W-eci ê>ufodóto& Zweden staat voor moeilijk dilemma Woorden en daden in Amerika Voorkomt! Verkoudheden Worstkoningen in het vagevuur HET LICHT MOET AANBLIJVEN Sandler gooit een knuppel in het hoenderhok PUROL WEK UW LEVER-GALOP Vicks Va-tro-nol Gesprongen rianaen Buitenlandsch Overzicht Tosj fs-foor zde rechsjbank, banzieten VRIJDAG 19 JANUARI 1940 EXTRA BRANDSTOF Sabotage in het spel bij explosie te Londen Volmachten voor de regeering te Ankara Ve&zxxc&t -eét- gjzrvejesi. Fraude op kantoor van gemeente-ontvanger 5 PCT. DUURTEBIJSLAG IN 'T MAATKLEEDINGBEDRIJF ERNSTIG GEVAL VAN PRIJS OPDRIJVING UITSLAANDE BRAND TE GRONINGEN SOLDAAT SCHOOT OP VERDACHT PERSOON Sergeant schoot op officieren GIFT VAN DE KONINGIN Tage Buil Deensch gezantschaps- raad te Rome TERUGKEER VAN DE ANGLICANEN BRABANTSCHE BRIEVEN H' ad de Nederlandsche regeering toegegeven aan de pressie, welke op haar zoowel van de zijde van de echte Duitsche pers als van de N.S.B.- pers werd uitgeoefend, dan had Neder land zich uit den Volkenbond terugge trokken. Volgens de Duitsche pers is dat, wat van den Volkenbond nog over is, niets anders dan een machinatie van de Geallieerden, waarin de neutralen het grootste gevaar loopen hun neutraliteit, zooals Duitschland die tenminste wenscht, te verliezen of te beschadigen, en volgens de heeren N.S.B.-ers is de Volkenbond niet veel beter en bovendien nog'voorzien van levensgevaarlijke grijp- tangén in den vorm van compromittee- rende verplichtingen. Afgaande op den afkeer, welke door deze zijden tegen den Volkenbond aan den dag wordt ge legd, zou men kunnen meenen, dat de Volkenbond meer invloed en beteekenis heeft dan hij in werkelijkheid nog bezit. De waarheid echter is, dat de Volken bond de beteekenis, welke de nationaal- socialisten van Duitsche en Nederland sche origine eraan willen toeschrijven, sinds lang heeft verloren, maar een an dere beteekenis heeft, waarvoor zij geen oog hebben. De geschiedenis van den Volken bond als vredesinstituut vormt een reeks van jammerlijke mislukkingen en bittere teleurstellingen, al mag men niet vergeten, dat hij als zoodanig ook een zelfs in het nationaal-socialistische Duitschland hoog geprezen succes heeft weten te boeken als dat van het volks referendum in het Saargebied. De grond gedachte, waarop de Volkenbond werd gebaseerd, is een goede, een te goede om verloren te laten gaan, maar de wijze, waarop practisch van die grondgedachte werd afgeweken en de Volkenbond tot een politiek instrument voor de zaak der oorlogsoverwinnaars van 1918 werd ge maakt, heeft hem van den beginne af doen degenereeren tot een tenslotte zoo goed als machtelooze instantie, welke veel fraaie en ontroerende en idealisti sche woorden sprak, maar wiens daden doorgaans niet strookten met de hoog gestemde redevoeringen, zoo er ten minste al daden volgden. Wij wil len hier niet nog eens alle onzalige herinneringen ophalen uit de weinig verheffende annalen van het instituut van Genéve, doch alleen er op wijzen, dat de Volkenbond en zijn nevenorganen behalve veel blunders en misslagen ook voortreffelijke dingen hebben verricht, vooral op cultureel, intellectueel, sociaal, hygiënisch en charitatief gebied. Er moge een tijd geweest zijn, dat de Volkenbond gevaarlijke grijptangenhad, die zijn leden leelijk in de knel konden brengen, die tijd is thans voorbij. De Volkenbond kan op het oogenblik geen van zijn leden tot iets méér verplichten, dan dit lid zelf wenscht te aanvaarden, terwijl door de uitstooting van de Sovjet-Unie het Ge- neefsche gezelschap den meest compro- mitteerepden partner is kwijtgeraakt. Nederland heeft thans geen enkele reden om zich uit den Volkenbond terug te trekken, integendeel. Het heeft een gegronde reden om zijn lidmaatschap te handhaven. Deze gegronde reden werd door den minister van Buitenlandsche Zaken in zijn memorie van antwoord aan de Eerste Kamer aangegeven in den passus, waarin hij verzocht niet over het hoofd te zien, dat vroeg of laat