C. NIEUwe 'A Nervositeit en volmaaktheid DE WEELDE UITGAVE VOOR f 10.- 3 BOEKEN NU EON EN WOESTÏJIT RAAKT ZOEK ZONDAG 21 JANUARI 1940 1840 - JUB1LE LOTERIJ U moei duidelijk zijn... GEJAAGD DOOR DE WIND Breit allen mee! NED. INSTITUUT ELECTRO- WARMTE EN -CHEMIE Symposium in het gebouw der K.E.M.A. GARANTIEPRIJS VOOR SUIKERBIETEN KERK EN LECTUUR VERBOUW VAN KORRELMAIS 1940 Los deze Rebus op en looi mei de eersie 5000 mee om drie Fieisen. Schrijf de oplossing op een brief kaart, plak op de adreszijde 30 ci. aan postzegels of zend 'n kwartje per Giro. R.K. Kerkbestuur - SCHIPLUIDEN - Giro 353901 Voor 50 cis. 2 kansen, enz. Voor de tweede 5000 een electrische waschmachine MOZAÏEKWERK VOOR DEN HOOGEN RAAD GEREED Sneeuwval op de baan van de Gouwzee Veer te Gouderak hersteld BOEK EN BLAD EEN VROOM KERSTBOEK IN N DEEL W eekprijzen UIT DE STAATSCOURANT Onderscheiding Burgemeester f ZOOO.gevraagd a 5 FEUILLETON DOOR WILLY WATERMAN Aan de Nederlandsche breisters wordt mede gedeeld, dat zij, die nog aan blauwe bivakmut sen voor de marine bezig zijn, deze zoo spoedig mogelijk kunnen inzenden bij den commandant der marine te Nieuwediep. Men wordt echter verzocht niet nog aan nieuwe blauwe bivak mutsen te beginnen, wel worden nog blauwe polsmoffen en dassen gevraagd. Voor de landmacht worden groene bivak mutsen, dassen, polsmoffen en wanten bij alle breicomité's en in kamer 6 van het Haagsche stadhuis, met het oog op de strenge koude, zoo spoedig mogelijk ingewacht. Het symposium voor electrowarmte en elec- trochemie, gehouden door de Stichting Neder- landsch Instituut voor Electrowarmte en Elec- trochemie op Vrijdag 19 Januari j.l. in 'tVoor- lichtingsgebouw der K.E.M.A. aan den Utrecht- scheweg 210 te Amuc-m, vond zeer groote be langstelling uit alle deelen des lands. Het symposium werd bijgewoond door ruim 100 vertegenwoordigers van wetenschap, tech niek en het bedrijfsleven. O.a. merkten wij op: ir. G. J. Th. Eakker, directeur-generaal van de Electriciteitsvoorziening in Neder and; ir. J. Weyland, secretaris van een Electriciteitsraad; prof. dr. ir. F. K. Ih. van Iterson, directeur der Staatsmijnen in Limburg; dr. C. A. Lobry de Bruyn, van de Materialenstiehting; dr. W. J. van Heteren, rijksmuntmeester; ir. W. v. Alplien de Veer, van de Centrale Organisatie T. N.O.; J. A. L. van der Lande, directeur van de N.V. V/h Noury en v. d. Lande, verschillende direc teuren van provinciale en gemeentelijke e'ec- triciteitsbedrijven. enz. Na een uitvoerige openingsrede door den voorzitter, oud-minister prof. dr. ir. H. C. J. H. Gelissen. werden achtereenvolgens inleidingen gehou on door: prof. dr. L. S. Ornstein, direc teur van het Physisch Laboratorium der Rijks universiteit te Utrecht; onderwerp: „De effec tieve temperatuur bij verschillende verschijn selen". Drs. M. Hagedoom, verbonden aan 't Natuur kundig Laboratorium der N.V. Philips' Gloei lampenfabrieken, onderwerp: „Hoogfrequent- verhitting". Cr. H. J. Hamaker, directeur van het Bureau te Arnhem van de Stichting Neder.'andsch In stituut voor Electrowarmte en Electrochetuie. onderwerp: „De warmteverliezen bij electrische ovens bij intermitteerend bedrijf". Dr. ir. J. Hoogland, onderdirecteur van de N. V. Kon. Nederlandsche Zooitindustrie te Boekelo, onderwerp: „Eiectrochemie en chemi sche industrie". De minister van Economische Zaken heeft besloten, den garantieprijs vcor suikerbieten voor het oogstjaar 1940 op f 12.50 per 1000 K.G. vast te stellen. De garantieprijs bedroeg in 1939 aanvankelijk f 10.25, later is deze bij de algemeene verhocging van de prijzen der akker bouwproducten op f 1125 gebracht. De thans vastgestelde prijs beteekent dus een stijging van f 1 25 per 1000 K.G. Bij de vaststelling van de zen prijs heeft de wensch voorgezeten, den ver bouw van suikerbieten in 1940 aan te moedigen. Zooals reeds bekend is gemaakt, zal de gega randeerde hoeveelheid verwerkte bieten voor 1940 met 25 pCt. worden vergroot, hetgeen ten doel heeft de suikervoorziening voor het vol gend jaar zeker te stellen. Bij den thans voor 1940 vastgestelden garantieprijs mag worden aangenomen, dat de suikerbietenverbouw te genover andere hakvruchten niet in een on- voordeelige