TE VEEL VAN HET GOEDE
Nobelprijswinnaar
3
DE HOED
VAN HEDEN
mmn
BABY IN DE KOU
„PINDA
OM TE TRACTEEREN
ELIZABETH TURNER'S PRODUCTEN
LEKO STOFZUIGERS
ZATERDAG 27 JANUARI 1940
Een uitstekend receptje
voor Uw man
tegen zijn rheumatiek
In een paar minuten zelf gemaakt
Als ideaal gezinsvader
De tulband, dien We dezen zomer
zooveel zagen dragen en die een
ovaal gezicht zeer kan flatteeren,
vond een spitsvondige toepassing in
dit hoofddeksel van twee
kleuren blauw
„TOSA" Prijs f2.25 HOORNBRUGLAAN 29 K
e. k.
C. KAHMANN v/h Directeur i/d Firma
KLOOSTER II riS
Verlichtingsartikelen - Bronzen
Op Prinsesjes verjaardag
Voorkom die vuile plekken op
Uw deur of neem ze weg mei een
COLEO METALEN DEURPLAAT
TECHN. BUREAU „COLEO"
LIJDT GE
Dr. E. HOEKSTRA'S
BLOEDZUIVERENDE
GEZONDHEIDSPILLEN
MET OIT MERK - MINDER WERK
DE VROUW EN HAAR TIJD
Misschien heeft iemand uit onzen lezers
kring wel eens de opmerking gemaakt, dat in
deze artikelenreeks niet zelden de aandacht
^'ordt gevestigd op de fouten van „brave"
bienschen. Nu geef ik gaarne toe, dat het tot
te ij n fouten behoort om daar gemakkelijk op
te Jetten. Anderzijds mag de lezeres het als
®cn compliment beschouwen, wanneer het mij
^enschelijk lijkt om herhaaldelijk juist dit
onderwerp aan te snijden. Wat echter van méér
belang is: het heeft inderdaad zijn nut om zoo
bu en dan de aandacht te vestigen op goed
bedoelde eenzijdigheden en overdrijvingen, die
gewoonlijk bewijzen, dat het niet meevalt om in
We opzichten wijs en goed te handelen.
Een voorbeeld moge dit illustreeren. Onlangs
*erd in een weekblad een jeugdboek gerecen
seerd, waarbij de opmerking een plaats vond,
dat hierin al te veel aandacht aan heiligenle
vens was gewijd. Een ingezonden stuk in het
Volgende nummer protesteerde tegen deze re
censie, zeggende, dat werkelijk boeiend geschre
ven hagiografie, die tevens aan de kindermen-
taliteit is aangepast, in het algemeen wel de
gelijk belangstelling bij jeugdige lezers zal vin
den. De opmerking bevatte veel waarheid,
blaar men zou toch ook deze critiek weer kun-
hen critiseeren door te zeggen, dat in een lees
baar jeugdboek de heiligenlevens niet al te
groote ruimte mogen innemen. De belangstel
ling der jeugd gaat immers in velerlei rich
ting, en een gezonde variatie in de lectuur zal
kunnen bewerken, dat men een boek niet ver
veeld ter zijde legt. Want ieder kan ook van
bet goede te veel krijgen. Vermeden zij dus de
lout van dit te veel.
Het is dus van belang, dat men in de op
voeding behalve met juiste beginselen óók
rekening houdt met psychologische feiten,
die bij de toepassing hiervan niet mogen
worden vergeten. Wij gaven één vóorbeeld,
maar alle ouders zullen er meer en betere
kunnen geven. Het leven van een kinder
ziel is nu eenmaal spontaner, rijker en geva
rieerder dan in paedagogische stelsels vaak
kan worden beschreven. En wij dienen oot
moedig onze werkwijze aan te passen aan
deze verrassende werkelijkheden ook al
zou men daarbij een fraai opgezette theo
rie moeten verloochenen.
