Wil Engeland uitbreiding van den oorlog? Krachtige en zeer versterkte moderne linies c [ropenliefde VADERLANDSLIEFDE Iedere fout van den vijand zal worden uitgebuit Een economisch dictator gevraagd ONZE VERDEDIGING IS UP TO DATE Buitenlandsch Overzicht WOENSDAG 24 JANUARI 1940 Vaderlandsliefde is een schoone na tuurlijke deugd, waarover vaak en gaarne in gloeiende woorden wordt Besproken en geschreven. Maar vader landsliefde is niet enkel een dankbaar onderwerp voor het exploiteeren en laten schitteren van oratorische gaven, zij is hieer en moet meer zijn. Zij heeft alleen Haar wezenlijke waarde als zij zich toont door daden van offervaardigheid en een geest van blijmoedig aanvaarden van alles, wat het belang van het vader land onder alle omstandigheden met recht en rede van ons eischt en moet eischen. De Finnen geven op het oogen- blik een treffend voorbeeld van heroï sche vaderlandsliefde, een voorbeeld, dat °ok door ons gevolgd zal moeten wor den, wanneer eens, wat God verhoede, voor ons land de hoogste nood aan den toan mocht komen. Wij waren onlangs in de vanwege den oorlog somber afgeschermde „ville lu- Hière", Parijs. In een van die typisch Parijsche woonkazernes van buiten een imposante deftige gevel, maar daar achter trieste binnenplaatsjes en einde- looze grauwe trappen met overloopjes, Waarop men telkens een met een bijl ge- Wapenden Raskolnikof zou kunnen ver- Wachten hadden wij iemand te bezoe ken, dien wij echter niet thuis troffen. ^Vij meldden ons daarom bij de concierge °hi een schriftelijke boodschap achter te laten. Deze concierge, een echte volks vrouw van reeds gevorderden leeftijd, Was met haar onverzorgd uiterlijk, haar torenhoogen haarknoedel midden boven °P haar hoofd, haar bombazijnen boeze laar en haar voor een fooitje smeltende stugheid het standaardtype van haar Zoo vermaarde en ook vaak gesmade klas se. Zij noodigde ons uit, in haar smake loos gemeubelde huiskamer, waarin een frivole barpop verdwaald scheen als een carnavalsmasker op een kerkhof, bin- hen te treden en ons aan tafel te zetten om gemakkelijker de boodschap op ons visitekaartje te schrijven. Met een paar francs verzekerden wij ons van haar hei ligste bezweringen, dat zij de boodschap Prompt zou overbrengen, en van veel buigende plichtplegingen, toen zij ons Pitliet. Deze onooglijke en zich door niets Van haar ambtgenooten onderscheiden de concierge, die dag in dag uit als een spin haar web den toegang tot een huis Vol menschen bewaakt vanuit haar poo- Vere loge, had, zooals we later verna- Hen, in den oorlog van 1914 tot 1918 baar man en haar twee zoons op het slagveld verloren. Daarna had zij twee heefjes in huis genomen en opgevoed en deze beide jongens lagen thans in de Maginot-linie. Of zij ze ooit zal weer zien? Zij hoopt het, maar kan er niet Zeker van zijn. Zij draagt geen bouton Van het Legioen van Eer en zij zou zich zelf dat ook niet waardig keuren. Zij heeft voor het vaderland eenvoudig, zon der eenigen ophef, als iets vanzelfspre kends, dat zij bereid is telkens opnieuw te doen, indien het noodig is, haar plicht Bedaan. Zij jammert en klaagt niet daar over maar aanvaardt het leven gelaten, Zooals het valt en ontvalt met een gees telijke evenwichtigheid, die ook het Zwaarste leed en het grootste offer te dragen maakt. Zie, dat is echte vader landsliefde, een vaderlandsliefde, waar toe 'achter het front duizenden moeders dl vrouwen en zusters geroepen kunnen Worden, een vaderlandsliefde, die hen. die in de voorste linies strijden, steunt en sterkt en heel het volk maakt tot een bolwerk van niet te overwinnen vastbe radenheid. Toen wij, weer terug in ong geze gend landje, dat tot nu toe door de Voorzienigheid voor het ergste Bespaard is gebleven, hoorden, hoe som migen maar niet uitgejammerd en uitge- klaagd komen over de vaak onvermijde lijke gevolgen van allerlei regeerings- Haatregelen, over het ongemak van dis tributie-regeling, over noodzakelijke zelfbeperkingen op niet altijd even be langrijke gebieden, over het af en toe tijdelijk opschorten der militaire verlo ven enz., enz., hebben wij ons deze dood gewone Fransche vrouw, die slechts één uit duizenden gelijkgezinde vrouwen was, herinnerd en ons geschaamd over het in ons land nog steeds