Deurwaarders staan voor de
poorten van Roemenië
Zelfs reddingsbooten werden
beschoten
ropenliefde
3
Het diplomatieke spel
op den Balkan
PE KENNER,
rookt
De Joden in het
Derde Rijk
HOEST
FAMEL
vraaqf^
cn
Buitenlandsch Oüerzicht
Een goede buur soms beter
dan een verre Vriend
LONDEN SNUFFELT IN
ANDERMANS POST
Russen bombardeeren schepen
WAAROM DE RUSSISCHE
TANKS FAALDEN
Met de 3 Dampo-producten bestrijdt U alle verkoudheden
DONDERDAG 25 JANUARI 1940
Verdachte brieven en cheques
uit Amerika
Achterstelling op alle gebied
Geallieerde aankoopen
in Amerika
Canada bestelt schepen
WEYGAND TE ANKARA
Van 1000 tanks zijn er
460 vernietigd
Millionnaïr in lompen
VERKOUDHEID
BRONCHITIS
SIROOP
Hooimeijer's beschuit
fabriek
Opening van den nieuwbouw
te Barendrecht
JONGEMAN DOOR DIESEL
GEGREPEN
i
Door Charles Bruce
Als wy alle démenti's, die na de conferentie
te Venetië door Italiaansche en Hongaarsche
Instanties zijn uitgegeven met betrekking tot
wat in het buitenland over het verloop van deze
bijeenkomst bekend werd, zouden gelooven, dan
hebben de beide ministers van Buitenlandsche
Zaken, graaf Ciano en graaf Csaky, tijdens die
dagen niet anders gedaan dan onder het geno*
van een heerlijk glas „Chiantiwat over koetjes
en kalfjes keuvelen. Volgt men echter cie groote
diplomatieke activiteit, die onmiddellijk na deze
besprekingen door de Baikanmogend'neden werd
ontwikkeld, dan krijgt men den indruk, dat de
conferentie te Venetië de inleiding beteekende
van een nieuwe politiek, die ten eerste ten doel
heeft te voorkomen, dat onder de Balkanstaten,
die nog zoovele geschillen onder elkaar te rege
len hebben, thans een conflict zou uitbreken er.
ten tweede de Balkanmogendheden in den ure
des gevaars te vereenigen, om gezamenlijk aan
een eventueele Russische of Duitsche dreiging
het hoofd te bieden. In dit diplomatieke spel
heeft Italië Hongarije tot partner gekozen.
Joego-Slavië neemt Roemenië voor zijn reke
ning en Turkije speelt met Bulgarije. De spelers
treden niet op den voorgrond en schuwen alle
publiciteit; eerst op de as. Balkan-conferentie te
Belgrado zal misschien naar buiten blijken, wie
het spel zal winnen of reeds gewonnen heeft.
De vraag is: zal de Balkan-Entente het in
strument blijven om de grenzen, welke twintig
jaar geleden te Trianon en Neuilly getrokken
werden, te handhaven, of zal zü, zooals de Ita
lianen willen, het bolwerk worden, dat de ge
meenschappelijke belangen van alle Balkanvol
ken zal nastreven. Het zal den mogendheden,
die van de na-oorlogsche vredesverdragen ge
profiteerd hebben, niet gemakkelijk vallen hun
politiek gelijk te schakelen met de eischen van
het oogenblik. De have's moeten wat soepeler
worden, de have-nots moeten tot kalmte aan
gespoord worden. En het is vooral Italië, dat
deze moeilijke taak op zich heeft genomen, al
maakt het ook gaarne gebruik van de hulp van
bevriende mogendheden.
Het land, waarvan voor het grootste gedeelte
hêt al of niet slagen van Italië's politiek af
hankelijk is, is Roemenië. Boekarest is als het
ware de spil, waar de heele Balkan-politiek om
draait. Een veertien dagen geleden werd ge
meld, dat Koning Carol ergens aan de Joego
slavische grens Prins-regent Paul had ontmoet.
