Propaganda voor onze marine Knoeierijen met legesgelden EN WOESTIJN RAAKT ZOEK HOOFDTAAK LIGT THANS IN INDIË VRIJDAG 2 FEBRUARI 1940 Vele autoriteiten woonden de gala voorstelling van de Indische vlootfilm bij Rede vice-admiraal Quant VREEMDELINGENRECHT Gebedsactie voor den vrede Shell Union Oil Corporation Hoogere winst over 1939 POSTVERZENDING NAAR POLEN KOOPMAN VRIJGESPROKEN Bijna honderd menschen in Indië ernstig gedupeerd OPLEIDING TOT RESERVE OFFICIEREN Kamerlid stelt vragen Proefstation Delft" Opening van nieuwe gebouwen HOOGE BOETEN WEGENS HAZARDSPEL DE BOOTVERBINDING MET DE WADDEN-EILANDEN Sneeuw stagneert het verkeer INDISCHE VOLKSRAAD PROF. DR. A. SLIJPEN S. J. BEDIEND UIT DE STAATSCOURANT Onderscheidingen P.T.T. Land bouw hoog esc hooi Rechterlijke macht Eervol ontslag reserve veldprediker FEUILLETON DOOR WILLY WATERMAN Ter inleiding van de Indische vlootfilm ,,'t Sal waerachtig wel gaan" heeft luite nant ter zee le klasse G. Koudijs dezer da gen in een persbijeenkomst, waartoe de uit- noodiging van den chef van den marinestaf was uitgegaan, eenige mededeelingen ge daan over onze marine. Spr. noemde het een gelukkige omstandig heid, dat eenige maanden na de film „Onze Koninklijke Marine", die een beeld geeft van de in Nederland gestationneerde marine, thans ton film van de in Indië gestationneerde ma rine is gevolgd. Zoo zijn de eerste stappen ge daan om door de film het niet met de zee in aanraking komende deel van ons volk vertrouwd te maken met het leven en bedrijf onzer oor logsvloot. Dit is de plicht der marine, die haar oorlogstaak alleen dan kan vervullen wanneer Sij zich gedragen weet door begrip en sympa thie van het geheele volk. Er van uitgaande, dat Nederland nog al- tyd een zeemogendheid is, dat ons Rijk ver deeld is over drie werelddeelen alleen door de zee verbonden, zeide de heer Koudijs, dat de hoofdzaak van onze marine onder de huidige omstandigheden in Indië ligt. Voor het behoud van Indië is noodzakelijk, dat wij de zeewegen in en nabij den Archi pel beheerschen. Twee vragen zouden nu gesteld kunnen wor- öto, namelijk: Kunnen slagkruisers dit bereiken zijn het Indische leger en de Indische vlieg tuigen en onderzeebooten hiertoe niet in staat to in de tweede plaats; kunnen drie slagkrui- ®ers van ons iets uitrichten tegen misschien tien slagschepen van den vijand? Sprekers antwoord op de eerste vraag luidde, dat het Indische leger de zeewegen niet kan toijhouden, dat, afgezien van de ervaringen in china en Spanje, het huidige conflict duidelijk ®antoont, dat vliegtuigen evenmin de zeewegen hunnen vrijhouden. En ten slotte levert de hui zee oorlog eveneens dagelijks het bewijs, dat öe onderzeeboot evenmin geschikt is om de hem eener vloot te vormen. Uitvoerig betoogde spr., dat slagkruisers noodig zijn. Strategisch bekeken hebben wij, volgens spreker, drie slagkruisers noo- hig: twee, die te allen tijde gevechtsgereed ®jn en derde in verband met onderhoud «n reparaties. Aanschaffing van drie slagkruisers zou Stonerlei wijziging brengen in onze politiek in het Verre Oosten. Deze blijft dezelfde: Zelfstandig, onzijdig en defensief. Doch om kunnen behouden wat men heeft, moet het strategisch defensief offensieve elementen bevatten. Spr. bestreed de opvatting van hen, die zeg- ®to: laten wij wachten tot de oorlogservaring to het huidige conflict bewezen heeft, dat in- tordaad ook onder de huidige omstandig heden het slagschip de niet-te-vervangen kern Vah de vloot en de steunpilaar van elke zee mogendheid is. Zijns inziens heeft het slagschip to den huidigen oorlog dit reeds bewezen. Het •uagschip heeft in den loop der eeuwen getoond h® beheerscher der zeën te zijn, het toont dat ans weer. Het bouwen van slagschepen is dus Rton experiment, daarvoor is geen oorlogser varing noodig. Iedere dag eerder, zoo besloot de heer Koud- hs, dat de kiel dezer schepen zal worden ge- e6d, beteekent een dag eerder: veiligheid. In tegenwoordigheid van Prins Bernhard en een uitgelezen gezelschap genoodigden is Donderdagavond in het City-theater te Een Haag de eerste vertooning gegeven van he film ,,'t Sal waerachtig wel gaen", die toet medewerking van de Koninklijke Marine to Nederlandsch-Indië door den heer M. Eranken is vervaardigd. Behalve Prins Bernhard woonden de voorstel- tog bij de ministers Dijxhoorn en Weiter, de toinisters van staat Beelaerts van Blokland, m°hjn, pock en van Kaïnebeek, de opperbevel hebber, generaal I. H, Reynders, de chef van ~to marinestaf, vice-admiraal J. Th. Pürstner, to voorzitter van de Algemeene Rekenkamer, Zuyderhoff, de voorzitter van de Tweede ftotoer, mr. J. R. H. van Schaik, de burgemees- *er van Den Haag, mr. S. J. R. de Monchy, de Ud-Gouvemeur-Generaal van Ned.