Voeding in oorlogstijd Leeningf onds 1940 VIER ROMANS VAN GROOTE MANNEN Se invloed aan bet g&zin EN WOESTIJN- RAAKT ZOEK ZONDAG 4 FEBRUARI 1940 Heffingen zullen dit jaar f 18 mil- lioen moeten opbrengen Nieuwe krijgsraden Huwelijkszwendelaar gepakt Een man met veel fantasie rvSi Eén woord: Hulstkamp! MGR. TASKIN 75 JAAR Keuring materialen Ten dienste van de lucht bescherming Heffing op technische vetten Vergoeding van schade voor Huisduinen? J O H A N DE WITT OLDGNBARNEVELDT MICHIEL ADR. DE RU IJ TER JAN PIETERS Z. COEN mm BON De spionnage-affaire te Nijmegen Geruchten tegengesproken Muziek in den aether 1.437.596 inwoners luisteren ernaar Jeugd en bioscoop Verbod in Tegelen opgeheven UIT DE STAATSCOURANT Burgemeesters Luchtbescherming Rechterlijke macht FEUILLETON DOOR WILLY WATERMAN (Wordt vervolgd.) Ingediend is een wetsontwerp tot vast stelling van de begrooting van inkomsten en uitgaven van het Leeningfonds 1940, voor het dienstjaar 1940. Aan de memorie van toelichting is het vol gende ontleend: Voor den algemeenen opzet van deze begroo- ting moge worden verwezen naar hetgeen door den minister van Financiën in de memorie van toelichting, fcehoorende bij het ontwerp van wet tot instelling van een leeningfonds, wordt medegedeeld. In aansluiting daarop worden hier op de begrooting gebrachte artikelen voor zooveel noodig nader toegelicht. Indien voor de uitgaven, welke voortvloeien uit de huidige buitengewone omstandigheden (hierna kortheidshalve mobilisatie-uitgaven ge noemd) in 1938 en 1939 gedaan, een an- nuïteitsleening met een looptijd van 15 jaar en een rente van 4 pCt. ware gesloten, zou een annuïteit van f 18.100.000 verschuldigd zijn ge weest. Dit bedrag is ingevolge het ingediende ontwerp „Leeningfondswet 1940'' ten laste van den gewonen dienst van de begrooting voor 1940 gebracht. Het bedrag zal alleen nog eenige wijziging kunnen ondergaan, wanneer het werkelijk uit gegeven bedrag aan mobilisatieuitgaven in 1938 en 1939 zou afwijken van het thans geraamde bedrag van f 201.100.000. Waar voorts de mobilisatieuitgaven, welke in 1940 worden gedaan, den gewonen dienst voor dit jaar niet zullen belasten voor deze uitga ven zal immer op gelijke wijze als voor de uit. gaven over 1938 en 1939 een annuïteit worden vastgesteld, welke voor het eerst den dienst 1941 bezwaart kan als vaststaand worden aange nomen, dat volgens de regeien van het ont- werp-leeningsfondswet in 1940 gewone mid delen noodig zijn ter dekking van een bedrag, dat niet belangrijk van f 18.100.0C1 zal af wijken. Dit bedrag zal ook niet, wanneer leeningen voor de mobilisatie-uitgaven worden aangegaan, verandering behoeven te ondergaan. Alle artikelen, welke onder de inkomsten voo.komen, zijn voorshands pro memorie uitgetrokken. Zooals by reeds in de memorie van tolichting op het ontwerp „Leening fondswet 1940" mededeelde, ligt het in de bedoeling van den minister de indiening van een afzonderlijk wetsontwerp te bevor- de -en. tot regeling van de heffingen, welke ten bate van het fonds zullen komen. Dit ontwerp kan binnenkort worden tegemoet gezien. Het zal een opbrengst geven over 1940 van rond f 18 millioen en over vol gende jaren, waarin het over het geheele jaar zal werken, van een hoogcr bedrag. Op het onderdeel uitgaven kapitaaldienst van de begrooting zijn in de eerste plaats de uitgaven, welke voortvloeien uit de huidige buitengewone omstandigheden over 1938 en 1939 uitgetrokken. Deze uitgaven worden inge. volge het bepaalde in het ontwerp „Leening fondswet 1940" ten laste van den kapitaaldienst van het fonds voor 1940 gebracht. Ingevolge het ontwerp van wet tot voor- loopige voorziening ten aanzien van de waar debepaling van den voorraad gouden munt en gouden muntmateriaal van de Nederlandsche Bank en regeling van de gevolgen dier voor ziening, wordt een bedrag van f 116.549.410.07 in het credit van de rekening van 's Rijks schatkist bij de Nederlandsche Bank geboekt voor een nader bij de wet te bepalen bestem ming. Ingevolge het ontwerp-Leeningfondswet 1940" wordt dit bedrag ten bate van den kapi taaldienst van het Leeningfonds 1940 gebracht. Deze bate zal dus strekken ter gedeeltelijke dekking van de mobilisatie .uitgaven over 1940 Deze laatste uitgaven