BEHARTIGENSWAARDIGE WOORDEN
n
KU
Tl
VOORKOM BATMEN U MIJDT OM UW B.O.
5
BESCHERMT U TEGEN
BODY ODOUR (B.O.)
Een „zwarte dag" voor het
Finsche leger
Voedselveldtocht in Duitschland
Het gist in Zweden
Duitsche bemiddeling?
DARRE STELDE
TEELTPLAN VAST
HEESCH?
HOEST?
DE „IDA STOOTTE OP
EEN „VOORWERP"
Buitenlandsch Overzicht
Kerkelijk leven
DINSDAG 27 FEBRUARI 1940
Huisvrouwen krijgen dagelijks
aanwijzingen om zuinig te
kunnen huishouden
Voedselproductie staat
nummer één
Iedere Duitscher tuinier
Zuinig huishouden
Engelschen maken een
Duitsch schip buit
Wolkbreuken en storm
in Midden-Azië
HOOGVLIEGERS^
Belgische bladen die
weer verschijnen
St. Louis te Oudenbosch
Een honderdjarige Broeders
congregatie
Doodgevallen
De IJsel roert zich
H. H. WIJDINGEN
Bij de Paters Minderbroedert
Ter gelegenheid van de opening van
de vergadering van den Partijraad
der R.K. Staatspartij heeft de voor
zitter, oud-minister Mr. Verschuur, be
hartigenswaardige woorden gesproken,
Welke eiken rechtgeaarden en nationaal-
Voelenden Nederlander uit het hart ge
grepen zijn. Na gewezen te hebben op de
Zware slagen, die ons land worden toe
gebracht door de steeds vrijmoediger
geworden bepaling van het begrip con
trabande, door het „in het wilde weg"
als vaarwater onbruikbaar maken van
de zee en door het „moedwillig vernielen
Van schepen, die met onschuldige la
ding tusschen neutrale havens varen",
Concludeerde hij terecht, dat de houding
Van neutraliteit geenszins enkel aan
trekkelijke kanten vertoont. Inderdaad,
Wanneer men de verliezen ter zee van
de oorlogvoerenden met die van de neu
tralen vergelijkt, zou men bijna geneigd
Zijn te vinden, dat de oorlogvoerenden
eigenlijk beter af zijn dan sommige neu
tralen, terwijl de eersten het in zooverre
gemakkelijker hebben, dat zij zich niet
als kleine neutralen naar twee kanten
hebben te verweren, maar eenzijdig zon
der scrupules tegen den verklaarden vij
and kunnen vechten. De oorlog wordt
achter niet enkel op zee gevoerd en daar
om stemmen wij met Mr. Verschuur in,
dat, ondanks de groote verliezen en
moeilijkheden, die ons onrechtmatig
door de oorlogvoerenden worden berok
kend, onze neutraliteit gehandhaafd
dient te worden „zoolang de eer en het
levensbelang der natie het gedoogen."
Zoolang het met de eer en het levens
belang der natie nog te rijmen valt, en
alle andere middelen om eerbiediging
Van onze neutraliteitsrechten te verkrij
gen nog niet zijn uitgeput, behoeven
Wij nog niet naar de wapens te grijpen,
maar wanneer de eer en het landsbelang
het eischen en geen ander middel meer
baat, dan zullen wij geen dag en geen
uur meer mogen aarzelen om met moed
den aanrander van die eer en dat
landsbelang met geweld van wapenen
tot bezinning te brengen. Het is voor
Ons nationale eergevoel reeds moeilijk
te verduwen, dat de groote en mach
tige neutralen op zee door de tegen de
kleine neutralen zgn. rechtmatig te
keer gaande willekeur der oorlogvoe
renden worden ontzien. En wanneer
de onbeperkte zeeoorlog zou leiden tot
een onvoldoenden aanvoer van voor
ons onmisbare voedingsmiddelen, dan
zouden de honger en de nood ons kun
nen dwingen te vechten voor ons leven
en onze bestaansmogelijkheid. Gelijk
Mr. Verschuur met nadruk betoogde,
zouden wij dan geen partij kiezen in
den oorlog, doch alleen ter zelfverdedi
ging het zwaard opnemen tegen de
aanranders van onze positie. Het zal
dus niet aan ons, maar uitsluitend aan
de houding en de gedragingen van de
oorlogvoerenden liggen, indien het
ooit zoover zou moeten komen.
