Meer „democratie" voor Indië
Handelsdelegatie
naar Parijs
De prijspolitiek
EN WOESTIJN
RAAKT ZOEK
HET „HISTORISCH
MATERIALISME"
KLEIN GEWELF
WOENSDAG 21 FEBRUARI 1940
OVERZICHT TWEEDE KAMER
DE BENZINEPRIJS-
VERHOOGING
Twee werklieden
bekneld
Beiden in zorglijken toestand in
een ziekenhuis opgenomen
Ouitscb vliegtuig
verjaagd
Het vloog onrechtmatig boven
ons land
Felle brand in Die ver
De brandspuit was defect en
er was geen bluschwater
Zigeunerbruiloft
op het ijs
IJSBREKERS VORDERDEN
DRIE KILOMETER
Prof. Dr. C. VAN EIJK
OVERLEDEN
EERSTE KAMER
PRIJS VAN PEULVRUCHTEN
Bezoek van Ernest Ansermet aan
de Philips laboratoria
DE GARNALENVISSCHERS
TE STELLENDAM
Kamerlid vraagt speciale
steunregeling
DE MATTHAEUS PASSION
TE NAARDEN
TOEPASSING MOBILISATIE-
VERGOEDINGSBESCHIKKING
COMPOSITIES GESCHONKEN
Ook voor den handel dient ver-
hooging door kostprijsstijging
gemotiveerd
HOOIPRIJZEN EN DE
HAMSTERWET
UIT DE STAATSCOURANT
Bevordering
Octrooiraad
Rechterlijke macht
FEUILLETON
DOOR WILLY WATERMAN
Jtetien, toen er vóór hun auto een groote ver
dring ontstond.
(Van onzen parlementairen redacteur)
DEN HAAG, 20 Februari 1940.
,,Een niet gemakkelijk te wijzi
gen grondwet, een evenredige verte
genwoordiging, en zelfs een bijzon
der talent voor organisatie, dat alles
is niet voldoende voor de uitoefe
ning van zelfbestuur. Naar een suc
cesvolle uitoefening van een demo
cratisch bestuur springt men niet
met een lichten stap; de eenige weg
om een dergelijk bestuur goed te
doen functionneeren is de weg van
de lange ervaring, waarin geleidelijk
precedenten en tradities worden ver
zameld.
Volgens den Engelschen kroniek
schrijver van den tegenwoordigen
oorlog, Stephen King-Hall, die met
deze woorden slechts herhaalt wat
tal van anderen vóór hem hem zei
den, ligt daarin de les van het Duit-
sche nationaal-socialisme. Wilt ge
een volk de democratie voor langen
tijd ontrukken, geef het de de
mocratie dan te vroeg!
Deze les echter schijnen de sociaal-democra
ten niet te willen Wanvaarden. Met Thomas
Wann beschouwen zij de democratie als iets
•■tijdloos-menschelijks", als een stelsel, dat
yoor alle menschen, alle volken en alle tijden
te uitgevonden, als een regeeringsvorm, die
Wleen maar zegen kan aanbrengen, waar en
hoe en wanneer ook doorgevoerd.
.■Democratie" heeft in den mond van den
Sociaal-democraat den laatsten tijd zoo onge-
Vcer de beteekenis, die voor ons „het ware
Jeloof" heeft.
Uit die overtuiging komt een rede voort als
indaag bij den aanvang dei algemeene be
schouwingen over de begrooting van Neder-
'andsch-Indië werd gehouden door den heer
Stokvis (S. D. A. P.).
Met alle geweld verlangt deze afgevaardigde
^an de Nederlandschë Regeering, dat zij Indië
®en nóg ruimeren vorm van zelfbestuur
verleent. De Volksraad, in 1918 ingesteld, aan
hankelijk als een college met adviseerende en
'ater, na 1925, met wetgevende bevoegdheid,
fleet, naar het oordeel van den heer Stokvis
tot een geheel vrij gekozen parlement worden
Omgebouwd. Het bestuur der Indische Zaken
fioet losser komen te staan van de bemoeienis
tier moederlandsche Regeering enzoovoort, en-
Zoovoort.
Een volk, dat voor 92_ pet. analphabeet is en
tiat, gelijk de minister' verleden jaar aan de
hand van officieele rapporten aantoonde, geen
belang stelt in de wijze, waarop het bestuurd
^ordt, een volk, dat naar het getuigenis van
Sijn eigen, inheemsche leiders, nog lang niet uit
t.jn „eeuwenslaap" is ontwaakt, nog zeer on
voldoende onderscheid des oordeels bezit en in
Jijn kijk op de zaken van het landsbestuur nog
blindelings het oordeel van eenige „leiders"
Volgt, dat volk moet in geforceerd tempo wor
den geroepen tot medewerking aan het bestuur
van het land!