positie zal komen. Aangezien de vooruitzichten nog immer on zeker zijn is het niet mogelijk omtrent de richt prijzen van de andere akkerbouwproducten 'oor oogst 1940 reeds thans nadere mededee- lirwen te doen. Daar omtrent deze prijzen dus Vanaf haar stichting heeft de Kerk gewaakt over de lectuur harer kinderen Op instigatie van Paulus verbrandden de gelocvigen van Efese hun slechte boeken In 496 liet Paus Gelasius reeds een lijst opstellen van verboden boeken welke de eerste, ons bekende, officieele index is ge weest Sedertdien heeft de Kerk niet nagela ten hare kinderen op te wekken tot den strijd VOOR HET GOEDE >- BOEK TEGEN HET SLECHTF nog niets vaststaat, geeft de vaststelling van den garantieprijs voor de suikerbieten op f 12.50 dan ook geen enkele aanwijzing voor het peil, waarop de prijzen van de andere agrarische producten van oogst 1940 zullen worden vast gesteld. Deze prijzen zullen, indien het tijdstip waarop vaststelling mogelijk blijkt, is aange broken, worden bepaald aan de hand van de dan aanwezige omstandigheden. Mocht blijken, dat tengevolge van thans niet te voorziene om standigheden noodig is de prijzen eter andere agrarische producten op een zoodanig peil vast te stellen dat de prijzen der suikerbieten ten achter zouden komen, dan zullen deze worden herzien. De oorlogstoestand in een groot deel van Europa, waaronder ook ons land en met name de in- en uitvoer van ons land te lijden hebben maakt, dat de belangstelling van vele land bouwers uitgaat naar de mogelijkheid, het vee ce voederen met producten van eigen bodem. Door den landbouwvoorlichtingsdienst wordt het streven om in dit opzicht tot zelf-voorzie- ning te geraken, aangemoedigd. Eén van de voedermiddelen, waarvan de landbouw in hooge mate van den import afhankelijk is, is de mais. De laatste jaren bedroeg die invoer gemid deld 1 millicen ton per jaar. Weliswaar was niet alles voor veevoeder bestemd, maar dat maakte ciaar toch het hoofdbestanddeel van uit. Het is nu zeer de vraag in welke mate de maistoevoer in 1940 en volgende jaren mogelijk zal zijn. De eerste oorlogsmaanden zijn in cut opzicht niet bemoedigend, zooals onderstaand staatje bewijst: invoer van mais September October November 1938 63.521 ton 69.852 ton 76.248 ton 209.621 ton 1939 49.506 ton 27.284 ton 72.588 ton 149.378 ton Hieruit blijkt, dat over de maanden Septem berNovember in 1939 ruim 60.000 ton mais minder is aangevoerd dan in 1938. Het is misschien mogelijk, dat de totale in voer over 1949 niet veel zal verschillen met dien van 1939, doch reeds thans blijkt, dat aan de regelmaat, waarmede de aanvoer plaats vindt, veel mankeert. En we staan toch altijd voor de risico, dat er ernstige stagnatie in komt. Het is daarom, dat we nog weer eens met nadruk de aandacht vestigen op den verbouw van korrel- mais. Dit is een betrekkelijk nieuw gewas, dat echter de laatste jaren geleidelijk meer de belangstel ling van de landbouwers getrokken heeft. In 1936 werden 272 H.A. verbouwd, in 1937 was deze oppervlakte 782 H.A. en in 1938 887 H.A. Er zit dus een geleidelijke, regelmatige stijging in. Dat is een gelukkig verschijnsel, omdat het onjuist zou zijn met een nieuw gewas, waarvan men de moeilijkheden niet kent, direct in het groot te beginnen. Het meest treft men deze mais aan in Noord- Brabant, Noord Limburg en den Achterhoek. Maar ook elders in Groningen, in Zeeland, op cle Veluwe, in Twente wordt ze verbouwd. De opbrengsten loopen nog al eens uiteen, maar men kan ze op zandgrond, indien men de voorschriften goed opvoigt, toch wel stellen op 4000 K.G. per H.A In ons land zijn naar schatting op grond van de landbouwtelling van 1930 plm. 180.000 land bouwers, die een zuiver bouw- of een gemengd bedrijf voeren. Wanneer elk van deze, groot en klein, eens een kwart H.A. mais verbouwde, wat voldoende is om 2 a 2 fa varken te mesten tot 100 K.G., dan zou er reeds een oppervlakte van 45.000 H.A. met mais worden gezaaid, wat een opbrengst geeft van zeker 45.000 x 4 ton is 180.000 ton. Dat is nog wel geen miilioen, maar het zou toch wel voldoende zijn, om de even- tueele onregelmatigheden in den aanvoer van buitenlandsche mais op te vangen. Men zal dan natuurlijk de goede