Deurwaarders staan voor de poorten van Roemenië Zelfs reddingsbooten werden beschoten ropenliefde 3 Het diplomatieke spel op den Balkan PE KENNER, rookt De Joden in het Derde Rijk HOEST FAMEL vraaqf^ cn Buitenlandsch Oüerzicht Een goede buur soms beter dan een verre Vriend LONDEN SNUFFELT IN ANDERMANS POST Russen bombardeeren schepen WAAROM DE RUSSISCHE TANKS FAALDEN Met de 3 Dampo-producten bestrijdt U alle verkoudheden DONDERDAG 25 JANUARI 1940 Verdachte brieven en cheques uit Amerika Achterstelling op alle gebied Geallieerde aankoopen in Amerika Canada bestelt schepen WEYGAND TE ANKARA Van 1000 tanks zijn er 460 vernietigd Millionnaïr in lompen VERKOUDHEID BRONCHITIS SIROOP Hooimeijer's beschuit fabriek Opening van den nieuwbouw te Barendrecht JONGEMAN DOOR DIESEL GEGREPEN i Door Charles Bruce Als wy alle démenti's, die na de conferentie te Venetië door Italiaansche en Hongaarsche Instanties zijn uitgegeven met betrekking tot wat in het buitenland over het verloop van deze bijeenkomst bekend werd, zouden gelooven, dan hebben de beide ministers van Buitenlandsche Zaken, graaf Ciano en graaf Csaky, tijdens die dagen niet anders gedaan dan onder het geno* van een heerlijk glas „Chiantiwat over koetjes en kalfjes keuvelen. Volgt men echter cie groote diplomatieke activiteit, die onmiddellijk na deze besprekingen door de Baikanmogend'neden werd ontwikkeld, dan krijgt men den indruk, dat de conferentie te Venetië de inleiding beteekende van een nieuwe politiek, die ten eerste ten doel heeft te voorkomen, dat onder de Balkanstaten, die nog zoovele geschillen onder elkaar te rege len hebben, thans een conflict zou uitbreken er. ten tweede de Balkanmogendheden in den ure des gevaars te vereenigen, om gezamenlijk aan een eventueele Russische of Duitsche dreiging het hoofd te bieden. In dit diplomatieke spel heeft Italië Hongarije tot partner gekozen. Joego-Slavië neemt Roemenië voor zijn reke ning en Turkije speelt met Bulgarije. De spelers treden niet op den voorgrond en schuwen alle publiciteit; eerst op de as. Balkan-conferentie te Belgrado zal misschien naar buiten blijken, wie het spel zal winnen of reeds gewonnen heeft. De vraag is: zal de Balkan-Entente het in strument blijven om de grenzen, welke twintig jaar geleden te Trianon en Neuilly getrokken werden, te handhaven, of zal zü, zooals de Ita lianen willen, het bolwerk worden, dat de ge meenschappelijke belangen van alle Balkanvol ken zal nastreven. Het zal den mogendheden, die van de na-oorlogsche vredesverdragen ge profiteerd hebben, niet gemakkelijk vallen hun politiek gelijk te schakelen met de eischen van het oogenblik. De have's moeten wat soepeler worden, de have-nots moeten tot kalmte aan gespoord worden. En het is vooral Italië, dat deze moeilijke taak op zich heeft genomen, al maakt het ook gaarne gebruik van de hulp van bevriende mogendheden. Het land, waarvan voor het grootste gedeelte hêt al of niet slagen van Italië's politiek af hankelijk is, is Roemenië. Boekarest is als het ware de spil, waar de heele Balkan-politiek om draait. Een veertien dagen geleden werd ge meld, dat Koning Carol ergens aan de Joego slavische grens Prins-regent Paul had ontmoet. Hoewel het bericht later werd tegengesproken, hielden de buitenlandsche correspondenten te Belgrado vol, dat de ontmoeting wel degelijk had plaats gehad. Het was maar al te duidelijk' Joego-Slavië speelde ae belangrijke rol van be middelaar tusschen Hongarije en Italië aan de eene en Roemenië aan de andere zijde. De vo rige week confereerde de Roemeensche minister van Buitenlandsche Zaken Gafencoe met zijn Joego-Slavischen collega Markowitsj en ook bij dit onderhoud zal de Joego-Siavische minister er wel op gewezen hebben, dat het gevaarlijk zou zijn als Boekarest zich al te star toont. Het is misschien nog niet te iaat, als Roemenië zien zou herinneren, dat een goede buur vaak beter Is