Van den cost en de baet Rond de ordening Steekpenning of belooning EN WOESTIJN RAAKT ZOEK GEVAARLIJKE BEWEGING Nationaal-socialïstische blunders VRIJDAG 23 FEBRUARI 1940 OVERZICHT TWEEDE KAMER Het gezegde, waar onze voorva deren het heele geheim van hun wel vaart in uitdrukten, het gezegde, dat „de cost voor de baet uitgaet", vindt in theorie bij alle leden van ons parlement instemming, doch er zijn er verscheidenen, die mee- nen, dat de Indische regeering een politiek voert, waarin ofwel de cost permanent voor de baet uitloopt en door deze nooit wordt achterhaald,, ofwel de cost niet voor de baet uit gaat omdat men hem door een te vlotte leening-politiek juist ver schuift naar een moment, waarop de baet eigenlijk al behoort te ko men. OVERZICHT EERSTE KAMER Minister Bolkestein Hij hoopt spoedig zijn werkzaam' heden te hervatten HET IJS IN KANALEN EN RIVIEREN AGENDA TWEEDE KAMER Verbindendverklaring C. A. O. bouwbedrijf Zwijndrecht zet zich schrap Tegen Dordtsche annexatie- bedreiging BESPREKINGEN IN DEN VOLKSRAAD VERNIEUWING SLACHTHUIS TE ROTTERDAM Lid adviescommissie oorlogs- molestrisico KEURING VAN ZAAIZAAD De IJsbeer'' vordert slechts langzaam Moeilijk ijsbreken in het Noord- Hollandsch Kanaal IJsbrekers naar den Rijn BESLUITEN VAN DEN VOLKSRAAD 's Lands Plantentuin PLAATSELIJK BUREAUHOU DER VOEDSELVOORZIENING Oud-burgemeester van Dinxperloo staat in hooger beroep terecht De Rietvink" vloog driemaal naar Ameland HULPAALMOEZENIERS UIT DE STAATSCOURANT Onderscheiding Defensie FEUILLETON DOOR WILLY WATERMAN *tottiingway bromde: Pedro verdween zóó snel, dat hjj de deur ach (Van onzen parlementairen redacteur) DEN HAAG, 22 Februari 1940. Degenen, die deze opvatting over het fi nancieel beleid van de Indische regeering zijn toegedaan, vinden, dat het hoog tijd wordt °fwel de cost een weinig te verminderen het woord „pensioenkorting" viel daarbij, zij het alléén in de schriftelijke stukken of- Wel iets meer van de baet te gaan realiseeren, he tegenwoordige generatie voor den vollen cost to doen opkomen. In de richting van versobe ring pleitte eergisteren de heer Slotemaker de Bruine (C. H.). In de richting van belasting- torhooging vandaag de heer Wagenaar (A. R.), hie een beroep deed op 's ministers homogeniteit biet de politiek van het kabinet dat in Ne derland ook de middelen wel weet te vinden een niet-sluitend budget sluitend te ma ken. Zoo de heer, zoo de knecht, zei de heer Hagenaar. Wanneer wij in Nederland staats- Eeld uitgeven, zorgt de minister van Financiën Wel dat de rekening wordt gepresenteerd aan de belastingbetalers. Dat is onverbiddelijke consequentie. En daar moet de Indische regee. ring óók aan. Of anders bezuinigen! De heer Teulings, de financieele specialist Van de katholieke fractie, heeft zich in een ernstig doorwrocht betoog tegen deze wijze Van sensationeele.wanhoopss'temmingen.wekken Verzet. Bezuinigen, best, maar zeg er dan bij waarop. Geen van de financieele saneer ders wil de uitgaven voor de defensie, die met 90 pet. stegen, terugdringen. Geen wil de uitgaven voor rente en aflossing van de staatsschuld verminderen. Geen ook de anti-rcvolutionnaire heeren Meyerink en Wagenaar niet acht de uitgaven voor onderwijs, kolonisatie en andere vormen van welvaartsbevorclering te hoog. Deze zijn trouwens héél geleidelijk gestegen van 60.5 inillioen in 1936 op 68.5 millioen in 1937, 84.5 millioen in 1938, 91.- millioen in 1939, I en 96.3 millioen in 1940. Dat tempo gaat de perken volstrekt niet te buiten. Het zou zelfs nog wel iets snel ler kunnen. Buiten deze drie posten ech ter blijven er maar drie categorieën uit gaven over: het bestuur, de rechtspraak Sn de pensioenen. Aan de laatste dorst zelfs de heer Wa genaar niet te raken en de heer Joekcs (V. D.) protesteerde reeds bij voorbaat te gen het uitspreken van de gedachte eener pensioenkorting. Het bestuur en de rech terlijke macht waren in de aanpassings- periode tot ontoelaatbaren omvang ineen geschrompeld. Waar dan bezuinigen? Minder naar de toekomst verschuiven dan, •heer belastingen heffenU Wordt er dan zooveel haar de toekomst verschoven, vroeg mr. Teu- üngs? De staatsschuld steeg van 1 Jan. 1939 tot 1 Jan. 1940 van 1.368 millioen op 1372 mil joen, dus op een totaal van bijna anderhalf toilliard met zegge en schrijve 4 millioen! En