ws
GELEZEN COURANTEN
W.
B
Ongerustheid over
motortankschip
Uit andere bladen
Laatste Nieuws
Zoekt gij betrouwbaar
Personeel?
STAD
De ondergang van de „Arendskerk"
K,
j Plaats dan een „Omroêpef
voor 90.000 gezinnen 1
MEN zal er u dankbaar VOOR ZIJN
ZWEEDSCH DORP
GEBOMBARDEERD
VEERTIG DOODEN BIJ
AARDSCHOK IN TURKIJE
INSTELLING VANEEN
LEENINGFONDS
Dat is 'n ZUINIGE snelheid!
Behandeling voor den raad
voor de scheepvaart
DONDERDAG 22 FEBRUARI 1940
pumHfflmummnmiitnnMmMmmimiimmnmmniimimmmjmmimtfflUHHwmHffliittwmHHWt!
I
3200 voor de Finnen
Groot tekort aan oliebollen
GEVONDEN VOORWERPEN
EN DIEREN
ilf U op een eenvou
dige wijze medewerken den
militairen in Uw woonplaats
een groot plezier te doen"*
leeft dan dit blad na
lezing aan de kazerne het
militairentehuis of andere
verblijfplaats van militairen
in Uw nabijheid.
BEVERWIJK
T.b.c.bestrijding ondic rundvee
DE BELOONING VOOR HET
SNEEUWRUIMEN
HEEMSTEDE
VELSEN
Benoeming Gemeente
secretaris
Burgerlijke Stand
Russische vliegtuigen vernielden
vier gebouwen
„Altmark" en Venlo
J aarver gader ing
Kennemerland L.T.B.
Wat te telen op de vrijgekomen
bloembollenper ceelen
MINISTER DE GEER DOOR
N.S.B.-ER BELEEDIGD
In hooger beroep een strengere
straf geëischt
Memorie van antwoord aan
de Tweede Kamer
70 K.M. per uur, dat is een vaart,
waarmee u nog uitstekend kunt
opschieten en tóch de benzine-
zuinigheid betrachten, welke
thans zoo dringend noodig is.
Hoe zuiniger wij zijn, des te
langer wordt de benzine
distributie uitgesteld, zooals de
regeering heeft aangekondigd I
|''inillll!||!lll||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||j||||||!||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||!||||||||||!|||||||[||||||||||i||i^
^niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiwiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiini
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
SS
MlllllllllllllllllllllllHllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltttftjlllllllll
9*
De 40.000 oliebollen zijn er al goed ingegaan.
Ais men er tweemaal zooveel gebakken had.
zouden er waarschijnlijk nog te kort geweest
zijn. De voorloopige opbrengst van deze actie
voor de Finnen bedraagt f 3200.
Zouden de oliebollen alle voor den gestel-
den prijs verkocht zijn dan was er f 2000
ontvangen, zoodat menig Haarlemmer heel
wat meer in de bus wierp.
Het succes mag er in alle opzichten zijti!
Inlichtingen aan het bureau van politie
Smedestraat uitsluitend tusschen 11 en 13 uur.
Fransch seesboekje, Wouda, Zaanenstraat
135: zwart-witte hond, Mols, Kleine Houtweg
1; Bouvier, Kennel Fauna, Fr. Varkensmarkt
24; armbandhorloge, v. d. Pligt, Wagenweg
2 rood; electra instrument, Kurvers, Ged. Oude
Gracht 53; jekker, bureau van politie Sme
destraat; grijze kat, Kennel Fauna, Fr. Var
kensmarkt 24; grijs-witte kat, Kennel Fauna,
Fr. Varkensmarkt 24; motorkap, v. d. Vegt,
Emostraat 39; stofzuigeronderdeel, bureau van
politie, Smedestraat; damesportemonnaie m. i„
Smit, van Dordtstraat 62; overschoen, v. d.
Pigge, Gierstraat 3; 2 paar kinderschaatsen,
bureau van politie Smedestraat; Nijptang, An-
tonisse. Herculesstraat 4; vulpotlood, Valke
nier, Zwaardstraat 1; zak met krullen, Boo-
gaart, Van 't Hoffstraat 4.
(Berichten opgenomen in een deel van onze vorige oplaag)
Vrijdagmorgen om 10 uur zal in het veiling
gebouw „Kennemerland" aan de Breestraat, de
onderdirecteur en technisch leider van de C.
M. C„ de heer v. d. Heyden, spreken over het
onderwerp: „Waarom aansluiting bij de t.b.c.-
bestr. voor consumptiemelkers noodzakelijk is."