dan een verre vriend. Die verre vriend is Engeland, dat Roemenië tegen een Duitsche agressie een garantie heeft gegeven, de goede buur is Joegc-Slavië; Hongarije en Bulgarije kunnen het nog worden. Twintig jaar heeft de regeering in Boekarest hardnekkig geweigero, gehoor te geven aan de eischen van de laatste twee nabuurstaten. Twintig jaar heeft men geen aandacht besteed aan de belangen der minder heden, Is het wonder, dat deze naburen weinig medelijden zuilen kennen, als het eventueel tot een uitbarsting komt? Deze buren, men zou hen de deurwaarders kunnen noemen aan de poor ten van Roemenië, zijn Sovjet-Rusland, Hon garije en Bulgarije. Een andere ontmoeting, welke misschien wei even belangrijk is geweest als die tusschen Graaf Ciano en graaf Csaky te Venetië, al is er dan ook minder aandacht aan gewijd, was die. welke ruim een week geleden te Sofia plaats had tus schen den Turkschen onder-staatssecretaris voor Buitenlandsche Zaken, Menemenjogloe en der. Bulgaarschen premier Kiosseivanof. Evenals Ciano te Venetië had Menemenjogloe de dubbelt taak van een volkomen begrip te toonen vooi de grieven en aspiraties der Bulgaren en hen aan te sporen geduld te beoefenen bij hun re visionistische eischen inzake de teruggave var. hun vroeger gebied, de Dobroedsja. Het is interessant te zien, hoe Italië telkens weer op zijn weg de Geallieerden of hun naaste vrienden ontmoet. Ook in den Balkan. De poli tiek van Italië en Turkije loopt in veel opzich ten parallel: alleen hebben ze ieder hun eiger: candidaat voor de rol van staatsvijand No. 1. Italië beschouwt Sovjet-Rusland, Turkije het Derde Rijk als zoodanig. Den laatsten tijd zijn de betrekkingen tusschen Rome en Ankara veel verbeterd, waarbij ook economische motiever. een rol gespeeld hebben. Turkije is echter op zijn beurt door een pact met Londen en Parijs zeer nauw met de Geallieerden verbonden en zoo zien wij ook hier weer aanrakingspunten. Nóg ligt de politiek der mogendheden in den Balkan in het duister gehuld, maar heel lang kan dit niet meer duren. Voorziet ook Mussolini dit en richtte hij zich dtórom dezer dagen tot Berlijn om de plannen van Hitler en Stalin te weten te komen en daarnaar zijn houding te bepalen? COCKTAIL UNITED CIGARETTE FACTORIES INC LONDEN, 25 Jan. (Reuter) Het Engelsche ministerie voor den Economischen Oorlog deelt bijzonderheden mede over de inbeslagneming van Amerikaansche maij door de Britsche auto riteiten en ove,r de methodes waarmede burgers van Duitsche herkomst in Amerika trachten gebruik te maken van de Amerikaansche mail om voorwerpen van waarde en levensmiddelen naar Duitschland te verzenden. Het Ministerie verklaart, dat sedert het begin van den oorlog tot 12 Januari 6000 brieven en 50.000 pakketten als contrabande in beslag wer den genomen. De meeste brieven bevatten chèques, wissels, credietbrieven en een nieuwe soort mark. ae „giftenmark". De tot dusverre verbeurd verklaarde marken hebben een waarde van R.M. 5.279.750. De in beslag genomen chè ques en wissels in Amerikaansche dollars be liepen 426.355 dollar; voorts 800 dollar in bank papier en 17.800 pd.st. in Engelsch geld. De afzender der Marken naar Duitschland uit Amerika koopt deze Marken bij een Duitsche bank of èen agentschap en een bon voor deze Marken wordt dan per post naar Duitschland gezonden, waar de ontvanger het bedrag bij de bank incasseert. Op die wijze ontvangen de Duitsche bankagentschappen in Amerika groo te hoeveelheden buitenlandsche deviezen. De woordvoerder van het Ministerie van Oorlog vertelde, dat een in beslag genomen pakket parels bevatte tor waarde van 8000 pd.st. en verzonden was uit Japan. Industrieele dia manten ter waarde van ruim twee millioen pd.st. zijn gevonden bij de briefpost. Het groot ste deel van deze diamanten was echter ge adresseerd aan ontvangers in neutrale landen en men stond toe dat zij naar hun bestemming verzonden