zijn er geen andere middelen te vinden? Mr.. Joekes wees op den in Nederland voorge leiden maatregel eener herwaardeering van hen goudvoorraad. Indië heeft óók een goud- voorraad. Wel niet zoo groot als die van de Nederlandsche Bank, maar daar zou toch in hrincipe eenzelfde maatregel mogelijk zijn, daardoor eenige millioenen konden worden ge- tonden. Kortom voor paniekstemming is geen enkele aanleiding. De regeering past nog steeds op gezonde Wijze het beginsel toe, dat de cost voor de baet hitgaat. Ten derden male: moet de Nederlandsche •togeering het tempo versnellen van Indië's op- tong naar zelfbestuur? Moet zij gevolg geven ton de leuze van de Federatie der Indonesische Politieke Partijen een leus, die den heer toekes herinnerde aan zekere buitenlandsche toigzinnen „Een volk, één taal, één volwaar- big parlement"? Geen sprake van, vond de vrijzinnig-democratische fractieleider en hij keurde het optreden vah deze inlandsche lei ders scherp af. Om aanstonds op den heer Kupers (S.D.A.P.) te botsen, die met veel omhaal van feiten en feitjes en héél kleine pietluttigheden, trachtte te bewijzen, dat de politie in Indië ondeskundig optreedt tegen sprekers op politieke en vak- vereenigingsvergaderingen en zoodoende de vrij heid van vereeniging en vergadering tot een doode letter maakt. Toen ik dit hoorde, dacht ik, eerlijk gezegd, dat ik een paar bladzijden uit de Handelingen van den Volksraad las, antwoordde later minis ter Weiter. Daar worden ook telkens van die misschien wel diezelfde voorbeelden van politioneel optreden gegeven. Wel te verstaan, de leden hebben dergelijke gevallen dan van anderen gehoord, die het ook weer van ande ren hebben en zoo komen die verhalen soms geheel verminkt en verdraaid in den Volksraad enkele maanden nadat zich het betrokken ge val heeft voorgedaan. Op een moment dus, dat men slechts met groote moeite precies kan na gaan hoe zich de zaak precies voordeed en in welk raam de door de politie gewraakte uit drukkingen werdengebezigd. Het onderzoek wees echter wèl in verreweg de meeste gevallen uit, dat de politie niet ten onrechte ingreep en wanneer dit een enkele maal wèl het geval bleek werd de zaak gecor rigeerd. Zoowel de minister als het Indische gouvernement dragen echter de overtuiging, dat aan de uitoefening van het recht vereeni ging en vergadering geen belemmeringen in den weg mogen worden gelegd zoolang die uitoefening binnen ordelijke banen blijft en de grens van het toelaatbare niet gelijk nog al eens gebeurt overschrijdt. En passant sprak de minister ook over de gestie dergenen, die in den Volksraad eens klaps Maleisch spraken. Het gaat daarbij in derdaad gelijk de heer Slotemaker de Bruine opmerkte niet om menschen, die het Neder- landsch niet machtig zijn, doch "om menschen, die in het Nederlandsch met het grootste ge mak voor de vuist weg een rede houden doch een Maleische redeangstvallig van het pa pier moeten aflezen om zich niet te vergissen. In zulke omstandigheden wordt het gebruik van het Maleisch een demonstratie. Bovendien in strijd met het belang van Indië, want deze Maleische redevoeringen worden minder aan hoord en minder gelezen. De minister moést zélf erkennen: ik lees de Handelingen van den Volksraad trouw, doch wanneer ik daarin een rede in het Maleisch aantref sla ik haar over, dat kost mij te veel tijd. De minister is dus reeds aan het woord ge komen. Hij heeft eenige kleine kwesties af gehandeld om de drie groote punten, het fi nancieele, het economische en het politieke be leid Dinsdag te bespreken. (Van onzen parlementairen redacteur). DEN HAAG. 22 Februari 1940. „Nederland raakt in een toestand waarin het volk werkloos, de Regee ring willoos, en het land weerloos is!" „Dat lijkt op landverraad!" „Het vergaan van de Simon Bo livar heeft Twenthe met den ka- toenvoorraad achterop gebracht!" „Ge weet er niets van: Twenthe heeft op het oogenblik 10 millioen kub. meter meer katoen dan nor maal in voorraad ende Simon Bolivar verging niet op de thuis reis, doch op de uitreis!" „Ge hebt misschien gelezen in „Volk en Vaderland", mijnheer de voorzitter „Neen, dat ding lees ik niet!" Dat alles is uit een rede van den nationaal- socialistischen afgevaardigde Von und zu Bön- ninghausen een naam, die door minder vriendelijke tegenstanders van de N.S.B. wel eens