op nieuw het inzicht zich baan moet bre ken, dat slechts langs den weg van internationale organisatie een vreed zame ontwikkeling der Statenmaat- schappij kan worden nagestreefd. Alleen reeds met het oog daarop zal het van groote beteekenis zijn, de internationale samenwerking zoo goed mogelijk in stand te houden en te bevorderen. En de eerst daartoe aangewezenen zijn uiteraard de - neutralen, daar die de mogelijkheid tot internationale samen werking nog niet, gelijk de oorlogvoe renden, met geweld hebben afgesneden. Het licht, hoe zwak en weifelend en flakkerend hst ook moge zijn, moet zoo lang mogelijk brandende worden gehou den, opdat de duisternis niet volslagen worde. Het ongelukkig verleden van den Volkenbond kan eenmaal tot heilzame leering strekken aan hen, die na den oorlog een nieuwe en betere toekomst zullen hebben te bouwen. Indien dit ooit zou gelukken, zou uit het kwaad ten slotte weer iets goeds geboren worden. De mogelijkheid daartoe moeten wij niet bij voorbaat mede trachten te verijdelen. De directies der mijnen hebben besloten, wegens de koude, over Januari of Februari 3 H.L. brandstof te verstrekken onder de be kende voorwaarden. of er over twee maanden nog vol doende suiker is? Niemand kan U dat zeggen. Wij kunnen U ze kerheid geven. Thans kunt U 'n voldoende voorraad vormen van SUKRISTOL, het ideaal vervangmiddel van suiker en behoeft U in tijd van suikerschaarschte niet Uw toevlucht te nemen tot minder waardige surrogaten. SUKRISTOL, zuiver als kristal. Geen bij- of na smaak. Onontbeerlijk voor Diabetici (suikerzieken), maag- en darmpatiën- ten- SUKRISTOL blijft jaren goed en wordt niet vochtig. PER i DOOS HERKEUHILVERSUM „Nu de wereld weet, wat het beteekent een Fin te zijn, is het uw plicht om ook te laten zien, wat Zweed beteekent. Neem thans een be slissing en sluit u aan bij het Zweedsche vrij willigersleger. Mèt Finland voor Zweden." Dit is de tekst van een advertentie, welke een ge- heele pagina, besloeg en dezer dagen in de vier grootste Stockholmsche bladen verscheen. En dat de jonge Zweden aan den oproep gehoor geven blijkt wel uit het feit, dat reeds een legioen van 6000 vrijwilligers onder commando van generaal Linder gereed staat om de Fin nen bij hun heldhaftig verzet tegen het Roode leger te hulp te komen. De Zweden willen al het mogelijke doen om Finland te helpen, want zij weten, dat de Finsche zaak ook hun zaak is en dat, wanneer de Finsche onafhankelijk heid wordt vernietigd, het ook met hün vrijheid gedaan is. En vandaar ook, dat de particuliere hulp aan Finland zóó ver gaat, als de neutra liteit van het land maar even toelaat. Dat de Zweedsche regeering hier voor een buitenge woon moeilijke taak staat is wel gebleken tij dens de Woensdag jJ. gehouden Rijksdagzit ting, waarin de vorige minister van Buitenland- Zoodra U snuift of niest, vlug een paar druppels Vicks Va-tro-nol in ieder neusgat! Spoedig ver dwijnen de benauwdheid en prikkeling en de ver koudheid wordt gewoonlijk in de kiem gesmoord. sche Zaken Sandler een feilen aanval dèed op de politiek, welke het kabinet in het Finsche conflict volgt. Volgens hem is de materieele hulp die Zweden thans biedt en de vrijwilligers- beweging niet voldoende; Zweden moet met zijn eigen strijdkrachten de Finnen helpen. Sandler, en achter hem staat een groot gedeelte van het Zweedsche volk, wil dus tot militaire in terventie overgaan, terwijl de regeering alle maatregelen wil vermijden, die als on-neutraal zouden kunnen worden uitgelegd. De Zweden staan voor een moeilijk dilemma: moeten zij afzijdig staan en misschien toezien, hoe de heldhaftige Finsche tegenstand wordt neergeslagen, waarna zij waarschijnlijk zelf te genover de Russische bedreigingen en eischen komen te staan, of moeten zij datgene doen, waartoe hun hart hen aanspoort en de Finnen met hun gewapende macht bijstaan? De hui dige regeering heeft het eerste gekozen. De hulp aan Finland, aldus zei de Zweedsche minister van Buitenlandsche