werden. Vele afzenders adresseerden een groote enveloppe aan een ontvanger in een neutraal land. Deze enveloppen bevatten dan een aantal kleinere, die geadresseerd waren aan ontvangers in Duitschland. Het verzenden van pakketten levensmiddelen naar Duitsch land uit de Vereenigde Staten heeft geweldige afmetingen aangenomen. Al deze zendingen werden beschouwd als contrabande en in beslag genomen. Men wijst erop, dat de waarde der pakketten ongeveer een vijfde was van den wer- kelijkien prijs die ervoor betaald was. Van de 4462 pakketten, die per post in een maand tijd uit Amerika verzonden werden, bleek, dat niet minder dan 4063 contrabande bevatten, ge consigneerd aan een neutraal land en listig ge camoufleerd. (Van onzen Berlijnschen correspondent) De Joodsche bevolking heeft het in Duitsch land sedert den oorlog nog moeilijker gekregen. Voor haar geldt een ander distributie-systeem dan voor de ariërs, waardoor de Joodsche be volking in December per persoon 125 gr. boter. 250 gr. vleesch en 375 gr. rijst, en in Januari 125 gr. vleesch en 250 gr. peulvruchten minder ontving dan de. ariërs. Verder is aan de arischc- bevolking een bruine kaart uitgereikt, die recht geeft op een bepaalde hoeveelheid melk en op vertoon waarvan van tijd tot tijd lekkernijen, zooals koek en chocolade, verstrekt zullen wor den. Deze bruine kaart hebben de Joden tot dusver nog niet ontvangen. Hetzelfde is met de kleerenkaarten het geval, aangezien de auto riteiten op het standpunt staan, dat de Joden eerst de kleeren, waarover zij nog beschikken moeten opdragen. De Joden u"orden door dezen maatregel te meer getroffen, daar het moeilijk is, voldoende garen en wol voor het herstellen van de kleeding te verkrijgen. Van de omstreeks 100.000 Joden, die thans nog in de rijkshoofdstad leven, zijn er ongeveer 20.000 niet meer in staat, in hun eigen onder houd te voorzien. Aangezien in het Derde Rijk het beginsel geldt, dat alleen hij, die werkt recht op steun van overheidswege heeft, worden deze 20.000 Joden thans te werk gesteld, en wel voornamelijk als straatarbeiders en in het bouwbedrijf. Ook kon men onlangs te Berlijr. waarnemen, hoe Joden de sneeuw in de straten wegruimden. Dezer dagen werd ons voorts van bevoegde zijde medegedeeld, dat in het gouvernement Polen de tweejarige arbeidsdienstplicht voor Joden ingesteld is, en wel voor mannen van 12 tot 60 jaar, voor vrouwen van 14 tot 60 jaar. Intusschen gaat de emigratie van de Joden uit Duitschland ondanks den oorlog nog steed; door. De „Reichsvereinigung der Juden in Deutschland" deelt mede, dat in de maanden September, October, November en December van het afgeloopen jaar 4829 Joden uit Duitsch land (zonder Oostenrijk en Sudetenland) ge- emigreerd zijn met steun van de Jiidlsche Hilfsverein en van het American Joint Distri bution Committee. Van deze 4829 personen zijn er 1599 naar Noord-Amerika, 1296 naar Palesti na, 1643 naar Zuid-Amerika en 230 naar andere Europeesche landen vertrokken. Bovendien zijn in deze maanden nog ongeveer 2400 Joden op eigen kosten geëmigreerd, zoodat het total: aantal, dat Duitschland in deze 4 maanden verlaten heeft, ruim 7200 personen bedraagt. Ten aanzien van de geruchten, dat de Duit sche regeering een Joodschen staat in de om geving van Lublin zou willen stichten, is liier nog steeds geen bevestiging te krijgen. Wel schijnt het, dat een aantal Joden uit Weenen naar Lublin gebracht is, maar hierbij gaat het blijkbaar om Joden, die betrekkelijk korten tijd geleden uit Polen naar Oostenrijk gekomen waren. NEW YORK, 25 Jan. (Reuter) Volgens de „Wallstreet Journal" overwegen de regeeringen van Engeland en Frankrijk in de Vereenigde Staten de grootste vliegtuigbestelling te doen, die daar ooit geplaatst is. Wellicht zullen tus schen de 6000 en 8000 bombardementsvliegtuigen en een groot aantal jagers, tot een gezamenlijke waarde van 1000 tot 1700 millioen