Van den cost en de baet
Rond de ordening
Steekpenning of
belooning
EN WOESTIJN
RAAKT ZOEK
GEVAARLIJKE BEWEGING
Nationaal-socialïstische
blunders
VRIJDAG 23 FEBRUARI 1940
OVERZICHT TWEEDE KAMER
Het gezegde, waar onze voorva
deren het heele geheim van hun wel
vaart in uitdrukten, het gezegde,
dat „de cost voor de baet uitgaet",
vindt in theorie bij alle leden van
ons parlement instemming, doch
er zijn er verscheidenen, die mee-
nen, dat de Indische regeering een
politiek voert, waarin ofwel de cost
permanent voor de baet uitloopt en
door deze nooit wordt achterhaald,,
ofwel de cost niet voor de baet uit
gaat omdat men hem door een te
vlotte leening-politiek juist ver
schuift naar een moment, waarop
de baet eigenlijk al behoort te ko
men.
OVERZICHT EERSTE KAMER
Minister Bolkestein
Hij hoopt spoedig zijn werkzaam'
heden te hervatten
HET IJS IN KANALEN
EN RIVIEREN
AGENDA TWEEDE KAMER
Verbindendverklaring C. A. O.
bouwbedrijf
Zwijndrecht zet zich
schrap
Tegen Dordtsche annexatie-
bedreiging
BESPREKINGEN IN DEN
VOLKSRAAD
VERNIEUWING SLACHTHUIS
TE ROTTERDAM
Lid adviescommissie oorlogs-
molestrisico
KEURING VAN ZAAIZAAD
De IJsbeer'' vordert
slechts langzaam
Moeilijk ijsbreken in het Noord-
Hollandsch Kanaal
IJsbrekers naar den Rijn
BESLUITEN VAN DEN
VOLKSRAAD
's Lands Plantentuin
PLAATSELIJK BUREAUHOU
DER VOEDSELVOORZIENING
Oud-burgemeester van Dinxperloo
staat in hooger beroep terecht
De Rietvink" vloog
driemaal naar Ameland
HULPAALMOEZENIERS
UIT DE STAATSCOURANT
Onderscheiding
Defensie
FEUILLETON
DOOR WILLY WATERMAN
*tottiingway bromde:
Pedro verdween zóó snel, dat hjj de deur ach
(Van onzen parlementairen redacteur)
DEN HAAG, 22 Februari 1940.
Degenen, die deze opvatting over het fi
nancieel beleid van de Indische regeering zijn
toegedaan, vinden, dat het hoog tijd wordt
°fwel de cost een weinig te verminderen
het woord „pensioenkorting" viel daarbij, zij
het alléén in de schriftelijke stukken of-
Wel iets meer van de baet te gaan realiseeren,
he tegenwoordige generatie voor den vollen cost
to doen opkomen. In de richting van versobe
ring pleitte eergisteren de heer Slotemaker de
Bruine (C. H.). In de richting van belasting-
torhooging vandaag de heer Wagenaar (A. R.),
hie een beroep deed op 's ministers homogeniteit
biet de politiek van het kabinet dat in Ne
derland ook de middelen wel weet te vinden
een niet-sluitend budget sluitend te ma
ken. Zoo de heer, zoo de knecht, zei de heer
Hagenaar. Wanneer wij in Nederland staats-
Eeld uitgeven, zorgt de minister van Financiën
Wel dat de rekening wordt gepresenteerd aan
de belastingbetalers. Dat is onverbiddelijke
consequentie. En daar moet de Indische regee.
ring óók aan. Of anders bezuinigen!
De heer Teulings, de financieele specialist
Van de katholieke fractie, heeft zich in een
ernstig doorwrocht betoog tegen deze wijze
Van sensationeele.wanhoopss'temmingen.wekken
Verzet.
Bezuinigen, best, maar zeg er dan bij
waarop. Geen van de financieele saneer
ders wil de uitgaven voor de defensie, die
met 90 pet. stegen, terugdringen. Geen wil
de uitgaven voor rente en aflossing van de
staatsschuld verminderen. Geen ook de
anti-rcvolutionnaire heeren Meyerink en
Wagenaar niet acht de uitgaven voor
onderwijs, kolonisatie en andere vormen
van welvaartsbevorclering te hoog. Deze zijn
trouwens héél geleidelijk gestegen van
60.5 inillioen in 1936
op 68.5 millioen in 1937,
84.5 millioen in 1938,
91.- millioen in 1939,
I en 96.3 millioen in 1940.
Dat tempo gaat de perken volstrekt niet
te buiten. Het zou zelfs nog wel iets snel
ler kunnen. Buiten deze drie posten ech
ter blijven er maar drie categorieën uit
gaven over: het bestuur, de rechtspraak
Sn de pensioenen.
Aan de laatste dorst zelfs de heer Wa
genaar niet te raken en de heer Joekcs
(V. D.) protesteerde reeds bij voorbaat te
gen het uitspreken van de gedachte eener
pensioenkorting. Het bestuur en de rech
terlijke macht waren in de aanpassings-
periode tot ontoelaatbaren omvang ineen
geschrompeld.
Waar dan bezuinigen?