Neemt men niet aan, dat het dengenen, die
tieze eischen stellen erom te doen is demago
gie te drijven, uit den oorlogstoestand politieke
V'inst te slaan en men hoeft dit van de
Weldenkende sociaal-democraten, waartoe on
getwijfeld ook de heer Stokvis behoort niet
a»n te nemen dan is er maar één verklaring
Voor die houding; zij moeten de opvatting
heelen, door den heer Soetardjo in den Volks-
Vaad uitgesproken: dat de ontwikkeling op
économisch, maatschappelijk en cultureel ge
bied afhangt van de staatkundige ontwikkeling
ber bevolking. Dat dus verbeteringen in het
tevenspeil der bevolking, opheffing van het
Volksonderwijs en al deze en dergelijke dingen
biet mogelijk zijn zonder dat de bevolking poli-
'teke rechten heeft gekregen.
Die opvatting gaat echter lijnrecht tegen de
Vfarxistische orthodoxie in. Volgens de leer
Van het historisch materialisme voltrekt zich
ba staatkundige ontwikkeling op den onder
bouw der economische verhoudingen en niet
bf gekeerd, de economische verhoudingen op
ben onderbouw der staatkundige rechten.
Het orthodoxe marxisme beschouwde de
bemocratie als een uitvloeisel van den wel-
Vaartstoestand; in de opvattingen van de ,he-
bendaagsche sociaal-democraten schijnt de wel-
Vaartstoestand een uitvloeisel te zijn van de
'bate, waarin een volk aan de democratie deel
achtig is gemaakt
Merkwaardige gang van zaken.
Merkwaardig ook omdat de Regeering en met
baar de christelijke partijen, die vanmiddag bij
monde van oud-minister Slotemaker de Bruine
(C.H.) aan het woord kwamen, precies de om
gekeerde opvatting huldigen.
Zij hebben het element van waarheid, dat
ir het orthodoxe marxisme lag, begrepen en
passen het toe op Indië: waarom zoudt ge een
volk als dit, dat nu hier, dan daar door hongers
nood wordt geteisterd, dat met alle kracht tot
een behoorlijk welvaartspeil moet worden opge
trokken, dat geschoold wordt tol behoorlijke
uitoefening van den kleinen landbouw en de
kleine nijverheid, dat zelfs, zooals de heer Slo
temaker de Bruine opmerkte, nog leeren moet
hoe het zich technisch goed moet voeden het
hongerprobleem immers komt in Indië niet zoo
zeer voort uit gebrek aan voedsel als uit
een verkeerde keuze van het voedsel waarom
zoudt ge zulk een volk staatkundige rechten
gaan geven, waar het niet om vraagt. Die
staatkundige ontwikkeling komt wel wanneer
eenmaal de welvaart en de cultuur zich hebben
vermeerderd en verbeterd!
Zoo dacht ook de liberale heer van Kempen
erover.
Curieus toch, hoe het it) de wereld loopen kan
met staatkundige en economische leerstellin
gen!
Zou het Indische volk werkelijk verlangen
naar een grooter mate van zelfbestuur, dan
spant het voor de verwezenlijking van dit ver
langen niet altijd de juiste menscheil althans
niet altijd de menschen. die den juisten toon
tegenover het moederland weten te treffen.
Eensklaps in den Volksraad maleisch spreken,
voorstellen om uit het eedsformulier der Volks
raadsleden de formule „trouw aan de Koningin"
te schrappen, dat zon geen gestes, die het
moederland sympathiek stemmen voor de.ver
langens, die zulke leiders naar voren brengen.
De heer Stokvis voelde dat heel goed en pro
beerde deze dingen goed te praten. In de ge
meenteraden wordt toch ook maleisch gespro
ken, en wat de eedsformule betreft: het voorstel-
Thamin beoogde slechts de formule van den
eed der Volksraadsleden gelijk te maken aan die
voor den eed der leden van de Nederlar.dsche
Staten-Generaal, die trouw aan de Grondwet
zweren.
Ho, ho, zei de heer Slotemaker de Bruine,
zóó bloed-onschuldig was het niet. Maleisch
wordt in de gemeenteraden gesproken, ja, daar,
waar de inlandsche leden geen Nederlandsch
kennen. Doch in den Volksraad, waar de zelfde
leden, die nooit anders dan Nederlandsch in
dit college hadden gesproken, eensklaps Ma
leisch spraken, vormde dit, naar het woord van
den heer Helsdingen een „politieke demonstra
tie, een onhoffelijkheid en een belemmering van
het overleg." En wat die eedskwestie betreft:
de zaak zou onschuldig kunnen zijn indien het
gold: het tegenhouden van een toevoeging
van de formule „trouw aan de Koningin", doch
het gold het schrappen dezer formule. Daar
voor moet men sterker argumenten en vooral
een gereeder aanleiding hebben dan het simpel
verlangen naar het gelijkmaken van den eed
der Volksraadsleden aan dien der Nederland-
sche parlementsleden. Bovendien: degenen, die
deze schrapping voorstelden, beoogden in wer
kelijkheid meer. Zij verklaarden uitdrukkelijk,
dat zij de formule van den eed „in strijd acht
ten met de democratie." Dat klinkt iets min
der onschuldig, dan wat de heer Stokvis aan
voerde.
En toch:
de heer Stokvis stond stom verbaasd over het
„grimmig verzet", dat zulke uitlatingen van wat
zich de „Indonesische Beweging" noemt, ont
ketenden.