vrijelijk vertaald wordt als „Beunhaas". H;j maakte het ditmaal bij de behandeling van Economische Zaken dan ook aardig bont. Tot driemaal toe werd hij op zijn nummer gezet. Eerst door verscheidene Senatoren, die hem van landverraad beschuldigden. Toen door den president, die zijn kennelijke minachting hij kan zoo verachtend kijken! voor Vova aan den dag legde. En tenslotte door den heer Blom- jous (R.K.), die de Eerste Kamer hartelijk deed lachen om 's heeren von Bönninghausens blun der over de Simon Bolivar. De heer von Bönninghausen kan zich echter troosten. Hij was niet de eenige, die bij deze debatten den wind van voren kreeg. De heer Heldring (Lib.) werd door den heer Bruineman (R.K.) onder handen genomen. Over de wijze waarop hij terugkwam op de interruptie van den heer Bruineman: „Hebt u niets concretere te zeggen" een interruptie, die verleden week geplaatst werd toen de heer Heldring zich aan allerlei ontboezemingen over versobering en be zuiniging te buiten ging, zonder één concrete bezuinigingsmogelijkheid te noemen. Dat was mijn taak ook niet, redeneerde de heer Heldring nu. Ik hoef tenslotte de duizenden posten van de begrooting niet na te gaan, maar dat er wat af kan staat voor mij vast. Hadden de amb tenaren maar wat meer bedrijfservaring mi nister Steenberghe heeft dat in de oogen van den heer Heldring zeker óók niet? dan zou den zij wel mogelijkheden vinden om den buik riem dichter aan te halen. Praat u niet zoo theatraal, antwoordde de heer Bruineman. Bij u zelf zal van een nauwer toehalen van den buikriem geen sprake zijn! Tragischvoor anderen' Versobering eischen.... van anderen! Gemakkelijk! Een betoog in eenigszins grooten stijl leverde de heer Diepenhorst (A.R.) die het ordenings- streven van drie verschillende groepen onder de loupe nam. Dat van de Katholieken, van de Protestanten en van de Sociaal-democraten. Het eerste en het laatste staan op eenigen afstand van elkaar. De sociaal-democraten verwachten nog altijd veel te veel van den Staat, de Katho lieken huldigen het Subsidiariteitsprincipe, dat den Staat juist een deel van zijn taak wil af nemen ten gunste van de lagere organen. Nu heeft Dr. Colijn wel gezegd, dat de Katholieken te veel naar den Staat keken, maar, zei prof. Diepenhorst, dat was maar een indruk van Dr. Colijn. Hij had een heel anderen indruk. Naar zijn overtuiging staan protestanten en katho lieken in hun ordeningsdenkbeelden dicht bij elkaar, veel dichter dan sociaal-democraten en katholieken. Daar waren er onder de sociaal-democraten, die het schrikbeeld van de coalitie zagen na deren. Brrr! (Van onzen Haagschen redacteur) Naar wij vernemen houdt de verbetering in den toestand van minister Bolkestein aan. Hij heeft in een schrijven aan den minister president reeds medegedeeld, dat hij zijn werk zaamheden ten departemente spoedig hoopt te hervatten. Ook Donderdag is in den toestand van 't fjs in de wateren en rivieren nog weinig verande ring gekomen. Op de Eems bij Delfzijl is de vaart mogelijk geworden door een geul, welke daar is open gebroken. De Waddenzee is bij Harlingen thans bevaarbaar voor krachtige stoom- en motor schepen en bij Kornwerderzand mede voor schepen met geringer vermogen, al ondervinden deze daar wel hinder. De Lek is bij Krimpen bevaarbaar voor stoom- en motorschepen met gering vermogen, de scheepvaartmogelijkheid op de Beneden-Merwede bij Dordrecht wordt in stand gehouden door ijsbrekers. In het Heusdensche kanaal bij Heusden is de scheepvaart niet meer belemmerd voor stoom- en motorschepen, terwijl het Juliana- kanaal bij Maastricht en de Maas bij Maas tricht voor alle scheepvaart bevaarbaar zijn geworden, omdat de rivier thans geheel ijsvrij is. De stuwen in de Maas zijn (behalve Sam- beek) gesloten. De vaart zal vermoedelijk Vrij dag weer op de geheele Maas mogelijk zijn. De Bovenrijn is nog vast, Keulen meldt 158 c.m. was, Lobith slechts 2 c.m. De Waal is vast tot 1 km. boven Hien, terwijl het breken wordt voortgezet. Beneden Hien is de rivier blank. Op de Boven- en Nieuwe Merwede is een 5 twee tienden drijfijs. De Beneden-Merwede is vast, de Noord is open. Op de Oude Maas wordt gebroken. De Nederrijn is vast tot Culemborg en daar beneden is de rivier blank. Tot Schoonhoven een tiende en bij Krimpen twee vijfden drijfijs De Geldersche