En het is inderdaad een kenmerk van waar
achtige, hoogere deugd als opvoeders zich we
ten te onthouden van alle goedbedoelde, maar
kortzichtige doordraverij. Ook vrouwen kun-
hen op dit gebied wel eens zondigen, zoodat
ttien zeggen moet: „Jammer, maar hier wordt
öe fout van het „teevel van het goede"
Weer zichtbaar." Daarentegen zijn werkelijk
hoogstaande vrouwen juist in staat om op zeld
zaam tactvolle wijze rekening te houden met
de wenschen en eigenaardigheden van ande
ren, ook als dat „maar" kinderen zijn. Niet in
dien zin, dat aan de grillen van jeugdige wis
pelturigheid maar steeds wordt voldaan! Maar
Wel zóó, dat de moeder of opvoedster zich ge
heel leert inleven in de mentaliteit van een
kind en zelfs van grillen en zwakheden daarin
partij weet te trekken, om het aan zich te bin
den, en zoo steeds meer te kunnen beïnvloe
den, tot ook een hooger zieleleven kan op
bloeien.
De Kerk zelf geeft ons hier het voorbeeld,
Waar zij afkecrig blijkt te zijn van alle over
drevenheid, wanneer deze zich aandient als
ijver voor de goede zaak. Zoo heeft zij steeds
gewaarschuwd tegen opvattingen, die het hu
welijk als iets minderwaardigs wilden voorstel
len. Zij gaf aan missiezusters instructies mee
omtrent de opvoeding van negerkinderen, die
niet naar de normen van Westersche fatsoens
begrippen mochten worden gemodelleerd. Zij
toonde steeds in alles, naast onwrikbare hand
having der zuiverheid van beginsel, egn groote
soepelheid en tact waar het er op aankwam de
kleinen in jaren, de kleinen naar den geest of
ook grooten naar ouderdom en ontwikkeling-
Voor zich te winnen.
Zelfs in de liturgie vindt men duidelijk tee
kenen van zulk een echt moederlijk fijnge
voelige bezorgdheid, die alles voor allen wenscht
te zijn. Een der treffendste voorbeelden vor
men wel de „Korte Metten" der Paaschweek,
Welke later spreekwoordelijke beteekenis heb
ben verkregen. Men weet hoe deze ontstonden.
Na den doop in den Paaschnacht volgde een
Week vol blijde jubelstemming voor de geloofs-
leerlingen, die nu met Christus tot een heerlijk
hieuw leven waren verrezen. En zoowel om
deze groote vreugde, als om rekening te houden
met den zwaren tijd, welke was voorafgegaan,
Werd het lange morgenofficie der Metten een
Week lang sterk bekort* Tactvolle, echt moe
derlijke zorg der Kerk voor ziel en lichaam der
kinderen, die zich vol vertrouwen aan haar
Zorg hadden overgegeven!
In dit geval spreekt men ook met zooveel
recht over de liefdevolle gematigdheid van
i.onze Moeder de H. Kerk", die dan een echt
Vrouwelijke taak heeft te vervullen. Maar
Waarom eigenlijk nog uitvoerig geschreven over
Zaken, die iedere echte vrouw begrijpt zonder
dat woorden behoeven te worden verspild?
Slechts wil ik nog even herinneren aan den
fijnen tact, die tot uiting kwam in de meest
•Jnenschelijke" episode uit het leven der Moe
der Gods, waarover ons het Evangelie ver
haalt. Ieder kent de geschiedenis der bruiloft
te Kana. Maria was daar ook, en haar hart
brandde van verlangen om iets te kunnen doen,
teneinde Jezus te helpen in Zijn zending onder
de menschen, die nu zichtbaren vorm ging
aannemen. Ware zij een kortzichtig mensch
geweest zooals wij, zij was wellicht reeds onder
de bruiloftsgasten gaan „ijveren" om Jezus'
leer beter bekend te maken. Maar zij deed be
ter: zij maakte zichzelf, en daardoor ook haar
Zoon, bemind door op bescheiden, vriendelijke
Wyze mee te helpen het feest te doen slagen.
En als allen in groote verlegenheid zijn
wegens het tekort aan wijn, als reeds zure
gezichten verschijnen en booze woorden
dreigen te vallen, zien wij haar met zeld-
zamen tact alles doen, om een vreugde
vol vervolg der feesten mogelijk te maken.
