C. NIEUwe
'A
Nervositeit
en volmaaktheid
DE WEELDE
UITGAVE
VOOR f 10.-
3 BOEKEN
NU
EON
EN WOESTÏJIT
RAAKT ZOEK
ZONDAG 21 JANUARI 1940
1840 - JUB1LE LOTERIJ
U moei
duidelijk zijn...
GEJAAGD DOOR
DE WIND
Breit allen mee!
NED. INSTITUUT ELECTRO-
WARMTE EN -CHEMIE
Symposium in het gebouw
der K.E.M.A.
GARANTIEPRIJS VOOR
SUIKERBIETEN
KERK EN LECTUUR
VERBOUW VAN KORRELMAIS
1940
Los deze Rebus op en looi mei de eersie 5000 mee
om drie Fieisen. Schrijf de oplossing op een brief
kaart, plak op de adreszijde 30 ci. aan postzegels of
zend 'n kwartje per Giro.
R.K. Kerkbestuur - SCHIPLUIDEN - Giro 353901
Voor 50 cis. 2 kansen, enz.
Voor de tweede 5000 een electrische waschmachine
MOZAÏEKWERK VOOR DEN
HOOGEN RAAD GEREED
Sneeuwval op de baan van
de Gouwzee
Veer te Gouderak hersteld
BOEK EN BLAD
EEN VROOM KERSTBOEK
IN N DEEL
W eekprijzen
UIT DE STAATSCOURANT
Onderscheiding
Burgemeester
f ZOOO.gevraagd a 5
FEUILLETON
DOOR WILLY WATERMAN
Aan de Nederlandsche breisters wordt mede
gedeeld, dat zij, die nog aan blauwe bivakmut
sen voor de marine bezig zijn, deze zoo spoedig
mogelijk kunnen inzenden bij den commandant
der marine te Nieuwediep. Men wordt echter
verzocht niet nog aan nieuwe blauwe bivak
mutsen te beginnen, wel worden nog blauwe
polsmoffen en dassen gevraagd.
Voor de landmacht worden groene bivak
mutsen, dassen, polsmoffen en wanten bij alle
breicomité's en in kamer 6 van het Haagsche
stadhuis, met het oog op de strenge koude,
zoo spoedig mogelijk ingewacht.
Het symposium voor electrowarmte en elec-
trochemie, gehouden door de Stichting Neder-
landsch Instituut voor Electrowarmte en Elec-
trochemie op Vrijdag 19 Januari j.l. in 'tVoor-
lichtingsgebouw der K.E.M.A. aan den Utrecht-
scheweg 210 te Amuc-m, vond zeer groote be
langstelling uit alle deelen des lands.
Het symposium werd bijgewoond door ruim
100 vertegenwoordigers van wetenschap, tech
niek en het bedrijfsleven. O.a. merkten wij op:
ir. G. J. Th. Eakker, directeur-generaal van de
Electriciteitsvoorziening in Neder and; ir. J.
Weyland, secretaris van een Electriciteitsraad;
prof. dr. ir. F. K. Ih. van Iterson, directeur der
Staatsmijnen in Limburg; dr. C. A. Lobry de
Bruyn, van de Materialenstiehting; dr. W. J.
van Heteren, rijksmuntmeester; ir. W. v. Alplien
de Veer, van de Centrale Organisatie T. N.O.;
J. A. L. van der Lande, directeur van de N.V.
V/h Noury en v. d. Lande, verschillende direc
teuren van provinciale en gemeentelijke e'ec-
triciteitsbedrijven. enz.
Na een uitvoerige openingsrede door den
voorzitter, oud-minister prof. dr. ir. H. C. J. H.
Gelissen. werden achtereenvolgens inleidingen
gehou on door: prof. dr. L. S. Ornstein, direc
teur van het Physisch Laboratorium der Rijks
universiteit te Utrecht; onderwerp: „De effec
tieve temperatuur bij verschillende verschijn
selen".
Drs. M. Hagedoom, verbonden aan 't Natuur
kundig Laboratorium der N.V. Philips' Gloei
lampenfabrieken, onderwerp: „Hoogfrequent-
verhitting".
Cr. H. J. Hamaker, directeur van het Bureau
te Arnhem van de Stichting Neder.'andsch In
stituut voor Electrowarmte en Electrochetuie.
onderwerp: „De warmteverliezen bij electrische
ovens bij intermitteerend bedrijf".
Dr. ir. J. Hoogland, onderdirecteur van de
N. V. Kon. Nederlandsche Zooitindustrie te
Boekelo, onderwerp: „Eiectrochemie en chemi
sche industrie".
De minister van Economische Zaken heeft
besloten, den garantieprijs vcor suikerbieten
voor het oogstjaar 1940 op f 12.50 per 1000 K.G.
vast te stellen. De garantieprijs bedroeg in
1939 aanvankelijk f 10.25, later is deze bij de
algemeene verhocging van de prijzen der akker
bouwproducten op f 1125 gebracht. De thans
vastgestelde prijs beteekent dus een stijging van
f 1 25 per 1000 K.G. Bij de vaststelling van de
zen prijs heeft de wensch voorgezeten, den ver
bouw van suikerbieten in 1940 aan te moedigen.