Alweer merkwaardig:
wanneer een paar Indische intellectueelen
want zelfs de heer Stokvis ontkent niet, dat zij
het volk niet achter zich hebben, dat het volk
onverschillig staat tegenover de politiek
„ontstemming" toonen, bezweert de heer Stok
vis de Nederlandsche Regeering deze ontstem
den tegemoet te komen.
Maar doen deze heeren dingen, die terecht
de ontstemming van Nederland opwekken, dan
krijgt in laatste instantieNederland nog
de schuld! Waarom tillen wij ook zoo zwaar!
De zaken „waarlijk groot zien", zooals hij zoo
graag zegt te doen, gaat den kleinen heer Stok
vis nog niet te best af.
De Bond van Automobielhandelaren en Ga
ragehouders schrijft ons:
In de kringen van den automobielhandel is
men over de recente verhooging van de benzine -
belasting van f 8.60 tot f 10.50 per 100 kg. zeer
teleurgesteld, temeer daar de minister van Wa
terstaat nog kort geleden bij de behandeling
van de Verkeersfondsbegrooting verklaarde, dat
verlaging van de lasten op het autoverkeer ook
door de Regeering gewenscht geacht wordt
Daar de f 62,5 millioen, welke het motorwegver-
keer jaarlijks opbrengt, als het uiterste maxi
mum moet worden beschouwd, vreest de Bond
van Automobielhandelaren en Garagehouders
„B.O.V.A.G." op goede gronden, dat vele auto
mobilisten in het huidig benzineprijsniveau aan
leiding zullen vinden om het gebruik van hun
wagens te beperken of deze eenvoudig op te leg
gen. Hiervan is niet alleen een verminderde
bedrijvigheid het gevolg, met alle daaraan ver
bonden nadeelen voor den handel en de repa
ratie-inrichtingen, doch ook een daling van het
benzineverbruik. Het is dan ook aan ernstigen
twijfel onderhevig of de geschatte opbrengst
van f 7,6 millioen per jaar zefs. maar bij bena
dering zal worden gehaald.
De bewering, als zou ons land wat den benzine
prijs betreft een uitzonderlijke positie innemen,
is niet in overeenstemming met de feiten, daar
de minister verzuimt de motorrijtuigenbelasting
in beschouwing te nemen In België is deze laat
ste n.l. beduidend lager, terwijl zij in Duitsch-
land zelfs geheel is afgeschaft.
Teneinde den vicieuzen cirkel dalende op
brengst hoogere belasting te mijden, dringt
de handel dan ook krachtig aan op het voeren
van een meer welwillende politiek met betrek
king tot het wegruimen van de belemmerin
gen, welke de in stand houding van de wegver-
keersbedrijvigheid in den weg staan en deels
van aministratieven aard zijn. Uiteindelijk zal
deze ook de schatkist ten goede komen.
Dinsdag zijn op het terrein van de electrische
centra'e aan de Schiehaven te Rotterdam twee
arbeiders, de 54-jarige T. Donk en de 39-jarig?
M. Rooy, bekneld geraakt tusschen een kolen-
knijper en den wand van een wagon, waarin zij
werkten.
Het ongeval gebeurde tengevolge van een
verkeerde manoeuvre met den knijper, die in
plaats van omhoog naar voren werd bewogen.
Beide werklieden kregen een bekkenfractuur
en werden per auto van den G. G. D. naar het
ziekenhuis Coolsingel gebracht, waar zii ter ver
pleging moesten worden opgenomen. Hun toe
stand is zorg'ijk.
De Regeeringspersdienst meldt:
Dinsdagmiddag omstreeks half 4 heeft
zich een Duitsch militair vliegtuig boven
Leeuwarden vertoond. Een Nederlandsche
vliegtuigpatroui'le is opgestegen en heeft
het Duitsche vliegtuig achtervolgd en on
der vuur genomen, waarna het ons rechts
gebied heeft verlaten.
Dinsdagmiddag heeft een felle brand ge
woed in het manufacturenmagazijn „Dé
Toekomst" van den heer P. Zaligman, aan
de Hoogstraat te Diever (Dr.). Het vuur,
dat op de bovenverdieping is ontstaan, kon
in verband met gebrek aan bluschwater,
niet worden bestreden. Bovendien bleek de
brandspuit van Diever niet in orde te zijn,
weshalve de burgemeester, de heer J. C.
Meyboom. gezien den omvang, welken de
brand dreigde aan te nemen, de brandweer
van Dwingelo en later die van Assen om
assistentie verzocht.
Inmiddels was ook het benedengedeelte van
het manufacturenmagazijn door het vuur aan
getast. Men slaagde er nog in het huisraad en
enkele bescheiden in veiligheid te brengen. Het
vuur deelde zich evenwel korten tijd later mede
aan de aangrenzende copiëerinrichting van den
heer Van Goor, terwijl aan de achterzijde de
vlammen oversloegen op het woonhuis van den
landbouwer Vierhoven.