Toen onlangs een aantal werkloozen door de
gemeente was opgeroepen om sneeuw te rui
men, ontstond een kwestie over de vergoeding,
welke voor dezen arbeid betaald werd. De be
trokken arbeiders waren van meening, dat zij
recht hadden op een hoogere belooning. Zij ver
zochten den besturen van de vakcentrales, deze
aangelegenheid te onderzoeken.
Dit onderzoek is niet ten gunste van de be
trokkenen uitgevallen. In een Vrijdagmorgen in
het K. S. A.-gebouw te houden gecombineerde
vergadering, belegd door den R. K. Vdlksbond
en den B, B. B„ zal over het verloop van deze
aangelegenheid een uiteenzetting worden ge-
teven.
Eerste Hulp Brigade Het kgt in het voor
nemen onzer Brigade om in de Gemeente
Heemstede een vijftal E. H. B. O.-materialen-
kasten te plaatsen.
De bedoeling van deze plaatsing is. dat bij
eventueel ongeval een ieder, welke bevoegd is
tot het verleenen van Eerste Hulp, gebruik
kan maken van de zich in deze kasten bevin
dende materialen.
Zaterdag 24 Februari as. zal te half vier, op
den Heerenweg. ongeveer tegenover de Kerk-
laan, ce eerste kast worden geplaatst.
De groote kosten, welke hiermede gepaard
gaan, hoopt de Brigade te bestrijden, met den
door haar te houden speldjesdag. Deze col
lecte zal op Zaterdag 2 Maart worden gehou
den. Het bestuur der bovengenoemde Brigade
verzoekt een ieder haar bij dit döel te
steunen.
Er wordt een openbare vergadering van den
Raad der gemeente gehouden op Dinsdag 27
Februari des namiddags 7 uur, ten gemeente
hui?*.
De agenda vermeldt, o.m.: Verhuur van
grond. Aankoop van een schuur. Overname van
een weggedeelte te Santpoort. Vaststelling ver
goeding voor de leden der Commissie van
schatting en advies, bedoeld bij artikel 7 der
verordening tot regeling van het grondbedrijf
der gemeente Velsen. Vaststelling van de over
1940 aan de besturen der bijzondere scholen te
verleenen voorschotten op de vergoeding, be
doeld bij artikel 101, le lid, der Lager-onder-
wiiswet 1920. Benoeming van een gemeente
secretaris.
Geboren: C. SchelvisJansen z.; G. v. d.
WielSluijter d.; N. VlietstraMunsterman d.;
S. van GamerenPellegrom d.; M. C. Hes
®uijbers z.; J. G. v. d. Beekvan Vught z.;
A. EngelsVisser z.; A. RustPeters z.; W.
PlugEngel d.; C. D. RomijnZwart z.; G. C.
Ouineveld—Nicolai d.; A. C. Zijlstravan Lier-
op d.; C. M, G. van VlietWarmerdam d.; H.
WeberDuijn z.; E. A. van WeelderenAlbers
Overleden: A, van Sloten 71 j„ echtgenoote
van H. J. Kenter, Terrasweg 58. Santpoort; E.
F. Berlijn. 48 j., echtgenoote van J. Benard,
Wüstelaan 28 Santpoort; A. J. F. de Reus, 70
J echtgen. van J. F. Koefaal Heilo; A. An-
driessen, 74 j.. echtgenoote van T. Stam. Pia-
tanenstraat 55 IJmuiden; F. H. Zandbergen 56
J„ wedr. van M A. Dekker, Julianakade 39
IJmuiden; P. van der Beek 79 j„ wede. van G.
Groen Wüstelaan 9 Santpoort; C. M. Doesburg
87 j.. wede, van C. Zwanenburg, J. P Coen-
straat 41 IJmuiden.; J. J. Bosman. 57 j. echt-
gen. van A. van der Wateren Eschdoornstraal
15 IJmuiden.
edank ir» uren van beproeving en
smart dal led're mensch wel iets
te boeten heeft en het leed zei
lichter te dragen worden
Sinds het uitbreken van den oorlog zijn ver
scheidene neutrale schepen gevallen als slacht
offer van de mijnen, welke door de oorlogvoe
renden in grooten getale zijn gelegd. Niet al
leen op deze wijze verloren de neutralen sche
pen, want ook door torpedeering werden sche
pen naar den bodem van de zee gezonden.
Op 15 Januari werd het 8000 ton groote
motorschip „Arendskerk" van de Vereenigde
Scheepvaartmaatschappij, dat op weg was
van Antwerpen naar Zuid-Afrika, in de
Golf van Biskaje, op een afstand van on
geveer 100 mijl van Ouessant, getorpedeerd.