Hoewel het bericht later werd tegengesproken,
hielden de buitenlandsche correspondenten te
Belgrado vol, dat de ontmoeting wel degelijk had
plaats gehad. Het was maar al te duidelijk'
Joego-Slavië speelde ae belangrijke rol van be
middelaar tusschen Hongarije en Italië aan de
eene en Roemenië aan de andere zijde. De vo
rige week confereerde de Roemeensche minister
van Buitenlandsche Zaken Gafencoe met zijn
Joego-Slavischen collega Markowitsj en ook bij
dit onderhoud zal de Joego-Siavische minister
er wel op gewezen hebben, dat het gevaarlijk
zou zijn als Boekarest zich al te star toont. Het
is misschien nog niet te iaat, als Roemenië zien
zou herinneren, dat een goede buur vaak beter
Is dan een verre vriend. Die verre vriend is
Engeland, dat Roemenië tegen een Duitsche
agressie een garantie heeft gegeven, de goede
buur is Joegc-Slavië; Hongarije en Bulgarije
kunnen het nog worden. Twintig jaar heeft de
regeering in Boekarest hardnekkig geweigero,
gehoor te geven aan de eischen van de laatste
twee nabuurstaten. Twintig jaar heeft men geen
aandacht besteed aan de belangen der minder
heden, Is het wonder, dat deze naburen weinig
medelijden zuilen kennen, als het eventueel tot
een uitbarsting komt? Deze buren, men zou hen
de deurwaarders kunnen noemen aan de poor
ten van Roemenië, zijn Sovjet-Rusland, Hon
garije en Bulgarije.
Een andere ontmoeting, welke misschien wei
even belangrijk is geweest als die tusschen Graaf
Ciano en graaf Csaky te Venetië, al is er dan
ook minder aandacht aan gewijd, was die. welke
ruim een week geleden te Sofia plaats had tus
schen den Turkschen onder-staatssecretaris voor
Buitenlandsche Zaken, Menemenjogloe en der.
Bulgaarschen premier Kiosseivanof. Evenals
Ciano te Venetië had Menemenjogloe de dubbelt
taak van een volkomen begrip te toonen vooi
de grieven en aspiraties der Bulgaren en hen
aan te sporen geduld te beoefenen bij hun re
visionistische eischen inzake de teruggave var.
hun vroeger gebied, de Dobroedsja.
Het is interessant te zien, hoe Italië telkens
weer op zijn weg de Geallieerden of hun naaste
vrienden ontmoet. Ook in den Balkan. De poli
tiek van Italië en Turkije loopt in veel opzich
ten parallel: alleen hebben ze ieder hun eiger:
candidaat voor de rol van staatsvijand No. 1.
Italië beschouwt Sovjet-Rusland, Turkije het
Derde Rijk als zoodanig. Den laatsten tijd zijn
de betrekkingen tusschen Rome en Ankara veel
verbeterd, waarbij ook economische motiever.
een rol gespeeld hebben. Turkije is echter op
zijn beurt door een pact met Londen en Parijs
zeer nauw met de Geallieerden verbonden en
zoo zien wij ook hier weer aanrakingspunten.
Nóg ligt de politiek der mogendheden in den
Balkan in het duister gehuld, maar heel lang
kan dit niet meer duren. Voorziet ook Mussolini
dit en richtte hij zich dtórom dezer dagen tot
Berlijn om de plannen van Hitler en Stalin te
weten te komen en daarnaar zijn houding te
bepalen?
COCKTAIL UNITED CIGARETTE FACTORIES INC
LONDEN, 25 Jan. (Reuter) Het Engelsche
ministerie voor den Economischen Oorlog deelt
bijzonderheden mede over de inbeslagneming
van Amerikaansche maij door de Britsche auto
riteiten en ove,r de methodes waarmede burgers
van Duitsche herkomst in Amerika trachten
gebruik te maken van de Amerikaansche mail
om voorwerpen van waarde en levensmiddelen
naar Duitschland te verzenden.
Het Ministerie verklaart, dat sedert het begin
van den oorlog tot 12 Januari 6000 brieven en
50.000 pakketten als contrabande in beslag wer
den genomen. De meeste brieven bevatten
chèques, wissels, credietbrieven en een nieuwe
soort mark. ae „giftenmark". De tot dusverre
verbeurd verklaarde marken hebben een waarde
van R.M. 5.279.750. De in beslag genomen chè
ques en wissels in Amerikaansche dollars be
liepen 426.355 dollar; voorts 800 dollar in bank
papier en 17.800 pd.st. in Engelsch geld. De
afzender der Marken naar Duitschland uit
Amerika koopt deze Marken bij een Duitsche
bank of èen agentschap en een bon voor deze
Marken wordt dan per post naar Duitschland
gezonden, waar de ontvanger het bedrag bij de
bank incasseert. Op die wijze ontvangen de
Duitsche bankagentschappen in Amerika groo
te hoeveelheden buitenlandsche deviezen.