dollar, besteld worden. Dé Canadeesche minister van Verkeer heeft medegedeeld, dat een programma is opgesteld voor de aanvulling der oorlogsvoorraden, waar mede een bedrag van ruim 30 millioen dollar gemoeid zal zijn. O.a. zijn of worden orders geplaatst op 46 stalen anti-duikbootschepen van het walvisch- vaarderstype, 28 mijnenvegers en een groote vloot van kleine motorbooten. ANKARA, 25 Jan. (Havas). Generaal Weygand, die in Syrië voor de Geallieerdeneen leger vormde, is uit Beiroet te Ankara aange komen voor een particulier bezoek. Hij werd verwelkomd door den garnizoenscommandant en andere Turksche officieren. Weygand zal eenige dagen te Ankara blijven. De groote beschuitoven in den nieuwbouw van Hooimeyer's Beschuit fabriek te Barendrecht HELSINKI, 25 Jan. (Havas). Uit Marie- kamn verneemt men, dat het 1832 ton me tende Finsche schip „Notung" in de Botni- sche Golf tengevolge van een bombarde ment door Sovjet-vliegers is gezonken. Op de Aalandseilanden had het schip lading ingenomen Ten Oosten van Sottunga werd het door 'n esoadrille Russische bombardementsvliegtuigen aangevallen. De bommen troffen niet, ofschoon de toestel len achtmaal aanvielen. Bij den laatsten aan val viel echter een bom achter het vaartuig in zee, en wel zoo dicht, dat er een groot lek in den romp van het schip ontstond. Het begon onmiddellijk te zinken. De bemanning van 17 koppen maakte reeds de booten klaar, toen een regen van machinegeweerkogete neerdaalde, zoodat zü ijlings dekking moest zoeken. Tosn het escadrille voor korten tijd verdween, gelukte het de bemanning de booten te water te laten, doch de toestellen kwamen opnièuw terug en bombardeerden de booten. Als door een wonder bleven de mannen ongedeërd. Ook in de omgeving van Suttunga is èen Finsch schip gebombardeerd, terwijl een schip van onbekende nationaliteit eveneens het voorwerp is geworden van Russische bombardementen in het gebied der Aalandseilanden. Dit laatste schip werd niet getrofen en heeft zijn reis voortgezet. Rus sische vliegtuigen hebben verder ondanks het vrij ongunstige weer eenige Finsche plaatsjes gebombardeerd. Drie malen hebben roode vlieg tuigen Kuhmo bestookt. Het Russische eskader, dat dit bombardement verrichtte bestond uit dertig vliegtuigen. In Houskari is een schip be schadigd door mitrailleurvuur van verscheidene Russische vliegtuigen. In Kuhmo werden acht tien personen ernstig en twaalf licht gewond. De Finsche informatiedienst meldt, dat een Duitsch schip, dat bij de Aalands eilanden was gestrand, door twee zeer laag- vliegende Russische vliegtuigen gebombar deerd is. Het schip werd niet getroffen. De vérllezen die door de Sovjet-Russische tanks gèleden zijn hebben iedereen verrast en in de eerstè plaats de Finnen zelf. De bolsje- wikl hadden verwacht, dat zij de Finsche hoofdstad in enkele dagen tijds zouden berei ken. Een van hun redenen voor dit vertrouwen was, dat zij erop rekenden, dat hun tanks de grens zouden overschrijden en grootelyks zou den bijdragen tot vergemakkelijking van de overwinning. Nu zijn er van de duizend tanks die de Sovjets in het veld brachten by den aanvang der campagne in Finland niet veel meer dan vijfhonderd over. In de zeven weken van den oorlog hebben de Finnen er ruim 460 vernield. De eerste golf Russische tanks is tot staan gebracht en vernietigd door een handig gebruik maken van mijnen. Overal liepen de Russische tanks op deze mijnen zoo dra zij over de grens waren. Op die wijze ver loren de Russen reeds ln den aanvang een groot aantal tanks, hetgeen groote verbittering wekte. Het tweede zeer geduchte wapen, dat door de Finnen gebruikt werd was het anti-tankkanon, deze zeer handzame, gemakkelijk te ver plaatsen en te verbergen stukken geschut vormden van het begin af een aanzienlijk ge vaar voor de Russische tanks. Het kaliber der kanonnen is ongeveer anderhalve duim. Zij vu ren een projectiel