Fifty-fifty met de Bank Arbeidsinspectie jubileert Rijkssalarissen niet verhoogd EN WOESTIJN RAAKT ZOEK DE GOUDWINST EN HET. LEENINGFONDS Bij verder stijgende duurte wèl voor laagstbezoldigden Kerkelijk leven ZATERDAG 2 MAART 1940 OVERZICHT TWEEDE KAMER Indisch Congres eischt onafhankelijkheid Fraude bij Bandoeng JUBILEUM DR. L. VISSER Een kwart eeuw in den Hoogen Raad Uit het textielbedrijf Verzoek tot verbindend verklaring afgewezen Stille Omgang voor vrouwen IR. J. P. VAN VLISSINGEN NEEMT AFSCHEID Als directeur-generaal van den Waterstaat Prins Bernhard bij O. en O. Vele blijken van waardeeringen tijdens de herdenkingsbijeenkomst Groote belangstelling Receptie Goedkoope trips met A.N.W.B.-bons Tien prijsklassen Staatsleeningen 1940 UIT DE STAATSCOURANT Onderscheid ingen Pharmacopee-commissie Defensie Pensioenregeling Prinses Juliana bij het Roode Kruis BENOEMINGEN BISDOM 's HERTOGENBOSCH FEUILLETON DOOR WILLY WATERMAN (Van onzen parlementairen redacteur) DE HAAG, 1 Maart 1940 Een kleine 30 millioen heeft de Nederlandsche Bank in 1932 ver loren doordat Engeland den gouden standaard verliet en het pond de valueerde. Vier jaren later verliet Nederland eveneens den gouden standaard en devalueerde ook den gulden. Die maatregel leverde een winst op, vele malen grooter, dan het eertijds geleden verlies van de Bank. Minister de Geer meende nu thans, door middel van een her waardeering van het goud der Nederlandsche Bank, de winst van de devaluatie wordt opgestreken, het pondenverlies integraal te mogen terugbetalen De Kamer echter heeft besloten dat de Staat en de Bank het verlies zoo ongeveer zul len deelen. Dit besluit heeft intusschen de gemoederen heel wat in beweging gebracht. Zelfs het zware Woord „minister-crisis" viel zij het dan in de uitdrukkelijke verzekering van minister de Geer, dat hij deze aangelegenheid niet. van dusdanig gewicht achtte, dat hij zou aftreden, indien de Kamer zijn voorstel zou afstemmen °f zoodanig zou amendeeren, dat hij intrekking moest overwegen. Die gemoedsbeweging kwam vooral voort uit de vasthoudendheid, waarmede de heer Schou ten (A.R.) een door hem en zijn fractiegenoot, den heer Algera, ingediend amendement ver dedigde, dat uit de goudwinst alléén het nog niet gedelgde deel van het pondenverlies een kleine 8 millioen aan de Bank deed toe vloeien en het aandeel van den Staat dus met ruim 22 millioen vergrootte. De minister had Woensdag reeds eenig water in zijn wijn gedaan. Zijn voorstel luidde niet meer; bet volle pondenverlies aan de Neder landsche Bank terug; doch het pondenverlies verminderd met het bedrag waarvoor de Staat sinds 1932 in de delging van dit verlies heeft geparticipeerd. Dat is ruim 10 millioen. Blijft een kleine 20 millioen voor de Bank. Tusschen deze beide stond tenslotte de heer Teulings met een amendement, dat na het aanbrengen van een wijziging de Nederland sche Bank, behalve het nog openstaande deel van het pondenverlies óók dat deel van het verlies wilde toeschrijven, dat in 1932 aan stonds uit de reserves van de Bank werd ge- Put om het verlies te dekken. Goed beschouwd kwamen er dus vier voorstellen ter tafel, die ieder een ander deel van het totale pon denverlies aan de Nederlandsche Bank wilden vergoeden. Het aanvankelijk Regeeringsvoor- stel wilde een integrale vergoeding van de volle30 millioen. Het gewijzigde Regeeringsontwerp vergoedde circa 20 millioen Het voorstel-Teulings 14 millioen en het voorstel-Schouten 9 millioen Daartusschen moest de Kamer een keus maken. Een keus, die tenslotte zóó duidelijk viel op het voorstel Teulings, dat minister de Geer niet anders meer kon, dan dit voorstel overnemen, waarna het wetsontwerp zonder hoofdelijke stemming werd aangenomen. Men heeft dus de Nederlandsche Bank de helft vergoed van het pondenverlies, daar komt het practisch op neer. Fifty-fifty gespeeld met de Bank. Met de overtuigde vasthoudendheid, die hem kenmerkt, heeft de heer Schouten zijn voorstel tot het bittere einde verdedigd. Daarbij ging hü uit van de stelling, dat er tusschen pondenverlies en goudwinst geenerlei verband bestaat. Het pondenverlies was een beleidsfout van de directie der Nederlandsche Bank; de goudwinst resulteert uit een daad van de Nederlandsche Regeering. Wanneer de Bank verlies had geleden omdat een deel dergenen, op wie zij vorderingen had loopen, door de Engel- sche devaluatie zijn schulden niet kon voldoen, dan had de oorzaak van dit verlies