Zooals reeds bekend is gemaakt, zal de gega
randeerde hoeveelheid verwerkte bieten voor
1940 met 25 pCt. worden vergroot, hetgeen ten
doel heeft de suikervoorziening voor het vol
gend jaar zeker te stellen. Bij den thans voor
1940 vastgestelden garantieprijs mag worden
aangenomen, dat de suikerbietenverbouw te
genover andere hakvruchten niet in een on-
voordeelige positie zal komen.
Aangezien de vooruitzichten nog immer on
zeker zijn is het niet mogelijk omtrent de richt
prijzen van de andere akkerbouwproducten
'oor oogst 1940 reeds thans nadere mededee-
lirwen te doen. Daar omtrent deze prijzen dus
Vanaf haar stichting heeft de Kerk
gewaakt over de lectuur harer kinderen
Op instigatie van Paulus verbrandden de
gelocvigen van Efese hun slechte boeken
In 496 liet Paus Gelasius reeds een lijst
opstellen van verboden boeken welke de
eerste, ons bekende, officieele index is ge
weest
Sedertdien heeft de Kerk niet nagela
ten hare kinderen op te wekken tot den
strijd
VOOR HET GOEDE
>- BOEK
TEGEN HET SLECHTF
nog niets vaststaat, geeft de vaststelling van
den garantieprijs voor de suikerbieten op f 12.50
dan ook geen enkele aanwijzing voor het peil,
waarop de prijzen van de andere agrarische
producten van oogst 1940 zullen worden vast
gesteld. Deze prijzen zullen, indien het tijdstip
waarop vaststelling mogelijk blijkt, is aange
broken, worden bepaald aan de hand van de
dan aanwezige omstandigheden. Mocht blijken,
dat tengevolge van thans niet te voorziene om
standigheden noodig is de prijzen eter andere
agrarische producten op een zoodanig peil vast
te stellen dat de prijzen der suikerbieten ten
achter zouden komen, dan zullen deze worden
herzien.
De oorlogstoestand in een groot deel van
Europa, waaronder ook ons land en met name
de in- en uitvoer van ons land te lijden hebben
maakt, dat de belangstelling van vele land
bouwers uitgaat naar de mogelijkheid, het vee
ce voederen met producten van eigen bodem.
Door den landbouwvoorlichtingsdienst wordt
het streven om in dit opzicht tot zelf-voorzie-
ning te geraken, aangemoedigd. Eén van de
voedermiddelen, waarvan de landbouw in hooge
mate van den import afhankelijk is, is de mais.
De laatste jaren bedroeg die invoer gemid
deld 1 millicen ton per jaar. Weliswaar was niet
alles voor veevoeder bestemd, maar dat maakte
ciaar toch het hoofdbestanddeel van uit.
Het is nu zeer de vraag in welke mate de
maistoevoer in 1940 en volgende jaren mogelijk
zal zijn. De eerste oorlogsmaanden zijn in cut
opzicht niet bemoedigend, zooals onderstaand
staatje bewijst:
invoer van mais
September
October
November
1938
63.521 ton
69.852 ton
76.248 ton
209.621 ton
1939
49.506 ton
27.284 ton
72.588 ton
149.378 ton
Hieruit blijkt, dat over de maanden Septem
berNovember in 1939 ruim 60.000 ton mais
minder is aangevoerd dan in 1938.
Het is misschien mogelijk, dat de totale in
voer over 1949 niet veel zal verschillen met dien
van 1939, doch reeds thans blijkt, dat aan de
regelmaat, waarmede de aanvoer plaats vindt,
veel mankeert. En we staan toch altijd voor de
risico, dat er ernstige stagnatie in komt. Het is
daarom, dat we nog weer eens met nadruk de
aandacht vestigen op den verbouw van korrel-
mais.
Dit is een betrekkelijk nieuw gewas, dat echter
de laatste jaren geleidelijk meer de belangstel
ling van de landbouwers getrokken heeft. In
1936 werden 272 H.A. verbouwd, in 1937 was
deze oppervlakte 782 H.A. en in 1938 887 H.A.
Er zit dus een geleidelijke, regelmatige stijging
in. Dat is een gelukkig verschijnsel, omdat het
onjuist zou zijn met een nieuw gewas, waarvan
men de moeilijkheden niet kent, direct in het
groot te beginnen.
Het meest treft men deze mais aan in Noord-
Brabant, Noord Limburg en den Achterhoek.
Maar ook elders in Groningen, in Zeeland, op
cle Veluwe, in Twente wordt ze verbouwd. De
opbrengsten loopen nog al eens uiteen, maar
men kan ze op zandgrond, indien men de
voorschriften goed opvoigt, toch wel stellen op
4000 K.G. per H.A
In ons land zijn naar schatting op grond van
de landbouwtelling van 1930 plm. 180.000 land
bouwers, die een zuiver bouw- of een gemengd
bedrijf voeren. Wanneer elk van deze, groot en
klein, eens een kwart H.A. mais verbouwde, wat
voldoende is om 2 a 2 fa varken te mesten tot
100 K.G., dan zou er reeds een oppervlakte van
45.000 H.A. met mais worden gezaaid, wat een
opbrengst geeft van zeker 45.000 x 4 ton is
180.000 ton. Dat is nog wel geen miilioen, maar
het zou toch wel voldoende zijn, om de even-
tueele onregelmatigheden in den aanvoer van
buitenlandsche mais op te vangen.