De brandweer slaagde er, in samenwerking
met de intusschen ter plaatse verschenen brand
weer van Dwingelo en Assen, in, het huis van
d?n landbouwei te behouden, evenals twee
daaraan grcnüende woonhuizen.
Het manufacturenmagazijn en de copiëerin
richting brandden echter geheel uit. Slechts
een gedeelte van den inventaris van de copiëer
inrichting wist men te redden.
De schade wordt door verzekering gedekt. De
oorzaak van den brand is niet bekend.
Hedenmiddag 1 uur zal er te Edam een Zigeu.
nerbruiloft op het ijs gevierd worden,
r Eerst wordt een groote optocht door het ge-
heele dorp gehouden, dan volgt een huwelijks
plechtigheid op het ijs. waarna een bruiloft met
eten, zang, dans en acrobatiek het feest be
sluit.
Een 75-tal Zigeuners met huifkarren en een
echten beer worden verwacht.
De ijsbrekers op de Waal zijn Dinsdag drie
K.M. gevorderd. Tegen den avond bevonden zij
zich ter hoogte van Deest. Vandaag wordt het
breken voortgezet
Op 70-jarigen leeftijd is Dinsdag te Den Haag
overleden prof. dr. C. van Eijk, oud-hoogleercar
in de scheikunde aan de Kon. Mil. Academie te
Breda.
U zoudt het soms niet denken, maar
Gelooft het toch maar vast:
Men heeft met 't kleinste ongemak
Vaak juist den grootsten last
Een heel groot euvel pakt men wel
Met groote middelen aan,
Maar kleine dingen laat men vaak
Hun lieven gang maar gaan.
Omdat iets klein en nietig is
Trekt het uw aandacht niet,
Ge let er niet zoo ernstig op,
En dat brengt juist 't verdriet!
Ik kwam op dit zoo wijs gepeins
Toen ik een cijfer las,
Waardoor alweer die theorie
Heel klaar bewezen was:
Twee-honderd-twintig-duizend pop
Legt Nederland nu klaar
Als wapen tegen 'n héél klein dier
Maar toch een gróót gevaar:
De Coloradokever eischt
Dat aardige bedrag.
En laat ons hopen dat dat ook
Tenminste helpen mag!
Al roeien we daarmee dan ook
Dat ongedierte uit,
Meer dan twee ton heeft toch alvast
Dat klein geweld tot buit!
Twee-honderd-twintig-duizend pop
Voor zulk een nietig beest
U ziet het wel: mijn theorie
Is er niet naast geweest!
HERMAN KRAMER
De Nederlandsche handelsdelegatie welke de
onderhandelingen te Londen heeft beëindigd,
is, naar Reuter uit Londen meldt, naar Parijs
vertrokken om overleg te plegen met de Fran-
sche regeering en de Nederlandsche handels
delegatie te Parijs.
De VOORZITTER deed ln de Dinsdagavond
half 9 geopende vergadering der Eerste Kamei
mededeeling van het besluit der Centrale Af-
deeling, om een aantal wetsontwerpen in de af-
deelingen te doen onderzoeken.
De vergadering werd te 8.35 verdaagd tot
hedenmorgen 11 uur.
Op vragen van het anti-rev. lid der Tweede
Kamer, Amelink, betreffende verlaging van den
prijs van enkele soorten peulvruchten, heeft de
minister van Economische Zaken als volgt ge
antwoord
Het is juist, dat de Nederlandsche Akker-
bouwcentrale Zeeuwsche bruine boonen en
Manshólt-capucijners van de producenten koopt
voor den prijs van respectievelijk f 17 voor A-
qualiteit en f 18.50 per 100 Kg. voor superquali-
teit; deze beide producten worden aan den
handel geleverd voor f 23.30 per 100 Kg. Het is
eveneens juist, dat het verschil tusschen den
overnameprijs voor het artikel witte boonen en
den verkoopsprijs daarvan f 7.80 per 100 Kg.
bedraagt.
Het komt den minister echter niet juist voor,
het verschil tusschen den aan den teler betaal
den prijs en den verkoopprijs als bruto-winst
te beschouwen. De Nederlandsche Akkerbouw-
centrale immers krijgt voor haar rekening de
kosten van opslag en bewaren van de ingeno
men partijen, den afslag daarvan, zoomede de
algemeene aan den opslaghouder te betalen
kosten, de bewerkingskosten de mindere op
brengst van het bij die bewerking ontstane af
val en uitschoonsel, het gewichtsverlies.
EPvendien is in de bovenbedoelde verschillen
tusschen de overname- en verkoopprijzen begre
pen een bedrag ter bestrijding van de distri-
butiekosten. Men moge in dit verband beden
ken, dat de distributiekosten niet slechts be
trekking hebben op het Centraal Distributie
kantoor van het departement van den minister,
doch dat ook aan de gemeentebesturen een te
gemoetkoming wordt verleend van 85 pet. der
werkelijk door hen gemaakte distributiekosten.
Gelet op bovenstaande omstandigheden kan
de minister geen vrijheid vinden maatregelen
te nemen ten einde de verkoopprijzen te ver
lagen.