óók in de monetaire politiek der Engelsche Regeering ge- tegen. Had dat dan ook uit de goudwinst moeten worden gedekt? De heer Teulings (R.K.) sprak ongeveer in denzelfden geest. De minister maakte in zijn rede van Woensdag onderscheid tusschen de bruto- en de netto-winst. Wat verstaat de mi nister onder „netto", vroeg de heer Teulings. Op school leerden wij, dat netto is bruto min tarra. Maar die tarra, die „bedrijfsonkosten", daar kan men toch een vroeger geleden verlies, dat niet eens uit gelijke, maar, zooals de minister in zijn rede zei, slechts uit gelijksoortige oorzaken stamde, niet onder begrijpen. Dan geeft men het begrip tarra een uitbreiding, die het zeer zeker, niet toekomt. Minister de Geer hield echter voet bij stuk. Men moet zich, antwoordde hij, de situatie van 1931 goed voor den geest halen. In 1925 had mén ten koste van vele offers en moeiten den gouden standaard hersteld. Dat mocht niet zoo spoedig' na zes jaren weer ongedaan worden gemaakt. Het algemeen belang vergde, dat men alles zou doen, wat mogelijk was, om het pond op peil te houden en alles zou vermijden, wat den val van het pond zou bevorderen. Wie ver antwoordelijkheid droeg voor het algemeen be lang, mocht, ook al vreesde hij eenigszins den komenden val van het pond, niet meewerken aan stemming maken tegen de veiligheid van deze valuta. Die overweging heeft een doorslaggevende rol gespeeld in de besprekingen, welke op liet bezoek van den heer Vissering aan Londen volg den. Minister de Geer las ter adstructie daarvan eenige passages voor uit de notulen van een ver gadering der adviescommissie van de Nederland sche Bank, die unaniem van meening was, dat om redenen van algemeen belang de Nederland sche Bank haar pondenbezit niet kon verkoopen, hoewel er risico's aanwezig waren. Zwitserland heeft destijds géén verlies geleden, omdat het zijn ponden wél van de hand deed. Het deed dit echter in het geheim en werd daartoe in de ge legenheid gesteld door zijn nauwe samenwerking met de Bank voor Internationale Betalingen, op zijn grondgebied gevestigd. Om al deze redenen achtte de minister het niet onredelijk dat de goudwinst ten deele zou worden besteed aan het tegemoetkomen van de Nederlandsche Bank in de schade van het destijds terwille van het algemeen belang ge nomen verlies. Het amendement-Schouten, waar de so ciaal-democraten in hun hart wel vcör waren,, doch waar zij bezwaar tegen hadden omdat het tot intrekking van het ontwerp zou lei den en daarmede de herwaardeering zou uit stellen, hetgeen tot kosten voor den Staat zou leiden, viel met 22 tegen 63 stemmen. Met de Anti-Revolutionnaire fractie stemden alleen de katholieke graaf de Marchant et d'Ansem- bourg (NSB) en de anti-papist Kersten (St. Geref.) twee die geregeld gelijk stemmen en zich in de Kamer als beste maatjes gedragen voor. De instelling van een Leeningfonds 1940, waaruit de „mobilisatiekosten" gemakshalve duidt men zoo alle kosten aan, die uit de bui tengewone omstandigheden voortvloeien zul len worden bestreden, liep van een leien dakje. De heeren Wagenaar (A.R.) en Teulings (R.K.) hadden een amendement ingediend, strekkende tot meerdere erkenning van het budgetrecht der Kamer. Geen uitgaven op de rekening van het fonds schrijven vooraleer de Kamer de middelen tot. dekking heeft goedge keurd. De minister nam het amendement over. En toen kwam Indië weer onderwijs. Waar de beraadslagingen Dinsdag volop over worden voortgezet. PATNA (Indië), I Maart (Reuter). Het De- stuur van het Britsch-Indische Congres heeft Vrijdag een motie aangenomen, waarin wordt herhaald, dat volledige onafhankelijkheid het doel moet zijn. Aan deze resolutie wordt nog toegevoegd: De bevolking van Indië alleen kan aan haar eigen wetgeving den gepasten vorm geven en haar betrekkingen met andere landen bepalen door een wetgevende vergadering, gekozen op de ba sis van stemrecht voor volwassenen. BATAVIA, 1 Maart Aneta verneemt, dat een onderzoek gaande is naar aanleiding van het feit. dat waarschijnlijk minder oirbare practijken zijn toegepast bij den aankoop van gronden op groote schaal in de naaste om geving van Bandoeng voor de stadsuitbreiding Hierbij zijn verschillende personen betrokken. Reeds eenigen tijd geleden werd een loerah (dorpshoofd) gearresteerd. De verhooren gaan nog steeds door, zoodat op het oogenbUk geen verdere mededeelingen kunnen worden gedaan dan bovenstaande algemeehe inlichting. Vrijdag was het 