niet uitge roeide slag van betweterige, altijd-onte- vredene, gemakzuchtige en zelfzuchtige Jeremiassen, die zich zoo moeilijk iets ontzeggen kunnen, zelfs als het om de hoogste belangen van het vaderland gaat. En ook hebben wij ons afgevraagd of de groote heeren van het beleggings front, dat zich vrijwel onbetuigd liet bij de deelname aan de nationale leening, zich misschien liever even zware offers als die Parijsche concierge zouden ge troosten dan een half procent rente min der te ontvangen. Adres inzake dubbele belasting heffing Vorst bracht tuinbouw veel schade GUY DE FONTGALLAND Heden 15 jaar geleden dat hij stierf Mgr. Th. M. P. Bekkers Bidweek BABY VERBRANDDE, TERWIJL MOEDER WEG WAS Oude fortificaties blijken van waarde Moderne linies Voor den vragendag in den Volksraad Nieuwe luchtlijn van Makassar naar Ambon? HET IJS IN KANALEN EN RIVIEREN K.L.M.-KINDERVLUCHT UITGESTELD Door Charles Bruce voor groot en klein is VERWEKT GEEN KRAMP BI] apothekers en drogisten in verpakkingen een 10, 30 en 60 tabletten. De Vereeniging van Nederlanders, huiseige naren en hypotheekhouders in het buitenland heeft zich in een adres tot den Minister van Financiën gewend, teneinde eenige wenschen inzake het vraagstuk van de dubbele belasting heffing kenbaar te maken. Ook in September 1938 heeft de vereeniging zich inzake de dubbele successiebelasting reeds tot den minister gewend. In het adres wordt er op aangedrongen, nu de regeering zich tot belastingverhooging ver plicht acht, met Duitschland een verdrag te sluiten, zooals dat reeds met België bestaat, waarin een regeling wordt getroffen, ten aan zien van de heffingen van belastingen op in komens en erfenissen. De hooge successiebelastingen, welke de Duit- sche autoriteiten heffen, zijn indien de erfge naam in Duitschland geen liquide middelen heeft, reeds zeer zwaar. Bij een dubbele belas tingheffing werkt de situatie fnuikend, aldus adressante. Het verlangen naar een sterken man in het Britsche oorlogskabinet, die een veel-omvattend economisch program zou moeten opstellen en uitvoeren wordt meestal daarmee gemotiveerd dat deze oorlog een totale oorlog is. Het ware motief echter ligt ergens anders. Het bestaat daarin, dat men het Duitsche Rijk in dezen oorlog lang niet voldoende kan blokkeeren. In den wereldoorlog stonden België, Rusland, Roemenië, Servië en Italië in de rij der blok- kade-mogendheden en men kon er zelfs Hon garije nog bij rekenen. Tot Rusland behoor de destijds een groot deel van het thans door de Duitschers bezette Poolsche gebied. In den Wereldoorlog had de blokkade-ring slechts in het Noorden een opening. Thans zijn er breede openingen aan alle zijden. Zeker, de zeeblok kade is thans reeds effectiever dan in het jaar 1917, maar een deel van den Duitschen in- en uitvoer kan zij slechts indirect treffen, en een ander deel in het geheel niet. Daarom heeft Engeland zich door het in Fin land geleverde bewijs van de militaire zwakte van Rusland gaarne ertoe laten bewegen, zijn geheele oorlogspolitiek om te schakelen. Was deze politiek aanvankelijk op de localisatie van den oorlog gericht, daar men vreesde, dat zijn uitbreiding de Russen en misschien ook de Ita lianen aan de zijde van Duitschland zou bren gen, thans is Engelands voornaamste doel, het bleek duidelijk uit Churchill's jongste rede den oorlog uit te breiden, teneinde de blok kade-openingen te sluiten en, voorzoover dit niet voldoende is, de belangrijkste bronnen, waaruit het Derde Rijk zijn grondstoffen betrekt, te be machtigen. Deze uitbreiding van den oorlog kan echter slechts dan gelukken, wanneer Ber lijn of Moskou de fout, welke Stalin door zijn aanval op Finland begaan heeft, herhaalt. Want de Geallieerden zullen uit eigen bewe ging er niet gemakkelijk toe overgaan een neu traal land in den oorlog te betrekken. Daar, waar de tegenpartij het doet, zullen zij echter de gelegenheid met beide handen aangrijpen. Wanneer thans Britsche vliegtuigen naar Fin land gaan, zal geen enkele Engelschman meer beweren, dat dit als een versplintering van krachten is te beschouwen. Ook daar is nu En gelands front, en wanneer de Russen of Duit schers zich ertoe zouden laten verleiden, zwe den of Noorwegen binnen te rukken, dan zal dat de speelruimte