De bekende Zwitsersche dirigent Ernest An
sermet, die eenige concerten met het Concert
gebouworkest in ons land heeft gegeven, heeft
een bezoek gebracht aan de Philipsfabrieken
te Eindhoven.
De heer Ansermet, onder wiens leiding het
groote Zwitsersche Omroeporkest in zijn tegen
woordigen vorm is tot stand gekomen, bezich
tigde eenige fabricage-afdeelingen, en bracht
daarna een bezoek aan de Philips-laboratoria,
waar hij groote belangstelling en waardeering
toonde voor het Philips-Miller geluidsopname
systeem. Dit systeem is in Zwitserland bij ver
schillende zend-stations reeds in gebruik, en
wordt daar nog steeds uitgebreid.
De heer Ansermet is thans naar Zwitserland
teruggekeerd, hij hoopte, evenals den vorigen
zomer, wederom een gedeelte van de concerten
in het Kurhaus te kunnen leiden.
Het Tweede Kamerlid, de heer Amelink,
heeft aan de ministers van Economische Zaken
en van Sociale Zaken de volgende vragen ge
steld.
Is het waar, dat te Stellendam, met name
onder de garnalenvisschers, ten gevolge van den
oorlogstoestand, ten gevolge van maatregelen
genomen in het belang der defensie, en ten
gevolge van den langdurigen winter, een nood
toestand is onstaan van zoodanig karakter, dat
gebrek geleden wordt en dat het gemeente
bestuur, gebonden als het is aan beperkte fi-
nancieele middelen, daarin niet voldoende kan
voorzien?
Is het waar, dat de schippers te genoemder
plaatse van eiken steun zijn uitgesloten en de
minister van Sociale Zaken afwijzend heeft be
schikt op een verzoek, deze schippers in de
Rijkssteunregeling te mogen opnemen?
Indien voorgaande vragen bevestigend wor
den beantwoord, zijn de ministers dan bereid
maatregelen te treffen, waardoor in den be
doelden nood kan worden voorzien en zijn zij
dan bereid te bevorderen, dat voor de schippers
een speciale steunregeling wordt getroffen?
Der traditiegetrouw zal ce Nederlandsche
Bachvereeniging in de Groote Kerk te Naar-
den Witten Donïerdag, 21 Maart, en Goeden
Vrijdag, 22 Maart, de Matthaeus-Passion van
Joh. Seb. Bach ten gehoore brengen.
De uitvoering op Donderdagavond begint te
half 7 (zonder groote pauze), die op Goeden
Vrije ag te 11 uur.
Medewerkenden zijn: Jo Vincent, Annie
Woud, Jan Schipper, Max Kloos, Laurens Bogt-
man, Henk Viskil, Herman Huelsmann, Lucien
Louman Marie Landre (clevecimbel)Valen-
tijn Schoonderbeek (orgel), het koor der Ne
derlandsche Bachvereeniging en 't Utrechtsch
Stedelijk Orkest. Het geheel zal staan onder
leiding van Anton van der Horst.
Deze mededeeling zij een geruststelling voer
hen, die meenden, dat, door te nemen lucht
beschermingsmaatregelen in Naardens kerk
een uitvoering in deze unieke omgeving dit
jaar onmogelijk zou zijn.
Op vragen van het soc.-dem. lid der Tweede
Kamer, Van Sleen, betreffende toepassing van
de Mobilisatievergoedingsbeschikking heeft de
minister van Defensie als volgt geantwoord:
Het is den minister inderdaad gebleken, dat
sommige burgemeesters nadere aanwijzingen
hebben afgewacht, alvorens de vergoedingsbe
dragen voor hen, die voor hun opkomst werk-
loozensteun genoten, te herzien in verband met
de verhooging, die de steunbedragen met in
gang van 17 December 1939 hebben ondergaan.
Hierin is inmiddels voorzien bij een aan de
burgemeesters gericht rondschrijven, dat tevens
nog enkele andere voorzieningen treft. De in
gang van de verhooging is ook voor de kost
winnersvergoeding gesteld op 17 December 1939
Er is alle reden om aan te nemen, dat de
Mobilisatievergoedingsbeschikking over het al
gemeen op juiste wijze wordt toegepast. Het
ligt echter voor de hand, dat ten gevolge van
het groote aantal vergoeding vragenden. van
de schier onbegrensde verscheidenheid van om
standigheden, waarin zij verkeeren, alsmede
van het groote aantal gemeenten, welke de be
schikking moeten toepassen, zich wel eens ge
vallen voordoen, waarin aanvankelijk de be
schikking niet op de juiste wijze wordt toe
gepast.
Indien dit blijkt, wordt van voorlichting ge
diend.
Ten gevolge van het groot aantal verzoek
schriften, dat tegen de verwachting in
nog dagelijks bij het departement blijft inko
men, alsmede van een groot aantal zieken bil
de desbetreffende afdeeling van het departe
ment, is vertraging in de afdoening van de
verzoekschriften ontstaan. De minister hoopt,
door deze afdeeling uit te breiden, binnen re
delijken tijd dit bezwaar te hebben overwonnen
De minister heeft er bezwaar tegen, provin
ciale beroepscolleges in het leven te roepen.