kunnen, gelijk reeds op gemerkt, thans nog niet worden geraamd. terie bij de kantongerechten in het arrondisse ment Leeuwarden; 2. mr. Z. Heimens Visser, ad vocaat en procureur te Arnhem; 3. mr. J. P. G van Velzen, advocaat en procureur te 's Gra- venhage. Bij Koninklijk Besluit van 3 Februari 1940 zijn benoemd voor den tijd, dat de tegen woordige algemeene mobilisatie voortduurt en Nederland niet m een oorlog wordt be trokken, bij den krijgsraaa voor de land macht. Te 's Gravenhage: tot president: mr. B. G. A. Smeets, kanton- rechter-piaatsvervanger, advocaat en procureur te Nijmegen; tot auditeur-militair: mr D. J. Veegens, k a ntonrechter-plaatsvervanger, advo caat en procureur te 's Gravenhage; to: presi- dcnt-plaawervanger: prof. mr J. M. van Bem- melen, hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Leiden, rechter-plaatsvervanger in de arrondis sementsrechtbank te 's Gravenhage; tot audi- teur-militair-plaatsvervanger: mr. G. H. L. Ar- riëns, substituut-griffier bij de arrondissements rechtbank te 's Gravenhage. Te Utrecht: tot president: mr. W. U. Doornbos, kanton- rechter-piaatsvervanger, advocaat en procureui te Arnhem, tot auditeur-militair: mr. P. Kap- teijn, kantonrechter-plaatsvervanger, advocaat en procureur te Zwolle; tot president-plaatsver vanger: 1 mr. B F. Verveen, rechter in de arrondissementsrechtbank te Rotterdam; 2. mr. J. J. Plugge. rechter in de arrondissementsrecht bank te Utrecht; 3. mr. G. W. Bannier, Kaar m- rechter-plaatsvervanger in het kanton 's Gra venhage, advocaat en procureur te Voorburg; tot auditeur-militair-plaatsvervanger: 1. mr. D. J. van Gilse, ambtenaar van 't openbaar minis- De Rotterdamsche politie heeft de hand gelegd op een huwelijkszwendelaar en op lichter. Het is de 26-jarige motordrijver, rijwiellakker, vertegenwoordiger, enz. C. J. v. T., alias Siesling, Wensel, Dr. Droste, Toney Keizer, Carry Powel, Groeneweg, v. Rijsel, Sijdeveld, Verduin en tientallen andere namen, waaronder hij zich voor stelde. Deze man heeft te Rotterdam kennis gemaakt met een meisje. Hij beweerde tegen haar, zoo vertelt de Maasbode, dat hij stuurman was. Zijn ouders zouden in Groningen wonen. Papa was tandarts en zou zoo gaarne zien, dat hij met een dochter van een tandarts trouwde. Daarom bleef hij maar in Rotterdam. Zijn schip, zoo vertelde hij, lag trouwens in reparatie. Den dag na de kennismaking verscheen hij inderdaad in uniform van stuurman. Naar later bleek, had hij zich dit voor de gelegenheid laten aanmeten. De kennismaking werd voortgezet, doch er moest eens een tijd komen, dat hij naar zee ging. Hij vertelde nu, op een ander schip ge monsterd te zijn, dat van Hoek van Holland sou vertrekken, nam afscheid en verdween. Maar enkele dagen later kreeg het meisje bericht, dat v. T. niet op zee was, doch in het Ziekenhuis aan den Coolsingel was opgenomen Het meisje snelde naar het ziekenhuis en kreeg daar een vreeselijk verhaal te hooren. Het schip had wel zee gekozen, zoo vertelde hij, maar 't had al spoedig motorpech gekregen en was teruggekeerd. Door het zware weer was er een laadboom naar beneden komen zetten en had hem op het hoofd getroffen en een hersen schudding bezorgd. In Hoek van Holland had men een taxi bestelo en zoo was hij in net Ziekenhuis aan den Coolsingel terecht gekomen. Zijn fantasie werkte rijkelijk, want hij ver telde, in het Ziekenhuis nog weken te moeten vertoeven. Doch hij had nu eenmaal beloofd, zich met Kerstmis te zuilen verloven en daar hield hij zich aan. Op zijn herhaald aandringen zou hij evenwel het Ziekenhuis mogen verlaten, doch dit moest per ziekenauto gebeuren en aan moest hij toch nog ecnigen tijd het bed houden. Inderdaad liet hij zich met een ziekenauto afhalen en naar een hotel brengen. Daar werd hij per brancard via de lift naar zijn kamer gebracht en weer onder de wol gestopt. Doch nauwelijks was het meisje, dat hem tijdens het vervoer liefderijk gezelschap had gehouden, weg, of de zieke stond op, stak zich in uniform en verdween. Later zag hij evenwel kans bij het meisje in huis te komen, om op te sterken. En toen hij eenmaal in huis was, kwam hij met fantastische verhalen voor den dag. Hij zou de dupe zijn geworden van chantage. Niet minder dan f 500 