-Indië, mr. P. Graaf van Limburg Stirum, de Staats- ahen Kooien, Limburg en Muller Massis, ver schillende opper- en vlagofficieren, zeer vele toden van de Koninklijke Hofhouding, de mili- jaü'e attaché's van de Amerikaansche, Britsche. ftoitsche, Fransche en Japansche legatie, het van den RaSd van Ned.-Indië, Raden A. A. ®°ejono, bestuursleden van Onze Vloot en an- re autoriteiten. Ka een welkomstwoord van den directeur van theater, den heer Ter Linden, heeft vice- "toiraal Quant, namens het eere-comité, dat voor de vertooning hier te landé gevormd is, een inleidend woord gesproken. Vice-admiraal Quant dankte in de eerste plaats, mede namens de aanwezigen, de gast- heeren van dezen avond en bracht hulde aan de Anifilm (Algemeen Ned.-Indisch Filmbe drijf) voor zijn durf om deze film, zij het dan ook met steun en medewerking van de Konink-. lijke Marine, te vervaardigen. „Eindelijk", aldus de heer Quant, „wordt het Nederlandsche volk eens in de gelegenheid ge steld kennis te nemen van het leven en streven van zijn marine, welker intensieve oefe ningen en moeilijke, soms zeer gevaarlijke op drachten, meestentijds zoo geheel buiten het gewone gezichtsveld van het dagelijksche leven liggen." Spr. bracht hulde aan hem, die hiertoe het initiatief heeft genomen, aan den toen- maligen vlootvoogd in Indië, vice-admiraal H. Ferwerda. Door dit initiatief is een einde ge maakt aan het feit, dat in bioscopen of op na tionale avonden, waarbij de marine den hoofd schotel vormde, altijd buitenlandsche films wer den gedraaid. Slechts zeer zelden kon ver toond worden, dat de eigen marine voortdurend met succes soortgelijke oefeningen houdt, die op minstens even hoog peil staan en die een bewijs vormen van de paraatheid van de weer macht ter zee. Spr. uitte zijn oeste wenschen voor het herstel van vice-admiraal Ferwerda, die voor het ondergaan van een rustkuur in het Roode Kruisziekenhuis in Den Haag is opgeno men. De titel van deze film is een zin uit een brief, dien Cornells Tromp destijds aan zijn zuster schreef, toen hij weder op het punt stond om voor een van zijn gevaarvolle tochten zee te kiezen. De admiraal wilde haar geruststellen en gaf op deze wijze uiting aan het vertrouwen, dat hij stelae in de bekwaamheid en toewijding van de mannen, die met hem 's Lands hoogste goed tegen een machtigen vijand ging bescher men. Zóó opgevat, aldus spreker, zult u uit deze film kunnen zien, dat ditzelfde ook op den huidigen dag volkomen van toepassing is op het tegenwoordige marinepersoneel. Spr. legde er den nadruk op, dat uitbreiding van materieel noodzakelijk is en aan ons mari nepersoneel met volle gerustheid kan worden toevertrouwd. Aangezien, zooals reeds van re- geeringszijde meermalen werd aangekondigd, hiervoor groote offers gebracht zullen moeten worden, moge het voor een ieder, die deze film gezien en begrepen heeft, een zichtbare troost zijn, dat zij de overtuiging kunnen mededragen, dat er in de marine van hoog tot laag met zeer veel ijver en toewijding geoefend wordt. Men legge den titel echter niet uit, alsof het zonder een belangrijke uitbreiding van het aanwezige materieel ook wel zal gaan. Admiraal Quant eindigde met het uitspre ken van den wensch, dat deze film er toe bij moge dragen, het vertrouwen van de Nederlandsche natie in haar marine te be vestigen en dat daaruit de drang moge voortkomen met alle macht steun te verleenen aan de uitbreidingsplannen der regeering, waarnaar door zoovelen in den lande reikhalzend wordt uitgezien. „Dan zullen wij met c-en gerust ge weten tegenover dat personeel, maar niet minder tegenover de milloenen inheem- schen van onze overzeesche bezittingen in Oost en West wier vertrouwen in het moederland, dank zij ons onvolprezen door de.