„NEDERLAND PARAAT"
Ven woestijn
RAAKT ZOEK
Prof. Huib Luns voor
den K.R.O.
FILMVERT00NINGEN IN
BESLOTEN KRING
ZATERDAG 20 JANUARI 1940
BRAND TE LEMMER
De ,,Arendskerk"
Bemanning Dinsdag in ons
land terug
De ontploffingsramp
te Groningen
Teraardebestelling van
soldaat Rooda
Zeelieden te IJmuiden
eischen hooger loon
Militairen van Urk
in Lemmer
ALLE VERVOER VAN ERWTEN
IS NIET VRIJ!
WERKLOOSHEID GEVOLG
VAN DEFENSIEBELEID?
HEDEN K.L.M.-VLIEGTUIG
NAAR EILANDEN
AUTEURSWET OVERTREDEN
Japansch stoomschip op
zandplaat geloopen
Wetsontwerp tot wijziging der
Bioscoopwet ingediend
HUISHOUDSTER BESTAL
HAAR PASTOOR
Voorwaardelijke straf opgelegd
LANDBOUWHOOGESCHOOL
Terugbetaling van collegegelden
IJS IN KANALEN EN RIVIEREN
Ijsgang te Nijmegen
De extra-vlucht naar
Zuid-Afrika
Honderden Nederlanders begroet
ten de Reigerte Johannesburg
PRINS BERNHARD BIJ DE
LUCHTWACHTDIENST
De „PARKHAVEN" AAN
DEN GROND
UIT DE STAATSCOURANT
Burgemeester
Onderwijs
Onderscheidingen
Octrooiraad
FEUILLETON
1 DOOR WILLY WATERMAN
„Zeg, daax schiet me iets te binnen.... ik ken
Prof. Huib Luns, Hoogleeraar aan de
Technische Hoogeschool, heeft Vrijdag
avond voor den K.R.O., in het kader van
het Algemeen Programma, een radiorede
gehouden, waaruit de bedoeling sprak, vast
te stellen, dat het karakter van het Neder-
landsche Volksgeheel intact is en daarmede
-- en daardoor: de Nederlandsche Volks
kracht vollevend in het wereldbeeld staat,
„Een volksgemeenschap," aldus spreker, „leeft
200 goed als het individu uit de kracht van het
karakter. Vanuit het verre verleden weet de we
reld, dat de Nederlander zijn karakter staalde
lr' hen strijd tegen de elementen, in tegentijd
®h winden en dat het water zijn eeuwige vijand
p en vriend is, terwijl in het heden Neder
land der wereld een sterkend voorbeeld geeft
kis het, dezen strijd voortzettend, „levensruimte"
Verovert door het droogleggen der Zuiderzee.
Als wij ons sterken willen aan het ka
rakterbeeld van onze volkskracht, dan zul
len wij in onze vernieuwing van levensvor
men de grootste bemoediging vinden: want
wij hebben onze levensvormen weten te ver-
hieuwen. Wanneer wij niet verder terug
gaan dan de stichting van ons Koninkrijk,
dan is het beeld van de ontwikkeling van
ons staatkundig leven een bij uitstek har
monisch beeld, want er valt door geleidelijk
verloopen veranderingen een sociale en
maatschappelijke vooruitgang te waardee-
ren, een vooruitgang in onderlingen wed
ijver der onderscheidene volksgroepen tot
stand gekomen. Het persoonlijke en het
zelfstandige, dat den Nederlander boven al
les gaat, heeft de geestelijke veerkracht
gestaag verhoogd, een veerkracht die het
land, te midden van machtige en volledig
geoutilleerde buurvolkeren, sinds 1813 ook
tot economischen welvaart bracht.
Waren wij in het verleden voor anderen zee
gaarders, dan worden wij, in het heden, zeker
"let né. anderen, vliegers.
Wjj hebben het karakter van een landbou
wend en veetelend volk niet afgelegd. Bleven
Wij visschers en handelaren, dan werden wij,
pen dit mogelijk en noodig bleek, juist op tijd
mdustrieelen.
Wij behielden de beste eigenschappen van een
pein volk, ook toen Nederland door Overzee-
ehe Gewesten een wereldrijk was geworden,
flust en orde verzekerend in deze overzeesche
Eebiedsdeelen, grepen wij slechts naar het
paard, dat eerder was dat van Justitia, dan dat
van Mars."
Teneinde de overtuiging te verlevendigen, dat
Nederland op alle gebieden bewezen heeft een
Volksgemeenschap te zijn in den edelsten zin
van het woord, had spr. haast daar te belanden
Waar het hem gegeven was het diepst te schou
wen: de vernieuwing in wetenschap en kunst.
®h hij legde den Nobelprijs aan als waardemeter
por Nederlands beteekenis op het internatio
nale terrein van de wetenschap.
Daarna ging spr. na, hoe persoonlijkheid en
karakter, zelfstandigheidsbesef en geestelijke
Oerkracht door onze kunstenaars in de laatste
puw, in stagen arbeid en met opmerkelijk ge-
mk, tot uiting werden gebracht. Toen hij onze
Vernieuwing in de letterkunde aanwees besprak
"ij het eeuwfeest van de Camera Obscura.