Minder naar de toekomst verschuiven dan,
•heer belastingen heffenU Wordt er dan zooveel
haar de toekomst verschoven, vroeg mr. Teu-
üngs? De staatsschuld steeg van 1 Jan. 1939
tot 1 Jan. 1940 van 1.368 millioen op 1372 mil
joen, dus op een totaal van bijna anderhalf
toilliard met zegge en schrijve 4 millioen!
En zijn er geen andere middelen te vinden?
Mr.. Joekes wees op den in Nederland voorge
leiden maatregel eener herwaardeering van
hen goudvoorraad. Indië heeft óók een goud-
voorraad. Wel niet zoo groot als die van de
Nederlandsche Bank, maar daar zou toch in
hrincipe eenzelfde maatregel mogelijk zijn,
daardoor eenige millioenen konden worden ge-
tonden.
Kortom voor paniekstemming is geen enkele
aanleiding.
De regeering past nog steeds op gezonde
Wijze het beginsel toe, dat de cost voor de baet
hitgaat.
Ten derden male: moet de Nederlandsche
•togeering het tempo versnellen van Indië's op-
tong naar zelfbestuur? Moet zij gevolg geven
ton de leuze van de Federatie der Indonesische
Politieke Partijen een leus, die den heer
toekes herinnerde aan zekere buitenlandsche
toigzinnen „Een volk, één taal, één volwaar-
big parlement"? Geen sprake van, vond de
vrijzinnig-democratische fractieleider en hij
keurde het optreden vah deze inlandsche lei
ders scherp af.
Om aanstonds op den heer Kupers (S.D.A.P.)
te botsen, die met veel omhaal van feiten en
feitjes en héél kleine pietluttigheden, trachtte
te bewijzen, dat de politie in Indië ondeskundig
optreedt tegen sprekers op politieke en vak-
vereenigingsvergaderingen en zoodoende de vrij
heid van vereeniging en vergadering tot een
doode letter maakt.
Toen ik dit hoorde, dacht ik, eerlijk gezegd,
dat ik een paar bladzijden uit de Handelingen
van den Volksraad las, antwoordde later minis
ter Weiter. Daar worden ook telkens van die
misschien wel diezelfde voorbeelden van
politioneel optreden gegeven. Wel te verstaan,
de leden hebben dergelijke gevallen dan van
anderen gehoord, die het ook weer van ande
ren hebben en zoo komen die verhalen soms
geheel verminkt en verdraaid in den Volksraad
enkele maanden nadat zich het betrokken ge
val heeft voorgedaan. Op een moment dus, dat
men slechts met groote moeite precies kan na
gaan hoe zich de zaak precies voordeed en in
welk raam de door de politie gewraakte uit
drukkingen werdengebezigd.
Het onderzoek wees echter wèl in verreweg
de meeste gevallen uit, dat de politie niet ten
onrechte ingreep en wanneer dit een enkele
maal wèl het geval bleek werd de zaak gecor
rigeerd. Zoowel de minister als het Indische
gouvernement dragen echter de overtuiging,
dat aan de uitoefening van het recht vereeni
ging en vergadering geen belemmeringen in
den weg mogen worden gelegd zoolang die
uitoefening binnen ordelijke banen blijft en de
grens van het toelaatbare niet gelijk nog al
eens gebeurt overschrijdt.
En passant sprak de minister ook over de
gestie dergenen, die in den Volksraad eens
klaps Maleisch spraken. Het gaat daarbij in
derdaad gelijk de heer Slotemaker de Bruine
opmerkte niet om menschen, die het Neder-
landsch niet machtig zijn, doch "om menschen,
die in het Nederlandsch met het grootste ge
mak voor de vuist weg een rede houden doch
een Maleische redeangstvallig van het pa
pier moeten aflezen om zich niet te vergissen.
In zulke omstandigheden wordt het gebruik
van het Maleisch een demonstratie. Bovendien
in strijd met het belang van Indië, want deze
Maleische redevoeringen worden minder aan
hoord en minder gelezen. De minister moést
zélf erkennen: ik lees de Handelingen van den
Volksraad trouw, doch wanneer ik daarin een
rede in het Maleisch aantref sla ik haar over,
dat kost mij te veel tijd.
De minister is dus reeds aan het woord ge
komen. Hij heeft eenige kleine kwesties af
gehandeld om de drie groote punten, het fi
nancieele, het economische en het politieke be
leid Dinsdag te bespreken.
(Van onzen parlementairen redacteur).
DEN HAAG. 22 Februari 1940.
„Nederland raakt in een toestand
waarin het volk werkloos, de Regee
ring willoos, en het land weerloos
is!"
„Dat lijkt op landverraad!"
„Het vergaan van de Simon Bo
livar heeft Twenthe met den ka-
toenvoorraad achterop gebracht!"
„Ge weet er niets van: Twenthe
heeft op het oogenblik 10 millioen
kub. meter meer katoen dan nor
maal in voorraad ende Simon
Bolivar verging niet op de thuis
reis, doch op de uitreis!"
„Ge hebt misschien gelezen in
„Volk en Vaderland", mijnheer de
voorzitter
„Neen, dat ding lees ik niet!"
