
Maar het bleek, dat het Westen en zijn goede
bewoners hem na aan het hart lagen, toen hij
op het achterste balkon stond van den trein,
die zich naar het Oosten richtte, en het wui
ven van de stijfgeronde hoeden zyner mak
kers zag. en iets later de daken van Saskat
chewan's hoofdstad in de verte verdwenen.
Velen vinden het een ruw land; ruw was het
in menig opzicht voor Dick geweest; de K.N.W.
BP. had zyn geest opgewekt en krachtiger ge
maakt, en hem tot een man gevormd; evenzoo
goed als de Noordelijke wildernissen van Jan
dien merkwaardigen hond hadden gemaakt, die
hij nu was. Dick liet dit alles met een vol ge
moed achter: hij deed het niet gedwopgen, want
hij ging naar een groot, beloofd geluk; maar
loch met een vol gemoed en eenigszins vochtige
oogen, die voor een groot deel toe te schrijven
waren aan den echten eerbied, de oprechte
dankbaarheid, die hij voelde voor het land, het
leven en de menschen, die hem geholpen had
den om van hem een flinker en beter mensch
te maken.
De winter regeerde nog in het land en zoo
was de veel gebruikte reede van Halifax en
niet de breede St. Laurenshaven het eindpunt
van de treinreis van Dick en Jan.
Maar voor Jan was de gedwongen afsluiting
gedurende de reis voor een groot deel verzacht
door regelmatige, dagelijksche bezoeken van
zijn baas. En in Halifax konden zij twee en een
halven dag onafgebroken van eikaars gezel
schap genieten, voordat de stoomboot vertrok.
Deze thuisreis was voor Jan geheel verschillend
van zijn uitreis. Het is waar: hij dacht nog niet
aan Engeland, maar hy begreep het goed, het
algemeene denkbeeld van reizen. Hij wist, dat
hij en zijn baas samen op reis waren; dat tijde
lijke scheiding tot de onvermijdelijke dingen
van dit soort behoorde en dat zy weer bij el
kander zouden komen, zoodra de reis achter
den rug was.
Jan verfoeide dat opgesloten leven op zee,
maar toch kwam hy er niet tegen in opstand,
en zelfs was hij er niet neerslachtig onder. Hij
wist, dat het niet meer was dan een kort in
termezzo en hij begreep heel goed dat, ofschoon
de menschen tot zijn verdriet de zaken zoo ge
regeld hadden, dat hij uit het gezicht van zijn
meester bleef, uitgezonderd die heerlijke uurtjes
waarin Dick hem in zijn hok naast den slager
opzocht, zijn baas op hetzelfde schip was als
hy, en niet zoo ver van hem vandaan, en naar
dezelfde plaats van bestemming moest. Hij
wist. dat hij en Dick hetzelfde spoor volgden.
En eindelijk brak, na al hun gedeelde om
zwervingen gedurende dien nacht dat zij el
kander ontmoet hadden op het pad naast de
Peace River, de morgen aan, dat Jan weer
naast zijn baas stond, onder den open hemel,
op het dek van de stoomboot, starend naar de
mei dichtbij komende Engelsche kust.
Menige herinnering kwam Jan voor den geest,
gedeeltelijk ingegeven door de gedachte aan het
intens ingespannen leven, dat hij achter zich
had gelaten in Canada, maar de meeste dier
herinneringen hadden als achtergrond onder
werpen van handelingen, welke hij zich her
innerde uit zijn leven in Sussex, aan de zee.'
De stoomboot bevond zich nu in geel water,
met land dicht om haar heen. Toen Jan het
open dek betrad, had hij eerst eens toen nog
eens, en nog eens, bevend, diep adem gehaald,
die, gaande door zijn pneindig fyne reageerbuis
jes van zijn merkwaardige neusgaten, in zijn
hersenen indrukken brachten. In deze atmos
feer, zoo veel zachter en vochtiger dan hij in
lang had ingeademd, waren teere, duidelijk
merkbare hoedanigheden, die dadelijk door Jan
werden herkend. Nu kende hij de bedoeling van
deze reis. Nu wist hij, dat dit Engeland was.
Het was deze kennis nu, die hem zyn snuit
deed oplichten en Dicks linkerhand met zijn
tong deed aanraken. In de andere hand hield
Dick zijn verrekijker, waardoor hij strak keek
naar de lijn van werven, die ze nu naderden.
„Wel, ouwe jongen." zeide hij, als antwoord
op de veelbeteekenende aanraking, ,5e weet er
alles van, niet? Ik geloof het zeker; wel laat
eens zien of je dat verstaat Daar op de kade,
waar we binnen een paar minuten zullen zijn,
daar wachten ons de oude Finn, je vader, en de
baas en de vrouw en daar is Betty ook. Jan,
jongen! Daar staat de lieve Betty op jou en mij
te wachten. Zij wacht daar op ons, Jan, mijn
jongen, en nooit gaan we weer van haar weg
nooit weer zoolang als we leven!"
En als Jan alles niet dadelijk begreep, deed
hij dat toch gauw daarna, toen hy Betty Mur
doch's armen om zijn nek voelde en de voor
name, gryze, oude Finn vriendschappelijk zijn
ziiden besnuffelde.
Toen begreep Jan ten volle dat hij, na al zijn
zwerftochten, ten laatste thuis was gekomen.
EINDE