Daarna richtte prof. Luns den blik naar de
bouwkunst en de nijverheidskunsten, waar de
Veranderingen blijk geven, dat de Nederlander,
hoe gehecht hij moge zijn aan het goede oude,
tich toch aan het nieuwe betere gewonnen
Eeeft. Na de beteekenis van figuren als Cuypers
til Berlage te hebben vastgesteld, merkte spr.
°P: „Soepeler en met fijner gevoel voor het
contemporaine had ons land niet deel kun
nen nemen aan de ontwikkeling van het dou-
Wen, dat in een raadhuis van Hilversum en in
^mi-utiliteitsbouw van hoog gehalte, zijn voor
lopig einde vond." Na woorden te hebben ge-
Wijd aan Amsterdam als internationaal muziek
centrum, werd de beteekenis in het licht gesteld
van de schilderkunst, de kunst der individueele
pssie bij uitnemendheid, voor Nederlands gees
telijke positie in het heden.
Na het eeuwfeest van „Arti et Amicitiae" ter-
'°ops te hebben besproken, eindigde spr. zijn
phdblik op de tentoonstelling „De kunst van
*ïeden" in het Rijksmuseum en herhaalde het
'rotsche woord: „De schilders zijn de opvoe
ders van ons volk geweest. Onze beeldende kun
stenaars hebben, ons volk op de schoonheid van
°bs land gewezen met de zelfde macht als waar
mede hun wijdbewonderde werken de beste
^genschappen van dat volk naar alle zijden
hebben verkondigd."
„Wat al redenen tot bemoediging en ver
trouwen."
„Een volk, dat zijn karakter zoo ontwikkelde
eb bewaarde, dat zijn persoonlijkheid zóó
°P hield, dat zoo groote geestelijke veerkracht
toonde, dat zich wist te vernieuwen op alle ge
bieden van geestelijke en materieele werkzaam
heid, staat vollevend in het wereldbeeld."
„Wij, zonen van dat volk, zijn ons dit bewust
wij geven er ons. rekenschap van, dat de
Vrijheid en de onafhankelijkheid van ons land
alles waard zijn."
Vrijdagmiddag omstreeks 1 uur is te Lemmer
brand uitgebroken in het perceel van de firma
p van der Neut, mast- en blokmakerij. De
rand liet zich ernstig aanzien, hoog sloegen de
'lammen boven het dak uit. Met de stoom-
randspuit en twee slangen op de waterleiding
Prof. Huib Luns
was men het vuur tegen drie uur meester.
De bovenverdieping brandde vrijwel geheel
uit. Eveneens werd een gedeelte van het dak
vernield. De werkplaats bleef behouden, doch
er was veel waterschade. De brand is waar
schijnlijk in den schoorsteen ontstaan.
De Vereenigde Nederlandsche Scheep
vaartmaatschappij te Den Haag deelt mede,
dat de kapitein en de bemanning van de
„Arendskerk" Zaterdag uit Lissabon per
trein naar Nederland zullen vertrekken.
Dinsdag worden zij in ons land terug ver
wacht.
Vrijdagmiddag om twee uur heeft onder zeer
groote belangstelling de begrafenis plaats ge
had van den dienstplichtigen soldaat J. Rooda
op de begraafplaats te Ezinge. De minister van
Defensie was vertegenwoordigd door majoor H.
J. Visser, terwijl majoor P. W. Pieters sprak
namens het garnizoen van Nieuwe Schans. Ook
de burgemeester van Ezinge, de heer D. To-
remsma, was aanwezig. Er waren verschillende
kransen o.a. van den territorialen bevelhebber
en van militaire vrienden van den overledene.
Ook de Landarbeidersbond was tegenwoordig.
De moeilijkheden in het Visscherijbcdrijf te
IJmuiden, begin September door den oorlogs
toestand ontstaan, werden opgelost doordat de
Regeering de reederijen tegemoet kwam, door
een deel van de kosten der molestrisico te ver
goeden, anderdeels doordat de reeders aan de
opvarenden een toeslag verleenden van 50 pOt.
op de vaste gages. Op Donderdag 5 October
voer de eerste trawler in oorlogstijd naar zee,
nX de „Adelante" IJm. 19. Toen het eerste
schaap over de brug was volgden er spoedig
meer en geleidelijk breidde het aantal varende
trawlers zich tot een 25-tal uit.
Het ging dikwijls zeer moeilijk om voor de
trawlers de noodige bemanningen bijeen te
brengen. Zoo gebeurde het vaak, dat voor het
vertrek gereedliggende booten niet uit konden
varen, doordat te elfder ure eenige leden der
bemanning' maar liever aan wal bleven. Maar
het 25-tal, dat het bedrijf weer had opgevat,
bleef toch, zij het ook vrij ongeregeld, in de
vaart.... totdat er zich moeilijkheden voorde
den in verband met een af te sluiten nieuw col
lectief contract voor 1940. Besprekingen tus-
schen het bestuur der reedersvereeniging en de
besturen der betrokken organisaties leidden tot
geen resultaat. De zeelieden wenschten, be
halve den reeds verkregen toeslag van 50 pCt.
op de vaste gages, dien toeslag ook te zien toe
gepast op het z.g. procentengeld, d.i. dat deel
van het loon, dat afhankelijk is van de ge
maakte besomming, welke toeslag reeds door
een enkele reederij werd gegeven. De andere
reeders waren hiertoe niet bereid en het ge
volg hiervan was, dat deze w;eek de opvarenden
niet langer bereid waren op de voorwaarden
van de na den oorlog tot stand gekomen over
eenkomst naar zee te gaan.