Dat alles is uit een rede van den nationaal-
socialistischen afgevaardigde Von und zu Bön-
ninghausen een naam, die door minder
vriendelijke tegenstanders van de N.S.B. wel
eens vrijelijk vertaald wordt als „Beunhaas".
H;j maakte het ditmaal bij de behandeling van
Economische Zaken dan ook aardig bont. Tot
driemaal toe werd hij op zijn nummer gezet.
Eerst door verscheidene Senatoren, die hem
van landverraad beschuldigden. Toen door den
president, die zijn kennelijke minachting hij
kan zoo verachtend kijken! voor Vova aan
den dag legde. En tenslotte door den heer Blom-
jous (R.K.), die de Eerste Kamer hartelijk deed
lachen om 's heeren von Bönninghausens blun
der over de Simon Bolivar.
De heer von Bönninghausen kan zich echter
troosten. Hij was niet de eenige, die bij deze
debatten den wind van voren kreeg. De heer
Heldring (Lib.) werd door den heer Bruineman
(R.K.) onder handen genomen. Over de wijze
waarop hij terugkwam op de interruptie van den
heer Bruineman: „Hebt u niets concretere te
zeggen" een interruptie, die verleden week
geplaatst werd toen de heer Heldring zich aan
allerlei ontboezemingen over versobering en be
zuiniging te buiten ging, zonder één concrete
bezuinigingsmogelijkheid te noemen. Dat was
mijn taak ook niet, redeneerde de heer Heldring
nu. Ik hoef tenslotte de duizenden posten van
de begrooting niet na te gaan, maar dat er wat
af kan staat voor mij vast. Hadden de amb
tenaren maar wat meer bedrijfservaring mi
nister Steenberghe heeft dat in de oogen van
den heer Heldring zeker óók niet? dan zou
den zij wel mogelijkheden vinden om den buik
riem dichter aan te halen. Praat u niet zoo
theatraal, antwoordde de heer Bruineman. Bij
u zelf zal van een nauwer toehalen van den
buikriem geen sprake zijn! Tragischvoor
anderen' Versobering eischen.... van anderen!
Gemakkelijk!
Een betoog in eenigszins grooten stijl leverde
de heer Diepenhorst (A.R.) die het ordenings-
streven van drie verschillende groepen onder de
loupe nam. Dat van de Katholieken, van de
Protestanten en van de Sociaal-democraten. Het
eerste en het laatste staan op eenigen afstand
van elkaar. De sociaal-democraten verwachten
nog altijd veel te veel van den Staat, de Katho
lieken huldigen het Subsidiariteitsprincipe, dat
den Staat juist een deel van zijn taak wil af
nemen ten gunste van de lagere organen. Nu
heeft Dr. Colijn wel gezegd, dat de Katholieken
te veel naar den Staat keken, maar, zei prof.
Diepenhorst, dat was maar een indruk van Dr.
Colijn. Hij had een heel anderen indruk. Naar
zijn overtuiging staan protestanten en katho
lieken in hun ordeningsdenkbeelden dicht bij
elkaar, veel dichter dan sociaal-democraten en
katholieken.
Daar waren er onder de sociaal-democraten,
die het schrikbeeld van de coalitie zagen na
deren. Brrr!
(Van onzen Haagschen redacteur)
Naar wij vernemen houdt de verbetering in
den toestand van minister Bolkestein aan.
Hij heeft in een schrijven aan den minister
president reeds medegedeeld, dat hij zijn werk
zaamheden ten departemente spoedig hoopt te
hervatten.
Ook Donderdag is in den toestand van 't fjs
in de wateren en rivieren nog weinig verande
ring gekomen.
Op de Eems bij Delfzijl is de vaart mogelijk
geworden door een geul, welke daar is open
gebroken. De Waddenzee is bij Harlingen thans
bevaarbaar voor krachtige stoom- en motor
schepen en bij Kornwerderzand mede voor
schepen met geringer vermogen, al ondervinden
deze daar wel hinder. De Lek is bij Krimpen
bevaarbaar voor stoom- en motorschepen met
gering vermogen, de scheepvaartmogelijkheid
op de Beneden-Merwede bij Dordrecht wordt
in stand gehouden door ijsbrekers.
In het Heusdensche kanaal bij Heusden is
de scheepvaart niet meer belemmerd voor
stoom- en motorschepen, terwijl het Juliana-
kanaal bij Maastricht en de Maas bij Maas
tricht voor alle scheepvaart bevaarbaar zijn
geworden, omdat de rivier thans geheel ijsvrij
is.
De stuwen in de Maas zijn (behalve Sam-
beek) gesloten. De vaart zal vermoedelijk Vrij
dag weer op de geheele Maas mogelijk zijn. De
Bovenrijn is nog vast, Keulen meldt 158 c.m.
was, Lobith slechts 2 c.m. De Waal is vast tot
1 km. boven Hien, terwijl het breken wordt
voortgezet. Beneden Hien is de rivier blank.
Op de Boven- en Nieuwe Merwede is een 5
twee tienden drijfijs.
De Beneden-Merwede is vast, de Noord is
open. Op de Oude Maas wordt gebroken.