af, dat zelfs de pantsering der machtigste tanks doorboort. Daardoor springt terstond de bepantsering en gewoonlijk wordt de tankbemanning door de scherven die van de pantsering afvliegen, gedood. Het derde middel tot verdediging tegen de vijandelijke tanks werd gevormd door de ver sperringen die in den loop van den vorigen zo mer zijn opgeworpen en waaraan door alle la gen der Finsche bevolking is medegewerkt. Deze versperringen van allerlei aard waren doel treffend. Alleen de zwaarste Russische tanks kwamen er over heen, maar de kleine en mid- delgroote tanks konden er niets tegen uitrich ten. Vaak waren de versperringen gemaakt van blokken graniet, die diep in den grond vastge zet werden. Met duizenden en duizenden bom men en granaten trachtten de Russen dit ver sterkingssysteem aan te tasten; succes hadden zij echter niet. Door het feit, dat den laatsten tijd de acti viteit der Roode troepen belangrijk vermin derd is, kon de vernieling van Russische tanks niet in hetzelfde tempo worden voortgezet. Opgemerkt kan nog worden, dat de Finnen tegen de tanks ook gebruik maken van anti- tankgeweren en van veldgeschut. Het is' nog interessant te wëten, dat dé bemanning van een tank verschrikkelijk tè lijden heeft van de koiide. De motoren- be vriezen snel, en vaak moeten de Russen ze voortdurend op gang houden met het gevolg, dat tien of twintig maal meer brandstof verbruikt wordt dan verwacht werd. Niet zelden komt het voor, dat tanks die langen tijd niet gefunctionneerd hebben, op een gegeven oogenblik werkelijk in actie moeten komen en dat dan door gebrek aan brandstof de motor afslaat. Zoodra de motor niet meer werkt zit de bemanning letterlijk opgesloten in een ijskast en ko men de inzittenden om in de koude. Uit Reykjavik (IJsland) wordt vernomen, dat een inzameling voor Finland op IJsland, dat ongeveer 100.000 inwoners telt, 126.000 kro tten heeft opgebracht. Toen een dezer dagen de 57-jarige daglooner Carlo Berli in Triest tot de conclusie kwam, dat hij geen rooden cent meer op zak had, be sloot hij zich naar een tehuis voor dakloozen te begeven. Hij had echter heelemaal niet kun nen droomen, dat hij den anderen morgen als millionnair zou ontwaken. Toch was dit het geval. Midden in den nacht werd Berli gewekt door een beambte van het Bevolkingsbureau. Hij wenschte hem te spreken. In het korte on derhoud 'dat volgde, deelde de beambte hem mede, dat een stiefbroeder, die in 1910 naar Egypte was uitgeweken en sindsdien niets meer van zich had laten hooren, in November van het afgeloopen jaar gestorven was en hem, ch® geheel onbemiddeld, was, een bedrag van 1.300.000 lires had overgemaakt. Daar is een glaasje op gedronken! Dampo-verkoudheids-balsem, Pot 50, Doos 30 ot. Dampo-hoestbonbons, Doos25 ct. Dampo-neusdruppels, Flacon met druppelspuitje 60 ct. Sedert meer dan 30 jaar wordt Siroop Famel door doktoren gewaardeerd als een betrouw baar geneesmiddel ter bestrij ding van aandoeningen der ademhalingsorganen. Kleine flacon f 1.15 Groote flacon f 1.90 Hedenmiddag' is de nieuwbouw van Hooi-' meyèr's Banket- en Beschuitfabriek te Baren drecht officieel ln gebruik genomen, waardoor een nieuw hoofdstuk is geopend in Os geschie denis van dit zoo merkwaardig gegroeide be drijf. De heer Hooimeijer Sr. Immers is in zijn jonge jaren gewoon bakkersknecht geweest, doch enkele jaren voor den oorlog vestigde hij zich als klein zelfstandig bakker te Rotter<3am. Toen in 1914 de oorlog uitbrak, was het zaak je aardig gegroeid. 