IJssel is nog vast. De voorzitter van de Tweede Kamer neefl medegedeeld, dat het in zijn bedoeling ligt as. Dinsdag aan de Kamer voor te stellen, tegen Woensdag 28 dezer, bij den aanvang der verga dering, aan de orde te stellen de behandeling van de wetsontwerpen, houdende voorloopige voorziening ten aanzien van de waardebepaling van den voorraad gouden munt en gouden munt- materiaal van de Nederlandsche Bank en re geling van de gevolgen dier voorziening, en tot instelling van een Leeningsfonds, indien om trent deze wetsontwerpen eindverslag zal zijn uitgebracht. De bedrijfsraad voor het bouwbedrijf heeft ingediend een verzoek tot verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsover eenkomsten voor het bouwbedrijf (burgerlijke en utiliteitsbouw; water-, spoor- en wegen bouw). Bezwaren tegen inwilliging van bedoeld verzoek kunnen schriftelijk worden ingebracht bjj den minister van Sociale Zaken vóór of op 12 Maart 1940. Zwijndrecht heeft zich door den aanleg van een industriehaven de verbolgenheid op den hals gehaald van de tegenover haar liggende zuster-gemeente Dordrecht, waar eenigen van oordeel zijn dat aldus profijt wordt getrokken van den waterweg naar zee, waarvoor Dordrecht zich vele kosten heeft getroost. Aan deze gevoelens gaf de burgemeester van Dordrecht, de heer J. Bleeker, uiting bij de behandeling der Dordtsche gemeente- begrooting. Moch de concurrentie zich zoodanig doen gevoelen dat Dordrecht daar merkbaar schade van zou ondervinden, dan, zoo zeide de Dordt sche magistraat in zijn begrootingsrede, kou in het streekplan wel eens een middel gevonden worden Zwijndrecht te annexeeren. Deze uitlating werd in Zwijndrecht heel druk en niet bijster vriendelijk besproken, zij het dan tot nu toe nog steeds onofficieel. Thans echter zijn B. en W. van Zwijndrecht daarop in de schriftelijke beantwoording van het voorloopig onderzoek der begrooting tamelijk breedvoerig ingegaan. Zij beweren dat Zwijndrecht het volste recht en den plicht had zich te voorzien van de eco nomische hulpmiddelen, die voor den bloei in het gemeentelijk leven noodig zijn. In het streekplan zien zij, in tegenstelling met B. en W. van Dordrecht, juist een bevei liging van het eigen gemeentelijk bestaan, dat zij gaarne onaangetast zouden willen blijven behouden. De wijziging van de Gemeentewet van 1931 geeft naar hun meening den voorstanders van annexatie een middel dat zij „uit den tijd" noemen veel minder kans op verwezenlijking van aspiraties in die richting dan B. en W. van Dordrecht daar blijkbaar uit meenden te kun nen distilleeren. B. en W. van Zwijndrecht verklaren zich be reid tot de grootst mogelijke samenwerking, doch zij merken op, dat van de zijde van Dord recht geen enkele poging om tot een nauwere samenwerking is geraken, is uitgegaan. Zij betreuren het, dat in de bespreking van de belangen van beide gemeenten bet woord annexatie is ingeslopen en verzekeren den Raad hunnèr gemeente en via dezen de burgerij, dat annexatie niet behoeft te worden geducht. BATAVIA, 21 Febr. (Aneta) De Volksraad behandelde Woensdag in eersten termijn de ontwerp-ordonnantie tot instelling van een groepsgemeenschap Palembang en andere bijbe- hoorende ordonnanties. De heer VERBOOM (Vad. Club) kondigde een eventueel amendement aan, in verband met de opname van de stadsgemeente Palembang in de groepsgemeenschap, waartegen zijn fractie nog steeds bezwaren heeft. De regeeringsgemachtigde voor Algemeene Zaken, dr. LEVELT, beantwoordde hierna de opmerkingen, gemaakt bij de behandeling in tweeden termijn van het wetsontwerp inzake wijziging van enkele artikelen van de Indische Staatsregeling. Hij handhaafde het standpunt van de regeering geheel en wees er op, dat van een intentie van de regeering, om den Volks raad te bevoogden,- geen sprake is. De Volksraad nam verder zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aan de aanvullings- begrooting voor het departement van Verkeer en Waterstaat ten behoeve van den bouw van en kele nieuwe schoolgebouwen e.d., zoomede den aanleg van verschillende Waterstaatswerken ook ten behoeve /van de kolonisatiegebieden op Su matra. Ten slotte werd na eenige discussie aangeno men een aanvuliingsbegrooting voor het depar tement van Binnenlandsch Bestuur, waarbij o.a. een bedrag van f 45.000 wordt gevraagd voor