Dit was wijze matiging, die tevens getuig
de van diep doorzicht en groote liefde te
genover de „kinderen", zooals ook volwas
senen zich in vele dingen nog kunnen be-
toonen. En het was tevens een welspre
kende prediking voor de verbreiding van
het Rijk Gods.
M. B.
Wanneer U of Uw man al
lang last heeft van rheu
matiek, neem dan eens een
proef met dit recept om de
pijn te verdrijven. Haal bij
Uw apotheker of drogist
85 gram terpentijn of, in
dien niet verkrijgbaar, 85
gram brandspiritus en 15
gram Rheumagic-olie (ge
concentreerd) Een 15 grams fleschje Rheu-
hiagdc-olie kost maar 65 cent, dus met de ter
pentijn of brandspiritus bent U voor ongeveer
ctïle kwartjes klaar. Schud deze twee bestand
delen in 'n schoone flesch goed door elkaaar,
teaar zorg ervoor dat U het niet in Uw oogen
terijgt Uw rheumatiek-olie is nu gereed. Be-
v°chtig de pijnlijke plaatsen ermede, zonder te
Rijven of te massaeren en de pijn verdwijnt
direct. U zult blij zijn dit receptje gevonden te
«ebben, want het is werkelijk uitstekend. Loop
®ven langs Uw apotheker of drogist en haal
vandaag nog in huis.
Toen Frans E. Sillanpaa, de Finsche schrij
ver, wien de Nobelprijs voor literatuur werd toe
gekend, eenige maanden geleden met dit groo
te succes werd gelukgewenscht door vrienden,
bekenden en onbekenden, zoo vertelt de Fin
sche correspondente van het Noorsche week
blad „Alle Kvinner", woonde hij in de Fredc-
rikstraat in Helsingfors. Wel waren toen reeds
zes van zijn zeven kinderen geëvacueerd, maar
kleine Kristina, niet ouder dan twee, was nog
thuis bij haar vader en haar moeder, de twee
de moeder der oudere kinderen, mevrouw Anna
Sillanpaa.
Sillanpaa verloor namelijk zijn eerste vrouw
eenige jaren geleden en toen de groote eer
van den Nobelprijs hem ten deel viel, was hij
wat men noemt een „jongj'getrouwd schrijver.
Thans is Sillanpaa's gelukkig tehuis met den
grond gelijk gemaakt. Een Russische bom ont
plofte in de Frederikstraat en deed haar vernie
lend werk. De schrijver met zijn vrouw en
dochtertje had bijtijds de wijk genomen. Nu is
het gezin verspreid en deelt het 't lot van zoo
vele Finsche families: voortdurend klaarstaand
om op te breken, al het veilige en vertrouwde
en goede van het gezinsleven ligt in stukken.
Sillanpaa heeft met zijn jonge vrouw en en
kele van zijn kinderen een toevlucht gevonden
in Zweden; zijn oudste dochtertje is „Lotta"
achter het front, de oudste zoon heeft ook
reeds z'n plaats bii den militairen dienst.
Een uiteengerukt gezin, het is het lot van
zoo velen in Finland. Maar het treft ons als
Sillanpaa, de Finsche schrijver en ideale
huisvader
bijzonder tragisch, dat juist het gezin van de
zen plotseling beroemd geworden man zoo ge
teisterd moest worden. Sillanpaa is de meest
ideale familievader, dien men zich denken kan,
hij heeft een zeldzame begaafdheid om met
kinderen om te gaan en weinig vaders hebben
een zoo groote toewijding voor hun gezin.
„Van je eigen kinderen houden is in mijn
oogen de meest mannelijke eigenschap", heeft
hij zich uitgelaten. „Ik moet er niet aan den
ken, dat ik mijn eigen kinderen niet om me
heen zou kunnen hebben. Waar ik geïnspireerd
werd en gewerkt heb, dat is altijd tus-
schen de vier muren van mijn eigen huis ge
weest en daardoor ben ik zoo'n huismusch ge
worden en heb ik mijn hart zóó aan mijn ge
zin verpand, dat ik niet geloof, dat er 'n twee
de is."