Zaken, Gunther, Woens dag, is het voorwerp van de levendige sympa thie der regeering, doch voorzichtigheid is ge boden, indien wij niet een deel willen worden van het gebied van het groote conflict en daar om zullen wij de strengste neutraliteit hand haven. Sandler, die zoo juist van een bezpek aan Finland was teruggekeerd heeft tijdens zijn rede in den Rijksdag duidelijk laten uitkomen, dat het verschil van opvatting over de politiek, die Zweden jegens Finland moet voeren, de oorzaak is geweest van zijn aftreden. Mag de regeering te Stockholm onder de hui dige omstandigheden wel een andere, voor het land, veel gevaarlijker, politiek voeren? Voelt zij nu reeds met de dreiging van Moskou en Berlijn? En moet zij er ook geen rekening mee houden, dat Engeland en Frankrijk wellicht niet ongaarne zouden zien, dat de strijd van het Westen naar het Noorden zou verplaatst Worden, omdat zij meenen, dat zij daar zoowel Duitsch land als Rusland een harden slag zouden kun nen toebrengen? De Zweedsche regeering is zeker moedig genoeg; dat bleek wel uit haar antwoord op de Russische nota, waarin het Kremlin de bedreiging uitte, dat de hulpactie wel eens tot „ongewenschte complicaties" kon leiden. Stockholm antwoordde, dat het zenden van vrijwilligers niet beschouwd kon worden ais in strijd met de neutraliteit. Wat deed Moskou zelf, en met heel wat minder recht, in den Spaan- schen burgeroorlog en heeft het ook thans niet in vrijwel elk land der wereld een legertje vrij willigers, die tot taak hebben het bolsjewisme te propageeren en een revolutie te ontketenen V De Zweden doen voor Finland hetgeen in hun vermogen ligt, maar binnen het kader der neu traliteit. Of het verstandiger zou zijn de Fin nen ook met leger en vloot te hulp te komen, is moeilijk te beoordeelen; de geschiedenis za; later wel uitwijzen welke houding het beste zou geweest zijn. Sandler's rede heeft echter weer heel wat onrust veroorzaakt. Amerika geeft voor de zooveelste maai blijk, dat het in Europeesche kwesties met den mond graag den boventoon voert, maar als het op daden aankomt, plotseling o zoo voorzichtig wordt. Wij zien dit thans weer met betrek king tot de hulp, die de Ver. Staten aan Fin land zullen bieden. De Amerikanen koesteren de grootste bewondering voor het dappere volk dat strijdt voor zijn onafhankelijkheid en zoo trouw altijd zijn oorlogsschulden heeft betaald, maar nu de Finnen om effectieve hulp vragen, worden zij verwezen naar de Europeesche de mocratieën. „De geallieerden zouden er het meest door verliezen als Finland verdween laten zij dus maar helpen," dat is het antwoord van vele leden van het Congres op Roosevelt's verzoek om den Finnen een leening toe te staan, waarvoor zij landbouwwerktuigen en levensmid delen, maar geen wapens zouden mogen koopen. Zij, die het eerst het hardst geroepen hebben, dat Finland niet aan zijn lot mocht worden overgelaten, verzetten zich thans tegen finan- cieele hulpverleening, omdat ze daardoor mis schien de neutraliteitsWet zouden schenden. Alsof deze wet anders nooit geschonden wordt, bijvoorbeeld wanneer er vliegtuigen geleverd moeten worden aan de Geallieerden. Is het wonder, dat een Fin verbitterd over de houding van het Congres, dezer dagen zei, dat als de Finnen geen wapens krijgen, zij ook geen brood noodig hebben? LONDEN, 19 Jan. De Brifcsche pers houdt zich uitvoerig bezig met de explosie in de kruitfabriek te Waltham Abbèy, en onder streept dat deze waarschijnlijk aan sabo tage te wijten is. Volgens de „Daily Telegraph" werden reeds eerder drie aanslagen op de fabriek gepleegd. Reeds verscheidene dagen geleden was door detectives een onderzoek ingesteld. Ook waren reeds arbeiders door politieautoriteiten verhoord. Naar de pers verder bericht had het bezoek, dat door politie-ambtenaren ruim een week geleden aan de kruitfabriek werd gebracht, ten doel het bestaande toezicht te controleeren, nieuwe veiligheidsmaatregelen voor te stellen en te ontdekken of er