De Nederrijn is vast tot Culemborg en daar
beneden is de rivier blank. Tot Schoonhoven
een tiende en bij Krimpen twee vijfden drijfijs
De Geldersche IJssel is nog vast.
De voorzitter van de Tweede Kamer neefl
medegedeeld, dat het in zijn bedoeling ligt as.
Dinsdag aan de Kamer voor te stellen, tegen
Woensdag 28 dezer, bij den aanvang der verga
dering, aan de orde te stellen de behandeling
van de wetsontwerpen, houdende voorloopige
voorziening ten aanzien van de waardebepaling
van den voorraad gouden munt en gouden munt-
materiaal van de Nederlandsche Bank en re
geling van de gevolgen dier voorziening, en tot
instelling van een Leeningsfonds, indien om
trent deze wetsontwerpen eindverslag zal zijn
uitgebracht.
De bedrijfsraad voor het bouwbedrijf heeft
ingediend een verzoek tot verbindendverklaring
van bepalingen van de collectieve arbeidsover
eenkomsten voor het bouwbedrijf (burgerlijke
en utiliteitsbouw; water-, spoor- en wegen
bouw). Bezwaren tegen inwilliging van bedoeld
verzoek kunnen schriftelijk worden ingebracht
bjj den minister van Sociale Zaken vóór of op
12 Maart 1940.
Zwijndrecht heeft zich door den aanleg
van een industriehaven de verbolgenheid
op den hals gehaald van de tegenover haar
liggende zuster-gemeente Dordrecht, waar
eenigen van oordeel zijn dat aldus profijt
wordt getrokken van den waterweg naar zee,
waarvoor Dordrecht zich vele kosten heeft
getroost.
Aan deze gevoelens gaf de burgemeester
van Dordrecht, de heer J. Bleeker, uiting bij
de behandeling der Dordtsche gemeente-
begrooting.
Moch de concurrentie zich zoodanig doen
gevoelen dat Dordrecht daar merkbaar schade
van zou ondervinden, dan, zoo zeide de Dordt
sche magistraat in zijn begrootingsrede, kou
in het streekplan wel eens een middel gevonden
worden Zwijndrecht te annexeeren.
Deze uitlating werd in Zwijndrecht heel druk
en niet bijster vriendelijk besproken, zij het dan
tot nu toe nog steeds onofficieel. Thans echter
zijn B. en W. van Zwijndrecht daarop in de
schriftelijke beantwoording van het voorloopig
onderzoek der begrooting tamelijk breedvoerig
ingegaan.
Zij beweren dat Zwijndrecht het volste recht
en den plicht had zich te voorzien van de eco
nomische hulpmiddelen, die voor den bloei in
het gemeentelijk leven noodig zijn.
In het streekplan zien zij, in tegenstelling
met B. en W. van Dordrecht, juist een bevei
liging van het eigen gemeentelijk bestaan, dat
zij gaarne onaangetast zouden willen blijven
behouden.
De wijziging van de Gemeentewet van 1931
geeft naar hun meening den voorstanders van
annexatie een middel dat zij „uit den tijd"
noemen veel minder kans op verwezenlijking
van aspiraties in die richting dan B. en W. van
Dordrecht daar blijkbaar uit meenden te kun
nen distilleeren.
B. en W. van Zwijndrecht verklaren zich be
reid tot de grootst mogelijke samenwerking,
doch zij merken op, dat van de zijde van Dord
recht geen enkele poging om tot een nauwere
samenwerking is geraken, is uitgegaan.
Zij betreuren het, dat in de bespreking van
de belangen van beide gemeenten bet woord
annexatie is ingeslopen en verzekeren den Raad
hunnèr gemeente en via dezen de burgerij, dat
annexatie niet behoeft te worden geducht.
BATAVIA, 21 Febr. (Aneta) De Volksraad
behandelde Woensdag in eersten termijn de
ontwerp-ordonnantie tot instelling van een
groepsgemeenschap Palembang en andere bijbe-
hoorende ordonnanties.
De heer VERBOOM (Vad. Club) kondigde een
eventueel amendement aan, in verband met de
opname van de stadsgemeente Palembang in
de groepsgemeenschap, waartegen zijn fractie
nog steeds bezwaren heeft.
De regeeringsgemachtigde voor Algemeene
Zaken, dr. LEVELT, beantwoordde hierna de
opmerkingen, gemaakt bij de behandeling in
tweeden termijn van het wetsontwerp inzake
wijziging van enkele artikelen van de Indische
Staatsregeling. Hij handhaafde het standpunt
van de regeering geheel en wees er op, dat van
een intentie van de regeering, om den Volks
raad te bevoogden,- geen sprake is.
De Volksraad nam verder zonder discussie en
zonder hoofdelijke stemming aan de aanvullings-
begrooting voor het departement van Verkeer en
Waterstaat ten behoeve van den bouw van en
kele nieuwe schoolgebouwen e.d., zoomede den
aanleg van verschillende Waterstaatswerken ook
ten behoeve /van de kolonisatiegebieden op Su
matra.