Niet alleen meent hij de beschikking over
's lands gelden, voor zoover die hem is toever
trouwd, zooveel mogelijk zelf in handen te
moeten houden, maar ook betwijfelt hij in ster
ke mate, dat het mogelijk zou zijn, de beschik
king over een zoo groot aantal door en door in
kostwinnerszaken onderlegde personen te kun
nen krijgen als voor deze colleges noodig zou
zijn.
Naar wij vernemen, zijn de composities van
den in 1939 overleden Nederlandschen musicus
Adrien H. Baehler grootendeels geschonken aan
het Gemeentemuseum te 's Gravenhage. Deze
belangrijke schenking is volgens den heer D.
Balfoort, conservator van de muziekhistorische
afdeeling, een aanwinst voor dit museum.
De minister van Economische Zaken deelt
met betrekking tot de prijspolitiek het volgende
mede:
Na het uitbreken van den oorlog is bekend
gemaakt, dat geen bezwaar bestond tegen een
verhooging van den verkoopsprijs boven het
peil, dat in de maand Augustus 1939 gold, voor-
zoover deze verhooging door een aantoonbare
verhouding van den kostprijs werd gemotiveerd.
Nadat de oude voorraden in het algemeen wa
ren opgeruimd, is vervolgens op de persconfe
rentie van 3 November 1939, alsook bij de schrif
telijke behandeling van de begrooting van het
departement van Economische Zaken medege
deeld, dat ten aanzien van de prijsbepaling door
het bedrijfsleven accoord kon worden gegaan
met een calculatie op basis van de vervangings
waarde, indien en voorzoover normale handels
voorraden werden aangevuld.
Het is intusschen wenschelijk gebleken, deze
richtsnoeren te verduidelijken met betrekking
tot de handelsmarges.
In sommige gevallen blijkt men er namelijk
van te zijn uitgegaan, dat bij de herziening der
prijzen de procentueele bruto-winstmarges
konden werden gehandhaafd.
Dit standpunt moet ais onjuist wonden
beschouwd. Ook voor den handel geldt, dat
prijsverhooging door een aantoonbare kost-
prijsstijging moet worden gemotiveerd. Bij
de prijsbepaling door den handel mag dus
het totale geldsbedrag van de bruto-winst-
marge slechts worden verhoogd, indien en
voorzoover een aantoonbare verhooging va»
de handelskostcn heeft plaats gevonden.
De minister doet een beroep op het bedrijfs
leven, deze aanwijzingen nauwgezet na te le
ven, ten einde, zonder dat van de bijzonders
bevoegdheden van de Prijsopdrijirtncs- en Ham-
sterwet 1939 gebruik behoeft te worden ge
maakt, een verhooging van de prijzen en daar
mede van de kosten van levensonderhoud zoo
veel mogelijk te beperken.
Ten slotte wordt de aandacht erop geves
tigd, dat voorlichting met betrekking tot de
materie der prijzen wordt verleend door de af
deeling nijverheid en de afdeeling middenstand
van de directie van handel en nijverheid van
het departement van Economische Zaken.
Op grond van de prijsopdrijvings- en hamster-
wet heeft de minister van Economische Zaken
verboden:
Het binnen het Rijk in Europa uit de eerste
hand te koop aanbieden en verkoopen van wei-
dehooi voor een prijs per 1000 .K G-, welke meer
bedraagt dan f 53 voor weidehooi van de eerste
kwaliteit, f 49 voor weidehooi van de tweede
kwaliteit en f 45 voor weidehooi van de derde
kwaliteit, bij levering francp binnen 10 K.M. van
het bedrijf van den verkooper, of een daarmede
overeenstemmenden prijs bij andere leverings
condities.
Het binnen het Rijk in Europa uit de eerste
hand te koop aanbieden en verkoopen van
lueemehooi en roodklaverhoni voor een prijs
per 1000 K.G., welke meer bedraagt dan f 58
voor de eerste kwaliteit, f 54 voor de tweede kwa -
liteit en f 50 voor ce derde kwaliteit, bij levering
franco binnen 10 K.M. van het bedrijf van den
verkooper, of een daarmede overeenstemmenden
prijs bij andere leveringscondities.
Het binnen het Rijk in Europa uit de latere
hand te koop aanbieden en verkoopen van
weidehooi, luccrnehooi en roodklaverhooi voor
een prijs, welke meer bedraagt dan boven ge
noemde prijzen, verhoogd met een redelijk be
drag voor kosten en winst.
Met 1 Maart 1940 is aan den referendaris bij
het departement van Defensie W. F. L. van de
Wetering, bijgenaamd de Rooij, op diens ver
zoek eervol ontslag verleend wegens het berei
ken van den pensioengerechtigden leeftijd.
Mt 1 Maart 1940 is benoemd tot ingenieur
der marine in vasten dienst (standplaats Den
Helder) de ingenieur der marine in tijdelijken
dienst ir. J. p. Corver.
Te rekenen van 1 Juli 1939 is bevorderd tot
commies bij het departement van Sociale Zaken
I C. Mol, adjunct-commies.