25 jaar geleden, dat de hui dige president van den Hoogen Raad, dr. L. E. Visser, tot raadsheer in dat college werd be noemd. Te dier gelegenheid heeft de Hooge Raad hem in het gebouw aan het Plein te Den Haag een intieme receptie aangeboden. Tegen woordig waren daarbij de geheele Hooge Raad, benevens oud-leden, onder wie de oud-presi denten mrs. Fentener van Vlissingen en jhr. Feith, terwijl voorts tot de genoodigden o.m. behoorden de minister van Justitie, prof. mr. P. S. Gerbrandy, de secretaris-generaal van dat departement, dr. J. R. M. van Angeren, de voor zitter van de Algemeene Rekenkamer, de heer R. Zuyderhoff, en de burgemeester van Den Haag, mr. S. J. R. de Monchy. De meeste heeren waren van hun dames vergezeld. De oudste vice-president, prof. mr. J. Koster, sprak den president toe en bood hem namens den Hoogen Raad, parket en griffie en de oude leden een fraai zilveren sigarettendoos met in scriptie aan. Hierna spraken nog de proc.-generaal, mr. W. J. Berger; de griffier mr. H. J. Kist en de deken van de balie van advocaten bij den Hoo gen Raad, jhr. mr. E. C. U. van Doorn, waarna mr. Visser den sprekers en anderen aanwezigen, onder wie speciaal den minister en den secreta ris-generaal dank zegde voor him woorden en hun blijk van belangstelling. De aanwezigen bleven hierna nog geruimen tijd bijeen om persoonlijk met den jubilaris enkele hartelijke woorden te wisselen. De minister van Sociale Zaken heeft afwij zend beschikt op het verzoek van de N.V. Tri cot-, Kapok- en Veerenfabricken v.h. Scholi, Engberts en Scholten te Almelo, de Koninklijke Tricotfabriek G. J. Willink N.V. te Winterswijk en de N.V. Tricotfabriek A. Schmidt en Zoon te Wildervank tot verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereen komst, afgesloten tusschen een aantal werkge vers in de tricotindustrie eenerzijds en den Algemeenen Nederlandschen Bond van Textiel arbeiders „De Eendracht", den Nederlandschen R.K. Textielarbeidersbond „St Lambertus" en den Nederlandschen Christelijken Textielarbei dersbond „Unitas" anderzijds. Deze afwijzing is geschied uit overweging, dat de collectieve arbeidsovereenkomst geen nauwkeurige omschrijving inhoudt van het be treffende bedrijf en haar werkingssfeer der halve niet voldoende vaststaat, waardoor niet kan worden nagegaan, of de ter verbindendver klaring voorgedragen bepalingen van de collec tieve arbeidsovereenkomst voor een meerder heid van de in het bedrijf werkzame personen gelden. Het bestuur van den R. K. Vrouwenbond roept alle Vrouwen op ditmaal het Octaaf van het H. Sacrament van Mirakel op zeer bijzondere wijze te vieren. In den loop der eeuwen, na dit wondergebeu- ren, hebben de Katholieke Amsterdammers en zeker niet het minst de Vrouwen te allen tijde in moeilijke omstandigheden hun toevlucht tot dit H. Geheim genomen. Wie zal zich realiseeren hoe benarde tijden wij thans beleven? Nu mannen, echtgenooten en vaders onder de wapenen zijn geroepen, hebben de vrouwen een grootere taak in de zorg voor kinderen en gezin. Dagelijks vermeerderen de uitgaven, met be zorgdheid' ziet men de toekomst tegemoet. Van Woensdag 6 Maart tot en met Woensdag 13 Maart iederen morgen om zeven uur houden de vrouwen den Stillen Omgang. Samenkomst op het Begijnhof bij het H. Hartbeeld. De Intentie van den Omgang is: een smeeken om behoud van den trede. Zondag i0 Maart, des middags drie uur wordt voor de vrouwen alleen een plechtig H. Sacra mentslof in de St. Nicolaaskerk aan de Prins Hendrikkade gecelebreerd. Was vorige jaren de opkomst reeds buitenge woon groot, een bewijs dat deze kerkelijke plech tigheid den vrouwen uit het hart was gegrepen, ditmaal moet het een massaal gebeuren zijn. De feestpredikatie wordt gehouden door Pa ter Th. X. Dirks S.J.; het dames zangkoor Causa Nostrae Laetitiae, onder leiding van Mej. Annie Franse, zal de gewijde gezangen uitvoeren. De minister van Waterstaat heeft Donder dagmiddag in tegenwoordigheid van afdeelings- chefs en hoofdambtenaren van het departe ment en de directie van den Waterstaat in de Statenzaal van het departement te Den Haag afscheid genomen van den directeur-generaal van den Rijkswaterstaat, ir. J P. van Vlissin gen, die met ingang van I Maart 1940 wegens het bereiken van den pensioengerechtigden leeftijd den dienst heeft verlaten. De minister heeft den scheidenden directeur- generaal in hartelijke bewoordingen toegespro ken en de vele en belangrijke diensten gerele