soorten moe ten nemen; in het Noorden wat vroeger rij- 111 11II II I I Goedgekgurd door B. en W. van Schipluiden 18-7-'39 pende dan in het Zuiden, maar waar de moge lijkheid van den verbouw van mais overal, waar een goede ontwatering plaats vindt, reeds meer malen ook door de practijk is aangetoond, mee- nen we er op aan te moeten dringen, dat de practische landbouwers ernstig overwegen een dergelijke kleine proef te nemen, Groote kosten brengt dit niet met zich mede. Voor 14 H.A. heeft men 12 K.G. zaaimais noo dig. De bemesting kan gelijk zijn aan die van rogge of tarwe. De oogst is eenvoudig en voor eigen gebruik is het niet noodig de mais te ont pitten. De kippen en varkens vreten de kolven geheel leeg of op. Gaarne zal de directie der Nederlandsche Heidemaatschappij, Sickeszplein 1, Arnhem, haar brochure over den verbouw van mais gratis toe zenden aan belangstellende practici en hen ook verder zooveel mogelijk met raad en daad ter zijde staan. Dezer dagen is het mozaïekwerk aan den in gang van de groote zaal in het gebouw van den Hoogen Raad der Nederlanden te Den Haag gereed gekomen. De vervaardiger, de heer J. Bouhuys te Amsterdam, heeft hieraan twee ja ren gewerkt. In den boog boven den ingang is de Neder landsche Leeuw voorgesteld, de wet handha vend. De voorste klauw van den strijdbaren leeuw ligt op het wetboek. Aan beide zijden van een der ingangen is een figuur uitgebeeld, die het symbool is van de taak van den Hoogen Raad, de linkerfiguur stelt voor de bescherming van de wet. de rechterfiguur den uitleg daarvan. De linkerfiguur draagt het wetboek veilig in den linkerarm, terwijl de rechterarm als be schermend wordt opgeheven. Voorts is deze figuur voorzien van het oude symbool 't zwaard. De rechterfiguur, „Uitleg der wet", draagt in de linkerhand de weegschaal en een nog onbe schreven blad papier, terwijl de rechterhand in den baard woelt. Aan de onderzijde der figuren zijn de wapens der vijf gerechtshoven aangebracht, voorzien van bandelieren, waarop zich de namen der steden bevinden. Het honderdjarig bestaan van den Hoogen Raad wordt met jaartallen in herinne ring gebracht. Zaterdagmiddag heeft het in de omgeving van Marken gesneeuwd, terwijl het tevens flink vroor. Hierdoor is de ijsbaan over de Gouwzee, welke aanvankelijk in een uitstekende conditie verkeerde, veel slechter geworden. De sneeuw heeft een koek op het ijs gevormd, welke voor de schaatsenrijders zeer onaangenaam is. Eerst Maandag zal de baan weer worden afgeschaafd. Nader bericht men ons uit Edam, dat er wel iswaar een groot pak sneeuw is gevallen, maar dat men reeds Zaterdag met de opruimings werkzaamheden is begonnen. Het ijs vanaf Broek in Waterland tot Monnikendam is in goede conditie en alles zou in het werk gesteld worden om ook de baan van Volendam naar Marken vóór hedenochtend 10 uur weer goed berijdbaar te maken. Naar de A. N. W. B mededeelt, is het veer Gouderak—Moordrecht Zaterdagmiddag weder in dienst gesteld. A Christian's Christmas; Edited hij Lord Clonmore Londen, Burns Oates and Washbourne. 1939. Terwijl veel, wat zich tegenwoordig Kerst boek noemt, zijn verband met het Kerstfeest zoekt in een winterlandschap of een marctale, hebben de Engelsche uitgevers Burns Oates en Washbourne tegen Kerstmis van het vorig jaar een Kerstboek gepubliceerd, dat „A Christian's Christmas" heet en de gansche be- teekenis, die de viering der Blijde Geboorte voor den geloovigen christen heeft, in een soort van bloemlezing weerspiegelt. Lord Clonmore, die deze keur samenstelde, heeft uitsluitend geput uit uitgaven van het huis zelf, dat dit boek doet verschijnen. Maar dat beteekent toch blijkbaar geen beperking, want de inhoud is zeer rijk en verscheiden. Het boek begint met de groote antiphonen uit de liturgie van den Kersttijd en een En gelsche vertaling door R. A. Knox van „Ver bum supernum". Stukken over „de wereld, waarin Onze Heer verscheen" en over „de volheid der tijden" zijn ontleend aan werken van aartsbisschop Goo- aier, Father Cuthbert O.S.F.C. en mgr. Kolbe. Theologische beschouwingen over de Moeder Gods, over „de natuur der menschwording" en „het mysterie der menschwording" wisselen af met een maatschappelijk