Ten slotte werd na eenige discussie aangeno
men een aanvuliingsbegrooting voor het depar
tement van Binnenlandsch Bestuur, waarbij o.a.
een bedrag van f 45.000 wordt gevraagd voor
kampongverbetering te Palembang en te Padang.
De gemeenteraad van Rotterdam heeft be
sloten tot vernieuwing van het openbaar slacht
huis aan de Boezemstraat.
Er zullen vier slachthallen komen: voor run
deren en paarden met een capaciteit van 700
slachtingen per dag, voor kalveren met 3100
slachtingen, voor varkens met 1000 slachtingen
en voor schapen met 2000 slachtingen per dag.
De nevenbedrijven zullen van de hallen wor
den gescheiden.
De vernieuwing zal geleidelijk geschieden,
daar het nieuwe bedrijf op de plaats van het
oude komt en dit in bedrijf moet blijven.
De raming der kosten was in Maart 1939 vijf
millioen gulden, de huidige is niet bekend.
Als lid van de commissie van advies in zake
het oorlogsmolestrisieo van particuliere eigen
dommen is toegevoegd de heer N. Arkema, di
recteur van de vereeniging van Nederlandsche
gemeenten.
Het R.K. lid der Tweede Kamer, Droesen,
heeft aan den minister van Economische Zaken
gevraagd, of hij bereid is, mede te deelen, ten
gevolge waarvan de pogingen van de commis-
sie-Rutgers, om eenheid in de keuring van
zaaizaad te brengen, mislukt zijn, waardoor
de in 1932 tot stand gebrachte eenheid in de
keuring van landbouwgewassen verloren dreigt
te gaan en of hij een regeling wil overwegen,
waarbij de keuring in handen wordt gelegd van
het er bjj betrokken bedrijfsleven en waarbij
met name den gebruikers van zaaizaad een be
hoorlijke invloed wordt toegekend.
De ijsbreker „IJsbeer" van de Amsterdam-
sche Vereeniging voor Scheepvaart/belangen is
Donderdag begonnen met het breken van het
Üs in het Noord-Hollandsch Kanaal. Aanvan
kelijk zou de „IJsbeer" Donderdagochtend 7 uur
van de Wiliemssluizen vertrekken, doch in ver
band met een defect aan de stuurinrichting,
kan de tocht pas des middags 1 uur worden
begonnen.
Het werk verliep niet zoo voorspoedig
als men zich had voorgesteld. De gemicdelde
dikte van het ijs bedroeg 40 tot 45 c.m„
waardoor men per uur slechts 600 meter
opschoot. De „IJsbeer" bereikte eerst om
4 uur Buiksloot.
Donderdagavond 7 uur was de ijsbreker
het Schouw, gelegen op ongeveer A% K.M.
van Amsterdam, genaderd.
De „IJsbeer" wordt gevolgd door de sleep
boot „Schokland", welke te Purmerend eenige
schepen van de Koninklijke Shell zal ophalen.
De „Schokland" is met een ijsploeg uitge
rust.
Ook in het begin van Januari heeft de
„IJsbeer" het ijs van Amsterdam naar Den
Helder en terug gebroken. De tocht duurde
toen in totaal 28 uur. Het laat zich aanzien,
cat de „IJsbeer" er thans, in verband met het
zware ys, veel langer ovqr zal doen.
Hedennacht zijn de ijsbrekers „Wilhelmina
Goedkoop" en „Daniël Goedkoop" over het
Merwedekanaal naar Culemborg vertrokken, om
vandaar af een poging te doen het ijs op den
Rijn in de richting Arnhem te breken. Het
voorloopig einddoel van den ocht is Rheden.
De „Daniël Goedkoop" heeft Donderdag het
ijs in de nieuwe en oude ha,-en te Zaandam
stukgevaren.
BATAVIA, 22 Febr. (Aneta). Omtrent het
debat in den Volksraad bij de behandeling van
het ontwerp inzake het heffen van een oorlogs
winstbelasting kan nog worden opgemerkt, dat
de heer De Villeneuve (Econ. Groep) met be
trekking tot het percentage van de heffing ver
klaarde, dat hij 35 procent, bezien in het licht
van een dreigende toekomst voor de bedrijven,
terwijl de financieele positie van het land ook
niet rooskleurig zal zijn, wel hoog achtte, of
schoon hij er zich wel mede kon vereenigen.
De Volksraad adviseerde gunstig inzake het
ontwerp voor een algemeenen maatregel van
bestuur tot herziening van de regelen voor het
beheer, enz. betreffende de Indische Pensioen
fondsen, nadat de heeren Leunissen (I.E.V.) en
Kan (Chung Hua Hui) een pleidooi hadden ge
houden voor de vestiging der directie in Ned.-
Indië. Hiertegen voerde de regeeringsgemach
tigde aan, dat het actieve bedrijf in Nederland
is gevestigd, zoodat de directie ook daar be
hoort te zijn gevestigd.
De Volksraad adviseerde eveneens, zonder
discussie, gunstig inzake het wetsontweip tot
nadere wijziging van de wet betreffende de op
richting van pensioenfondsen, waardoor de ter
minologie wordt aangepast aan de thans ge
bruikelijke.