veerd, welke ir. Van Vlissingen gedurende zijn veeljarige loopbaan in het belang van het land heeft verricht. Dat de regeering erkentelijk is voor den belangrijken arbeid van ir. Van Vlissingen, bleek uit de mededeeling van den minister, dat het H. M. de Koningin heeft be haagd ir. Van Vlissingen te benoemen tot com mandeur in de orde van Oranje-Nassau. De heer Van Vlissingen sprak een kort dank woord. Na afloop van deze plechtigheid werd in de zelfde zaal een afscheidsreceptie voor dc amb tenaren van het departement en den Rijks- waterstaatdienst gehouden. Z. K. H. Prins Bernhard heeft Vrijdagmiddag de vergadering bijgewoond van de centrale commissie van advies voor „O. en O Tijdens de bijeenkomst van Vrijdagmiddag in de oude, stemmige ridderzaal te Den Haag, waar, de Arbeidsinspectie haar vijftigjarig De- staan herdacht, hebben, na de redevoei'ingen van minister dr. J. v. d. Tempel en van den directeur-generaal, ir. A. H. W. Hacke, die wij reeds publiceerden, nog verschillende sprekers gelukwenschen aangeboden. Dr. H. M. Hirschfeld, directeur-generaal van Handel en Nijverheid van het departement van Economische Zaken, getuigde van de waar deering van den minister van Economische Za ken, die tot zijn leedwezen niet aanwezig kon zijn, voor de arbeidsinspectie. Spr. prees de wijze, waarop de sociale wetten hier te lande worden uitgevoerd. Hij hoopte dat deze samenwerking in de toekomst zal blijven voortbestaan. Prof. ir. I. P. de Vooys, voorzitter van den Economischen Raad, bracht hulde aan de ar beidsinspectie. De ontwikkeling van dezen dienst heeft hij steeds met groote belangstel ling gevolgd. De heer H. P. Gelderman Mzn., voorzitter van het verbond van Nederlandsche Werkge vers sprak ook uit naam van de R.K. en Chr. werkgevers-centralen. Gaarne bracht spr. de Arbeidsinspectie na mens de Nederlandsche industrie hulde voor de wijze, waarop zij in het algemeen belang haar taak opvat. Tegelijkertijd rijst bij hem de vraag, of van haar voortreffelijke outillage en groote des kundigheid nog niet in grooter mate geprofi teerd zou kunnen worden, voor een meer doel treffende werkloosheidsbestrijding. Met alle waardeering voor de verschillende Rijksdien sten, die probeeren de werkloosheid te bestrij den, kan men niet ontkennen, dat de arbeids inspectie het dichtst bij het Nederlandsche be drijfsleven staat en er ook hetbeste van op de hoogte is. Namens 'organisaties van werkgevers en de vakcentrales van arbeiders bood spr. tenslotte een schilderstuk van den heer Heyenbroek, den schilder van den arbeid aan. De heer.A. C. de Bruyn, voorzitter van het R. K. Werkliedenverbond, sprak ook namens de drie andere werknemers-centrales. Spr. bracht een Woord van grondigen dank voor het werk, dat. de inspectie in sociaal en cultureel opzicht heeft gedaan, in het bijzon der voor de arbeidende vrouw. De inspectie heeft zichzelf de vertrouwenspositie verschaft, waarop zij recht heeft. Het met zulk een dienst zal de vakbeweging van Nederland gaarne ver der samenwerken. De heer C. J. P. Zaalberg, oud-directeur-ge neraal van den arbeid, die met applaus werd begroet, sprak namens de oud-ambtenaren van de inspectie. Ir. R. A. Verwey, directeur van den rijks dienst der werkloosheidsverzekering en ar beidsbemiddeling, was de laatste spreker. Hij bood namens dezen Rijksdienst zijn beste ge- lukwerischen aan en uitte beste wenschen voor de toekomst van de inspectie. De heer Hacke heeft daarna alle aanwezi gen gedankt voor hun aanwezigheid. In het bijzonder voor de ontvangen bloemen, de spre kers voor hun wenschen. Den heer Gelderman M.zn. beituigde spr. zijn bijzondere erkente lijkheid voor het uit zijn handen ontvangen geschenk. De bijeenkomst was hiermede ge ëindigd. De belangstelling voor dit jubileum was bij zonder groot. H. M. de Koningin had de in zenden en den spectie een schriftelijken gelukwensch doen zenden en den geheelen dag kwamen er brie ven en telegrammen bij de jubilaresse bin nen. De herdenkingsbijeenkomst werd bijge woond door vele vooraanstaande personen, vertegenwoordigende de regeering van het land, van provincies en gemeenten, het in- dustrieele en vakvereenigingsleven. In de zaal hadden plaats genomen minister Albarda, oud-minister Aalberse, de vice-pre sident van den Raad van State, Jhr. Bee- laerts van Blokland, de voorzitter van de Al gemeene Rekenkamer, de heer Zuyderhof, de Haagsche burgemeester, mr. de Monchy en de Commissaris van de Koningin