1914'18 waren kommervolle jaren. Hooimeijer moest van alles doen orti staande te blijven. Al spoedig na den oorlog kwam er verrui ming. O.a. kon er weer beschuit gebakken wor den, wat in enkele jaren niet mogelijk was ge weest. Deze beschuit was goed, ging er bij de broodklanten zoo in, dat op een goeden dag een broodklant vroeg, of de bakker ook beschuit in den winkel van die en die wilde leveren. Dat was de eerste levering aan den winkelier.. Al spoedig bleek, dat er op dit gebied meer te be leven was. Bijgestaan door den oudsten zoon, en later ook dcor den anderen wist Hooimeijer zijn beschuitzaak een zoodanigen omvang te geven, dat het oude bakkerijtje met den ouden met hout gestookten oven te klein werd. Fïr werden plannen gemaakt voor een uitbreiding. De eerste uitbreiding in 1922. Een moderne heetwateroven kwam achter de bestaande bak kerij te staan en de oude oven werd weggebro ken waardoor 'n bakkerij ontstond, die tweemaal zoogroot was als de vorige. Intusschen ging hij over tot de banketfabricage en mede hier door was ook deze bakkerij in 1925 weer te klein, zoodat eind van dit jaar de banketbak kerij afzonderlijk werd ondergebracht in een huurbakkerij. In dien tijd werd er al met het plan rondgeloopen de broodbakkery er geheel aan te geven, en zich speciaal toe te leggen op de fabricage van banket en beschuit. Toch duurde dit nog tot begin 1927 voor het zoover was. Er werd n.l. naast de oude bakkerij een geheel nieuw pand gebouwd met een flinken oven, welks vier bakruimten in staat waren 'n productie te leveren, wéér dubbel zoo groot als daarvoor. In 1933 was de fabrieksruimte weer te klein en daar uitbreiding in Rotterdam ten eenen- male onmogelijk was, werd dat jaar in Baren drecht een geheel nieuw fabriekspand gezet, waarin een moderne, geheel automatische be schuitinstallatie gebouwd werd, met een capa citeit van duizenden beschuiten per uur. Er ken 'toen in 8 uur tijd net; zooveel beschuit gebak ken worden als in de oude fabriek in drie dgy geh. In 1936 kwam echter dc banketfabriek weer om vergrooting van vermogen vragen. Daarom werd in dat jaar naast de beschuitfabriek te Barendrecht een banketfabriek gebouwd met een grooten modernen met olie gestookten ket tingoven. Banket en beschuit waren weer onder één dak. .De zaak bleef goed gaan, zoodat zelfs' de in 1936 gebouwde beschuitfabriek het moest opgeven en nu heeft plaats gemaakt voor een nieuwe beschuitfabriek met een installatie, zoo als er maar één in heel Nederland te vinden is- Deze fabriek heeft een zeer groote capaciteit. Wat in de jaren 1927 tot 1933 in de fabriek aan den Dorütschen straatweg te Rotterdam gepro duceerd werd in één week met een dubbelen arbeidsdag, kan thans gemaakt worden in één enkelen arbeidsdag van acht en een half uur. Woensdagavond meldde de bestuurder van den dieseltrein, welke om 17.28 uur te Oldenzaal moet aankomen, dat hy vermoedelijk op eenigen afstand van het station ter hoogte van het via duct bij do oude ijsbaan iemand had aange reden. Bij een onmiddellijk door het stationspersor neel ingesteld onderzoek werd ongeveer bij het viaduct ter hoogte van de Ijsbaan in de spoor- sloot gevonden de 25-jarige H. H., wonende aan de Hengeloschestraat te Zuid-Berghuizen. De man, welke nog in half-versuf ten toestand verkeerde kon zich niet herinneren aangereden te zijn en was schijnbaar pas weer tot bewust zijn teruggekeerd. Het slachtoffer werd in de bagagewagen van den werkliedentrein van Hengeloo vervoerd. Dr. Nolet verleende eerste hulp en liet de ge troffene per ziekenauto overbrengen naar het R, K. Ziekenhuis, waar zijn toestand zich aanvankelijk ernstig liet aanzien en hem de H.H. Sacramenten der stervenden werden toe gediend. Voorloopig kon een dybeenbreuk worden vast gesteld. Later was de toestand bevredigend. 