De woordvoerder van het Ministerie van
Oorlog vertelde, dat een in beslag genomen
pakket parels bevatte tor waarde van 8000 pd.st.
en verzonden was uit Japan. Industrieele dia
manten ter waarde van ruim twee millioen
pd.st. zijn gevonden bij de briefpost. Het groot
ste deel van deze diamanten was echter ge
adresseerd aan ontvangers in neutrale landen
en men stond toe dat zij naar hun bestemming
verzonden werden. Vele afzenders adresseerden
een groote enveloppe aan een ontvanger in een
neutraal land. Deze enveloppen bevatten dan
een aantal kleinere, die geadresseerd waren
aan ontvangers in Duitschland. Het verzenden
van pakketten levensmiddelen naar Duitsch
land uit de Vereenigde Staten heeft geweldige
afmetingen aangenomen. Al deze zendingen
werden beschouwd als contrabande en in beslag
genomen. Men wijst erop, dat de waarde der
pakketten ongeveer een vijfde was van den wer-
kelijkien prijs die ervoor betaald was. Van de
4462 pakketten, die per post in een maand tijd
uit Amerika verzonden werden, bleek, dat niet
minder dan 4063 contrabande bevatten, ge
consigneerd aan een neutraal land en listig ge
camoufleerd.
(Van onzen Berlijnschen correspondent)
De Joodsche bevolking heeft het in Duitsch
land sedert den oorlog nog moeilijker gekregen.
Voor haar geldt een ander distributie-systeem
dan voor de ariërs, waardoor de Joodsche be
volking in December per persoon 125 gr. boter.
250 gr. vleesch en 375 gr. rijst, en in Januari
125 gr. vleesch en 250 gr. peulvruchten minder
ontving dan de. ariërs. Verder is aan de arischc-
bevolking een bruine kaart uitgereikt, die recht
geeft op een bepaalde hoeveelheid melk en op
vertoon waarvan van tijd tot tijd lekkernijen,
zooals koek en chocolade, verstrekt zullen wor
den. Deze bruine kaart hebben de Joden tot
dusver nog niet ontvangen. Hetzelfde is met de
kleerenkaarten het geval, aangezien de auto
riteiten op het standpunt staan, dat de Joden
eerst de kleeren, waarover zij nog beschikken
moeten opdragen. De Joden u"orden door dezen
maatregel te meer getroffen, daar het moeilijk
is, voldoende garen en wol voor het herstellen
van de kleeding te verkrijgen.
Van de omstreeks 100.000 Joden, die thans
nog in de rijkshoofdstad leven, zijn er ongeveer
20.000 niet meer in staat, in hun eigen onder
houd te voorzien. Aangezien in het Derde Rijk
het beginsel geldt, dat alleen hij, die werkt recht
op steun van overheidswege heeft, worden deze
20.000 Joden thans te werk gesteld, en wel
voornamelijk als straatarbeiders en in het
bouwbedrijf. Ook kon men onlangs te Berlijr.
waarnemen, hoe Joden de sneeuw in de straten
wegruimden.
Dezer dagen werd ons voorts van bevoegde
zijde medegedeeld, dat in het gouvernement
Polen de tweejarige arbeidsdienstplicht voor
Joden ingesteld is, en wel voor mannen van 12
tot 60 jaar, voor vrouwen van 14 tot 60 jaar.
Intusschen gaat de emigratie van de Joden
uit Duitschland ondanks den oorlog nog steed;
door. De „Reichsvereinigung der Juden in
Deutschland" deelt mede, dat in de maanden
September, October, November en December
van het afgeloopen jaar 4829 Joden uit Duitsch
land (zonder Oostenrijk en Sudetenland) ge-
emigreerd zijn met steun van de Jiidlsche
Hilfsverein en van het American Joint Distri
bution Committee. Van deze 4829 personen zijn
er 1599 naar Noord-Amerika, 1296 naar Palesti
na, 1643 naar Zuid-Amerika en 230 naar andere
Europeesche landen vertrokken. Bovendien zijn
in deze maanden nog ongeveer 2400 Joden op
eigen kosten geëmigreerd, zoodat het total:
aantal, dat Duitschland in deze 4 maanden
verlaten heeft, ruim 7200 personen bedraagt.
Ten aanzien van de geruchten, dat de Duit
sche regeering een Joodschen staat in de om
geving van Lublin zou willen stichten, is liier
nog steeds geen bevestiging te krijgen. Wel
schijnt het, dat een aantal Joden uit Weenen
naar Lublin gebracht is, maar hierbij gaat het
blijkbaar om Joden, die betrekkelijk korten tijd
geleden uit Polen naar Oostenrijk gekomen
waren.
NEW YORK, 25 Jan. (Reuter) Volgens de
„Wallstreet Journal" overwegen de regeeringen
van Engeland en Frankrijk in de Vereenigde
Staten de grootste vliegtuigbestelling te doen,
die daar ooit geplaatst is. Wellicht zullen tus
schen de 6000 en 8000 bombardementsvliegtuigen
en een groot aantal jagers, tot een gezamenlijke
waarde van 1000 tot 1700 millioen dollar, besteld
worden.