„En mijn zevental hindert me heelemaal
niet, als ik schrijf. Een van mijn boeken (drie
zijn er thans in het Nederlandsch verschenen)
heb ik van het begin tot het einde geschre
ven met een van mijn kleine dochtertjes op
de knie! Dat jonge goedje is als kwikzilver.
Ze moest en zou telkens mijn potlood en mijn
papier grijpen; 't was maar goed, dat ik zoo'n
enorme schrijftafel had en zulke lange armen
heb, zoodat ik mi.in schrijfgereedschap ver bui
ten het bereik van haar kleine grijphandjes
kon houden."
Is het wonder, dat een vader, als deze Fin
sche schrijver, de verhouding tusschen vader
en kinderen beter kan beschrijven dan wie ook.
En is het wonder, dat deze stoere, sterke man,
zooals we hem van de foto's in de pers ken
nen, zooveel poëzie in zijn werk kan leggen.
Hij moet poëzie in zich hebben.
Verleden jaar om dezen tijd meenden wij
dat wij het minimum op ons hoofd hadden,
wat den hoed betreft. Maar mispoes, de mode-
toovenaars hebben het nog verder weten te
drijven.
Op het oogenblik zit er een klein toefje bont
of fluweel op ons voorhoofd, of er rust op die
plaats een hoog en smal bloempotje of vogel
nestje of iets dergelijks. Echter, deze hoofdver-
sierinkjes waren zoo miniem, dat zij niet be
vestigd konden worden eninplaats van 't
geheel dan maar wat grooter te maken, is men
op het idee gekomen, achter aan dat geval
letje een uitbouwtje te maken, dat als een no-
tedop om het hoofd sluit. Ook ziet men de
heel kleine hoedjes, die van achteren een haar
net hebben, waar onze krullen als gevangen
visschen in bungelen.
Als wij deze producten nu eens nuchter be
kijken en ons niet laten beïnvloeden door de
overweging, dat datgene wat mode is, altijd
goed is, dan zal men toch moeten toegeven dat
deze dracht niet bepaald op schoonheid.kan
bogen. Het is bizar, curieus, soms wel eens
grappig, maar mooi! Neen, bepaald niet. Daar
komt nog bij, dat deze hoedjes eigenlijk maar
voor heel weinig gezichten geschikt zijn. Wil
zoo'n dingetje goed staan, dan moet er een
klein, smal, jeugdig hoofdje onder zitten. Maar
neen, denken de bréedhoofdigen en niet meer
zóó piepjongen, mode is mode en als zoo'n
hoedje nu modern is, dan draag ik het ook.
Hoe onjuist dat is behoeft geen betoog. En dat
terwijl er altijd hoeden te over te krijgen zijn
van min of meer klassiek model, die iedereen
goed staan en bovendien het voordeel hebben
niet na een paar maanden onmodieus te zijn.
De Siberische koude, waar wij den laatsten
tijd aan lijden, heeft echter een fiksche streep
door de moderekening gehaald. Allerwege ziet
men wijze vrouwen, die haar wangen en ooren
verwijdert voor altijd
met wortel
A
jp GEZICHT en LICHAAM, waarbij weder aangroeien
uitgesloten.
WAARBORG: SCHRIFTELIJKE GARANTIE
Verkrijgbaar bij Apotheken en Drogisterijen
VRAAGT GRATIS BROCHURE AAN
RIJSWIJK Z.-H
beschermen door een wollen doek of capuchon.
En waarom niet? Maak dezen doek of muts
wat aardig: met een borduurseltje van achte
ren den eersten en van fluweel in de kleur van
den mantel de laatste en u ziet er heel wat
beter uit dan met paarse wangen en een be
vroren neus onder zoo'n modern hoedje.
Moet men echter „gekleed" voor den dag
komen, dan gaat dat weer niet. Dan zou men
beter iets op het hoofd kunnen hebben in het
genre van het model op deze photo. Al is de
hooge rand van voren tamelijk gewaagd en ook
weer lang niet voor iedereen geschikt, de ver
werking van de jerseybanden tot een soort tul
band, die het geheele hoofd omsluit is prac-
tisch en tevens sierlijk. De hoed is samenge
steld uit twee nuances van blauw.
CLARA.