Benoemd tot ingenieur in tijdelijken dienst bij
den Octrooiraad: ir. T. Biegman, te rekenen van
1 Februari jj.; ir. G. W. Gores, te rekenen van
15 Februari ji. en ir. H. van den Boom met 1
Maart a.s.
Benoemd tot substituut-officier van Justitie
bij de arr.-rechtbank te: 's Gravenhage, mr. G.
M. Cohen Tervaert, thans ambtenaar van het
O M. bij de kantongerechten in het arr. 's Gra
venhage; Amsterdam, mr. J. s' Jacob, thans
ambtenaar van het O. M. bij de kantongerechten
in de arr. Amsterdam en Utrecht.
Benoemd tot griffier bij het kantongerecht te
Sneek, mr. O. van Anken, adj .-commies ter
griffie van de Tweede Kamer der Staten-Gene
raal, wonende te Delft.
zal toch eens even kijken of dat
j^kselsche pistool van mij nog in orde
j®--,. Hei, zeg, wacht eensJa, dat
te, daar heb je hem. Die dikke kerel in
„a-t lichtgrijze pak, met dien vent met dat paar-
,ehgezicht naast hem.... heb je hem in de ga-
'eqj,,
Ben gromde instemmend en boog zich voor-
'Gr om Morescu en zijn metgezel goed op te
«v,
.Onder het wachten hadden drie mannen, die
I, ®en het hek leunden, Clim's aandacht getrok-
Jte- Ze waren niet gekleed als straatslijpers,
t aar zagen er veeleer uit als lieden, die er een
eede paar schoenen op na kunnen houden.
hingen echter zoo landering tegen 't hek en
Ruwden met zulk 'een superbe verveling, dat
lpn zich afvroeg, waarom ze niet liever gingen
ten. Hij had aan het drietal verder geen aan-
dacht geschonken, maar nu werd hij op krach
tige wijze op hen opmerkzaam gemaakt.
Er klonken plotseling enkele schoten boven
het gepraat en gelach uit, en de menschenme-
nigte, die hier in Mexico door ervaring op der
gelijke gebeurtenissen getraind was, stoof naar
alle zijden uiteen. Vlak voor Clim's wagen bleef
echter een groepje van vier personen staan. In
drie van hen herkende Clim het nietsdoende
trio van daarjuist, en zij hielden hun revolvers
gericht op een langen, roodharigen jongeman,
die zijn armen naar de blauwe lucht uitstrekte.
Hij kwam Clim bekend voor, maar even wist hij
niet waar hij hem eerder gezien had. Toen her
kende hij hem: het was de kerel, die in Peter's
plaats door de drie matrozen was achtervolgd
en voor den kapitein gesleurd....
Toen schrikte Clim op door een uitroep van
Ben:
„Hei, kijk uit, daar gaat Morescu!"
Clim keek op en zag nog juist de omvangrijke
gestalte van den dikkerd, met zijn satelliet op
de hielen, dicht langs het hek rennend verdwij
nen ih de richting van de op een veiligen af
stand wachtende menigte.
Slim uitte een zeer krachtig woord, duwde
het portier open en sprong uit den wagen. Dat
overijlde handelen maakte bijna een einde aan
zijn veelbelovend jong leven. Twee der revol
vers vóór hem spoten met een oorverdoovenden
knal een straal kruitdamp langs hem heen en
een stem brulde:
„Blijf staan, ezel, en bemoei je met je eigen
zaken, of ik schiet raak!"
Clim voelde niet den minsten lust, op een zoo
belangrijk moment definitief de Parelmoeren
Poorten door te gaan en bleef stokstijf staan,
ongeduldig in de richting van Morescu wijzend:
„Heiik heb niets van jullie noodig.. laat
me doorloopen, het eenige wat ik wil is dien
vent daarginds achterna!"
De man, die hem had aangebruld, keek in de
richting waarin Clim wees, uitte een vloek en
rende tot Clim's stomme verbazing weg, roe
pend:
„Morescuhei, Morescu!"
Clim voelde zijn hoofd even duizelen. Heel
Mexico scheen te draaien om Morescu.
„Ik moet Morescu hebben, net als jullie!"
riep hij vertwijfeld, en deed een pas voorwaarts.
„Blijf staan!" grauwde de man rechts van
hem, „en hou je kop dicht.... Morescu wofdt
gehaald, dan kun je hem spreken!"
De man in kwestie was in de menschenhaag
verdwenen.' Toen zijn achtervolger, met een
groot pistool zwaaiend, was komen aanstuiven,
was de heele menigte onder luid angstgeroep
aan den haal gegaan, een wilde verwarring van
vluchtende mannen en vrouwen en bijtende
honden. Met zijn voorsprong van een halve mi
nuut kon Morescu in die verwarring even ge
makkelijk en spoorloos verdwijnen als een
zwartgeverfde Chinees in een vluchtend ieger
kannibalen.