De 62 opvarenden zijn gered door het Ita-
liaansche stoomschip „Fedora" en later
overgegaan op de „Poelau Bras" die de ge
redden in Lissabon aan land bracht.
De „Arendskerk", onder commando van kapi
tein C. J. H. Wijker, was geladen met stukgoed.
Om 1 uur op den dag van den ondergang was
het schip Ouessant gepasseerd. Ver aan den
gezichtseinder zagen de opvarenden iets, dat
voor een mijnenveger werd aangezien. Plotse
ling daalde een kogelregen in de buurt van het
schip neer. Dichterbij gekomen, bleek het een
duikboot te zijn, welke bevel gaf de machines
te stoppen. Gehoor gevend aan het bevel van
de Duitschers, zond de kapitein toen zijn eer
sten officier met de scheepspapieren naar de
duikboot. Na het onderzoek dezer papieren
zeide de commandant, dat, het hem speet, maar
dat hij het schip tot zinken moest brengen,
omdat de lading uit contrabande bestond, be
stemd voor Zuid-Afrika.
De opvarenden kregen een half uur tijd om
zich in veiligheid te brengen. Toen werd het
schip getorpedeerd.
Het was het tweede geval van dien aard
te voren is de „Sliedrecht" getorpedeerd
het eerste evenwel, dat door den Raad voor de
Scheepvaart wordt onderzocht.
Daartoe was de raad samengesteld uit de
heeren prof. mr. B. M. Taverne, voorzitter, J. N.
Egmond, C. J. Canters, G. J. Lap en H. Ebes,
leden.
Gehoord werden als getuigen kapitein C. J.
H. Wijker, de eerste officier, de heer Ooster
huis, en de heer Th. P. van den Bergh, direc
teur van Radio-Holland. Deze laatste getuigt
inplaats van den marconist, den heer Van
Saane, die inmiddels weer vaart.
Als eerste getuige werd gehoord de heer Th.
P. van den Bergh, directeur van Radio-Holland.
De raad wilde ook den marconist hooren,
omdat hij bij deze zaak een rol heeft ge
speeld. Nadat marconist Van Saane in den
morgen van de torpedeering opstond, zoo
bleek uit diens verklaring, merkte hij dat er
iets niet in orde was. Hij ging naar de radio
kamer en probeerde de noodinrichting. Ge
seind heeft hij niet.
Dit is ift tegenstelling tot de verklaring van
den Duitschen commandant, die als een der
redenen van torpedeering het geven van radio-
seinen opsomde. De lampen van diens ontvanger
zouden gesprongen zijn.
De heer van den Bergh vond het zeer loffelijk
van den marconist, dat deze de noodinstallatie
heeft geprobeerd. Men moet zich voorstellen,
dat de marconist ontploffingen hoorde. Van
waar het geluid kwam, wist hij niet. Toen scha
kelde hij de noodinstallatie in.
Waar bestaat dit probeeren uit?
Uit het geven van een paar „punten". Het
is uitgesloten, dat door het gebruik van een
noodinstallatie de lampen van den ontvanger
op de Duitsche duikboot zijn gesprongen.
Zelfs met een normale installatie is dit onmo
gelijk. Inductie kan hier evenmin zijn veroor
zaakt. Het is eveneens moeilijk aan te nemen,
dat de Duitsche commandant in de „punten"
een geheime code vermoedde.
De plaatsvervangend inspecteur-generaal, de
heer G. Naute, vroeg nog of het mogelijk was
op deze seinen de plaats te peilen.
De heer van den Bergh: Daarvoor was de
tijd veel te kort.
De heer Van den Bergh voegde hier nog aan
toe, dat de marconist verklaard had, dat de
noodinstallatie niet zou zijn ingeschakeld, in
dien hij had geweten, dat er een Duitsche duik
boot in de buurt was en het om een aanhouding
ging. Hij wist niets van een duikboot af.
De Standard Amerikaansche Pe
troleum Compagnie deelt ons het
volgende mede:
Bij de reederij begint groote on
gerustheid te rijzen omtrent het
Nederlandsche motortankschip ,,Den
Haag", eigendom van de N.V. Pe
troleum Industrie-Maatschappij te
's Gravenhage, dat met een lading
petroleumproducten, bestemd voor
de Standard Amerikaansche Petro
leum Compagnie N.V.. onderweg is
van New York naar Rotterdam.
Het schip, dat een lading van
1 1.800 tons in heeft, had ongeveer
20 Februari te Rotterdam moeten
aankomen, op 14 Februari j.l. heeft
het het laatste contact met de
reederij gehad. Het bevond zich
toen naar schatting ca 400 mijlen
ten Westen van Lizard.