De trawlers, die deze week binnen kwamen,
voeren dus niet meer uit, behalve de Petten
IJm. 19, die Vrijdag met een gedeeltelijke nieu
we bemanning naar zee is gegaan. Er bevonden
zich dien dag met de Petten nog 7 trawlers op
zee, waarvan Zaterdag vijf en het laatste twee
tal Maandag aan de markt verwacht worden.
Dan ligt dus het geheele visscherijbedrjjf
weer stil en het is moeilijk te zeggen, wanneer
de booten weer naar zee zullen gaan.
Juist deze week zouden nog drie trawlers, die
na den oorlog nog niet gevaren hebben, weer in
de vaart worden gebracht, zoodat, wanneer er
niets tusschenbeide was gekomen, een 28-tal
booten met ongeveer 310 opvarenden in bedrijf
had kunnen zijn.
De vischvcorziening van ons land geraakt door
deze stagnatie weer leelijk in de knel. Wel
zorgen de Scandinavische landen voor eenigen
aanvoer en varen er ook nog eenige kotters en
loggers, maar wat op deze wijze aan de markt
komt, is van weinig beteekenis en wordt tegen
zulke hooge prijzen verkocht, dat vlsch een
weelde-artikel wordt.
Vjjftig militairen, die Vrijdagochtend van
Urk zijn vertrokken om naar hun garnizoen
terug te keeren, zijn Vrijdagmiddag omstreeks
half vijf in Lemmer aangekomen.
Een der militairen was onderweg onwel ge
worden. Met een ijsvlet, die zich toevallig ter
plaatse bevond, is hij naar Urk teruggebracht.
In aansluiting op een reeds eerder verschenen
persbericht wordt er van officieele zijde aan
herinnerd, dat, hoewel de verkoop van groen:»
erwten en spliterwten aan uiteindelijke ver
bruikers thans vrij is, elk ander vervoer en elke
aflevering aan andere personen zonder ver
gunning is verboden. Evenals tot nu toe het ge
val was, kunnen de genoemde producten uit
sluitend betrokken worden van de vereeniging
„De Korenbeurs" te Rotterdam, die den gros
siers op aanvrage geleidebiljetten verstrekt voor
het vervoeren naar en het afleveren aan win
keliers.
Voorts wordt er de aandacht op gevestigd,
dat ten aanzien van groene erwten en split
erwten thans wederom geldt het voorschrift
van de Prijsopdrijvings- en Hamsterwet 1939
dat geen grootere hoeveelheid tegelijk mag
worden gekocht dan men voor een periode
van één week noodig heeft.
Het Tweede Kamerlid WOUDENBERG
(NSB) heeft de volgende vragen gesteld aan
de ministers van Defensie en van Sociale
Zaken;
Is het den ministers bekend, dat tengevolge
van defensie-maatregelen in de gemeente Krui-
ningen talrijke arbeiders werkloos zijn gewor
den, dat daarvan meer dan honderd land
arbeiders, die jarenlang vast werk hadden en
ook des winters niet in aanmerking behoef
den te komen voor uitkeering door het orgaan
der sbeunvarleening in genoemde gemeente,
thans reeds vanaf 1 December 1939 geen enkel
inkomen hebben en verstoken bleven van scha
deloosstelling of steunuitkeering; dat de ge
zinnen dier genoemde arbeiders dientengevolge
in grooten nood verkeeren?
Is de regeering bereid genoemde arbeiders,
hetzij op grond van de bepalingen, geldend in
geval van inundatie, schadeloos te stellen, het
zij door middel van het orgaan voor steunver-
leening te ondersteunen, daarbij rekening hou
dende met de omstandigheid, dat genoemde
arbeiders sedert 1 December IX zonder eenig
inkomen zijn?
Indien de weersomstandigheden heden gun
stig zijn, zal om kwart over acht van Schiphol
een K. L. M.-vliegtuig vertrekken om via het
vliegveld Eelde bij Groningen wederom een reis
naar Schiermonnikoog en Ameland te maken.
Het vriest thans hard op Schiermonnikoog.
Vooral de watervogels hebben daarvan veel last
en het aantal gevederde slachtoffers van de
koude is reeds groot.
Zoover het oog reikt, is de Noordzee met
drjjfijs bedekt.
De Apeldoornsche fabrikant van wassen beel
den, I. H„ was op 22 December wegens over
treding van de Auteurswet door de Zutfensche
rechtbank veroordeeld tot duizend gulden
boete, subsidiair tweehonderd dagen hechtenis.
Tegen dit vonnis had H. verzet aangeteekeno.
Hij verklaarde bij de nieuwe behandeling, dat
hij onschuldig was.
De Officier van Justitie achtte het ten laste
gelegde evenwel bewezen, Het speet hem, dat
hij geen gevangenisstraf kon opleggen om de
zen lastigen verdachte te dwingen, op te hou
den met zijn verkeerde praktijken. Spreker
eischte een boete van tweeduizend gulden,
subsidiair twee maanden hechtenis, de maxi
mum-straf.