De wil en de plicht om een strikte
neutraliteit te handhaven, zoo
lang de eer en het levensbelang
der natie dat gedoogen, kunnen mis
schien wel den indruk maken van angst
en vreeze, van gebrek aan moed en
van zwakheid, maar wij zijn het met
den voorzitter van de R. K. Staatspartij
volkomen eens, dat, indien een der
oorlogvoerenden op grond van dien in
druk zich meer zou willen permitteeren
dan onze nationale eer en ons levens
belang zouden kunnen en mogen ver
dragen, deze zou ervaren, hoe valsch
die indruk is. Blijven onze zeelui on
danks de dreigende gevaren en de
rampen, die reeds hebben plaatsgehad,
niet de levensbelangen van ons volk
dapper en opofferingsgezind dienen
door de scheepvaart zoo goed mogelijk
in stand te houden? Heeft onze regee
ring niet principieel en stelselmatig
terwille van een zuivere neutraliteits-
handhaving geweigerd onze schepen in
door oorlogvoerenden aangeboden con-
vooi te laten varen? Getroosten ons
volk en onze gemobiliseerden zich niet
dag in dag uit zware offers terwille
van het eenmaal met overtuiging inge
nomen standpunt en terwille van de
hoogste belangen des lands? Volk en
weermacht vormen één aaneengesloten
onverbreekbaar en innerlijk sterk ge
heel, dat de roemrijke tradities der
vaderen niet zal beschamen, wanneer
de uiterste noodzaak zich ooit zou
voordoen.
Men schrijft ons uit Enschede:
De veldtocht voor de voedselproductie in
1940 is in Duitschland begonnen. Goering
heeft het parool uitgegeven, dat geen hec
tare bouwland in dit jaar onbenut mag blij
ven liggen en heel de Duitsche pers, tot de
kleinste blaadjes toe, heeft dit parool over
genomen en is daarvoor met kracht in het
krijt getreden.
Nog ligt alom het land bedekt met vuile
Sneeuw- en ijsmassa's, nog is de bodem diep be
vroren, maar de boerenleider Darre en zijn man
hen hebben in het groote rijksgebied reeds aan
wijzingen gegeven omtrent de beteeling. Niet
alleen is er een algemeen teeltplan voor het rijk
Vastgesteld, neen, zulk een plan is in onderdeelen
Uitgewerkt en iedere boer weet nu reeas precies
Wat hij zal hebben te teelen en hoeveel hectaren
hij voor dit en hoeveel voor een ander gewas
Zal hebben te bestemmen.
Reeds lang heeft de Duitsche landbouw een
ander aanzicht gekregen. De laatste jaren reeds
Waren de golvende kalkvelden van het Münster-
land in den vacantietijd geel van het raapzaad.
Nu zal het areaal, dat in het rijk met oliezaad
beplant moet worden, nog 200.000 H.A. grooter
hioeten worden. Ook verlangt het rijk van de
boeren 10 a 15 pCt. meer hakvruchten, ondanks
het feit, dat ook de verbouw van bieten en
suikerbieten al zichtbaar was toegenomen.
Verder heeft de toeneming van den hennep- en
Vlasverbouw het uiterlijk van de Duitsche land
bouwstreken merkbaar veranderd. Er is een
Rrootscheepsehe scholingsactie ingezet. De Duit
sche boer, die bij ons den naam had achterlijk
te zijn, wat zijn opvattingen omtrent zijn bedrijf
zijn bedrijfsmethoden betreft, is een heel
stuk veranderd. Hij heeft het gebruik van ma
chines geleerd en past ze, wegens het gebrek
kan werkkrachten, thans in veel ruimere mate
toe dan de Twentsche boer. Hij profiteert van
brima geselecteerd zaaizaad en pootgoed, dat
het rijk hem kan leveren, dank zij den arbeid
?an een geheel op het bedrijf en de praktijk ge
lichte landbouwwetenschap en waar hij nu ook
lijn afkeer van kunstmest overwonnen heeft,
bereikt hij opbrengsten, die hem vroeger onbe
kend waren.