- geheele wereld geroemde koloniaal beleid zeer groot is de toekomst in het Oosten tegemoet kunnen zien en zullen vele thans bestaande zorgen voor een eventueel Paci fic-conflict over enkele jaren belangrijk verminderen, zoodat dalr zonder eenige restrictie door ons allen kan worden gezegd ,,'t Sal waerachtig wel gaen". Over deze film is in de Indische bladen veel geschreven toen in September j.l. te Batavia de première ging In Indië bleek de film een groot succes en na de eerste voorstelling in het moederland te hebben bijgewoond kunnen wij dit begrijpen. Op bijzonder boeiende wijze ziet men gedurende ruim vijf kwartier onze marine in en boven de Indische wateren in actie Bij zonder belangwekkende beelden van oefeningen met onderzeeërs, die onderduiken om kruisers en jagers aan te vallen, wisselen af met oefe ningen van bommenwerpers, die 's nachts in slagregens de lucht ingaan. Bij de oefeningen der bommenwerpers is ook te zien hoe een van de vliegtuigen een nevel- scherm legt om de andere te beschermen. Een ander beeld is het afschieten met de catapult van twee vliegtuigen van H. Ms. de Ruyter. Natuurlijk ontbreken niet de stereotiepe op namen van het schrobben en boenen aan dek van de schepen en krijgt men een indruk van gezelligheid aan den wal. Maar de hoofdzaak in deze film is het beeld van actie, dat vooral duidelijk aan het einde blijkt, wanneer de bul letins, aankondigende de mobilisatie, aan boord worden aangeplakt en 's nachts wordt uitge varen om mijnen te leggen. Het geluid bij de film is zeer goed, met dui delijke stem wordt alles aan den bezoeker uit gelegd. Ook de muziek komt volkomen tot haar recht. Het Wilhelmus besloot deze voorstelling, die op de aanwezigen diepen indruk maakte en deed beseffen, dat onze vloot in Indië" tot veel in staat kan worden geacht. J. B., geboren in Duitschland, is hier te lande geïnterneerd, omdat 1US als vreemdeling geen geldige papieren bezat. Bij de rechtbank te Amsterdam verzocht B. zijn in vrijheidstel ling, doch dit college wees die af op grond. dat de verzekerde bewaring niet is geschied krachtens een maatregel, weike steunt op de wet van 17 Juni 1918, Vreemdelingenwet, als gevolg waarvan de rechtbank zich onbevoegd achtte. In hooger beroep heeft het gerechtshof te Amsterdam daarentegen uitgemaakt, dat de be treffende beschikking wel op artikel 2 van ge noemde wet is gegrond. Het verklaarde het be roep echter niet ontvankelijk op grond, dat te gen de beschikking der rechtbank hoogere voor ziening openstaat. De Hooge Raad heeft deze zaak, toen cas satie werd aangeteekend, in raadkamer be handeld. Thans is hieromtrent een beschikking gegeven. Et mag niet uit hei oog worden ver loren aldus de Hooge Raad dat een verge lijking met vrijheidsberooving krachtens an dere wettelijke regelingen, bijv. het wetboek van strafvordering, niet opgaat, omdat aan den vreemdeling, wiens vrijheid van beweging vol gens de wet van 1918 is beperkt, uitdrukkelijk is toegestaan, zich te allen tijde naar het bui tenland te begeven. Deze regeling maakt het niet aannemelijk, dat de wet bedoeld zou heb ben, tegen de beslissing van de rechtbank hoo gere voorziening toe te laten. Integendeel blijkt uit de geschiedenis der wet, dat zij het rechts middel van hooger beroep neeft willen uitslui ten. Op deze gronden is het cassatieberoep ver worpen. Werd reeds door pers en radio in ruime mate bekendheid gegeven, niettemin voldoe ik gaarne aan het tot mij gerichte verzoek met een enkel woord de aandacht te vestigen op de voorge nomen gebedsactie voor den vrede, bestaand in een novene van 211 Februari, den dag van de eerste verschijning van O. L. Vrouw aan de H. Bernadette te Lourdes. Groot is het vertrouwen, waarmede Neerlands Katholieken zich wenden tot O. L. Vrouw van Lourdes, die ontelbare geestelijke en stoffelijke gunsten verleenen wilde. En stellig zal nu een ieder met vurigen ijver deelnemen aan deze novene voor den vrede, het goed, waarnaar de wereld zoo zeer snakt, met name de oorlog voerende volken. De vrede zal thans worden afgesmeekt. Voor beschouwingen, waaraan zoovelen zich nutteloos overgeven, of er kans op vrede is, is tijdens deze novene zeer zeker geen plaats. Ze worden onverbiddelijk ter zijde geduwd met de overtuiging, dat bij God, die tenslotte de wereld regeert, alles mogelijk is. Nog pas enkele dagen terug hield de Kerk ons weder ter overweging voor, het steeds in drukwekkende verhaal van Paulus' bekeering. Zoo gaat dan negen dan lang met een vol komen gaaf, onbegrensd vertrouwen door Ka tholiek Nederland gebeden worden, opdat in hoofden en harten van de leiders der volken haat moge wijken, om plaats te maken voor vredelievendheid en verzoeningsgezindheid, ten einde door de voorspraak der Lieve Moeder Maria, de Koningin des Vredes, voor de wereld den vrede te bekomen. Moge niemand ontbreken, mogen allen die dagen in den geest in Lourdes aanwezig zijn. A. VAN WIJNBERGEN De Shell Union Oil Corporation deelt ons mede, dat haar voorloopige