betoog over „Bethle hem en Woeker", beschrijvingen van Bethle hem zooals het was en zooals het nu den Kerstnacht viert, met verhalen over een Kerst viering in Rome in 1859 of een Kerstfeest van Pater Damiaan in Molokai. Daartusschendoor een enkele vertelling, een uitvoerige beschouwing over de Kerstliturgie en tal van gedichten, waarbij Chesterton, Alice Meynell, Kardinaal Newman en Francis Thompson vertegenwoordigd zijn. En nog veel meer. Het is een rijk, onderhoudend, leerzaam en stichtend boek, dus alles, wat een waar en waardig Kerstboek moet zijn. Een Ober is geen gedachten- lezer1 Daarom is hel goed om - als U Hulstkamp be doelt - duidelijk te zeggen: „Kellner mij mijn Hulstkamp!" U krijgt dan wat U wenscht denzelfden borrel van thuis. jftie men thuis schenkt De Z.O. qenever f'f.K UTf.PKRUIK, f 3?5. INCLUSIEF O B Sommige menschen hebben een aangeboren neiging, al wat zij doen, nauwkeurig en in de puntjes te verzorgen. Deze neiging is dan ook bij deze menschen reeds op jeugdigen leef tijd merkbaar. Men zou dus zeggen, dat zulke menschen door hun neiging worden geholpen, om de volmaaktheid te bereiken. Maar nu is het een feit, dat de mensch de volmaaktheid niet kan bereiken, (Ook heiligheid beteekent geen volmaaktheid, maar veeleer heldhaftige beoefening der deugden, wat lang niet hetzelfde is). Deze menschen, die de neiging tot vol maaktheid hebben, worden daardoor er toe ge bracht naar iets te streven, wat niet bereikbaar is. Wanneer men nu het woord volmaaktheid in een menschelijken en reëelen zin neemt, d.w.z. als iets bereikbaars, dus bijv. het leven, zooals St. Franciscus en St, Thomas More dit geleefd hebben, dan is het duidelijk, dat de aangeboren neiging tot volmaaktheid een hindernis is op den weg naar de volmaaktheid. De lezer, hoe goedwillend ook, zal dat mis schien paradoxaal en zelfs onzinnig vinden. Maar raadpleeg nu eens uw ervaring en zeg mij dan of de menschen, die steeds en dwars door alles heen het volkomene eischen van zichzelf en van anderen, die niet dan met 100 procent tevreden zijn, geen lastige en vaak onevenwich tige en onrustige menschen zijn. Het antwoord kan in de meeste gevallen niet anders dan be vestigend zijn. Is dat niet vreemd? Daar komt dan nog bij, dat zulke menschen met de onvolmaakte maatschappij en met het onvolkomen menschdom hoogst ontevreden zijn. Daar zijn er, die tengevolge daarvan de wereld willen verbeteren, niet beginnende met zich zelf; daar zijn er, die altijd blijde geruchten om zich heen willen zien. Er zijn er die alle men schen gelukkig willen hebben en verontwaar digd zijn dat het zoo niet is. Er zijn er zelfs die een nieuwe menschheid en een nieuwe wereld wenschen. Maar nu kom ik weer terug op het feit dat dit alles onmogelijk is en degenen, die dus naar de volkomenheid in de wereld streven, worden las tig en zijn querulanten. Maar degenen, die naar eigen volmaaktheid streven, hebben vaak een ziekelijk geweten en dat speelt een zeer belangrijke rol in de ner vositeit en de lichamelijke stoornissen die daar uit voortkomen. Men zou het misschien het beste zoo kunnen zeggen: dat zij zich zelf niets kunnen vergeven. Het zijn zeer ongelukkige menschen. Ja, vaak is het zóó, dat dezelfde fou ten en tekortkomingen, die zij zich zclven niet kunnen vergeven, in anderen wel door hen wor den vergoelijkt en vergeven. Het lijkt bijna alsof zij de anderen meer liefhebben dan zich zelf. Maar dat kan men ook anders uitleggen. Wan neer wij iemand als een tikje minderwaardig beschouwen, dan zeggen zij vaak; het is toch een goede vent. Iedereen weet dat in dat oordeel vaak een zekere minachting verscholen ligt. Welnu, dan telt men ook de fouten en zonden van zulk een minderwaardig persoon niet al te zwaar: het wordt hem licht vergeven. Maar dat zelfde zal ik mij zelf niet vergeven, want ik be schouw mij zeiven als een hoogstaand man, met een fijn geweten, aan wien terecht de hoogste eischen gesteld worden. Nu begint het treurspel. Zoodra deze mensch alleen is, begint hij zich zelf te plagen. En dat belet hem den slaap te Vatten. In het gezelschap van anderen denkt hij er te weinig aan, zooais de apostel zegt, te weenen met de weenenden en blijde te zijn