der Geallieerden nog ver- grooten en ze nog dichter brengen bij de bron nen, waar de allernoodzakelijkste grondstoffen voor het Derde Rijk liggen. Het is echter zeer de vraag of de Duitschers en Russen den Geallieerden het genoegen zul len doen, zulke fouten te maken. En daarom moet Engeland zich erop voorbereiden, de openingen der blokkade langs economischen weg te stoppen. Vandaar de roep naar een economischen dictator. Men kan den buitenlandschen handel niet volgens een economisch plan voeren, wan neer men de binnenlandsche economie vrij laat. In Berlijn mag men juichend constatee- ren, dat dus ook Engeland gedwongen is het Duitsche voorbeeld te copiëeren. Afgezien van dit juichen is deze constateering juist, maar daarmee is nog niet gezegd, dat het voorbeeld goed was! Groot-Brittannië zal nu gedwongen zijn, zijn buitenlandschen handel te regelen volgens de oorlogseconomie, dus volgens anti- economische principes. Het zal, zooals de Duit schers al zeven jaar doen, alle methoden van een eigenlijk onverstandige concurrentie gaan toepassen. Het zal dingen koopen, die het niet noodig heeft, of ergens anders nog goedkooper kan krijgen. Het zal goederen met goederen, in plaats van met wissels betalen. Het zal in vele gevallen pogingen in het werk stellen, den verkooper als betaling goederen op te dringen, die hij heelemaal niet noodig heeft. Het zal aan een ander zeggen, dat hij slechts het ar tikel A. kan krijgen, wanneer hij ook artikel B neemt, en hij kan het artikel C slechts le veren, wanneer hij zich ertoe verplicht het ar tikel D niet meer te vervaardigen. Er is niet veel fantasie voor noodig, om al deze kunst grepen in den handel te beschrijven, want men hoeft slechts dat 'te releveeren, wat Schacht en Funk hebben uitgevonden. Slechts één vraag blijft over: de meest effec tieve handelsmethode der nationaal-socialisten was de militaire dreiging. Zal Engeland ook deze nabootsen? In Churchill's rede van Zater dag j.l. was zeker een dreigende toon tegen de neutralen te beluisteren. Het is te verwachten, dat Engeland nu en dan een scherper toon zal aanslaan, b.v. in Boekarest, wanneer het waar blijkt, dat de op Duitschen wensch aangestelde petroleumcom- missaris de Britsche firma's in Roemenië kar. dwingen, slechts aan Duitschland en volgens door Duitschers voorgeschreven prijzen te leveren. Met moet dus met het treurige feit rekening houden, dat Engeland zich door het niet ef fectief werken der blokkade gedwongen voelt in de vrijheid van zijn geheele economie veel dieper in te grijpen, dan dit. in den wereld oorlog geschied is. Men weet, waar dit ingrij pen begint, maar niet waar het ophoudt. Ook de Duitsche distributiemaatregelen zal men wel moeten navolgen. Engeland roept thans om een dictator, maar het vat dit woord op in de be- teekenis, die ook de oude Romeinen er aan ge hecht hebben. Bij den dooi is in het Westland gebleken, dat de strenge vorst der laatste weken zeer groote schade heeft aangericht aan de tuin- bouwgewassen. Vooral de te veld staande spruitkool blijkt voor een groot gedeelte vernietigd te zijn. Deze groote schade is dus een herhaling van de vorstschade van De cember 1938, toen vrijwel alle tuinbouwpro ducten vernield werden. Verscheidene kweekers hadden Dinsdag de spruitkool met stronk en al i- de veestallen ge haald om deze vlugger tot ontdooiing te krijgen. Hierbij bleek het grootste d»el te gelijken op groene zeep", zooals een spruitenteler mede deelde. Bij een verderen dooi zal blijken, dat een groot deel verrot zal zijn. De tuinbouwers, vooral de spruitentelers, wor den financieel zwaar getroffen. Men verwacht ook, dat de glasandijvie veel geleden zal hebben van de vorst. Over het be houd van bloemkool- en slaplanten zijn de ver wachtingen ook niet hoog gespannen. Vandaag herdenkt men de dag waarop, 15 jaar geleden, de Dienaar Gods Guy de Fontgalland in Parijs stierf. Bij Het Spectrum, uitgeverij te Utrecht, verscheen een boeiend en uitvoerig leven van dezen bijzonder begena digden knaap, wiens voor beeld juist in dezen tijd de jeugd tot zo een lichtend voorbeeld kan zijn. Het boek werd met verschillende zeer fraaie foto's geïllustreerd en is bij Uw boek handelaar verkrijgbaar. Prijs: ing. 1.90, geb. 2.50. (Adv.) Maandag 