in Gelderland, baron van Heemstra. Bericht van verhinde ring om deze bijeenkomst bij te wonen was o.a. binnengekomen van den Commissaris der Koningin in deze provincie, Jhr. van Karne- beek. Tot de aanwezigen behoorden ook de staatsraden Kooien, Schokking en Rutgers, verschillende secretarissen-generaal vaJ de partementen van Algemeen Bestuur, direc teurs-generaal en andere hoofdambtenaren, verschillende burgemeesters, o.a. uit Gronin gen, Utrecht en Breda, figuren uit het Ne derlandsche bedrijfsleven, onder wie dr. Phi lips uit Eindhoven en ir. van Leeuwen uit Delft, en verschillende bestuursleden van werkgevers en werknemersgroepen. Tot de overige aanwezigen behoorden de Amsterdamsche wethouder, dr. Boekman, de Haagsche wethouder mr. de Vries, verscheidene Kamerleden, de chef van den regeeringspers- dienst, de heer Lievegoed en de Haagsche hoofdcommissaris van politie, de heer Van der Mey. Na afloop van de bijeenkomst heeft de di recteur-generaal, dr. ir. A. H. W. Hacke, ge recipieerd. Alle aanwezigen kwamen hem hun opwachting maken om hun gelukwenschen met dit jubileum aan te bieden. Tot hen be hoorden behalve de genoemde autoriteiten ook het geheele personeel van de jubileerende In spectie, dat vrij had gekregen en ook de her denkingsbijeenkomst bijwoonde. Het rondtrekken, het maken van zwerftochten, zit den Nederlander in het bloed. De talloozen die per auto of per fiets, per motor, te voet. te water of te paard hun vacantie in eigen land doorbrengen, gevoelen er dan ook in den regel weinig voor om minstens 5 dagen op één plaats te moeten blijven, hetgeen doorgaans noodzake lijk is, indien men de aanzienlijk lagere prijzen voor hotel en restaurant berekend wil krijgen die voor z.g. pension-arrangementen gelden. De Kon. Ned. Toeristenbond A.N.W.B. heeft reeds enkele jaren geleden, om in deze lacune te voorzien, met medewerking van „Horecaf", een systëem van bons ontworpen, waardoor de rondtrekkende toeristen ongeveer dezelfde voor- deelen kunnen genieten als de bedoelde pension gasten. Elke A.N.W.B.-bon bestaat uit drie strooken, de eerste geeft recht op logies met ontbijt in een willekeurig hotel, de tweede op een lunch of koffietafel in hetzelfde of een ander hotel ot restaurant, de derde op een diner, dat óók weer ergens anders kan worden gebruikt. De hotel houder heeft echter het recht te verlangen, dat men minstens één maaltijd gebruikt, als men komt logeeren; hü dient dit bij aankomst van den gast mee te deelen. In den prijs van een A.N.W.B.-bon is een volledig verblijf van een vollen dag (inclusief fooi en omzetbelasting) begrepen. Het bedrag daarvan is in elk geval belangrijk minder dan hetgeen men contant zou moeten betalen voor logies en maaltijden afzon derlijk. De AjN.W.B.-bons zijn in 10 verschillende prijsklassen verkrijgbaar. Van toeslagbons wordt gebruik gemaakt, indien men met een A.N.W.B.- bon uit een bepaalde prijsklasse in een duurder hotel of restaurant wil slapen of eten. Men be hoeft zich niet te voren aan een bepaalde hotel klasse te binden. Aan de kleine, gekleurde schildjes, onder het bordje „Bondshotel", kan men zien, dat net hotel of restaurant de A.N.W.B.-bons in betaling aanneemt. De kleur van den A.N.W.B.- bon komt overeen met die van het kenteeken onder het bordje „Bondshotel". De bons zijn verkrijgbaar aan alle kantoren van den Kon. Ned. Toeristenbond A.N.WH, en geldig tusschen 1 Maart en 31 December. Het lidmaatschap van den A.N.W.B. is vereischt om van deze gunstige reisvoorwaarden te profiteeren. In afwijking van een eerder gedane mededee ling, vestigt het bestuur van de Vereeniging voor den effectenhandel er de aandacht op, dat de eigenaars van uit inschrijving verkregen re- cepissen der eerste leening 1940, die met deze recepissen wenschen te storten op de tweede leening 1940 en de belastingfaciliteit op de rece pissen der eerste leening' behoeven in te dienen, doch blijkens mededeeling in de Staatscourant van 16 Februari 1940 daartoe ook na de storting nog gelegenheid hebben tot en met 1 April 1940. Bij indiening van zoodanige verzoekschriften na den stortingsdag gaan de verzoekschriften derhalve niet vergezeld van de recepissen der eerste leening. Toegekend is de aan de orde van Oranje- Nassau verbonden eere-medaille, in zilver, aan: H. van Leeuwen, wonende te Hiilegersberg, procuratiehouder bij de N.V. Spiiethoff, Beeuw- kes en Co. te Rotterdam; in brons, aan M. van der Plasse, landarbeider