De verdediger, mr. James uit Apeldoorn, hield
een uitvoerig pleidooi, waarin hij de dagvaar
ding bestreed.
is het Japansche s.s. „Tazima
Maru" van de Nippon Yusen K. K. te Tokio,
tusschen Hansweert en Walsoorden op een
zandplaat geloopen.
Sleepbooten zijn uitgevaren om het schip as
sistentie te verleenen.
De „Tazima Mam" meet 6995 bruto register
ton en is in 1916 gebouwd.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging en
aanvulling van de Bioscoopwet.
Ter toelichting schrijven de minister van Bin-
nenlandsche Zaken en van Justitie o.a.:
De behoefte heeft zich doen gevoelen om ont
duiking van het preventief toezicht, neergelegd
in art. 16 van de wet, tegen te gaan. Gebleken
is n.l., dat getracht wordt films, welke niet
voor openbare vertooning zijn toegelaten, te ver-
toonen in publieke bijeenkomsten, waaraan
slechts naar den uiterlijken vorm het karakter
van besloten gezelschap wordt gegeven. Men
geeft dan op groote schaal aan een ieder, die
zich meldt, lidmaatschapskaarten uit of ver
schaft introductie, hetzij om niet, hetzij tegen
een bedrag, dat naar den omvang veeleer en
tree voor eenmaal, dan contributie is
Gelijk bekend, is het volgens het stelsel van
de Bioscoopwet niet verboden niet-gekeurde of
niet-toelaatbare films in besloten kring te ver-
toonen. Weliswaar is het besloten karakter der
hiervoren bedoelde bijeenkomsten slechts schijn
maar bij gebrek aan positief bewijs kan hier
tegen niet steeds voldoende worden opgetreden.
Aldus wordt het voor aanhangers van stroo
mingen, gericht op verstoring van openbare orde
en rust, mogelijk om door het vormen van
zoogenaamde besloten gezelschappen films, wel
ke geschikt zijn om de openbare orde te onder
mijnen, wel degelijk voor het publiek te ver-
toonen. Dat zulks bepaaldelijk in de tegenwoor
dige tijdsomstandigheden in hooge mate on-
gewenscht is, nu beroering onder de bevol
king zooveel mogelijk dient te worden verme
den, behoeft geen betoog.
Wel mag de regeering hier met waardeering
gewag maken van het besluit van den Ned.
Bioscoopbond, waarbij het den bij dien bond
aangesloten leden verboden is, hun theaters
voor het vertoonen van door de Centrale Com
missie niet toegelaten films af te staan. Hier
door wordt het euvel ingeperkt. Anderzijds dient
echter niet uit het oog te worden verloren,
dat het voortschrijdende gebruik van smalle
films, voor de vertooning, waarvan men geen
bioscooptheater noodig heeft, de mogelijkheid
van vertooningen als bovenbedoeld zeer in de
hand werkt.
Na afweging van de voor- en nadeelen,
verbonden aan de verschillende mogelijk
heden, is de regeering tot de overtuiging
gekomen, dat de thans voorgedragen op
lossing het meest aanbeveling verdient. Zij
bestaat hierin, dat de kring, waarbinnen
geen andere dan door de „Rijkscommissie
Filmkeuring" aldus wordt voorgesteld
voortaan de Centrale Commissie voor de
keuring van films te noemen toegelaten
films mogen worden vertoond, in beginsel
wordt verruimd door in art. 16, eerste lid,
de woorden „in het openbaar" en „openbare"
te doen vervallen.
In een nieuw tweede lid wordt bepaald voor
welke voorstellingen het verbod om andere dan
door de Rijkscommissie Filmkeuring toegelaten
films te vertoonen niet zal gelden. Daarnevens
schept de nieuwe bepaling, vervat in het zesde
lid van'art. 16, volgens welke de Rijkscommissie
Filmkeuring de toelating van films kan be
perken tot door haar aan te wijzen groepen van
personen, de mogelijkheid, dat .films, die voor
een willekeurig samengesteld bioscooppubliek in
aanmerking mogen komen (medische films b.v.),
voor een publiek van bepaalde bijzondere sa
menstelling wordt vertoond.
In de tweede plaats strekt de wetsvoordracht
om de werkingssfeer van de wet te verruimen,
in dien zin, dat in het vervolg ook voor een niet-
beroepsmatige vertooning van films in het
openbaar vergunning van B. en W. zal zijn ver-
eischt.
Een derde voornaam onderdeel van de wets
wijziging betreft de sancties op overtreding der
bij de wet gestelde voorschriften.
Onder de thans geldende wet is uitsluitend
overtreding van art. 1, lid 1 een strafbaar feit
(art. 23). Overtreding van de overige voorschrif
ten der wet kan tot dusver niet anders worden
gestraft dan langs den weg der sancties, ge
noemd in de artikelen 10 e.v., hetgeen dus
slechts effect kan hebben, indien het vergun
ninghouders betreft. Weliswaar wordt thans, als
gezegd, voorgesteld de werkingsfeer van het
vereischte van vergunning uit te breiden, doch
de wenschelijkheid heeft zich in het algemeen
doen gevoelen om in geval van overtreding van
de essentieele voorschriften der wet mede over
een strafrechtelijke sanctie te beschikken.