5 Februari zal het 25 jaar geleden zijn, dat mgr. Th. M. P. Bekkers, Huisprelaat van Z. H. den Paus, werd benoemd tot Rector van Huize „Bijdorp", Moederhuis der Congre gatie van den H. Catharina van Senen der zusters Dominicanessen te Voorschoten, waar aan het pensionaat van OL. Vrouw van Lour- des verbonden is. Een 25-jarig rectoraat, dat tal van vruchten heeft afgewoipen, op de eerste plaats voor de vele leerlingen, die in deze jarenreeks aan dit pensionaat werden toevertrouwd. Maar ook op ander gebied is deze onderwijsinrichting mgr. Bekkers veel dank verschuldigd. Toen n.l. eenige jaren geleden het pensionaat werd omgezet in een Instituut met Middelbare Meisjesschool en tweejarigen huishoudcurus voor externen zoo wel als voor internen, was het mgr. Bekkers, die hen, die dit grootsche werk tot stand brach ten, trouw met raad en daad ter zijde stond. Ook Moederhuis en Congregatie hebben in den jubilaris steeds een toegewijden raadsman gevonden, die tijd noch moeite spaarde om te helpen, waar hij helpen kon. Maar in ruimer kring nog heeft Bijdorps rector zijn werkkracht ontplooid. Eerst als re dacteur van het Weekblad St. Bavo, dat ge durende een twintigtal jaren onder zijn leiding stond, welke leiding is uitgegroeid tot het voor zitterschap van het Liefdewerk van de arme pa rochies in het Bisdom Haarlem. Bovendien is mgr. Bekkers voorzitter van de door Z.H. Exc. den Bisschop van Haarlem benoemde Commis sie voor de regeling van het Kerkelijk Crediet in het Bisdom Haarlem. Sedert tal van jaren is Z.D.H. ook Bisschoppelijk Gecommitteerde voor het afnemen van het examen Godsdienst, diploma B. Verder nog: eerst diocesaan directeur, later leider, nationaal secretaris van het Sint Pe trus Liefdewerk tot opleiding van inlandsche Priesters in de Missielanden: nationaal secre taris ook van den Priester Missie Bond; lid van het hoofdbestuur van het Pauselijk Liefde werk van het Genootschap tot Voortplanting des Geloofs; penningmeester van het Neder- landsch Volkenkundig Museum en een der hoofdredacteuren van het tijdschrift „Het Missiewerk". Bij gelegenheid van zijn 25-jarig Priester schap, in 1929, werd Rector Bekker verheven tot Geheim Kamerheer en later, in 1934, tot Huisprelaat van Z. H. den Paus. 4 Februari zal dit jubilé in intiemen kring worden herdacht. Op den 5den is de eigenlijke viering door het Instituut, welke begint met een plechtige H. Mis. Gelegenheid tot het per soonlijk aanbieden van gelukwenschen bestaat dien dag tusschen 3 en 4 uur. Van harte wordt den Hoogw. jubilaris een „ad muitos annos" toegewenscht. Voor Donderdag is de intentie van de Bid week: „Bekeering van alle heidenen". Is werkelijk Christus de Weg, de Waarheid en het Leven? Zijn dus allen, die Christus niet kennen, op den verkeerden weg, "buiten de waar heid, zonder leven? Het eerste is even zeker als het tweede. Hier staan tallooze millioenen als droeve getuigen. En de Kerk lijdt er onder, niet in staat te zijn zich tot hen te wenden en hun den Weg, de Waarheid en het Leven mede te deelen. Nog zijn de tijden niet vervuld, en elk katho liek is nog in de gelegenheid zijn rol te spelen in de genadenverdeeling, de Zending Gods ver der en verder door te geven. Nemen we aan, dat wij ons omtrent nalatigheid in het verleden niets te verwijten hebben, God geve het. Maar voor de toekomst moest zich elke katholiek kunnen vertienvoudigen, en meer, had niet de natuur haar grenzen. Doch geen grenzen kent de bovennatuur, Gods almacht en genade. Die in te schakelen is het werk van ons gebed. De Bidweek is mor gen voorbij. Ons gebed sta niet stil, zijn kracht zal nooit voorbij gaan. De echtgenoote van J. Zandstra in Halium zou Dinsdagavond een brief posten. Haar man is in militairen dienst. De vrouw wikkelde haar eenjarig kindje in een op de kachel verwarmd laken en legde het in een bedstede. Zy dekte het kind met een wollen deken toe. Toen de vrouw terugkwam, stond de kamer vol rook. De beddeplanken en de deken waren geschroeid, terwijl het kind brandwonden had aan hoofd en handjes. Geneeskundige hulp mocht niet meer baten. Het ongeluk is vermoedelijk gebeurd, door dat het laken te heet was, waardoor het bedde- goed schroeide. Tijdens een oefening, welke dezer dagen eigens bij het veldleger