44 „Nee, u kunt hier niet blijven. U moet beslist naar beneden. Ten eerste zou uw broer en ook uw moeder niet anders verwachten en dan, zonder u bepaald angst aan te jagen erg veilig ls het hier nog niet. Ik zal me heel wat meer op mijn gemak gevoelen, indien Ik weet, dat u weer veilig op weg naar huis bent." „Maar we loopen hier toch geen gevaar, mr. Carruthers? Zouden ze het durven wagen. „Voorloopig is er geen gevaar, neen. Maar Je kunt ln dergelijke omstandigheden nooit te voorzichtig zijn. Wie weet wat eens nog boven het hoofd hangt." ,JEn ondertusschen zijn wij dan veilig op Sebrang. Och ja, u hebt gelijk en Ik zal me maar als een gehoorzaam ktnd schikken naar wat men mij oplegt. Simuk en ik zullen wel eens zien wat wat we hebben aan de kleeren die u voor ons heeft meegebracht." Ze keek met een paar grimassen naar den sarong en het lichtkleurige linnen pakje, dat nu om haar ranke lichaam zat. „Arm kind. Nu herinner ik ■ae. hoe ae vannacht tevergeefs geprobeerd heeft ml) m'n eigen ondergoed, dat hier gereed lag, aan te trekken. Ze begon telkens aan een anderen kant. In haar wanhoop greep ze ten slotte naar haar eigen mandje en haalde daar deze twee kleedingstukken uit. Daar kon ze beter mee overweg. Ik was te moe om ook maar een hand uit te steken, maar ik herinner het me als een droom. Dat is trouwens alles wat ik nog weet. Mijn geest schijnt een tijd uitge schakeld te zijn. Niets kan ik me meer her inneren danZij hield plotseling op én staarde met wijdopen oogen naar een plaats op den kalen muur. In haar pogingen om al de doorgestane verschrikkingen in haar geheugen terug te roepen, werd ze gestreind door een visioen dat al het andere scheen weg te drin gen. Ze begon zenuwachtig te lachen én te gillen. „O, ja nu zie ik het weer, o! die oogen! Zy loerden voortdurend door de spleten in den muur. Zie je daar vlak achter je die spleten niet? Daar hebben ze me den geheelen nacht afgeloerd Desmond sprong op, en legde een oogenblik haar hand op zijn schouder en toen ze dreigde te bezwijken onder de verschrikkelijke angst beelden, sprak hü op tamelijk norschen toon; „Nou, miss Temple, dat is afgeloopen, hè. Nu geen gezeur meer over wat geweest ts. Dat is voor goed achter den rug en binnen enkele oogenblikken bent "u veilig en wel op weg naar huis. Zie je wel, dat het allemaal maar gek heid is met die oogen," voegde hü er op kalmer toon aan toe. „Nou laat ik jullie even alleen om toilet te maken. Maar Ik geef niet meer dan tien minuten hoor, al moet je het ook met de onervaren Simuk stellen." Hü wendde zich op den korten bevelenden toon, dien hü tegen over Inlanders gewoon was tot het bruine meisje en sprak: „Help de missy even, maar het moet vlug gaan. Wij hebben niet veel tüd te verliezen." Hü zat op een boomstam bü de hut te wach ten en haalde zyn zakdoek te voorschün. „Ik moet Temple een briefje sturen," dacht hij, „dat hü zün zuster komt ophalen, en hem met enkele woorden een idee te geven van wat er gebeurd is." „Beste Temple!" schreef hü- „Ik zend je zuster weer naar beneden. Even na het bereiken van dit scliryven zal de boot ook aankomen, vermoed ik. De oude Fulangga en zijn dochter hebben het klaar gespeeld om haar uit Ansokol's handen te bevrijden. Nu is ze hier (hier, dat beteekent een kamp langs de Penatran-rivier aan het pad naar Tiang's dorp, zoowat een uur loopen van het kruispunt van de Pematang) miss Temple mankeert niets, maar is doodop. Vraag haar zoo weinig moge- lyk, daar elke herinnering nog zoo versch in haar geheugen zit, dat ze in haar overspannen toestand geen scheiding van verleden en heden kent. Ze moet het eerst heelemaal leeren ver geten, totdat ze er later over kan praten, als over een verhaal. Als ik jou was, zond ik haar door naar Fort Malcolm, zoodat ze heelemaal de wildernis leert vergeten. Als we weer bij elkaar komen zal ik je alles in geuren en kleu ren vertellen. Zoodra de versterking aankomt trek ik er op uit, Mn een flinken strooptocht tegen die ellendelingen te ondernemen. Ik zal ze een behoorlijk lesje geven, wees daar zeker van. Zou je Bunang niet eens op willen bellen dat ze daar even een telegram sturen naar Parker, dat alles tot nu toe in orde is. Ik heb rüst en proviand noodig. Stuur een paar man nen met mijn kampuitrusting en vergeet vooral niet er een paar doozen sigaretten bü te doen. Cheerio, ouwe jongen. Wat ben ik blü, dat alles zoo schitterend op zün pootjes terecht is gekomen. 