had hij moeten betalen aan een vrouw, aan wie hij kennis had tijdens zijn studie voor eersten stuurman. Waar hij boven dien veel geld had besteed voor studies en boe ken, was hij nu volkomen platzak. Zoo kwam hij niet alleen goedkoop van zijn kostgeld af, dat hij zou betalen, maar bovendien wist hij van het meisje ongeveer f 100 los te krijgen. Op een goeden dag verdween hij plotseling. Niemand wist waar hij zich ophield. Maar even plotseling als hij verdwenen was, dook hij wee- op, beweerde weer lastig gevallen te zijn en op zee te zijn geweest. Later kwam uit, dat hij te Brussel had vertoefd en daar op kosten van een andere juffrouw had geleefd. Maar nu werd dan toch de verloving vastge steld. Kaartjes werjjen gedrukt en niet betaald en ook de trouwdatum werd vastgesteld. Op nieuw vertelde hij schoone verhalen. Hij had een verzekering loopen van f 3500, welk bedrag bij zijn ondertrouw uitbetaald zou worden. Hij kon wel eens aan zijn ouders in Groningen om f 1000 voorschot wagen. En zoo schreef hij onder de oogen van zijn bruid een brief aan zijn ouders, in Groningen, die daar evenwel niet woonden. Voor den dag van het huwelijk moest hij nog een keer weg. Zijn boot, vertelde hij, lag in Antwerpen. Het meisje bracht hem naar den trein, maar onderweg moet v. T. zijn terugge- keerd, althans hij verscheen weer in verschil lende hotels te Rotterdam, zonder ooit te De- talen. Dan liet hij papieren of een koffer in onderpand achter, doch loste nooit in. Van een portier wist hij ook geld te leenen. Daarvoor gaf hij zijn portefeuille in onderpand, bestelde voorts een kamer, doch kwam niet meer terug. Eindelijk werd de grond te warm onder zijn voeten. Hij ging aan het zwerven, vertrok naar België, keerde terug en kwam te Breda weer in een ziekenhuis terecht. Vermoedelijk heeft hij in dat ziekenhuis voorgewend, te zijn uitgegle den en opnieuw een hersenschudding te heb ben opgeloopen. Inmiddels had het meisje aangifte gedaan en zoo kon v. T. op zijn legerstede in het zieken huis worden gearresteerd en naar Rotterdam worden overgebracht. Naar is komen vast te staan, heeft de man in België eveneens ver schillende caféhouders voor enkele honderden francs gedupeerd. In België stond hij ook reeds gesignaleerd. v. T., die reeds vier vonnissen achter den rug heeft wegens verduistering en diefstal, zal zich nu opnieuw te verantwoorden hebben. Dit woord garandeert U de hooge kwaliteit, die U aan Uw ZO. genever stelt. Sedert vele generaties staat mijn persoonlijk heid daarvoor in. Vertrouw op mij en eisch steeds Uw Hulstkamp. De oud-praeses van het groot-seminarie te Warmond, de hoogeerw. heer mgr. H.'J. M. Tas- kin, proost van het Haarlemsch Kathedraal kapittel, is heden 75 jaar geworden. Zijn Hoogeerw. verblijft sedert verleden jaar in huize „St. Bavo" te Heemstede. thuis schonkt. Z.O. genever, PER lÏTEPKRÜIK f INCiUSItr" B De minister van Binnenlandsche Zaken heeft goedkeuring gehecht aan het voorstel, de keuring van materialen ten dienste van de luchtbescherming op te dragen aan een kerncommissie uit het Centraal Instituut voor materialen-onderzoek. De kerncommissie zal den naam dragen: „Materialen-commissie luchtbescherming" (M. C.L.B.) Zij maakt deel uit van de inspectie luchtbescherming en is gevestigd Javastraat 32 te 's Gravenhage, telefoon no. 110316. De M.C.L.B. zal zoo noodig en zoo mogelijk: 1. De keuringseischen vaststellen voor mate rialen en hun toepassing, alsmede voor voor werpen ten dienste van de luchtbescherming; 2. De mogelijkheid scheppen een oordeel bver de geschiktheid van deze materialen enz. uit te spreken; 3. Den weg te wijzen om tot goede producten te geraken. Aangezien voor enkele ouderdeelen van dit werkprogramma reeds enkele commissies werk zaam zijn, zal op die gebieden slechts coördi- neerend worden opgetreden. Met haar voorbereidende werkzaamheden voor het vestigen van de organisatie, noodig om aan haar doelstelling te beantwoorden, heeft de M.C.L.B. inmiddels een begin gemaakt. De inspecteur voor de bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen heeft van het bovenstaande in een circulaire mededeeling ge daan aan de burgemeesters en hij zal hen om trent den stand van de voorbereidingen te zijner tijd nader