Het eenige bericht dat nadien ont
vangen is, is dat een reddingboot
met den naam „Den Haag" in de
omgeving van Lizard is aangespoeld.
De reederij wendt alle pogingen
aan om nadere berichten te krijgen,
tot dusverre echter zonder succes.
STOCKHOLM, 21 Febr. (Reuter).
Russische vliegtuigen hebben heden het
Zwecdsche dorp Fajala, dat 5 mijl van de
Zweedsch-Finsche grens ligt, gebombar
deerd. Vier gebouwen, die door bommen ge
troffen waren, brandden af en een kerk
werd beschadigd.
Ook het Zweedsche Telegraaf agentschap
geeft berichten over het bombardement. Het
voegt hieraan toe, dat om 1 uur in den
middag de Russische vliegtuigen versche
nen. Een vierde gedeelte van het dorp
staat, volgens tijdingen uit Haparanda. in
brand Pajala heeft ongeveer 1000 inwoners.
Op groote hoogte kwamen 7 vliegtuigen
boven het dorp. Zij lieten bommen van ver
schillende soort en zwaarte vallen.
Er zouden geen dooden te betreuren zijn.
ofschoon het niet uitgesloten moet worden
geacht, dat ergens in de brandende gebou
wen nog slachtoffers gevonden worden.
De N. R. Crt. wijdt aan het „Altmark"-
incident eenige juridische beschouwingen, waar
aan het volgende ontleend is.
„Tot goed begrip van de zaak, geenszins
om een flagrante rechtsbreuk goed te pra
ten, dient er echter op te worden gewezen,
dat het Britsche onrecht niet heeft be
staan in het binnenvaren der Noorsche
territoriale wateren. Anders dan Neder
land staat Noorwegen n.l (in art. 4 der
Noorsche neutraliteitsproclamatie) aan de
oorlogsschepen der belligerenten toe, ge
durende ten hoogste 24 uur in de Noor
sche territoriale wateren, reeden en ha
vens te verblijven. Art. 9 der proclama
tie voegt daar echter, begrijpelijkerwijze,
aan toe. dat de aldus toegelaten oorlogs
schepen van belligerenten zich van alle
handelingen, welke strijdig zouden zijn
met de Noorsche neutraliteit, hebben te
onthouden. En dat het overmeesteren van
een vijandelijk schip een daad van dien
aard is. daarover kan, in het bijzonder
wegens art. 2 van de XlIIde Haagsche Con
ventie van 1907, niet de geringste twijfel
bestaan.
Wat zijn nu van een dergelijk verloop
van zaken (waarbij wij de goede trouw
der Noren veronderstellen) cle volken
rechtelijke consequenties'
In de eerste plaats dit, dat de Noorsche
torpedobooten hadden 'oehooren te schie
ten. De Britten mogen in de meerderheid
zijn geweest, torpedojagers zijn uiterst
kwetsbaar en één welgemikt schot zou eene
voor de Britten hoogst onaangename uit
werking gehad kunnen hebben. Dat de
Noren, als de Britten terug hadden ge
schoten, zelf óók groot gevaar zouden
hebben geloopen, doet aan hun plicht, „ge
bruik te maken van alle middelen waar
over zij beschikten" (vgl. art. 25 der XlIIde
Haagsche Conventie van 1907) niets af. Bo
vendien is het zeer de vraag of de Engel-
schen het vuur zouden hebben beant
woord, waarmede zij den ernst van hun
vergrijp immers ten zeerste zouden hebben
vergroot. Wat van dit laatste evenwel zii
de Noren zijn, door niet te schieten, ern
stig in verzuim gebleven.
Heeft Duitschland terzake van het ge
beurde recht tot beklag? De verontwaardig
de toon. waarop terstond tegen de hou
ding van Noorwegen is geprotesteerd doet
wel eenigszins zonderling aan. Want het
katholieken. God heeft alleen aan onze
Kerk de eenige eeuwige waarheid gegeven
oip haar te dienen, te beschermen en te
verspreiden. Waakt en bidt in het vertrou
wen op Christus' woord, dat de poorten der
hel, ondanks alles, haar nimmer zullen over
weldigen.
De Kring Kennemerland van den L. T. B.
hield een jaarvergadering in Café Twisk in
Castricum.
In zijn openingswoord memoreerde de voor
zitter, de heer F. P. Heeremans, de gebeur
tenissen over het afgeloopen jaar. Spr. noem
de de aardbeienteelt en de door den oorlog
ontstane moeilijkheden voor het bloembollen-
bedrijf. Wij waren, vervolgt de voorzitter, op
het terrein 'van de ordening aan de winnende
hand. Het gevaar is niet uitgesloten, dat de
oorlogstoestand ook hierop een minder gunsti-
gen invloed zal laten gelden. Spr. bracht ver
volgens hulde" aan het Kamerlid Jac. Groen
Azn., die door zijn artikelen reeds in de LTB-
bladen den tuinbouw een grooten dienst heeft
bewezen. Moge het besluit, om deze artikelen
in brochurevorm uit te geven, een even gun
stig resultaat opleveren.