kampongverbetering te Palembang en te Padang. De gemeenteraad van Rotterdam heeft be sloten tot vernieuwing van het openbaar slacht huis aan de Boezemstraat. Er zullen vier slachthallen komen: voor run deren en paarden met een capaciteit van 700 slachtingen per dag, voor kalveren met 3100 slachtingen, voor varkens met 1000 slachtingen en voor schapen met 2000 slachtingen per dag. De nevenbedrijven zullen van de hallen wor den gescheiden. De vernieuwing zal geleidelijk geschieden, daar het nieuwe bedrijf op de plaats van het oude komt en dit in bedrijf moet blijven. De raming der kosten was in Maart 1939 vijf millioen gulden, de huidige is niet bekend. Als lid van de commissie van advies in zake het oorlogsmolestrisieo van particuliere eigen dommen is toegevoegd de heer N. Arkema, di recteur van de vereeniging van Nederlandsche gemeenten. Het R.K. lid der Tweede Kamer, Droesen, heeft aan den minister van Economische Zaken gevraagd, of hij bereid is, mede te deelen, ten gevolge waarvan de pogingen van de commis- sie-Rutgers, om eenheid in de keuring van zaaizaad te brengen, mislukt zijn, waardoor de in 1932 tot stand gebrachte eenheid in de keuring van landbouwgewassen verloren dreigt te gaan en of hij een regeling wil overwegen, waarbij de keuring in handen wordt gelegd van het er bjj betrokken bedrijfsleven en waarbij met name den gebruikers van zaaizaad een be hoorlijke invloed wordt toegekend. De ijsbreker „IJsbeer" van de Amsterdam- sche Vereeniging voor Scheepvaart/belangen is Donderdag begonnen met het breken van het Üs in het Noord-Hollandsch Kanaal. Aanvan kelijk zou de „IJsbeer" Donderdagochtend 7 uur van de Wiliemssluizen vertrekken, doch in ver band met een defect aan de stuurinrichting, kan de tocht pas des middags 1 uur worden begonnen. Het werk verliep niet zoo voorspoedig als men zich had voorgesteld. De gemicdelde dikte van het ijs bedroeg 40 tot 45 c.m„ waardoor men per uur slechts 600 meter opschoot. De „IJsbeer" bereikte eerst om 4 uur Buiksloot. Donderdagavond 7 uur was de ijsbreker het Schouw, gelegen op ongeveer A% K.M. van Amsterdam, genaderd. De „IJsbeer" wordt gevolgd door de sleep boot „Schokland", welke te Purmerend eenige schepen van de Koninklijke Shell zal ophalen. De „Schokland" is met een ijsploeg uitge rust. Ook in het begin van Januari heeft de „IJsbeer" het ijs van Amsterdam naar Den Helder en terug gebroken. De tocht duurde toen in totaal 28 uur. Het laat zich aanzien, cat de „IJsbeer" er thans, in verband met het zware ys, veel langer ovqr zal doen. Hedennacht zijn de ijsbrekers „Wilhelmina Goedkoop" en „Daniël Goedkoop" over het Merwedekanaal naar Culemborg vertrokken, om vandaar af een poging te doen het ijs op den Rijn in de richting Arnhem te breken. Het voorloopig einddoel van den ocht is Rheden. De „Daniël Goedkoop" heeft Donderdag het ijs in de nieuwe en oude ha,-en te Zaandam stukgevaren. BATAVIA, 22 Febr. (Aneta). Omtrent het debat in den Volksraad bij de behandeling van het ontwerp inzake het heffen van een oorlogs winstbelasting kan nog worden opgemerkt, dat de heer De Villeneuve (Econ. Groep) met be trekking tot het percentage van de heffing ver klaarde, dat hij 35 procent, bezien in het licht van een dreigende toekomst voor de bedrijven, terwijl de financieele positie van het land ook niet rooskleurig zal zijn, wel hoog achtte, of schoon hij er zich wel mede kon vereenigen. De Volksraad adviseerde gunstig inzake het ontwerp voor een algemeenen maatregel van bestuur tot herziening van de regelen voor het beheer, enz. betreffende de Indische Pensioen fondsen, nadat de heeren Leunissen (I.E.V.) en Kan (Chung Hua Hui) een pleidooi hadden ge houden voor de vestiging der directie in Ned.