onder het oog van Luitenant-Generaal J. J. G. baron van Voorst tot Voorst werd gehouden, was één van onze verslaggevers in de gelegenheid een stukje te zien van de versterkte linie, welke als tooneel van de oefening diende. Militaire geheimhouding eischt, dat over onze defensiewerken niet te veelvuldig geschreven wordt en daarom kan een verslaggever niet te veel in details treden. Toch deed het hem goed eens van nabij te zien wat hij wel wist, dat be stond: krachtig en modern versterkte limes. Ons leger zou, als de nood aan den man zou komen, niet in het open veld behoeven te vech ten, doch zou beschikken over weerstandslijnen, waar het den vijand zou kunnen opwachten. Nu trof het in zooverre slecht, dat het betrok ken stuk „front" geografisch al zeer sterk was, doordat het in de flank beschermd werd door waterloopen en inundaties, terwijl ook overi gens de terreingesteldheid in de flanken van het acces zoodanig was, dat het acces ook zon der versterkingen moeilijk te forceeren zou zijn. De defensiewerken, welke hier zijn uitgevoerd, zijn daarom niet zoo uitgebreid, dat zij repre sentatief voor alle andere versterkte terrein - strooken genoemd kunnen worden; er zouden veel „mooiere" getoond kunnen worden. Hét hierbédoelde acces d.w.z. een nietge- inundeerde strook tusschen inundaties door- loopende sluit aan op de defensiewerken van onze vaderen. Stukken van de achterste lijn dateeren uit den tijd van prins Maurits, wiens strategisch inzidht nog steeds waarde heeft. Dit wordt door een anecdotische bijzonderheid geïllustreerd Eenige jaren geleden besloot een gemeen tebestuur een groote aarden verhooging in de buurt van het acces, een onnut lijken de terp, te doen sloopen om met de aldus gewonnen aarde eenige lager gelegen wei landen op te hoogen. Onbekend met deze voorgeschiedenis besloot eenige maanden geleden de artillerie-officier, die opdracht had ter bescherming van het acces een goede plaats voor de opstelling van eenige batterijen te zoeken, een aarden verhoo ging te doen aanbrengenprecies op de plaats, waar driehonderd jaar lang de door Maurits bevolen wal gelegen had. De theorie, dat onze oude fortificaties geen waarde meer zouden hebben, heeft afgedaan. Bij den aanleg van versterkingen op groote schaal, zooals deze in de laatste zes maanden is aangepakt, heeft men van de oude forten en wallen ook dankbaar gebruik gemaakt. Zoo werd in het bij de oefening betrokken acces de achterste lijn gevormd door een gemoderni seerd fort en een forschen wal, die achter de inundaties aan de flanken doorliep. Het fort was van nieuwe stalen pantserkoepels voorzien. De wal was aanzienlijk versterkt, zoowel door het storten van enorme massa's klei als door het aanbrengen van betonnen kazematten. Een voudig was dit niet, aangezien dit soort wallen tevens waterkeerend behoort te blijven, ook bij beschieting. Men begrijpt, dat het smalspoor, dat over den dijk liep, maanden en maanden in bedrijf is geweest voor deze enorme grond verplaatsing. De oude linie echter kon slechts -als basis dienen: moderne verdediging eischt diepte. Daarom was de artillerie in het algemeen achterwaarts en een groot deel der overige troepen naar voren opgesteld. De versterking in de diepte was volledig het werk der laatste maanden. Het ongeveer 500 meter breede acces heeft maanden lang werk gegeven aan een regi ment infanterie, eenige afdeelingen artillerie en andere hulptroepen, plus aan een aantal burger aannemers en hun werklieden. De troepen zorgen voor den handenarbeid. Zij hadden uit hun mid den ook betonploegen gevormd, die naast de burgerarbeiders bij de uitvoering van de beton nen kunstwerken meehielpen. Een breede tank gracht, behoorlijk van versperringen vóórzien, sloot het acces over de volle breedte af. De gracht was machinaal gegraven. Voorts was het terrein doorspekt met hindemissen, mijnenvel den en kleine vuurspuwende bergen: mitrail leuropstellingen en schuttersnesten. Als men be denkt, dat al deze opstellingen niet gegraven konden worden, maar door ophooging moesten ontstaan, dan krijgt men eenig besef van den geweldigen arbeid, die daartoe noodig is ge weest. Het kenmerkende van moderne linies is, dat zij van buiten af weinig zichtbaar zyn. Met de Maginot-linie