BATAVIA, 22 Febr. (Aneta). In de memorie
van antwoord inzake de Aanvuliingsbegrooting
van het Departement van Economische Zaken
betreffende de reorganisatie van 's Lands Plan
tentuin te Buitenzorg verklaart de regeering
o.a., dat de indiening der voorstellen in den
vorm van een aanvullende begrooting verband
houdt met de omstandigheid, dat prof. Baas
Becking zich voor de leiding beschikbaar kan
stellen, indien thans over het schema wordt
beslist. Een uitstel van zes tot tien maanden
zou voor den betrokkene, evenals voor de Leid-
sche Universiteit, een te lange tijd van onzeker
heid en afwachting zijn.
De financieele consequenties zijn uiteraard
zorgvuldig overwogen. De regeering acht de uit
gaven geheel verantwoord.
Bemoeienis met het particuliere bedrijfsleven
wordt met deze voorstellen in geen enkel op
zicht beoogd. Samenwerking met de particuliere
proefstations is geheel gedacht als vrijwillig
verleende en aanvaarde hulp over en weer.
De uitgifte van „Flora Malesiana" is van fun-
damenteele beteekenis voor de wetenschappe
lijke beschrijving van de flora van Ned.-Indiëen
behoeft een herziening van het standaardwerk
van Heyne „Nuttige planten in Nederlandsch-
Indië" niet in den weg te staan.
Tot plaatselijk bureauhouder voor de voedsel
voorziening is met ingang van den dag van in
functie treden benoemd de heer C. van Splun-
ter, te Middenmeer.
Donderdagmorgen diende in hooger be
roep voor het gerechtshof van Arnhem de
zaak van den oud-burgemeester van Dinx
perloo, mr. H. J. V., oud 64 jaar, die bij von
nis van de arr. rechtbank van Arnhem d.d.
24 October 1939 was vrijgesproken van het
hem ten laste gelegde feit: in hoedanig
heid van burgemeester een gift in ontvangst
nemen, wetende, dat die gift hem werd ge
daan, teneinde hem te be we,, en om in strijd
met zijn plicht en bediening aan Duitsche
vluchtelingen voorloopige verblijfsvergunning
te verleenen.
De officier van justitie bij-de rechtbank heeft
tegen dit vrijsprekend vonnis appèl aaneetee-
kend.
Ter oriëntatie van onze lezers ontleenen wij
hier aan de overwegingen van het -vrijsprekend
vonnis van de rechtbank het navolgende:
Wat het meermalen ontvangen van bedragen
in geld betreft van den getuige W. Bongartz tot
een gezamenlijk bedrag van f 90 a f 100 heeft
verdachte ontkend, dat hij zou hebben geweten,
dat zij hem ter hand werden gesteld om hem
te bewegen aan Duitsche vluchtelingen
voorloopige verblijfsvergunningen te verleenen
Hij had die bedragen opgevat als een belooning
voor hetgeen hij ten behoeve van eenige Jood-
sche vluchtelingen had gedaan.
De rechtbank achtte deze opvatting voor het
bewijs van het aan verdachte ten laste gelegde
niet beslissend. De rechtbank overwoog dat ter
terechtzitting geen feiten zijn gebleken, die de
conclusie wettigen, dat Bongartz ondanks zijn
verklaring bij het ter hand stellen van de be
dragen de bedoeling heft gehad vluchtelin
gen een voorloopige verblijfsvergunning te ver
leenen of hem te beloonen, omdat hij dit te
voren had gedaan.
De rechtbank overwoog voorts, dat er even
min eenig direct verband kan worden gelegd
tusschen het tijdstip waarop de verblijfsver
gunningen door verdachte zijn verleend en het
tijdstip, waarop hem de verschillende bedragen
zijn ter hand gesteld; dat, wat er ook zij van
de gelden, die verdachte in 1938 van een zeke
ren Nikon heeft ontvangen, daaraan in elk ge
val geen bewijs kan worden ontleend voor het
oogmerk, dat Bongartz bij het ter hand stellen
van voormelde bedragen heeft gehad.
De rechtbank was van oordeel, dat niet is be
wezen, dat verdachte het hem ten laste gelegde
heeft begaan, zoodat hij daarvan behoorde te
worden vrijgesproken.
De piocureur-genaraal nschte in rijn requisi
toir vernietiging van het vrijsprekend vonnis
van de rechtbank en veroordeeling van ver
dachte tot een maand gevangenisstraf
Verd. verdedigde zich zelf en achtte zich on
schuldig.
Uitspraak 7 Maart
De .Rietvink" van de K. L. M. vloog Donder,
dag driemaal van Eelde naar Ameland en
terug.
Tien personen vlogen van den vasten wal
naar het eiland cn in omgekeerde richting
werden 45 passagiers, voor het meerendeel
militairen, vervoerd. Ook een hoeveelheid post
werd overgebracht.