Elke rechtgeaarde moeder geeft haar kleinen
peuter behalve op z'n tijd eten, ook dagelijks
een flinke portie buitenlucht. Vooral wanneer
sneeuw de wegen dekt en het daarbij dan
natuurlijk niet onmogelijk koud is beteekent
de zuivere, stofvrije buitenlucht doses gezond
heid. Als we het kleine menschenkindje maar
goed warm inpakken zal de Hollandsche win
ter hem heusch geen haartje kwaad doen.
Uit Noordelijker landen, waar men precies
weet, hoe men de koude te slim af moet zijn,
is bijgaand idee, om aan den zak in den kin
derwagen, waarin de dreumes voor het groot
ste deel bescherming vindt, een supplement toe
te voegen, waardoor ook de schoudertjes warm
blijven. Aan den zak, die al of niet bij de uit
rusting van den wagen hoort en die zoowel
van leer. van zeildoek, van bont of van ste
vige wollen stof gemaakt kan zijn, wordt op
de wijze, die de werkteekening aangeeft een
>y
Ze heet Anneliesje, maar wordt door de
mannelijke kla&helft wreedeljjk „Pinda" ge
noemd, wat bij ons gelijk staat met het begrip
„Chinees." De benaming is niet geheel onjuist,
want met haar gelige gezichtje en de ietwat
schuinstaande, zwarte oogjes heeft ze inder
daad wel wat weg van haar Mongoolsche zus
jes in het verre Oosten. Toch heb ik in een
onderhoud met mijn jongens getracht, hen het
onaardige van bijnamen-geven te laten inzien.
Zonder resultaat. Want hoe is het nou moge
lijk, iemand, die je van de bewaarschool af als
Pinda gekend hebt, plotseling Anneliesje te
gaan noemen?
„Ze vindt 't niks erg, dat we d'r zoo noe
men", bracht Henkie Jaspers in het midden,
tijdens het „onderhoud."
Neen, ze vindt 't niks erg.
„Pinda d'r teekenschrift is weg, juffrouw,"
of bij 'n omhooggehouden gevonden voorwerp:
„Dat is 't potlood van Pinda", zijn gezegdes,
waar niemand aanstoot aan neemt. Maar als
de jongens op de speelplaats in een onver
klaarbare opwelling van plaagzucht, eensklaps
het bekende refrein aanheffen van:
Pinda, pinda lèkka, lèkka,
Als je maar vijf centjes biedt, enz.
dan voel ik mij genoopt er op af te gaan en
het overmoedige koor met de bekende booze
blikken het zwijgen op te leggen. Dan staat
daar plotseling Anneliesje voor me met haar
vroolijk, flikkerende, scheeve oogjes en met een
vergoelijkend lachje van: „Laat ze maar, als
ze daar nou plezier in hebbenHet effect
is prachtig. Nu hun slachtoffer niet op de ge-
wenschte wijze reageert, vinden de jongens
er niets meer aan, dus sterven de laatste klan
ken van het hatelijke refreintje al spoedig weg
en Anneliesje vervolgt haar wandeling, arm in
arm. met haar vriendinnetje.
Zoo stranden alle plagerijtjes, dikwijls breed
opgezet, druk besmoesd. in grinnekende span
ning afgewacht en door Anneliesje aanvaard
met een kalmte en vriendelijkheid, die de plaag
geesten wel moet ontwapenen. Onbewust han
delt ze zoo heel verstandig. Deze onverstoor
bare goedgehumeurdheid vormt haar beste af
weergeschut. Er gebeurt echter nog iets.
Viermaal per jaar hebben we groote school-
wandeling. Dat getal vier zit 'm in de jaar
getijden. Onze vooruitstrevende en natuurmin-
nende chef heeft van hoogerhand de wandel
vergunning verkregen. En zoo mag ieder van
ons bij het wisselen der getijden er anderhalf
uur met zijn klas op uit trekken, de vrije na
tuur in. Het meest beschikbare stuk „vrije na
tuur" bestaat uit 'n boschachtig-aandoend park
door de kinderen idealistisch bosch genoemd,
waar je, flink doorstappend, in twintig minu
ten kunt komen.