Het nationaal-socialistische Duitschland heeft
Van meet af er op aangestuurd te produceeren
hfet zoo ruim mogelijk profijt en daarom ge
beerd om 'les, wat nog slechts eenigermate
Êebruikt of aangewend kon worden ook te be-
hutten. De voedselproductie voor den rnensch
en het leveren van grondstoffen voor de in
dustrie staat bij alles vooraan en is ook voor
den landbouw nummer één. Daarnaast staat de
Voedselproductie voor het vee. Waar het moet
Wordt ook daarvoor waardevol land benut, doch
Waar het kan wordt ook allerlei afval tot vee-
Vo fer bevorderd en naast het gewone vee is
het fokken en houden van kleinvee krachtig ge
propageerd er voor de voedering daarvan vooral
tracht men zich met afval te behelpen en met
kaken, die vroeger op de vaalt gingen.
Men heeft zich bij de propaganda voor het
houden van klein vee, schapen, geiten, konijnen,
hippen enz., niet beperkt tot het eigenlijke
Watteland. Men heeft ook de bewoners van de
jdeden en vooral van de kleinere s'eden, er weer
*°e gebracht dit soort dieren te houden en met
keukenafval enz. te voeren. De groote steden
hebben eigen varkensmesterijen ingericht, die
Jbeteen de centrale ontvangplaatsen zijn voor de
*b heel het stadsgebied bijeengebrachte voedings
keten.
Men heeft in ons land over dit verzamelen
pn keukenafval vaak gelachen, maar een feit
f\het dat daardoor en door de aanmoediging
MSelbstversorgung" de vleeschproductie in
Duitschland niet onbelangrijk is toegenomen.
Wanneer er over de vleeschdistributie geklaagd
wordt, dan is dat, omdat men nemen moet wat
er is, dat de aanvoer niet geregeld plaats
vindt en zulke dingen. Over de verstrekte hoe
veelheid hebben we, in het Duitsche grensge
bied althans, niemand hooren klagen.
In Duitschland hebben ook de landbouwers
altijd veel meer voor de vleeschmarkt als voor
de zuivelmarkt gewerkt en nu deze eerste voor
zien is althans voor een belangrijk deel
wil men trachten de zuivelpositie te verbete
ren. Vandaar de aangekondigde prijsverhoo-
ging voor de melk. Deze moet den boeren een
stimulans geven om zich op het houden van
melkvee toe te leggen. Gelukt dit, dan krijgt de
omgeving der boerderijen weer een ander aan
zien. Dan zullen melkkoeien gezien worden
daar waar nu enkel de ossen weiden of de
varkens het aspect beheerschen.
In 't voedselveldtochtplan-1940 zijn niet al
leen het platteland en zijn bewoners opgeno
men, het strekt zich ook uit tot de steden en
de stedelingen. De verbouw van eigen aardap
pelen en groenten wordt voor iederen Duit
scher, ook in de steden, welhaast tot een eere
zaak gemaakt. De kranten beijveren zich
den menschen te leeren wat zij op elk stukje
grond om en bij hun woning kunnen verbou
wen en, zeggen ze, wie in 't geheel niet over
grond beschikt, kan een balcon of een raam-
dorpel als tuin inrichten, want: „alle beetjes
helpen en ieder moet iets doen ten bate van
het volksgeheel." „Wie wat radijs verbouwt en
bereid
met de genees
krachtige ingrediënten van
Vicks VapoRub. Groote doos 25c.
wat steenkers, helpt reeds mee om de verzor
ging met groenten gemakkelijker te maken en
wie een konijn opfokt verschaft zichzelf niet
alleen eenige kilo's prachtig vleesch, doch helpt
ook mee aan de grondstof-voorziening voor de
viltfabrieken," schreef een krant in het grens
gebied.
Een ander wijst ook op het belang der ko
nijnenfokkerij in dit opzicht en becijfert, dat
thans een vaste stand van 67 millioen ko
nijnen in Duitschland aanwezig is en dat dus
in 1940 gemakkelijk 30 millioen konijnenvellen
voor de viltindustrie beschikbaar kunnen zijn.