met de blij den; maar hij wil daarboven uit: boven vreug de en droefheid uit, in een onbeweeglijke en stabiele standvastigheid en volkomenheid. Soms gelukt het hem, als hij er niet aan denkt, zich zelf te vergeten en is dan een tijd lang gewoon en kameraadschappelijk; maar plotseling komt de „duivel der volmaaktheid" boven en hij is weer „zichzelf, d.w.z. hij probeert weer te zijn wat hij niet is. In den omgang met de menschen en ook in het huwelijk is dat heel lastig. Is vriend of echt genoot vriendelijk, meegaand en tegemoetko mend, dan proeft hij een bijsmaak, alsof men hem beschouwt als een medelijdenswaardig iemand of, zooals het volk zegt, als een tam- men idioot. Maar neemt men hem serieus en kritiseert zijn egoïstisch idealisme, dan voelt hij zich gekrenkt. De vrouwen kunnen een man zeggen: „Je zoudt dit wel eens kunnen doen" op een toon, waaruit de overgevoelige man het ver wijt hoort: „Overwin nu eens eenmaal je egoïs me." Ook hebben de vrouwen een (heilzame) gewoonte, om hun echtgenoot als een besten bra ven jongen te behandelen, terwijl de beste jon gen dan juist als een plechtige en wereldwijze held wenscht gerespecteerd te worden. De vol komen liefderijke overgave aan zich zelf in het huwelijk is voor zulke ongelukkige menschen natuurlijk heel moeilijk. Tegenover de superieuren wil dezelfde man den indruk maken van honderd percent energie en efficiency, hetgeen moeilijk vol te houden is, vooral daar superieuren (juist als andere menschen) dan weer het een en dan weer het andere willen. En wat zoo jammer is, de nerveu- zen verliezen dan hun gevoel voor humor. Het voorgaande is volkomen waar, maar niet de geheele waarheid. Want het is ook waar, dat zonder streven naar volmaaktheid of tot ver betering hetgeen op hetzelfde neerkomt, want de mensch kan niet stilstaan de wereld in korten tijd bedorven zou zijn en de menschen ook. Dit is dus een werkelijk probleem. De voor de hand liggende oplossing zou zijn, dat men maat moet houden, dus met bedachtzaamheid en schrede voor schrede naar de volmaaktheid moet streven. Inderdaad is dit waar en dit is de zuiver psychologische of liever technische kant van de zaak. Zonder matigheid en bedacht zaamheid bereikt men bijzonder weinig. Maar het is erg vervelend, en daardoor houdt men er na eenigen tijd mee op. Dat is het groote nadeel van de psychotherapie, dat ze zoo vervelend is: telkens een stapje voorwaarts en dan weer een stapje voorwaarts en dan weer een stapje he laas achterwaarts. Zeker, het is noodzakelijk, maar schrikkelijk vervelend. Tenzij er een uit zicht is, zoo groot en zoo weidsch, dat men gaar ne telkens een stapje voorwaarts maakt en het uitzicht toch niet verliest, wanneer men een stapje achterwaarts doet. Dus zooals soldaten in een veldtocht, die hun de overwinning en de vrijheid moet brengen. Welnu, dat uitzicht, dat vergezicht kan slechts gevonden worden in iets, wat grooter is dan de mensch, want de puur menschclijke volmaaktheid beteekent niet zoo veel en is vaak vervelend. (De Grieken vonden Socrates ook zeer vervelend; en nu luisterde Socrates nog steeds naar een bovenmensche- lijke stem in zijn binnenste). Voor de nerveuze is het allervoornaamste dit: LIGT VOO« U GEREED De onderstaande indexcijfers van groothaü- delsprijzen zijn berekend op basis 19361938 100. Aug. 1939 9 Jan. 16 Jan. Plant, voedingsm. 92.9 108.0 109.2 Dierl. voedingsm. 101.3 124.1 123-5 tot. voedingsmiddelen 97.3 116.4 115-5 Grondstoffen 96.8 140.4 140.0 Afgew. producten 101.8 118.8 119-3 Alg. indexcijfer 99.8 121.6 121-9 Wat het verloop van de kleinhandelsprijzen betreft geven de volgende gewogen indexcijfers van winkelprijzen in de tien grootste gemeen ten van ons land eenig inziqht. In de bereke ning zijn prijzen opgenomen van aardappelen, brood, gruttrswaren, vleesch, melk, kaas, eieren, vetten en kruidenierswaren. Hierbij zij opgemerkt, dat een stijging van 8.3 pCt. der prijzen van voedingsmiddelen een stijging veroorzaakt van de uitgaven voor het geheele gezinsbudget van 3.3 pCt., waarbij aangenomen is dat 40 pCt. van de gezinsuitga ven besteed wordt aan voeding. Augustus 1939 100 Aug. 1939 Nov. Dec. 9 Jan. 1940 16 Jan. 100 108.7 108.4 108.1 108.3 dat