Dé Canadeesche minister van Verkeer heeft
medegedeeld, dat een programma is opgesteld
voor de aanvulling der oorlogsvoorraden, waar
mede een bedrag van ruim 30 millioen dollar
gemoeid zal zijn.
O.a. zijn of worden orders geplaatst op 46
stalen anti-duikbootschepen van het walvisch-
vaarderstype, 28 mijnenvegers en een groote
vloot van kleine motorbooten.
ANKARA, 25 Jan. (Havas). Generaal
Weygand, die in Syrië voor de Geallieerdeneen
leger vormde, is uit Beiroet te Ankara aange
komen voor een particulier bezoek. Hij werd
verwelkomd door den garnizoenscommandant
en andere Turksche officieren. Weygand zal
eenige dagen te Ankara blijven.
De groote beschuitoven in den nieuwbouw van Hooimeyer's Beschuit fabriek te
Barendrecht
HELSINKI, 25 Jan. (Havas). Uit Marie-
kamn verneemt men, dat het 1832 ton me
tende Finsche schip „Notung" in de Botni-
sche Golf tengevolge van een bombarde
ment door Sovjet-vliegers is gezonken. Op
de Aalandseilanden had het schip lading
ingenomen
Ten Oosten van Sottunga werd het door 'n
esoadrille Russische bombardementsvliegtuigen
aangevallen.
De bommen troffen niet, ofschoon de toestel
len achtmaal aanvielen. Bij den laatsten aan
val viel echter een bom achter het vaartuig in
zee, en wel zoo dicht, dat er een groot lek in
den romp van het schip ontstond. Het begon
onmiddellijk te zinken. De bemanning van 17
koppen maakte reeds de booten klaar, toen een
regen van machinegeweerkogete neerdaalde,
zoodat zü ijlings dekking moest zoeken.
Tosn het escadrille voor korten tijd verdween,
gelukte het de bemanning de booten te water
te laten, doch de toestellen kwamen opnièuw
terug en bombardeerden de booten. Als door een
wonder bleven de mannen ongedeërd. Ook in
de omgeving van Suttunga is èen Finsch schip
gebombardeerd, terwijl een schip van onbekende
nationaliteit eveneens het voorwerp is geworden
van Russische bombardementen in het gebied
der Aalandseilanden. Dit laatste schip werd
niet getrofen en heeft zijn reis voortgezet. Rus
sische vliegtuigen hebben verder ondanks het
vrij ongunstige weer eenige Finsche plaatsjes
gebombardeerd. Drie malen hebben roode vlieg
tuigen Kuhmo bestookt. Het Russische eskader,
dat dit bombardement verrichtte bestond uit
dertig vliegtuigen. In Houskari is een schip be
schadigd door mitrailleurvuur van verscheidene
Russische vliegtuigen. In Kuhmo werden acht
tien personen ernstig en twaalf licht gewond.
De Finsche informatiedienst meldt, dat
een Duitsch schip, dat bij de Aalands
eilanden was gestrand, door twee zeer laag-
vliegende Russische vliegtuigen gebombar
deerd is. Het schip werd niet getroffen.
De vérllezen die door de Sovjet-Russische
tanks gèleden zijn hebben iedereen verrast en
in de eerstè plaats de Finnen zelf. De bolsje-
wikl hadden verwacht, dat zij de Finsche
hoofdstad in enkele dagen tijds zouden berei
ken. Een van hun redenen voor dit vertrouwen
was, dat zij erop rekenden, dat hun tanks de
grens zouden overschrijden en grootelyks zou
den bijdragen tot vergemakkelijking van de
overwinning. Nu zijn er van de duizend tanks
die de Sovjets in het veld brachten by den
aanvang der campagne in Finland niet veel
meer dan vijfhonderd over. In de zeven
weken van den oorlog hebben de Finnen er
ruim 460 vernield. De eerste golf Russische
tanks is tot staan gebracht en vernietigd door
een handig gebruik maken van mijnen. Overal
liepen de Russische tanks op deze mijnen zoo
dra zij over de grens waren. Op die wijze ver
loren de Russen reeds ln den aanvang een groot
aantal tanks, hetgeen groote verbittering wekte.
Het tweede zeer geduchte wapen, dat door de
Finnen gebruikt werd was het anti-tankkanon,
deze zeer handzame, gemakkelijk te ver
plaatsen en te verbergen stukken geschut
vormden van het begin af een aanzienlijk ge
vaar voor de Russische tanks. Het kaliber der
kanonnen is ongeveer anderhalve duim. Zij vu
ren een projectiel af, dat zelfs de pantsering
der machtigste tanks doorboort. Daardoor springt
terstond de bepantsering en gewoonlijk wordt
de tankbemanning door de scherven die van
de pantsering afvliegen, gedood.