berichten, waarbij tevens een weg zal worden aangewezen, langs welken de voor stellen tot keuring van materialen enz. kunnen worden ingediend. De minister van Economische Zaken maakt het volgende bekend: Ten aanzien van oliën en vetten en wel in het bijzonder technische vetten en oliën is het nood zakelijk gebleken een maatregel te nemen. Na het uitbreken van den oorlog zijn door de over heid grondstoffen van de olie- en vettenin- dustrie in het buitenland aangekocht en hier te lande zoowel voor consumptie- als technische doeleinden, ter beschikking gesteld. Deze rege ling, waarbij tevens maximumprijzen tusschen regeering en de industrie werden overeengeko men, brengt thans voor de overheid een tekort mede. De consumptievetten en -oliën zijn reeds in verband met den steun op de boter met een niet onbelangrijke heffing belast. Het wordt nu door den minister redelijk geacht, dat oók de technische vetten en oliën, welke tot dusverre steeds vrij van heffing zijn geweest, aan een heffing wor den onderworpen. Aangezien het grootste deel dezer grondstoffen wordt aangewend voor de zeepindustrie, is besloten slechts de oliën, vetten en vetzuren, welke door deze industrie worden verwerkt, te belasten. De heffing, welke ingaat op 5 Febr. as., zal 10 ets. per K.G. grondstof bedragen. Met deze heffing wordt tevens aan de bron nen van inkomsten van het landbouw-crisis- fonds uitbreiding gegeven, hetgeen wegens der. teruggang van belangrijke inkomsten alleszins wenschelijk moet worden geacht. In verband met dezen maatregel wordt van 5 Febr. a.s. af ook de invoer van zeep aan een heffing naar gelang van het vet- of vetzuunge- halte onderworpen. De oorlog wordt, naar het schijnt, in dezen tijd zoo alomvattend, dat de beslissing voor zoover men die tenminste berekenen kan, kan komen te liggen bij de meest elementaire din gen, zooals de voeding. Een voedseltekort kan een beslissende rol spelen in de vraag van nederlaag of overwin ning. Dat is één punt. Anderzijds is er in verschillende landen, on danks de groote moeilijkheden van producten, een dreiging van tekort aan levensmiddelen, dat door niets anders dan door het slechte sociaal- economisch beheer wordt veroorzaakt. De vakkundigen echter geven adviezen, hoe men zich tegen zulk een tekort of ook met zulk een tekort toch kan redden; hetzij ze nu aan hangers van het heerschend economisch systeem zijn, zooals in Duitschland, of zich daarover het hoofd nooit gebroken hebben. De deskundigen hebben heel wat beters te vertellen dan voor vijfentwintig jaren, toen de voedingswetenschap nog maar vergeleken bij nu heel poover :yas. Dit blijkt b.v. overduidelijk uit de toen in Denemarken veelvuldig voorgekomen xeroph- thalmie (een gevaarlijke verweeking der oogen) die door gebrek aan vitamine A wordt veroor zaakt. De Deensche boeren,' zoo zeldzaam rijk aan melkvee, voerden zooveel melk en zuivel uit, (tegen geld!) dat zij er zelf zoo weinig van over hielden, dat zij ziek werden. Dat zou op het oogenblik niet meer mogelijk zijn, want men is nu in de wetenschappelijke wereld zoozeer van de groote voedingswaarde van de melk over tuigd, dat een complete uitvoer daarvan bij de regeeringen geen genade zou vinden. Want de regeeringen, die thans (weer) over alles regee- ren, moeten zich natuurlijk aan de gevestigde meeningen der wetenschappers houden. Dezelfde meening als over de melk wordt thans vastgehouden over vleesch, eieren en vruchten, en dat is in hoofdzaak „de nieuwere kennis der voeding" (the newer knowledge of nutrition), die vooral in Engeland is uitgewerkt en waarmee men belangrijke massaproeven ge nomen beeft. Dit zal den leek waarschijnlijk heel vreemd aandoen en ook een beoefenaar van de voedingswetenschap zal, indien hij niet al te plechtig geworden is, moeten glimlachen om het feit, dat de wetenschap nu met eenigen trots als een nieuwe ontdekking verkondigt; wat toch immers altijd als een vanzelfsprekende waarheid door de gewone menschen werd in practijk gebracht: dat melk, vleesch en eieren het beste voedsel is. Dat neemt niet weg, dat het wetenschappelijk inzicht veel dieper is en beter gefundeerd dan de traditioneele opvatting van het volk: en dat is een doelpunt voor de wetenschap, maar even zeer