Men zal dan natuurlijk de goede soorten moe
ten nemen; in het Noorden wat vroeger rij-
111 11II
II I I
Goedgekgurd door B. en W. van Schipluiden 18-7-'39
pende dan in het Zuiden, maar waar de moge
lijkheid van den verbouw van mais overal, waar
een goede ontwatering plaats vindt, reeds meer
malen ook door de practijk is aangetoond, mee-
nen we er op aan te moeten dringen, dat de
practische landbouwers ernstig overwegen een
dergelijke kleine proef te nemen,
Groote kosten brengt dit niet met zich mede.
Voor 14 H.A. heeft men 12 K.G. zaaimais noo
dig. De bemesting kan gelijk zijn aan die van
rogge of tarwe. De oogst is eenvoudig en voor
eigen gebruik is het niet noodig de mais te ont
pitten. De kippen en varkens vreten de kolven
geheel leeg of op.
Gaarne zal de directie der Nederlandsche
Heidemaatschappij, Sickeszplein 1, Arnhem, haar
brochure over den verbouw van mais gratis toe
zenden aan belangstellende practici en hen ook
verder zooveel mogelijk met raad en daad ter
zijde staan.
Dezer dagen is het mozaïekwerk aan den in
gang van de groote zaal in het gebouw van den
Hoogen Raad der Nederlanden te Den Haag
gereed gekomen. De vervaardiger, de heer J.
Bouhuys te Amsterdam, heeft hieraan twee ja
ren gewerkt.
In den boog boven den ingang is de Neder
landsche Leeuw voorgesteld, de wet handha
vend. De voorste klauw van den strijdbaren
leeuw ligt op het wetboek. Aan beide zijden van
een der ingangen is een figuur uitgebeeld, die
het symbool is van de taak van den Hoogen
Raad, de linkerfiguur stelt voor de bescherming
van de wet. de rechterfiguur den uitleg daarvan.
De linkerfiguur draagt het wetboek veilig in
den linkerarm, terwijl de rechterarm als be
schermend wordt opgeheven. Voorts is deze
figuur voorzien van het oude symbool 't zwaard.
De rechterfiguur, „Uitleg der wet", draagt in
de linkerhand de weegschaal en een nog onbe
schreven blad papier, terwijl de rechterhand in
den baard woelt.
Aan de onderzijde der figuren zijn de wapens
der vijf gerechtshoven aangebracht, voorzien van
bandelieren, waarop zich de namen der steden
bevinden. Het honderdjarig bestaan van den
Hoogen Raad wordt met jaartallen in herinne
ring gebracht.
Zaterdagmiddag heeft het in de omgeving
van Marken gesneeuwd, terwijl het tevens flink
vroor. Hierdoor is de ijsbaan over de Gouwzee,
welke aanvankelijk in een uitstekende conditie
verkeerde, veel slechter geworden. De sneeuw
heeft een koek op het ijs gevormd, welke voor
de schaatsenrijders zeer onaangenaam is. Eerst
Maandag zal de baan weer worden afgeschaafd.
Nader bericht men ons uit Edam, dat er wel
iswaar een groot pak sneeuw is gevallen, maar
dat men reeds Zaterdag met de opruimings
werkzaamheden is begonnen. Het ijs vanaf
Broek in Waterland tot Monnikendam is in
goede conditie en alles zou in het werk gesteld
worden om ook de baan van Volendam naar
Marken vóór hedenochtend 10 uur weer goed
berijdbaar te maken.
Naar de A. N. W. B mededeelt, is het veer
Gouderak—Moordrecht Zaterdagmiddag weder
in dienst gesteld.
A Christian's Christmas; Edited
hij Lord Clonmore Londen,
Burns Oates and Washbourne. 1939.
Terwijl veel, wat zich tegenwoordig Kerst
boek noemt, zijn verband met het Kerstfeest
zoekt in een winterlandschap of een marctale,
hebben de Engelsche uitgevers Burns Oates en
Washbourne tegen Kerstmis van het vorig
jaar een Kerstboek gepubliceerd, dat „A
Christian's Christmas" heet en de gansche be-
teekenis, die de viering der Blijde Geboorte
voor den geloovigen christen heeft, in een soort
van bloemlezing weerspiegelt.
Lord Clonmore, die deze keur samenstelde,
heeft uitsluitend geput uit uitgaven van het
huis zelf, dat dit boek doet verschijnen. Maar
dat beteekent toch blijkbaar geen beperking,
want de inhoud is zeer rijk en verscheiden.