reden was voor de ano nieme mededeeling, dat „er ongelukken zouden kunnen gebeuren". Het onderzoek wordt thans geleid door Scot land Yard en het Ministerie van Oorlog. ANKARA, 19 Jan. (Reuter). De Nationale Vergadering heeft met algemeene stemmen een wetsontwerp goedgekeurd, waarbij aan de Turk- sche regeering speciale volmachten worden verleend ter verzekering van de landsverdedi ging en bescherming van het nationale bedrijfs leven in geval van buitengewone omstandighe den. Het wetsontwerp staat bovendien aan het mi nisterie van Landsverdediging een bedrag van vijf millioen pond sterling voor buitengewone behoeften toe. Naar D.N.B. verder bericht heeft in de slot vergadering van het parlement minister-presi dent Sydam verklaard, dat de besprekingen tus- schen Kiosseiwanof en Menemenciogloe de vriendschap tusschen Bulgarije en Turkije heb ben bevestigd en de eensgezindheid hadden vast gesteld der pogingen voor vrede en veiligheid op de Balkanlanden. Doos 30 en 60ct. Bij Apoth. en Drogisten.) De kassier in zijn functie geschorst Naar wij vernemen, heeft zich ten kantore van den gemeente-ontvanger van Leiden een geval van fraude voorgedaan tot een bedrag van ongeveer f 1700. De onregelmatigheden hebben betrekking op de coupon-verantwoording. De kassier K. is door B. en W. in zijn functie geschorst. De zaak is in handèn gesteld van de Justitie. De gemeente is tegen fraude verzekerd. Tusschen de commissie voor arbeidsaangele- genheden uit het hoofdbestuur van den Bond van Maatkleedingbedrijven in Nederland en de samenwerkende bonden in de kleedingindustrie is overeenstemming verkregen over een ver lenging van de arbeidsovereenkomst, die 15 Fe bruari a.s. zou eindigen en die geldt voor een aantal leden van voornoemden werkgeversbond. Aan de arbeidsovereenkomst wordt een duur- te-clausule toegevoegd, waarin wordt voorzien, dat partijen twee keer tijdens 1940 bijeen kun nen komen voor overleg of een verhooging of een verlaging van den duurtebijslag redelijker wijze noodig is. Wanneer de stijging der kosten van levens onderhoud na de laatste vaststelling van den duurtebijslag, doch ten minste een maand voor het vaste tijdstip, dat overleg zal worden ge pleegd, 7 punten of meer bedraagt, kunnen par tijen ook tusschentijds bijeen komen voor het plegen van overleg. Bij verschil van meening tusschen de partijen zal een onpartijdige scheidsman uitspraak doen. De 3 pet. duurtebijslag, welke een aantal ge organiseerde maatpatroons betaalde, wordt met ingang van den eersten betaaldag na 29 Januari a.s. op 5 pet. gebracht. Verschillende maatpatroons betaalden op verzoek der vakbonden reeds 5 pet. Een 56-jarige koopman te Rotterdam had zich Donderdagmiddag voor de Rotterdamsche rechtbank te verantwoorden wegens prijsopdrij ving. Verdachte had op 5 September van het vorig jaar aan iemand te Oss „para"-binnen- banden verkocht voor 40 per 100 stuks, terwijl de normale prijs voor dat kwantum 25 be droeg en buitenbanden van hetzelfde merk van 80 per 100 stuks verkocht voor 140. Op 15 September j.l. verkocht hij „Record"- lampen aan iemand te Dordrecht voor 3.85, terwijl de toen geldende prijs 3.25 was en zadels van 1.10 voor 1.45. Verdachte voerde te zijner verdediging aan, dat hij voorzien had, dat de inkoopsprijzen hooger zouden worden en omdat hij bang was, dat zijn omzet dan kleiner werd, had hij de prijzen maar verhoogd. Het O. M., waargenomen door mr. F. M. Wilbrenninck, achtte dit misdrijf zeer ernstig, te meer omdat de prijzen zoo sterk opgedreven zijn en eischte daarom tegen verdachte eer. geldboete van 1000 subs. 40 dagen hechtenis Veröachte's raadsman, mr. Schuur, pleitte clementie. Uitspraak 1 Februari ars. In den afgeloopen nacht omstreeks twee uur is door nog niet bekende oorzaak brand ont staan ten huize van de familie van Tongeren in de Cubadwarsstraat. De vlammen sloegen weldra fel naar buiten, waardoor de toestand zich ernstig liet aanzien De brandweer, die spoedig ter plaatse was, tasctte