de zonden worden vergeven, indien men er berouw over heeft. Dat berust dus op de nederigheid, d. i. het inzicht, dat wij onvolmaakt, ja zelfs zondig zijn en dat het met ons streven naar de volmaakt heid maar treurig gesteld is. De heiligen be schouwen zich zelve dan ook niet als heiligen, wel als bevoorrechten, geliefden, geredden, maar niet als heiligen. Het uitzicht, dat ons den moed geeft, de klei ne stapjes voorwaarts te doen, is de liefde Gods en nog eerder de liefde van God tot ons, dan onze liefde tot God. Daarbij verdwijnt de ver veling van de monotone beweging voorwaarts. Want God is tegelijkertijd zoo ver en zoo nabij, dat wij Hem even goed vinden in het berouw als in onzen vooruitgang. Ook is God zoo groot, dat de tekortkomingen, bij wijze van spreken, in zijn oog niet zoo oe- langrijk zijn, als in het oog van dengene, die zich volmaakt acht. Voor dezen mensch is een tekortkoming gelijk aan een verschrikkelijken val van het voetstuk, zoodat het trotsche beeld in duizenden stukken verbroken wordt. Maar in Zijn oogen is het, bij wijze van spreken, zooais ouders de tekortkomingen van kinderen be schouwen. Deze dingen ontgaan ook ons menschen niet geheel. Wij vinden den hoogstaande, den vol maakte, den verhevene sympathieker, wan neer hij als een gewoon mensch moppert, dan wanneer hij in zijn ongenaakbare en overge voelige zelfoverschatting beklijft. Uit dit alles is wel een zekere conclusie voor de praktijk te halen. De gewone behandeling- met oefeningen, rust, concentratie is vaak lang niet zoo heilzaam als de overplaatsing in een geheel andere omgeving: en dus vooral zulk een omgeving, die verheffend werkt. Zoo kan de lectuur van Shakespeare of de muziek van de groote meesters en vooral van Bach en Mozart veel doen, om den mensch wijdere vergezichten te openen dan zijn eigen perfectie: hij gevoelt zich verplaatst in een we reld van veel grootere ruimte en fantasie dan hij vaak in zich zelf gevonden heeft. Ook het verblijf in bosschen en bergen kan soms heil zaam zijn en in 't algemeen het verblijf in de vrije natuur. Maar dit alles is voorbijgaand: er zijn echter ook indrukken, die in 't alledaagsche leven blijven en dat zijn de religieuze ervarin gen. Het is goed, om die plaatsen uit te zoeken, waar men deze ervaringen zuiver en verheven kan ondergaan. Ontelbaar is het aantal nerveuzen, die zich zelf zoo cureeren. Dr. TH. H. SCHLICHTING De eeremedaille, verbonden aan de orde van Oranje-Nassau, in goud is verleend aan F. V- Wijbregt, bureelchef ten parkette bij de Kan tongerechten in het arrondissement Amsterdam- Met ingang van 1 Februari 1940 is benoemd tot burgemeester der gemeente Bolsward: S. de Jong. Door oen sinds 35 jaren bestaande Handelsdrukkerij te A'dam wordt: Geregelde aflossing Br. onder lett. C 63953, Bureau V. K. P., Amster dam. IDeze aangrijpende geschiedenis van de plantersdochter Scarlet O'Hara, die ondanks alle levensleed en huwelijkscllende niet gebroken wordt, overtreft, wat vurigheid en spanning betreft, zelfs de onvergete lijke trilogie van Gulbranssen,,Een der boeiendste boeken die wij ooit lazen, geschreven en vertaald met een zeldzaam talent." (Boekenschouw). „Een levend menschelük boek" (Residentiebode). De weeldeeditie van dezen wereldberoemden roman, prachtig en overvloedig geïllustreerd door Anton Pieck, 900 blz., gebonden in speciaal hiervoor vervaardigd Buffaleder is slechts in een beperkte oplage ver krijgbaar. Is deze uitverkocht, dan kan aan herdruk in deze kostbare uitvoering en tegen dezen lagen prijs niet meer worden gedacht VUUR OVER LAND ALS EEN VLAM IN DE STORM HET ZAAD ONTKIEMT Van de uitgave in 3 aparte banden op zwaarder papier hebben wij nog een kleinen voorraad. De prijs daarvan bedraagt 4.50 per deel, de drie deelen tezamen 13.50. Franco toezending Desgewenscht betaalbaar met 1.of meer per maand. N.V. Boek- en Kunsthandel H. Nclissen, Prinsengracht 627, Amsterdam, Giro 60092 Telefoon 31791. Ondergeteekende wenscht te ontvangen GEJAAGD DOOR DE WIND" in één de;el f 10.in 3 deelen 1 13.50. Het bedrag ad fde le termijn ad f is door mij verz. wordt met 10 ct. extra rembours bij ontv. zending door my betaald. NAAM: ADRES: 96 9 Clim en Peter, die