in dienst van de familie Buijsrogge, te Kloetinge; in zilver aan W. Mutsaers.afdeelingschef bij de N.V. A. Smits van Gils, te Oosterhout; in brons aan M. M. Kouw, kellner bij de N.V. Hotel Polen „Het Poolsche Koffiehuis", te Amsterdam; in zil ver aan C. G. van Es, brandmeester bij de plaatselijke brandweer te Zoeterwoude; aan H. M. Brok, te Dalmsholte (gem. Dalfsen), sluiswachter bij de N.V. Overijselsche Kanalisa tiemaatschappij, gevestigd te Zwolle. Aan A. P. van Lingen, wonende te Wasse naar, procuratiehouder bij de N.V. Handels- en Transportmaatschappij „Vulcaan" te Rotterdam, is verlof verleend tot het aannemen van het onderscheidingsteeken van ridder in de orde van de kroon van België. Aan prof, dr. N. Sclroorl, te Utrecht, is op zijn verzoek eervol ontslag verleend als lid en voorzitter van de Pharmacopee-commissie met dankbetuiging voor de vele en belangrijke diensten, dóór hem als zoodanig bewezen; is aan dr. H. L. Visser, te Nijmegen, op zijn ver zoek eervol entslag verleend als lid van de Pharmacopeecommissie met dankbetuiging voor de belangrijke diensten, door hem als zoodanig bewezen en zijn benoemd tot leden van de Pharmacopee-commissie prof. dr. W. A. God- dijn, hoogleeraar aan de rijksuniversiteit te Leiden, dr. J. A. Ch. van Pinxteren, apotheker te Hiilegersberg en dr. E. H. Vogelenzang, apotheker aan het Stads- en Academisch Zie kenhuis te Utrecht. In zijn rang is weder in dienst gesteld de ge- pensionneerde generaal-majoor der genie W. N. Becking. o» In de vergadering der Centrale Commissie voor georganiseerd over leg in Ambtenarenzaken van Don derdag j.l. deelde de voorzitter mee, dat de regeering op dit oogen bük nog geen voldoende aanleiding aanwezig acht om tot eenigen maat regel op het punt van de salarissen en loonen over te gaan, doch dat bij de regeering het nader concreet aangeduid voornemen bestaat om bij verder stijgende duurte tot een thans nog niet bereikt peil het laagst bezoldigd gehuwd rijksper soneel eenigermate tegemoet te komen. Besloten werd de bespreking dezer aangelegenheid aan te hou den tot een spoedig te houden vol gende vergadering der commissie. Voorts deelde de voorzitter nog het navol gende omtrent enkele aangelegenheden betref fende de Pensioenwet mede. Inzake de door de commissie bij brief van 26 Januari 1938 geadviseerde wijziging en aan vulling -van art. 40 le lid sub c der Pensioen wet, betreffende de mogelijkheid tot inkoop van pensioen van diensttijd op arbeidsovereen komst doorgebracht, is een wetsontwerp tot wijziging der pensioenwet in een vergevorderd stadium van voorbereiding. Behandeling van den van organisatiezijde be pleite suggesties de aangelegenheid van het vervroegd ouderdomspensioen, met inbegrip van de bij Koninklijk Besluit van 24 Maart 1923 vastgestelde lijst van betrekkingen, waaraan uitzicht op dit pensioen op 55-jarigen leeftijd is verbonden, in haar geheel door de commissie te doen bezien en het bedrag van dit pensioen te doen vaststellen naar een iets hoogere basis dan naar die van 1% pCt. der middelsom der pensioengrondslagen, acht de regeering ondei de huidige omstandigheden niet opportuun. De aangelegenheid van het pensioenpremie- verhaal van gemobiliseerde ambtenaren zal, zoodra de regeering daaromtrent door een interdepartementale commissie voorgelicht haar aanvankelijk standpunt zal hebben be paald, der commissie om advies worden voor gelegd. De commissie stelde haar advies vast betref fende het regeeringsvoorstel tot verhooging van de bestaande limiet van f 3000 van den pen sioengrondslag, waarover het weduwen- en wee- zenpensioen wordt gerekend en tot het toe kennen van uitzicht op een verminderd, pre- mievrij, gezinspensioen voor zonder pensioen ontslagen ambtenaren (wachtgelders), die de vereischte 5% pCt. premie voor het behoud van uitzicht op dit pensioen niet langer kun nen doorbetalen. Aangezien de kosten van de voorgestelde ver hooging van het gezinspensioen volledig door de betrokken ambtenaren moeten worden gedra gen door betaling van een extra 5V4 pCt. pen sioenpremie over het f 3000 te boven gaand, bin nen de nieuwe limiet gestegen, excedent salaris, besloot de commissie der regeering in over weging te geven deze limiet iets minder te ver- hoogen, waardoor het wellicht tevens mogelijk zoude worden de gedachte verhooging van het weezenpensioen iets op te voeren. Ten aanzien van de kwestie van het premie- vrije gezinspensioen achtte de