het vuur krachtig aan. De bewoners konden zich tijdig in veiligheid stellen. Een brandweerman werd door glasscherven gewond en moest in hèt Academisch ziekenhuis worden verbonden. De woning is voor een groot deel uitgebrand. Vannacht heeft een soldaat, die op wacht stond op de brug over den spoorweg van de dubbele lijn NijmegenVenlo aan den Driehui- zerweg te Nijmegen, een verdacht persoon in de omgeving van deze brug waargenomen. Deze droeg een helm en had een hond bij zich. De soldaat riep hem aan, waarop hij zich snel ver wijderde. Hierna heeft de soldaat vijf keer op den man geschoten, doch deze verdween. Bij nader ingesteld onderzoek werd echter niets verdachts gevonden. en n zult 's morgens uit bed springen, gereed om bergen te verzetten. rederen dag moet uw lever een liter lever-gal in uw Ingewanden doen vloeien. Wanneer deze stroom van lever-gal onvoldoende is, verteert uw voedsel niet, het bederft. U voelt u opgébiazen, u raakt verstopt. Uw lichaam is vergiftigd, u voelt u beroèrd en ellendig, u ziet alles zwart. De meeste laxeermiddelen zijn slechts lapmidde len. U moet CARTER'S LEVER-PILLETJES nemen om deze liter lever-gal vrij te doen vloeien en u zult u een geheel ander mensch voelen. Onschade lijk plantaardig, zacht, onovertroffen om delever- gal te doen vloeien. Eischt Carter's Lever-Pilletjes bij apothekers en drogisten, f. 0.75. Psychiatrisch rapport Op 5 Januari heeft de Krijgsraad te 's Her togenbosch de strafzaak behandeld tegen éen 30-jarigen sergeant, die op den avond van 9 September onder de gemeente Gendringen vijf scherpe patronen heoft gelost op twee reserve-eerste-luitenants. De auditeur-militair had tegen den sergeant, die zich z.i. schuldig had gemaakt aan poging tot feitelijke insubordinatie, een gevangenis straf geëischt van acht jaar met ontslag uit den dienst. De Krijgsraad heeft vanochtend in deze zaak beslist, dat, alvorens uitspraak te doen, een psychiatrisch rapport over den beklaagde moet worden uitgebracht. De Koningin heeft als blijk van belangstel ling in de rheumatiekbestrijding een gift doen toekomen aan de stichting genaamd „Instituut ter Bevordering der Rheumatiekbestrijding" te 's-Gravenhage. Uni f or mensmokkelar ij te Kerkrade Een tweetal maanden geleden werd, zooals destijds bericht, in een café aan de Nieuwstraat te Kerkrade door de gemeentepolitie aangehou den zekere H. R„ geb. te Kerkrade, uit het land gewezen en te Herzogenrath wonende, wegens een poging tot uniformsmokkelarij. Later werd zijn broer W. H., te Kerkrade woonachtig, ge arresteerd en beiden werden in het Huis van Bewaring opgesloten. W. H. werd onlangs op vrije voeten gesteld en thans werd H. R. uit de gevangenis ont slagen. Hij is ontslagen van rechtsvervolging en door de Kerkraadsche politie uitgeleid naar Duitschland. Naar wij vernemen, is de heer Tage Buil, gezantschapsraad bij de Deensche legatie te 's Gravenhage, In gelijke functie benoemd te Rome, waarheen hij Woensdag a.s, per trein zal vertrekken. Hedenochtend heeft de heer Buil een af scheidsbezoek gebracht aan den minister van. Buitenlandsche Zaken. Intentie Bidweek Er is geen enkel Nederlandsch katholiek, d.- van de grootsch en breedgevierde Willibrord- herdenking geen liefde en dankbaarheid voor dien Heilige heeft overgehouden. Heeft men be halve in geschrift en woord dien dank ook alge meen getoond? We willen er niet aan twijfelen. De Bidweek-Intentie wijst een nieuw en toch voor de hand liggend object: het Engelsche volk, dat dien Willibrord heeft voortgebracht. Dat Moederland van ons katholiek geloof heeft zelf voor een groote meerderheid het katholicisme verloren. Wat is het meer dan een wederdienst, te bidden voor de Anglicanen, dat ze terug mogen vinden, wat ze ontijdig verloren? Een wederdienst, ten hoogste op prijs gesteld boven dien. Tallooze Anglicanen zoeken den weg naar Rome. Een Anglicaansch geestelijke was de vader van de Bidweek. Tallooze Anglicanen ver eeren de martelaren van de