cijfers een netto winst van ongeveer 11.800.000 dollar over het jaar 1939 aantoonen, overeenkomende met een winst van circa 77 dollarcent per aandeel van de I3.070.b25 gewone aandeelen z.n.w. na aftrek van het preferente dividend ad 5.50 dollar per preferent aandeel. Over het voorafgaande jaar heeft de netto winst 11.318.423 dollar bedragen, of 72 dollar cent per gewoon aandeel. Gedurende het vierde kwartaal van 1939 ver diende de Shell Union Oil Corporation volgens de voorloopige bedrijfsuitkomsten ongeveer 5.100.000 dollar tegen 1.953.929 dollar in het dien- overeenkomende kwartaal van het voorafgegane jaar. Naar het geheele door Duitschland bezette Poolsche gebied kan thans weder briefpost worden verzonden. Voor zoover dit betreft de gebieden, welke vóór den oorlog 19141918 tot het Duitsche Rijk behoorden, zijn toegelaten gewone briefpost, briefpakjes en aangeteekende stukken op risico van den afzender. Voor de andere door Duitschland bezette Poolsche gebieden worden uitsluitend toege laten briefkaarten, alsmede brieven in open omslag, niet zwaarder dan 250 gram wegende. Deze brieven en briefkaarten moeten in de Duitsche of Poolsche taal beschreven zijn. Een 56-jarige koopman in rijwielbanden, -lampen en -zadels had te Rotterdam in Sep tember j.l. deze artikelen tegen een prijs ver- kqcht, welke ver boven normaal lag. De officier van justitie had in verband hier mede tegen hem een boete van f1000.subs 40 dagen hechtenis geëischt. De Rotterdamsche rechtbank heeft thans den koopman vrijgesproken Het is thans drie maanden geleden, dat de commies-redacteur W. te Soerabaia werd ge schorst wegens knoeierijen op het kantoor van den assistent-resident. 'Deze zaak heeft veel stof doen opwaaien, omdat een groot aantal personen hierbij getroffen werd in zijn pri maire belangen van burgerschap, namelijk het verkrijgen van goede legitimatie-papieren. De dossiers zijn bij den officier van justitie, terwijl het B.B. de nalatenschap van W. ver werkt. Deze nalatenschap is van behoorlijke grootte, aldus het Soer. Hbl. Zij omvat: 40 natu ralisatie-aanvragen; 15 aanvragen voor vestiging in Indië en 40 aanvragen voor gelijkstelling met Europeanen. W. ving de menschen bij de loketten op, palm de ze in door zijn groote bereidwilligheid om te helpen en hield verder zaak en geld onder zich. Als men de situatie ter plaatse en den norma len gang van zaken kent, is dit begrijpelijk. De aanvrage I' informeert waar hij moet zijn en wordt naar het ass.-residentiekantoor verwezen. Via het loket kwam hij dan bij W. terecht, die met de behandeling hiervan was belast. De ass.-re sident zit in een aparte kamer, is overkropt met zijn eigen werk en heeft geen tijd voor se rieuze surveillance. Controleeren kan hij niet, omdat hij niet weet, dat er zaken zijn. Aan den huidigen ass.-resident, den heer Vernet, had W. geen enkele zaak doorgegeven gedurende de vijf maanden, dat deze zijn chef was. De eenige man, die meer direct contact had met W., was de hoofdcommies, doch dezen is blijk baar nooit iets verdachts opgevallen. W. inde niet alleen de gelden voor naturali satie, die ten rechte bij 's lands kas moesten worden gestort, doch vroeg ook gelden in voor schot voor aankoop van zegels, en later, bij de afrekening, schrijfloon voor het personeel. Nie- mariti van de belanghebbenden, die toch zeker konden begrijpen, dat W. hiermede zijn boekje te buiten ging, heeft zich hierover ooit by den ass.-resident beklaagd. Men gaf het geld gaar ne of niet gaarne uit de overweging: dan wordt mijn zaak snel behandeld, en hield zijn mond. Ten slotte zijn de knoeieryen uitgekomen, door dat een aanvrager voor naturalisatie door het uitbreken van den oorlog zijn betrekking zou verliezen, mits hij kon aantoonen, .dat zyn na turalisatie-verzoek met gunstig advies naar Ne derland was gezonden. Daar deze persoon van W. bericht had ontvangen, dat dit inderdaad het geval was er bestond een aparte corres pondentie voor de afdeeling knoeierijen ging hij onmiddeliyk naar Batavia om daar het be wijs op het departement te halen en vernam, dat daar van een naturalisatie-aanvrage niets bekend was. Toen kwam de zaak bij den ass.