Thans wordt overwogen, een marine-vaartuig
naar Ameland te sturen, doch het is de vraag,
of dit Plan kan worden uitgevoerd, aangezien
er alleen ten noorden van Nes een kleine
ijsvrije plek is. De Waddenzee vormt nog één
ijsvlakte en het Ame'andsche Gat vertoont nog
weinig openingen. Indien de dooi niet met
harden wind gepaard gaat, zal aan den tegen-
woordigen toestand voorloopig nog geen
einde komen
Bij K.B. is met ingang van 1 Maart 1940
aan den weleerw. heer H. A. Dubber, op zijn
verzoek, eervol ontslag verleend als hulp-aal
moezenier voor den tijd van oorlog bij het leger
te velde.
Benoemd tot hulpaalmoezenier voor den tijd
van oorlog bij het leger te velde de weleerw.
heer M. G. M. Jans.
Benoemd tot ridder in de orde van Oranje-
Nassau: L. R. Wentholt, oud-burgemeester der
gemeente Gorssel.
Tijdelijk benoemd en aangesteld Dij het re
serve-personeel der landmacht, bij het wapen
der militaire luchtvaart, ter nadere indeeling
door of vanwege den minister van Defensie, tot
reserve-majoor, de gep. luitenant-kolonel der
infanterie H. M. Lu te ij n, van het Kon. Neder-
landsch-Indische leger.
Met 21 Febr. is aan den luitenant-kolonel
W. A. de Bruijn. van het wapen der infan
terie, op verzoek eervol ontslag verleend.
Ï7
En toen beleefde Hernandez zijn tweede sen-
toie. De wrakke en steunende auto, die in den
toddag naar Veraz was teruggekeerd, passeerde
°derom de herberg, temidden van witte stof-
°lken. De schemering was reeds ingevallen,
jVtor in ae halve duisternis waren nog duide-
0 de omtrekken van twee gevangenen en
Wee bewakers met donkere geweersilhouetten
onderscheiden.
v E>e bevolking dromde samen om den ingang
j to (Je calabozo. Twee Americano's werden uit
„et voertuig gehaald en binnengebracht. Hun
t,e§ was dezelfde als die van twee andere Ame-
qtonq's, enkele uren tevoren, doch dat wisten
toe Americano's niet.
w"2al een waar feest worden, Hemingway!"
«tokte Peter op, toen zij na den langen rit door
1 namiddaghitte van stoffige landwegen de
to® en donkere gang binnenstapten.
„We zijn een paar overhaaste ezels geweest;
als we eerst goed uit onze doppen hadden ge
keken wie er in die sloep van de New Orleans
zaten, was dit niet gebeurd. Ik wist waarachtig
niet, hoe ik het had toen die douaniers te voor
schijn kwamen en met geweren begonnen te
schieten! Maar erg is het niet, ik vraag me al
leen af, wat er van die twee verduivelde boe
ven uit die boot is geworden? Als die maar er
gens langs de kust in het een of ander cachot
zitten, net als wij, is het niet erg, maar als ze
vrij rondloopen met dat papier en wij zitten
vast is het erger."
„Clim is er ook nog!" troostte Peter hem, „en
die blijft aan Morescu hangen als een klit!,"
Een van hun begeleiders klopte op een deur,
een deur aan de linkerzijde. Er volgde geen
antwoord. Hij klopte nog eens, zonder resultaat.
Dan trok hij zijn revolver en bonsde met de
kolf op de deur, dat de calabozo ervan dreunde.
Twee stukken kalk vielen van het plafond.
„Capitan!" schreeuwde hij, Capitan!!"
„Wat is er, voor den duivel?" bromde een
slaperige stem. „Kom binnen"
De douanier trad binnen, maar hij scheen
door eerder opgedane ervaringen wijs geworden
te-zijn, want hij liet de deur half openstaan en
hield haar met zijn rechterhand vast, gereed
om weg te duiken.
„Wat is er nu weer?" brulde El Capitan.
Peter boog zich een eindje opzij en zag door
de openstaande deur een donkeren, zwaar ge
bouwden man, gekleed in een witte militaire
broek, ontzettend vuile laarzen, en een shirt,
dat aan den -hals openstond. De vuile laarzen,
overigens zeer ongewoon voor 'n Mexicaan, die
steeds alles blinkend in orde houdt, lagen op
het blad van de tafel vóór hem; aan spijkers,
boven zijn hoofd in den muur geslagen, hingen
zijn uniformjas, revolver en pet.
Het vertrek werd flauw verlicht door drie
petroleumlampen, die zacht wiegelden aan hun
haken in het plafond.
„Ik heb twee Americano's gearresteerd, senor
Capitan, die
El senor Capitan brieschte:
„Ben je nou heelemaal gek geworden, moet
je me daarvoor komen storen nadat ik den ge-
heelen nacht door aan het werk ben geweest?
Ik heb hard rust noodig, besef je dat niet?"
„Si, si," verzekerde de douanier haastig,
.maar deze Americano's zijn vanavond gearres
teerd, ze
Het was één enkele seconde stil, dan zweeg
de spreker, daar El Capitan de armleuningen
van zijn stoel omklemde en zich langzaam en
dreigend ophief:
„Pedro!" zei hij, „wil je me vertellen dat je
me, bij den huidigen stand van zaken, met
wéér nieuwe gevangenen komt lastig vallen?
Denk je voor den duivel, dat het hier een mo
delgevangenis is of een soort Sing Sing met
onbeperkte logeergelegenheid?"