Hervorming, en bidden zoo mede om het oude geloof. Pius XI z.g. gaat ons voor met rijn gebed: „dat de En- gelschen de vroegere heerlijkheid hunner kerk mogen beschouwen, het voorbeeld navolgen van Engelands roemrijke zonen en terugkeeren naar het Vaderhuis." Cl Ulvenhout, 18 Januari 1940 Amico X Heb mee de propclub veur mennigt heet vuurke gestaan! Daar in den Anvers en zoo hebben we dikkels 'nen steuvigen bos houtjes op 't vuur gekwatst afijn, ge wit daar iets van. Maar zoo héét als ik 't gestookt heb daar in den Blaauwe z'n vetsmelterijAllee, zoo gaven we "m nog zelden van katoen, 't Vrocr op Ulvenhout 'n graad of tien, maar op den erf van den Blaauwe dóóide 't! Zelfs onzen „Chef", den Fieip, die in z'n bakkerij en veur z'nen oven aan temperatuurkes van 80 tot 100 graden wel gewoon ls, z'n eigen daarbij lekker voelt als kip, zelfs den Flelp liep 't zweet en den vettén damp over zijnen kalen glibbert, die blonK lijk 'nen gevernisten edammer en die wasemde lijk 'hen ketel heeten snert. Ja, den Blaauwe éigens, die in felsten winter kou en onder den zengendsten hittegolf altij 't zelfde bakkes houdt langs dieën peerigen tiep loopt alles af als regenwater zelfs den dieën kwam efkes uit 't „kantoor" en vezelde In m'n oor: „Zeg, Dré, as *t jou tóch 't zelfde is, stook dan nie de heele worstaffaire op; we kunnen 'r nog veuls te veul leut aan beleven. Die twee worstkoningen op 't kantoor zitten nou gèèf in t vagevuur, de hel houwen we in reserve!" Toen kwam compagnon Joost binnen, 'n Bietje wit van de kou ènvan zenuwen. „Zeg, Blaauwe „Sttsiste den Tiest en hij wees naar 't deurke „kloppen-frapper-to knock-klopfen", „Ja, ik zag 't nommer van z'nen wagel," fluis terde den Joost: „Hij rijdt weer 'nen nuuwen; is ie alleen?" Den Blaauwe schudde rijnen rossen pieken- kop en vroeg: „Veul orders afgehaald, Joost?" Maar den Joost gaf gin antwoord, 't Auto- nommer van zijnen ouwen baas, de kou, de plot selinge hitte waar ie in kwam, t was efkes te veul, zelfs veur 'nen ongeslagen wereldkam pioen! En hij zette z'nen bril af, die dof beslagen was, dee jas en vest los, schoof z'n bolhoeike naar achteren en veegde mee z'nen zakdoek over z'nen bleeken kop en tusschen zijnen boord. En mom pelde: „Nounou, da's 'n werme thuiskomst." „Kan iedereen oe nie nazeggen," vond den Blaauwe: „Nou, mee dieën kou! Maar vertel 'ns Joostnie goed verkocht vandaag?" Minachtend snukte den Joost 'ns mee rijnen kop, of ie zeggen wou: Ga nou op 't dak zitten. Toen: „zeuvenentwintig bestellingskes drie- honderdveftig gulden omtrent." Den Joost zee dat zonder vreugd. Hij was doodop, den kearel. Den Blaauwe vertrok gin spier in zijnen kop. En Ik? Ik vergat efkes te stokenSodemearel! Da gong hier goed! „Honger, Joosteke?" vroeg den Blaauwe va derlijk. „As 'n pèèrd," kwijnde den Joost. „Dan motten die twee worstmagnaten nog maar efkes wochten," vond den Blaauwe. „Aantje!!!" Daar kwam ze, 't nog altjj frissche en pittige wefke van den Tiest. „Hedde geroepen, vader? Sjissesvanmarante, wa stoken jullie! Ik docht, daar in de kamer, dat 't weer was omgeslagen! Dat den dooi was ingevallen." „Och, Aantje, zet veur den Joost 'ns 'n feest maal gereed mee 'n kruik bier, den kwiebus is óp van 't slepen mee d'orders!" Maar als den Joost en Aantje weggongen, dan zee den Blaau we nog: „Maar kom 'n bietje gaauw verom, Joost, 't dessert krijgde op 't kantoor!" Dan kwam den Joost nog 'n paske terug. „Zeg, Blaauwe wie is dieën anderen kearel?" „Advocaat Zuurbier," zee den Tiest: „Z'nen president-commissaris, maar hij hee nie veul in den pap te brokkelen. Van Worstem is den baas!" „Advocaat Zuurbiervroeg den Joost. „Ge kletst! Da mot meester Pilsen zijn," zee-t- ie mee ontzag. Den Blaauwe knikte langzaam nadenkend mee zijnen lillijken sprietenkop. Zee dan: „Ga nou rap eten, Joosje, en zij nie be- naauwd; ik ben hier den slachter, ge wit! Luste soms bij wijze van veurgericht 'n versch oor van Baas van Worstem, dan zal 'k 't efkes ha len." Meteen dee den