In de steden ligt het zwaartepunt van den
voedselveldtocht echter uiteraard niet in de
productie, maar in het zoo nuttig mogelijk ver
bruik. De huisvrouw krijgt er honderden en
honderden aanwijzingen hoe zij zuinig kan
huishouden zonder te weinig en te eentonig
voedsel op tafel te brengen. Ze wordt door haar
krant precies op de hoogte gehouden met den
stand van de markt. Is er weinig meel bijv.
dan wordt haar direct verteld, waarmede zij
dit kan vervangen en welke gerechten ze kan
opdienen inplaats va,n meelspijzen en de recep
ten worden haar er zelfs bij verstrekt. Haar
wordt geleerd, hoe zij haar voorraden zoo lang
mogelijk goed kan houden, hoe zij haar inmaak
moet controleeren en hoe zij moet handelen,
wanneer er iets dreigt te bederven.
De heele voedselveldtocht, hoe grootsch ook
opgezet en hoe goed propagandistisch verzorgd,
zou spaak loopen, indien niet ook de kwestie
der werkkrachten zou kunnen worden opge
lost. Hoe nijpend het gebrek aan werkers is,
kan slechts hij bevroeden, die in de laatste
jaren eens een oogsttijd op het Duitsche
platteland heeft doorgebracht. Hoewel de Ar
beidsdienst de meisjes, die het „Landjahr" uit
dienen, de heele Hitlerjeugd en duizenden
schoolkinderen, naar alle kracht hebben mede-
geholpen, is in het vorig seizoen nog heel wat
op het land blijven staan en dus verrot. Nu
het heele leger is gemobiliseerd moet het te
kort aan werkkrachten in den aa. oogsttijd dus
nog grooter worden. Daarom zijn nu reeds
maatregelen genomen om meer werkers op het
land te krijgen. Het ministerie van Arbeid
heeft nu reeds deviezen beschikbaar gesteld,
om het aanwerven van buitenlandsche land
arbeiders mogelijk te maken. Men rekent er
op vele Italiaansche, Slowaaksche, Hongaar-
sche en Nederlandsche landarbeiders te kun
nen bewegen in Duitschland op het land te
komen werken. Voorts zal men alle Poolsche
krijgsgevangenen op het platteland te werk
stellen en bovendien Poolsche landarbeiders
naar Duitschland halen en daarmede denkt
men aan het benoodigde aantal krachten te
komen.
Hoewel deze Poolsche arbeiders vrije arbei
ders zijn, zullen ze echter moeten blijven voe
len tot een overwonnen volk te behooren. Zij
zullen n.l. voorschriften ontvangen, hoe zij zich
tegenover de Duitsche bevolking hebben te ge
dragen en anderzijds zullen de Duitsche be
drijfsleiders en de Duitsche bevolking, die met
deze Poolsche arbeiders samen moeten werken
tegenover dezen een „elke vertrouwelijkheid
uitsluitenden afstand moeten bewaren." Zoo
wil het een circulaire van den staatssecretaris
in het rijksministerie van Arbeid, Dr. Syrup.
LONDEN, 27 Febr. (Reuter). Officieel wordt
medegedeeld:
Het Duitsche schip „Wahehe" (4709 ton) is
buitgemaakt door een Britsch oorlogsschip en
naar een Engelsche haven gebracht. Vernomen
wordt, dat de Duitsche bemanning verhinderd
werd in haar poging het schip tot zinken te
brengen.
MOSKOU, 217 Febr. (D.N.B.) Naar uit Tsjin-
kent in Sovjet-Midden-Azië gemeld wordt, zijn
aldaar zware wolkbreuken ontstaan, waardoor
de spoordijken deels ernstig beschadigd zijn. In
sommige plaatsen gingen de regenbuien van
een orkaan vergezeld, welke de daken van de
huizen rukte. Ook in dé stad Tsjinkent is zware
schade aangericht.
Ik geloof wel, lezer, dat u ook
Het als zoovelen vond:
Die kwestie-Oss, die was toeh wel
Wat erg laag-bij-den-grond!
Maar nu: de tweede kwestie-Oss,
Die speelt hoog in de lucht,
De zaken namen daar eensklaps
Een ware hoogtevlucht!
Er was in Oss weer iets niet pluis,
Als men zich niet bedroog,
Er was een vuiltje aan de lucht,
Achtduizend meter hoog
Daar was een zeer brutaal piloot,
Die 't maar eens wagen wou,
Omdat men toch in Nederland
Zóó hoog niet vliegen zou
Maar Neerland is nog niet zoo mis,
En vliegt zoo hoog als 't moet,
Want wat een ander land soms kan,
Kan men hier even goed!