Hij wees naar de deur en Pedro vlood.
„Stop ze in de eenige cel die we hebben" tier
de El Capitan, „daar hebben ze tenminste ge
zelschap en val me de eerste vier en twintig
uur niet lastig met nieuwe aanwinsten voor
deze menagerie. Vamoose! Pronto!"
ter zich liet open staan en terwijl hij zich met
Hemingway en Peter haastig verwijderd, ver
volgde de verontwaardigde stem van El Capi
tan hen
„Twee Americano's.... hij lijkt waarachtig
wel stapel krankzinnig om de heele Amerikaan-
sche kolonie van Mexico hierheen te sleepen.
Nog één arrestant en de heele gevangenis barst
uit elkaar! Pedro!.... Pedro, doe de deur dicht,
luie hond! Pedro, hoor je niet! Ik zal het je in
peperen.... ik
De rest van zijn redevoering ging verloren,
daar Pedro zich ijlings terugspoedde en de deur
sloot teneinde zijn uitbrander niet aan het hal
ve gehucht bekend te doen worden.
De tweede douanier nam de taak van Pedro
over en leidde de gevangenen verder de gang in
tot zij aan een met ijzer beslagen, houten deur
kwamen. Met veel sleutelgeknars ging de deur
open en toonde .een wijde ruimte, flauw ver
licht door het schijnsel van, de maan, dat naar
binnen viel door een groot getralied raam in
het midden van den zolder.
„Je mag van geluk spreken!" zei de douane
beambte in niet al te best Amerikaansch, toen
hij hen liet binnentreden. drier zijn stoelen en
een tafel en een ton water en kranten; ik heb
't wel eens beroerder gezien."
„Ik ook," stelde Peter hem gerust, „zeg eens,
wat bedoelde die brullende baas van jou, toen
hij zei, dat we hier- gezelschap zouden vinden?
Vlooien?"
De cipier schudde het hoofd en trok zich
veiligheidshalve tot in de deuropening terug,
zijn hand op de kolf van zijn revolver.
„Neen, senor," zei hij, „er zijn hier geen
vlooien niet meer. Deze calabozo heeft jaren
leeg gestaan. Waar geen menschen zijn, ver
dwijnen vlooien. Neen, daarbinnen zijn twee
menschen. Landgenooten. Americano's. Ja!"
Peter opende zijn mond om iets te zeggen,
maar vergat het en staarde Hemingway aan.
Een plotseling voor zijn geestesoog verschijnen
de mogelijkheid vervulde hem met woeste
vreugde.
„Ssst, Hemingway!" fluisterde hij, „twee Ame
rikanen!"
Hij keerde zich plotseling tot den cipier, die
haastig een pas achteruit deed en zijn revolver
trok.
„Doe dat pistool weg, ouwe jongen!" zei Pe
ter op een fluistertoon, „ik zou niet uit deze
calabozo van jullie weg willen al kreeg ik geld
toe.... die twee senores, die hier binnen zijn.,
wanneer zijn die gearresteerd, hè? Zijn die ge
pakt buiten, op zee, in een motorboot? Van
morgen, ja?"
De beambte begreep plotseling wat hij weten
wilde en knikte heftig:
„Si, si, senorsi si!"
„Gracias, muy gracias!" zei Peter, hopende
dat zijn Spaansch hem niet voor eeuwig in de
oogen van den cipier zou degradeeren tot een
volkomen raaskallen Hij pakte Hemingway's
arm en voerde op zijn teenen een geruischloo-
zen rondedans uit in de plek maanlicht in het
midden van het vertrek.
„Hemingway!" zei Peter, „Hemingway
heb je ooit zooiets meegemaakt? We vallen een
boot met douaniers er in aan, worden ingere
kend en dan worden we in precies hetzelfde
cachot gestopt als de lui die we moeten heb
ben. O, Hemingwayals we ze niet bij zons
opgang kunnen afrossen, dan maar bij maan
licht, maar afrossen zullen we ze!Luister!
Slapen ze nog?"
Het slot van de deur ging krijschend dicht,
voetstappen verwijderden zich, haastige voet
stappen van een cipier, die graag zooveel moge
lijk stevige deuren tusschen zichzelf en een in
het maanlicht dansenden krankzinnige had.
Het werd stil en in die stilte hoorden Heming
way en Peter, ingespannen luisterend, uil de
verte alleen brokstukken van El Capitan's rede
voering tegen Pedro, en uit de duisternis bij
den wand het zware ademhalen van twee ver
moeide slapers, af cn toe onderbroken door een
plotselingen snurk.
VIJFTIENDE HOOFDSTUK
Waarin Clim de kluts volkomen kwijt raakt
dim's humeur was slecht en werd steeds
slechter naarmate de wind, die door het dunne
linnen van zijn jasje heen woei, killer werd, en
zijn honger intenser.
De auto reed met gelijkmatig brommenden
motor door de snel ingevallen duisternis over
den smallen bochtigen weg, die van Tampico
naar het binnenland voerde. Er gebeurde totaal
niets opwindends. De man aan het stuur reed
(Wordt vervolgd)