Het boek begint met de groote antiphonen
uit de liturgie van den Kersttijd en een En
gelsche vertaling door R. A. Knox van „Ver
bum supernum".
Stukken over „de wereld, waarin Onze Heer
verscheen" en over „de volheid der tijden" zijn
ontleend aan werken van aartsbisschop Goo-
aier, Father Cuthbert O.S.F.C. en mgr. Kolbe.
Theologische beschouwingen over de Moeder
Gods, over „de natuur der menschwording" en
„het mysterie der menschwording" wisselen af
met een maatschappelijk betoog over „Bethle
hem en Woeker", beschrijvingen van Bethle
hem zooals het was en zooals het nu den
Kerstnacht viert, met verhalen over een Kerst
viering in Rome in 1859 of een Kerstfeest van
Pater Damiaan in Molokai.
Daartusschendoor een enkele vertelling, een
uitvoerige beschouwing over de Kerstliturgie
en tal van gedichten, waarbij Chesterton, Alice
Meynell, Kardinaal Newman en Francis
Thompson vertegenwoordigd zijn. En nog veel
meer.
Het is een rijk, onderhoudend, leerzaam en
stichtend boek, dus alles, wat een waar en
waardig Kerstboek moet zijn.
Een Ober is geen gedachten-
lezer1 Daarom is hel goed
om - als U Hulstkamp be
doelt - duidelijk te zeggen:
„Kellner mij mijn Hulstkamp!"
U krijgt dan wat U wenscht
denzelfden borrel van thuis.
jftie men thuis schenkt
De Z.O. qenever
f'f.K UTf.PKRUIK, f 3?5. INCLUSIEF O B
Sommige menschen hebben een aangeboren
neiging, al wat zij doen, nauwkeurig en in
de puntjes te verzorgen. Deze neiging is dan
ook bij deze menschen reeds op jeugdigen leef
tijd merkbaar. Men zou dus zeggen, dat zulke
menschen door hun neiging worden geholpen,
om de volmaaktheid te bereiken. Maar nu is
het een feit, dat de mensch de volmaaktheid
niet kan bereiken, (Ook heiligheid beteekent
geen volmaaktheid, maar veeleer heldhaftige
beoefening der deugden, wat lang niet hetzelfde
is). Deze menschen, die de neiging tot vol
maaktheid hebben, worden daardoor er toe ge
bracht naar iets te streven, wat niet bereikbaar
is. Wanneer men nu het woord volmaaktheid
in een menschelijken en reëelen zin neemt, d.w.z.
als iets bereikbaars, dus bijv. het leven, zooals
St. Franciscus en St, Thomas More dit geleefd
hebben, dan is het duidelijk, dat de aangeboren
neiging tot volmaaktheid een hindernis is op den
weg naar de volmaaktheid.
De lezer, hoe goedwillend ook, zal dat mis
schien paradoxaal en zelfs onzinnig vinden.
Maar raadpleeg nu eens uw ervaring en zeg mij
dan of de menschen, die steeds en dwars door
alles heen het volkomene eischen van zichzelf
en van anderen, die niet dan met 100 procent
tevreden zijn, geen lastige en vaak onevenwich
tige en onrustige menschen zijn. Het antwoord
kan in de meeste gevallen niet anders dan be
vestigend zijn. Is dat niet vreemd?
Daar komt dan nog bij, dat zulke menschen
met de onvolmaakte maatschappij en met het
onvolkomen menschdom hoogst ontevreden zijn.
Daar zijn er, die tengevolge daarvan de wereld
willen verbeteren, niet beginnende met zich
zelf; daar zijn er, die altijd blijde geruchten om
zich heen willen zien. Er zijn er die alle men
schen gelukkig willen hebben en verontwaar
digd zijn dat het zoo niet is. Er zijn er zelfs die
een nieuwe menschheid en een nieuwe wereld
wenschen.
Maar nu kom ik weer terug op het feit dat dit
alles onmogelijk is en degenen, die dus naar de
volkomenheid in de wereld streven, worden las
tig en zijn querulanten.
Maar degenen, die naar eigen volmaaktheid
streven, hebben vaak een ziekelijk geweten en
dat speelt een zeer belangrijke rol in de ner
vositeit en de lichamelijke stoornissen die daar
uit voortkomen. Men zou het misschien het
beste zoo kunnen zeggen: dat zij zich zelf niets
kunnen vergeven. Het zijn zeer ongelukkige
menschen. Ja, vaak is het zóó, dat dezelfde fou
ten en tekortkomingen, die zij zich zclven niet
kunnen vergeven, in anderen wel door hen wor
den vergoelijkt en vergeven. Het lijkt bijna alsof
zij de anderen meer liefhebben dan zich zelf.
Maar dat kan men ook anders uitleggen. Wan
neer wij iemand als een tikje minderwaardig
beschouwen, dan zeggen zij vaak; het is toch een
goede vent. Iedereen weet dat in dat oordeel
vaak een zekere minachting verscholen ligt.