Clim werd nijdig en schold zijn belagers uit
voor al wat hem verfoeilijk toeleek. De belagers
in kwestie werden onrustig. Zij wierpen schich
tige blikken naar links en rechts en keken ver
langend naar een auto. dié aan de overzijde van
de straat wachtte, blikkerend in de schuin val
lende zonnestralen. Hun onrust was verklaar
baar; elk oogenblik konden een paar onderne
mende burgers met behoefte aan een beetje
opwinding zich plotseling gaan herinneren, dat
orde en netheid toch gehandhaafd dienen te
worden en van achter een huis of uit een bo
venverdieping het vuur openen.
De derde man kwam terugrennen, in groote
opwinding
„Morescu is weg!" hijgde hij, links en rechts
om zich heen kijkend, „wat mankeert-ie in vre
desnaam? Heeft-ie ons niet gezien?"
„Kun je denken!" snauwde de ander, „hij zag
ons duidelijk staan, want hij keek naar ons en
wilde op ons toekomen, maar toen we begonnen
te schieten, smeerde hij hem als een haas. Wie
weet wat hij van plan is!"
Er viel een korte en gespannen stilte, dan zei
de eerste geagiteerd:
„Maar hij heeft ons toch getelegrafeerd, de
zen vent in te pikken als hij van de boot af
kwamhet is de eenige vent, die aan de be
schrijving beantwoordt. Wat doen we nou?"
De ander keek schichtig enkele malen heen
en weer tusschen de menigte in de verte, die
nu weer langzaam naderde, de auto aan de
overzijde en zijn gevangene, die te stomverbaasd
scheen om iets in het midden te brengen. Toen
'ikte hij zijn lippen af en zei:
„Orders zijn orders, als Morescu er van door
gegaan is, zal hij daar zijn redenen wel voor
hebben. We doen zooals ons is opgedragen; met
de rest hebben we niks te maken. We nemen
hem mee! Vort, maatl"
Hij stak zijn pistool vooruit en porde er den
jongeman vóór hem mee in zijn ribben.
Hij trof het wel ongelukkig. Roodharige lie
den zijn nu eenmaal driftig van natuur en als
die roodharige lieden van Iersche afkomst zijn,
en geraakt worden op een gevoelige plaats in
hun zwevende ribben....
De achterwaartsche trap volgde onmiddellijk
op den por en was een wilden mustang waardig.
Hij ontlokte Clim een kreet van bewondering.
Het pistool, dat de por gegeven had, beschreef
een nog grooteren boog dan zijn eigenaar en
belandde kletterend een eind verder op de
keien. Het was het moment waarop Clim had
gewacht. Zonder zich de moeite te getroosten,
zijn eigen pistool uit zijn zak te halen, deed hij
een uitval naar rechts, gleed uit, maar graaide
in zijn val naar de beenen van staatsvijand nr.
2. Naar het snel toenemen van het rumoer te
oordeelen, liet de roodharige jongeman zich niet
onbetuigd, doch dat schoone gevecht ging voor
Clim verloren, daar hij voorloopig zijn handen
en zijn aandacht noodig had om zijn tegenstan
der te beletten, zijn revolver te gebruiken. Hij
lag boven op den ander en poogde hem zijn
wapen te ontnemen. De strijd ging een halve
minuut lang gelijk op; Clim maakte een hand
vrij en trok zijn tegenstander een bos haar uit,
waarop deze quitte maakte door Clim's oor dub
bel te vouwen en het om te draaien. Clim
drukte den neus onder hem plat en zag zich be
loond doordat hij plotseling den loop van het
pistool weer tegen zijn schouder voelde. Het ge
vecht om het wapen begon weer opnieuw. De
zeis van den Dood wuifde boven hun hoofden,
aarzelde, en werd door zijn knokigen eigenaar
terug getrokken toen Clim zijn knie in de maag
streek van den man onder hem plantte en hem
zijn pistool ontrukte.
Hij krabbelde overeind, stopte de revolver in
zijn zak. naast zijn eigen wapen, en keek om
zich heen. De roodharige jongeman was even
eens meester gebleven van het slagveld, en de
poneerde zijn tweede slachtoffer met een plof
in de goot. Hij keerde zich om, streek zijn wil
den haardos glad en grinnikte beminnelijk.
Clim wees op de verzameling op den grond
en informeerde:
„Wat doen we met die lui hier?"
..Nek omdraaien," zei de beminnelijke jonge
man.
„Gaat niet," zei Clim, zijn wenkbrauwen fron
send, „daar krijgen we last mee. Hoe gaat t
met die twee lieverds daarginds?"
Die twee lieverds zaten op eenigen afstand.
De man, die de roekeloosheid had begaan, een
woedenden Ier met een pistool te porren, wreef
zijn maagstreek en hapte naar lucht. Op den
wit adobe muur achter hem prijkte een groot
affiche als reclame voor moutbrood. en het
teergroen van zijn gelaat kleurde voortreffelijk
bij het hardgeel van het moutbrood. De tweede
man lag in de goot en ontwaakte juist uit den
korten maar diepen slaap, die het gevolg was
van een klap met een revolverloop.
„Wat zijn dat voor lui?" vroeg Clim, „en wat
wilden ze van jou?"
De jongeman haalde de schouders op.
(Wordt vervolgd)