is dat b.v. ook het geval. Zoo'n paar knobbels in het terrein, wat beteekenen zij voor een aanvaller? Zoo denkt de leek mis schien, wanneer de aanblik van kleine betonnen en aarden kazematten hem bij den eersten oog opslag weinig imponeert. Zij beteekenen vuur op een punt waar de vijand het liever niet wilde hebben. Men kan er op rekenen, dat evenals Maurits zijn aarden wal blijkbaar op het aan gewezen punt had gemaakt ook thans de pillendoozen en mijnenvelden en draadversper ringen en tankgrachten enz. precies daar zijn aangelegd, waar zij noodig zijn. De militair noemt dat uitbuiten van het terrein. Het is van oudsher de opzet van de strategen geweest den vijand te laten vechten op een plaats die men voor hem heeft uitgezocht. Tegenwoordig beteekent dat nog meer dan vroeger, hetgeen duidelijk wordt bij de beschouwing van een modem vuurplan, waarop aan elk kruispunt, elk boschje. elke bocht in een dijk, elke boerderij, elke sloot een speciaal vuur is toegedacht, daar te bren gen door het daartoe geëigende wapen. In dat licht beteekenen zij veel, die verspreide knobbels in het polderland. En dat zij klein zijn, dan des te beter: het zal den vijand moeite kosten ze een voor een onschadelijk te maken. De tijd, dien ons leger sinds de mobilisatie heeft gehad, is goed besteed. Het werk was hard en eentonig, doch het resultaat is, dat het Nederlandsche volk zich niet onbeschermd be hoeft te gevoelen. Ook wij hebben thans gordels van staal, beton, aarde en water. BATAVIA, 24 Jan. (Aneta). Voor beantwoor ding op den vragendag van den volksraad, wel ke begin Februari zal worden gehouden, zyn in totaal 77 vragen ingediend. Behalve de reeds geseinde zijn o.m. nog de volgende vragen binnengekomen: Van den heer Wirjopranato (Nat. Fractie) in zake rasdiscriminatie bij de aanstelling in over heidsambten. Van den heer Smit (Suikerbond) inzake de arbeidsvoorwaarden van werknemers in den handel en de voorbereiding van de werkloos heidsverzekering. Van den heer Soeria Nataatmadja (Regen- tenbond) inzake de oprichting van een Moskee in Den Haag. Van den heer Prawoto (P.BP.B.B.) inzake den afzet van Java-suiker. Van den heer Thamrin (Nat.-Fractie) inzake de prijzen van rijst en de kapoksituatie. Van den heer Leunissen (I.E.V.) inzake toe lating van meer jongelieden uit Indië tot de K. M. A. en van den heer De Raad (Partüloos) inzake de inkomsten van zee-miliciens en het georgani seerd overleg bij de gouvernementsmarine. MAKASSAR, 24 Jan. (Aneta). Nadat de piloot van de K. N. I. L. M.. de heer De Graaf, de plannen voor een lijn van Makassar naar Ambon, en van Makassar naar Temate en Menado, had bestudeerd, vertrok hij naar Java, nadat hij verschillende gegevens had verzameld, speciaal betreffende het gebruik van amphibie- of landtoestellen. Met dit vraagstuk hangt waar schijnlijk ook de vraag samen of Ambon dan wel Makassar zal worden aangewezen als uitgangs punt. Sinds het vertrek van den heer De Graaf is echter in Makassar niets meer vernomen. Aneta teekent bij het bovenstaande telegram nog het volgende aan: Ambon wordt het cen trale punt voor de Groote Oost. Over de opening van de nieuwe luchtlijn is nog niets vastgesteld, en zij is o.m. afhankelijk van de afle vering der bestelde amphibie-toestellen, waar omtrent evenmin momenteel iets kan worden gezegd. Ook heden is in de bevaarbaarheid van de Nederlandsche wateren weinig of geen veran dering gekomen. Bij Kornwerderzand in de Waddenzee is we gens slecht zicht de scheepvaartmogeiykheid niet te beoordeelen terwijl bij Oude Schild de toestand in zooverre is gewijzigd, dat de vaart behalve voor krachtige stoom- en motorsche pen ook mogelijk is voor schepen met gering vermogen, die echter wel hinder ondervinden. Zeilvaart blijft hier gesloten, doch de ijstoe stand is veranderlijk en wordt overheerscht door getij of windrichting. In het Hollandsch Diep by Moerdijk, waar de scheepvaart Dinsdag nog mogelijk was door een opengebroken vaargeul, is deze mogelijk heid thans wegens slecht zicht niet te beoor deelen. De Boven- en Beneden-Merwede zitten vast, evenals bij Werkendam en Kop van het Land de Nieuwe Merwede. Te Deeneplaat is vier tiende drijfijs. Het breken zou hier vandaag worden voortgezet, zoo mogelijk tot voorby