Ingekomen was een schrijven van de Com
missie voor een goede waterregeling in Ken
nemerland. In dit schrijven werd o.m. het
Krlngbestuur uitgenoodigd gedurende zes ja
ren een subsidie van 10.— per jaar bij te
dragen. Dit schrijven lokte breede discussies
uit. Voorzitter deed mededeeling. dat er aJ
eens een Rijkscommissie tot dit doel werd ge
vormd doch dat deze vermoedelijk wegens ge
brek aan financieelen steun is ontbonden Spr
houdt zich er van, overtuigd, dat de nieuw ge
vormde commissie eenzelfde lot wacht, wan
neer van de zijde der organhaties geen finan-
cieele steun wordt toegezegd en verstrekt Reeds
uit anderen hoofde is aan de commissie steun
verzekerd, maar van onzen steun moet veel af
hankelijk worden gesteld. Het is op grond
hiervan, dat voorzitter een beroep doet op de
vergadering, welwillend te beschikken op het
verzoek der commissie.
De afdeeling Beverwijk wijst er op, dat ook
aan de LTB-afdeelingen is verzocht om een
subsidie van 10.De afdeeling is weliswaar
niet onmachtig om uit zijn middelen eenige
subsidie te betalen. Doch er wordt reeds van
zoo vele zijden een beroep op de kas gedaan
De heer Vendel deelt mede, dat in de af
deeling Heemskerk spontaan aan het verzoek
der commissie zal worden voldaan. Er staan
hier te groote belangen op het spel. Wanneer
de commissie weet te bewijzen, dat de vrees
van de tuinders geenszins ongegrond is en
het Waterleidingsbedrijf met het slaan van zijn
pompen binnen niet al te langen tijd alle tuin
bouwbedrijven in Kennemerland waardeloos
zal maken, dan heeft de commissie reeds een
prachtig stuk werk geleverd.
De afdeeling Castricüm informeert naar de
reden van het gedurende zes jaren een sub
sidie te vragen. Voorzitter deelt mede, dat dit
aantal als maximum is gesteld. De commissie
moet onderzoekingen instellen, waarbij de
mogelijkheid bestaat, dat binnen den gestelden
tijd voldoende bewijsmateriaal kan worden ver
zameld. Spr. merkte nog op, dat het onder
zoek onder leiding staat van ir. Volkerz, die
spr.'s volle vertrouwen heeft. Besloten werd de
subsidie-aanvraag goed te keuren.
Tijdens de rondvraag drong de afdeeling
Heiloo aan op uitbreiding van het Kringbe-
stuur, waardoor alle afdeelingen door een be
stuurslid in het bestuur zitting krijgen. De
afdeeling Beverwijk vraagt, of het niet wen-
schelijker is twee bestuursleden aan te wijzen
door iedere afdeeling, t.w. een lid-veehouder
en een lid-tuinder.
Algemeen .is de vergadering van oordeel dat
dit ongewenscht is.
De afdeeling Beverwijk wijst op een groot
euvel, dat bestaat in het voorveilen van tuin
bouwproducten op de veilingen Kennemer
land" en op de B. E. T.-veiling op de Za
terdagmiddagen. Dit euvel moet leiden en
leidt tot Zondagsontheiliging
Voorzitter stelt voor een schrijven te rich
ten aan de veilingen Kennemerland, en B E.T.-
veiling, alsmede aan de hanctelarenvereeniging
..St. Petrus". Aldus besloten.
De heer de Wildt is van oordeel, dat d?
laatste uitkeering van den aardbeiensteun op
een onjuiste basis is geschied.
Uit de vergadering wordt kritiek uitgeoefend
op het systeem van de steunregeling voor de
kleine boeren en tuinders. Alles zit vast op
economische berekeningen, terwijl er met so
ciale elementen te weinig rekening wordt ge
houden. Ook het vraagstuk der jongeren maakt
een punt van bespreking uit.
Den heer Machielse was het opgevallen, dat
er nog te weinig activiteit wordt ontwikkeld.
Het terrein is ruim, men denke aan de gods-
dienstig-zedelijke, aan de cultureele en aan
de materieele belangen. Waarom ook geen ge
bruik gemaakt van den Voorlichtingsdienst van
den L. T. B.? Men verlate zich niet alleen op
de Staatsvoorlichting. Uiteraard moet deze
algemeen en meer economisch dan sociaal zijn.