Reeds hebben sommige gemeenten getracht ter
zake bij verordening aanvullende voorschriften
te geven, hetgeen echter minder wenschelijk
moet worden geacht.
Bij de afzonderlijke artikelen wordt nog het
volgende toegelicht:
Door bij de vergunning te onderscheiden tus
schen vergunningen voor een onbepaald aantal
voorstellingen (vergunningen A) en vergun
ningen voor enkele bepaaldelijk omschreven
voorstellingen (vergunning B), kan de noodige
soepelheid worden betracht, ingeval het inci-
denteele voorstellingen betreft. Het is de bedoe
ling de vergunning bepaaldelijk te doen gelden
voor de z.g. reizende bioscopen.
Een andere wijziging opent de mogelijk
heid om bij algemeenen maatregel van be
stuur van het vereischte van vergunning
vrij te stellen cultureele organisaties als
volksuniversiteiten en instituut voor ar
beidersontwikkeling, zoomede patronaten en
dergelijke inrichtingen, voor zoover de te
geven voorstellingen als openbare kunnen
worden aangemerkt.
Verder wordt voorgesteld den voorzitter van
de Rijkscommissie Filmkeuring bevoegd te ver
klaren in dringende gevallen, indien hij het
voornemen heeft een toegelaten film opnieuw
aan een keuring te doen onderwerpen, de toe
lating van de film terstond te schorsen.
Het spreekt vanzelf, dat allen, die na het in
werking treden dezer wet openbare bioscoop
voorstellingen willen geven en die nog geen ver
gunning, gebaseerd op de thans geldende wet
bezitten, ten spoedigste een aanvrage om een
vergunning A of B zullen moeten indienen.
De rechtbank veroordeelde een bejaarde huis
houdster, die in dienst was bij een pastoor in
een kleine gemeente, wegens diefstal meerma
len gepleegd, tot eén voorwaardelijke gevange
nisstraf van zes maanden, met 'n proeftijd van
drie jaar onder toezicht van de R. K. Reclas-
seering.
De vrouw had 1.087,collectegelden en
huishoudgeld gestolen in den loop van enkele
jaren. Zij heeft intusschen het geld terugbe
taald.
Het O.M. had drie maanden gevangenisstraf
gerequireerd.
Ingediend is een wetsontwerp houdende tijde
lijke afwijking van een bepaling der wet van
15 December 1917 tot regeling van het Hooger
Landbouwonderwijs.
Ter toelichting schrijft de minister van Eco
nomische Zaken:
De minister van Onderwijs. K. en W. heeft
bij de Kamer een wetsontwerp ingediend tot
tijdelijke afwijking van eenige bepalingen der
Hooger-Onderwijswet, waardoor de mogelijkheid
wordt geopend in de tegenwoordige buitenge
wone omstandigheden het collegegeld voor de
studie aan de Rijksuniversiteiten en aan de
Technische Hoogeschool, ook al zijn reeds col
leges gevolgd, geheel of gedeeltelijk terug te be
talen.
Volgens art. 27, tweede lid, der wet tot rege
ling van het Hooger Landbouwonderwijs is te
rugbetaling van collegegeld voor de studie aan
de Landbouwhoogeschool thans eveneens slechts
mogelijk, indien van geen der lessen, waarvoor
de betaling is geschied, is kunnen worden ge
bruik gemaakt. Aangezien ook aan deze hooge
school, ten gevolge van de buitengewone om
standigheden, studeerenden onder de wapenen
zijn geroepen, respectievelijk vervroegd onder
de wapenen zullen worden geroepen, wil het den
minister gewenscht voorkomen, dat te dezer
zake voor de Landbouwhoogeschool een zelfde
gedragslijn wordt gevolgd als ten aanzien van
de Rijksuniversiteiten en de Technische Hoo
geschool is voorgesteld.
Dit heeft hem er toe geleid eveneens een wets
ontwerp aan te bieden, waarbij hem machtiging
wordt verleend in gevallen, als hiervoor bedoeld,
af te wijken van art. 27, tweede lid, der wet
tot regeling van het Hooger Landbouwonderwijs.
In de scheepvaartmogelijkheid op de Neder
landsche wateren is niet veel verandering ge
komen. In Groningen is de toestand op de
Eems bij Delfzijl iets gunstiger geworden: Sche
pen met gering vermogen ondervinden echter
nog hinder. Hetzelfde is het geval met de Wad
denzee bij Harlingen en bij Kornwerderzand.
Bij Oude Schild is de scheepvaart op de Wad
denzee thans gesloten.
Bij Lobith is de Boven-Rijn nog slechts be
vaarbaar voor speciaal voor de vaart door ijs
gebouwde schepen, evenals de Maas bij St. An-
dries. Het kanaal bij die plaats is thans voor
de scheepvaart gesloten. Bij Krimpen is op de
Lek scheepvaart alleen nog mogelijk met krach
tige schepen, terwijl op de Noord bij Dordrecht
schepen met gering vermogen hinder ondervin
den; de toestand is daar veranderlijk. De Briel-
sche Maas bij Nieuwe Sluis is thans gesloten. Op
het Zijpe bij Bruinisse is scheepvaart alleen
mogelijk met krachtige schepen. Evenzoo op het
Heusdensch kanaal en de Bergsche Maas bij
Heusden, terwijl de Maas bij Crevecoeur alleen
bevaarbaar is voor speciale schepen. Op het
Hollandsch Diep bij den Moerdijk wordt de
scheepvaart met ijsbrekers in stand gehou
den.