- resident terecht. Met de uitreiking van vestigingsbewijaen had W. in het geheel geen bemoeienis; deze wor den afgegeven door den vreemdelingendienst van de politie. Zulk een aanvraag van vestiging geschiedt op een zegel van 10 en deze zegels gebruikte W. voor zich zelf. Voor het afhande len van de aanvragen voor geiykstelling vroeg hij van de betrokkenen ƒ25, terwyi de werke- lfike kosten 11.50 zijn. By zijn knoeierijen had W. het voordeel van den tijd, omdat het alle zaken zyn, die een langdurige behandeling vereischen, zoodat hy cngeduldigen kon afschepen met de mededee- ling, dat er nog geen bericht was ontvangen en dat hy een herinnering zou zenden. Boven dien was zijn systeem niet het verdonkerema nen van zaken, doch het uitstellen. Daarom waren de stukken een geluk voor de belang hebbenden alle netjes bewaard, doch alleen in de behandeling enkele jaren ten achter, ter wijl het geld was gebruikt. Met nieuw ontvan gen geld werden dan de oude zaken, die als eerste op de rangiyst waren gekomen, in be handeling genomen. Overigens kan men W. een behooriyke dosis sluwheid niet ontzeggen, want het blijft een prestatie om ongeveer 100 per sonen aan het lüntje te houden zonder dat een klacht werd ingediend. Het Tweede Kamerlid van Sleen (SD.) heeft aan den minister van Defensie de volgende vragen gesteld: Is het waar, dat ook gedurende de mobilisatie slechts die gegadigden voor de officiersopleiding voor plaatsing in aanmerking kunnen komen, die de eerste oefening nog niet hebben vol bracht? Is het minister bekend, dat door deze voor waarde de toezegging, voorkomende op blz. 25 van de memorie van antwoord op hoofdstuk VIII der Rijksbegrooting voor 1940 (Tweede Kamer der Staten-Generaal), in den volgenden zin: „Hoewel de hoofdacte niet is gelijk te stellen met de eindexamens H.BS. of Gymnasium of met de daarmede gelijkgestelde staatsexamens, ziet de ondergeteekende er geen bezwaar in, dat voor de opleiding tot reserve-officier ook ge zocht wordt onder de bezitters van de hoofd acte, omdat onder dezen zeer zeker goede can- didaten zullen schuilen." bijna volkomen waardeloos wordt gemaakt, daar het examen voor de hoofdacte in het al gemeen wordt afgelegd op een leeftijd, dat men zyn eersten oefenplicht reeds achter den rug heeft? Vindt de minister in een en ander geen aan leiding om den hoofdacte-eisch te doen ver vallen en derhalve de opleiding tot onder- wy'zer, met betrekking tot plaatsing bij de offi ciersopleiding, gelijk te stellen met die aan de H.BB.? Is de minister bereid daarnaast niet al te strikt vast te houden aan de voorwaarde, dat de eerste oefening nog niet is volbracht? Woensdagmiddag zyn officieel in gebruik ge nomen de nieuwe gebouwen van het proefstation „Delft" van de Bataafsche Petroleum Maat schappij, gelegen aan den Broekmolenweg na bij Delft. Bij deze gelegenheid heeft men tevens een gedenksteen geplaatst en een bronzen plaquette onthuld, beide ter herinnering aan wylen ir. G D. Boerlage, den grondlegger van het proefsta tion „Delft".. In verband met de tydsomstandigheden is de ze plechtigheid in besloten kring gevierd in aanwezigheid van directie en technici der Ba taafsche Petroleum Maatschappij en employé's van het proefstation, terwijl tevens aanwezig waren mevr. de wed. Boerlage, haar kinderen en enkele familieleden en vrienden van wijlen ir. Boerlage. In de oude machinehal van liet proefstation heeft allereerst het woord gevoerd ir. J. H. C. de Brey, hoofd van de technische afdeeling der Bataafsche, die een overzicht gaf van de wor dingsgeschiedenis en de ontwikkeling van het proefstation. Het werkprogramma van het proefstation heeft zich verruimd en verdiept. Thans wordt ook aandacht gevraagd voor het onderzoek van vliegtuig-brandstoffen en smeeroliën, voorts voor stookolie- en huisbrand-problemen. Daar naast kwam nog de verdieping van het re- searchwerk. Dit alles heeft geleid tot den bouw van het nieuwe proefstation, dat wy heden ope nen Aan het einde van zyn rede richtte ir. de Brey zich tot mevr. Boerlage en zeide, dat ter herdenking van ir. G. D. Boerlage, den onver- getelijken medewerker en vriend, een gedenk steen zal worden geplaatst naast den hoofdin gang van het nieuwe kantoor. Alle aanwezigen begaven zich vervolgens naar buiten, waar de vijfjarige Jaap Boerlage, de jongste zoon van den grondlegger, den ge denksteen inmetselde. Daarna begaf het gezelschap zich weer naar binnen en toen nam ir. J. Broeze, de tegenwoor dige leider van het proefstation, het woord om een bronzen plaquette, voorstellende ir. Boer lage, te onthullen. In een van veel waardeering getuigende toe spraak wees hy op de groote kwaliteiten van den overleden chef en vriend en bood .namens de vroegere medewerkers deze plaquette aan, vervaardigd door den beeldhouwer G. J. v. d. Veen en welke