Gorinchem. De Nederrijn en de Lek zitten vast. De vaarweg Rotterdam-Noord-Kil wordt nog opengehouden. Naar het „Handelsblad" verneemt, is de twee de z.g. „kindervlucht" van de K.L.M. naar Indië, welke aanvankelijk op 30 Januari te Napels zou beginnen, wegens gebrek aan voldoende deel- nemertjes voorloopig uitgesteld tot half Februari. „Toean, ze zijn al vertrekken," bracht Ampau verslag uit, toen hy zich weer by Desmond Voegde. „Heeft de Toean nog iets te bevelen?" „Dat is hier geen plaats en geen tijd om bouwen bij ons te hebben. Vandaag of hoog stens vannacht zal Ansokol ons weer aanvallen, ^ijn hart moet wel bloeden, als hij hoort, dat "e missy hem is ontnomen. Hij zal niet lang 'beer wachten om bloedig wraak te nemen. Ik ^eet niet, met hoeveel man hij ons zal bestor men, of hoeveel dorpen inmiddels tot hem zijn ?Vergeloopen, maar dit staat in ieder geval vast. missy moet hier niet blyven. Ze slaapt nu P1 dat is maar goed ook. Slaap is een goed ge neesmiddel. Stuur twee mannen naar Antak's n°rP. Laat ze met een flinke boot en zes «tevige roeiers naar ons komen. Ze moeten een °°ort zonnedak in de boot zien te maken, maar j ieder geval moeten ze voor elf uur aan de ^hdingsplaats zyn, waar het pad de rivier muist. Ik zal van hier om tien uur vertrekken b de missy en Simuk tot aan de boot verge len met zes politiemannen. Vandaar uit zal ae dan naar de onderneming van Toean Temple zenden. „Jy biyft hier Ampau en houdt alles stevig in de gaten, terwijl ik weg ben." „In orde, Toean, maar zal de missy zoo ver al kunnen loopen?" „Nee, maar we zijn er nog niet. We moeten een kleine, gemakkelyke draagbaar voor haar zien te maken. Als we daar mijn matras op leg gen, zal ze niet veel last hebben van den tocht. Vier sterke schouders houden haar gemakkelijk in de hooogte, ze is licht als een veer Ampau. Pik zes stevige kerels uit, zoodat ze elkander van tijd tot kunnen aflossen." „En Simuk, moet die loopen?" „Natuurlijk, zal Simuk loopen, wat dacht je dan, korporaal," klonk ineens Simuk's stem. „Met u verlof, Toean, de missy slaapt en ik hoorde u praten." „Maar jij hebt zoo'n grooten tocht achter den rug, Simuk. Durf je de voetreis nog aan van hier naar de Pengkalan?" vroeg Desmond be langstellend. „Heb je in het geheel niet ge slapen?" „Nee, Toean, maar de vrouwen met een don kere huid zijn niet zoo teer als die blanke pop petjes. Wij weten niets van treinen en rijtuigen en paarden. Onze voeten en onze beenen zijn onze paarden. Alleen de angst had me moe en zwak gemaakt, toen we hier aankwamen. Vrees en schaamte, die mijn deel zouden zijn gewor den, indien de mannen ons hadden ingehaald. Nee, Toean, ik zal loopen en indien het noodig zijn, zal ik helpen dragen opdat de missy haar tocht veilig moge beëindigen." „Mooi Simuk, je bent een dapper kind. Ala de missy wakker wordt, moet Baji wat thee voor haar zetten, maar laat haar rustig door slapen. Is ze nu wakker? „Toean, zou ik haar in den steek hebben ge laten, indien ik niet zeker was, dat ze in een diepen slaap was verzonken," antwoordde Simuk, terwijl de verontwaardiging in elk woord doorklonk. „Zij slaapt heel gezond en in haar droom komt er telkens een glimlach om haar mond. Haar hart is gerust. Dat is niet meer dan natuurlijk. Ze is nu aan zooveel gevaren ontkomen. En dan zich veilig en ver zorgd te weten onder het persoonlijk toezicht van den Toean." Zij zweeg en keek Desmond strak aan. „Is ook het hart van den Toean nu goed gestemd, nu hij weet, dat zij veilig is?" vroeg ze. Toen het licht in Desmond's oogen wel sprekender antwoord was, dan ooit woorden hadden kunnen geven, ging ze haastig verder: „Wil de Toean nu hooren naar het verhaal, dat ik hem heb te vertellen? Ik ben bereid...." „Ik ook, Simuk," antwoordde Desmond. „Zeg me alles." Desmond luisterde geduldig naar het lange verhaal. Zyn oogen lieten niet af van het onver stoorbare gezicht tegenover hem. Even nokte het in haar keel, toen ze aan de passage van het afscheid van haar vader kwam en in ant woord op de onuitgesproken vraag, sprak- ze: „Hij is dood, Toean. Mijn hart zegt me, dat hy niet meer leeft. Ik weet wel niet, waar hy viel, niemand heeft me iets omtrent zyn einde meegedeeld, maar ik ben er zeker van, dat er boven feest en vreugde is op