Al is 't achtduizend meter hoog,
De luchtmacht is bereid,
Ook in de wolken treedt zij voor
Ons Nederland in strijd.
Al vliegt een vreemde nóg zoo hoog,
De lucht is daar niet vrij,
Hoogvliegers van ons eigen land,
Zij klimmen er wel bij!
HERMAN KRAMER
BRUSSEL, 27 Febr. (Havas) Het liberale
tijdschrift „Flambeau" en het Vlaamsch-natio-
nalistische dagblad „Volk en Staat" hebben
vergunning gekregen weder te verschijnen.
Op den eersten Maart as. zal het honderd
jarig bestaan herdacht worden van de Broe
derscongregatie van het vermaarde Instituut
Saint Louis te Oudenbosch, gesticht door wij
len pastoor Willem Hellemons en den eerwaar
den vader Vincentius. Beide, congregatie en
instituut, vieren dus op dezen dag hun hon
derdjarig bestaan.
Een datum, die zeker mag worden aangegre
pen om dankbaar te gedenken wat voor zegen
deze congregatie is geweest voor het katho
liek onderwijs in Nederland en zijn koloniën
Want reeds in 1862 trokken de eerste Broe
ders van Oudenbosch naar Nederlandsch-Indië
om als eerste pioniers van het katholiek on
derwijs in onze koloniën werkzaam te zijn.
Vanuit het vermaarde instituut Saint Louis
te Oudenbosch waar duizenden en duizenden
jongelieden in den loop van deze honderd
jaren hun katholieke opvoeding hebben ge
nóten, heeft deze Broeders-congregatie van
den H. Aloysius over heel Nederland en zijn
koloniën haar zegenrijken arbeid uitgebouwd.
De congregatie telt thans 353 broeders, die
werkzaam zijn allereerst in het instituut Saint
Louis te Oudenbosch, aan de bisschoppelijke
kweekschool en aan het juvenaat aldaar, maar
vervolgens ook te Amsterdam, Rotterdam, Roo
sendaal, Alkmaar, Lisse en Laren, met een ge
zamenlijk getal van 5006 leerlingen, pl.m. 40
jeugdvereenigingen van allerlei aard.
In Nederlandsch-Indië zijn zij werkzaam te
Batavia, Semarang, Soerabaja, Madioen en
Bandoeng met gezamenlijk 3043 leerlingen,
pl.m. een 25-tal jeugd- en andere vereeni
gingen.
In Nederland en in onze koloniën ontvangen
dagelijks niet minder dan 8049 leerlingen hun
onderwijs bij deze eminente Broederscongre
gatie.
Wegens den vastentijd zal het officieele feest
gevierd worden Dinsdag 26 Maart, derden
Paaschdag.
Wegens de onzekere tijdsomstandigheden
wordt de feest-reünie der oud-leerlingen uitge
steld tot dezen zomer in de groote vacantie.
Voor belangstellenden is op aanvrage een
circulaire met nadere détails verkrijgbaar bij
pater Hyacinth Hermans, Van Oldebarneveld-
straat 91, Rotterdam.
Maandagavond om half tien is aan boord van
het s.s. „Ottoland", dat in de Merwedehaven te
Rotterdam ligt, een 36-jarige havenarbeider in
een ruim gestapt en enkele meters omlaag ge
stort. De man was vrijwel op slag dood.
JE ZIET HEM TEGENWOORDIG ALTIJD ALLEEN EN VROEGER
WAS HIJ ZO POPULAIR! Geen van zijn vrienden durft hem de oorzaak te
vertellen. In elk gezelschap wordt hij gemeden en van alles buitengesloten. Na
tuurlijk voelt hij, dat het gedaan is met zijn populariteit en de gedachte komt bii
hem op: „Zou het B. O. kunnen zijn?"
ledereen transpireert - het is een volkomen natuurlijk
verschijnsel. Volgens de doktoren scheidt onze huid j
1 liter vocht per dag af! Maar verwaarloosde trans
piratie veroorzaakt B.O. Rexona voorkomt B.O.
Het bevat speciale bestanddelen voor de ge
zondheid. Als het antiseptische Rexona-schuim
in de poriën van de huid dringt, worden alle
onzuiverheden verwijderd. Maak er een ge
woonte van U dagelijks met Rexona te wassen:
dan pas is U volkomen beschermd tegen B.O.