Bij onze bedrijfsvoorlichting wordt aan het ge
zin, aan de jongeren gedacht. Hier is niet het
bedrijf, maar de mensch primair.
Spr. deelt mede, dat op het Departement
reeds studie wordt gemaakt van de mogelijk
heid om aan Kennemerland voorlichting te
verstrekken. Er zijn actie-punten, welke volle
belangstelling moeten hebben. Spr. noemt de
tuinbouwteeltbeperking voor tuinbouwbedrij
ven boven de 10 H A. Waarom zijn bedrijven,
grooter dan 10 H.A. beplant met aardbeien en
rabarber uitgezonderd. Een ander Vraagstuk is:
wat te telen op de vrijgekomen bloembollen-
gronden. Wat er op te telen, wat kunnen we
telen, wat levert het te teler, product op? -
Er dient een schema te worden ontworpen
en te worden bestudeerd.
De voorzitter ncodigt den heer Machielse
uit met het bestuur van den Kring dit vraag
stuk te willen bespreken. Dit heeft de alge-
meene instemming. Voorts wordt besloten voor
a.s. Dinsdag het kringbestuui uit te breiden
met van iedere afdeeling een lid.
geheele geval berust ten slotte op de we
derrechtelijke gevangenhouding der Brit
ten aan boord van de Altmark en de mis
leiding der Noorsche autoriteiten te Berger
door den kapitein van een Duitsch schip,
waarvan toch wel niet zal kunnen worden
volgehouden, dat het op eigen gelegen
heid, zonder opdracht of goedkeuring der
Duitsche autoriteiten, heeft gehandeld
Voorloopig schijnt het recht van beklag
dus eerder aan de zijde van Noorweger
te zijn.
Dat de Britsche gevangenen ten slotte
zijn bevrijd, moge het resultaat zijn van
eene onrechtmatige Britsche actie, over dit
resultaat zelf kan Duitschland zich niet
beklagen, want het is geheel conform het
internationale recht en de poging der
Duitschers, dit resultaat te verijdelen, was
veeleer zelve onrechtmatig. En wat de op
varenden betreft, deze hebben zich door d*
wederrechtelijke vrijheidsberooving binnen
Noorsch rechtsgebied aan strafbare han
delingen schuldig gemaakt, waarvoor zij
in Noorwegen kunnen worden vervolgd en
gestraft. Blijft de beschadiging van de
Altmark en de dood van zes Duitsche
schepelingen.
In beginsel moet Noorwegen dergelijke
schade, wederrechtelijk toegebracht aan op
Noorsch territoir vertoevende vreemdelin
gen onder omstandigheden, welke de Noor
sche autoriteiten daarvoor aansprakelijk
maken (het verzuim te schieten), vergoe
den, doch deze regel lijdt nu juist uitzon
dering wanneer de betrokken vreemdelin
gen zich zelf hebben schuldig gemaakt aar
handelingen in strijd met de neutraliteit
van den staat, op welks grondgebied zii
zich ophielden.
Om, ten bewijze, slechts een schrijver
aan te halen, citeeren wij den gezaghebben-
den Amerikaanschen jurist Ralston. die
vele malen als arbiter dergelijke zaken
heeft beslist en zich ook als auteur gioo-
ten naam heeft verworven, Ralston con
stateert, dat alle schrijvers het er over
eens zijn, dat zij, die zich zelf schuldig
hebben gemaakt aan handelingen in strijd
met de neutraliteit of aan vijandelijke da
den tegen den aansprakelijk gestelden staat,
alle recht op onderzoek van hun schade-
vergosdingsvordering hebben verbeurd. On
danks den noogen toon van het Duitsche
protest is er dus aan de Duitsche zijde
nauwelijks recht tot beklag.
Kan Noorwegen zich beklagen? In begin
sel ja, en zelfs naar twee zijden: jegens
Duitschland, wegens de misleiding der
Noorsche autoriteiten te Bergen en de ge
vangenhouding der Britten in de Noor
sche territoriale watern waarbij dan
echter moet komen vast te staan, dat de
Altmark in opdracht of met machtiging
van de Duitsche regeering heeft gehan
deld èn, bovenal, jegens Engeland, we
gens de ergerlijke schending van Noorsch
rechtsgebied waarbij dan evenwel de
goede trouw der Noorsche autoriteiten te
B:rgen als conditio sine qua non moet wór
den verondersteld.
Noorwegen is echter verder gegaan, en
heeft teruggave der gevangenen gevraagd.