Een ander voorrecht is, dat we zelf mogen
bepalen, wanneer we willen gaan. Je kunt dan
een dag met mooi weer kiezen en je loopt
geen risico, leuke laantjes of plekjes met een
andere klas te moeten deelen. Want dan is
voor de kinderen het échte er af.
Voor onze herfstwandeling dit jaar kies ik 'n
zonnigen Octbermorgen. Half tien precies laten
we de schoolpoort achter ons in marcheeren
met opgewekte gezichten naar het bosch. De
meisjes voorop, die ioopen netter en houden
beter tempo dan de jongens, die er altijd een
onmogelijke vaart op na houden.
't Wordt een plezierige wandeling. We zien
veel moois, doen 'n massa interessante ont
dekkingen. vragen en uitroepen zijn niet van
de lucht. Maar tenslotte blijkt toch het ver
schil tusschen een echt groot bosch en dit: we
raken uitgekeken. De speurtochten nemen een
einde. Ik raadpleeg m'n horloge: een tijdover-
schot van ruim twintig minuten. Naar school
terug? 't Zou zonde zijn. Deze anderhalf uur
moeten uitgebuit worden. We verdwijnen in 'n
stil laantje.
„Jongens, luistert eens." Ik zet m'n plan
uiteen, we gaan een hardloopwedstrijd houden,
met priizen. De animo is groot. „Maar omdat
jongens nu eenmaal sterker en vlugger ziin"
daar staan ze bij te gloren „is het voor
'n jongen geen kunst, om van 'n meisje, te win
nen. Dus houden we een wedstrijd voor de
meisjes èn een voor de jongens."
Accoord, we gaan beginnen. De juffrouw is
het begin en eindpunt, het keerpunt wordt ge
vormd door een dikken beuk in goudtooi. Het
gaat vlot. Lacherig, gauw moe, sommigen met-
pijn-in-de-zjj, laten de meisjes al spoedig de
eindbeslissing over aan Ali, Marijke en Anne
liesje.
Ali is lang en lenig, Marijke is op „gym",
de kansen voor ons glundere Chineesje staan
niet bepaald gunstig. De jongens beginnen nu
ook belangstelling te toonen. Ik tel: „Eén,twee,
drie!!" en wég schieten ze Ali, met haar lan
ge beenen, is dadelijk vooraan, de anderen ver
achter zich latend. De meisjes slaken bemoe
digende kreten.
Hup Aliiii!
M'rijkeü
En een enkele: „Hup Annelies!"
„Die lange wint- het natuurlijk", merkt Jantje
Verschoor zakelijk op.
„Moet je niet zeggen, kijk die Pinda sjeezen!"
antwoordt dikke Barendje. Waarachtig, Anne
liesje wint veld, we hadden nog niet zoo op
haar gelet, ze ontwikkelt een respectabele
vaart Vlak nadat Ali bij den beuk is omge
keerd, maakt zij de bocht en haalt haar rivale
in. Ali begint moe te worden, ze gaat niet meer
zoo vlug als daarnet, al doet ze haar best. En
het is even later het kleine Anneliesje. dat
met gejuich als eerste wordt binnengehaald.
Haar oogjes glinsteren van genoegen, ze veegt
haar gezichtje af en valt neer op een boom
stronk.
Nu de jongens. Eigenlijk weten we al om
wien het gaan zal. Donkers of Jacobs. Jan
Donkers die meestal met 'n minimaal verschil
na Jacobs aankomt, óf gelijk. Ik ken de ver
halen, die de jongens na een bijzonder geani
meerde gymnastiekles-met-hardloopen enthou
siast komen opdisschen. En ik ben dan ook
niet verwonderd dat ditmaal weer Jacobs als
eerste en Donkers met één decimeter ver
schil volgens de jongens als tweede aan
komt. De geestdrift is weer groot voor dezen
onoverwinnelijken renner, die het zelfs vaak
wint van jongens uit hoogere klassen. „En Ja
cobs die gaat nooit verloren, falderalderiere!'
galmen de jongens.
Ik merk intusschen een geheimzinnig ge
fluister op bij de meisjes. En dan treedt er
één stoutmoedig naar voren met een nóg stout
moediger voorstel: „Juffrouw, mag Anneliesje
tegen Jacobs loopen. ze zegt. dat ze best durft."