geplaatst is in de hal van het nieuwe gebouw. De directeur der Bataafsche Petroleum Maat schappij, de heer J. M. de Booy, zeide, namens de maatschappy dit geschenk gaame te aan vaarden. Tenslotte sprak mevr. Boerlage-IJzerman, aan wie bij het begin der plechtigheid een bloemenhulde was gebracht, eenige woorden van dank voor de hulde, welke aan de nage dachtenis van haar echtgenoot was gebracht. Vervolgens werd een korte bedrijfsfilm van t proefstation gedraaid, waarna de aanwezigen *t nieuwe gebouw en de installaties bezichtigden Voor den plaatsvervangenden kantonrechter te 's Gravenhage, mr. A. F. Schepel, hebben zich twaalf personen moeten verantwoorden wegens het deelnemen aan hazardspel. Het was omstreeks middernacht in den avond van 13 December jL, dat de Wassenaarsche politie een geslaagden inval deed in een kap perszaak aldaar. Dertien personen, van wie tien mannen en drie vrouwen, werden aange troffen in een kamer achter den kapperssalon. Otn de tafel, waaromheen zij waren geschaard, draaide de roulette en ontkennen, dat men zich aan dit verderfelyke spel schuldig had ge maakt, was voor geen van hen mogelijk. Twaalf deelnemers moesten voor den kan tonrechter verschijnen, zeven waren gekomen. De dertiende, de kapper, die den anderen in zyn huis gelegenheid heeft gegeven roulette te spelen en dienvolgens verklaringen van enkele spelers, hiervoor zou worden betaald, zal zich voor ds rechtbank hebben te verantwoorden. De ambtenaar van het O.M., mr. dr. F. Hol lander, vond de feiten zeer ernstig. Tegen ieder der verdachten eischte hij f 150.boete subs twee maanden hechtenis. Ook de kantonrechter las den zeven verschenen verdachten geducht de les. Hy achtte een strenge straf op zyn plaats en veroordeelde ieder tot f 100.boete subs, één maand hech tenis. De postboot is door het zware pakijs van Donderdagmorgen niet in staat geweest de ha ven van Vlieland te verlaten. Hedenmorgen vroeg zal getracht worden Harlingen te bereiken. De postboot, die om 13.15 uur van Harlingen naar Terschelling is vertrokken, heeft eerst om zes uur Donderdagavond het eiland bereikt. De rijksstraatweg GroningenLeeuwarden is Lusschen Buitenpost en Visvliet voor het ver- kter totaal onbegaanbaar. Ter plaatse is de weg door groote sneeuw- vormingen niet te beryden. BATAVIA, 1 Febr. (Aneta). De Volksraad maakte een aanvang met de behandeling van de aanvullingsbegrooting voor het dienstjaar 1940, betreffende de zesde storting in het rubberfonds ten bedrage van f 361.240. Voorts begon dé Volksraad met de behande ling van de motie-Soeroso inzake vaststelling van minimumprijzen voor korte grondhuur- practyken, welke indertyd werd aangehouden, na mededeeling van de regeering dat een her ziening van de grondhuurwetgeving in bewer king was. De heer Soeroso (Nat. Fractie) lichtte het voorstel toe, waarop de regeeringsgemachtigde, de heer Drossaers, het woord vroeg om mede te deelen, dat de suikerregelingscommissie- Hardetnann, die ook het onderhavige vraagstuk bij het onderzoek betrok, haar arbeid nog niet heeft beëindigd. De regeering kan zich niet uitspreken, voordat zy dit rapport heeft ont vangen. De heer Soeroso verzocht hierop om zich ten aanzien van de verdere behandeling van deze zaak te mogen beraden. Naar wy vernemen is prof. dr. A. Slypen SJ, hoogleeraar aan de R.K. Universiteit te Ny- megen, Donderdag van de H.H. Sacramenten der stervenden voorzien, zyn toestand was Donderdagmiddag minder gunstig. Benoemd is tot ridder in de orde van Oranje- Nassau, K. J. Zomer, wonende te Bennekom, ge meente Eae, oudste directeur der N.V. Gebr. Zomer en Keuning's drukkery „Vada" te Wa- geningen. Aan P. E. G. Hoppenbrouwers, sigarenfabri kant, te Eindhoven, is verlof verleend tot het aannemen van het onderscheidingsteeken van ridder in de orde van den H. Gregorius den' Groote, van den H. Stoel. By K. B van 2 Januari 1940, is benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau P. Thys- sen, onivanger der directe oelastingen te En schede. Toegekend is de aan de orde van Oranje-Nas sau verbonden eere-medaille, in zilver, aan H. van Holland, tuinbaas in dienst van den heer mr. dr. J. Juden, te Overveen, gemeente Bloe- mendaal; aan J. H. Jeurling, tuinbaas in dienst van de familie Sandberg van Leuvenum, te Colmschate, gemeente Diepenveen. Met ingang van 1 Februari is tot commies by den Post-, Telegraaf- er» Telofoondienst be noemd: E. M. Govaert, thans adjunct-commies by den Post-, Telegraaf- en Telefoondienst. Met ingang