is het waar, dat tot voor korten tijd de wetenschap deze volksopinie als van weinig of geen belang achtte en dat is één doelpunt voor de volksopinie. De regeeringen zullen altijd min of meer met beide rekening moeten houden: immers maat regelen, die al te zeer tegen de meening van het volk ingaan, zijn moeilijk door te voeren. Prof. B. C. P. Jansen wijdde aan dit onder werp: voeding in oorlogstijd, een belangwek kend artikel. Daaruit wil ik het voornaamste naar voren brengen. Een eerste punt is. dat een goede voeding niet door een genoegzame hoeveelheid calorieën al léén wordt gevormd, dus niet alleen door de verbrandingswarmte, maar dat ook de vitami nen daarin behoorlijk aanwezig moeten zijn. Dit beginsel nu heeft vele gevolgen. Het algemeene gevolg is dat de hoeveelheid voedsel niet den doorslag geeft; dat is b.v. zeker het geval bi) graan, of liever bij meel, dat in den gewonen vorm,'waarin wij het gebruiken het witte ge bleekte meel zoo goed als alle vitaminen kwijt is. Een voldoende, ja overvloedige hoeveelheid van dit meel waarborgt dus geen goede voe ding. Sommige proeven wijzen er zelfs op, dat een voeding, in hoeveelheid te gering, maar van goede samenstelling, nog beter is dan een over vloedige niet goed samengestelde voeding. Wat het meel betreft hieraan heeft men b.v. in Duitschland grooter aandacht gewijd. Het brood is daar van uitstekende kwaliteit, maar bevat dan ook meer dan het geraffineerde meel, het is bruinbrood. Nederlandsche onderzoekers heb ben overtuigend aangetoond, dat vrouwen in ge zegende omstandigheden door gebruik van wit tebrood in haar voedingstoestand en gezondheid wanneer de andere spijzen het tekort niet ruim goed maken lijden. Wanneer de voedingstoestand dus krap wordt, zal daaraan zeker groote aandacht geschonken moeten worden. Een tweede punt is, dat de geringe beperking van de suikervoorziening in 't geheel geen kwaad kan. Suiker heeft slechts calorische waarde, doch bevat geen vitaminen. Kinderen gebruiken in 't algemeen te veel suiker en suikergoed. De distributie van erwten en boonen is niet zoo mooi. Deze immers vormen een belangrijk voedingsmiddel, vooral door het gehalte aan eiwitten en vitamine B I. Een derde punt betreft de aardappelen. Wil men daarvan het volledig rendement hebben, dan behooren zij in de schil gekookt te worden, omdat met het schillen waardevolle bestand- deelen verwijderd worden. Ze moeten dus vooral in den winter, als de vitamine-toevoer uit andere spijzen spaarzamer is in weinig water gekookt worden, omdat het bedoelde vi tamine gemakkelijk in het kookwater overgaat. Tenslotte spreekt prof. Jansen ook nog over de boter. Zooals men weet, is de margarine thans volksvoedsel en deze wordt in groote hoe veelheden kunstmatig met vitamine bedeeld. Maar niemand zou durven zeggen, dat deze zoo bereide margarine gelijkwaardig is aan boter. De zaak staat nu zoo, dat massale hoeveel heden plantaardige oliën en vetten in Nederland geïmporteerd worden voor dc fabricage van margarine, terwijl de boter voor een groot deel en tegen een lagen prijs naar het buitenland gaat, maar hier te lande duur is. Ik voor mij vind dit heel fraai en ingewikkeld in elkaar gezet, maar in 't geheel niet ge- wenscht Wanneer de voedingstoestand van het Nederlandsche volk zou dreigen te verslechteren, dan kan het niet anders, of ook in dit punt zou men andere wegen moeten inslaan en een bete ren toestand te voorschijn roepen, die boven dien het voordeel heeft, eenvoudig en natuurlijk te zijn en eeuwenlang te kunnen voortduren. Het zou m.i. te wenschen zijn, dat er een per manent lichaam wordt ingeschakeld, dat uit deskundigen op 't gebied van voeding bestaat. Zooais de toestand nu is, is er telkens een veel tc groot gevaar, dat bepaalde groepen, die bij een tak van levensmiddelenproductie belang hebben, dit belang weten door te drijven tegen het algemeen belang in. Zulk een raad zou tegen dergelijke misbruiken kunnen waken. Dr TH. H. SCHLICHTING Het dorp Huisduinen heeft reeds tweemaal ernstige schade geleden door mijnontploffingen. Naar aanleiding daarvan heeft, zooals bekend, de gemeente Den Helder een renteloos voorschot van zevenduizend gulden verleend, waaruit de herstellingen zouden kunnen worden gefinan cierd. De burgemeester van Den Helder had daarbij de hoop uitgesproken, dat het Rijk de schade zou vergoeden, daar de geëxplodeerde mijnen van Nederlandsche herkomst waren. Deze aangelegenheid maakte reeds een punt van bespreking uit op het departement van De fensie. Naar het Volk verneemt kan zeer bin nenkort een beslissing worden tegemoet gezien. Op het oogenblik wordt nog overleg gepleegd tusschen de departementen van Defensie. Wa terstaat en Binnenlandsche Zaken. BOEREN, DIE U DE GROOTE FIGUREN, DE FELLE STRIJDERS LIT ONZE GOUDEN EEUW MEER ZULLEN LEEKEN Uil BKGKI.