Het derde middel tot verdediging tegen de
vijandelijke tanks werd gevormd door de ver
sperringen die in den loop van den vorigen zo
mer zijn opgeworpen en waaraan door alle la
gen der Finsche bevolking is medegewerkt. Deze
versperringen van allerlei aard waren doel
treffend. Alleen de zwaarste Russische tanks
kwamen er over heen, maar de kleine en mid-
delgroote tanks konden er niets tegen uitrich
ten. Vaak waren de versperringen gemaakt van
blokken graniet, die diep in den grond vastge
zet werden. Met duizenden en duizenden bom
men en granaten trachtten de Russen dit ver
sterkingssysteem aan te tasten; succes hadden
zij echter niet.
Door het feit, dat den laatsten tijd de acti
viteit der Roode troepen belangrijk vermin
derd is, kon de vernieling van Russische tanks
niet in hetzelfde tempo worden voortgezet.
Opgemerkt kan nog worden, dat de Finnen
tegen de tanks ook gebruik maken van anti-
tankgeweren en van veldgeschut.
Het is' nog interessant te wëten, dat dé
bemanning van een tank verschrikkelijk tè
lijden heeft van de koiide. De motoren- be
vriezen snel, en vaak moeten de Russen
ze voortdurend op gang houden met het
gevolg, dat tien of twintig maal meer
brandstof verbruikt wordt dan verwacht
werd. Niet zelden komt het voor, dat tanks
die langen tijd niet gefunctionneerd hebben,
op een gegeven oogenblik werkelijk in actie
moeten komen en dat dan door gebrek
aan brandstof de motor afslaat. Zoodra
de motor niet meer werkt zit de bemanning
letterlijk opgesloten in een ijskast en ko
men de inzittenden om in de koude.
Uit Reykjavik (IJsland) wordt vernomen,
dat een inzameling voor Finland op IJsland,
dat ongeveer 100.000 inwoners telt, 126.000 kro
tten heeft opgebracht.
Toen een dezer dagen de 57-jarige daglooner
Carlo Berli in Triest tot de conclusie kwam,
dat hij geen rooden cent meer op zak had, be
sloot hij zich naar een tehuis voor dakloozen
te begeven. Hij had echter heelemaal niet kun
nen droomen, dat hij den anderen morgen als
millionnair zou ontwaken. Toch was dit het
geval. Midden in den nacht werd Berli gewekt
door een beambte van het Bevolkingsbureau.
Hij wenschte hem te spreken. In het korte on
derhoud 'dat volgde, deelde de beambte hem
mede, dat een stiefbroeder, die in 1910 naar
Egypte was uitgeweken en sindsdien niets meer
van zich had laten hooren, in November van
het afgeloopen jaar gestorven was en hem, ch®
geheel onbemiddeld, was, een bedrag van
1.300.000 lires had overgemaakt. Daar is een
glaasje op gedronken!
Dampo-verkoudheids-balsem, Pot 50, Doos 30 ot. Dampo-hoestbonbons, Doos25 ct. Dampo-neusdruppels, Flacon met druppelspuitje 60 ct.
Sedert meer dan 30 jaar wordt
Siroop Famel door doktoren
gewaardeerd als een betrouw
baar geneesmiddel ter bestrij
ding van aandoeningen der
ademhalingsorganen.
Kleine flacon f 1.15 Groote flacon f 1.90
Hedenmiddag' is de nieuwbouw van Hooi-'
meyèr's Banket- en Beschuitfabriek te Baren
drecht officieel ln gebruik genomen, waardoor
een nieuw hoofdstuk is geopend in Os geschie
denis van dit zoo merkwaardig gegroeide be
drijf. De heer Hooimeijer Sr. Immers is in zijn
jonge jaren gewoon bakkersknecht geweest, doch
enkele jaren voor den oorlog vestigde hij zich
als klein zelfstandig bakker te Rotter<3am.
Toen in 1914 de oorlog uitbrak, was het zaak
je aardig gegroeid. 1914'18 waren kommervolle
jaren. Hooimeijer moest van alles doen orti
staande te blijven.