intusschen met den grootst mogelijkcn spoed en ijver van de eene hut in de andere doken haastig alle rugleuningen van aanwezige stoelen bekijkend, hadden bedroe vend weinig succes. De eene stoel na de andere bleek te zijn gestikt met groen garen, het groe ne garen, waarmee die stoelen de fabriek had den verlaten, het groene garen, dat rechtens bij die stoelen behoorde. Peter had juist in de zooveelste hut bot ge vangen. toen hij, op zijn holshorloge kijkend, tot de ontdekking kwam, dat elk oogenblik de passagiers uit de eetzaal konden terugkomen Met een plotselingen schok herinnerde hij zich. dat de stoel, die uit de hut van den Fransch- man was gehaald, nog steeds niet was terug gebrachtEr zou vast en zeker herrie ko men. zeer ongewenschte herrie, als die achtens waardige heer terugkwam van een copieus diner en in zijn hut niet het meubel vond, bestemd om zijn vermoeide leden in uit te strekken. Herrie over stalen stoelen met groene be kleeding was iets, dat Peter zeer zorgvuldig wenschte te vermijden. De kleinste aanduiding kon voor de tegenpartij voldoende zijn om op het rechte spoor te komen. En als dat eenmaal door den vijand gevonden was, begonnen de moeilijkheden voor Clim weer van voren af aan! Peter haastte zich terug naar de hut van Clim, nam daar den stoel op, die nog in gaven toestand verkeerde, gaf den tweeden stoêl, die met loshangende bekleeding in het midden een welgemikten schop, verkende snel het terrein en schoot de gang over, de hut van den man met de snorren binnen. Het was een werk van seconden om den stoel daar neer te zetten en de hut weer te verlatenmaar het bleet: toch. dat hij geen drie seconden later had moe ten zijn. want juist toen hij de deur achter zich had gesloten en den knop had losgelaten, kwam een man de zijgang uitwandelen. Hij bleef op het kruispunt staan en bekeek aandachtig zijn baard in een spiegeltje. De kerel stond zóó, dat hij door middel van zijn spiegeltje een blik kon werpen in alle gangen achter hem. Peter ver- wenschte hem hartgrondig. In deze omstandig heden was het ondoenlijk, verder op onderzoek uit te gaan. dus wist Peter niets beters te ver zinnen dan de lange gang af te slenteren alsof hjj zich naar de messroom begaf om een pakje sigaretten te halen. Hij passeerde de breede draaideur aan het einde der gang en bleef om een hoekje van die deur staan loeren of inmid dels het terrein nog niet veilig was geworden. Door de glazen wanden van de draaideur kon hij zonder zelf bespied te worden, want ach ter hem was het betrekkelijk donker de gang in haar volle lengte overzien. Tot zijn v.erbazing zag hij even later een tweeden man uit een zij gang te voorschijn komen. Die man droeg een stalen stoel in zijn hand, een stalen stoel, be kleed met groene stof. Peter mompelde enkele minder oirbare woorden en keek gespannen toe. De man ging een deur ergens aan de lin kerzijde van de gang binnen en Peter had er een eed op willen doen, dat het de hut van den Franschman was. Tien seconden later kwam hij weer te voorschijn, wederom met een stoel in zijn hand. Hij verdween in de zijgang waaruit hij gekomen was en even later slenterde ook de man op het kruispunt, die blijkbaar zijn baard voldoende had bestudeerd, die gang in. Toen begon Peter zijn schedel te krabben en daar had hij een goede reden voor. Krabben werkt sterk inspireerend en Peter had groote behoefte aan inspiratie. Het was bezwaarlijk aan te nemen dat er onder de passagiers aan boord plotseling besmettelijke stoelen-kleptoma- nie was uitgebroken. Maar 't was wél duidelijk, dat er op de een of andere manier iets over Clim's manipulaties met stoelen was uitgelekt en verder, dat de man met de groote belangstel ling voor zijn baard in één schuitje zat met den stoelen-verhuizer. Het kon niet anders, die twee lui moesten le den zijn van de bende, die Clim had overvallen toen hij vroeger op den avond zijn hut binnen ging. Maar wat voerden ze in de hut van den Franschman uit? Als ze een paar uur tevoren nog vermoedden, dat Clim het papier in zijn hut had verborgen, hoe kwamen ze dan nu op eens aan de wetenschap, dat Clim een stoel uit zijn hut had omgeruild? De gangen lagen leeg en veriaten onder het helle