De stoombootdienst Zijpe-Numandsdorpha-
ven is gestaakt. Op de Maas is de toestand na
genoeg onveranderd. Van Keulen wordt nog
steeds zwaar drijfijs gemeld; Boven-Rijn en
Waal zijn over het grootste deel van de breedte
met drijfijs bedekt. De Boven-Merwede is bij
Werkendam overdekt, evenals de Nieuwe Mer-
wede op vele plaatsen. Op Beneden-Merwede,
Kil en Gelderschen IJssel zit het ijs vast, op
Neder-Rijn en Lek van Pannerden tot voorbij
Schoonhoven. Bij Krimpen is de Lek overdekt,
de Noord is blank, evenals de Oude Maas bij
Dordrecht. Deze laatste rivier zit overigens vast.
Vrijdag was de Waal te Nijmegen voor acht
of negen tiende overdekt met zwaar drijfsijs. Nu
de Rijn vastzit wordt bij Panningen al het ijs
de Waal in gedreven. Terwijl Keulen Vrijdag
ochtend nog 25 c.m. val meldde, is de Waal
voor Nijmegen 1 c.m. gewassen. De veronder
stelling, dat zich benedenwaarts in de rivier een
ijsdam gevormd had, is onjuist gebleken. Men
verwacht bij doorgaande vorst, dat de Waal
binnen eenige dagen zal gaan zitten.
Momenteel drijven er reeds schollen rond van
2 tot 3 M2. Het kustijs wordt steeds breeder,
zoodat de doorgang voor drijfijs smaller wordt.
Merkwaardig is de groote drift van het ijs.
De aankomst van het KX.M.-vliegtuig
.Reiger" heeft in Johannesburg levendige
belangstelling ontmoet. Honderden Neder
landers bevonden zich op het vliegveld, toen
de K.L.M.-vogel er neerstreek.
Onder degenen, die passagiers en bemanning
van de „Reiger" verwelkomden, bevonden zich
de gezantschapssecretaris le klasse van het
Nederlandsche gezantschap, mr. E. Star Bus
man, de consul der Nederlanden te Johannes
burg, Jac. Donker, en de burgemeesters van
Johannesburg en Germiston.
De Nederlandsche Kamer van Koophandel
heeft den luchtreizigers een lunch aangeboden.
Maandag zullen zij door het gemeentebestuur
van Germiston worden ontvangen.
Z. K. H. Prins Bernhard heeft, vergezeld van
zijn adjudant luitenant-kolonel Phaff, Vrijdag
morgen een bezoek gebracht aan de V. L. korp
sen luchtwachtdienst en luchtafweerdienst om
vervolgens in gezelschap van den commandant
dier korpsen, majoor A. den Hertog, een excur
sie te ondernemen naar eenige luchtwacht- en
luchtafw rdienstobjecten in de omgeving van
's-Gravenhage.
Te 9 uur v.m. arriveerde Z. K. H. bij het
korpsbureau, waar hij ontvangen werd door ma
joor Den Hertog en waar de toegevoegde offi
cieren der beide korpsen aan Z. K. H. werden
voorgesteld.
Nadat Z. K. H. zich had laten voorlichten om
trent de organisatie en werking der korpsen in
het verband van onze luchtverdediging, werd
allereerst een bezoek gebracht aan etablisse
menten van den luchtafweerdienst, waar excer-
cities van de vrijwilligers in oogenschouw wer
den genomen, alsmede de handgrepen aan de
daar opgestelde vuurmonden, waarmee richt-
oefeningen werden gehouden.
Vervolgens werd een bezoek gebracht aan de
onlangs in werking gestelde opleidingsschool
van den luchtwachtdienst, waar Z. K. H. werd
ontvangen door den directeur der schoo,.
Met veel belangstelling bezichtigde de Prins
de localiteiten van de school en nam hij kennis
van het leerprogram voor de luchtwachters, die
den alarmdienst voor onze luchtverdediging in
het geheele land hebben te verzorgen.
Ook heeft de Prins in de omgeving van Den
Haag oefeningen bijgewoond met vuurmonden,
waarbij een militair vliegtuig als doel assisteer
de. Deze oefeningen hadden de groote aandacht
van Z. K. H., die vervolgens nog een instruc
tieve film in oogenschouw nam.
Van hieruit werd een bezoek gebracht aan
een luchtwachtpost, waar de wijze van meldin
gen betreffende vliegtuigen voor Z. K. H. werd
gedemonstreerd.
Als laatste nummer van het programma werd
een in het veld opgestelde batterij van den
luchtafweerdienst bezichtigd, waarbij wederom
de militaire vliegdienst assisteerde.
Het van Antwerpen komende Nederlandsche
s.s. „Parkhaven" van de gebroeders Van Uden,
te Rotterdam, is nabij Hansweert aan den grond
geloopen.
Sleepbooten zijn ter assistentie uitgevaren.
Voor de bemanning van de „Parkhaven" be
staat geen gevaar.
Het schip heeft een afmeting van 4803 Bruto
Register ton.
Met ingang van 1 Februari 1940 is benoemd
tot burgemeester der gemeente Klundert mr. G.