Al spoedig na den oorlog kwam er verrui
ming. O.a. kon er weer beschuit gebakken wor
den, wat in enkele jaren niet mogelijk was ge
weest. Deze beschuit was goed, ging er bij de
broodklanten zoo in, dat op een goeden dag een
broodklant vroeg, of de bakker ook beschuit
in den winkel van die en die wilde leveren. Dat
was de eerste levering aan den winkelier.. Al
spoedig bleek, dat er op dit gebied meer te be
leven was. Bijgestaan door den oudsten zoon,
en later ook dcor den anderen wist Hooimeijer
zijn beschuitzaak een zoodanigen omvang te
geven, dat het oude bakkerijtje met den ouden
met hout gestookten oven te klein werd. Fïr
werden plannen gemaakt voor een uitbreiding.
De eerste uitbreiding in 1922. Een moderne
heetwateroven kwam achter de bestaande bak
kerij te staan en de oude oven werd weggebro
ken waardoor 'n bakkerij ontstond, die tweemaal
zoogroot was als de vorige. Intusschen ging
hij over tot de banketfabricage en mede hier
door was ook deze bakkerij in 1925 weer te
klein, zoodat eind van dit jaar de banketbak
kerij afzonderlijk werd ondergebracht in een
huurbakkerij. In dien tijd werd er al met het
plan rondgeloopen de broodbakkery er geheel
aan te geven, en zich speciaal toe te leggen op
de fabricage van banket en beschuit.
Toch duurde dit nog tot begin 1927 voor het
zoover was. Er werd n.l. naast de oude bakkerij
een geheel nieuw pand gebouwd met een flinken
oven, welks vier bakruimten in staat waren
'n productie te leveren, wéér dubbel zoo groot
als daarvoor.
In 1933 was de fabrieksruimte weer te klein
en daar uitbreiding in Rotterdam ten eenen-
male onmogelijk was, werd dat jaar in Baren
drecht een geheel nieuw fabriekspand gezet,
waarin een moderne, geheel automatische be
schuitinstallatie gebouwd werd, met een capa
citeit van duizenden beschuiten per uur. Er ken
'toen in 8 uur tijd net; zooveel beschuit gebak
ken worden als in de oude fabriek in drie dgy
geh.
In 1936 kwam echter dc banketfabriek weer
om vergrooting van vermogen vragen. Daarom
werd in dat jaar naast de beschuitfabriek te
Barendrecht een banketfabriek gebouwd met
een grooten modernen met olie gestookten ket
tingoven. Banket en beschuit waren weer onder
één dak. .De zaak bleef goed gaan, zoodat zelfs'
de in 1936 gebouwde beschuitfabriek het moest
opgeven en nu heeft plaats gemaakt voor een
nieuwe beschuitfabriek met een installatie, zoo
als er maar één in heel Nederland te vinden is-
Deze fabriek heeft een zeer groote capaciteit.
Wat in de jaren 1927 tot 1933 in de fabriek aan
den Dorütschen straatweg te Rotterdam gepro
duceerd werd in één week met een dubbelen
arbeidsdag, kan thans gemaakt worden in één
enkelen arbeidsdag van acht en een half uur.
Woensdagavond meldde de bestuurder van den
dieseltrein, welke om 17.28 uur te Oldenzaal
moet aankomen, dat hy vermoedelijk op eenigen
afstand van het station ter hoogte van het via
duct bij do oude ijsbaan iemand had aange
reden.
Bij een onmiddellijk door het stationspersor
neel ingesteld onderzoek werd ongeveer bij het
viaduct ter hoogte van de Ijsbaan in de spoor-
sloot gevonden de 25-jarige H. H., wonende
aan de Hengeloschestraat te Zuid-Berghuizen.
De man, welke nog in half-versuf ten toestand
verkeerde kon zich niet herinneren aangereden
te zijn en was schijnbaar pas weer tot bewust
zijn teruggekeerd. Het slachtoffer werd in de
bagagewagen van den werkliedentrein van
Hengeloo vervoerd.
Dr. Nolet verleende eerste hulp en liet de ge
troffene per ziekenauto overbrengen naar het
R, K. Ziekenhuis, waar zijn toestand zich
aanvankelijk ernstig liet aanzien en hem de
H.H. Sacramenten der stervenden werden toe
gediend.
Voorloopig kon een dybeenbreuk worden vast
gesteld.
Later was de toestand bevredigend.
44
„Nee, u kunt hier niet blijven. U moet beslist
naar beneden. Ten eerste zou uw broer en ook
uw moeder niet anders verwachten en dan,
zonder u bepaald angst aan te jagen erg
veilig ls het hier nog niet. Ik zal me heel wat
meer op mijn gemak gevoelen, indien Ik weet,
dat u weer veilig op weg naar huis bent."
„Maar we loopen hier toch geen gevaar, mr.
Carruthers? Zouden ze het durven wagen.
„Voorloopig is er geen gevaar, neen. Maar
Je kunt ln dergelijke omstandigheden nooit te
voorzichtig zijn. Wie weet wat eens nog boven
het hoofd hangt."