Hét komt ons voor, dat ueze eisch minder
juist is, want de Britten hadden er recht
op vrijgelaten te worden en wat voor zin
heeft het dan hen een reisje naar Noor
wegen en terug naar Engeland te laten
maken? Toen zich in 1908 een soortgelijk
geval in Marokko had vöorgedaaiï hééft
het Permanente Hóf van Arbitrage dajn
ook beslist, dat „eigenlijk" de gevangen ge
nomen Duitschers eerst aan den Duitschen
Consul te Casablanca behoorden te worden
teruggegeven, maar dat, omdat deze hen
daarna weer aan de Fransche militaire
autoriteiten zou behooren uit te leveren,
het geheele „tennisspel" wel achterwege
kon blijven.
Zoo blijkt inderdaad juist, hetgeen wij
in den aanvang als mogelijkheid stelden:
er zijn door alle bij hei geval betrokke
nen ernstige fouten begaan, en op de pro
testen over en weer is het Hollandsche
spreekwoord van den pot en den ketel bij
uitstek van toepassing.
Het geval van de Altmark heeft echter
voor ons, Nederlanders, nóg een kant. Bij
ons komt de naam „Vcnlo" onwillekeurig
op de lippen. Bij Venlo is óók onzijdig
rechtsgebied geschonden, bij Venlo zijn óók
dooden gevallen zelfs Nederlandsche,
onzijdige, dooden bij Venlo werden óók
menschen met geweld over de grens ge
sleurd doch dit geschiedde toen niet om
wederrechtelijk gevangen gehouden Duit
schers te bevrijden, maar om Nederlanders
en Britten wederrechtelijk in gevangen
schap te brengen. Wellicht dus, dat het ge
val van de Altmark te Berlijn de oogen
opent voor het veel grootere onrecht, dat
in November 1939 te Venlo is geschied
Wegens beleediging van „een ambtenaar in
functie" en wel van minister-president De Geer,
dien de heer C. van Geelkerken, sprekende op
een N.S.B.-vergadering over het nieuwe kabinet
op 16 Augustus (den dag na het optreden van
dat kabinet) in den Dierentuin te 's-Giaven-
hage, had betiteld als „ouden leugenaar", werd
op 5 December jJ. de heer Van Geelkerken door
de Haagsche rechtbank tot 50.— subs. 50 d.
hechtenis veroordeeld, hoewel de officier van
Justitie 200.plus een voorwaardelijke ge
vangenisstraf had gevorderd.
De officier was van dat vonnis in beroep
gegaan bij het Hof, voor welk college de heer
Van Geelkerken zich thans opnieuw moest ver
antwoorden, waarbij hij zijn spijt betuigde, de
door hem overigens erkende uitdrukking ten
aanzien van iemand van den leeftijd als mi
nister De Geer te hebben gebezigd.
Er werden geen getuigen gehoord.
De procureur-generaal achtte in het
onderhavige geval een strengere straf dan
de rechtbank had opgelegd wel gerechtvaar
digd en z. i. had de officier van Justitie
zeer terecht 200.— boete geëischt, met
een voorwaardelijke toevoeging als de ge
noemde. Het wilde den procureur-generaal
voorkomen, dat 200.In betere verhou
ding zou staan dan 50.tot hetgeen de
heer Van Geelkerken had misdaan en dat
de voorwaardelijke vrijheidsstraf met een
proeftijd van drie jaren goed zou werken.
Spr. vorderde mitsdien bevestiging van het
vonnis, behalve ten aanzien van de straf
maat, in welk opzicht hij zich geheel aan
sloot bij hetgeen de officier had geëischt.
De heer Van Geelkerkenz eide in antoword
hierop, dat het hem sterk opviel, dat de pro
cureur-generaal vasthield aan de kwalificatie
van „beleediging van een ambtenaar in functie"
wijl het toch ging om woorden, die de heer De
Geer op 12 April 1939 had gebruikt ais voor
zitter van de vergadering der ChristelijU-
Hi-torische Unie te Amsterdam.
Het Hof zal 6 Maart uitspraak doen
Gedeeltelijk gecorrigeerd)
ANKARA, 21 Febr. (Reuter). Tengevolge
an een aardschok in het nabij Kayseri ge
legen dorp Soysalli zijn veertig personen ge
dood en 20 gewond.
Het D.N.B. meldt nog, dat de aardbeving bijna
twee uur duurde en dat viër dorpen bijna geheel
verwoest werden. Ook te Ankara en te Adana
zijn lichte aardschokken gevoeld.