Drayef.
De heer Draüer werd 12 Mei 1891 in Suawoude
geboren. Hij is thans volontair ter gemeente
secretarie van Hazerswoude en woont in Leiden.
Weder is tijdelijk benoemd tot leeraar aan
de R.H.B.S. te Venlo: M. J. D. Hanssen.
Benoemd is tot officier in de orde van Oranje-
Nassau C. L. Cool, directeur van de Surinaam-
sche Bank te Paramaribo.
Toegekend is de eeremedaille der orde van
Oranje-Nassau in zilver aan den heer F. H.
Veerde, bode-portier bij de Surinaamsche Bank
te Paramaribo.
Vergunning is verleend tot het aannemen
van de versierselen van officier der orde van
de Kroon van België; aan W. J. H. Muiier, let
terkundige te 's-Gravenhage: commandeur met
ster der orde van St. Gregorius den Groote van
den H. Stoel, aan prof. dr. Willem Mengelberg,
dirigent van het Concertgebouworkest te Am
sterdam.
Benoemd zijn tot ingenieur in tijdelijken
dienst bij den Octrooiraad, ir. E. A. Kauffmann,
te rekenen van 1 December 1939 en ir. L. J. van
den Berg, te rekenen van 1 Januari 1940.
DERDE HOOFDSTUK
Variaties op het thema: stoel
°Ogenblik waarop Clim en Peter in de
- 'ten van hun niets vermoedende medepas-
Seii""rs op zoek gingen naar met zwart garen
„"aaide stoelen, vond achter een deur, enkele
.huilers verder in een smalle zijgang, een
j^kwaardige conferentie plaats,
^^at merkwaardige lag voor een groot gedeelte
ijQ feit, dat één lid van het gezelschap zich
ojehmate opwond, terwijl de anderen, rookend
g SUmkauwend, achterover in hun stoelen la-
V," en den woordenstroom over zich heen lieten
°eien.
e man, die zich zoo opwond, was een korte
jel 'jerq. <jie langs het smalle einde van de ta
bijeen en weer liep. Dat heen en weer loopen
beperkt tot telkens drie passen, gezien de
"■e afmetingen yan de hut. Naarmate .de
korte man heftiger gesticuleerde, zakten de
zwijgende luisteraars dieper in hun stoelen weg.
En toen kwam het onvermijdelijke oogenblik.
waarop de drie aandachtige luisteraars hadden
gewacht, het oogenblik waarop de dikkerd bij
een van zijn wilde gebaren met den rug van
zijn hand tegen den hoek van een schilderij aan
den wand sloeg.
Hij stuitte zijn woordenvloed met een klagen-
den kreet en zag dan de gezichten in den zwij
genden kring vóór hem in een grijns vertrek
ken.
Dat maakte hem razend.
„Jullie zijn een stel stomme, grinnikende
ezels!" brulde hij, „een stel ongelooflijk stomme
ezels! Je hadt je handen volkomen vrij,, be
prachtigste gelegenheid, die je bij mogelijk
heid maar had kunnen hebben, de deur was op
slot en er was niemand in de buurtEn dan
kom je hier lijzig binnen, met zijn drieën, en
vertelt, dat je in een hut van acht vierkante
meter nog niet eens een officieel document hebt
kunnen vinden! Waar betaal ik jullie eigenlijk
voor? Hè?"
Hij stak beide armen in de lucht en bleef een
oogenblik zwijgend zoo staan, neerziend op het
drietal aan de tafel. Dat drietal bewaarde
eenigen tijd een diep zwijgen, tot eindelijk de
langste, die tot dusver met de handen in zijn
broekzakken onbeweeglijk was blijven zitten,
het resteerende peukje sigaret uit ?jjn mond
nam en verklaarde:
„We worden in elk geval niet betaald om door
jou te worden uitgescholden. Als ik zeg, dat het
papier in die hut niet te vinden is, dan is het
er ook niet. En ik zou niet zoo allemachtig hard
schreeuwen als ik jou was. In de hut hiernaast
kunnen lui liggen te luisteren.... We hebben
met zijn drieën eiken vierkanten centimeter
onderzocht, van de afvoerpijp van de waschta-
fel af tot de matras in bed toe. Het eenige pa
pier in die hut bestond uit oude kranten en wat
brieven.... en zelfs de kranten hebben we uit
geschud! Als je, inplaats van je schor te
schreeuwen, eens probeerde er achter te komen
of Perroney misschien dat papier in de scheeps-
safe heeft laten opbergen, zouden we waar
schijnlijk heel wat verder zijn! Maar ja, dat
moet je zelf weten."
Hij haalde een nieuwe sigaret uit een ver
frommeld pakje en ging voort, met volkomen
onverschillig gelaat naar het plafond te staren.
De dikke man stak opnieuw zijn armen in de
lucht, wat ditmaal een zeer ongelukkig gebaar
was, daar hij juist een groote sigaar had opge
stoken en aldus een ruime dosis asch in zijn
oogen en over zijn hoofd strooide. Het drietal
wachtte geduldig tot hij klaar was met vegen,
en luisterde belangstellend naar enkele uitdruk
kingen, die ten beste werden gegeven.