,JEn ondertusschen zijn wij dan veilig op
Sebrang. Och ja, u hebt gelijk en Ik zal me
maar als een gehoorzaam ktnd schikken naar
wat men mij oplegt. Simuk en ik zullen wel
eens zien wat wat we hebben aan de kleeren
die u voor ons heeft meegebracht." Ze keek
met een paar grimassen naar den sarong en
het lichtkleurige linnen pakje, dat nu om haar
ranke lichaam zat. „Arm kind. Nu herinner ik
■ae. hoe ae vannacht tevergeefs geprobeerd heeft
ml) m'n eigen ondergoed, dat hier gereed lag,
aan te trekken. Ze begon telkens aan een
anderen kant. In haar wanhoop greep ze ten
slotte naar haar eigen mandje en haalde daar
deze twee kleedingstukken uit. Daar kon ze beter
mee overweg. Ik was te moe om ook maar een
hand uit te steken, maar ik herinner het me
als een droom. Dat is trouwens alles wat ik
nog weet. Mijn geest schijnt een tijd uitge
schakeld te zijn. Niets kan ik me meer her
inneren danZij hield plotseling op én
staarde met wijdopen oogen naar een plaats op
den kalen muur. In haar pogingen om al de
doorgestane verschrikkingen in haar geheugen
terug te roepen, werd ze gestreind door een
visioen dat al het andere scheen weg te drin
gen. Ze begon zenuwachtig te lachen én te
gillen. „O, ja nu zie ik het weer, o! die oogen!
Zy loerden voortdurend door de spleten in den
muur. Zie je daar vlak achter je die spleten
niet? Daar hebben ze me den geheelen nacht
afgeloerd
Desmond sprong op, en legde een oogenblik
haar hand op zijn schouder en toen ze dreigde
te bezwijken onder de verschrikkelijke angst
beelden, sprak hü op tamelijk norschen toon;
„Nou, miss Temple, dat is afgeloopen, hè.
Nu geen gezeur meer over wat geweest ts. Dat
is voor goed achter den rug en binnen enkele
oogenblikken bent "u veilig en wel op weg naar
huis. Zie je wel, dat het allemaal maar gek
heid is met die oogen," voegde hü er op kalmer
toon aan toe. „Nou laat ik jullie even alleen
om toilet te maken. Maar Ik geef niet meer
dan tien minuten hoor, al moet je het ook met
de onervaren Simuk stellen." Hü wendde zich
op den korten bevelenden toon, dien hü tegen
over Inlanders gewoon was tot het bruine
meisje en sprak:
„Help de missy even, maar het moet vlug
gaan. Wij hebben niet veel tüd te verliezen."
Hü zat op een boomstam bü de hut te wach
ten en haalde zyn zakdoek te voorschün.
„Ik moet Temple een briefje sturen," dacht
hij, „dat hü zün zuster komt ophalen, en hem
met enkele woorden een idee te geven van wat
er gebeurd is."
„Beste Temple!" schreef hü-
„Ik zend je zuster weer naar beneden. Even
na het bereiken van dit scliryven zal de boot
ook aankomen, vermoed ik. De oude Fulangga
en zijn dochter hebben het klaar gespeeld om
haar uit Ansokol's handen te bevrijden. Nu is
ze hier (hier, dat beteekent een kamp langs
de Penatran-rivier aan het pad naar Tiang's
dorp, zoowat een uur loopen van het kruispunt
van de Pematang) miss Temple mankeert niets,
maar is doodop. Vraag haar zoo weinig moge-
lyk, daar elke herinnering nog zoo versch in
haar geheugen zit, dat ze in haar overspannen
toestand geen scheiding van verleden en heden
kent. Ze moet het eerst heelemaal leeren ver
geten, totdat ze er later over kan praten, als
over een verhaal. Als ik jou was, zond ik haar
door naar Fort Malcolm, zoodat ze heelemaal
de wildernis leert vergeten. Als we weer bij
elkaar komen zal ik je alles in geuren en kleu
ren vertellen. Zoodra de versterking aankomt
trek ik er op uit, Mn een flinken strooptocht
tegen die ellendelingen te ondernemen. Ik zal
ze een behoorlijk lesje geven, wees daar zeker
van.
Zou je Bunang niet eens op willen bellen
dat ze daar even een telegram sturen naar
Parker, dat alles tot nu toe in orde is. Ik heb
rüst en proviand noodig. Stuur een paar man
nen met mijn kampuitrusting en vergeet vooral
niet er een paar doozen sigaretten bü te doen.