licht der electrische lampen, dat glansde op de gladgelakte wanden en deuren. Peter be dacht zich niet lang, maar, het toeval zege nend, dat de passagiers dien avond langer dan gewoonlijk in de eetzaal bleven overigens een zeer normaal gevolg van het feit dat het 't laatste diner aan boord was ging hij de draaideur door en liep snel de gang af. In elk geval zou hij eens gaan kijken naar den stoel, die door den onbekenden gever in de hut van den Franschman was neergezet. Zonder iemand te zijn tegengekomen, bereik te hij die hut, glipte de deur binnen en schoot op den midden in het vertrek staanden stoel af. Ondanks het feit. dat op het oogenblik elke seconde goud waard was. bleef hij enkele tellen onbeweeglijk staan, starend naar den rugnaad van den blauwglanzenden, stalen stoel in zijn handDe naad was met zwart garen op een zeldzaam slordige wijze dichtgenaaid! In de enkele tellen, dat hij stilstond, ont waakten in Peter's brein vage herinneringen aan Sinterklazen en kabouters, doch meteen zette hij dergelijke fantasieën vastberaden op zij. Het was hun stoel, onmiskenbaar hun stoel, de stoel met het document er in, maar hoe voor den drommel was het mogelijk, dat die door hun eigen vijanden in de hut van den Fransch man was neergezet? Een afgrijselijke mogelijk heid schoot hem door het hoofd: als de bende eens ontdekt had waar Clim zijn papier had verstopt, den stoel had gehaald, geledigd en nu weer op zijn plaats gezet? Hij brak zich niet verder het hoofd met lu gubere mogelijkheden, maar gluurde om den hoek van de deur of het terrein veilig was en zag juist Clim met een zeer somber gelaat den corridor afkomen. Peter sprong de deur uit, trok die achter zich dicht, wenkte Clim, en rende naar diens hut. Clim, die hem met een stoel zag sleepen, begreep wat er aan de hand moest zijn en volgde hem op den voet. „Heb je hem?" vroeg hij, opgewonden, terwijl hij de deur achter zich sloot. Peter knikte, legde geen omslachtige verkla ringen af, maar verzocht Clim, naald en draad te pakken plus het zwarte garen, waarmede hij de eerste maal den rugnaad van den stoel had hersteld. „Maak voort," zei hij, „deze stoel moet dade lijk weer in de hut van den Franschman staan, vóór hij uit de eetzaal terug komt.... Fran- schen zijn lastige lui wat hun comfort betreft en de stoel, die daar staat, is even gehavend als deze binnen een minuut zal zijn." Clim haalde naald en draad te voorschijn. Peter nam den stoel, dien zij een kwartier te voren vergeefs hadden doorzocht, en trok de stof, die de rugleuning vormde, strak. Clim deed de eerste steken en toen het doek eenmaal strak bleef zitten zonder te worden vastgehou den, werkten ze er samen met waren helden moed op los. Het resultaat was in vele opzich ten schilderachtig. De steken kruisten elkaar op de meest fantastische wijze en toen de ope ratie was afgeloopen, zaten Clim en Peter hei' den met hun vinger in hun mond. Alleen het feit, dat ze op hun duimen zog®*1' belette hen^ schandelijke taal uit te slaan, ma»^ die taal was eventueel te rechtvaardigen Se weest: Peter had zich vier keer, Clim, door ZÜ meerdere ervaring, slechts twee keer in clc vinger geprikt. r „Vooruit met dien stoel," zei Peter, de de' openend, „ik zal kijken of de kust vrij is!" De kust was vrij; de eerste gasten kwain uit de eetzaal terug, maar waren nog aan n begin van de gang. Bovendien stond het vriJ wel vast, dat de Franschman een der laats'® zou zijn, die van tafel opstonden. Dus wand®' Peter op zijn gemak, nonchalant fluitend, d°® den corridor, den stoel in zijn hand, en ging hut van den eigenaar binnen. Daar wachtte hij even, om de lieden, die n® met een stoel hadden zien binnen gaan. uit B gezicht te laten verdwijnen en liep toen ter" naar de hut van zijn vriend. m Clim zat, zijn gewoonte getrouw, op den r» van zijn bed en kortte den tijd met zuigen zijn vinger. „Is alles in orde?" vroeg Peter haastig- e Clim staarde hem verbaasd aan en ha» den vinger uit zijn mond. „In orde, wat zou er niet in orde zijn?" Peter werd ongeduldig, „eIi „Kijk liever eerst of het papier wel in stoel zit!" Clim haalde zijn schouders op. (Wordt vervolg"3''

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 6