Welnu, dan telt men ook de fouten en zonden
van zulk een minderwaardig persoon niet al te
zwaar: het wordt hem licht vergeven. Maar dat
zelfde zal ik mij zelf niet vergeven, want ik be
schouw mij zeiven als een hoogstaand man, met
een fijn geweten, aan wien terecht de hoogste
eischen gesteld worden.
Nu begint het treurspel. Zoodra deze mensch
alleen is, begint hij zich zelf te plagen. En dat
belet hem den slaap te Vatten.
In het gezelschap van anderen denkt hij er
te weinig aan, zooais de apostel zegt, te weenen
met de weenenden en blijde te zijn met de blij
den; maar hij wil daarboven uit: boven vreug
de en droefheid uit, in een onbeweeglijke en
stabiele standvastigheid en volkomenheid. Soms
gelukt het hem, als hij er niet aan denkt, zich
zelf te vergeten en is dan een tijd lang gewoon
en kameraadschappelijk; maar plotseling komt
de „duivel der volmaaktheid" boven en hij is
weer „zichzelf, d.w.z. hij probeert weer te zijn
wat hij niet is.
In den omgang met de menschen en ook in
het huwelijk is dat heel lastig. Is vriend of echt
genoot vriendelijk, meegaand en tegemoetko
mend, dan proeft hij een bijsmaak, alsof men
hem beschouwt als een medelijdenswaardig
iemand of, zooals het volk zegt, als een tam-
men idioot. Maar neemt men hem serieus en
kritiseert zijn egoïstisch idealisme, dan voelt hij
zich gekrenkt. De vrouwen kunnen een man
zeggen: „Je zoudt dit wel eens kunnen doen" op
een toon, waaruit de overgevoelige man het ver
wijt hoort: „Overwin nu eens eenmaal je egoïs
me." Ook hebben de vrouwen een (heilzame)
gewoonte, om hun echtgenoot als een besten bra
ven jongen te behandelen, terwijl de beste jon
gen dan juist als een plechtige en wereldwijze
held wenscht gerespecteerd te worden. De vol
komen liefderijke overgave aan zich zelf in het
huwelijk is voor zulke ongelukkige menschen
natuurlijk heel moeilijk.
Tegenover de superieuren wil dezelfde man
den indruk maken van honderd percent energie
en efficiency, hetgeen moeilijk vol te houden
is, vooral daar superieuren (juist als andere
menschen) dan weer het een en dan weer het
andere willen. En wat zoo jammer is, de nerveu-
zen verliezen dan hun gevoel voor humor.
Het voorgaande is volkomen waar, maar niet
de geheele waarheid. Want het is ook waar, dat
zonder streven naar volmaaktheid of tot ver
betering hetgeen op hetzelfde neerkomt, want
de mensch kan niet stilstaan de wereld in
korten tijd bedorven zou zijn en de menschen
ook. Dit is dus een werkelijk probleem. De voor
de hand liggende oplossing zou zijn, dat men
maat moet houden, dus met bedachtzaamheid
en schrede voor schrede naar de volmaaktheid
moet streven. Inderdaad is dit waar en dit is
de zuiver psychologische of liever technische
kant van de zaak. Zonder matigheid en bedacht
zaamheid bereikt men bijzonder weinig. Maar
het is erg vervelend, en daardoor houdt men er
na eenigen tijd mee op. Dat is het groote nadeel
van de psychotherapie, dat ze zoo vervelend is:
telkens een stapje voorwaarts en dan weer een
stapje voorwaarts en dan weer een stapje he
laas achterwaarts. Zeker, het is noodzakelijk,
maar schrikkelijk vervelend. Tenzij er een uit
zicht is, zoo groot en zoo weidsch, dat men gaar
ne telkens een stapje voorwaarts maakt en het
uitzicht toch niet verliest, wanneer men een
stapje achterwaarts doet. Dus zooals soldaten
in een veldtocht, die hun de overwinning en de
vrijheid moet brengen. Welnu, dat uitzicht, dat
vergezicht kan slechts gevonden worden in iets,
wat grooter is dan de mensch, want de puur
menschclijke volmaaktheid beteekent niet zoo
veel en is vaak vervelend. (De Grieken vonden
Socrates ook zeer vervelend; en nu luisterde
Socrates nog steeds naar een bovenmensche-
lijke stem in zijn binnenste).
Voor de nerveuze is het allervoornaamste dit:
LIGT VOO« U GEREED
De onderstaande indexcijfers van groothaü-
delsprijzen zijn berekend op basis 19361938
100.
Aug. 1939 9 Jan. 16 Jan.
Plant, voedingsm. 92.9 108.0 109.2
Dierl. voedingsm. 101.3 124.1 123-5
tot. voedingsmiddelen 97.3 116.4 115-5
Grondstoffen 96.8 140.4 140.0
Afgew. producten 101.8 118.8 119-3
Alg. indexcijfer 99.8 121.6 121-9
Wat het verloop van de kleinhandelsprijzen
betreft geven de volgende gewogen indexcijfers
van winkelprijzen in de tien grootste gemeen
ten van ons land eenig inziqht. In de bereke
ning zijn prijzen opgenomen van aardappelen,
brood, gruttrswaren, vleesch, melk, kaas,
eieren, vetten en kruidenierswaren.