|PKN EN WAARDEEREN door Joh. Tcunisz. De bewogen levens geschiedenis van dezen grooten staats man, en zijn dood door het gepeupel is meesterlijk geschreven. door Theun de Vries. Onze beroemde landsadvocaat wordt hier ten voeten uit geteekend. De knappe beschrijving van zijn feilen strijd tegen Prins Mau- rits, waarvan het slot zijn dood op het schavot vormde, zal 'n ieder aangrijpen. door C. van Wessem. Een beschrijving van het roman tische, bewogen leven van „onzen Mi- chiel", den grooten, gevreesden zeeheld, maar tegelijk den eerlijken, vromen en zuivere^ mensch door Joh. v. d. Wonde. De zeer interes sante geschiedenis van den stichter van ons koloniaal bezit, zijn moeilijkheden en zijn overwinningen. Deze vier boeken van kloek formaat, waarvan hierby verkleinde afbeeldingen, vormen een onschatbaar bezit voor iedereen Wij leveren ze U tezamen franco voor slechts 10.—--, desgew. betaalbaar met 1.of meer p. m. Elk boek apart besteld franco 2.70. Profiteer van deze aanbieding en zendt onderstaanden bon aan N.V. Boek- en Kunsthandel H. NELISSJ3N, Prinsengracht 627 -Amsterdam-C. Giro 60002, - Telefoon 31791. Ondergeteekende wenscht franco te ontvangen Het bedrag ad f/de le maand. term. van f is door mij verzonden/ wordt met 10 ct. extra voor rembours bij ont vangst van de zending door mij betaald. Doorslaan, wat niet wordt verlangd. NAAM ADRES KATHOLIEK COMITÉ VAN ACTIE „VOOR GOD" „Zoolang aan den huiselijken haard de heilige vlam nog straalt van het geloof in Christus en zoolang de ouders het leven van hun kinderen in overeenstemming brengen met dit geloof, zal de jeugd steeds bereid zijn den Verlosser te erkennen met zijn koninklijke voorrechten, en zal de jeugd zich verzetten tegen hen, die den Verlosser willen verbannen uit de maatschappij Paus Pius XII, Encycliek „Summi Pontificahis" Naar aanleiding van loopende geruchten als zouden door de Nederlandsche politie in ver band met de spionnage-affaire In Nijmegen, waarbij, zooals gemeld, twee burgers zijn gear resteerd, ook eenige officieren en onderofficie ren in arrest zijn gesteld, vernemen wij, dat noch bij de politie noch bij Defensie van zoo danige arrestatie iets bekend is. De geruchten worden dan ook ten stelligste tegengesproken. Het aantal radioluisteraars, dat blijkens aan gifte een eigen ontvangtoestel bezit, bedroeg 31 Dec. j.l. 1.02i5.876, het aantal aangeslotenen op radio-distributie-inrichtingen bedroeg op dienzelfden datum 411.720, zoodat een totaal aantal van 1.437.596 radioluisteraars, of 163 op iOOO inwoners is geregistreerd. In de Vrijdagavond gehouden vergadering van den Tegelschen gemeenteraad werd be sloten het jeugdverbod voor de bioscopen, waardoor aan personen beneden 18 jaar den toegang tot het plaatselijk bioscooptheater werd ontzegd, op te heffen nu er tusschen den Ned. Bioscoopbond en de Katholieke Filmor ganisaties en de Vereeniging van Zuidelijke Gemeenten inzake de filmkeuring een bevre digende regeling is tot stand gekomen waar door nakeuring voor alle films wordt inge voerd. De thans getroffen regeling heft de motie ven. welke den Tegelschen raad aanleiding -gaven om als eenige gemeente in den lande het jeugdverbod te handhaven, op. Dit jeugd verbod werd enkele maanden geleden, toen de overeenkomst in groote lijnen reeds vaststond, tijdelijk buiten werking gesteld, waarna de Tegelsche bioscoop voor het eerst sinds zes jaar weer open ging. Met ingang van 15 Febr. 1940 is benoemd tot burgemeester der gemeenten Werkendam en de Werken en Sleeuwijk: J. de Bruijne, met toekenning van gelijktijdig eervol ontslag als burgemeester der gemeente Opperdoes. Met 1 Febr. is aan