Blaauwe 'nen stap naar 't kantoor, maar den Joost gong rap weg, naar z'n late middagmaaltje. „Hij knept 'm nou nog veur z'nen ouwen baas, Blaauwe," zee ik. Den Tiest knikte weer, starend in m'n vuur. „Dieën kwiedam zit den Joost in z'n bloed," zee den Blauwe dan: „vrimd't is zoon steuvig keareltje." „Motte nie naar die mannen toe, Blaauwe?" waarschuwde-n-ik 'm: „slingert er niks rond.. op oewenbureau?" Meteen keerde den Blaauwe z'n eigen om, zee onderwijl: „Fielp, kom dalijk bij me, mee 'n smoes over den bloedworst. Ik mot die lui aan den praat houwen, zoo lank den Joost nog nie gereed is." Vijf minuten later gong den Fielp naar kan toor. Heelegaar in z'n witte bakkerspak, 'n rooie streep over zijnen zweetenden kop, 'n slagers mes aan z'n brutale heupen. Als le mee z'n ko lossale lijf in 't deurke van 't kantoor stond, dan was 't deurgat meteen potdicht. In z'n hand droeg ie 'n roerspaan, die geklonterd zat mee stollend vet. „Menéér Bastiaansen," zee den bakker zonder lachen (inteugendeel, hij keek of ie naar ver- kens zocht, om ze op te koken!) „menéér Bas-, tiaansen, da leste kooksel kan van 't vuur, zal Tc nou mee den bloedworst laten begin....?" „Wocht 'ns," zee den Blaauwe: 'k zal oe effen veurstellen aanToen gong 't deurke dicht. Den Jaan, nuuwsgierig als 'nen ouwen veld wachter kan zijn, liep op z'n teenen naar 't kantoor om achter de deur te luisteren, 't Gong naar zijnen zin. Hij wenkte ons en vezelde: „Kek, deur deuze spleet lanks 't loketje kunde alles zien. Den Blaauwe zit mee z'n lange poo ien dwars over 't schrijfmachien!" ,,'k Stel oe veur," zee den Blaauwe aan z'n bezoekers: „mijn rechterhand, onzen voorman, Govert Bonkers." „Haangenaam," zee den Fielp, liet wat werm vet uit z'n roerspaan loopen op den worstkoning z'n vest, gaf 'm 'n hand, zoo hartelijk, dat dieën kearel wijers mee z'n linkerhand gong rooken. Den advocaat kreeg ook 'n handje van den Fielp; dieën mensch trok 'n gezicht of ie aan- gerejen was, als „Govert Bonkers" weer losliet. „Zijn de eeren zoo deur den kou gekomen?" vroeg den Fielp belangstellend: „hop den laten havond? Maar ier his 't lékker werm, ee? Eeren? Hast hin 't vagevuur zoo his, dan oop hik hin 'n strengen winter dood te gaan. Guilie?" Den advocaat gichelde 'ns. Den worstkoning keek strak vooruit. Snauwde toen: ,,'t is hier om te stikke. Hm!" „Is 't nie erg stillekes in de fabriek, Bonkers?" vroeg den Blaauwe toen. „Werkt da tuig wel, as gij er nie bij bent?" Rinkeldeking! Den Joep schupte rap wat tei len en emmers deur malkaar. Den Jaan hakte mee 'n knuppel op 'n werkbank of ie aan 't vechten was en ik zette de emmers recht, die den Joep telkens omschupte. Daar kwam den Joost. Opgeknapt en opge wekt na z'n werm maal en bier. Hij gong recht- stveeks naar 't kantoor. Ge kost zien: hij was bekomen! Mee drie koppen stonden we weer veur 't splitje van 't loket. „En daar hebben we dan onzen compagnon," dee den Blaauwe opgetogén. „Al gedineerd, Joost?" „Jawel, BIehTiest. 'n Goei diner kost er af, vandaag. Hier zijn de orders!" En hij gal 'n dik pak briefkes over, die den Blaauwe non chalant bekeek, oprolde en in z'nen broekszak stak, mee de woorden: „wa-d-'n drukte, wa-d-'n drukte! Mag ik dé hèeren voorstellen? Oneeë, dat hoeft nie. Guilie kent mijnen compagnon, geloof ik?" Den worstkoning, z'n „göeiè" bui was veul gezakt, bézag den Joost zoo 'ns efkes van z'n schoenen tot z'nèn bril. D'n advocaat knikte. „Ik zal maar ineens ter zake komen," zee van Worstem: „de zaken hier schijnen beter te gaan, dan bij mij. Ik.... eh.... ik werk niet metover- werkvergunningenJij" dit tot den Joost: „jij rit wederrechtelijk onder mijn klanten te wroeten en Den Blaauwe slingerde elegant z'n lange beenen van de schrijftafel, stond op en gong vlak veur den worstkoning staan. En zee: „as gij zóó sprikt tot m'nen compagnon, den Direc teur van de „Samenwerking", dan is daar 't vierkante gat, m'nen vrind!" Dat zat den kearel nie glad. „Nouja.... eh.... eh.... ik was