commissie eer, iets ruimere voorziening dan was voorgesteld, gewenscht. De commissie vereenigde zich, behoudens en kele in overweging gegeven wijzigingen, met een aantal regeeringsvoorstellen tot inciden- teele herziening en aanvulling van het bezol digingsbesluit. In den namiddag herdacht de commissie in besloten kring haar 20-jarig bestaan, waar mede de minister van Binnenlandsche Zaken haar reeds schriftelijk had geluk gewenscht. H. K. H. Prinses Juliana is Vrijdag uit Soestdijk naar Den Haag overgekomen, ten einde de vergaderingen van het dageiyksch bestuur en het hoofdbestuur van het Ned. Roode Kruis bij te wonen. De Bisschop van 's-Hertogenbosch heeft be noemd tot pastoor te Lage Mierde den zeer- eerw. heer G. A. van Elk, onder toekenning van gelijktijdig eervol ontslag als pastoor te Kessèl. Voorts is eervol ontslag wegens gezondheids redenen verleend aan den zeereerw. heer M. Versterren als pastoor te Vessem. 44 „Laat me liggen," zei Parker zwakjes Geen denken aan zei Peter, „kom hier, pak tfeze tafel aan een eind beet! Juist! Nu tel ik tot drie en gedurende dié drie tellen lichten we de tafel zoo hoog mogelijk op. Bij „drie" duwen ^'e het geheele geval zoo hard mogelijk naar beneden. De bedoeling is, zooveel mogelijk her rie te maken." Parker begon te sputteren, maar Peter dreig de hem met een tweede plof in zijn maag als hij, niet wat meer sociale neigingen toonde dus schikte Parker zich uiteindelijk in zijn lot. „Prachtig!" zei Peter, „Hemigway, sleep het Would-be lijk naar de deur en ga er naast lig gen. Trek je schoen maar vast half uit. Verge leken bij het lawaai, dat nu gaat volgen, was de slag bij Waterloo een schietwedstrijd voor klappertjespistolen. Let op, Parkeréén tweeJa! Drie! Opnieuw: Eéntwee drie!" Het gebouw schudde op zijn grondvesten, ko lommen van ia het maanlicht zilverglanzend stof stegen op, heele plakkaten klei vielen met doffe bonzen van het plafond en de muren, zelfs doode katten zouden van het tumult zijn ont waakt. De cipier ontwaakte ook. Na de achtste bons van de Vereenigde Stoelen en Tafels rammelde de ijzeren klink van de deur en een stem riep iets in het Spaansch. „Doe alsof je vecht!" zei Peter tegen Parker. Hij liet de tafel voor de laatste maal vallen en gooide haar om. Temidden van het daverend lawaai van vallende meubels pakte hij Parker beet en begon, luid schreeuwend, een wilden rondedans door het vertrek, met tusschenpoo- zen op een heeschen fluistertoon bedreigingen uitend. „Schreeuw, en doe of je vecht, of ik sla je op je grooten neus! Schreeuw!" Parker zag blijkbaar plotseling in wat de be doeling was, want hij rukte zich van Peter los, brieschte als een getergde muilezel en stampte in het rond, dat de planken dreunden. „Ik zal je doodslaan!" gilde hij, met zijn armen zwaaiend. „Kom maar op!" krijschte Peter,, „daar, dat is voor jou!" „Moord! Help!" schreeuwde Parker, „hei- daar, geef hem van leer.... pas op, hij heeft een mes" Toen ging dé deur open en een douanier, de douanier die hen in de cel had gesloten, ver scheen op den drempel. Hij stak scherp af tegen het licht, dat in de gang brandde. In zijn hand blonk een revolver. „Cachimba de San Juan" hijgde hü ontsteld, „hou op, caramba! Als El Capitén dat hoort!" „Help, hij heeft.een groot mes!" huilde Par ker, „als hij De douanier vloekte iets binnensmonds, stak zijn pistool vooruit en liep op hen af. „Hou ophou op," zei hij, „als El Capi. De leeren hak van een schoen is een zeer hard voorwerp en Hemingway was niet van plan, voor de tweede maal dien nacht een fa tale vergissing te begaan, zeker niet waar het een douanier met een groot pistool betrof. De douanier met het groote pistool zei niets en deed niets, hij liet het zware pistool uit zijn hand vallen en gleed op den grond, waar hij vreedzaam op zijn rug bleef liggen, zijn mond half open. „Zoo," zei Hemingway, „eind goed, al goed." Hij bukte zich en trok zijn schoen weer aan. Peter haastte zich naar voren en raapte het pistool op. Dan liep hij snel naar de deur en stak zijn hoofd naar buiten om de gang te ver kennen. „Niemand in de gang," zei hij, „ik zal op den uitkijk blijven staan, bind jij intusschen de ver schillende heeren hier stevig vast en zoek des douaniers zakken na. Er kan iets inzitten wat ons interesseert, sleutels of zooiets." De volgende vijf minuten had hij het zeer druk. Hij stond voor de zenuwsloopende taak, telkens zijn hoofd om den hoek van de deur te steken om te kijken of alles veilig was en tege lijkertijd zijn pistool op Parker gericht te hou den als overwegend argument. „Parker' zei Peter, „sla niet zulke vreese- ljjke taal uit. Bovendien heb je heelemaal geen reden voor ontevredenheid. Jullie hebben mijn papier gestolen en nu ga ik het terughalen. En laat je nu rustig vastbinden, dat is heusch het beste voor je. Je hebt een por in je maag ge had, die je nog lang niet te boven bent en wij gaan een zeer vermoeienden dag tegemoet..