'n Poot van je D. C." Wat gestommel in de hut. Stella kwam naar buiten, zwaar leunend op Simuk's schouder. Haar gezicht was doodsbleek en haar vochtige oogen en bevende lippen bewezen dat ze ge schreid had. Desmond sprong op en zei opge wekt: „Prachtig. Nu zullen we je zoo goed als het gaat installeeren op de draagbaar en dan kunnen we verder." „Hartelyk dank voor de uitnemende zorgen, mr. Carruthers. U bent steeds zoo voorkomend en goed voor met geweest. Ik schaam me, dat ik me daar straks zoo kinderachtig heb aan gesteld." Ze glimlachte hem een beetje aarzelend toe en ging toen op de draagbaar liggen. Een zestal politiemannen stonden al gereed om haar als beschermers en dragers te begeleiden en op een teeken van Desmond wierpen twee van hen de karabijn over den schouder en namen de draag baar op. Stella rustte op een arm en keek op haar gemak het kamp af, toen het kleine ge zelschap zich op weg begaf. Door de poort ver lieten ze de kleine versterking. „Het ziet er allemaal zoo stevig uit. Echt mannenwerk," zei ze. „Huiselük vind ik. Ik zou er best willen blüven. Een heerlük plaatsje om te picnicken." „De jungle is bü mooi weer zoo kwaad nog niet. Met de moessons kun je echter je genoegen wel op. Het kamp is heelemaal het werk van mijn. korporaal. Die verstaat zyn vak best, vindt u niet?" Ze waren ondertusschen aan het smalle voet pad gekomen. Desmond liep nu noodgedwongen alleen. Hy liet de draagbaar voorgaan en hield- ze voortdurend in het oog. Stella lag wat te soezen. Ze verloor alle begrip van tüd en ont waakte eerst uit haar droomen, toen de boomen op ruimer afstand kwamen te staan en het breede glinsterende water van de rivier, rustig, staalblauw voortstroomde onder den lichtval van een heldere middagzon. „Hoe lang duurt het tot de onderneming?" vroeg ze. Desmond keek op zyn polshorloge en mat de hoogte van het water met zijn oogén. „Ik ben bang dat er niet veel stroom is. Het water staat erg laag. Maar tegen vier uur kunt u toch gemakkelük bü uw broer zün. Mr. Temple zal u wel opwachten, vermoed ik. Ik heb hem over land een briefje gezonden om hem van uw komst op de hoogte te brengen." De mannen zetten de draagbaar neer. rekten hun stekende ruggen, veegden het zweet van hun voorhoofd, Stella stond op en liep met een bleek en angstig gezicht op hem toe. „U zei: „Uw". Gaat u niet met me mee?" „Ik vrees van niet. Ik moet onmiddellük terug om dat zaakje voorgoed op te knappen." ZÜ keek hem lang en zwügend aan, totdat de tranen in haar oogen welden. Een oogenblik trachtte ze die nog te weerhouden. Toen be dekte ze het gezicht met haar handen. Ze begon zenuwachtig te snikken. „O, dat houd ik niet uit, dat houd ik niet uit. Nee, gaat u asjeblieft niet terug. Stel u voor, dat zeo, het zyn zulke schurken, zulke listige, onbarmhartige duivels.... en.... o, ik zou geen oogenblik rust meer kennen. Kom u asjeblieft met me mee, toe nou, ik voel me zoo eenzaam, na dit alles. Nee, al mün ge luk zal weer weg zijn, als ik weet dat u hier alleen bij die wilden achtergebleven bent." Desmond streed hard tegen zün verlangen, om dat kleine, pathetische menschje in zün armen te nemen en de tranen weg te kussen uit haar lieve oogen. Het was een harde strijd, maar er was iets dat hem weerhield. De partijen waren te ongelijk, hy had te veel op haar voor. Nee, dit was niet het geschikte oogenblik om zyn liefde te verklaren. Te veel by-omstandig heden zouden haar antwoord beïnvloeden. Bovendien waren de oogen van zün manschap pen en de koelies, die met de boot waren mee gekomen voortdurend op hen gevestigd. Daar zou wat over gekletst worden, indien hü rich veroorloofde met een enkelen zoen haar angst weg te nemen. Hü begreep wel, dat men nu reeds bezig zou zijn om het beruchte wagentje van den laster aan het rollen te brengen- (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 2