Even 'n verbaasde pauze Ieder staat perplex
over zulke vermetelheid. Dan breekt er een
soort hoongebulk uit onder de „mannen."
„Die Pinda heb óók verbeelding hoor!"
„Wat 'n gare, ha-ha!"
Jacobs heeft slechts een medelijdend glim
lachje. Hij steekt z'n handen eens in z'n zak
ken.
„Van mij mag ze 't probeeren, hoor", zegt
hij dan met hooghartige minzaamheid.
„En van mij ook," gooi ik er overmoedig tus
schen. Welja, waarom niet, laat ze de kans
eens hebben, 't Kan nog leuk worden.
„Maar opschieten dan, 't is bijna tijd", maan
ik. Of ze opschieten, ik hoef alleen maar even
te tellen en weg zijn ze. De heele klas staat
er ademloos bij te kijken, ik even ademloos.
Jacobs, groot, sterk, rustig, maakt lange,
snelle passen, z'n armen gaan maaiend mee.
Anneliesje schijnt uit enkel armen en beenen
te bestaan, die in oncontroleerbaar tempo heen
en weer bewegen.
Ze zijn den beuk genaderdJacobs maakt
de bocht groot en sierlijk, het meisje keert zich
met 'n economisch-korte beweging om.
„Wat kan die meid tuinen!" fluistert dikke
Barendje bewonderend. Mijn jongens zijn geen
jongeheeren dus sluit ik m'n ooren welwillend
voor deze minder deftige omgangstaal. Nog
enkele seconden. De spanning bezorgt me waar
achtig van die inwendige kriebelingen. Anne
liesje is al aardig ingeloopen, de jongens wor
den ongerust en heffen een soort krijgsgehuil
aan, bestemd voor Jacobs, die het dreigende
gevaar nóg niet zien wil. Hoog er boven uit
klinkt het gillende aanmoedigen der meisjes
Het ongelooflijke is geschied.
Anneliesje. alles op alles zettend, heeft op
het allerlaatst den overwinningszekeren Jacobs
ingehaald en is zij 't ook met 'n minimalen
voorsprong, als eerste binnengekomen.
Het enthousiasme kon, bij een échten wed
strijd, niet overweldigender zijn. Ook de jon
gens zijn in geestdrift ontstoken, al toonen ze
ook 'n gepaste deelneming met Jacobs. Arme
jongen, deze vernedering is ook wel heel diep.
Op den terugweg sjokt hij zielig achteraan,
geëscorteerd door 'n paar oude getrouwen, die,
na de glorie van voorheen, nu het leed met
hem willen deelen. Overigens wordt die terug
tocht een ware triomftocht voor ons glundere
Chineesje. En ik gun haar de glorie zoo na 't
tiidperk der plagerijtjes. Ze is toch te verstan
dig. om ijdel te worden.
„En Pinda die gaat nóóit verloren!" brult de
klas. Ik kijk naar de zwarte flikker-oogjes en
het gelukkige gele snoetje.
Pinda's roem is gevestigd. Voorgoed.
tweeledig verlengstuk toegevoegd. Liefst na
tuurlijk van hetzelfde materiaal. De aangege
ven mater, kunnen natuurlijk gewijzigd wor
den. zoodat ze precies correspondeeren met
den bestaanden zak. De twee stukken, die op
de werkteekening met een lengte van twee en
veertig centimeter zijn aangegeven, vallen in
het midden, bij de ritssluiting tegen elkaar en
worden hier op den zak vastgeknoopt. De smal
le boveneindjes worden op zichzelf afgewerkt
en vastgelegd om het steunpunt, kussentje, de
ken of ondervacht. Het is aan de handige moe
der om het gegeven principe met haar eigen
onderdeelen uit te werken.
A.
N.Z. Voorburgwal 332, Tel. 33016, Amsterdam
Een lekkernijtje met geslagen room kunnen
we in den winter gerust al 's morgens klaar
maken als het voor s avonds moet dienen, kans
op zuur worden is uitgesloten.