In de memorie van antwoord aan de Tweede
Kamer betreffende het wetsontwerp tot instel
ling van een Leeningfonds zegt de minister o.m.
dat de gronden waarop eenige leden die instel
ling ongewenscht achten, hem weinig beklem
mend schijnen. Inderdaad zijn wel eens fondsen
opgericht, waarvan 't nut twijfelachtig was, ver
schillende van die fondsen zijn dan trouwens
later wéér verdwenen, gedacht kan hier b.v.
worden aan het Bouwfonds en het Defensie-
fonds. Maar dit is geen reden om a priori het
bestaansrecht van ieder fonds te betwisten.
Dat door de instelling van het Leeningfonds
1940 het inzicht in 's lands financieelen toestand
zou worden belemmerd, acht de minister zoo
weinig juist, dat integendeel bovenal de wensch,
een klaar inzicht in dien toestand te bewaren,
hem tot het onderhavige voorstel heeft geleid.
De minister hoopt niet te bezwijken voor de
verleiding, uitgaven, welke niet in strikten zin
uitvloeiselen zijn van den oorlogstoestand, over
te brengen naar de begrooting van het Leening
fonds, ten einde op die wijze een gunstig beeld
van het gewone budget te verkrijgen.
Tijdens den vorigén oorlog werd aanvankelijk
onder de lasten yan het Leeningfonds 1914
zelfs gebracht de teruggang, dien de middelen
van den gewonen dienst vertoonden ten gevolge
van den oorlog. Er kwam hieraan vrij spoedig
een einde, niet omdat, men het onjuist achtte,
maar, omdat de middelen niet meer terugliepen.
Het wil den minister voorloopig voorkomen dat
een dergelijke bezwaring van den dienst van
het Leeningfonds thans in elk geval zal be
hooren te worden vermeden. Wel kan ook in
zulk een geval gesproken worden van een
budgetverslechtering, die een rechtstreeksch uit
vloeisel is van den oorlog, maar veel minder dan
aan den uitgavenkant kan hier gerekend wor
den op het slechts voorbijgaand karakter van de
ongunstige beïnvloeding van het budget.
Indien inderdaad in 1940 en eerstvolgende
jaren ten gevolge van den internationalen
toestand de opbrengst der belastingen aan
merkelijk mocht terugloopen, dan zal dit
waarschijnlijk zijn oorzaak vinden in een
verarming, die nog lang kan nawerken
Op het intreden van verschijnselen, als welke
destijds In de latere oorlogsjaren en gedurende
de daaropvolgende hoogconjunctuur in tegen
overgestelde richting werkten, kan thans nau
welijks worden vertrouwd.
Een nadere omschrijving te geven van alle uit
gaven, welke zullen voortvloeien uit de huidige
Duitengewone omstandigheden en derhalve ten
iaste van het Leeningfonds zuilen komen, is van
te voren niet wel mogelijk. Die omschrijving
zal echter telkens, wanneer zulke uitgaven zich
vooruoen, gegeven worden op de begrooting van
net Leeningfonds. Langs dien weg zal de wet
gever er zijn goedkeuring aan moeten hechten.
Het nieuwe Economische Verdedigingsfonds is
bestemd zich zelf te bedruipen. Indien het te
zijner tijd noodig mocht blijken daarvan af te
wijken, zal dit geschieden door een uitkeering
van de begrooting van Economische Zaken aan
het Economische Verdedigingsfonds, terwijl als-
o&n ook die uitkeering van de betrelfende be
grooting zal worden overgebracht naar de be
grooting van het Leeningfonds. Evenals ge-
uurende den wereldoorlog zullen deze eventueels
uitgaven derhalve ook thans ten iaste van hei
Leeningfonds komen.
Aan den termijn van 15 jaar meent ae minis
ter voorshands te moeten vasthouden. Met vele
leden is hij van meening, dat het van den
duur van den oorlog zal afhangen, of die ter
mijn zal künnen worden gehandhaafd en dat.
mochten ten. gevolge van een onverhoopt lan
gen duur de ten laste van het fonds te brengen
bedragen in thans nog niet te voorziene mate
oploopen, wijziging in dit opzicht zal moeten
worden in overweging genomen
Of te zijner tijd door een heffing-in-eens
nog een grooter deel van de buitengewone
uitgaven rechtstreeks zal kunnen worden
afgeschreven dan thans in het voornemen
ligt ingevolge herwaardeering van het goud,
verkoop van goederen en oorlogswinstbelas
ting, is op dit oogenblik nog niet uit te ma
ken. Zoo ja, dan zal een deel der Inmiddels
opgenomen leeninggelden versneld kunnen
worden afgelost en zal een hieraan even
redige vermindering van de ter financiering
van den leeningdienst ingevoerde jaarlijksche
heffingen kunnen worden aangebracht.
1°