de Ara om den. moedigen strijder en den edelen stamvader, die tot het einde toe trouw bleef aan den adeldom van karakter. Nu ben ik de laatste afstammeling van dit voorname geslacht, Toean." Van den tocht en haar vlucht met Stella sprak ze maar heel weinig. „Wij wisten dus weg te komen, Toean en kwamen ten slotte juist op tyd hier aan." Toen haar stem wegstierf, boog Desmond een weinig voorover, greep haar hand in de zijne en sprak: „Simuk ik kan nu maar weinig zeggen. Er valt nog zooveel te doen, maar dit moet me toch van het hart. Niemand van mijn geslacht zal ooit vergeten, wat jij, jij en Pulangga voor ons hebt gedaan. Ja, ik spreek-zelfs voor heel mijn volk, indien ik je dit zeg. Het was een daad van hoogste zelfverloochening, die jullie beiden hebben gesteld. Daar komt nog bij, dat ik niet genoeg mijn bewondering kan uiten voor de buitengewone slagvaardigheid, die zoowel je vader als jij hebben ten toon gespreid. Je bent wel een vrouw, Simuk, maar dapperder en be drevener dan menig strijder. Mocht Pulangga werkelijk gevallen zijn als een slachtoffer van zijn plicht en edele zelfverloochening, dan zal hij zeker, zooals jij daar straks hebt gezegd, geëerd worden door de helden uit zijn jeugd. Hij zal er met trots gewagen, dat Simuk binti Pulangga bin Atak een kind is, waardig den grooten naam van zijn geslacht. Duizend en duizend maal dank Simuk." Simuk stond op en sloeg haar oogen neer. Toen zei ze verlegen: „Mijn hart is werkelijk verheugd, dat de Toean tevreden over ons is. Ik verlangde niets andere. Maar er is nog iets, Toean. Toen mijn vader ten slotte afscheid van mij nam, gaf hy mij de opdracht aan zijn broeder zyn laatste groeten over te brengen en tevens de boodschap, dat bij hem trouw gebleven was tot in den dood .kam pei mati". Dat waren zijn laatste woorden, Toean, en hij verzocht me dringend, die aan u over te brengen." „Nog eens, Simuk, ik dank je, ik dank je uit den grond van mijn hart." Zij keerde zich zwijgend van hem af en liep langzaam naar de hut. Desmond bleef haar in gedachten nazien. „Dat is een hooghartig kind. Ik moet van Stella eens te weten zien te komen, hoe die vlucht in elkaar heeft gezeten. Daar is meer gebeurd dan Simuk heeft losgelaten. Indien die oude kerel werkelijk het leven erbij is inge schoten en het meisje dus alleen achter blijft, wordt ze het eerste slachtoffer van die duivels, indien wij er niet in slagen ze voorgoed doods benauwd te maken. Ja, dat moet ik zien te be reiken. Ze moeten als de dood zijn voor iederen blanke. Ze moeten onze wapens vreezen als hun booze geesten. Als ik eerst maar eens die vrouwen kwijt ben, zal ik je wel eens mores leeren, Tiang, Ansokol en Cie." Ondertusschen was Ampau bijna klaar geko men met de lichte draagbaar. Desmond, die toezag, keek even verschrikt op, toen iemand hem aan zijn mouw trok. Het was Simuk. „De missy is wakker, Toean, en ze vroeg, of ik u wilde roepen." De welbekende stem beantwoordde zijn klop pen op de deur. Desmond trad binnen. Stella zat op den rand van het lage bed. Haar wangen gloeiden nog van den slaap. Maar haar oogen keken hem helder en gelukkig aan. Een glim lach ter verwelkoming lag op haar gezicht. „O, mr. Carruthers, wat doet het me goed, u weer terug te zien. Ik heb u zooveel te ver tellen, maar voordat ik begin, moet ik weten, wat er op het oogenblik aan de hand is." Ze keek eens om zich heen. Haar oogen bleven rusten op het eenige meubel, dat te bekennen viel. „Dit schijnt de eenige stoel te zijn. Gaat u even zitten en vertel me eens, wat u van plan bent. Ik geloof dat dit lieve kind me met alle geweld wil kleeden en ik heb een gevoel, dat Ik nog wel een week zou kunnen slapen." „Simuk heeft gelyk, miss Temple. Ik zal u zoo spoedig mogelijk naar Sebrang laten ver voeren. Ik heb maatregelen getroffen dat u eerst per draagbaar naar de rivier zult worden gebracht waar een flinke boot u verder zal bren gen. U zult dus geen nieuwe vermoeienissen meer te verduren hebben." „U schynt nog al haast te hebben om van me af te komen," zei ze pruilend. „Maar in ernst, moet ik werkelijk vertrekken? Na alles wat er gebeurd is, voel ik me hier zoo veilig. En nog eens, ik heb zoon vreeselyken slaap." (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 5