Denkt u niet, dat gevulde soesjes of zandge-
bakjes met geslagen room in den smaak zul
len vallen? Beide kunnen een aardig effect
maken, vooral als we de soesjes met wat gla
zuur bedekken en den room in de zandgebak-
jes versieren met oranjesnippers.
Slagroomsoesjes
2 1/2 L. water, een ons boter, een drie kwart
ons bloem snuifje zout vier eieren, 21/2 fl.L.
slagroom, een half ons poedersuiker.
Breng het water aan de kook met de boter
en het zout; strooi daarin, roerende, de bloem
en blijf roeren tot het deeg als één vaste bal
van de pan loslaat. Neem de pan van het vuur
en roer door het deeg één voor één de heele
ongeklopte eieren, zóó. dat telkens het vorige
ei geheel in de massa is opgenomen voordat 't
volgende wordt toegevoegd. Leg of spuit op een
met boter ingesmeerd bakblik hoopjes deeg
van gelijke grootte, zet het bakblik in een hee-
ten oven en open dien niet, voordat de soezen
er minstens tien minuten in zijn geweest. Tem
per dan de warmte en laat de soezen verder
gaar en lichtbruin worden, in het geheel on
geveer twintig minuten.
Laat de soezen koud worden.
Klop den room stijf en roer er de poeder
suiker door; knip met een schoone schaar de
soezen gedeeltelijk open en vul ze liefst door
middel van een spuitzakje met den room.
Meng voor het glazuur een ons gezeefde poe
dersuiker met een zeer klein scheutje kokend
water en eenige druppels citroensap tot een
dik-vloeibare massa, bestrijk daarmee de soe
zen en strooi er wat oranjekleurige snippertje'-
of korreltjes over.
Zandgebakjes met geslagen room
Een half ons lichte basterdsuiker, een ons
boter, anderhalf ons bloem, 2 1/2 d.L. slagroom,
een half ons poedersuiker.
Doe de boter, de bloem en de basterdsuiker
in een kom en snijd met behulp van twee
messen de boter in kleine stukjes; kneed dan
alles vlug samen tot een samenhangenden bal.
Rol op een met bloem bestoven tafel het
deeg ter dikte van een kwart centimeter uit.
Smeer een aantal blikken zandtaartvormpjes
met boter in en voer ze met het uitgerolde
deeg; leg in elk gevoerd bakje een passend
stukje boterhampapier, vul dit geheel met rau
we rijstkorrels en zet de vormpjes op "een bak
blik ir. een matig warmen oven. Laat ze licht
bruin en gaar worden, neem er de rijst met
het papier uit en laat in den oven den bin
nenkant ook nog wat bijkleuren. Neem de
schuitjes uit de vormen en laat ze koud wor
den. Klop den slagroom stijf, vermeng hem met
de poedersuiker en vul er de gebakjes mee. Leg
er een paar oranjekleurige geconfijte vrucht
jes op of garneer de schuitjes met stukjes man
darijn al of niet uit een blikje.
(inplaats van glas ot celluloid)
50 X 5 en 50 X 3 c.M..
DOETINCHEM TELEFOON 655
VAN RIJN'S MOSTERD - UTRECH
aan gevolgen van onvoldoende spijsvertering
en onzuiverheden in het bloed? Gebruikt dan
Deze pillen werken zacht-laxeereno en
zuiveren het bloed van alle onreinheden zon
der het lichaam te schaden. 55 ct„ 90 ct„
1.56 per doos met gebruiksaanwijzing. Ver
krijgbaar in Apotheken en Drogisterijen.
NEEMT EENS PROEF! Knip deze advert, uit
en zend ze met 13 ct. in postzegels aan Mij.
Hoekstra, Heerengracht 33. Amsterdam. U
ontvangt een doosje inh. 30 pillen met
gebruiksaanwijzing
Van de oudste en meest bekende
fabriek in Nederland
Prima fabrikaat voor elke beun
VRAAGT UWEN WINKELIER
HEEL NEDERLAND
gebruikt óf Jozo óf Nezo. De enthousiaste op
merkingen luiden over het algemeen; Blank als
sneeuw! Volkomen droog! Hygiënische verpak
king! Hoogste zuiverheid! Gegarandeerde kwa
liteit! Zout uit eigen bodem!
(Adv.)