- Indië. Hiertegen voerde de regeeringsgemach tigde aan, dat het actieve bedrijf in Nederland is gevestigd, zoodat de directie ook daar be hoort te zijn gevestigd. De Volksraad adviseerde eveneens, zonder discussie, gunstig inzake het wetsontweip tot nadere wijziging van de wet betreffende de op richting van pensioenfondsen, waardoor de ter minologie wordt aangepast aan de thans ge bruikelijke. BATAVIA, 22 Febr. (Aneta). In de memorie van antwoord inzake de Aanvuliingsbegrooting van het Departement van Economische Zaken betreffende de reorganisatie van 's Lands Plan tentuin te Buitenzorg verklaart de regeering o.a., dat de indiening der voorstellen in den vorm van een aanvullende begrooting verband houdt met de omstandigheid, dat prof. Baas Becking zich voor de leiding beschikbaar kan stellen, indien thans over het schema wordt beslist. Een uitstel van zes tot tien maanden zou voor den betrokkene, evenals voor de Leid- sche Universiteit, een te lange tijd van onzeker heid en afwachting zijn. De financieele consequenties zijn uiteraard zorgvuldig overwogen. De regeering acht de uit gaven geheel verantwoord. Bemoeienis met het particuliere bedrijfsleven wordt met deze voorstellen in geen enkel op zicht beoogd. Samenwerking met de particuliere proefstations is geheel gedacht als vrijwillig verleende en aanvaarde hulp over en weer. De uitgifte van „Flora Malesiana" is van fun- damenteele beteekenis voor de wetenschappe lijke beschrijving van de flora van Ned.-Indiëen behoeft een herziening van het standaardwerk van Heyne „Nuttige planten in Nederlandsch- Indië" niet in den weg te staan. Tot plaatselijk bureauhouder voor de voedsel voorziening is met ingang van den dag van in functie treden benoemd de heer C. van Splun- ter, te Middenmeer. Donderdagmorgen diende in hooger be roep voor het gerechtshof van Arnhem de zaak van den oud-burgemeester van Dinx perloo, mr. H. J. V., oud 64 jaar, die bij von nis van de arr. rechtbank van Arnhem d.d. 24 October 1939 was vrijgesproken van het hem ten laste gelegde feit: in hoedanig heid van burgemeester een gift in ontvangst nemen, wetende, dat die gift hem werd ge daan, teneinde hem te be we,, en om in strijd met zijn plicht en bediening aan Duitsche vluchtelingen voorloopige verblijfsvergunning te verleenen. De officier van justitie bij-de rechtbank heeft tegen dit vrijsprekend vonnis appèl aaneetee- kend. Ter oriëntatie van onze lezers ontleenen wij hier aan de overwegingen van het -vrijsprekend vonnis van de rechtbank het navolgende: Wat het meermalen ontvangen van bedragen in geld betreft van den getuige W. Bongartz tot een gezamenlijk bedrag van f 90 a f 100 heeft verdachte ontkend, dat hij zou hebben geweten, dat zij hem ter hand werden gesteld om hem te bewegen aan Duitsche vluchtelingen voorloopige verblijfsvergunningen te verleenen Hij had die bedragen opgevat als een belooning voor hetgeen hij ten behoeve van eenige Jood- sche vluchtelingen had gedaan. De rechtbank achtte deze opvatting voor het bewijs van het aan verdachte ten laste gelegde niet beslissend. De rechtbank overwoog dat ter terechtzitting geen feiten zijn gebleken, die de conclusie wettigen, dat Bongartz ondanks zijn verklaring bij het ter hand stellen van de be dragen de bedoeling heft gehad vluchtelin gen een voorloopige verblijfsvergunning te ver leenen of hem te beloonen, omdat hij dit te voren had gedaan. De rechtbank overwoog voorts, dat er even min eenig direct verband kan worden gelegd tusschen het tijdstip waarop de verblijfsver gunningen door verdachte zijn verleend en het tijdstip, waarop hem de verschillende bedragen zijn ter hand gesteld; dat, wat er ook zij van de gelden, die verdachte in 1938 van een zeke ren Nikon heeft ontvangen, daaraan in elk ge val geen bewijs kan worden ontleend voor het oogmerk, dat Bongartz bij het ter hand stellen van voormelde bedragen heeft gehad. De rechtbank was van oordeel, dat niet is be wezen, dat verdachte het hem ten laste gelegde heeft begaan, zoodat hij daarvan behoorde te worden vrijgesproken. De piocureur-genaraal nschte in rijn requisi toir vernietiging van het vrijsprekend vonnis van de rechtbank en veroordeeling van ver dachte tot een maand gevangenisstraf Verd. verdedigde zich zelf en achtte zich on schuldig. Uitspraak 7 Maart De .Rietvink" van de K. L. M. vloog Donder, dag driemaal van Eelde naar Ameland en terug. Tien personen vlogen van den vasten wal naar het eiland cn in omgekeerde richting werden 45 passagiers, voor het meerendeel militairen, vervoerd. Ook een hoeveelheid post werd overgebracht. Thans wordt overwogen, een marine-vaartuig naar Ameland te sturen, doch het is de vraag, of dit Plan kan worden uitgevoerd, aangezien er alleen ten noorden van Nes een kleine ijsvrije plek is. De Waddenzee vormt nog één ijsvlakte en het Ame'andsche Gat vertoont nog weinig openingen. Indien de dooi niet met harden wind gepaard