even geprik keld. Die warmte eneh...." „En die orders," zee den Blaauwe, kloppende op z'nen broekzak. „Zoo komen we 'r niet," zee den advocaat. „Heeren we moeten zaekelijk blijven. De kwastte is deze: de „Samenwerking" is tenslotte opge richt met de cliëntèle van ons. Ennen uw compagnon, meneer Bastiaansen, wéét dat." „Ja, zóó is 't en zee den ander. „Ge zou ook kunnen zeggen," zoo sprak den Blaauwe daar dwars overhenen: „dat juilie vroeger geleverd hebt aan de klanten van den Joost. Dat juilie den Joost buitentrapten, op z'nen zilveren feestdag en dat juilie nou spijt hebt van oew streek." Toen gong ie weer ritten. „Laeten we toch zaekelijk bleeven," begostden advocaat weer. „Me dunkt," zee den Blaauwe naar waarheid: ..da 'k weinig onzakelijks gezeed heb en naar mijn idee zijn we eigenlijk al kant en klaar. Om in ons vak te blijven: den worst is gestopt, jonk!" „Mijn directeur staat op 't standpunt, dat hij indertijd met uw compagnon heeft afgesproken, dat hij nooit voor zichzelf zou beginnen, in dezeehbranche. En ik moet segge. mijnheer Bastiaansen, dat is, juridisch bekeke, 'n stark standpunt!" Den Blaauwe bekeek efkens den worstkoning, dan den advocaat, dan vroeg ie: „indertijd Wanneer?" „Vijfentwintig jaar geleden. Is niet, direc teur?" „Staat da-d-op pampier?" vroeg den Blaauwe. „Jammer genoeg, niet," antwoordde den advocaat. „En wa zegde gij daarvan, Joost?" „Vierkant gelogen," viel den Joost uit. Den Blaauwe stond weer op: „heèrën," sprak ie: „dan is dë zaak zoo gezond as 'n vischkë. Mijnén cómpagnon geloof ik Op z'n woord, kort en zakelijk: wel te rusten samen!" Maar ze bleven ritten. Den Blaauwe dee, nog al onverwachts, de deur open en heel de prop club viel 't kantoor in. Den Jaan zat tennaasten- bije bij den worstkoning op schoot. Den Fielp schoof uit z'nen rol en sloeg, de roerspaan in d' handen, op zijnen buik van 't lachen. Gaf zoodoende den Joep 'n mep veur z'nen kop mee den grooten pollepel, wat den Joep nie onder 'm liet en den bakker 'n ding veur z'n maag verkocht, dat ie kokte. Den worstkoning smeet den Jaan cpzij, maar den Jaan „nam" dat nie. En in korten tijd stond 't kantoorke te wiemeier. op z'n slappe beenen. Dat wierd dgn Blaauwe te bar. „Allee, schob- benjakken, allemaal eruit! Daar bleft van m'n kantoor ginnen stoelpoot heel. Marsch!" Toen gong, tot overmaat, ook nog 't licht uit. 'n Streek van den BlaauweOf 'nen uit- schietenden knuist naar 't eleetriek pirke Ik weet 't nie. Wél weet ik, dat er in den don ker gerauscht en geturfd is, dat den Blaauwe den anderen dag 'n valsch ondergebit vond in de toetskes van 't schrijfmachien. Van den Fielp was 't nie, die draagt z'n gebit alleen- In den ge meenteraad en op Zon- en hooge feestdagen- De anderen van de propclub hebben gin valsche tanden (waarmee nie gebluft wil worden, dat ze eigen tanden hebbenzoodat 't gebit van de concurrentie mot zijn. Maar om nog efkes verom te komen op 't eno van deConferentie, na veul gerammena ts en gesmij t stonden we allemaal buiten in den sneeuw. De concurrentie klom in den grooten. luxen wagel en veur den worstkoning insteeg, draaide-n-ie z'n eigen om, zette 'nen vuist er. nam afscheid mee de woorden: „tosj fe-fe-foor zde rechsjbank, banzieten!" Hij was gaan lispe ien; achteraf, na de vondst in 't schrijfmachien, gin wonder! 't Duurde heel, heel erg lank, eer den wage' ree. Hij was steenkoud geworden! Maar wij ble ven allemaal staan; ge mot beleefd rijnEr, als de concurrentie tot rijen kwam, dan hebben we allemaal diep ons petje afgenomen en be leefd gegroet. „En daar bouwde dan 'n kantoor veur," zucht te den Blaauwe, als ie daar stond mee 't loketje „kloppen-frapper-to knock-klopfèn" in z'n han den. Kapot heb ik me gelachen. En nou de rechts zaak. Dat kan iets schoons worden in de an* nalen der Worst-Historie. Ge heurt er van. Veul groeten van Trui, Dré III, den Eéker en als altij gin horke minder van oewen t. a. v. DRJ

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 2