REX 47-091
Het scheepvaartkantoor J. G. Mulder heeft
vanochtend van den kapitein van de „Ida"
den heer G. Kuur, een telegram ontvangen,
waarin hij mededeelt, dat het schip Maan
dagmiddag ondier de kust van Wales, ter
hoogte van Pembrokeshire, gestooten is op
een zich onder water bevindend voorwerp,
waardoor het lek werd geslagen en zeer
spoedig zonk. De vijf leden der bemanning,
die zich onmiddellijk in de reddingboot be
gaven, bevinden zich in veiligheid.
Ervaren mannen, die kunnen meepraten van
de gevaren van water en ijs, hebben ons dezer
dagen opnieuw verzekerd, dat er niets zoo on
berekenbaar was als de werking van het ijs.
Een schip dat in een z.g. gevaarvolle positie
ligt, kan er zonder kleerscheuren afkomen; een
schip dat zich veilig waant in een of ander
haventje, kan half ingedrukt op de kade wor
den geduwd.
Terwijl gistermorgen twee ijsbrekers den
„Indien de hulp aan Finland een maana
geleden in dezelfde mate was geschonken als
thans, dan had het Russische offensief geen
vorderingen kunnen maken. Finland had ge
hoopt, dat de woorden vlugger door daden zou
den zijn gevolgd." Dit was het bittere verwijt,
dat de Finsche minister van Buitenlandsche
Zaken, Tanner, gisteren tot de wereld richtte.
De verwoesting van de stad Viborg door de
Russen en hét verlies van het eiland Koivisto,
twee belangrijke sleutelposities van de Finnen,
zullen wel niet vreemd zijn geweest aan de
verbitterde stemming van den minister. De dag
van gisteren was een (jlies ater, een ongeluksdag,
voor Mannerheim's dappere mannen. Het blijkt
maar al te duidelijk: langzaam maar zeker
moeten de Finnen wijken voor de geweldige
Russische overmacht. De voortdurende moker
slagen op de Finsche verdedigingslinies nebben
hun uitwerking niet gemist. Drie maanden
heeft het heldhaftige leger kans gezien stand
te houden tegen een numeriek vijftig maai
sterkeren tegenstander, op wien het nog tal
rijke overwinningen heeft bevochten Thans
keeren de krijgskansen in z'n nadeel. „Der
Weg zurück" der Finnen schijnt begonnen.
Waar blüft dan de hulp, welke de Gealheer-
Maar schalk Mannerheim, de onver
schrokken verdediger van Finlands
onafhankelijkheid
den en Amerika aan het voor zijn onafhanke
lijkheid vechtende Finland hebben beloofd?
„Er zijn wel vrijwilligers gekomen, maar dar
was niet voldoende en vooral niet vlug genoeg."
zeide Tanner gisteren. En Londen en Parijs
antwoorden: het zou alles anders geloopen zijn
als de Scandinavische landen, de direct be
langhebbenden, maar een andere houding had
den aangenomen, m.a.w. ais deze landen maar
hun neutraliteit hadden prijsgegeven door of
zelf in het conflict te intervenieeren of aan de
strijdkrachten van andere mogendheden in
de eerste plaats van de Geallieerden gelegen
heid te geven zich iangs den kortst mogelijken
weg naar het Finsche front te begeven. En
Amerika, het land, waarop Finland zulke hooge
verwachtingen had gebouwd, discussieert nog
steeds over een ieening. De geschiedenis her
haalt zich: het Europa van na den wereldoorlog
heeft het zelf maar al te vaak ondervonden, dat
woorden en daden van de Ver. Staten niet het
zelfde zijn.
In de Scandinavische landen gist het, vooral
ln Zweden. Wie zou meenen, dat na de procla
matie van Komng Gustaaf het Zweedsche voix
zich gelaten bij he: besluit van de regeering om
geen militaire interventie in het Finsche con
flict te verleenen neerlegt, vergist zich. De
Koning heeft één keer de regeering-Hansson
gered, het ziet er niet naar uit, dat hij het
nog een tweeden keer zal kunnen of willen
doen. Intusschen duiken er opnieuw geruchten
op, dat er pogingen Worden gedaan om tus
schen Moskou en Helsinki te bemiddelen. Op de
Zondag j.i. te Kopenhagen gehouden conferen
tie van Scandinavische ministers van Buiten
landsche Zaken zou zijn besloten, dat Zweden,
Noorwegen en Denemarken de mogelijkheid
zullen onderzoeken van bemiddeling in het
confüct. Deze bemiddeling zou dan misschien
door Duitschland kunnen worden verleend.