van 1 Februan 1940 is tot refe rendaris der P.T.T. benoemd H. Bekker, thans referendaris 2de klasse van den P.T.T. Aan den referendaris van den P.T.T.. J. P. A. Kater, is met ingang van 1 April 1940, op zyn verzoek eervol ontslag verleend. Voor het tydvak van 1 Januari 1940 tot 1 April 1940 is wederom benoemd tot tydeiyk as sistent aan de Landbouwhoogeschool te Wage- ningen, C. Verschoor, aldaar. Op zyn verzoek is aan mr. P. F. G. A. Geradts eervol ontslag verleend als kantonrechter plaatsvervanger in het kanton Roermond, onder dankbetuiging voor de als zoodanig bewezen diensten. Met ingang van 1 Februari 1940 is aan ds. W. Spliethoff, Evangelisch-Luthersch predikant te Deventer, op zyn verzoek eervol ontslag ver leend als reserve-veldprediker voor den tyd van oorlog by het leger te velde. C hristus heeft aan Zija Kerk voor speld, dat zij om Zijnentwille vervol gingen sou moeten verduren. Zalig stj, die vervolging lijden om de Gerechtig heid, want hunner is het Koninkrijk der Hemelen. Clim's brein werkte op hoogste capaciteit, j 11 plotselinge wending van den steven van 't ,acht had in het felle schynsel van het zoek- a]cbt den naam „Lucky passie" doen zien, en be booten van de „New Orleans" droegen den ,cheepsnaam. Morescu's vrienden waren het dus ■Jrs'ist niet, daar beneden. Maar wie dan wel? e was die man uit Miami, die naar hem i'°eg? Ciim probeerde zijn gezicht duidelyk te a to te krijgen, maar zelfs bij het meest inge- fPannen turen, zijn oogen 'afschermend tegen ret felle licht, kon hy den man niet thuis togen Met een schok kwam Clim in actie. Wat deed -at er toe, hier was zyn kans, eén kans van eto op de tienduizend, een kans, die voor het Gijpen lag! Hij legde de handen aan zijn mond, Peter vol vreugde een schop, en brulde: -.••Kei, Lucky Lassie.... hei, hier ben ik.... ptoroney!" 'Van de brug, boven hun hoofden, klonk eén "toderiirur eeluid. Het was eêen wonder. De Of ficier van de wacht kreeg in het holst van den nacht wel wat erg veel ineens te slikken. Zijn gestalte stond enkele oogenblikken onbeweeglijk afgeteekend tegen den steeds lichter wordenden hemel, dan hief hij zijn scheepsroeper en brulde naar beneden: „Zeg, flauwe grappenmaker daar beneden, hou op met dat gedonder, of ik zal het je in peperen!" Dan draaide hij zijn megafoon een beetje en riep de motorboot aan: „Heidaar, Clim Perroney is een uur geleden van boord gegaan!" „Wat is dat voor onzin," brulde het jacht terug, „is PPerroney overboord geslagen? Hei.." „Ik bén hier!" riep Clim omhoog. „Is 't nou uit met die grappen?' zei de man op de brug, „hou je kop dicht! Nee, hij is niet overboord geslagen, hy is van boord gegaan.... Hou je kop!! De laatste keer!" „Hou je kop?" zei de man van het jacht. „Hou zelf je kop.... beleefdheid hebben ze jou zeker nooit geleerd, hè? Waar is Perroney?" „O, alle goden!" klaagde Clim, heen en weer springend en tegen de commandobrug gesticu- leerend „Ik bèn hier! Ik ben Perroney!" „Sorry!" riep de commandobrug, „ik had het niet tegen jouPak hem bèet! Heidaar, sta niet te slapen, pak dien idioot daar beneden en breng hem hier!" Een drietal matrozen, die bij de railing het geheele tafereel met belangstelling hadden ge volgd. kwamen op Clim af. „Geen gyntjes, jongens!" zei Clim. „Peter, leg jij hun eens uit waar het om gaatHei, luister nou eens even, ik ben Perroney Ik...." „Orders bennen orders!" zei de langste van het drietal, „de mop is niet slecht, maar ja. orders bennen ordersga nou mee naar de brug!" Clim rukte zich los en ging er vandoor, het scheepsdek over, Peter aan zijn zij, de sliert matrozen, die inmiddels tot vijf man was aan gegroeid, achter hen. Peter!" hijgde Clim, „zie je kans om die bende op een dwaalspoor te brengen, zoodat ik rustig tijd krijg, den stand van zaken aan dien gek op de brug uit te leggen?" „Zal 't probeeren!" hijgde Peter. Boven hen, op de commandobrug, tierde de officier. „Sukkelshei, breng hem hier en maak het heele schip niet wakker, zijn jullie matro zen? Dronken krokodillen zijn er niets bij! Wacht even, daar beneden, ik ben zóó terug!' Na aldus den eigenaar van het jacht gestaafd te hebben in diens groeiende overtuiging, dat hij te doen had met een schip, dat werd be mand en bestierd door ongeneeslijke krankzin nigen. wijdde hij zyn algeheele aandacht aan zijn eigen beslommeringen. Als de kapitein door het kabaal wakker werd. zwaaide er wat. „Snijd hem den pas af by de trap!" riep hij. Twee matrozen posteerden zich by de trap die naar