Hierbij zij opgemerkt, dat een stijging van
8.3 pCt. der prijzen van voedingsmiddelen een
stijging veroorzaakt van de uitgaven voor het
geheele gezinsbudget van 3.3 pCt., waarbij
aangenomen is dat 40 pCt. van de gezinsuitga
ven besteed wordt aan voeding.
Augustus 1939 100
Aug. 1939 Nov. Dec. 9 Jan. 1940 16 Jan.
100 108.7 108.4 108.1 108.3
dat de zonden worden vergeven, indien men er
berouw over heeft.
Dat berust dus op de nederigheid, d. i. het
inzicht, dat wij onvolmaakt, ja zelfs zondig zijn
en dat het met ons streven naar de volmaakt
heid maar treurig gesteld is. De heiligen be
schouwen zich zelve dan ook niet als heiligen,
wel als bevoorrechten, geliefden, geredden, maar
niet als heiligen.
Het uitzicht, dat ons den moed geeft, de klei
ne stapjes voorwaarts te doen, is de liefde Gods
en nog eerder de liefde van God tot ons, dan
onze liefde tot God. Daarbij verdwijnt de ver
veling van de monotone beweging voorwaarts.
Want God is tegelijkertijd zoo ver en zoo nabij,
dat wij Hem even goed vinden in het berouw
als in onzen vooruitgang.
Ook is God zoo groot, dat de tekortkomingen,
bij wijze van spreken, in zijn oog niet zoo oe-
langrijk zijn, als in het oog van dengene, die
zich volmaakt acht. Voor dezen mensch is een
tekortkoming gelijk aan een verschrikkelijken
val van het voetstuk, zoodat het trotsche beeld
in duizenden stukken verbroken wordt. Maar in
Zijn oogen is het, bij wijze van spreken, zooais
ouders de tekortkomingen van kinderen be
schouwen.
Deze dingen ontgaan ook ons menschen niet
geheel. Wij vinden den hoogstaande, den vol
maakte, den verhevene sympathieker, wan
neer hij als een gewoon mensch moppert, dan
wanneer hij in zijn ongenaakbare en overge
voelige zelfoverschatting beklijft.
Uit dit alles is wel een zekere conclusie voor
de praktijk te halen. De gewone behandeling-
met oefeningen, rust, concentratie is vaak lang
niet zoo heilzaam als de overplaatsing in een
geheel andere omgeving: en dus vooral zulk een
omgeving, die verheffend werkt.
Zoo kan de lectuur van Shakespeare of de
muziek van de groote meesters en vooral van
Bach en Mozart veel doen, om den mensch
wijdere vergezichten te openen dan zijn eigen
perfectie: hij gevoelt zich verplaatst in een we
reld van veel grootere ruimte en fantasie dan
hij vaak in zich zelf gevonden heeft. Ook het
verblijf in bosschen en bergen kan soms heil
zaam zijn en in 't algemeen het verblijf in de
vrije natuur. Maar dit alles is voorbijgaand: er
zijn echter ook indrukken, die in 't alledaagsche
leven blijven en dat zijn de religieuze ervarin
gen. Het is goed, om die plaatsen uit te zoeken,
waar men deze ervaringen zuiver en verheven
kan ondergaan.
Ontelbaar is het aantal nerveuzen, die zich
zelf zoo cureeren.
Dr. TH. H. SCHLICHTING
De eeremedaille, verbonden aan de orde van
Oranje-Nassau, in goud is verleend aan F. V-
Wijbregt, bureelchef ten parkette bij de Kan
tongerechten in het arrondissement Amsterdam-
Met ingang van 1 Februari 1940 is benoemd
tot burgemeester der gemeente Bolsward: S.
de Jong.
Door oen sinds 35 jaren bestaande
Handelsdrukkerij te A'dam wordt:
Geregelde aflossing Br. onder lett.
C 63953, Bureau V. K. P., Amster
dam.
IDeze aangrijpende geschiedenis van de plantersdochter Scarlet O'Hara, die ondanks alle levensleed en
huwelijkscllende niet gebroken wordt, overtreft, wat vurigheid en spanning betreft, zelfs de onvergete
lijke trilogie van Gulbranssen,,Een der boeiendste boeken die wij ooit lazen, geschreven en vertaald
met een zeldzaam talent." (Boekenschouw). „Een levend menschelük boek" (Residentiebode). De
weeldeeditie van dezen wereldberoemden roman, prachtig en overvloedig geïllustreerd door Anton Pieck,
900 blz., gebonden in speciaal hiervoor vervaardigd Buffaleder is slechts in een beperkte oplage ver
krijgbaar. Is deze uitverkocht, dan kan aan herdruk in deze kostbare uitvoering en tegen dezen lagen
prijs niet meer worden gedacht
VUUR OVER LAND
ALS EEN VLAM IN DE STORM
HET ZAAD ONTKIEMT
Van de uitgave in 3 aparte banden op zwaarder papier hebben wij nog een kleinen voorraad. De prijs
daarvan bedraagt 4.50 per deel, de drie deelen tezamen 13.50. Franco toezending Desgewenscht
betaalbaar met 1.of meer per maand.