Het is opvallend, dat Engeland en vooral
Frankrijk zeer gereserveerd tegenover dit plan
staan. Het is hoogstens een formule, die het
voordeel heeft geen onmiddellijke risico's te
scheppen, verklaart Parijs, maar de Duit
sche ambassadeur te Moskou ontwikkelt op het
oogenblik een koortsachtige diplomatieke acti
viteit. Berlijn beweert wel strikt neutraal te
zijn in het Finsch-Russisch confüct en het
niet doorlaten van Italiaansche wapentranspor
ten naar Finland aan den eenen kant en het
niet erkennen van de „Finsche volksregee-
ring" onder leiding van Otto Kuusinen aan
den anderen kant zouden hiervoor als bewijs
kunnen dienen, maar de openbare meening in de
heele wereld is er van overtuigd, dat Duitsch
land den laffen aanval van Moskou op den
kleinen Finschen nabuui niet slechts heeft ge
duld, maar ook goedgekeurd. Het was de prijs,
dien Berlijn moest betalen voor de kostbare dek
king in den rug. Zoowel Moskou als Berlijn
hadden echter verwacht, dat het slechts een
„militaire wandeling" zou worden Hoezeer zij
zich hebben vergist hebben de afgeloopen drie
maanden wel geleerd. Nu de Geallieerden de
laatste weken geneigd schijnen om Finland
ook militair te gaan helpen, wat ten gevolge
zou kunnen hebben dat Duitschland gedwon
gen zou worden aan de zijde van Rusland te
gaan strijden, hetgeen een uitbreiding van den
oorlog zou beteekenen, voelt Berlijn veel meer
voor een spoedigen vrede in het hooge Noor
den.
In de Duitsche hoofdstad wordt weliswaar ge
dementeerd, dat reeds eerder pogingen zijn aan
gewend, om tot een verzoening tusschen Mos
kou en Helsinki te geraken, maar het is niet
oninteressant, de voorstellen te kennen, welke
van Duitsche züde aan Rusland en Finland
gedaan zijn. Zij komen ln hoofdzaak neer op
het aanbod, dat de Finsche regeering zelf,
vlak vóór het uitbreken van den oorlog, aan
Rusland deed en dat bestond in het afstaan
van de Karelische landengte en de eilanden,
welke voor Kroonstadt liggen, terwijl Moskou
als tegenprestatie het gebied Sovjet-Karelië
aan Finland zou schenken. Van Hangö, den
eigenlijken twistappel, zou in de Duitsche voor
stellen niét worden gesproken
En waar blijft Moskou dan met zijn volks-
regeering? Om Stalin de kans te geven zijn
gezicht te redden, zou een plebisciet in Fin
land gehouden worden, dat natuurlijk in het
voordeel van de huidige regeermg te Helsinki
zou uitvallen.
Zou het Kremlin er genoegen mee nemen op
deze wijze het conflict, dat aan het Roode le
ger zooveel verlies van prestige gebracht heeft
te liquideeren? Zou 't na de overwinningen der
laatste weken niet veeleer geneigd zijn méér
te eischen dan vóór de oorlog uitbrak? En wat
blijft cr dan nog over van de onafhankelijkheid
van het Rappere Finsche volk?
strijd met het ijs bij Katerveer moesten opge
ven, was bij Zutfen het water snel gestegen en
bezweek het ijs onder den hoogen druk. Later
op den morgen volgde Deventer. Ook hier wero
het ijs opgestuwd en begon in de middaguren
het water onrustbarend te stijgen. Omstreeks
vijf uur was bij Wijhe en Olst nog weinig te
bespeuren van wat zich in den bovenstroom
afspeelde. Tusschen Olst en Deventer, ongeveer
bij Hengforden, had zich een ijsdam gevormd
De uiterwaarden waren hier overstroomd, doch
op grooten afstand was de dam zichtbaar. In
genieurs van den Rijkswaterstaat reden zonder
ophouden op en neer en stelden zich voortdu
rend op de hoogte met het verloop van den
ijsgang. De ongunstige berichten van boven
hadden tot gevolg dat de veerdiensten in Wijh<
en Olst werden gestaakt.