Cheerio, ouwe jongen. Wat ben ik blü, dat
alles zoo schitterend op zün pootjes terecht is
gekomen.
'n Poot van je D. C."
Wat gestommel in de hut. Stella kwam naar
buiten, zwaar leunend op Simuk's schouder.
Haar gezicht was doodsbleek en haar vochtige
oogen en bevende lippen bewezen dat ze ge
schreid had. Desmond sprong op en zei opge
wekt: „Prachtig. Nu zullen we je zoo goed als
het gaat installeeren op de draagbaar en dan
kunnen we verder."
„Hartelyk dank voor de uitnemende zorgen,
mr. Carruthers. U bent steeds zoo voorkomend
en goed voor met geweest. Ik schaam me, dat
ik me daar straks zoo kinderachtig heb aan
gesteld."
Ze glimlachte hem een beetje aarzelend toe
en ging toen op de draagbaar liggen. Een zestal
politiemannen stonden al gereed om haar als
beschermers en dragers te begeleiden en op een
teeken van Desmond wierpen twee van hen de
karabijn over den schouder en namen de draag
baar op. Stella rustte op een arm en keek op
haar gemak het kamp af, toen het kleine ge
zelschap zich op weg begaf. Door de poort ver
lieten ze de kleine versterking.
„Het ziet er allemaal zoo stevig uit. Echt
mannenwerk," zei ze. „Huiselük vind ik. Ik zou
er best willen blüven. Een heerlük plaatsje om
te picnicken."
„De jungle is bü mooi weer zoo kwaad nog
niet. Met de moessons kun je echter je genoegen
wel op. Het kamp is heelemaal het werk van
mijn. korporaal. Die verstaat zyn vak best, vindt
u niet?"
Ze waren ondertusschen aan het smalle voet
pad gekomen. Desmond liep nu noodgedwongen
alleen. Hy liet de draagbaar voorgaan en hield-
ze voortdurend in het oog. Stella lag wat te
soezen. Ze verloor alle begrip van tüd en ont
waakte eerst uit haar droomen, toen de boomen
op ruimer afstand kwamen te staan en het
breede glinsterende water van de rivier, rustig,
staalblauw voortstroomde onder den lichtval
van een heldere middagzon.
„Hoe lang duurt het tot de onderneming?"
vroeg ze.
Desmond keek op zyn polshorloge en mat de
hoogte van het water met zijn oogén.
„Ik ben bang dat er niet veel stroom is. Het
water staat erg laag. Maar tegen vier uur kunt
u toch gemakkelük bü uw broer zün. Mr.
Temple zal u wel opwachten, vermoed ik. Ik
heb hem over land een briefje gezonden om hem
van uw komst op de hoogte te brengen."
De mannen zetten de draagbaar neer. rekten
hun stekende ruggen, veegden het zweet van hun
voorhoofd, Stella stond op en liep met een bleek
en angstig gezicht op hem toe.
„U zei: „Uw". Gaat u niet met me mee?"
„Ik vrees van niet. Ik moet onmiddellük terug
om dat zaakje voorgoed op te knappen."
ZÜ keek hem lang en zwügend aan, totdat
de tranen in haar oogen welden. Een oogenblik
trachtte ze die nog te weerhouden. Toen be
dekte ze het gezicht met haar handen. Ze begon
zenuwachtig te snikken.
„O, dat houd ik niet uit, dat houd ik niet
uit. Nee, gaat u asjeblieft niet terug. Stel u
voor, dat zeo, het zyn zulke schurken,
zulke listige, onbarmhartige duivels.... en....
o, ik zou geen oogenblik rust meer kennen.
Kom u asjeblieft met me mee, toe nou, ik voel
me zoo eenzaam, na dit alles. Nee, al mün ge
luk zal weer weg zijn, als ik weet dat u hier
alleen bij die wilden achtergebleven bent."
Desmond streed hard tegen zün verlangen,
om dat kleine, pathetische menschje in zün
armen te nemen en de tranen weg te kussen uit
haar lieve oogen. Het was een harde strijd, maar
er was iets dat hem weerhield. De partijen
waren te ongelijk, hy had te veel op haar voor.
Nee, dit was niet het geschikte oogenblik om
zyn liefde te verklaren. Te veel by-omstandig
heden zouden haar antwoord beïnvloeden.
Bovendien waren de oogen van zün manschap
pen en de koelies, die met de boot waren mee
gekomen voortdurend op hen gevestigd. Daar
zou wat over gekletst worden, indien hü rich
veroorloofde met een enkelen zoen haar angst
weg te nemen. Hü begreep wel, dat men nu
reeds bezig zou zijn om het beruchte wagentje
van den laster aan het rollen te brengen-
(Wordt vervolgd)