-.. Wees nu rustig, later zul je er ons dankbaar voor zijn. Ga slapenmorgen komt er weer een dag." „Als ik dat geweten had!" raasde Parker, „als ik dat geweten hadik hoop dat je on derweg je nek breekt!" „Heop doet leven," zei Peter. „Schiet wat op, Hemingway, ik voel me niets safe hier." Hemingway sleepte Crofts naderbij en bond hem ruggelings tegen Parker, zóó, dat de een onmogelijk de knoopen van den ander kon los maken. Den riem van Parker's broek haakte hü over een stevigen spijker in den muur. De dou anier had genoeg riemen aan zijn uniform om drie mannen te binden. Toen Hemingway hem als een keurig bundeltje tusschen de vier poo- ten van de omgekeerde tafel had geknoopt, hield hij twee riemen over. Met één daarvan bond hij Parker's voeten aan die van Crofts, de overblijvende riem ging om de halzen van de Siameeschen tweeling. „Ik heb goed opgelet," zei Hemingway, „en er zit niet één riem zóó strak, dat je er last van krijgen zult, maar loskomen zul je even min, dus ik raad je aan, het ook niet te pro beeren, anders zou je van die riemen wèl last kunnen krügen. Morgen wordt je vanzelf ge vonden. Ja! Ik bèn klaar!" „Schiet dan op," bromde Peter. Hij wachtte tot Hemingway bij hem was, stapte dan de gang in en trok met uiterste voorzichtigheid de deur achter zich in het slot. „Nu hoop ik maar, dat die eene overgebleven douanier het niet op zijn zenuwen krügt en als een wilde gaat schieten als hij ons ziet, maar dat zullen we wel zien.... kom mee!" De gang, verlicht door twee petroleumlampen, maakte vijf meter verder een hoek. Om den hoek lag het kantoor waarin El Capitén dien avond had gezeten en daarheen slopen Peter en Hemingway op hun teenen, langs den muur. Peter voorop, het buitgemaakte pistool vooruit gestoken. ZEVENTIENDE HOOFDSTUK Een gevangenis loopt leeg Voor Peter en Hemingway waren de avon turen van dezen nacht niet geëindigd met hun ontsnapping uit de cel. Het rad der fortuin, dat de laatste dagen toch al zonderlinge omwente lingen had gemaakt, hield nog enkele .verras singen voor hen in petto, en de eerste daarvan kwam toen Peter, met zijn pistool vooruitgesto ken en Hemingway op zijn hielen, het kamertje van den douanechef bereikte en een blik naar binnen wierp. De deur van het vertrek ging, zooals bijna alle kamerdeuren, naar binnen open en stond op een kier, zoodat uit de gang slechts een gedeelte van den vloer zichtbaar was. Wat echter in het midden van dat stuk vloer lag, deed Peter ijlings een stap achteruit gaan en Hemingway's arm grijpen. „Stil! Hemingway, kijk eens op den grond!" Hemingway schoof langs den muur naar vo ren en keek omzichtig naar binnen. Op den planken vloer, languit, lag de gestalte van den tweeden douanier, dien zij als Pedro hadden leeren kennen. Inzake zijn toestand was geen twijfel mogelijk, de slapheid van zijn gestalte gaf dat duidelijk aan: hij was buiten kennis. „Snap jü dat?" fluisterde Peter, weer naar binnen loerend. Ook Hemingway keek nogmaals door den kier van de deur naar de onbeweeglijke gestalte in het khaki shirt en de vuile, witte broek en schudde langbzaam het hoofd. „Er gebeuren hier mysterieuze dingen!" fluis terde hü in Peter's oor. „Zouden die twee doua niers ruzie hebben gekregen vóór die ander naar ons toekwam? Dat zou verklaren, dat die zoo lang wegbleef." Peter antwoordde niet en probeerde, zijn re volver geheven, bü de scharnieren waar de deur draaide, naar binnen te kijken om de rest van de kamer te overzien. Aan de binnenzijde van de deur hingen echter enkele uniformjas sen, die hem het gezicht op het vertrek geheel benamen. „Ja, dat hjkt me ook het meest waarschijn- Üke," mompelde Peter, in antwoord op Heming way's veronderstelling, „ik zou niet weten hoe het anders had moeten gebeurenLaten we naar eens binnen gaan küken. Maar blijf ach ter me, je kunt niet weten; in deze gevangenis kim je van alles verwachten. Pas op!" .(Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1940 | | pagina 3