beneden leidde. Daardoor slonk het- aantal van Clim's achtervolgers tot drie. Peter stoof nog steeds aan zyn zijde voort. Ze be reikten het einde van het dek, vlogen om een der kajuiten heen en renden aan de andere zijde van het dek terug. In het licht van een booglamp, enkele tientallen meters voor hen. stond een rij dekstoelen, die van het zonnebad van den vorigen dag waren overgebleven. „Gooi die stoelen om, Peter!" hygde Clim, „het zal ze tegenhouden!" Peter gehoorzaamde prompt. Clim stoof ver der, op weg naar de commandobrug, en Peter schopte een zestal dekstoelen door elkaar in den doorgang tusschen den zijwand van een der kajuiten en de railing. Er volgde een hevig la waai. Hy wierp een haastigen blik over zijn schouder en zag tot zijn genoegen, hoe een kluwen matrozen zich ontwarde, hetgeen niet bepaald geruischloos geschiedde. „Kaffers! Wees stil!" klonk de stem uit de lucht, „dadelijk wordt de kapitein wakker en dan Peter kwam achter de kajuit uit en kreeg weer een vrij uitzicht op de commandobrug. De officier van de wacht had blykbaar besloten, een gedeelte van de achtervolging in eigen han den te nemen, want hij daalde met twee tre den tegelijk de trap af, op hetzelfde oogenblik dat Clim het dek was ömgerend, en de trap op stoof, zonder voor zich uit te kijken. De smak, waarmee beiden op het dek terechtkwa men, klonk ver in het rond. „Ben je krankzinnig?" brulde de officier. „Hier is-ie. pak hem vast!" Hij hield Clim's armen vast, hetgeen hij ge makkelijk doen kon, daar Clim, tegenover hem op het dek zittend, niet de minste lust had om weg te loopen. „Hei, luister!" zei hy, „ik ben Perroney!" De officier gilde van woede: „Wel allemachtig, die mop heeft nou lang ge noeg geduurdpak hem vast.... hei!" De twee matrozen, die bij de trap naar bene den op wacht waren gezet, hadden het grootste gedeelte van de gebeurtenissen gemist, maar kwamen op het geschreeuw toeloopen. Peter, met de drie andere matrozen achter zich, kwam in de verte aangegaloppeerd om assistentie te verleenen waar dit noodig mocht blijken. Het bléék noodig. Toen hij op het slagveld was aangekomen, werd Clim juist in zijn kraag gepakt, en, daar Clim vastbesloten was, geen klappen uit te deelen om een misverstand, was het eenige verdedigingsmiddel, dat hem over bleef, zich vast te klemmen aan den officier van de wacht, wat hij dan ook vol overtuiging deed. Hij had zijn armen om diens hals geslagen en zijn handen ineengestrengeld. De twee matro zen probeerden zijn handen vaneen te rukken, maar dat lukte niet. „Luister nou!" hijgde Clim in het oor van den worstelenden officier, „wees nou eens even rustig, ik kan bewijzen dat ik Perroney ben; die andere lui waren het niet!" „Laat me los!" zei de officier, „of ik geef je een por in je maag, 't heeft nou lang genoeg geduurd!" Clim nam zijn maatregelen tegen den por in zijn maag door zijn beenen om de witlinnen broekspijpen van den ander te slaan. „Hou nou 'ns even op!" zei hij, ik Péter arriveerde, keek over zijn schouder en zag het kluwen matrozen in de verte naderen. „Wat moet ik doen?" hygde hy in Clim's oor. „Kan me niet schelen," hygde Clim terug. „Als je maar zorgt, dat er hier geen matrozen by komen, ik heb er meer dan genoeg!" „O.K.," zei Peter, keerde zich om naar de hem achtervolgende bende en gilde: „Hei, landlubberskrijgen doe je me toch niet!" De bende uitte een gehuil en stoof met her nieuwde woede voorwaarts. Peter, het lokaas, rende de trap af naar beneden, vastbesloten, die bende uit de buurt van Clim te houden tot hij in de kolenbunkers vastliep of stierf. En toen gebeurde het onvermijdelijke. Door het ontzettende lawaai wakker geworden, kwam de kapitein zijn hut uit, een revolver in de vuist, gehuld in een geelzijden pyama. Hy zag nog juist Peter Regan met drie brullende ma trozen achter hem onder luid geraas de trap afvliegen, en dan trok het tumult aan den voet van de commandobrug zyn aandacht. „Wat is dat hiér, voor den donder?" bruilde hy, „schei uit!" Het kabaal luwde. De twee matrozen heten Clim los en Clim het den officier los. De kapitein keek van Perroney naar zyn ver- fommaaiden officier. „Senor Alvarez, wat heeft dat te beteeke- nen?" informeerde hy, met één zwaai van zijn pistool de geheele hygende groep aanduidend. De officier nam de houding aan. Deze man, senor, heeft mij sinds tien minu ten getergd, bespottelijk trachten te maken en gehinderd in de uitoefening van mijn taak!" (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 3