gaat, zal aan den tegen- woordigen toestand voorloopig nog geen einde komen Bij K.B. is met ingang van 1 Maart 1940 aan den weleerw. heer H. A. Dubber, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als hulp-aal moezenier voor den tijd van oorlog bij het leger te velde. Benoemd tot hulpaalmoezenier voor den tijd van oorlog bij het leger te velde de weleerw. heer M. G. M. Jans. Benoemd tot ridder in de orde van Oranje- Nassau: L. R. Wentholt, oud-burgemeester der gemeente Gorssel. Tijdelijk benoemd en aangesteld Dij het re serve-personeel der landmacht, bij het wapen der militaire luchtvaart, ter nadere indeeling door of vanwege den minister van Defensie, tot reserve-majoor, de gep. luitenant-kolonel der infanterie H. M. Lu te ij n, van het Kon. Neder- landsch-Indische leger. Met 21 Febr. is aan den luitenant-kolonel W. A. de Bruijn. van het wapen der infan terie, op verzoek eervol ontslag verleend. Ï7 En toen beleefde Hernandez zijn tweede sen- toie. De wrakke en steunende auto, die in den toddag naar Veraz was teruggekeerd, passeerde °derom de herberg, temidden van witte stof- °lken. De schemering was reeds ingevallen, jVtor in ae halve duisternis waren nog duide- 0 de omtrekken van twee gevangenen en Wee bewakers met donkere geweersilhouetten onderscheiden. v E>e bevolking dromde samen om den ingang j to (Je calabozo. Twee Americano's werden uit „et voertuig gehaald en binnengebracht. Hun t,e§ was dezelfde als die van twee andere Ame- qtonq's, enkele uren tevoren, doch dat wisten toe Americano's niet. w"2al een waar feest worden, Hemingway!" «tokte Peter op, toen zij na den langen rit door 1 namiddaghitte van stoffige landwegen de to® en donkere gang binnenstapten. „We zijn een paar overhaaste ezels geweest; als we eerst goed uit onze doppen hadden ge keken wie er in die sloep van de New Orleans zaten, was dit niet gebeurd. Ik wist waarachtig niet, hoe ik het had toen die douaniers te voor schijn kwamen en met geweren begonnen te schieten! Maar erg is het niet, ik vraag me al leen af, wat er van die twee verduivelde boe ven uit die boot is geworden? Als die maar er gens langs de kust in het een of ander cachot zitten, net als wij, is het niet erg, maar als ze vrij rondloopen met dat papier en wij zitten vast is het erger." „Clim is er ook nog!" troostte Peter hem, „en die blijft aan Morescu hangen als een klit!," Een van hun begeleiders klopte op een deur, een deur aan de linkerzijde. Er volgde geen antwoord. Hij klopte nog eens, zonder resultaat. Dan trok hij zijn revolver en bonsde met de kolf op de deur, dat de calabozo ervan dreunde. Twee stukken kalk vielen van het plafond. „Capitan!" schreeuwde hij, Capitan!!" „Wat is er, voor den duivel?" bromde een slaperige stem. „Kom binnen" De douanier trad binnen, maar hij scheen door eerder opgedane ervaringen wijs geworden te-zijn, want hij liet de deur half openstaan en hield haar met zijn rechterhand vast, gereed om weg te duiken. „Wat is er nu weer?" brulde El Capitan. Peter boog zich een eindje opzij en zag door de openstaande deur een donkeren, zwaar ge bouwden man, gekleed in een witte militaire broek, ontzettend vuile laarzen, en een shirt, dat aan den -hals openstond. De vuile laarzen, overigens zeer ongewoon voor 'n Mexicaan, die steeds alles blinkend in orde houdt, lagen op het blad van de tafel vóór hem; aan spijkers, boven zijn hoofd in den muur geslagen, hingen zijn uniformjas, revolver en pet. Het vertrek werd flauw verlicht door drie petroleumlampen, die zacht wiegelden aan hun haken in het plafond. „Ik heb twee Americano's gearresteerd, senor Capitan, die El senor Capitan brieschte: „Ben je nou heelemaal gek geworden, moet je me daarvoor komen storen nadat ik den ge- heelen nacht door aan het werk ben geweest? Ik heb hard rust noodig, besef je dat niet?" „Si, si," verzekerde de douanier haastig, .maar deze Americano's zijn vanavond gearres teerd, ze Het was één enkele seconde stil, dan zweeg de spreker, daar El Capitan de armleuningen van zijn stoel omklemde en zich langzaam en dreigend ophief: „Pedro!" zei hij, „wil je me vertellen dat je me, bij den huidigen stand van zaken, met wéér nieuwe gevangenen komt lastig vallen? Denk je voor den duivel, dat het hier een mo delgevangenis is of een soort Sing Sing met onbeperkte logeergelegenheid?" Hij