Om zeven uur passeerde weinig ijs meer dooi
den IJsel bij Deventer. De stroom was zóó snel
dat de veronderstelling geopperd werd, dat de
dam bij Hengforden was bezweken.
Op Zaterdag 2 en Zondag 3 Maart zal Z. H.
Exc. Mgr. J. H. G. Lemmens, Bisschop van
Roermond, in de kloosterkerk der Paters Min
derbroeders te Weert de heilige Wijdingen toe
dienen aan de volgende fraters Minderbroe
ders:
Op Zaterdag 2 Maart het H. Subdiaconaat
aan de fraters Meinulf Landman, Hilversum:
Licinius Verbij, Gouda; Expeditus van Waas,
Gouda; Ismaël Lambi, Kerkrade; Damasus
Castelein, Leiden; Fidentianus Breukers, Lich
tenvoorde; Florentianus Hoogendijk, Medem-
blik; Simplicius .Opbroek, Roermond; Poly-
carpus van der Zijde, Den Haag; Barontius Wel
link, Bergh; Meinraad de Cocq van Delwijnen,
A'dam; Oliverius Joosten, Buggenum; Wem-
hard Lafeber, Gouda; Eucharius Smit, 's-Hage;
Lucillianus van der Laan, Blokker; Nemesius
Gondrie, 's Hage; Randulf Renirie, R'dam;
Primald Willard, 's-Hage; Wilbert Stoop, Roo
sendaal; Egmund Commandeur, Oudorp; Sa
muel Bekkers, Cuijk; Reinhart Kammerer, Alk
maar; Alcmund Gasman, A'dam; Gerwald van
der Spek, R'dam; Antigonus Janssen, Viersen
(D.); Bernold Dassen, Heerlen; Licerius Sche
veher, Megen; Eelco Bruinsma, Bolsward; Ra-
aulf Pruim, A'dam; Valericus Moors, Weert;
Abdias van der Sande, Tilburg; Gentianus Ho-
genelst 's-Hage; Goar Koot, 's-Hage.
Op Zondag 3 Maart het H. Priesterschap aan
de fraters Minderbroeders frater Evermarus
Vrancken, Maastricht; Adrianus Loof, A'dam;
Serapion Pronk, Egmond-Binnen; Genesius
van der Kuil, Hilversum; Sergius Horvath, Fer-
töszeplak (Hongarije); Barnabas van Rijn,
's-Hage; Plautus Dirks, A'dam; Leovigild van
der Hoorn, Ter Aar; Basilides van den Berg,
Leiden; Montanus Versteeg, Voorburg; Mar-
cionius Straver, R'dam; Clodoald van Meijel,
Venray; Humfried de Gruijter, 's-Hage; Goze-
wijn Kamerbeek, R'dam; Maturus Hendriks,
Zaandam; Gerardus Wegdam, Hoogwoud; Ed
ward Doesburg, Schoonhoven; Servillianus van
Hemert, Oosterhout; Nicetius Knippenborg,
Gendringen; Contardus van der Veldt, A'dam;
Pelinus Steltenpool, Wervershoof; Lando van
den Berg, Wamel; Benignus Körver, Kerkrade;
Fernandez Stokman, Haarlemmermeer; Theo-
nestus Schouten, Monster; Ulbert Nuijens, Oir-
schot; Wolfred Andela, Bolsward; Geminianus
Keizer, Maastricht; Quirinus Groot, Obdam;
Adalbert Haarselhorst, Tilburg; Artemius Huls,
Aalten; Landricus Mains, Echt; Walter Geurts,
Horst; Hubertinus Backes, Würselen (D.); Vic-
torianus Moons, Gouda; Chrysolius Verstap
pen, Weert; Damianus van Hoorn, Lochem;
Theophorus van Kampen; Obdam; Irenion
Oudejans, Hensbroek; Amideus van Dijk, 's-
Bosch; Halvard Hattema, Bolsward; Manfred
Staverman, A'dam; Macedo van den Boogaard,
Nijmegen.