G. A. Harff, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als burgemeester der gemeente Nieuw en Sint Jooslanö. Benoemd met 15 Febr. 1940 tot adjunt-in- specteur bij de inspectie voor de bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen, W. A. Couzy, thans inspecteur van politie, te Leiden. Benoemd, niet 15 Febr. 1940 tot adjunct- inspecteur bij dé inspectie voor de bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen G. J. C, J. Eissena, thans inspecteur van politie te Venlo en tot hoofdcommies met den persoon lijken titel van adjunct-inspecteur bij de in spectie voor de bescherming van de bevolking tegen lucht-aanvallen A. H. J. Visch, thans inspecteur van politie, te Zwijndrecht. De minister van Justitie heeft aangewezen voor een tijdvak, hetwelk eindigt 1 Sept. 1941 in de enkelvoudige kamer voor de vereenvou digde behandeling van strafzaken van de arron dissementsrechtbank te Breda tot plaatsver vangend lid: mr. F. A. Hollman, rechter; mr. A. J. C. M. Nelissen, rechter-plaatsvervanger. 21 Wederom snerpte het geluid van een claxon door de lucht. De eigenaar van het jacht was niet gauw uit het veld te slaan; hij had zijn zinnen op Perroney gezet, en nu die persoon eenmaal aan boord bleek te zijn, zou hij hem hebben ook. Hij hief zijn megafoon en brulde: „PerroneyHeiPerroney!!" Toen had kapitein Fernando de Gonsales er schoon genoeg van. Hij gaf het op, nog langer beminnelijk te blijven, propte zijn zakdoek in zijn pyamazak en deed enkele passen naar voren: „Naar mijn hut met dien manvlug wat!' De matrozen aarzelden: .Moeten we hem la ten loopen of hem dragen, kapitein?" „Kan met niet scheien!" tierde de kapitein, „voor mijn part zet je hem op wieltjes, als Je maar maakt dat je in mijn hut komt! En ieder een, die niets- aan dek te maken heeft, gaat naar zijn hut.dames en heeren, ik moet u verzoeken naar beneden te gaan,... binnen enkele minuten is uw bridge-partner ook bene den. Mag ik u verzoeken.... Met gespreide armen dreef hij de kudde pas sagiers naar de trap en naar beneden. Hij zag hen omlaag gaan en uit het gezicht verdwijnen. Het geloei van den claxon was inmiddels weer bedaard, de roodharige jongeman was in zijn hut gestopt, in de verte haastte zich een der matrozen naar de hut van den tweeden stuur man. De rust aan dek was wedergekeerd, de tweede stuurman zou binnen enkele oógenblik- ken komen; over de railing converseerde Perro ney met de motorboot. Kapitein Fernando de Gonsales deed enkele passen achteruit en staarde omhoog naar de commandobrug. De ranke silhouet van senor Alvarez stak tegen den diepblauwen ochtend hemel af. De kapitein keek op zijn horloge: drie kwartier slaap verloren, in het holst van den nacht uit zijn bed gehaaldeen heillooze verwarring aan dek.... „Senor Alvarez!" riep hij. De silhouet op de commandobrug verander de van contour. „Present, senor!" zei dc silhouet, zeer be scheiden. „Wees zoo goed, me te volgen naar mijn hut!" zei de kapitein, en knarsetandde Clim hing inmiddels over de railing, conver- seerend met een der opvarenden van de .Lucky Lassie." „Ben Jij nu Perroney, of ben je dronken?" vroeg de man beneden. „Ik bén Perroney!" verzekerde Clim, „en ik kan het bewijzen." „Kom dan van die schuit af! zei de man be neden, „ik moet je dringend spreken. „Hoe hard loopt de Lucky Lassie?" vroeg Clim. „Twee en veertig mijl als 't moet," antwoord de de eigenaar, „wat heeft dat er mee te ma ken?" „Wacht!" zei Clim, „ik kom, maar ik neem iemand mee." „Kan me niet schelen," was het antwoord, „als jij maar komt!" Clim rende weg, de trap af, naar Peter's hut. De deur was gesloten en hij gaf er enkele stom pen tegen. „Peter!" zei hij, „doe open, het is Clim." Er volgden enkele zonderlinge geluiden, toen Peter de veeren van het defecte slot oplichtte en daarna ging de deur langzaam open. „Ben jij op vrije voeten?" zei Peter schichtig. Clim duwde de deur verder open en trad haastig binnen: „Peter, pak je bagage en kom mee, we gaan dit schip verlaten om ons in tc schepen op een boot, die veertig mijl per uur loopthoe hard liep die tobbe van de New Orleans?" „Vijf en twintig!" zei Peter zonder aarzelen. Clim sloeg hem enthousiast op den schouder: „Peter, pak je bagage, we gaan dat edele kop pel zeeroovers