wees naar de deur en Pedro vlood. „Stop ze in de eenige cel die we hebben" tier de El Capitan, „daar hebben ze tenminste ge zelschap en val me de eerste vier en twintig uur niet lastig met nieuwe aanwinsten voor deze menagerie. Vamoose! Pronto!" ter zich liet open staan en terwijl hij zich met Hemingway en Peter haastig verwijderd, ver volgde de verontwaardigde stem van El Capi tan hen „Twee Americano's.... hij lijkt waarachtig wel stapel krankzinnig om de heele Amerikaan- sche kolonie van Mexico hierheen te sleepen. Nog één arrestant en de heele gevangenis barst uit elkaar! Pedro!.... Pedro, doe de deur dicht, luie hond! Pedro, hoor je niet! Ik zal het je in peperen.... ik De rest van zijn redevoering ging verloren, daar Pedro zich ijlings terugspoedde en de deur sloot teneinde zijn uitbrander niet aan het hal ve gehucht bekend te doen worden. De tweede douanier nam de taak van Pedro over en leidde de gevangenen verder de gang in tot zij aan een met ijzer beslagen, houten deur kwamen. Met veel sleutelgeknars ging de deur open en toonde .een wijde ruimte, flauw ver licht door het schijnsel van, de maan, dat naar binnen viel door een groot getralied raam in het midden van den zolder. „Je mag van geluk spreken!" zei de douane beambte in niet al te best Amerikaansch, toen hij hen liet binnentreden. drier zijn stoelen en een tafel en een ton water en kranten; ik heb 't wel eens beroerder gezien." „Ik ook," stelde Peter hem gerust, „zeg eens, wat bedoelde die brullende baas van jou, toen hij zei, dat we hier- gezelschap zouden vinden? Vlooien?" De cipier schudde het hoofd en trok zich veiligheidshalve tot in de deuropening terug, zijn hand op de kolf van zijn revolver. „Neen, senor," zei hij, „er zijn hier geen vlooien niet meer. Deze calabozo heeft jaren leeg gestaan. Waar geen menschen zijn, ver dwijnen vlooien. Neen, daarbinnen zijn twee menschen. Landgenooten. Americano's. Ja!" Peter opende zijn mond om iets te zeggen, maar vergat het en staarde Hemingway aan. Een plotseling voor zijn geestesoog verschijnen de mogelijkheid vervulde hem met woeste vreugde. „Ssst, Hemingway!" fluisterde hij, „twee Ame rikanen!" Hij keerde zich plotseling tot den cipier, die haastig een pas achteruit deed en zijn revolver trok. „Doe dat pistool weg, ouwe jongen!" zei Pe ter op een fluistertoon, „ik zou niet uit deze calabozo van jullie weg willen al kreeg ik geld toe.... die twee senores, die hier binnen zijn., wanneer zijn die gearresteerd, hè? Zijn die ge pakt buiten, op zee, in een motorboot? Van morgen, ja?" De beambte begreep plotseling wat hij weten wilde en knikte heftig: „Si, si, senorsi si!" „Gracias, muy gracias!" zei Peter, hopende dat zijn Spaansch hem niet voor eeuwig in de oogen van den cipier zou degradeeren tot een volkomen raaskallen Hij pakte Hemingway's arm en voerde op zijn teenen een geruischloo- zen rondedans uit in de plek maanlicht in het midden van het vertrek. „Hemingway!" zei Peter, „Hemingway heb je ooit zooiets meegemaakt? We vallen een boot met douaniers er in aan, worden ingere kend en dan worden we in precies hetzelfde cachot gestopt als de lui die we moeten heb ben. O, Hemingwayals we ze niet bij zons opgang kunnen afrossen, dan maar bij maan licht, maar afrossen zullen we ze!Luister! Slapen ze nog?" Het slot van de deur ging krijschend dicht, voetstappen verwijderden zich, haastige voet stappen van een cipier, die graag zooveel moge lijk stevige deuren tusschen zichzelf en een in het maanlicht dansenden krankzinnige had. Het werd stil en in die stilte hoorden Heming way en Peter, ingespannen luisterend, uil de verte alleen brokstukken van El Capitan's rede voering tegen Pedro, en uit de duisternis bij den wand het zware ademhalen van twee ver moeide slapers, af cn toe onderbroken door een plotselingen snurk. VIJFTIENDE HOOFDSTUK Waarin Clim de kluts volkomen kwijt raakt dim's humeur was slecht en werd steeds slechter naarmate de wind, die door het dunne linnen van zijn jasje heen woei, killer werd, en zijn honger intenser. De auto reed met gelijkmatig brommenden motor door de snel ingevallen duisternis over den smallen bochtigen weg, die van Tampico naar het binnenland voerde. Er gebeurde totaal niets opwindends. De man aan het stuur reed (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 3