N.V. Boek- en Kunsthandel H. Nclissen, Prinsengracht 627, Amsterdam, Giro 60092 Telefoon 31791.
Ondergeteekende wenscht te ontvangen GEJAAGD DOOR DE WIND" in één de;el
f 10.in 3 deelen 1 13.50. Het bedrag ad fde le termijn ad f
is door mij verz. wordt met 10 ct. extra rembours bij ontv. zending door my betaald.
NAAM: ADRES:
96
9
Clim en Peter, die intusschen met den grootst
mogelijkcn spoed en ijver van de eene hut in de
andere doken haastig alle rugleuningen van
aanwezige stoelen bekijkend, hadden bedroe
vend weinig succes. De eene stoel na de andere
bleek te zijn gestikt met groen garen, het groe
ne garen, waarmee die stoelen de fabriek had
den verlaten, het groene garen, dat rechtens bij
die stoelen behoorde.
Peter had juist in de zooveelste hut bot ge
vangen. toen hij, op zijn holshorloge kijkend,
tot de ontdekking kwam, dat elk oogenblik de
passagiers uit de eetzaal konden terugkomen
Met een plotselingen schok herinnerde hij zich.
dat de stoel, die uit de hut van den Fransch-
man was gehaald, nog steeds niet was terug
gebrachtEr zou vast en zeker herrie ko
men. zeer ongewenschte herrie, als die achtens
waardige heer terugkwam van een copieus diner
en in zijn hut niet het meubel vond, bestemd
om zijn vermoeide leden in uit te strekken.
Herrie over stalen stoelen met groene be
kleeding was iets, dat Peter zeer zorgvuldig
wenschte te vermijden. De kleinste aanduiding
kon voor de tegenpartij voldoende zijn om op
het rechte spoor te komen. En als dat eenmaal
door den vijand gevonden was, begonnen de
moeilijkheden voor Clim weer van voren af
aan!
Peter haastte zich terug naar de hut van
Clim, nam daar den stoel op, die nog in gaven
toestand verkeerde, gaf den tweeden stoêl, die
met loshangende bekleeding in het midden een
welgemikten schop, verkende snel het terrein
en schoot de gang over, de hut van den man
met de snorren binnen. Het was een werk van
seconden om den stoel daar neer te zetten en
de hut weer te verlatenmaar het bleet:
toch. dat hij geen drie seconden later had moe
ten zijn. want juist toen hij de deur achter zich
had gesloten en den knop had losgelaten, kwam
een man de zijgang uitwandelen. Hij bleef op
het kruispunt staan en bekeek aandachtig zijn
baard in een spiegeltje. De kerel stond zóó, dat
hij door middel van zijn spiegeltje een blik kon
werpen in alle gangen achter hem. Peter ver-
wenschte hem hartgrondig. In deze omstandig
heden was het ondoenlijk, verder op onderzoek
uit te gaan. dus wist Peter niets beters te ver
zinnen dan de lange gang af te slenteren alsof
hjj zich naar de messroom begaf om een pakje
sigaretten te halen. Hij passeerde de breede
draaideur aan het einde der gang en bleef om
een hoekje van die deur staan loeren of inmid
dels het terrein nog niet veilig was geworden.
Door de glazen wanden van de draaideur kon
hij zonder zelf bespied te worden, want ach
ter hem was het betrekkelijk donker de gang
in haar volle lengte overzien. Tot zijn v.erbazing
zag hij even later een tweeden man uit een zij
gang te voorschijn komen. Die man droeg een
stalen stoel in zijn hand, een stalen stoel, be
kleed met groene stof. Peter mompelde enkele
minder oirbare woorden en keek gespannen toe.
De man ging een deur ergens aan de lin
kerzijde van de gang binnen en Peter had er
een eed op willen doen, dat het de hut van den
Franschman was. Tien seconden later kwam hij
weer te voorschijn, wederom met een stoel in
zijn hand. Hij verdween in de zijgang waaruit
hij gekomen was en even later slenterde ook de
man op het kruispunt, die blijkbaar zijn baard
voldoende had bestudeerd, die gang in.
Toen begon Peter zijn schedel te krabben en
daar had hij een goede reden voor. Krabben
werkt sterk inspireerend en Peter had groote
behoefte aan inspiratie. Het was bezwaarlijk
aan te nemen dat er onder de passagiers aan
boord plotseling besmettelijke stoelen-kleptoma-
nie was uitgebroken. Maar 't was wél duidelijk,
dat er op de een of andere manier iets over
Clim's manipulaties met stoelen was uitgelekt en
verder, dat de man met de groote belangstel
ling voor zijn baard in één schuitje zat met den
stoelen-verhuizer.
Het kon niet anders, die twee lui moesten le
den zijn van de bende, die Clim had overvallen
toen hij vroeger op den avond zijn hut binnen
ging. Maar wat voerden ze in de hut van den
Franschman uit? Als ze een paar uur tevoren
nog vermoedden, dat Clim het papier in zijn
hut had verborgen, hoe kwamen ze dan nu op
eens aan de wetenschap, dat Clim een stoel uit
zijn hut had omgeruild?