inhalen, en als we die niet een paar warme oogenblikken bezorgen, is mijn ge- luksster ontploft. Schiet op!" Hij verdween in de gang. Peter greep zijn ge reedstaande bagage, keek snel zijn hut rond of hij mogelijk nog iets had achtergelaten en knip oogde tegen het losgeschroefde slot. Dan stapte hij door de deur en trok die achter zich dicht. Aan het einde der gang kwam Clim aanwande len, beladen met koffers. „Zeg, Peter," zei Clim, toen hij naderbij was gekomen, „hoe heb jij het klaargespeeld, de matrozen achter dien roodharigen gek aan te sturen?" Peter grijnsde. „O, dat! Ik had den heelcn troep achter me aan en rende de gangen beneden heen en weer, hijgend en doodmoe. De deur van een hut stond open en ik zag binnen een heel stel menschen aan een tafel zitten, pokeren of zooiets. Ik dacht: als ik hier een flink relletje kan maken op de een of andere manier, blijven die matro zen voorloopig wel beneden, en krijg ik tijd om op adem te komen. Toen ik die hut voor den tweeden keer passeerde, had ik een flinken voorsprong op mijn achtervolgers; ik gooide de deur van een paar hutten aan den overkant open, en gaf een paar schoppen tegen andere. Toen dook ik een zijgang in en verdween in mijn eigen hut. Ik had er op gerekend, dat al die braaf slapende en kaartende passagiers pro- testeerend naar buiten zouden komen hollen en een rel maken met die matrozen, maar ik ver wachtte geen seconde, dat die drie matrozen, dien langen, roodharigen schreeuwleelijk voor mij zouden aanzien, en hem mee naar boven sleuren Het heeft 'm natuurlijk gezeten in het feit, dat we allebei een wit pak droegen.... maar wat een bof, zeg!" „Bof.... wat bof?" vroeg Clim, moeizaam met zijn koffers de trap op zeulend. „Dat wc juist nu een ouwen kennis met een motorboot tegen het lijf moeten loopen, na tuurlijk!" Clim bleef midden op de trap staan. „Ouwe kennis.... van mij?" Peter's gelaat was een studie. „Is die man op dat jacht dan geen vriend van jou? En hij vroeg naar Clim Perroney!" Clim sjokte de trappen weer op: „Waarde Peter, ik heb den kerel, zoover ik me herinneren kan, nooit eerder gezien en ik heb niet het flauwste idee, wie hij zijn kan. Maar hij is onz eenige kans om ons document te achtervolgen. Pas op!" Hij sprong opzij, juist op tijd. Met twee tre den tegelijk kwam in halsbrekende vaart senor Alvarez de trappen afgerend, de roodharige jongeman op zijn hielen. Onder groot lawaai bereikten ze na elkaar den voet van dc trap en verdwenen in de groote gang. Clim staarde Peter een oogenblik aan, en pakte dan zijn koffers weer op. Zij beklommen nog vier treden en stonden dan aan dek. In het Oosten was de hemel al rose. Kapitein Fer nando de Gonsales wilde juist zijn hut binnen gaan. „Kapitein!" zei Clim, senor Alvarez staat op het punt vermoord te worden!" „Ik hoop het," zei kapitein Fernando de Gon sales somber. „Als ik een jaartje jonger was, zou ik een handje meehelpen. Goede reis!" Op de brug stond de tweede stuurman. ZEVENDE HOOFDSTUK Oude bekenden ontmoeten elkaar Toen Peter als tweede, met een halsbreken- den zwaai den afstand tusschen de laatste trede van den valreep en het dek van de op en neer dansende „Lucky Lassie" overbrugde, ver loor de in een witte trui gekleede man achter het stuur geen seconde tijd, maar haalde een handle over en gaf gas. Oogenblikkelijk ging een trilling door het dek van het jacht, het lag even doodstil, stak dan zijn boeg omhoog en verwijderde zich met snel toenemende vaart in een richting, die het schuin van de „New Or leans" weg voerde. Tot nu toe had men, doordat het jacht vlak tegen den scheepswand lag, niets kunnen zien van de patrijspoorten, maar nu de motorboot zich verwijderde, teekende de geweldige silhouet van de mailboot zich scherp af tegen den steeds lichter wordenden hemel. Midden in het langgerekte en donkere vlak van den scheepsromp glansden drie helverlichte cirkels, en terwijl Peter, die de verdwijnende boot gadesloeg, zich afvroeg wie van de honder den passagiers achter die patrijspoorten wakker zou zijn, werd het middelste van de drie lich ten plotseling verduisterd en de schaduw van een hoofd en schouders teekende zich tegen het verlichte vlak af.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 6