„Ik zeg jullie nog eens, dat er door Perroney
niets in de scheepssafe in bewaring is gegeven!"
brulde de dikkerd, met de vuist op tafel slaan
de, „als hij dat gedaan had, zou de administra
teur het me hebben verteld. Ik ken dien admi
nistrateur van vroeger en ik weet enkele din
getjes over hem, die hem zonder mankeeren zijn
baantje zouden kosten als ik die den kapitein
ter oore brachtEr is niets wat die admini
strateur me niet zou mededeelen als ik het hem
vroeg. Ik heb dat jullie al meermalen verteld,
en ik herhaal:
Het papier is niet bij den kapitein en niet in
de safe van het schip! En wil een van jullie,
snuggere Pieten, die het zooveel beter weten, me
misschien vertellen waar het dan anders kan
zijn dan in zijn hut?"
De lange man staarde droevig naar het pla
fond en zonder zijn sigaret uit zijn mondhoek
te nemen, verzuchtte hij:
„Wat is het toch lastig, sommige menschen
iets aan hun verstand te brengen.... ik her
haal: het papier is niet in zijn hut!"
Op deze verklaring volgde wederom een diepe
stilte. De drie snuggere Pieten staarden naar
het plafond. De dikkerd scheen geïmponeerd
door het zelfvertrouwen van zijn rijzigen hand
langer, want hij tikte zenuwachtig de asch
van zijn sigaar op den grond, woelde met zijn
vrije hand door het spaarzame restje haar op
zijn grootendeels kalen, glimmenden schedel en
zei aarzelend:
„Ja.... maar waar is het dan? Het moet
toch èrgens zijn"?
Geen der anderen bracht daar iets tegen in
en de discussie stokte weer. Het gelaat van den
mageren man, door wolkjes sigarettenrook om
geven, drukte, duidelijker dan woorden, uit, dat
hij niet werd betaald om raadseltjes op te los
sen.
Toen ging plotseling een van de twee ande
ren aan het einde der tafel, die zich tot dusver
buiten de discussies hadden gehouden, met een
ruk rechtop zitten.
een van de kellners, die deze rij hutten bedie
nen, nog van vroeger. Een dag of wat geleden
kwam ik hem in de gang tegen en maakte een
praatje met hem om uit te visschen of hij mis
schien aan het doen en laten van Perroney iets
had opgemerkt wat ons van nut kon zijn. Her
eenige min of meer ongewone, aat hij me toen
vertelde, was, dat hij onder etenstijd Perroney
met een stoel heen en weer had zien loopen
tusschen zijn eigen hut en die van een Fransch-
man, een eindje verderop in de gang. Jullie
kennen hem wel, dien Franschman met die snor
ren, waar we in het begin zoo om gelachen
hebben. De kellner had naderhand die stoelen
bekeken, omdat het wel meer voorkomt, daï
passagiers, die iets kapot maken, het omruilen
met zoo'n zelfde voorwerp uit een andere hut,
maar aan de twee stoelen was niets bijzonders
te zien. Hij had toen het geheele geval bijna
vergeten en ik heb er evenmin aan gedacht,
maar nu snap ik waar de kneep zit: Perroney
heeft zijn stuk papier opgerold, en in een van
de buizen van zijn stalen hutstoel verborgen
dat gaat gemakkelijk genoeg. Toen heeft hij
zijn eigen stoel omgeruild met een uit een an
dere hut!"
Hij zweeg en keek den kring rond. Een tijd
lang zei geen der drie anderen een stom woord.
Toen knikte de magere man:
„Turpey heeft vast en zeker gelijk! Dat is het
wat de gladde vogel gedaan heeft! Iemand
sjouwt niet voor de pret met stoelen door de
gang en sport is het evenmin. Wat een wonder,
dat we in zijn hut niets vonden! En laten we
nou yerder geen tjud yerliezen Parker, hier.
pak jij den stoel, waar de baas op zit en wacht
tot de kust vrij is. Turpey, jü gaat op den uit
kijk staan, je gebruikt de bekende signalen en
als alles veilig is, rent Parker als de gesmeerde
bliksem met dezen stoel weg en met den stoel,
dien we hebben moeten, terug. We moeten op
schieten, elk oogenblik kan de bende uit de
eetzaal terug komen.... klaar?"
De dikke man, wiens hoop herleefde, was
haastig van zijn stoel opgestaan en had het
groenbekleede meubel naar Parker toegescho
ven. Turpey ging nonchalant de deur uit en
liep de zijgang af. De lange Crofts stak zijn
hoofd om den hoek van de deur, wachtend op
het signaal: alles veilig.
Hij zag hoe Turpey de kruising van de twee
gangen bereikte en daar bleef staan, zijn kin
aandachtig in een zakspiegeltje bekijkend. Dit
stelde hem in staat, zonder zich om te keeren
of de aandacht te trekken, alle vier de gangen
tegelijk in het oog te houden.
Even later trok hij tweemaal langzaam aan
zijn neus, nog steeds in het spiegeltje loerend.
„In orde!" zei de lange man, zijn hoofd terug
trekkend, „Turpey zegt dat alles veilig is, schiet
op, Parker!"
Parker, den stoel in zijn hand, stapte de
deur uit, wandelde luchtig fluitend de gang at,
passeerde Turpey zonder hem een blik waardig
te keuren en verdween uit het gezicht om een
hoek van het kruispunt
(Wordt vervolgd.)