De gangen lagen leeg en veriaten onder het
helle licht der electrische lampen, dat glansde
op de gladgelakte wanden en deuren. Peter be
dacht zich niet lang, maar, het toeval zege
nend, dat de passagiers dien avond langer dan
gewoonlijk in de eetzaal bleven overigens een
zeer normaal gevolg van het feit dat het 't
laatste diner aan boord was ging hij de
draaideur door en liep snel de gang af. In elk
geval zou hij eens gaan kijken naar den stoel,
die door den onbekenden gever in de hut van
den Franschman was neergezet.
Zonder iemand te zijn tegengekomen, bereik
te hij die hut, glipte de deur binnen en schoot
op den midden in het vertrek staanden stoel af.
Ondanks het feit. dat op het oogenblik elke
seconde goud waard was. bleef hij enkele tellen
onbeweeglijk staan, starend naar den rugnaad
van den blauwglanzenden, stalen stoel in zijn
handDe naad was met zwart garen op een
zeldzaam slordige wijze dichtgenaaid!
In de enkele tellen, dat hij stilstond, ont
waakten in Peter's brein vage herinneringen
aan Sinterklazen en kabouters, doch meteen
zette hij dergelijke fantasieën vastberaden op
zij. Het was hun stoel, onmiskenbaar hun stoel,
de stoel met het document er in, maar hoe voor
den drommel was het mogelijk, dat die door
hun eigen vijanden in de hut van den Fransch
man was neergezet? Een afgrijselijke mogelijk
heid schoot hem door het hoofd: als de bende
eens ontdekt had waar Clim zijn papier had
verstopt, den stoel had gehaald, geledigd en nu
weer op zijn plaats gezet?
Hij brak zich niet verder het hoofd met lu
gubere mogelijkheden, maar gluurde om den
hoek van de deur of het terrein veilig was en
zag juist Clim met een zeer somber gelaat den
corridor afkomen.
Peter sprong de deur uit, trok die achter zich
dicht, wenkte Clim, en rende naar diens hut.
Clim, die hem met een stoel zag sleepen, begreep
wat er aan de hand moest zijn en volgde hem
op den voet.
„Heb je hem?" vroeg hij, opgewonden, terwijl
hij de deur achter zich sloot.
Peter knikte, legde geen omslachtige verkla
ringen af, maar verzocht Clim, naald en draad
te pakken plus het zwarte garen, waarmede hij
de eerste maal den rugnaad van den stoel had
hersteld.
„Maak voort," zei hij, „deze stoel moet dade
lijk weer in de hut van den Franschman staan,
vóór hij uit de eetzaal terug komt.... Fran-
schen zijn lastige lui wat hun comfort betreft
en de stoel, die daar staat, is even gehavend
als deze binnen een minuut zal zijn."
Clim haalde naald en draad te voorschijn.
Peter nam den stoel, dien zij een kwartier te
voren vergeefs hadden doorzocht, en trok de
stof, die de rugleuning vormde, strak. Clim
deed de eerste steken en toen het doek eenmaal
strak bleef zitten zonder te worden vastgehou
den, werkten ze er samen met waren helden
moed op los. Het resultaat was in vele opzich
ten schilderachtig. De steken kruisten elkaar
op de meest fantastische wijze en toen de ope
ratie was afgeloopen, zaten Clim en Peter hei'
den met hun vinger in hun mond.
Alleen het feit, dat ze op hun duimen zog®*1'
belette hen^ schandelijke taal uit te slaan, ma»^
die taal was eventueel te rechtvaardigen Se
weest: Peter had zich vier keer, Clim, door ZÜ
meerdere ervaring, slechts twee keer in clc
vinger geprikt. r
„Vooruit met dien stoel," zei Peter, de de'
openend, „ik zal kijken of de kust vrij is!"
De kust was vrij; de eerste gasten kwain
uit de eetzaal terug, maar waren nog aan n
begin van de gang. Bovendien stond het vriJ
wel vast, dat de Franschman een der laats'®
zou zijn, die van tafel opstonden. Dus wand®'
Peter op zijn gemak, nonchalant fluitend, d°®
den corridor, den stoel in zijn hand, en ging
hut van den eigenaar binnen.
Daar wachtte hij even, om de lieden, die n®
met een stoel hadden zien binnen gaan. uit B
gezicht te laten verdwijnen en liep toen ter"
naar de hut van zijn vriend. m
Clim zat, zijn gewoonte getrouw, op den r»
van zijn bed en kortte den tijd met zuigen
zijn vinger.
„Is alles in orde?" vroeg Peter haastig- e
Clim staarde hem verbaasd aan en ha»
den vinger uit zijn mond.
„In orde, wat zou er niet in orde zijn?"
Peter werd ongeduldig, „eIi
„Kijk liever eerst of het papier wel in
stoel zit!"
Clim haalde zijn schouders op.
(Wordt vervolg"3''